Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Interview Paul van Kemenade

Morgenmiddag staat altsaxofonist in drie verschillende combinaties in het Utrechtse SJU Jazzpodium: in duo met pianist Harmen Fraanje, in trio met trompettist Eric Vloeimans en bassist Wiro Mahieu en als klap op de vuurpijl met een kwintet met de zinnenprikkelende bezetting Ray Anderson (trombone), Frank Möbus (gitaar), Ernst Glerum (bas) en Han Bennink (drums).

"Die groep is gegroeid uit een carte blanche die ik bij het Bimhuis in Amsterdam had voor een VPRO radio-uitzending. Het leek me leuk om eens te spelen met Ray en Frank Möbus en met Ernst en Han had ik al eerder samengewerkt. We hebben toen drie concertjes in een weekend gedaan en dat viel erg mee. Iedereen had zin om nog een mooie tour te doen en zo heb ik een aantal tripleconcerten kunnen regelen met die twee andere pianoduo's (met Harmen Fraanje en Michiel Braam) en het trio met Vloeimans. Of ik ermee door wil gaan? Wel, ik heb het ze gevraagd, zij vonden het leuk en dan doe ik het natuurlijk direct. Zo hebben ze nu al toegezegd voor een tour in december en die zit ondertussen al vol voor een kleine week. Als ik zo elk jaar twee weken met deze muzikanten zou kunnen krijgen, dan zou dat geweldig zijn."

Koen Van Meel had een interview met deze meeslepende saxofonist, die in 1999 de VPRO/Boy Edgar Prijs kreeg uitgereikt. Klik hier om het te lezen.

Met dank aan Kwadratuur.be, waar het interview eerder verscheen

(Maarten van de Ven, 28.2.09) - [print] - [naar boven]





Three Double Jazz Unique
3DubbelDutch met Drummers Double Bill, CRAM en Talking Cows, woensdag 28 januari 2009, Theater aan de Parade, Den Bosch

Drummer Rob Verdurmen nam het initiatief voor 3DubbelDutch. Hij zocht naar een andere vorm voor het spelen van jazz, want "jazz wordt bijna niet meer geprogrammeerd". Die vorm werd een samenhang van drie bands, die niet alleen spelen, maar ook een verhaal vertellen waarom ze spelen wat ze spelen. Ziedaar het niet alledaags concert van 3DubbelDutch, met twaalf muzikanten van Drummers Double Bill, CRAM en Talking Cows, onder de inspirerende presentatie van jazzprogrammamaker Vera Vingerhoeds.

Laatstgenoemde brengt als gastvrouw publiek en muzikanten bij elkaar door tussendoor eenvoudige en duidende vragen te stellen. Zoals bijvoorbeeld aan trompettist Pancraz: "Bereid jij je voor op wat je nu gaat spelen?", waarop de trompettist antwoordde met "Nee, niet echt, ik speel zoals het komt, niets meer en niets minder". Drummers Double Bill, CRAM en Talking Cows verzorgden elk een korte set, al dan niet geïmproviseerd, maar de muzikanten speelden afzonderlijk ook in wisselende bezettingen of solo.

De avond werd smaakvol op gang gebracht door een combine van de drie drummers Rob Verdurmen, Yonga Sun en Arend Niks. Zij speelden 'Dust Factory', een subtiele versmelting van brushes vol verrassende wendingen, geschreven door Niks. Strak gespeeld, elkaar afwisselend en aanvullend.

Na een spannende solo-improvisatie door trombonist Joost Buis was het tijd voor de Talking Cows, een band die is opgezet door Frans Vermeerssen (tenorsax) en Robert Jan Vermeulen (piano). Samen met Dion Nijland (bas) en Yonga Sun (drums) brachten ze melodieuze swingende jazz, variërend in stijl. Zij speelden voor hun doen een redelijk ingetogen set; helemaal los - zoals een paar dagen eerder in Nijmegen - kwamen ze niet.

CRAM, met de onoverwinnelijke Corrie van Binsbergen op gitaar, Mick Paauwe op elektrische baby bass, Arend Niks op drums en Rutger van Otterloo op saxen, gaf een groovy, prettig gestoorde, maar gebalanceerde portie stevige rockjazz ten beste. Voorafgaand aan hun set had Vingerhoeds Van Binsbergen nog gevraagd wat die bandnaam nu eigenlijk betekende. "CRAM is: zoveel mogelijk van jezelf ergens instoppen en dat tot uiting brengen".

Tussendoor was er 'De Dikke, De Dikke En De Dikke', een feature voor de drie (contra)bassisten of, zoals Vingerhoeds ze introduceerden, "de familie Bas". Dion Nijland (een donker, warm geluid), Arjen Gorter (een speelsere, wat lichtere sound) en Mick Paauwe (een warm latin-jazz geluid) speelden een spannende basso continuo.

Het publiek mocht ook speelopdrachten geven aan de twaalf muzikanten. Dat leverde vragen en voorstellen op als "Hoe klinkt het als ik mijn rijexamen heb gehaald?" en "Als ik mijn ogen dicht doe, wil ik New York horen". Vingerhoeds vroeg de vragensteller vervolgens door wie dat gespeeld zou moeten worden. De muzikanten vertaalden een en ander vervolgens; in het laatstgenoemde geval in een compleet geïmproviseerde chaos, waarin het verkeer en alle hectiek van New York uitstekend weerklonk. Inclusief een verdwaalde sirene uit de lap steel guitar die Buis gebruikte voor het Hawaï-muziekje tussendoor. Een andere vraag uit het publiek luidde: "Hoe klinkt het als er een achtling geboren wordt?". Pancraz maakte behulp van de mute van zijn trompet een schreeuwend geluid, saxofonist Vermeerssen verklankte de chaos rondom de achtling en pianist Vermeulen vervolmaakte het tot een spannend geheel. Aan Van Binsbergen werd vanuit het publiek gevraagd de liefde ten gehore te brengen, waarop zij ietwat verlegen een warm ontluikende improvisatie liet horen.

Drummers Double Bill is een smeuïg samenwerkingsverband van Verdurmen en Niks, uitgebreid met Vermeerssen, Van Otterloo, Pancraz, Buis, Van Binsbergen en Gorter. In het stuk 'Broodbeleg' weerklonk de stem van wijlen Jan Wolkers, die voor de nodige hilariteit zorgde met zijn gedicht over het maken van paté van zijn overleden konijn, afgewisseld met trefzekere instrumentale gedeelten en eindigend met de collectieve uitroep "Wat een lekker konijn!".

Als toefje slagroom op de taart werd deze avond afgesloten met twee tutti stukken, waarbij iedereen nog eenmaal alles uit de kast haalde. In Arend Niks' 'Speluh!' startte elk van de drie drummers achter een andere kit dan de zijne, om tenslotte samen te komen bij het drumstel van Niks voor een ménage à trois, waar het spelplezier vanaf spatte. En in 'Boxes', een compositie van Buis, zette een om zijn as draaiende trompettist Pancraz steeds een andere combinatie DubbelDutchers aan het werk. Spannend en inventief!

De unieke combinatie van deze twaalf muzikanten zorgde voor een geslaagde show, met veel variatie en speelplezier. Dat alles maakte 3DubbelDutch een feest voor je oren en ogen. Erg verfrissend, humoristisch en verrassend. Daar kon zelfs het wat tegenvallende, droge geluid van Theater aan de Parade - wat ervoor zorgde dat de muzikanten niet in hun klank konden blijven hangen - niets aan veranderen.

Klik hier voor een fotoverslag van deze avond door Cees van de Ven.

Meer horen en zien?
Klik hier voor een korte filmische impressie van 3DubbelDutch.

(Josien Lucassen & Maarten van de Ven, 27.2.09) - [print] - [naar boven]





Robert Rook Trio – 'Live In Amsterdam' (Ultimate Jazz/TWA Music, 2008) DVD
Opname: 2007


Robert Rook en zijn trio zijn in uitmuntende vorm op deze dvd, een liveopname van een concert in het Bimhuis in 2007. De muziek, die prima uitversterkt op de schijf staat, past in de traditie van het pianotrio en is in dat opzicht niet hemelbestormend. Wel is alles heel goed gespeeld. Rook neemt de ruimte om zijn solo's te laten nagalmen en heeft niet veel nodig om zo een hoge spanning te creëren. Zijn solo op 'You Don’t Know What Love Is' is een van de betere solo's die dit schijnbaar eenvoudige, maar o zo gevoelig opgebouwde nummer in tijden gehad heeft.

Ook is hij prima in staat om een woestere toon aan te slaan, die meer aan McCoy Tyner dan aan Brad Mehldau doet denken; inclusief de hamerende linkerhand en de tintelende loopjes met rechts eroverheen. 'News Tune' is bijvoorbeeld een uitstekend voorbeeld van deze aanpak. In deze hevigere stukken is er voor drummer Dick Verbeeck de mogelijkheid om lekker mee te beuken. De vergelijking met Elvin Jones is, zeker in combinatie met het pianogeluid, niet onterecht, hoewel Verbeeck nét iets minder tekeergaat. Daar is het dan ook de muziek niet naar.

Zoals wel vaker het geval is met liveopnamen, is het incidenteel moeilijk de bas terug te horen. Dat is jammer, want wanneer je de bas wél hoort, valt op hoe goed bassist Thomas Winther Andersen de boel op de rails houdt en Rook van kleine commentaartjes of repliek dient. Gelukkig valt de schade te overzien en is Anderson meestal duidelijk hoorbaar.

Al met al is dit een prima dvd, die qua montage en geluid lijkt op het VPRO-muziekprogramma Vrije Geluiden. En dat is niet vreemd; deze dvd is net als dat programma opgenomen in het Bimhuis. Dat Rook daar te gast is geweest, mag ook geen wonder heten. Hij laat op deze dvd duidelijk zien tot de betere muzikanten in Nederland te behoren.

Meer horen en zien?
Op zondag 5 maart 2006 was het Robert Rook Trio te gast bij VPRO's Vrije Geluiden. Bekijk het item
hier.

(Sybren Renema, 27.2.09) - [print] - [naar boven]





Veel zang op Goois Jazz Festival

Op 21 maart aanstaande is Kiwanis weer gastheer van het zesentwintigste Goois Jazz Festival. Kiwanis organiseert dit concert opnieuw ten bate van het LilianeFonds en verder steunt de club een aantal lokale doelen. Een keur aan artiesten van internationale allure treedt aan in de diverse zalen van Spant!, het theater in Bussum dat wederom als locatie is gekozen.

Tussen alle buitenlandse tours door heeft saxofoniste Candy Dulfer tijd gevonden om met haar band een concert te geven tijdens het Goois Jazz Festival. Een ander hoogtepunt van de avond is het optreden van Roberta Gambarini. Deze in Italië geboren Amerikaanse zangeres is in maart op tournee in Europa met haar band ter promotie van haar nieuwe album. In Bussum is haar eerste concert, waarna zij vele grote podia in Europa aandoet. The Boston Globe schreef over haar: 'Gambarini is the true successor of Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan and Carmen McRae'.

Op de vijf podia wordt verder een zeer gevarieerd programma gebracht, waarbij vooral aan het jongere publiek is gedacht. Bijvoorbeeld met Boris, de soulzanger die net zijn nieuwe album 'Live My Life' heeft uitgebracht. En ook Sensuàl met Eva Kieboom - de Edison-winnaars die Zuid-Amerikaans vuurwerk brengen. Verder zijn er optredens te zien van Birdie Seven, het Sjoerd Dijkhuizen kwartet, de Bruce Selection Bigband en het trio van pianist Mike del Ferro met als speciale gast de Zuid-Afrikaanse saxofoniste Shannon Mowday.

Voor uitgebreide informatie klik hier.

(Jacques Los, 27.2.09) - [print] - [naar boven]





Indrukwekkende collectieve en individuele vrije improvisaties
Peter Brötzmann Chicago Tentet, vrijdag 13 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam

Iets meer dan tien jaar geleden richtte saxofonist/klarinettist Peter Brötzmann zijn Chicago Tentet op. De formatie richt zich uitsluitend op vrije, collectieve en individuele improvisatie. Free jazz dus, in gang gezet eind jaren vijfig begin zestig door mensen als Ornette Coleman, Cecil Taylor, Sun Ra, Archie Shepp en John Coltrane. Ook in Europa kwam een beweging op gang met als voorlopers Misha Mengelberg, Han Bennink, Willem Breuker, Evan Parker, Chris McGregor, Harry Becket, Peter Kowald, Albert Mangelsdorf, Gerd Dudek en Peter Brötzmann. McGregor, Kowald en Mangelsdorf zijn inmiddels overleden, maar de overige freejazzers van het eerste uur zijn nog in meer of mindere mate volop in de running.

Zo ook Brötzmann, die met zijn Chicago Tentet weer op tournee is. Helaas zijn onderweg Mats Gustafsson en Per-Ake Holmlander ergens blijven steken. Vervanging werd gevonden in Johannes Bauers broer Conny, eveneens trombonist. Het betekende dat de sound grotendeels door de drie trombonisten werd bepaald (de gebroeders Brauer en Jeb Bishop). Het was fascinerend te zien en te horen hoe de trombonisten regelmatig meerstemmig lange tonen produceerden, waarop vooral de altsaxsolo's van Brötzmann prachtig en pregnant bovenuit kwamen.

De indrukwekkende eerste set werd door Brötzmann op alt ingezet. In een caleidoscopisch geheel werd op formidabele wijze collectief, in groepen en individueel geïmproviseerd: een lange, uitermate boeiend opgebouwde solo van invaller Conny Bauer, drie klarinetten (Joe McPhee, Ken Vandermark en Brötzmann) die in het hoge en flageoletto register met en tegen elkaar gierden (als nerveus meeuwengekwetter boven zee), een Ayleriaanse tenorsaxsolo van de leider, slechts begeleid door bassist Kent Kessler (tussen de twee drummers – Michael Zerang en Paal Nilssen-Love – in fungeerde hij als ritmische bindende factor van het geheel) en halverwege een swingende en honkende tenorsolo van Vandermark.

Na de pauze ging men voort op hetzelfde stramien. Het werd echter niet één lange set, maar eentje verdeeld in vier stukken. Opvallende en fascinerende momenten waren een heftig en enerverend duo tussen bassist Kessler en Brötzmann (op alt), waarbij Kessler zichtbaar fysiek strijd leverde met de logge contrabas, en een andere verbluffende tweestrijd tussen trombonist Johannes Bauer – zuchtend, steunend, fluitend, pruttelend, grommend en schreeuwend door zijn mondstuk - en cellist Fred Lonberg-Holm. In dat alles veroorzaakten beide drummers een stream of organic rhythms. Helaas was de inbreng van riet- en trompetblazer Joe McPhee zeer bescheiden. Het deed echter geen afbreuk aan het sublieme optreden van dit Chicago Tentet.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Stanimir Ivanov.

(Jacques Los, 25.2.09) - [print] - [naar boven]





Fabrizio Bosso & Javier Girotto Latin Mood – 'Sol' (Blue Note Records, 2008)

Latin jazz door twee virtuoze solisten, dat moet wel een feestje worden. En dat is het dan ook, maar wel zeer beschaafd. Toch gaan de voeten van de vloer.

Het Italiaanse trompettalent Fabrizio Bosso (hij speelde onder meer met Dave Liebman en Steve Coleman) en de Argentijnse rietblazer Javier Girotto hebben elkaar gevonden in het latin-repertoire. In hun kielzog bevindt zich een gelikte ritmesectie. Over de latin grooves soleren beide blazers bekwaam en een enkele keer zeer aanstekelijk. Over het algemeen blijft het allemaal erg vriendelijk. Uitgekiende gladde arrangementjes dragen bij tot dit enigszins zwoele idioom. De enkele vurige solo's zijn te horen in 'Sol' (Bosso), 'Zoogami' (Girotto) en 'African Friends' (beide blazers).

Neem een cd-speler en een geliefde mee, begeef je naar een tropisch eiland en dans en vrij op Fabrizio Bosso's 'Sol'.

(Jacques Los, 24.2.09) - [print] - [naar boven]





Big Bizar Habit neemt cd op

Na vier jaar is het jazzkamerorkest Big Bizar Habit weer terug in de voltallige elfkoppige bezetting: strijkers, blazers, een ritmesectie en een vocaliste, met achtergronden in jazz, pop, wereldmuziek en geïmproviseerde muziek. Onder hen illustere namen als trompettist Angelo Verploegen, saxofonist Paul van Kemenade, drummer Joost Lijbaart en zangeres Ineke van Doorn. De band speelt composities van Marc van Vugt en improviseert. Beeldende muziek op de grens van lyriek en vrije improvisatie.

Van Vugt: "Toen ik zeven jaar oud was, kreeg ik een grote doos met potloden van Caran d'Ache. Ik was totaal gefascineerd door de mogelijkheden van al die potloden: zo veel kleuren! Big Bizar Habit betekent voor mij hetzelfde: een grote doos kleurpotloden die ik allemaal mag gebruiken; wat strijkers hier, wat koper daar... Als ik voor deze groep componeer, voel ik me net als een schilder. Gebruikmakend van de instrumentale kleuren en mogelijkheden van de spelers vul ik mijn doek."

Aanstaande donderdag geeft Big Bizar Habit een optreden in Theater aan de Slinger in Houten. Het concert wordt opgenomen en zal later worden uitgebracht in de vorm van een nieuwe cd: 'A Painter’s Palette'.

Meer weten?
Lees onze recensie van de cd 'Big Bizar Habit/Strings Only'.

(Maarten van de Ven, 24.2.09) - [print] - [naar boven]





Tutu Puoane Quartet brengt warm en intens jazzconcert
donderdag 15 januari 2009, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

In het voorjaar van 2007 verscheen 'Song', de debuut-cd van zangeres Tutu Puoane die ze met haar kwartet opnam. Een plaat met in soul gedrenkte jazz, waarin ook haar Afrikaanse roots onuitwisbaar in doorklinken. Puoane groeide op in een township in Pretoria, Zuid-Afrika, waar ze ook in 1997 haar professionele carrière begon. Via Nederland kwam ze in België terecht, waar ze in Antwerpen haar vaste stek gevonden heeft aan de zijde van haar echtgenoot en partner-in-jazz, Ewout Pierreux. Haar debuutalbum werd zeer positief onthaald, en mede dank zij enkele sterke geloofsbrieven met haar vertolkingen van Nina Simone en Billie Holiday is Tutu Puoane inmiddels uitgegroeid tot een vaste waarde in de Belgische jazzscene. Het was dan ook uitkijken naar haar optreden bij JazzCase.

In Dommelhof trad ze aan met haar kwartet, bestaande uit pianist Ewout Pierreux, bassist Guus Bakker en drummer Toni Vitacolonna. Deze strakke bezetting in combinatie met Puoane's warme en heldere stemgeluid zorgde voor een uitgebalanceerd concert, met een mooi evenwicht tussen beklijvende ballads en uptempo nummers enerzijds en jazzstandards en meer avontuurlijke composities van de hand van Pierrieux anderzijds.

Zo was er het uiterst gevoelige 'Esperanto', een nummer van Vince Mendoza met een sublieme Pierreux op de piano, balancerend tussen uitbundig en subtiel en geruggensteund door onstuimige percussie van Viacolonna. Of neem het melodieuze en bluesy 'I Know You Know' met de wondermooie lyrics: 'take a trip to who knows where...', een zin die een hele avond lang in mijn hoofd bleef nazinderen en me meevoerde op Puoane's muzikale trip. Van haar Nederlandse mentor, pianist Jack van Poll werden de melodieuze pareltjes 'Quiet Now' en 'People Will Try Again' gebracht, twee klassieke jazzcomposities die vrijwel naadloos in elkaar overgleden en die andermaal bewezen werd dat Van Poll een begenadigd componist is. Ontroerend mooi omwille van het ontspannen samengaan van Puoane's warme stemtimbre met een subtiele piano, contrabas en lichtvoetige percussie. Met 'Atonal', een uptempo stuk van Bert Joris, gingen we de pauze in.

De tweede set werd ingezet met 'Simple Truth' en 'Wayne', twee nummers van Pierreux, met stevig pianowerk en een fraaie melodie. Het kippenvelmoment van de avond was ongetwijfeld het prachtige 'Song For Mpho', met een lang en uiterst sensibel piano-intro. Een nummer opgedragen aan hun dochtertje, deels in het Engels, deels in het Afrikaans gezongen. Leuk was ook hoe Puoane al zingend haar muzikanten aan het enthousiaste en aandachtige publiek voorstelde. Van de cd 'Song' werd enkel het in het Afrikaans gezongen 'Mango Picker' gebracht, een nummer van Carlo Mombelli in een arrangement van Pierreux. Met als toegift de Zuid-Afrikaanse traditional 'Lakutshon’iLanga' werd het concert in schoonheid afgesloten.

Een warm en intens jazzconcert vol soul en blues, met grote klasse en vakmanschap gebracht. In haar gave, uiterts beheerste, maar ook relaxte stemgeluid en in de repertoirekeuze schemerden de invloeden door van haar grote voorbeelden: Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan, Aretha Franklin en misschien ook wel een beetje haar idool Joni Mitchell. Tutu Puoane staat niet het grote experiment; ze grijpt veeleer terug naar de vaste waarden uit de rijke jazztraditie, waarbinnen ze op een avontuurlijke en inventieve wijze haar eigen weg tracht te vinden. Dat belooft ongetwijfeld nog veel moois voor de toekomst!

Wat mij betreft wordt het nu al spannend uitkijken naar haar nieuwe cd, die nog dit voorjaar zal uitkomen, met daarop composities van Ewout Pierreux, Nicolas Thys en Bert Joris.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Robert Kinable, 23.2.09) - [print] - [naar boven]





Kritische essays over inspiratie en muziek
Boek 'Arcana: Musicians on Music I,II en III' (edited by John Zorn)

Moderne muziek laat zich altijd omschrijven in duidelijk afgebakende hokjes. Jazz, rock, improvisatie, pop en zelfs klassiek zijn disciplines waarbinnen muzikanten zich steeds makkelijker bewegen. Dat vraagt om een nieuwe benadering van muziek, zowel bij critici, luisteraars en in de eerste plaats bij muzikanten zelf. In de praktijk zijn er vele obstakels die moderne muzikanten ondervinden, zoals een gebrek aan podia en publiek, en scholingsmogelijkheden die een andere benadering van muziek vereisen dan de bestaande. Gebrek aan begrip bij het publiek is soms ook ver te zoeken; hoe leg je namelijk aan je luisteraars uit waar je precies mee bezig bent? Wat wil je overbrengen? En komt die boodschap ook over bij de luisteraar?

'Arcana: Musicians on Music' is een project van de Amerikaanse saxofonist/componist en labelbaas John Zorn, dat op dit moment drie bundels met essays van voornamelijk Amerikaanse muzikanten en componisten omvat over bovengenoemde thema's. 'Arcana' betekent 'raadsels', waarmee wordt gedoeld op datgene waaruit kunstenaars hun inspiratie halen. Zonder tussenkomst van journalisten die naar de bekende weg vragen, laten de auteurs zich uit over prangende kwesties die volgens hen om uitleg vragen. Dat kan variëren van uitleg over gebruik van moderne technieken als sampling tot oefeningen voor instrumenten, handvaten voor improvisatie, arrangeren en dergelijke. Ook de relatie tussen geluid en beeld komt veelvuldig aan de orde, zoals het opnemen van een soundtrack bij een film van David Lynch, of het maken van een multimediaproject. Met name de vele stukken over musiceren zelf zul je niet snel terugvinden in tijdschriften vanwege hun technische aard.

Voor niet-musici blijft er genoeg interessants te lezen over. Al was het maar om de persoonlijke inslag van de vele essays, waarbij je informatie uit de eerste hand krijgt, namelijk van musici zelf. Muzikanten verklaren keuzes voor een instrument of stijl, of ze vertellen waar ze de inspiratie vandaan halen die hen helpt bij het maken van muziek. Een voorbeeld hiervan is een lang reisverslag van componist Peter Garland, die zijn inspiratie uit volksmuziek haalt en deze vertaalt in een op minimalisme gestoelde componeerstijl. Componeren is voor Garland het resultaat van jarenlang reizen en indrukken opdoen.

Wie de drie bundels naast elkaar legt, ziet dat elke bundel iets dunner is dan de voorgaande. Het toont dat ook 'Musicians on Music' een work in progress is en steeds meer vaste structuur krijgt naarmate de tijd vordert. Het meest onsamenhangend is deel één, de dikste bundel. Het lange, complexe openingsverhaal over 'plunderphonics' (een extreem doorgevoerde sampling-techniek) zal veel lezers doen schrikken voor de rest van het boek. Dat is een gemiste kans, want het boek eindigt met een sterke bijdrage over het late werk van John Coltrane, dat middels notenvoorbeelden laat zien hoe Coltrane muzikale systemen toepaste in zijn composities. Een mooi artikel, al was het maar omdat Coltrane's late werk veelal onbegrepen is wegens de ontoegankelijkheid ervan.

Een andere sterke bijdrage in deel één is een korte, column-achtige bijdrage van gitarist Marc Ribot die op ironische wijze schetst welke dilemma's de elektrische gitarist ondervindt op een podium. Een gitarist wil een lichtelijk overstuurt geluid, met als gevolg dat de versterker harder gaat. Aangezien versterkerbouwers dat proberen tegen te gaan, ziet de gitarist zich genoodzaakt zijn versterker alsmaar harder te zetten om het gewenste overstuurde effect te bereiken. Met als gevolg: boze medemusici.

De beste artikelen komen van muzikanten die toegankelijk weten te omschrijven waar ze mee bezig zijn en inzichtelijk maken waarom ze bepaalde keuzen maken. Dit is helaas niet elke schrijver gegeven, en de bonte mix aan benaderingswijzen levert een kleurrijke, maar soms wat onsamenhangende verzameling van bijdragen op. Een klein aantal bijdragen had beter geschrapt kunnen worden wegens gebrek aan inhoud of stijl. Andere bijdragen vergroten slechts het raadsel van de inspiratie, zoals een gedicht van Wadada Leo Smith.

Gelukkig zijn de positieve bijdragen in de meerderheid. Hoogtepunten zijn de stukken van jazzmusici als Dave Douglas, Uri Caine, Greg Cohen en George Lewis: allemaal wereldmusici met jarenlange ervaring op hun instrumenten, en met een verhaal. Voor muzikanten, muziekdocenten, journalisten en andere muziekliefhebbers biedt het project een schat aan informatie en ideeën over muziek in de volle breedte. De hoeveelheid ideeën die over je wordt uitgestort, is groot en werkt inspirerend. Ook bijzonder geslaagd is het register met behalve een korte biografie van elke schrijver een korte discografie met aanbevolen releases.

Meer weten?
Op de website van Amazon kun je online een hoofdstuk uit dit boek lezen, te weten 'Understanding Ecophonomics - Strategies for the transformation of existing music', geschreven door John Oswald. Klik hier om het te lezen.

(Eric van Rees, 23.2.09) - [print] - [naar boven]





Far East Revisited op tournee door India

Op 4 maart 2009 gaat de Far East Revisited weer op reis. Na China en Turkije is India het derde deel van dit succesvolle project van Calefax en het Tony Overwater Trio. Far East Revisited is geïnspireerd op de reis die Duke Ellington in 1963 maakte door het Midden en Verre Oosten. Na die tour, die werd afgebroken als gevolg van de moord op Kennedy, schreef Ellington samen met Strayhorn de bekende Far East Suite. De muziek en de reis vormen het startpunt van Far East Revisited.

Het startpunt dus, maar zeker niet het eindpunt. Want naast de uitvoering van Ellingtons suite staat vooral een dialoog met de landen die bezocht worden centraal. Lokale musici worden uitgenodigd deel te nemen en componisten worden gevraagd een compositie te schrijven geïnspireerd op de Far East Suite. Zo ontstaat naast de oorspronkelijke suite nieuw materiaal dat weer opnieuw een suite vormt, bestaande uit de losse stukken van de diverse internationale componisten. Naast composities van Michiel Braam, Chiel Meijering en Tony Overwater zullen stukken worden uitgevoerd van de Libanese componist Claude Chalhoub.

India was het land waar Ellington het langst verbleef en is daardoor ook van grote invloed geweest op de suite. Anand Singh Bawa, de organisator van de komende tour door India en mede inspiratiebron van dit project, heeft als jonge student nog concerten van Ellington bijgewoond. Speciaal voor deze gelegenheid heeft Anand een tour opgezet langs onder andere New Delhi, Bangalore, Chennai en Hyderabad.

Maarten Ornstein, saxofonist van het Tony Overwater Trio, zal tijdens deze tour worden vervangen door de Belgische saxofonist Erwin Vann. Ornstein brak enige tijd geleden een vinger en is tot half april niet beschikbaar voor concerten. Wel zal er van hem een nieuwe compositie en een bewerking van een Bollywood-compositie worden uitgevoerd.

Op de website www.fareastrevisited.com zal live verslag worden gedaan van de tournee met bijdragen van de diverse leden van de groep. Nu kunt u daar al het verslag vinden van de tour door China in oktober 2008.

Meer weten en horen?
Lees onze recensie van de cd 'Ellington Suites' van het Tony Overwater Trio & het Calefax Reed Quintet.

Op de MySpace-pagina van Far East Revisited kun je luisteren naar vier stukken van bovengenoemde cd: 'Tourist Point Of View', 'Isfahan', 'Depk' en 'Amad'.

(Maarten van de Ven, 23.2.09) - [print] - [naar boven]





Volop variatie op Stranger Than Paranoia
Stranger Than Paranoia met Claudio Puntin & Steffen Schorn, Greetje Kauffeld & Trio Ruud Ouwehand en The Dorf, maandag 29 december 2008, Paradox, Tilburg

Puntin en Schorn lieten er geen twijfel over bestaan dat zij al vele jaren samenwerken en telepathisch van elkaar weten wat kan, wat moet en hoe te handelen. Allebei beheersen de circular breathing-techniek perfect, en dat kwam bij hun ideeën goed van pas. Claudio Puntin is gezegend met een warmbloedig geluid op klarinet en basklarinet en ging er alle kanten mee op. Soms hoorde je een didgeridoo, dan weer kon hij blaffen of je hoorde het geluid van louter toonloos kleppenspel, adem, of het simultaan spelen met binnensmondse zang. Dat laatste praktiseerde Schorn overigens ook zeer knap. Hij produceerde distortionachtige klanken uit de diepste krochten van zijn bassaxofoon, een instrument dat we slechts zelden in actie zien.

Soms namen zij een unisono basisriff als vertrekpunt. Daarna deden beiden verkennend veldwerk en verslaglegging ervan, ieder op zijn eigen manier, waarna de resultaten klinkend werden samengevoegd. Indringend en fascinerend was het dubbeltonige spel van Steffen Schorn op dwarsfluit en het banjogeluid dat Puntin produceerde op zijn basklarinet zonder mondstuk, door middel van kleppenspel. Ook Schorn verwijderde het mondstuk van zijn bassaxofoon en speelde een als een trommel klinkend ritme onder Puntins dubbeltonige Balkanmelodie, hierbij gebruikmakend van een voice changer. Kortom, een driesterrenconcert en een parel in dit festival.

Zangeres Greetje Kauffeld zal het goed hebben gedaan, dat er een aantal bezoekers speciaal voor haar naar Paradox waren gekomen. En deze werden niet teleurgesteld. Met haar oprechte vriendelijkheid converseerde ze verbaal, maar vooral vocaal met haar toehoorders. Haar begeleiders waren van naam: Peter Niewerf (gitaar), Jan Wessels (trompet) en Ruud Ouwehand (bas). Zij namen Kauffelds vertolkingen op in fraaie omlijstingen en brachten kleuren en contouren aan die er zijn mochten. 'It Might As Well Be Spring', 'They Can’t Take That Away From Me', 'Love For Sale', 'Just In Time' en Harold Arlens weinig vertolkte 'Happiness Is A Thing Called Joe'; ze kregen allemaal een Kauffeld-behandeling, inclusief zelden gehoorde versen.

Verstaanbare teksten werden met emotie en bezieling vertolkt. Kauffeld is nog altijd goed bij stem en met haar muzikaliteit deed zij recht aan melodie en tekst van deze bekende standards. Een speciaal compliment voor het voortreffelijke trompetspel van Wessels mag hier niet ontbreken. Het moet Kauffeld goed hebben gedaan om hem in de band te hebben. Wessels speelt net als zijn collega Ruud Breuls altijd de juiste noten. Niet teveel, niet te weinig en altijd ter zake.

The Dorf, een 20-koppige bigband met een uitzonderlijke bezetting onder leiding van Jan Klare, verzorgde het slot van deze avond. Hoezo uitzonderlijk hoor ik u denken? Wel, wat te denken van: zang, trompet, altsax, tenorsaxen (2x), bassax, viool, cello, keys, gitaar (3x), percussie, electronics (2x), bas en drums (2x). De band speelt maandelijks in jazzclub Domicil in Dortmund. Onder Klare's leiding klonk de band als een ruwe bolster met blanke pit, stevig, gepassioneerd, kortom vet! Klare schreef veel uit, maar liet ook ruimte voor individuele improvisaties. Soms deed het idioom denken aan Sun Ra, maar het bleef toch vooral de geest van inspirator Klare die rondwaarde in de muziek.

Met zo'n bezetting zijn er natuurlijk genoeg mogelijkheden om interessante klankschakeringen te ontwerpen. Zo hoorden we fraai introspel in 'Now' van violist Martin Verborg en percussionist Achim Kämper. Deze laatste had een bonte verzameling ingeblikte geluiden tot zijn beschikking, die hij raak wist in te zetten. Klare's gebaren en zijn door enthousiasme gedreven bewegingen inspireerden de band. Al sloeg de schrik je wel eens om het hart als hij al doende bijna van zijn verhoging kukelde. Veel van het gespeelde materiaal leende zich om je er beelden bij voor te stellen. Filmische muziek en dat zeker in het laatste stuk 'Bla'. Hieraan zouden videokunstenaars hun hartje kunnen ophalen. Ze moeten dan wel resistent zijn tegen de flinke decibelwaarden die af en toe voorbijkwamen. Dus de watjes onder hen steken die liever in de oren. Een pittig slot van een gevarieerde concertavond!

Klik
hier voor een fotoverslag van dit concert.

Meer zien?
Op de website van Paradox kun je kijken naar videoimpressies van deze concerten. Ze zijn gemaakt door Tom Pijnenburg van Gillaworks. Klik hier om ze te bekijken. Scroll daarvoor een stukje naar beneden.

(Cees van de Ven, 22.2.09) - [print] - [naar boven]





Sadi overleden

Vibrafonist, componist en arrangeur Sadi is vorige week in de nacht van donderdag op vrijdag in het ziekenhuis van Hoei overleden. Sadi werd 81. Hij was al enkele weken opgenomen in het ziekenhuis. Sadi was een veelzijdig muzikant die onder meer bekend is van zijn opnamen met het BRT-jazzorkest.

Sadi werd geboren in Andenne op 23 oktober 1927. Zijn artiestennaam is eigenlijk zijn voornaam, omdat hij niet hield van zijn familienaam Lallemand, die 'de Duitser' betekent. Sadi ontdekte de jazz in 1938 door te luisteren naar een plaat van Louis Armstrong. Drie jaar later begint hij vibrafoon te spelen. Op 9-jarige leeftijd stond hij op het podium al eens xylofoon te spelen.

Van 1950 tot 1961 woonde hij in Parijs, waar hij samenwerkte met prestigieuze jazzmensen als Lucky Thompson, Don Byas, Art Simmons, Kenny Clarke en Django Reinhardt. In 1961 keerde Sadi terug naar België, waar hij speelde in het orkest van de RTB-radio (ex-RTBF). Sadi was bekend als multi-instrumentalist (vibrafoon, percussie, piano, bongo), orkestleider, zanger, componist en arrangeur. Hij had zijn eigen kwartet, maar nam ook soloplaten op en werkte samen met vele muzikanten.

Sadi kreeg in 1996 de Django d'Or als beste Franstalige artiest. In 1998 werd hij ook verkozen tot beste Europese vibrafonist in het jazzreferendum van de RTBF- en VRT-radio.

(Cees van de Ven, 22.2.09) - [print] - [naar boven]





Bekijk Wouter Hamel live in Paradiso

Vanavond staat het jonge jazztalent Wouter Hamel in Paradiso, Amsterdam. De zanger presenteert dan zijn nieuwe cd 'Nobody’s Tune' (Dox Records), de opvolger van het succesvolle debuut 'Hamel'. Een aantal speciale gasten zullen aantreden, zoals Benjamin Herman, Morris Kliphuis, Kobi Arditi, Shirma Rouse, Raquel Brown, Laise Sanchez, Henry Ronde en Benny Sings.

Fabchannel zendt dit hele concert live en gratis uit. De uitzending begint om 20.30 uur en via deze link kun je het hele concert gratis meekijken. Een paar dagen na het concert wordt de hele video in het online archief van Fabchannel geplaatst. Je kunt het dan elk moment van de dag opvragen.

Klik hier om het concert te zien.

(Maarten van de Ven, 21.2.09) - [print] - [naar boven]





Sonny Fortune op tournee met Rein de Graaff Trio

De in 1939 in Philadelphia geboren saxofonist Sonny Fortune behoort tot de spraakmakende musici die vooral in de jaren midden zestig en zeventig furore maakten. In die periode speelde hij bij onder anderen Elvin Jones, Mongo Santamarina, McCoy Tyner, Buddy Rich en vanaf 1974 gedurende een jaar bij Miles Davis. Hij is te horen op de Davis-lp's/cd's 'Big Fun', 'Agartha', 'Pangaea' en 'Get Up With It'.

Onder eigen naam verschenen vanaf 1975 platen op de labels Horizon ('Awaking') en Atlantic ('With Sound Reason'), een mix van modale jazz en funk en pop. In de tachtiger jaren formeerde hij zijn eigen kwartet en maakte een paar uitstekende platen op Konnex ('Laying It Down' en 'It Ain’t What It Was') en op Blue Note. Hij maakte ook geruime deel uit van het kwartet van Nat Adderley en speelde regelmatig in Elvin Jones Jazz Machine. Eind jaren tachtig maakte de altsaxofonist deel uit van de Coltrane Legacy Band.

Fortune is nog steeds actief; zo houdt hij met onder anderen bassist Reggie Workman en drummer Rashied Ali de geest van John Coltrane levend. Over Fortune schreef het magazine Stereophile: 'one of the most intriguing alto players in contemporary jazz.'

Met Rein de Graaff en zijn trio maakt Sonny Fortune vanaf 26 februari een uitgebreide tournee door Nederland. Enkele concerten worden opgeluisterd met gastoptredens van onder meer Benjamin Herman, Joris Roelofs en Marco Kegel.

Tourschema: Oosterpoort, Groningen (26 februari), Paradox, Tilburg (27 februari), Mahogany Hall, Edam (28 februari), De Burgt, Leiden (1 maart), Bouwkunde, Deventer (4 maart), Bimhuis, Amsterdam (5 maart), De Tobbe, Voorburg (6 maart), Leeuwenberg, Utrecht (7 maart) en Beresteyn, Veendam (8 maart).

(Jacques Los, 21.2.09) - [print] - [naar boven]





Brad Shepik - 'Human Activity Suite' (Songlines, 2009)
Opname: 2008

Gitarist Brad Shepik is begaan met het milieu. Zo erg zelfs dat zijn nieuwste album voor het Songlines-label een conceptplaat over de klimaatverandering is geworden. Shepik is er als geen ander van overtuigd dat menselijk handelen de oorzaak is van de verontrustende globale weersgesteldheid en dat wil hij op zijn manier duidelijk maken. In een tiendelige suite neemt hij de luisteraar mee op een muzikale reis langs de zeven continenten, waarbij (titelgewijs) stilgestaan wordt bij enkele factoren die het klimaat beïnvloeden.

'Human Activity Suite' is dan wel een niet mis te verstane uiting van ecologisch engagement, toch is het in de eerste plaats een boeiende fusie van jazz en wereldmuziek. Voor iemand die bekend is met het werk van Brad Shepik zal dit allerminst een verrassing zijn. Shepik is namelijk actief in talloze jazzy wereldmuziekensembles, zoals Pachora en het Paradox Trio van Matt Darriau. Ook in zijn eigen groepen zijn deze vreemde muzikale invloeden meestal aanwezig, maar toch is jazz steevast de basis van waaruit vertrokken wordt. Voor de opname van 'Human Activity Suite' breidde Shepik zijn huidig trio (dat bestaat uit de combinatie gitaar, orgel en drums) uit tot een kwintet. Met het toevoegen van bassist Drew Gress en trompettist Ralph Alessi kan men op papier alvast niet spreken van kwaliteitsverlies.

Shepik gunt vooral Alessi en toetsenist Gary Versace veel soloruimte, maar daar knelt meer dan eens het schoentje. De bijdragen van beide musici zijn steeds op niveau, maar memorabel wordt het nooit. In de opeenvolgende stukken 'Stir (Antarctica)' en 'Not So Far (Australia)' zorgen de uitgesponnen solo's zelfs voor een dip in het muzikale verloop, waar de plaat zich maar met moeite van weet te herstellen. Vooral 'Current' en 'Blue Marble (Africa)'- twee tracks die perfect op een plaat van Pachora hadden gepast – tillen het niveau van de plaat weer gevoelig hoger, met een verbluffende Shepik die zich bedient van verschillende snaarinstrumenten. Ook afsluiter 'Waves (Asia)' is een schot in de roos. Hier wordt een oosters thema door de groep opgepikt, terwijl een wah-wah effect op de gitaar zorgt voor een scherp randje.

Het album bevat enkele inventieve thema's die omwille van hun complexiteit niet meteen uitnodigen tot meefluiten. Dat is het geval in 'Lima (South America)', waar een lange melodieuze frase (volledig synchroon gespeeld door Alessi en Shepik) het dansende thema voorafgaat. Hierbij mag ook de rol van Gary Versace niet worden onderschat. Zijn suggestief accordeonspel vormt een vat vol ideeën waar gitaar en trompet maar al te graag uit putten. Spijtig genoeg zijn niet alle composities op 'Human Activity Suite' van hetzelfde hoge niveau. Dat heeft als gevolg dat de plaat op sommige momenten onopvallend voortkabbelt. Toch heeft Shepik hier eveneens een handvol indrukwekkende composities weten te verzamelen, welke de liefhebbers van dit soort jazz niet links kunnen laten liggen.

Bezetting: Brad Shepik (gitaar, tambura, saz), Ralph Alessi (trompet), Gary Versace (piano, accordeon, orgel), Drew Gress (contrabas), Tom Rainey (drums).

Deze recensie verscheen eerder in
Kwadratuur.be.

Meer weten en horen?
Lees het interview dat Franz A. Matzner (All About Jazz) had met Brad Shepik over diens milieubewustzijn en de 'Human Activity Suite'.

Op de MySpace-pagina van Brad Shepik kun je luisteren naar drie tracks van dit album: 'Air', 'Temoin' en 'Five And Dime'.

(Joachim Ceulemans, 20.2.09) - [print] - [naar boven]





Robin McKelle klaar voor het grote werk
zondag 1 februari 2009, Blue Note Club, New York

Met een serie optredens in de vermaarde Blue Note Club in New York heeft de uit Boston afkomstige jazzzangeres Robin McKelle een prima indruk achtergelaten. De songs van haar tweede bigband-album werden in een warme kwartetbezetting met veel overtuiging gebracht.

McKelle kwam zo'n twee jaar geleden verrassend tevoorschijn met haar debuutalbum 'Introducing...', een bigband-album vol vijftiger-jaren songs. De door veteraan Willie Murillo - bekend van onder meer de bigband-platen van oud Stray Cats-voorman Brian Setzer - geschreven arrangementen, bleken haar uitstekend te passen. Een tweede bigband-album onder de welluidende titel 'Modern Antique' verscheen vorig jaar en bleek al net zo'n voltreffer.

Uitgebracht door haar Amerikaanse independent platenlabel Cheap Lullaby bleek de Europese distributie op een fiasco uit te lopen, en dat terwijl die van het debuut juist zeer succesvol was gelopen via het independent label O+ . Te hoge kosten voor het kleine label bleken de doodsteek. Gelukkig was daar de zeer alerte Franse tak van Blue Note, die het album alsnog uitbracht. Helaas betekende dit wel dat het album door de veranderde distributie en de vele wisselingen en inkrimpingen bij moedermaatschappij EMI tussen de wal en schip leek te vallen.

McKelle zette dit bijna helemaal recht door uitgebreid door Europa te toeren. Maar omdat het album buiten Frankrijk nog niet genoeg publiciteit had gekregen, waren de zalen niet uitverkocht, zoals bij haar eerste optredens het geval was. Met een nieuwe promotieronde en een tour door Amerika en Europa (en later Japan) met een nieuw trio muzikanten moet 2009 voor McKelle dan helemaal goed komen.

De aftrap voor die nieuwe tour vond plaats in de Blue Note Club in New York. Met een maar korte voorbereiding van slechts twee dagen hadden McKelle en haar nieuwe trio al meteen twee optredens per avond voor de boeg. Dat ze tijdens die optredens al prima in vorm waren geraakt, werd snel duidelijk op de derde avond. Ondanks de Superbowl, heilig voor de Amerikanen, was de club volledig uitverkocht.

Opener 'Abracadabra', tevens de opener van haar laatste album, klonk misschien nog wat al te voorzichtig. Maar het daarop volgende 'Loverman' kwam er meteen prima uit. En de sfeer die in die song zat werd vervolgens niet meer losgelaten. Met een uitgelezen set met songs van haar twee albums en ook een aantal fraaie nieuwe stukken bleek het publiek zich uitstekend te vermaken. De soulkant van McKelle begint steeds meer in haar zang door te klinken. Juist die soul en haar kraak als ze wat steviger aanzet, maken McKelle een ware aanvulling binnen de jazz. Niet raar dus dat Blue Note besloten heeft haar tweede album nu echt over de gehele wereld uit te gaan zetten.

McKelle zal voor de zomer ook in Nederland terugkomen voor optredens.

Dit artikel verscheen eerder op NU.nl

(Dick Hovenga, 19.2.09) - [print] - [naar boven]





Louie Bellson overleden

In Los Angeles is de legendarische jazzdrummer Louie Bellson overleden. Hij werd 84 jaar oud. Volgens zijn vrouw Francine is de muzikant zaterdag 14 februari in het Cedars-Sinai Medical Center overleden aan de gevolgen van de ziekte van Parkinson.

Bellson gold als een van de beste jazzpercussionisten van zijn generatie. Duke Ellington noemde hem "de beste drummer ter wereld". Zijn hoogtepunt bereikte hij in de jaren veertig en vijftig, als drummer in bigbands van Tommy Dorsey, Count Basie en Benny Goodman. Na een korte periode (1950-51) bij Harry James gespeeld te hebben, werd hem een contract bij Duke Ellingtons orkest aangeboden. Hij componeerde 'Skin Deep' en 'The Hawk Talks', twee stukken die aan Ellingtons standaardrepertoire werden toegevoegd.

In 1952 trouwde hij met de zangeres Pearl Baily. Van 1954-55 toerde hij met de Jazz At The Philharmonic. Op de labels Norgran en Verve maakte hij in de vijftiger jaren platen onder eigen naam, zoals 'Louis Bellson With Wardell Gray', 'The Driving Louis Bellson', 'Concerto For Drums', 'Let’s Call It Swing' en 'Drummers Holiday'. Vanaf het midden van de jaren vijftig formeerde hij diverse eigen groepen en bigbands. In de jaren zestig keerde hij voor korte periodes terug bij de orkesten van Basie, Ellington en James.

Hij is als sideman en bandleider te horen op talloze albums op labels als Roulette, Pablo, Concord en Music Masters. Musici die op zijn platen meespeelden zijn onder anderen de saxofonisten Pete Christlieb, Don Menza, George Young en Ted Nash en de trompettisten Blue Mitchell, Marvin Stamm, Clark Terry en Conte Candoli.

Bellson was zowel een old-school swing- als een innovatieve moderne drummer.

(Jacques Los, 19.2.09) - [print] - [naar boven]





Antwerpse schepen vraagt begrip voor bedreigde Vlaamse jazzsector

De beoordelingscommissies van minister Bert Anciaux (SP.A) zijn niet mals voor enkele jazzorganisaties in Vlaanderen. Hoewel er alleen nog maar voorlopige adviezen circuleren, trekt de Antwerpse schepen Philip Heylen (CD&V) alvast het protest op gang. Heylen droomt ervan Antwerpen als jazzstad uit te bouwen. Die plannen worden nu stokken in de wielen gestoken. Heylen: "De lat ligt onbereikbaar hoog voor nieuwe dossiers of initiatieven van minder voorspelbare snit."

Vooral de toekomst van Jazz Middelheim baart de schepen zorgen. Dat festival zou het volgens de aanbeveling van de commissie zonder de steun van de Vlaamse overheid moeten redden. Heylen: "Jazz Middelheim dreigt nu tussen wal en schip te vallen." Ook voor andere initiatieven ziet het er niet goed uit. Follow The Sound, opvolger van het Free Music Festival, kreeg een negatief advies. Het kunstencentrum Rataplan in Borgerhout, podium voor jazz, al evenzeer.

Heylen: "Ook buiten Antwerpen vang ik signalen op dat jazz het slachtoffer dreigt te worden van deze subsidieronde. De Werf in Brugge zou de deuren moeten sluiten. Projecten van individuele muzikanten overal in het land krijgen weinig of geen krediet. De studie van Simon Korteweg uit 2006, die signaleert dat de jazzsector in Vlaanderen drie keer meer geld moet krijgen, lijkt tijdens deze subsidieronde niet gehonoreerd te worden."

Intussen hebben de ensembles en organisaties met een minder goed rapport hun verweerschriften ingediend. Opvallend overigens hoe bedreigde instellingen unaniem naar hetzelfde wapen grepen: ze stapten niet mokkend naar de pers, maar lanceerden een petitieactie bij hun achterban. Met opvallend succes overigens. La Petite Bande verzamelde in twee weken tijd 17.000 handtekeningen. Dat is een veelvoud van het aantal concertbezoekers dat het ensemble van Sigiswald Kuijken jaarlijks aantrekt. De Werf scoorde in een mum van tijd meer dan vijfduizend protestbrieven, ook uit het buitenland.

De mobilisering past in een strategie waar de minister niet ongevoelig kan voor blijven. Door te wijzen op een breed draagvlak en een hoge participatiegraad, zitten de bedreigde organisaties alvast op zijn golflengte.

Bron: De Standaard

Meer weten?
Lees onze eerdere stukken over twee centra die hun subsidie dreigen te verliezen: De Werf en Rataplan.

(Maarten van de Ven, 18.2.09) - [print] - [naar boven]





Work in progress: Octurn in Dommelhof

Aanstaande donderdag speelt Octurn op het Neerpeltse podium JazzCase in Cultureel Centrum Dommelhof, waar dit gezelschap improvisatoren een week lang zijn residentie heeft. In het professioneel geoutilleerd productiecentrum werkt Octurn in alle rust aan het nieuwe programma '7 Eyes'. Op de slotavond van het verblijf, donderdag dus, presenteert de groep het resultaat in de vorm van een concert. Bezoekers kunnen dan in het 'laboratorium' rondom het orkest plaatsnemen en zo op indringende wijze het concert ondergaan. Het beloofd een spannende en intrigerende avond te worden.

Octurn is een hedendaags jazzensemble dat de culturele melting pot Brussel als thuisbasis heeft. Het ensemble staat open voor de meest diverse invloeden en vindt onder meer inspiratie in Aziatische klanken en hedendaagse elektronische muziek. Dit alles levert een eigenzinnig geluid op, waarbij constante artistieke vernieuwing en het experiment met ritme, harmonie en orkestratie centraal staan.

In JazzCase brengt de groep '7 Eyes', een nieuw gemeenschappelijk project van Bo Van Der Werf en Jozef Dumoulin, dat is ontstaan uit hun gedeeld verlangen om vrije muzikale werelden te verkennen. De elektronische live-manipulaties van Gilbert Nouno bekleden in dit project een centrale plaats en helpen op een actieve manier de muziek structuur te geven. Speciale gast is de jonge en talentvolle Belgische zangeres Lynn Cassiers, die niet alleen over indrukwekkende kwaliteiten als jazzvocaliste beschikt, maar ook thuis is in de wereld van de electro/impro.

Klik hier voor meer informatie.

(Maarten van de Ven, 17.2.09) - [print] - [naar boven]





John Abercrombie & John Ruocco - 'Topics' (Challenge Records, 2008)
Opname: 2007

Topgitarist John Abercrombie heeft in zijn bijna 40-jarige carrière bijna alle uithoeken van de jazz verkend. Zijn handelsmerk is echter altijd herkenbaar gebleven: een heldere toon en een neiging de rand tussen mainstream en free te onderzoeken.

Wat hem ook kenmerkt is het vermogen interessante ensembles te vormen. Abercrombie heeft samengewerkt met saxofoongod Michael Brecker, maar ook met trompettist Enrico Rava en speelt tegenwoordig in een kwartet met violist Mark Feldman en drummer Joey Barron. In 2006 speelde hij samen met John Ruocco, docent saxofoon aan het Koninklijk Conservatorium, die zich tot (bas)klarinet beperkte. 'Topics', uitgebracht in 2008, is hiervan het resultaat.

Dit album is een typische Abercrombie-ervaring: een beetje naar binnen gekeerd, maar toch lyrisch. Het programma bestaat uit eigen nummers en echte traditionals, zoals 'Embraceable You', 'I Hear A Rhapsody' en 'How Deep Is The Ocean'. De twee muzikanten, beiden virtuoos, dwarrelen om elkaar heen, voorzien elkaar van commentaar en luisteren zeer intens naar zichzelf en elkaar. De luisteraar wordt gedwongen hetzelfde te doen.

En luisteren loont, want de spanning is - ondanks het karige instrumentarium - meestal hoog. Af en toe doet de toon van Ruocco iets af aan de muziek; hij lijkt zich te hebben moeten inhouden en daardoor klinkt hij soms voos. Abercrombie klinkt op zijn beurt, in ieder geval op de opnamen, wat zacht. Hij is gedienstig; hoewel het soleren gelijktijdig gebeurt, is het Ruocco die de boventoon voert.

Toch zijn er aardig wat mooie momenten op dit album, dat zich ook na een paar luisterbeurten goed houdt. De twee muzikanten zijn erin geslaagd een opname af te leveren die ergens tussen kamerjazz en free hangt, zonder liefhebbers van de traditie tegen de haren in te strijken.

(Sybren Renema, 17.2.09) - [print] - [naar boven]





Tineke Postma maakt album in New York

In de vermaarde Systems Two Recording Studio in New York heeft saxofoniste Tineke Postma de afgelopen week een nieuw album opgenomen. Het album bevat haar meest ambitieuze composities tot nu toe.

Het album wat Tineke de afgelopen week in Brooklyn N.Y. heeft opgenomen, bevat wederom een kwartet om van te watertanden. Met naast Terri Lyne Carrington - met wie ze bevriend is - op drums, de vermaarde Scott Colley op bas (ongeveer de meest gevraagde jazzbassist op dit moment) en de geweldige Geri Allen op piano.

Het album bevat composities die Postma de afgelopen twee jaar heeft geschreven. Met de muzikanten werden in drie dagen tijd elf nieuwe tracks vastgelegd. De onder alle jazzartiesten en labels zeer geliefde System Two Recording Studio gaf de juiste sfeer om de composities vast te leggen.

Onder leiding van Michiel Hoogenboezem, die ook in New York aanwezig was, zullen in Nederland de tracks vervolgens worden afgemixt. De release van het album staat gepland voor halverwege mei.

(Dick Hovenga, 17.2.09) - [print] - [naar boven]



Mat Mathews overleden

De Haagse jazzaccordeonist Mat Mathews (geboren Mathieu Schwartz) is afgelopen donderdag op 84-jarige leeftijd overleden in Rotterdam. Dat heeft zijn familie maandag laten weten. Mathews speelde in het verleden onder meer mee op platen van Rita Reys en speelde eind jaren veertig bij de The Millers.

In de jaren vijftig ging Mathews naar de Verenigde Staten, waar hij onder anderen met Herbie Mann samenspeelde en een eigen kwintet had. Daarna keerde hij terug naar Nederland, waar hij voornamelijk als studiomuzikant werkte. De accordeonist, die de nog steeds optredens gaf, woonde de laatste jaren in Rotterdam. Mathews wordt er morgen begraven.

Bron: De Telegraaf

(Maarten van de Ven, 17.2.09) - [print] - [naar boven]





Klankenexpositie in kasteel Vlian XIIII
Marilyn Crispell, Vincent Courtois & Michele Rabbia, woensdag 4 februari 2009, Kasteel Vilian XIIII, Leut-Maasmechelen

Zij heeft Cecil Taylor hoog in haar vaandel, toerde met Antony Braxtons Creative Music Orchestra in 1978, speelde solo in de jaren tachtig, maakte cd's met haar band met bassist Mark Dresser en drummer Gerry Hemmingway in de jaren negentig, en is momenteel een vooraanstaand pianist/componist in de free-jazz sector: Marylin Crispell.

In de fraaie ambiance van Kasteel Vilain XIIII in Leut trad zij aan met cellist Vincent Courtois en drummer Michele Rabbia. Bovenmatig veel liefhebbers waren al vroegtijdig aanwezig, vermoedend dat hier iets bijzonders te gebeuren stond. Het was in 2002 dat Crispell op dit podium een gedenkwaardig soloconcert gaf. Courtois was geen onbekende. Hem hoorde ik eerder in een voortreffelijk concert met Sylvia Courvoisier en Ellery Eskelin in 2007. Rabbia kende ik niet, maar na vanavond wel! Het werd een avond lang spontane, verrassende improvisatie, aangestuurd vanuit de creativiteit van Crispell en gaandeweg aangevuld en van contouren voorzien door de cellist en de drummer. Opmerkelijk waren de niet prominente, maar onontkoombaar voelbare grooves, imaginair of reëel, die het hele concert in variëteit voortduurden.

Rabbia droeg daaraan bij met subtiel spel, waarvoor hij een arsenaal aan gereedschap paraat hield, waarvan hij slechts een klein deel - wat hem zinvol leek - gebruikte. Met breinaaldensticks, borstels en een 'fontein van pitriet' beroerde hij de vellen van zijn trommels, op zoek naar passende klank- en kleuraccenten. Crispell gebruikte soms repeterende lijnen met verschuivende, verrassende akkoorden en accenten in een weldadige flow.

Zij verdeelde haar creatieve arbeid tussen het op conventionele manier bespelen van de prachtige Steinway-vleugel en staande achter de vleugel als een 'klankenkokkin' het inwendige ervan beroeren met belletjes, sticks, handcymbals, bladmuziek en wat al niet, om aldoende relevante klank of kleuringen in te brengen. Deze intrigerende speelwijze deed me denken aan mijn kinderjaren, waarbij mijn moeder aan het fornuis buiten mijn gezichtsveld in pannen roerde, proefde, ingrediënten toevoegde en de daarbij opstijgende geuren mij hongerig maakten. Zo verging het ook het publiek. Alles smaakte hier naar meer.

Rabbia plaatste kleine metalen schaaltjes op zijn trommels, die hij vervolgens met mallets of strijkstok fraai tot klinken bracht. Indringend waren de verstilde frases met veel rust en doorkijk met delicaat, breekbaar en ademstokkend spel. Dan was het Courtois die plotseling een quasi-Bachsuite voor solo cello-intro begon, waarop Crispell vanuit de lage onderkant van het klavier gedecideerd een helder muzikaal verhaal opbouwde met onorthodoxe akkoorden, terwijl Rabbia het geheel completeerde met klanken die ontstonden door het slaan tegen zijn wangen met een geopende mond. Zoals wij dat doen om het klokkend leeggieten van een fles in klank te verbeelden.

En altijd was daar Crispells verwijzing en duiding in haar spel naar de klassieke pianoliteratuur, met een toucher om te zoenen en grote zeggingskracht. Een bijzonder moment was toen Rabbia op het idee kwam om vier metronomen van verschillend formaat op het podiumte te installeren en te programmeren. Deze zorgden voor een eigenaardige groove met van elke metronoom een eigen klank en tempo, waarbij het geheel toch coherent bleef. Dit alles diende als basis voor met sticks gemanipuleerd snarenspel en eigenzinnige bijdragen van Courtois op snaren en corpus van zijn cello met een of twee strijkstokken. Een boeiend en vermakelijk schouwspel.

Het leek of dit trio zich bevond en gedroeg als in een speeltuin, waarin iedereen volstrekt zichzelf kon zijn, en waarbij maximaal spelavontuur de inzet was. Met fantasie werd alles voortdurend van vorm en structuur veranderd. Ieder lid van het gezelschap droeg in gelijke mate de verantwoording voor deze metamorfoses. Zoals Courtois, die zijn cello beurtelings als instrument sec en als gereedschap gebruikte om zijn creativiteit vorm en klank te geven. Het werd een lange intrigerende set, waarbij de spelers met perfecte interacties hun toehoorders aan zich wisten te binden. De humor in hun spel diende als smeerolie, tot zichtbaar genoegen van musici en publiek.

Klik hier voor een fotoverslag.

(Cees van de Ven, 16.2.09) - [print] - [naar boven]





The Blue Note 7 – 'Mosaic: A Celebration Of Blue Note' (Blue Note Records, 2008)

Ter gelegenheid van Blue Note's 70-jarig jubileum speelt de all-star formatie The Blue Note 7 composities van illustere Blue Note-prominenten. De cd opent met het vurige 'Mosaic' van pianist Cedar Walton. De all stars (Nicolas Payton, Steve Wilson, Ravi Coltrane, Peter Bernstein, Bill Charlap, Peter Washington en Lewis Nash) weten wel raad met het up-tempo nummer. Iedereen komt solistisch aan bod. Hieruit blijkt al dat het gehele hofje zeer competent is en navenant soleert.

In McCoy Tyners sfeervolle ballad 'Search For Peace' soleert pianist Charlap intens, ingetogen en glashelder. Ook de fraai gearrangeerde blazerspartijen worden – in de context van deze mooie ballad - sereen vertolkt. Voor Steve Wilson is in Bobby Hutchersons 'Little B’s Poem' op fluit een hoofdrol weggelegd. Hoewel zijn spel adequaat is, ontstijgt het niet aan een enigermate zoetige sentimentaliteit. Monks 'Criss Cross' is van een andere orde. Bassist Washington en drummer Nash grooven lekker en Wilson revancheert zich op de altsax. Ook nu weer levert Charlap een aansprekende en sprankelende solo af. De opvallenste solo's van trompettist Payton en tenorsaxofonist Coltrane zijn te horen op 'Dolphin Dance' (Payton) en 'Mosaic' (Coltrane).

'Mosaic' is een degelijke mainstream cd met bekende nummers van de oude meesters die door de jongere generatie bekwaam worden uitgevoerd.

(Jacques Los, 16.2.09) - [print] - [naar boven]





Utrecht Jazz Fest 2009

Met de bouw van het Utrechtse Muziekpaleis moet nog begonnen worden, maar de samenwerking tussen de Utrechtse podia is nu al een feit. Dat weerspiegelt zich in het Utrecht Jazz Fest van dit jaar. Van 10 tot en met 14 maart kun je je onderdompelen in jazz en geïmproviseerde muziek met concerten in Rasa, Tivoli, Vredenburg Leeuwenbergh en Leidsche Rijn (slotconcert), het Utrechts Conservatorium en natuurlijk het SJU Jazzpodium aan de Varkenmarkt. Van lunchconcert tot nachtprogramma, van jong aanstormend jazztalent tot gevestigde namen, van comfortabele jazz tot hedendaagse impro.

Het programma is zeer gevarieerd, van mainstream tot en met avant-garde. Enkele hoogtepunten: de pianoconcerten (tussen de middag) met Jeroen van Vliet, Cedric Piromalli en winnaar van het YPF-jazzconcours Anne Guus Teerhuis, het Gijs Hendriks Nonet, The Vandermark 5, het Alban Darch Trio, Ineke van Doorn, Tjitze Vogel, Kyteman's Hiphop Orkest en Toots Thielemans.

Klik hier voor uitgebreide informatie.

(Jacques Los, 16.2.09) - [print] - [naar boven]





Audiocenter
Ad Colen Quartet heeft geen last van recessie
vrijdag 12 december 2008, Jazz at the Crow, Kraaij & Balder, Eindhoven

Van recessie of inflatie van kwaliteit was geen sprake bij saxofonist Ad Colen. Hij trad hier aan met een vernieuwd kwartet, bestaande uit soulmate vanaf 2000 Gé Bijvoet (piano), Wiro Mahieu (bas) en Yonga Sun (drums). Zij stonden garant voor een genietbaar concert met bijna uitsluitend nieuwe pakkende Colen-composities, zoals we die van hem gewend zijn. Op 26 en 27 januari jongstleden was het kwartet in de Wisseloord Studio's om de vanavond gespeelde stukken op te nemen voor een nieuwe cd, die in juni zal uitkomen. Hier en daar werden in Kraaij & Balder nog wat zaken op punt gesteld, maar de bezoekers kregen daar niets van mee, want het klonk allemaal volstrekt cd-rijp.

De keuze van Sun op drums pakte naar verwachting zeer goed uit. Hij was van grote toegevoegde waarde en Colens materiaal paste hem als gegoten. Hij deed ermee en erin wat nodig en nuttig was en gaf samen met Wiro Mahieu kleur aan het geheel. Mahieu is net zoals Colen en Bijvoet een ware storyteller op zijn instrument. Bijvoet is een favoriete pianist van dit podium. Hij maakte ook vanavond deze reputatie weer waar. Een fluwelen toucher, in zijn bagage fraaie, niet alledaagse akkoorden en daarbij een vat vol creativiteit. Al deze kwaliteiten liet hij horen in een compositie van zijn hand, 'KPT'. Wonderschoon, punt uit.

De leider zelf was ook in opperbeste stemming en in goeden doen. Op tenor- en sopraansax kregen we volop warmbloedig saxspel te horen. Hij slaagde er wederom in om interessant en zinnig te improviseren en verhaallijnen spannend en begrijpbaar te communiceren. Het kwartet maakte goed gebruik van elkaars sterke punten en de programmering van het repertoire was weldoordacht samengesteld, qua tempi en dynamiek.

Bij het Ad Colen Quartet hoor je geen avant-gardistische free-jazz uitspattingen, maar worden ook geen platgetreden paden betreden. Hier speelden topmusici in hedendaags vormgegeven moderne jazz, waarbij de vaste waarden melodie, harmonie en ritme met improvisatie werden gecompleteerd. Het resultaat verveelde geen seconde. Er was ruimschoots gelegenheid voor het exposeren van ieders persoonlijke kleurrijke muzikale identiteit binnen het groepsgeluid, en dat maakte dit concert tot een highlight in de Jazz at the Crow-concertreeks van dit seizoen.

Het concert kunt u hier beluisteren.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Cees van de Ven, 15.2.09) - [print] - [naar boven]





McCoy Tyner – 'Guitars' (Half Note Records, 2008)

McCoy Tyner begeleidt een vijftal gitaristen, die allemaal hun favoriete tracks mochten opnoemen en komen inspelen. Het klinkt als een goede marketingstunt, maar het resultaat is erg genietbaar. Bela Fleck haalt zijn banjo tevoorschijn, wat leidt tot een wel erg folky versie van 'My Favorite Things', een track die wat al te voor de hand ligt.

De leukste momenten komen van Marc Ribot en Bill Frisell. Ribots avontuurlijke insteek zorgt voor een tweetal korte improvisaties, plus een spetterende, overstuurde versie van 'Passion Dance' en een relaxed klinkend '500 Miles', waarin hij doet denken aan gitarist Grant Green. Frisell daarentegen speelt zoals altijd met zijn uit duizenden te herkennen spel drie prachtige stukken vol.

Het hoogtepunt is het Afrikaans klinkende 'Baba Drame', met een hypnotiserende partij van Tyner. Wat opvalt aan de pianist zelf is dat hij zich wat erg op de vlakte houdt en vooral anderen de ruimte geeft. Derek Trucks en John Scofield pakken het wat traditioneler aan en doen vooral waar ze goed in zijn; dichtbij het origineel blijven. 'Guitars' is geen klassieker, maar wel erg fijn.

Meer horen?
Luister naar 'Passion Dance' op de
MySpace-pagina van McCoy Tyner.

(Eric van Rees, 15.2.09) - [print] - [naar boven]





Oosterhouts gitaartalent presenteert eerste cd
Aron Raams Quartet (feat. Kaz Lux), vrijdag 6 februari 2009, Paradox, Tilburg

Het was een uitverkocht Paradox gisterenavond tijdens de presentatie van de eerste cd van het Aron Raams kwartet. Talloze enthousiaste fans waren naar het Tilburgse jazzpodium gekomen om te luisteren en te kijken naar deze sympathieke, bescheiden, doch zeer getalenteerde gitarist, die zich in zijn kwartet weet te omringen met grote namen als Jeroen van Vliet (vleugel, Fender Rhodes) en Eric van der Westen (contrabas). Ook slagwerker Thorsten Grau leverde op unieke wijze zijn muzikale aandeel.

Lyrische, maar ook ritmische nummers wisselden elkaar af, vaak met een persoonlijke achtergrond uit het leven van Raams. Zoals de titelsong van deze cd, 'Unspoken', die is opgedragen aan zijn overleden moeder. De intro van dit gevoelige nummer met een bijzondere lading werd gespeeld door Van Vliet, duidelijk in zijn element, op een manier zoals alleen hij dat kan, recht uit het hart, gevoelig maar toch krachtig. Prachtige jazzy grooves en solo's, onder andere geïnspireerd op grootheden als Scofield en Matheny, passeerden de revue, soms ook met een duidelijke knipoog naar de blues, met name tijdens het gastoptreden van zanger Kaz Lux.

Niet alleen de sfeer in de zaal was opvallend goed deze bijzondere avond; ook op het podium was dat het geval. Uit de 'interne communicatie' tussen de muzikanten bleek duidelijk vriendschap en respect, met ruimte voor ieders talent!

Klik hier voor een fotoverslag door Donata van de Ven en Koen Scherer.

Meer weten?
Lees onze recensie van de cd 'Unspoken'.

(Donata van de Ven, 14.2.09) - [print] - [naar boven]



Composition Contest tijdens Internationaal Jazzfestival Enschede

Van 29 mei tot en met 1 juni 2009 wordt in Enschede wederom het Grolsch International Jazzfestival Enschede georganiseerd. Onderdeel daarvan is de ArtEZ Composition Contest die in samenwerking met ArtEZ Conservatorium Enschede en het Millennium Jazz Ochestra wordt georganiseerd.

De ArtEZ Composition Contest is het onderdeel van het International Jazz Festival waarin componisten vanuit verschillende landen een eigen stuk componeren. Het gecomponeerde stuk zal door het Millennium Jazz Orchestra onder leiding van Joan Reinders ten gehore worden gebracht. Componisten uit binnen- en buitenland worden uitgenodigd voor deze contest een compositie in te sturen.

Voor meer informatie en aanmelding klik
hier.

(Jacques Los, 14.2.09) - [print] - [naar boven]





Cubaanse pianist Gonzalo Rubalcaba verrast altijd
donderdag 29 februari 2009, Jazz Standard, New York

De Cubaanse jazzpianist Gonzalo Rubalcaba is al jaren het middelpunt van de Latijns-Amerikaanse jazzwereld. Met zijn geweldige nieuwe band is hij momenteel in New York voor een uitgebreide serie concerten.

Rubalcaba, geboren in Havana, groeide op met de oorspronkelijke muziek van Cuba, maar raakte in zijn tienerjaren verslaafd aan jazz. In volledige adoratie voor drums en piano besloot hij zijn muzikale opleiding in te richten op piano. Met daarnaast een opleiding in compositie. Al snel speelde Rubalcaba met bands in de clubs van Havana. Met Orquestra Aragon tourde hij vervolgens de wereld af en ontmoette hij vele jazzmuzikanten die meteen dol op hem waren. In contact met de legendarische jazzbassist Charlie Haden, waarmee hij al snel samenspeelt, wordt Bruce Lundvall, de grote man achter het platenlabel Blue Note, geïnteresseerd gevonden om Rubalcaba te tekenen. Via een moeilijke constructie, omdat een Amerikaans platenlabel geen Cubaanse artiesten kan tekenen, wordt uiteindelijk via Japan een weg gevonden.

Rubalcaba neemt al snel baanbrekende albums op voor Blue Note, die elke keer een enorme progressie in compositie laten horen. De ene na de andere Grammy-nominatie komt hem tegemoet. In 2002 worden uiteindelijk de eerste twee verzegeld. Ondertussen heeft Rubalcaba al elf albums voor Blue Note gemaakt en blijft de verrassing en progressie continu aanwezig.

Naast Birdland, The Village Vanguard en de Blue Note Club is de Jazz Standard een toonaangevende jazzclub in New York. De combinatie van eten en muziek luisteren blijkt hier ook een groot succes te zijn. Alle concerten van Rubalcaba zijn een week lang uitverkocht. En in twee sessies van een dik uur per avond is dat een ware prestatie te noemen. Vooral ook omdat de composities van Rubalcaba behoorlijk wat extra aandacht nodig hebben. Of de man nu in trio of in kwartetvorm speelt. Of zoals deze week in New York met twee blazers.

Rubalcaba is een artiest die constant wil bijleren en daardoor bij elk optreden weer anders, nog diverser, klinkt. Dat maakt hem tot een van de ongrijpbare fenomenen binnen de jazz. Met een jong progressief trio, waaronder de geweldige drummer Marcus Gilmore, aangevuld met twee blazers werd anderhalf jaar geleden een week lang in de Jazz Standard gespeeld. Zonder daadwerkelijke repetities werd daar in volle inspiratie op basis van de door Rubalcaba opgezette songstructuren de basis gelegd voor het fraaie album 'Avatar', dat afgelopen najaar op Blue Note verscheen.

De afgelopen week waren de composities van 'Avatar' wederom de basis voor de reeks concerten die in de Jazz Standard plaatvonden. Met de tour die Rubalcaba het afgelopen jaar met zijn nieuwe band heeft gemaakt, hebben de composities alleen maar aan kracht gewonnen. Zoveel was optimaal in de Jazz Standard te merken. De composities werden als een geweldige wervelstorm over het publiek heen geblazen. Er was geen houden aan. De instrumenten vulden elkaar feilloos aan en de composities vloeiden naadloos in elkaar over. Een enerverende trip was het logische vervolg. Je kon alleen maar ademloos toekijken, luisteren en genieten. Eindeloze ervaring.

(Dick Hovenga, 14.2.09) - [print] - [naar boven]





Cd / The Jazztube
New York Art Quartet - 'New York Art Quartet' (ESP Disk, 2008)

Opname: 1964

Het ESP-label is bezig aan een serie reissues. Eén van de meest interessante daarvan is ESP 1004: het eerste album van het New York Art Quartet. Dit kwartet, dat in de ontwikkeling van de free jazz vooral een historische plaats inneemt, bestond slechts zeer kort, maar verenigde in zich een aantal belangrijke muzikanten uit de New Yorkse Scene rond Achie Shepp, John Coltrane en Ornette Coleman.

Vooral trombonist Roswell Rudd is later uitgegroeid tot een soort van Geheimtip, een musicians musician, die na onder meer een lange periode in een hotel-orkest weer met volle kracht terug is op de scene. Inmiddels geniet hij een terechte populairiteit onder jazzliefhebbers van alle soorten. Hij speelt dan ook alles.

Een andere prominent is de Deens-Congolees-Amerikaanse John Tchicai. Deze altsaxofonist is vooral bekend geworden als een van de twee altisten op Coltrane's album 'Ascension', maar heeft ook een aantal goede eigen albums gemaakt en geniet in Denemarken de status van éminence grise.

Deze frontline werd aangevuld door een ritmesectie bestaande uit de polyritmische Milford Graves en bassist Lewis Worrell, die na 1967 zowat volledig uit de scene verdween om pas in 1993 weer op te duiken in het Sam Rivers Trio. Op deze plaat wordt het kwartet in 'Black Dada Nihilismus' aangevuld met Amiri Baraka, de dichter en criticus die geboren is als LeRoi Jones, maar zich zoals vele zwarte Amerikanen in die tijd tot de islam bekeerde. Zijn dichtwerk komt enigszins drammerig en ouderwets over, maar past prima in de tijd: er was voor de zwarten immers nog een wereld te winnen en free jazz was daar vaak een middel voor, net als de poëzie van Baraka.

Wat het New York Art Quartet natuurlijk het interessantste maakt, is de muziek. Die is complex, en door de manier van improviseren lijken de instrumenten soms letterlijk verstrengeld. Veel van de charme ontleent de muziek aan Rudd. Trombonisten hadden na de komst van bebop moeite zich te meten met andere muzikanten, omdat de trombone zich niet leent voor de extreem snelle passages, maar free jazz bleek voor Rudd een manier om weer midden in de jazz te staan. De trombone leent zich immers prima voor het buigen van noten, het scheuren en het piepen dat free jazz kenmerkt. Doordat, in tegenstelling tot de meeste jazzkwartetten, de koperblazer lager kan dan de rietblazer, is de muziek te herkennen uit duizenden.

Wie zich wil onderdompelen in de New Yorkse jazz van midden jaren zestig, doet er goed aan dit album in huis te halen. Het verklaart een hoop over de ontwikkeling van de free jazz in die tijd. En hoewel het misschien niet altijd een even eenvoudige zit is, is het wel degelijk de moeite waard. Het New York Art Quartet staat ook na 45 jaar nog als een huis.

Bekijk The Jazztube
Na 35 jaar kwam het New York Art Quartet in 1999 weer bij elkaar in de oude bezetting, met dien verstande dat bassist Reggie Workman de plaats innam van Lewis Worrell. Voor het Japanse DIW-label nam het viertal de cd '35th Reunion' op. Bovenstaande Jazztube is afkomstig uit 2002, met Rudd, Workman, Graves en - in plaats van John Tchicai - saxofonist John Zorn. Het gaat om een liveoptreden tijdens het Jazz Festival Willisau in het Zwitserse Luzern. Klik op bovenstaande afbeelding links om de video te bekijken en te beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 13.2.09) - [print] - [naar boven]



Rataplan in gevaar?

De beoordelingscommissie Kunstencentra van de Vlaamse Gemeenschap heeft een negatief advies uitgesproken over de subsidiëring van de Rataplan, een platform voor laagdrempelige theateractiviteiten met onder meer een uitgebreide jazzprogrammering. Vorige week stond het Stefan Bracaval Quartet op het podium en vanavond was er een optreden van Jef Neve en Piet Van Bockstal. Op 28 februari staat in het kader van de Jazzlab Series het Jeroen Van Herzeele Quartet gepland.

De gezellige Rataplanzaal in Borgerhout bij Antwerpen houdt al elf jaar het hoofd boven water met een enthousiaste personeels- en vrijwilligersploeg. Vier jaar geleden kreeg Rataplan binnen het kunstendecreet onder de categorie 'kunstencentra met sociaal-artistieke werking' een gunstige beoordeling met veel lofzang voor wat werd gepresteerd.

Twee jaar later volgde een zeer negatief advies, maar dat werd door Cultuurminister Bert Anciaux genegeerd en hij kende toch een subsidie toe tot eind 2009. In september 2008 diende Rataplan een nieuw dossier in voor de periode 2010-2013. Op 3 februari werd opnieuw een negatief advies door de commissie opgesteld. Van de administratie Kunsten kreeg Rataplan wel een positief advies. Nu is het weer afwachten wat de minister zal beslissen. Maar wie mee Rataplan wil verdedigen, kan de petitie vinden op de website.

Surf naar de
website voor het ondertekenen van een steunpetitie.

(Cees van de Ven, 12.2.09) - [print] - [naar boven]





Jazz op Zes is weer Jazz op Zes

De nieuwe, bredere programmering van Jazz op Zes (Omroep Max) heeft een week standgehouden. De reacties van de luisteraars op de 'folkellende' (Diederik Gerlach in het gastenboek) en het 'mandoline-getreutel' (Harm Mobach) waren dermate vernietigend, dat de Centrale Muziek Redactie van Radio 6 fluks eieren voor haar geld heeft gekozen. Sinds 10 februari draait het enige 'echte' jazzprogramma van de Publieke Omroep weer volgens de oorspronkelijke formule.

Kennelijk beoogde de Centrale Redactie Jazz op Zes meer lijn in de programmering van Radio 6 te brengen. Als je de lukraak en liefdeloos samengegraaide mix van jazz, latin, Afrikaanse popmuziek en (brrr) singer/songwriters in de middagprogramma's tenminste als lijn kunt betitelen.

"Het is teruggedraaid naar aanleiding van de vele berichten op onze website, die zeer negatief waren," bevestigt eindredacteur Imme Schade van Westrum. "De zender had besloten om de mix toe te passen, ook in Jazz op Zes. Dat was eigenlijk het enige waar die mix niet werd toegepast. Maar dat is verkeerd uitgepakt en daar zijn ze zelf ook achtergekomen."

Het is en blijft intussen wel zo, dat de bulk van de muziek uit de computer van de Centrale komt. Maar dan passend in de oorspronkelijke opzet van het programma. Schade van Westrum: "Ik hoop dat we zo door kunnen gaan. De reacties zijn niet onopgemerkt gebleven, om met Reve te spreken. Die waren inderdaad niet mals."

(Eddy Determeyer, 12.2.09) - [print] - [naar boven]





Verbijsterend optreden brengt publiek in trance
Parker/Barrett/Vatcher, donderdag 5 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam

Een leeg podium, met hierop een uitgebreid drumstel, een krakkemikkig tafeltje met een laptop en een klein keyboard en twee stoelen met microfoon. Dit, in combinatie met slechts 67 bezoekers, gaf het Bimhuis een ietwat naargeestige entourage. En dat voor een trio, dat het zich tot nu toe blijkbaar kan permitteren om in Nederland exclusief in het Bimhuis te spelen.

Slagwerker Michael Vatcher, bekend van zijn spel in bands als Available Jelly en Corkestra, bracht dit trio bijeen met één van de belangrijkste musici uit de Europese impro-scene: de Britse tenor- en sopraansaxofonist Evan Parker. Deze vernieuwer speelde in het verleden samen met geestverwanten als Derek Bailey en Misha Mengelberg. Met zijn Electro-Acoustic Ensemble weet Evan Parker zijn belangstelling voor elektronische vervorming uit te dragen. Niet verwonderlijk dat één van de leden van deze groep, keyboardspeler en elektronicaspecialist Richard Barrett (onder andere bekend geworden door zijn compositie 'Vanity'), ook deel uitmaakt van het trio dat deze avond voor een verbijsterend concert zou gaan zorgen.

Zonder het aanwezige publiek, dat een beschaafd applausje produceerde, aan te kijken, gingen de heren zitten en startten hun themaloze optreden met een rustige opening. Direct werd duidelijk dat alle trioleden hun eigen weg zouden gaan bewandelen met muzikale conversatie over en weer.

Barrett wist de meest wonderlijke onaardse geluiden te produceren en Parker bleef onverstoorbaar op tenor doorgaan met zijn experimenteerzucht. Drummer Vatcher was bijzonder expressief bezig met hoekige en humoristisch ogende lichaamsbewegingen en onderzocht welke plekken van zijn drumstel geluid zouden kunnen produceren. Hij gebruikte hiervoor een grote variëteit aan sticks, brushes, maar ook een echte flexibele zingende zaag en bekkens, die hij met een strijkstok beroerde.

Het concert bestond uit twee exact gelijkdurende sets, waarin constant sprake was van elkaar opvolgende rustige en heftige muzikale golfbewegingen. Net als bij het weer ontstonden er zo continue (klank)veranderingen. De toeschouwer kreeg de indruk dat deze impro-musici erop uit leken te zijn om hun gevoel te willen etaleren, uitgedrukt in telkens veranderende individuele klankexpressies. Zelfs kluwen hout werden hierbij als percussiemiddel niet geschuwd, in combinatie met de grote trom, zingende zaag en cimbaal.

Het openingsstuk duurde maar liefst 35 minuten lang en na afloop moest het publiek uit een soort aandachtige trance ontwaken om een applaus te laten opklateren. Het tweede stuk voor de pauze werd op een identieke wijze geopend als het eerste nummer, alleen speelde Parker nu sopraansaxofoon. Barrett produceerde voor de verandering allerlei vreemd klinkende bel- en knispergeluiden en vervulde tijdens dit optreden een schakelfunctie tussen de twee overige trioleden. Met een teken gaf Vatcher aan dat er een time-out genomen werd en na exact 45 minuten verlieten de trioleden het podium, een redelijk verbijsterd publiek achterlatend.

Eigenlijk bevatte het tweede deel van dit concert een soortgelijke aanpak, waarbij Parker opnieuw de sopraansaxofoon afwisselde met zijn tenor, waaruit hij mooie dubbelklanken, maar ook veel valse lucht wist te produceren. Het publiek zat zich geen moment te vervelen; het verlangen naar een wat eenvoudiger klinkende muziek met swingende drive was er niet en bleek ook niet meer te komen. Een wilde kakofonie van geluiden, steeds heftiger en heftiger, besloot dit concert. Schijnbaar uit het niets was er een bijzonder concert ontstaan en dat mag als een verdienste worden beschouwd. Al bevatte het wel een moeilijk genietbare soort van muziek.

(Rolf Polak, 12.2.09) - [print] - [naar boven]





Jazz en wereldmuziek ontmoeten elkaar tijdens Jazz Enz

Tijdens de vierde editie van Jazz Enz, een van de Culturele Zondagen, wordt Utrecht voor één dag een global village. Op zondag 22 februari ontmoeten jazz en wereldmuziek elkaar op dit jazzevenement in alle mogelijke varianten. Alle programma's zijn gratis toegankelijk, behalve de concerten in Rasa en Tivoli.

Vanaf het begin is jazz grenzeloze muziek geweest. Waren het begin vorige eeuw onder meer blues, Afrikaanse ritmiek en Europese muziek die belangrijke invloeden vormden, tegenwoordig vermengt de jazz zich moeiteloos met muziek uit álle werelddelen. 'Jazz meets the world' is niet alleen het thema van Jazz Enz, het is ook een toekomstvisie; we zijn op weg naar een nieuw soort universele muziek, waarin het onderscheid tussen landen, werelddelen en genres wegvalt.

Een prachtig voorbeeld hiervan is Nitin Sawhney, die optreedt in Tivoli aan de Oudegracht. Voorts de uitvinder van de muzikale stroming 'Maghreb jazz' Jan-Wouter Oostenrijk. Voor wie niet graag stilzit, is er de 'global dancefloor music' van Sinas. Verder de wereldpremière van Amsterdam-Istanbul, een cross-over van jazz, impro en Turkse muziek onder leiding van componist en ensembleleider Theo Loevendie. Amsterdam-Istanbul bestaat uit de top van de Nederlandse jazz en wereldmuziek: Esra Dalfidan, Theo Loevendie, Mehmet Polat, Guus Jansen en Martin van Duynhoven. De veelzijdige trompettist Eric Vloeimans en de Cubaanse jazzpianist Ramon Valle zorgen voor muzikale interactie op het scherpst van de snede.

Daarnaast zijn er optredens van saxofonist Ad Colen en de zangeressen Josee Koning en Boh Akih. In de Winkel van Sinkel treden de winnaars van het Nederlands Jazz Vocalisten Concours op en in het SJU Jazzpodium speelt het Carlama Orkestar dampende balkan-grooves.

Kijk voor het volledige programma op de website van de Culturele Zondagen.

(Jacques Los, 11.2.09) - [print] - [naar boven]





82-jarige Lou Donaldson nog steeds in topvorm
woensdag 28 januari 2009, Jazz In Lincoln, New York

Blue Note-legende Lou Donaldson weet nog steeds de juiste toon te treffen. Met zijn kwartet doet de altsaxofonist momenteel een week lang de Jazz At Lincoln club in New York. Twee shows per avond: een normaal mens van 82 jaar zou dat niet meer voor elkaar krijgen.

Lou Donaldson is een ware jazzlegende, die vanaf de vroege vijftiger jaren met vrijwel alle andere jazzlegenden opnam of live optrad. Horace Silver, Art Blakey, Jimmy Smith, Milt Jackson, Clifford Brown en Thelonious Monk behoren tot daartoe. Ook speelde hij korte tijd met The Jazz Messengers. Meestal had hij echter zijn eigen trio's en kwartetten, zodat hij zijn liefde voor rhythm & blues en soul optimaal in zijn eigenzinnige jazz kon verpakken.

Er is vrijwel geen artiest die meer albums voor Blue Note heeft opgenomen als Donaldson, al komen Joe Lovano en Grant Green aardig in de buurt. Ondanks het feit dat Donaldson al lang geleden afscheid nam van Blue Note, vond hij het een eer om tijdens het 70-jarig jubileumfeest op te treden. Ook omdat hij als 82-jarige jazzartiest nog steeds relevante optredens geeft. Sowieso als oudere en legendarische jazzartiest die nog leeft.

New York is momenteel het vertrekpunt van alle activiteiten die Blue Note vanwege hun 70-jarig jubileum organiseert. In alle jazzclubs in New York treden de meest geweldige artiesten op. Donaldson heeft de club Jazz In Lincoln (JIL) ter beschikking. Vijf blokken van het grote Lincoln Centre heeft JIL een op de vijfde verdieping gelegen jazzclub. Het uitzicht geeft een prachtig Manhattan-uitzicht over Central Park en de mid en upper West Side.

Lou Donaldson is als oude jazzmeester nog steeds in prima vorm. Met in zijn band twee Japanse muzikanten - Akiko Tsuruga op hammond en Fukushi Tainaka op drums - en de Amerikaanse gitarist Randy Johnston heeft hij een geweldig collectief te pakken. Waar de oude meester soms qua energie verstek moet laten gaan, pakken de andere muzikanten over. Vooral toetsenist Tsuruga is geweldig in vorm. Wat een heerlijk onbesuisde emotie laat zij uit het orgel vloeien. De set die gespeeld wordt is uit alle jazztijden gesneden en bevat zowel bebop, straight jazz als de souljazz die de man later zo bekend en geliefd maakte. Erg fijn om te zien dat als Donaldson een solo speelt, hij nog precies alle juiste tonen en energie weet te pakken.

Het lijkt er op dat de saxofonist voor het Blue Note-jubileum besloten heeft nog eenmaal de wereld over te gaan trekken. Hij zal dus met zijn uitstekende kwartet ook later dit jaar weer in Europa te zien zijn.

Dit artikel verscheen eerder op NU.nl

(Dick Hovenga, 11.2.09) - [print] - [naar boven]





Blossom Dearie overleden

Afgelopen zaterdag 7 februari is in Greenwich Village Blossom Dearie overleden. Ze is 82 jaar oud geworden.

Zangeres/pianiste Blossom Dearie zong in de jaren veertig in vocale groepen als de Blue Flames (Woody Herman) en de Blue Reys (Alvino Rey). In 1952 zong zij mee op King Pleasure's jukebox-hit 'Moody’s Mood For Love'. In datzelfde jaar vertrok ze naar Parijs, waar Norman Granz haar aan het werk hoort en contracteert voor het label Verve. Enkele bekende albums uit die tijd zijn: 'Once Upon A Summertime', 'Blossom Dearie Sings Comden and Green', 'My Gentleman Friend' en 'Sings Broadway Hit Songs'. Op enkele platen speelde ook haar echtgenoot, de Belgische saxofonist Bobby Jaspar, mee.

In 1956 keerde Dearie terug naar New York, waar ze veelvuldig optrad en regelmatig plaatopnamen maakte. Haar begeleiders op die albums waren zeker niet de minsten: onder anderen Herb Ellis, Ray Brown, Ed Thigpen en Kenny Burrell. Ze heeft zo'n vijftigtal albums op haar naam staan.

In de jaren zeventig richtte zij haar eigen platenlabel Daffodil Records op. In de jaren tachtig en negentig trad ze vooral op in New York en Londen met een repertoire van eigen ballads en songs van George Gershwin en Cole Porter. Haar wat meisjesachtige geluid en relaxte timing maakte haar tot een eigenzinnige stem in de vocale jazzwereld.

(Jacques Los, 10.2.09) - [print] - [naar boven]





Muzikale orkaan raast door Wilhelmina
Go'Head: Siem Nozza, maandag 2 februari 2009, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

Kort maar heftig was de orkaan die de Eindhovense bassist Siem Nozza met een gelegenheidsformatie door café Wilhelmina liet razen, op uitnodiging van Stichting Jazzpower. Met drummer Rik van Iersel vormde hij een stuiterend, hortend en botsend tandem, dat onstuitbaar voortjoeg tussen momenten van geladen kalmte. Dit was een perfecte basis voor muziek waarin hun spel beurtelings werd ingekleurd en opgezweept met keyboard, elektronica en saxofoon.

Nozza en Van Iersel fungeerden duidelijk als kern van het kwintet dat Go'Head opende, een serie waarin Jazzpower muzikanten uit de regio voor het voetlicht wil halen. De twee oriënteerden zich op elkaar, hielden steeds oogcontact, konden het ook niet laten om elkaar met plotselinge invallen te ontregelen. Heen en weer springend tussen funk en rock belandden ze vaak in een opwindende muzikale vrijstaat.

De kleur in de muziek kwam echter grotendeels van Arie van Ringelrooy. Op zijn Fender Rhodes speelde hij zwevende, bedwelmende akkoorden die herinnerden aan de psychedelische klanken waarmee Pink Floyd en Soft Machine eind jaren zestig furore maakten. Met een laptop, een joystick en een batterij aan knoppen voegde Younes Riad daar schurende en schrapende klanken aan toe. Soms leek het of de muziek getroffen werd door een zandstorm, dan weer door een heftig ritselende en knagende zwerm sprinkhanen.

Het was saxofonist en dichter Ted Milton die de storm aanwakkerde tot een orkaan. Zijn kortstondige optreden had nog het meeste weg van een dronken oude oom die tijdens een familiefeestje obscene taal uitbraakt in de microfoon en met geen mogelijkheid weg te krijgen is. Maar zodra hij zijn altsax aan de mond zette, bleek zijn beheersing in wilde, springerige notenreeksen, allemaal even helder gearticuleerd. Zo kende Go'Head een veelbelovend begin, waar een groot publiek op afgekomen was.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.

(René van Peer, 7.2.09) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.