Jazz op Zes is weer Jazz op Zes
De nieuwe, bredere programmering van Jazz op Zes (Omroep Max) heeft een week standgehouden. De reacties van de luisteraars op de 'folkellende' (Diederik Gerlach in het gastenboek) en het 'mandoline-getreutel' (Harm Mobach) waren dermate vernietigend, dat de Centrale Muziek Redactie van Radio 6 fluks eieren voor haar geld heeft gekozen. Sinds 10 februari draait het enige 'echte' jazzprogramma van de Publieke Omroep weer volgens de oorspronkelijke formule.
Kennelijk beoogde de Centrale Redactie Jazz op Zes meer lijn in de programmering van Radio 6 te brengen. Als je de lukraak en liefdeloos samengegraaide mix van jazz, latin, Afrikaanse popmuziek en (brrr) singer/songwriters in de middagprogramma's tenminste als lijn kunt betitelen.
"Het is teruggedraaid naar aanleiding van de vele berichten op onze website, die zeer negatief waren," bevestigt eindredacteur Imme Schade van Westrum. "De zender had besloten om de mix toe te passen, ook in Jazz op Zes. Dat was eigenlijk het enige waar die mix niet werd toegepast. Maar dat is verkeerd uitgepakt en daar zijn ze zelf ook achtergekomen."
Het is en blijft intussen wel zo, dat de bulk van de muziek uit de computer van de Centrale komt. Maar dan passend in de oorspronkelijke opzet van het programma. Schade van Westrum: "Ik hoop dat we zo door kunnen gaan. De reacties zijn niet onopgemerkt gebleven, om met Reve te spreken. Die waren inderdaad niet mals."(Eddy Determeyer, 12.2.09) - [print]
- [naar boven]
Verbijsterend optreden brengt publiek in trance
Parker/Barrett/Vatcher, donderdag 5 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam
Een leeg podium, met hierop een uitgebreid drumstel, een krakkemikkig tafeltje met een laptop en een klein keyboard en twee stoelen met microfoon. Dit, in combinatie met slechts 67 bezoekers, gaf het Bimhuis een ietwat naargeestige entourage. En dat voor een trio, dat het zich tot nu toe blijkbaar kan permitteren om in Nederland exclusief in het Bimhuis te spelen.
Slagwerker Michael Vatcher, bekend van zijn spel in bands als Available Jelly en Corkestra, bracht dit trio bijeen met één van de belangrijkste musici uit de Europese impro-scene: de Britse tenor- en sopraansaxofonist Evan Parker. Deze vernieuwer speelde in het verleden samen met geestverwanten als Derek Bailey en Misha Mengelberg. Met zijn Electro-Acoustic Ensemble weet Evan Parker zijn belangstelling voor elektronische vervorming uit te dragen. Niet verwonderlijk dat één van de leden van deze groep, keyboardspeler en elektronicaspecialist Richard Barrett (onder andere bekend geworden door zijn compositie 'Vanity'), ook deel uitmaakt van het trio dat deze avond voor een verbijsterend concert zou gaan zorgen.
Zonder het aanwezige publiek, dat een beschaafd applausje produceerde, aan te kijken, gingen de heren zitten en startten hun themaloze optreden met een rustige opening. Direct werd duidelijk dat alle trioleden hun eigen weg zouden gaan bewandelen met muzikale conversatie over en weer.
Barrett wist de meest wonderlijke onaardse geluiden te produceren en Parker bleef onverstoorbaar op tenor doorgaan met zijn experimenteerzucht. Drummer Vatcher was bijzonder expressief bezig met hoekige en humoristisch ogende lichaamsbewegingen en onderzocht welke plekken van zijn drumstel geluid zouden kunnen produceren. Hij gebruikte hiervoor een grote variëteit aan sticks, brushes, maar ook een echte flexibele zingende zaag en bekkens, die hij met een strijkstok beroerde.
Het concert bestond uit twee exact gelijkdurende sets, waarin constant sprake was van elkaar opvolgende rustige en heftige muzikale golfbewegingen. Net als bij het weer ontstonden er zo continue (klank)veranderingen. De toeschouwer kreeg de indruk dat deze impro-musici erop uit leken te zijn om hun gevoel te willen etaleren, uitgedrukt in telkens veranderende individuele klankexpressies. Zelfs kluwen hout werden hierbij als percussiemiddel niet geschuwd, in combinatie met de grote trom, zingende zaag en cimbaal.
Het openingsstuk duurde maar liefst 35 minuten lang en na afloop moest het publiek uit een soort aandachtige trance ontwaken om een applaus te laten opklateren. Het tweede stuk voor de pauze werd op een identieke wijze geopend als het eerste nummer, alleen speelde Parker nu sopraansaxofoon. Barrett produceerde voor de verandering allerlei vreemd klinkende bel- en knispergeluiden en vervulde tijdens dit optreden een schakelfunctie tussen de twee overige trioleden. Met een teken gaf Vatcher aan dat er een time-out genomen werd en na exact 45 minuten verlieten de trioleden het podium, een redelijk verbijsterd publiek achterlatend.
Eigenlijk bevatte het tweede deel van dit concert een soortgelijke aanpak, waarbij Parker opnieuw de sopraansaxofoon afwisselde met zijn tenor, waaruit hij mooie dubbelklanken, maar ook veel valse lucht wist te produceren. Het publiek zat zich geen moment te vervelen; het verlangen naar een wat eenvoudiger klinkende muziek met swingende drive was er niet en bleek ook niet meer te komen. Een wilde kakofonie van geluiden, steeds heftiger en heftiger, besloot dit concert. Schijnbaar uit het niets was er een bijzonder concert ontstaan en dat mag als een verdienste worden beschouwd. Al bevatte het wel een moeilijk genietbare soort van muziek.
(Rolf Polak, 12.2.09) - [print]
- [naar boven]
Jazz en wereldmuziek ontmoeten elkaar tijdens Jazz Enz
Tijdens de vierde editie van Jazz Enz, een van de Culturele Zondagen, wordt Utrecht voor één dag een global village. Op zondag 22 februari ontmoeten jazz en wereldmuziek elkaar op dit jazzevenement in alle mogelijke varianten. Alle programma's zijn gratis toegankelijk, behalve de concerten in Rasa en Tivoli.
Vanaf het begin is jazz grenzeloze muziek geweest. Waren het begin vorige eeuw onder meer blues, Afrikaanse ritmiek en Europese muziek die belangrijke invloeden vormden, tegenwoordig vermengt de jazz zich moeiteloos met muziek uit álle werelddelen. 'Jazz meets the world' is niet alleen het thema van Jazz Enz, het is ook een toekomstvisie; we zijn op weg naar een nieuw soort universele muziek, waarin het onderscheid tussen landen, werelddelen en genres wegvalt.
Een prachtig voorbeeld hiervan is Nitin Sawhney, die optreedt in Tivoli aan de Oudegracht. Voorts de uitvinder van de muzikale stroming 'Maghreb jazz' Jan-Wouter Oostenrijk. Voor wie niet graag stilzit, is er de 'global dancefloor music' van Sinas. Verder de wereldpremière van Amsterdam-Istanbul, een cross-over van jazz, impro en Turkse muziek onder leiding van componist en ensembleleider Theo Loevendie. Amsterdam-Istanbul bestaat uit de top van de Nederlandse jazz en wereldmuziek: Esra Dalfidan, Theo Loevendie, Mehmet Polat, Guus Jansen en Martin van Duynhoven. De veelzijdige trompettist Eric Vloeimans en de Cubaanse jazzpianist Ramon Valle zorgen voor muzikale interactie op het scherpst van de snede.
Daarnaast zijn er optredens van saxofonist Ad Colen en de zangeressen Josee Koning en Boh Akih. In de Winkel van Sinkel treden de winnaars van het Nederlands Jazz Vocalisten Concours op en in het SJU Jazzpodium speelt het Carlama Orkestar dampende balkan-grooves.
Kijk voor het volledige programma op de website van de Culturele Zondagen.
(Jacques Los, 11.2.09) - [print]
- [naar boven]
82-jarige Lou Donaldson nog steeds in topvorm
woensdag 28 januari 2009, Jazz In Lincoln, New York
Blue Note-legende Lou Donaldson weet nog steeds de juiste toon te treffen. Met zijn kwartet doet de altsaxofonist momenteel een week lang de Jazz At Lincoln club in New York. Twee shows per avond: een normaal mens van 82 jaar zou dat niet meer voor elkaar krijgen.
Lou Donaldson is een ware jazzlegende, die vanaf de vroege vijftiger jaren met vrijwel alle andere jazzlegenden opnam of live optrad. Horace Silver, Art Blakey, Jimmy Smith, Milt Jackson, Clifford Brown en Thelonious Monk behoren tot daartoe. Ook speelde hij korte tijd met The Jazz Messengers. Meestal had hij echter zijn eigen trio's en kwartetten, zodat hij zijn liefde voor rhythm & blues en soul optimaal in zijn eigenzinnige jazz kon verpakken.
Er is vrijwel geen artiest die meer albums voor Blue Note heeft opgenomen als Donaldson, al komen Joe Lovano en Grant Green aardig in de buurt. Ondanks het feit dat Donaldson al lang geleden afscheid nam van Blue Note, vond hij het een eer om tijdens het 70-jarig jubileumfeest op te treden. Ook omdat hij als 82-jarige jazzartiest nog steeds relevante optredens geeft. Sowieso als oudere en legendarische jazzartiest die nog leeft.
New York is momenteel het vertrekpunt van alle activiteiten die Blue Note vanwege hun 70-jarig jubileum organiseert. In alle jazzclubs in New York treden de meest geweldige artiesten op. Donaldson heeft de club Jazz In Lincoln (JIL) ter beschikking. Vijf blokken van het grote Lincoln Centre heeft JIL een op de vijfde verdieping gelegen jazzclub. Het uitzicht geeft een prachtig Manhattan-uitzicht over Central Park en de mid en upper West Side.
Lou Donaldson is als oude jazzmeester nog steeds in prima vorm. Met in zijn band twee Japanse muzikanten - Akiko Tsuruga op hammond en Fukushi Tainaka op drums - en de Amerikaanse gitarist Randy Johnston heeft hij een geweldig collectief te pakken. Waar de oude meester soms qua energie verstek moet laten gaan, pakken de andere muzikanten over. Vooral toetsenist Tsuruga is geweldig in vorm. Wat een heerlijk onbesuisde emotie laat zij uit het orgel vloeien. De set die gespeeld wordt is uit alle jazztijden gesneden en bevat zowel bebop, straight jazz als de souljazz die de man later zo bekend en geliefd maakte. Erg fijn om te zien dat als Donaldson een solo speelt, hij nog precies alle juiste tonen en energie weet te pakken.
Het lijkt er op dat de saxofonist voor het Blue Note-jubileum besloten heeft nog eenmaal de wereld over te gaan trekken. Hij zal dus met zijn uitstekende kwartet ook later dit jaar weer in Europa te zien zijn.
Dit artikel verscheen eerder op NU.nl
(Dick Hovenga, 11.2.09) - [print]
- [naar boven]
Blossom Dearie overleden
Afgelopen zaterdag 7 februari is in Greenwich Village Blossom Dearie overleden. Ze is 82 jaar oud geworden.
Zangeres/pianiste Blossom Dearie zong in de jaren veertig in vocale groepen als de Blue Flames (Woody Herman) en de Blue Reys (Alvino Rey). In 1952 zong zij mee op King Pleasure's jukebox-hit 'Moody’s Mood For Love'. In datzelfde jaar vertrok ze naar Parijs, waar Norman Granz haar aan het werk hoort en contracteert voor het label Verve. Enkele bekende albums uit die tijd zijn: 'Once Upon A Summertime', 'Blossom Dearie Sings Comden and Green', 'My Gentleman Friend' en 'Sings Broadway Hit Songs'. Op enkele platen speelde ook haar echtgenoot, de Belgische saxofonist Bobby Jaspar, mee.
In 1956 keerde Dearie terug naar New York, waar ze veelvuldig optrad en regelmatig plaatopnamen maakte. Haar begeleiders op die albums waren zeker niet de minsten: onder anderen Herb Ellis, Ray Brown, Ed Thigpen en Kenny Burrell. Ze heeft zo'n vijftigtal albums op haar naam staan.
In de jaren zeventig richtte zij haar eigen platenlabel Daffodil Records op. In de jaren tachtig en negentig trad ze vooral op in New York en Londen met een repertoire van eigen ballads en songs van George Gershwin en Cole Porter. Haar wat meisjesachtige geluid en relaxte timing maakte haar tot een eigenzinnige stem in de vocale jazzwereld.
(Jacques Los, 10.2.09) - [print]
- [naar boven]
Muzikale orkaan raast door Wilhelmina
Go'Head: Siem Nozza, maandag 2 februari 2009, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven
Kort maar heftig was de orkaan die de Eindhovense bassist Siem Nozza met een gelegenheidsformatie door café Wilhelmina liet razen, op uitnodiging van Stichting Jazzpower. Met drummer Rik van Iersel vormde hij een stuiterend, hortend en botsend tandem, dat onstuitbaar voortjoeg tussen momenten van geladen kalmte. Dit was een perfecte basis voor muziek waarin hun spel beurtelings werd ingekleurd en opgezweept met keyboard, elektronica en saxofoon.
Nozza en Van Iersel fungeerden duidelijk als kern van het kwintet dat Go'Head opende, een serie waarin Jazzpower muzikanten uit de regio voor het voetlicht wil halen. De twee oriënteerden zich op elkaar, hielden steeds oogcontact, konden het ook niet laten om elkaar met plotselinge invallen te ontregelen. Heen en weer springend tussen funk en rock belandden ze vaak in een opwindende muzikale vrijstaat.
De kleur in de muziek kwam echter grotendeels van Arie van Ringelrooy. Op zijn Fender Rhodes speelde hij zwevende, bedwelmende akkoorden die herinnerden aan de psychedelische klanken waarmee Pink Floyd en Soft Machine eind jaren zestig furore maakten. Met een laptop, een joystick en een batterij aan knoppen voegde Younes Riad daar schurende en schrapende klanken aan toe. Soms leek het of de muziek getroffen werd door een zandstorm, dan weer door een heftig ritselende en knagende zwerm sprinkhanen.
Het was saxofonist en dichter Ted Milton die de storm aanwakkerde tot een orkaan. Zijn kortstondige optreden had nog het meeste weg van een dronken oude oom die tijdens een familiefeestje obscene taal uitbraakt in de microfoon en met geen mogelijkheid weg te krijgen is. Maar zodra hij zijn altsax aan de mond zette, bleek zijn beheersing in wilde, springerige notenreeksen, allemaal even helder gearticuleerd. Zo kende Go'Head een veelbelovend begin, waar een groot publiek op afgekomen was.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.
Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.
(René van Peer, 7.2.09) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...