Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Kamerjazz van hoog niveau
Steve Coleman, Jason Moran & Reggie Workman, zondag 14 mei 2006, Bimhuis, Amsterdam

Drie generaties moderne jazzmusici van groot kaliber gaven zondagavond acte de présence op het Amsterdamse BIM-podium. Bassist Reggie Workman is van 1937, alt-saxofonist Steve Coleman werd geboren in 1957 en de benjamin van het trio is de 31-jarige pianist Jason Moran.

In deze triocontext worden de solistische prestatie danig op de proef gesteld. De bezet-ting, zeker zonder slagwerk, vergt een uiterste muzikaliteit en technische capaciteit van de drie muzikanten. In een afgewogen programma werden zowel eigen composities als jazzstandards ('Star Eyes', 'Giant Steps') op zeer bijzondere wijze tot op het bot uit-gezocht en geïnterpreteerd. Op een zeer relaxte manier en welhaast fijnzinnig werd er door zowel Moran als Coleman op de thema's geïnproviseerd.

Steve Coleman, die grote bekendheid verkreeg met zijn ensemble Five Elements en in de groep van bassist Dave Holland, heeft een uitermate volle en warme – haast klassieke – toon op de alt en speelt prachtige melodieuze, moderne lijnen. Hij beheerst zijn instru-ment volkomen en vervalt nauwelijks in een bravoure-achtige speelwijze. Het hoge register (de flagioletto) wordt sporadisch, maar wel effectief en in de melodieuze context, toegepast.

Ook al zo'n subtiele bespeler van zijn instrument is pianist Jason Moran. Hij begeleidde smaakvol en in zijn virtuoze en sprankelende soli liet hij als passend contrast denderende klusters klinken. In een duo met bassist Reggie Workman werd adembenemend en impres-sionistisch door Moran gepreludeerd.

De enkele soli van bassist Reggie Workman waren weinig spectaculair, doch gedegen en adequaat. Workman, die met al de prominente jazzgrootheden – zoals John Coltrane, Art Blakey, Yusef Lateef, Thelonious Monk, Archie Shepp, David Murray, Andrew Hill en Oliver Lake - gespeeld heeft, vervulde de rol van muzikaal intermediair en ritmesectie voor blazer Coleman en pianist Moran. Zijn kracht was het verbindende vermogen om met deze twee meestersolisten een hecht trio te vormen.

Klik hier voor meer foto's van dit concert door Hans Speekenbrink.

(Jacques Los, 31.5.06) - [print] - [naar boven]





Moker - 'Konglong' (W.E.R.F., 2005)

Het uit Belgen en Italianen bestaande jazzensemble Moker ziet zichzelf vooral als een muzieklaboratorium waarin onderzoek wordt gedaan. Het is juist het zoekproces dat de vijf bandleden bindt, niet zozeer het eindproduct. Toch mag dat er best zijn, getuige deze cd 'Konglong'. De kracht van Moker schuilt in de durf vele stijlen te mengen.

De band bestaat uit de in België zeer bekende koperblazer Bart Maris, die hier ook elec-tronica hanteert, tenorsaxofonist Zeger Vandenbussche, gitarist en oprichter Mathias Van de Wiele, contrabassist Dajo de Cauter en slagwerker Giovanni Barcella. Als gasten spelen mee Joachim Badenhorst op klarinetten en Frederik Heirman op trombone. De indi-viduele opvattingen van de band, gemengd met de vele stijlopvattingen én de diversiteit van het instrumentarium, zorgen voor een uiterst herkenbaar groepsgeluid.

Regelmatig wordt in vrije improvisaties de muziek opengebroken (als met een moker!), om meteen daarna met harmonische vormen naar tonaliteit terug te keren. Waarbij uitgebreide klanklandschappen evengoed een plaats vinden. Raar maar waar.

Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

(Anoniem, 31.5.06) - [print] - [naar boven]





Siteseeing #13
Dailymotion


Dailymotion is een site waarop eenieder zijn film(-pje) dat op videocamera, harde schijf of mobiele telefoon staat, kan plaatsen, over welk onderwerp dan ook. Dailymotion zegt dan ook: 'So open up and share your videos with the world!'

In de categorie 'Jazz' is dan ook een zeer groot aantal video's te vinden. Het is jammer dat op deze site niet de mogelijkheid bestaat om alfabetisch te zoeken. Er zijn dus twee mogelijkheden; bladeren door de gehele (jazz-)collectie of in 'Search' een naam in tikken. Van vele jazzgrootheden is geen video of film geplaatst, bijvoorbeeld Zoot Sims, Bud Shank, Archie Shepp, Wallace Roney en Lou Donaldson, om zo maar enkelen te noemen.

Er blijven echter genoeg bekende namen over waarvan interessant filmmateriaal is te zien en te horen. Namen als John Coltrane (met McCoy Tyner en Miles Davis), Miles Davis (met Gil Evans), Stan Kenton (met June Christy in 1946), Duke Ellington, Dizzy Gillespie, Roy Hargrove en Terence Blanchard, veel Chet Baker (helaas uitsluitend fragmenten van interviews en soli), Charles Mingus (met onder meer een concert in Frankrijk met Eric Dolphy op basklarinet, Clifford Jordan en Jaki Byard), John Scofield en Joe Lovano, Ack van Rooyen en de Skymasters op het North Sea Jazzfestival in 1989, Clark Terry (met onder meer Joe Pass en Oscar Peterson) in een razendsnel 'Donna Lee') en veel Bailelo Big Band met onder anderen Madeline Bell.

Die laatste video's, maar ook nog vele anderen, zijn geplaatst door onze eigen (auteur, trombonist en webmaster van de site Jazzmasters) René Laanen. In het totaal heeft hij 224 video's op Dailymotion geplaatst. Uit historisch perspectief gezien zijn de video's van Charlie Parker zeer bijzonder en de dertig minuten durende registratie van een kwintet-optreden van Coleman Hawkins, waarin hij in het eerste nummer een mooie onbegeleide solo speelt.

(Jacques Los, 31.5.06) - [print] - [naar boven]





Gevarieerd en intrigerend programma bij Jazz in Duketown 2006

Wandelend door de sfeervolle straten van de Bossche binnenstad kan het publiek tijdens de dagen rond Pinksteren (vrijdag 3 t/m maandag 5 juni) wederom kennismaken met een grote verscheidenheid aan jazzstijlen. Op circa tien podia kan men ruim zestig concerten beluisteren van gerenommeerde artiesten uit binnen- en buitenland. Alle concerten van het driedaagse festival zijn gratis toegankelijk.

Een blik op het programma leert ons dat er weer het nodige muzikale vuurwerk te ver-wachten is. Wat te denken van de ontmoeting tussen de Moskouse klavierleeuw Simon Nabatov en het kwartet van de Poolse saxofoniste Angelika Niescier? "Haar toon is kristalhelder, scherp als een stiletto, maar prettig in de omgang," schreef onze recen-sent. Of de veelzijdige, in eigen land ietwat ondergewaardeerde toetsenist Jasper van 't Hof en zijn band, bestaande uit jazz-zwaargewichten Ilja Reijngoud (trombone), Eric van der Westen (bas) en Marcel Serierse (drums). Violist Oene van Geel en gitarist Anton Goudsmit, allebei gekend als hardwerkende virtuozen, met een mengeling van groove, jazz en impro. Bassist Stefan Lievestro, winnaar van de Deloitte Jazz Award 2005 en al jarenlang een gewaardeerd sideman, presenteert zijn debuut-cd 'Breakfast In Walhalla'
(een knaller naar verluidt) van zijn zinnenprikkelend sextet met Jesse van Ruller (gitaar), Jasper Blom (sax), Mete Erker (Sax), Harmen Fraanje (piano) en Hans van Oosterhout (drums). Verder onder het kopje curieus: Stolen Dan, een negenkoppig tribute-project dat een hommage brengt aan het werk van Steely Dan.

VPRO Radio besteedt veel aandacht aan het festival in de programma's 'De Laatste Jazz' en 'Is Dit Nog Wel Jazz?' (beiden Radio 4), met opnamen van een zestal concerten uit de Toonzaal.

Meer weten?
  • Kijk hiervoor het complete festivalprogramma en de radiouitzendingen.
  • Beluister een voorbeschouwing op Jazz in Duketown 2006 op de website van VPRO's 'De Laatste Jazz'.

    (Anoniem, 31.5.06) - [print] - [naar boven]





    Duits kwintet laat alle uithoeken zien
    Olaf Ton, maandag 15 mei 2006, Wilhelmina, Eindhoven

    Vijf in voetbalshirts geklede jongemannen klimmen op het podium. Een kwartiertje later hebben ze het publiek al alle uithoeken laten zien. Het Berlijnse kwintet Olaf Ton (ge-noemd naar de Duitse voetbalinternational Olaf Thon) speelde maandag twee sets ADHD-jazz met invloeden uit de meest uiteenlopende muziekgenres, zoals punk, streetparade, Arabisch, dance en funk. De band leverde het bewijs dat je ook met een traditionele bezetting van akoestische instrumenten de luisteraar op het puntje van de stoel kunt krijgen.

    Ze hadden er zichtbaar plezier in en brachtten dat moeiteloos over op het publiek. De typisch Duitse droogkomische noot – met een flinke scheut dada - zat verpakt in titels (als 'Das dunkele Vermächtnis der goldenen Kuh'), in de presentatie (een staand gezon-gen slagzin uit de sweepstake-branche à la 'U heeft een auto gewonnen') en plotse muzikale wendingen. Het deed denken aan de humor van Deutsche Welle-acts uit de jaren tachtig, zoals Trio ('Da da da') of Kraftwerk.

    Ondertussen werd er ook serieus gemusiceerd in composities uit eigen koker. Drummer Christian Marien en contrabassist Michael Haves spreidden met een tomeloze energie een bedje van hoekige jazz vol breaks en ritmewisselingen. Marien deed dat bijna robotachtig strak, Haves al headbangend en groovend. Soms gebruikte hij zijn bas als percussie-instrument. De blazerssectie, bestaande uit Richard Koch (trompet), Benjamin Weidekamp (saxofoon/klarinet) en Matthias Müller (trombone), zorgde voor melodisch vuurwerk. Ze soleerden abstract of in traditioneel aandoende melodielijnen of gingen samen een muzi-kaal gevecht aan. Koch zette met zijn raspende oude-mannetjes-geluid een geestig contrast neer met zijn kwajongens-voorkomen.

    De spanning die opgebouwd werd in de eerste set ging wat verloren na de pauze: de stukken waren langer en introverter van karakter. Maar er bleef genoeg te genieten over. Conclusie: 3-0 voor Duitsland, met de doelpunten in de eerste helft. Met een diepe theaterbuiging nam het vijftal afscheid van het publiek.

    Deze recensie verscheen eerder in Eindhovens Dagblad.

    (Erno Mijland, 30.5.06) - [print] - [naar boven]





    Masterclass John Engels in verjaarsdagstemming
    zaterdag 13 mei 2006, De Burcht, Leiden

    Op zaterdag 13 mei had het Leids Trio (Jazzpodium Hot House, Burcht Jazz en Cultureel Centrum de X) in samenwerking met de Muziekschool Leiden een masterclass van drum-mer John Engels georganiseerd in de Burcht te Leiden. Engels werd in de masterclass bijgestaan door pianist Pieter van Santen en bassist Anton Drukker. Een belangrijk onder-deel van deze samenwerking is het promoten van de jazz onder jongeren. Het project startte in maart 2006 met een jazzsessie met muziekschoolleerlingen uit Amstelveen en Leiden en jonge profs onder leiding van sopraansaxofonist en fluitist Pieter de Mast. De deelname en opkomst van de jongeren was ook bij de masterclasses en presentatie hier-van een succes en een aansporing voor de organisaties om hier mee door te gaan.

    "Niet instuderen wat anderen doen, maar er je eigen ding van maken." Dat was op die middag ook de belangrijkste boodschap van John Engels aan de deelnemers. Het begon al met een praktische aanwijzing voor de brushes. Hij boog gelijk een nieuwe set brushes om. "Dat speelt beter op het vel." Elke deelnemer (het waren er ongeveer tien naast de toehoorders) werd flink wegwijs gemaakt in de kneepjes van het vak. Een belangrijk aspect, vindt Engels, is dat je een liedje moet kennen, weten hoe de melodie gaat. "Zing het maar mee, terwijl je speelt. Dat kan ik niet genoeg benadrukken."

    In het begin van de masterclass waren er nog nauwelijks vragen. Maar na een paar aan-moedigingen werd die schroom afgeworpen en werd er menige vraag op hem afgevuurd. De deelnemers die van het podium afliepen, hadden het gevoel dat ze er wat van hadden opgestoken. Mocht een deelnemer een bepaald figuurtje wat hij voordeed niet door-hebben, dan ging hij net zo lang met veel geduld door totdat op een gegeven moment het kwartje viel. Na afloop vertelde John ons dat je deelnemers nooit het gevoel moet geven dat je boven ze staat. "Zo van: hier is de leraar en ik zal jullie wat bijbrengen. Je moet één met ze ze zijn. Zorgen dat ze niet dichtklappen. Ze het gevoel geven dat er meer in zit dan ze dachten."

    Dat bleek wel bij de presentatie 's avonds voor het publiek, die zorgden dat de Tuinzaal van de Burcht vol liep. Er was voor de drummers gelegenheid om datgene wat ze 's mid-dags hadden meegekregen op die avond in praktijk te brengen. Vele bekende standards zoals 'Body And Soul', 'Just Friends' en 'Bye Bye Blackbird' gingen er bij de drummers en publiek in als koek. Ter verhoging van de feestvreugde vierde John Engels op deze avond zijn verjaardag.

    Na de presentatie was er op verzoek van de jubilaris ook nog een ouderwetse jamsessie. Geen pretenties van we gaan het publiek wat moeilijks voorschotelen, maar gewoon het bekende werk. Muzikale vrienden zoals Bob Rigter, Vincent Koning en Liz Horvath waren voor John de verjaarsdagssurprise.

    Hij genoot hier zichtbaar van en ging zelfs de uitdaging aan om met een djembespeler in duel te gaan. Rigter, de balladspecialist bij uitstek, liet horen dat hij steeds meer de richting uit gaat van zijn grote voorbeeld Lester Young. Koning liet in de up-tempo's blijken dat het een gitarist is om in de gaten te houden en zangeres Horvath liet horen dat ze geen maniertjes had, maar wel een sterke timing, zoals in 'Nature Boy' goed te horen was.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    (Anoniem, 29.5.06) - [print] - [naar boven]





    Breckers Brothers - 'Some Skunk Funk' (BHM, 2006)

    Randy en Michael Brecker, alias The Brecker Brothers, knallen er op deze cd meteen goed in. Met een daverend bigband-intro wordt het bedje gespreid voor de funkmachine, die vrijwel de gehele plaat doorraast. En als dat niet gebeurt, dan neemt de WDR Big Band onder leiding van Vince Mendoza - hier vooral bekend als dirigent van het Metropole Orkest - die razende furie wel over.

    Het is allemaal wat teveel dat de broertjes Brecker over ons uitstrooien. Vanaf het begin van hun carrière al zijn het kerels die van opschieten houden. En van mannetjesmakerij. Groot geworden in de jazzrock hoort dat er natuurlijk bij, dat pronken met technisch kunnen en de muziek in onaardse versnellingen houden. Maar een mens zou toch denken, dat daar ooit een einde aan moet komen. Op deze live op de Leverkusener Jazztage opgenomen cd worden Randy op trompet en Michael op tenorsaxofoon terzijde gestaan door pianist Jim Beard, bassist Will Lee en slagwerker Peter Erskine. Maar wanneer er even rustpauzes dreigen, helpen ook zij er met graagte aan mee de zaak onmiddellijk weer vol muzikaal beton te storten. Wakker worden, mannen!

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    (Anoniem, 29.5.06) - [print] - [naar boven]





    De Dulfers zetten het OLV Plein op zijn kop
    Amersfoort Jazz, zaterdag 13 mei 2006, Amersfoort

    De zaterdag was een mooie dag in Amersfoort. Heerlijk weer, zonovergoten terrassen en een redelijke keus aan moderne jazzformaties. Het jaarlijkse Amersfoort Jazz festival op de pleinen in Amersfoort. Eén van de weinige openluchtfestivals waar meer moderne jazz geprogrammeerd wordt dan dixieland, blues en anderszins aanverwanten.

    Erg jammer dat één van de eerste bands op de Varkensmarkt, de Mark Lotz Group, te maken had met een incompetente geluidstechnicus. Het fragiele geluid van de diverse door Mark Lotz bespeelde fluiten werd overheerst door de zeer hard afgestelde drums en een dominante basdreun.

    In de loop van de middag bleek de afstelling van het geluid enigszins verbeterd te zijn.
    In ieder geval was het fraaie saxgeluid van Ad Colen goed te horen. Hij was de gastsolist van het New Standard Trio, dat de muziek van Sting presenteerde. De muziek leende zich erg goed om verfrissend te improviseren en dat is iets dat erg goed bij Ad Colens jazzopvattingen past. Hij behoort tot de betere moderne improvisatoren binnen een eigentijdse, melodische en harmonieuze jazzrichting. Tevens produceert hij een zeer warm, vol en juichend tenorsaxgeluid.

    Op de rustieke Groenmarkt musiceerde de spiksplinternieuwe formatie van veteraan hardbop-drummer Eric Ineke, Jazz Xpress. En dat was niet mis. Met een topbezetting – pianist Rob van Bavel, bassist Marius Beets, saxofonist Sjoerd Dijkhuizen en supertalent trompettist Rik Mol – werd een lesje 'hoe te hardboppen' gegeven. Dus, in het stramien van de Blue Note-opnamen uit de zestiger jaren, maar dan wel met eigen origineel reper-toire. De geluidsbalans hier was redelijk in orde, alleen was het geluid van de blazers nogal hoog en scherp afgesteld, daarom klonk vooral Dijkhuizens sax nogal erg geknepen, terwijl iedereen weet dat hij een ouderwets warme sound heeft. De solistische prestaties van coming star Rik Mol waren verbluffend. Met een zeldzaam gemak en fabuleuze tech-niek blies hij verassende en interessante muzikale lijnen. Ineke drumde zeer geïnspireerd en kondigde de muziek en zijn muzikanten zeer professioneel en ter zake doende aan.

    De formatie Shooster, onder leiding van bassist Sven Schuster, speelde in de avonduren een weinig geïnspireerde set. De enige die er nog wat schwung in bracht was gitarist Anton Goudsmit. In welke context je hem ook plaatst, hij speelt altijd zeer enthousiast en geïnspireerd. Saxofoniste Susanne Alt kwam niet verder dan wat vlakke, oninteres-sante soli. Haar toonvorming viel ook niet mee. In het funky genre is een stevig saxgeluid een must.

    Dat was wel te horen op het sluitstuk van de avond. De tenorenbattle tussen Hans en Candy Dulfer en Big Ed Easton. Onder de voet van Amersfoorts Lange Jan werd het honken & screamen tot ultieme saxofoonkunst verheven. De tomeloze energie die de drie saxofonisten (vooral Dulfer himself) tentoonspreidden, de dikke vette grommende tonen, het gieren, krijsen en joelen, hoger en nog hoger, de competitie, de changes en het zichtbare speelplezier deed het plein uit zijn voegen barsten en dwong de menigte tot dansen. Dit is jazz van vóór de rock 'n' roll, rechttoe rechtaan, simpele thema's (veel bluesschema's), swingen vanuit de tenen, gewoon gaan, gaan... GAAN. De saxfamilie en Big Ed konden ook zo tekeer gaan dankzij de voortreffelijke ritmemachine, bestaande uit pianist Bas van Lier, bassist Eric Barkman en drummer Cyril Directie. Zowel Van Lier als Barkman kregen genoeg ruimte om zeer vitaal, energiek en met relevant technisch vermogen te soleren. Na drie nummers op tenor wisselde Candy van sax. Ondanks het voortreffelijk bespelen van de tenorsax is de alt toch wel duidelijk haar instrument. Met het grootste gemak blies ze in de nummers chorus na chorus zonder noemenswaard in herhalingen te vervallen. Zij handhaafde zich moeiteloos in het tenorengeweld van haar vader en Big Ed Easton.

    (Jacques Los, 28.5.06) - [print] - [naar boven]



    Nieuwe fotopagina's op Draai om je oren

    De afgelopen weken zijn er weer een aantal nieuwe fotopagina's van meer of minder recente concerten verschenen op onze site. Het gaat onder meer om fotoverslagen van de volgende groepen: Fugimundi (Toonzaal, Den Bosch, 03/02), Benjamin Herman Quintet (Jazzpower, Eindhoven, 06/02), Bik Bent Braam (Toonzaal, Den Bosch, 17/02), Super Qu4rtet (Jazzpower, Eindhoven, 06/03), Eric Boeren Guitar Band (Jazzpower, Eindhoven, 20/03) en Wallace Roney Quintet (Bimhuis, Amsterdam, 06/05). Werp eens een kijkje op een van deze pagina's. Via links op de fotopagina's kun je ook de bijbehorende recensies lezen. Klik
    hier.

    (Anoniem, 26.5.06) - [print] - [naar boven]





    Mooi samenspel en diepgang bij concert Ramon Valle en Eric Vloeimans
    zondag 14 mei 2006, Rasa, Utrecht

    Op moederdag speelden twee grootheden op hun instrument samen in Rasa. Na een vermoeiende concertserie van de in Amsterdam woonachtige Cubaanse pianist Valle, speelde hij, net nadat hij op schiphol was geland vanuit Barcelona, een eerste set in een helaas matig gevulde zaal in Rasa.

    Hij speelde met volle overgave nummers van voornamelijk eigen hand die terug zijn te horen op zijn cd 'Memorias'. Van vermoeidheid was niks terug te merken. Van ingetogen impressionistisch spel naar vrolijke motieven met een meer Afro-Cubaans ritmisch karakter; het werd een geslaagde eerste set. Valle speelde niet de meest eenvoudige maatsoorten, maar zijn muziek klonk geheel niet gecompliceerd en dat is knap! Opvallend was zijn perfecte beheersing van onafhankelijkheid tussen linker- en rechterhand. In een van zijn stukken speelde hij met zijn linkerhand een vrij ritmisch motiefje, waarbij hij met zijn rechterhand in verschillende tempi erovereen soleerde.

    Na de pauze voegde Vloeimans zich bij Valle. De heren hebben elkaar een aantal keren ontmoet en raken steeds meer op elkaar ingespeeld. Na een wat aarzelend begin van Vloeimans - wat ik zelden bij hem kan bespeuren - speelde het duo een geslaagde tweede set. Er was een mooie balans tussen elkaars spel en duidelijk zichtbaar spel-plezier. De twee waren volkomen aan elkaar gewaagd. Er werd niet op safe gespeeld en regelmatig werd het avontuur opgezocht. Naast vrolijke nummers was er ook ruimte voor diepgang. In deze set passeerden ook nummers van Vloeimans de revue, waaronder enkele die zijn terug te vinden op zijn laatste cd 'Summersault'. Ook een jazzstandard als 'Caravan' werd vakbekwaam gespeeld met een prima timing. Deze twee muzikanten toonden aan hoe een uitstekende techniek in dienst kan worden gesteld van de muzikaliteit!

    Voor de liefhebbers: Valle speelt met zijn trio wederom samen met Vloeimans in het Bimhuis op 22 juni. Op 23 juni is het drietal te gast bij Vloeimans in zijn thuisbasis, de LantarenVenster in Rotterdam.

    Klik hier voor meer foto's van dit concert.

    (Anoniem, 26.5.06) - [print] - [naar boven]





    Sean Bergin Quintet - 'Nansika' (Toondist/DATA, 2006)

    Sean Bergin is teruggekeerd naar zijn wortels. En nu maar hopen, dat dat héél, héél lang gaat duren. De in Zuid-Afrika geboren, maar al ruim drie decennia in Nederland levende tenorsaxofonist nam in het najaar van 2004 in Bazel muziek op van Zuid-Afrikaanse componisten: Abdullah Ibrahim, Dudu Pukwana, Mongezi Feza, Johnny Dyani en Winston Ingozi. Pukwana, Feza en Dyani brachten een belangrijk deel van hun muzikale leven in Nederland door en zo wordt deze cd een dubbel feest van herkenning.

    Sean Bergin is een uitbundige wildebras. Er is vrijwel niemand die zo tekeer kan gaan op zijn instrument, niemand ook die zijn Zuid-Afrikaanse wortels zo bloot weet te leggen.
    Op deze 'Nansika' danst alles elke noot sowieso, maar ook Bergins medemusici: Franky Douglas op gitaar, Curtis Clark op piano, Jacko Schoonderwoerd op contrabas en Viktor de Boo op slagwerk. Soms doet deze muziek denken aan hetgeen altist Paul van Keme-nade en contrabassist Eric van der Westen enkele jaren geleden met hun groepen deden. Alleen is het hier tot in het kwadraat uitgewerkt. Wat een plaat!

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    (Anoniem, 25.5.06) - [print] - [naar boven]





    Drum-explosies bij Tim Berne en Wallace Roney
    vrijdag 5 en zaterdag 6 mei 2006, Bimhuis, Amsterdam

    Twee Amerikaanse topgroepen op twee aaneensluitende avonden in het Bimhuis en hoe groot de contrasten kunnen zijn. Het trio Big Satan van altist Tim Berne speelde een hechte, intellectuele, intense kamermuziek-jazz, waarbij invloeden van funk en heavy metal niet werden geschuwd. De ingewikkelde en lange composities vormden geen belemmering voor de improvisatietalenten van de drie muzikanten. Berne, die een warme klassieke klank op de altsax produceerde, verkeerde in topconditie. Hij soleerde lang, zeer beheerst, in de context van de thema's en benutte alle registers op zeer smaakvolle wijze op de alt. Zijn techniek kent nauwelijks beperkingen.

    Gitarist Marc Ducret is een fenomeen op zich. Met slechts twee voetpedalen creëerde hij een warme, hedendaagse, zeer open en relevante sound. Zijn soli waren staaltjes van interessante technische vindingen en toepassingen. Het was een volkomen onorthodoxe manier van gitaar spelen. Hij paste amper single note-lijnen toe. In deze summiere bezetting was voor het slagwerk, naast een stuwende rol, vooral ook een melodische rol weggelegd. Drummer Tom Rainey deed dat dan ook met veel allure en groot melodisch inzicht, uitermate krachtig. Kortom: een fenomenaal, hecht, energiek en uitermate muzikaal hedendaags jazztrio.

    Een avond later was er een totaal andere sfeer. De gordijnen voor de ramen aan de achterzijde van het podium waren dichtgeschoven. Het Bimhuis zat bomvol met een grotendeels jeugdig publiek. De sfeer was er één van grote verwachtingen. Wallace Roney, die gerekend kan worden tot de betere trompettisten van dit moment, is on-tegenzeggelijk beïnvloed door Miles Davis en diens zeventiger jaren-concept. Hij heeft de virtuositeit van Clifford Brown. Ook de modale speelwijze van Woody Shaw heeft hij goed bestudeerd. Al die spelkenmerken werden door Roney verbluffend uitgevoerd in de diverse groovy nummers, in een ballad en zelfs in een ultrasnel 'ritmeschema-nummer'. Trompet-spel op uitzonderlijk hoog niveau.

    Saxofonist Antoine Roney heeft niet de allure van zijn trompetspelende broer. Hij produ-ceerde nogal obligate Coltrane-achtige licks en riffs in zijn soli. In het merendeel van de funky en groovy nummers legden de steady bassist Clarence Seay en pianist Robert Irving III een solide en obstinaat dwingend ritmepatroon als basis voor de solisten. Drummer Kim Thompson, klein en fragiel van postuur, stuwde en groovede als een tijgerin. Ze ranselde het drumstel van alle kanten en wist op miraculeuze wijze een continue en dwingende polyritmiek te creëren. Enerverend en indrukwekkend om te zien en te horen.

    De hardboiled funky electric jazz van dit kwintet kent geen intellectuele pretenties en is de logische voortzetting van bijvoorbeeld de hardbop van Art Blakey's Jazz Messengers. Oh ja, nog iets wat zowel Rainey als Thompson betreft; het ongemeen hard meppen had wel wat minder c.q. subtieler gekund. Het zal toch niet de trend zijn dat drummers, door snoeihard te meppen, de totaalsound gaan bepalen?!

    Klik
    hier voor een fotoverslag van dit concert door Hans Speekenbrink.

    (Jacques Los, 24.5.06) - [print] - [naar boven]





    John Hicks overleden

    Op woensdag 10 mei stierf pianist/componist John Hicks in zijn woonplaats New York - waar hij in april nog optrad met trombonist Grachan Moncur III - aan de gevolgen van een inwendige bloeding. Hij is 64 jaar oud geworden.

    Hicks werd geboren op 21 december 1941 in Atlanta, Georgia. Zijn moeder gaf hem zijn eerste pianolessen toen hij zes was. Hij studeerde muziek aan de Lincoln University in Jefferson City en het Berklee College of Music in Boston, maar deed ook on the road als sideman veel ervaring op. Zo begeleidde hij blueslegendes als Albert King en 'Little' Milton Campbell in 1959.

    Toen Hicks zich in 1963 in New York vestigde, raakte hij allengs verzeild in de jazzscene. Hij ontwikkelde een percussieve stijl, met ferm aangeslagen akkoorden, wat hem uit-stekend geschikt maakte voor (hard-)bop. Hij speelde met en deed mee op albums van grootheden als Sonny Red, Grant Green, Johnny Griffin, Lee Morgan, Hank Mobley, Sonny Rollins, Lou Donaldson en Joe Henderson. Als pianist was hij bandlid van Art Blakey's Jazz Messengers, Woody Herman Big Band, Betty Carter Trio en Charles Tollivers Music Inc.

    Pas in de jaren zeventig, toen hij zijn werkterrein verlegde naar post-bop en avant-garde settings, bracht Hicks platen onder eigen naam uit als solist of bandleider. Hij gaf ook les, zoals 'jazzgeschiedenis' en 'improvisatie' aan de Southern Illinois University en later aan de New School for Social Research en de New York University. Zijn finest moment als componist kwam met 'Naima’s Love Song', afkomstig van het album 'Some Other Time'
    (Evidence, 1981), waarop hij werd begeleid door bassist Walter Booker en drummer Idris Muhammed. In de jaren tachtig toerde hij onder meer met Pharoah Sanders, David Murray, Arthur Blythe en Mingus Big Band.

    Zijn laatste optreden gaf hij met zijn trio in St. Mark's United Methodist Church in Manhattan, een kerk waar zijn vader nog predikant was geweest en waar hij toevalligerwijs ook zijn eerste optreden had gehad na aankomst in New York in 1963.

    (Anoniem, 22.5.06) - [print] - [naar boven]





    Gitaarkunstenaar boeit maar even
    Elliot Sharp, Wilhelmina, Eindhoven, maandag 8 mei 2006

    Wat doe je als je naar je navel wilt gaan staren, maar er hangt een gitaar voor? Het antwoord kwam maandag van de Amerikaanse gitarist Elliott Sharp. Het publiek kreeg ongewild de rol van voyeur: het zag een zolderkamertje waar iemand die alles al kan op zijn instrument volledig in zichzelf gekeerd twee keer drie kwartier onafgebroken aan het experimenteren is.

    Sharp kan inderdaad zowat alles op zijn gitaar. In razend tempo wisselde hij speeltech-nieken af: tokkelen, flageoletten, akkoorden... hij zette officiële hulpstukken in als de bottleneck en de e-bow (een apparaatje dat de snaren aaneengesloten laat vibreren) en zelfbedachte. Zo raspte hij over de snaren met een lange stalen schroef en een ijzeren veer, zoals je die in stretchers tegenkomt. Met een laptop en effectenapparaten liet hij zijn geluid achterstevoren of vervomd herhalen. Het geluid van zijn elektrische gitaar liet door al die technieken verschillende gezichten zien, zoals dat van een Indiase sitar of een Afrikaanse kora. Of het klonk als de desolate slidegitaar uit Ry Cooders filmmuziek bij 'Paris – Texas'.

    De meest bijzondere techniek die Sharp toepaste was die van de hammer-ons en pull-offs, waarbij hij de vingers van beide handen gebruikte als hamertjes die hij op verschil-lende posities op de snaren liet tikken. Hij paste deze percussie-achtige techniek fabel-achtig toe in aardige minimal music-achtige patronen met steeds kleine melodische ver-schuivingen in een strakke ritmiek. Zijn vingers leken daarbij een dans uit te voeren op het frettenbord. Het was helaas ook het enige visueel aantrekkelijke van de avond. De in zichzelf gekeerde Sharp - zwart gekleed, kaal, een gezicht opgebouwd uit slechts enkele strakke lijnen - zocht nauwelijks contact met het publiek.

    Na twee sets werd duidelijk dat het Sharp niet gelukt was om het vertonen van zijn kunstjes te overstijgen en dat er meer nodig is voor een goed muzikaal verhaal. Dat verhaal kreeg toch nog een aardig staartje: een virtuose bewerking van een stuk van Thelonious Monk, een voorproefje van een album met Monk-stukken dat later dit jaar verschijnt.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Deze recensie verscheen eerder in Eindhovens Dagblad.

    (Erno Mijland, 21.5.06) - [print] - [naar boven]





    Jeffrey Bruinsma wint Deloitte Jazz Award 2006

    Violist Jeffrey Bruinsma heeft op 17 mei in het Bimhuis te Amsterdam de Deloitte Jazz Award 2006 gewonnen. Aan de jazzprijs is een geldbedrag verbonden van € 20.000. Bruinsma ontving de prijs uit handen van juryvoorzitter Peter Krom. De twee andere finalisten Robert Rook (piano) en Timucin Sahin (gitaar) namen een stimuleringsprijs van
    € 2.500 in ontvangst.

    De jury noemde Jeffrey Bruinsma een zeer communicatief en creatief musicus en prees zijn mooi opgebouwde soli en zijn gepassioneerde uitvoering. Bruinsma is uitgenodigd om tijdens de uitreiking van de Concertgebouw Jazz Award op maandag 29 mei 2006 in het Concertgebouw een gastoptreden te verzorgen. De Concertgebouw Jazz Award is dit jaar toegekend aan pianist, componist en arrangeur Eddie Palmieri.

    Jeffrey Bruinsma (1977) studeerde aan het Haags en Amsterdams conservatorium en leidt sinds 2001 zijn eigen groep Het Bruinsma Syndicaat. Verder werkte hij recentelijk met theatergezelschappen als Orkater en Het Barre Land en componeerde hij muziek in opdracht van het Scapino Ballet. Hij speelt met ensembles zoals Jargon, Zapp String Quartet en het Maartje ten Hoorn Strijkkwartet.

    De Deloitte Jazz Award is een aanmoedigingsprijs voor getalenteerde jazzmusici die in Nederland gevestigd zijn, hier al een zekere bekendheid hebben verworven en aan het begin van een internationale carrière staan. De Award is een initiatief van accountants- en adviesorganisatie Deloitte. De jury wordt voorgezeten door Peter Krom (Andersen Foundation), en bestaat uit Hein van de Geijn (musicus, producer, docent), Paul Gompes (coördinator Dutch Jazz Connection), Amanda Kuyper (jazzjournalist NRC), Jan Menu (musicus, producer) en Bert Vuijsje (journalist, jazzrecensent).

    De Deloitte Jazz Award werd dit jaar voor de vijfde keer uitgereikt. Eerdere winnaars waren violist Oene van Geel (2002), klarinettist/baritonsaxofonist David Kweksilber (2003), saxofonist Joris Roelofs (2004) en bassist Stefan Lievestro (2005).

    (Anoniem, 18.5.06) - [print] - [naar boven]



    The Turnaround

    The Turnaround #14

    Goed nieuws voor de fans van pianist Harmen Fraanje (die ook hier ter redactie zetelen): de opvolger van 'Sonatala' is verschenen bij Challenge Records. 'Ronja' is de titel van een cd, waarop hij andermaal wordt begeleid door gitarist Nelson Veras, bassist Hein van de Geyn en drummer Matthieu Chazarenc. Speciale gast is 'Magic' Malik Mezzadri, de buiten-gewone fluitist/zanger uit Frans-Guinea. Met onder meer 'My Funny Valentine', waarover mijn vader naar aanleiding van een
    optreden in Tilburg eerder noteerde: "Niet eerder was zijn verpersoonlijking van deze standard zo indrukwekkend... het bleef oorverdovend stil in Paradox!"

    Concord Music kwam onlangs met een fraaie cd-box set van het legendarische Miles Davis Quintet uit het midden van de jaren vijftig, dus met Coltrane op sax, Red Garland op piano, Paul Chambers op bas en Philly Joe Jones op drums. 'The Legendary Prestige Quintet Sessions', met op de hoes een schilderij van Davis zelf, omvat 32 tracks, waarvan er acht (radio- en tv-opnamen) niet eerder uitgebracht zijn. Verder een transcriptie van vijf soli van Miles en een veertig pagina's tellend boekwerkje met liner notes van Bob Blumenthal.

    Voor zijn nieuwe cd 'Swing Moral' stelde Nils Wogram een septet samen met de nadruk op blaasinstrumenten, te weten die van Claudio Puntin (klarinet), Tilman Ehrhorn (tenorsax), Stephan Meinberg (trompet), Steffen Schorn (basklarinet, baritonsax), Frank Speer (altosax) en meestertrombonist Nils zelf natuurlijk. Drummer John Schröder completeert deze zeer interessante formatie. Het album is uitgebracht door Enja Records. Frank van Herk repte in de Volkskrant van mooie brede orkestraties, timbres die soms aan Gil Evans doen denken en melodieuze improvisaties, die soms prettig tegen het dissonante aan wringen. Sounds good!

    (Anoniem, 18.5.06) - [print] - [naar boven]



    KD's Basement Party - 'Live At The Werf'

    KD's Basement Party - 'Live At The Werf' (WERF, 2006) ****

    Met deze uitgave viert het Brugse label WERF zijn vijftigste uitgave in dertien jaar, voorwaar een mooie prestatie voor een podium (De Werf) in een stad ter grootte van bijvoorbeeld Leiden. De ondertitel van deze live-opname is 'Sketches Of Belgium', precies de titel van de eerste cd voor dit label, ook van deze formatie met overigens een groot deel van dezelfde stukken. Het concert was een reünie met enkele van België's belang-rijkste musici, zoals alle leden van het originele trio Aka Moon (Cassol, Hatzigeorgiou en Gallans).

    KD verwijst naar componist en pianist Kris Defoort, die zich verliest in grillige arrange-menten, gekoppeld aan swing en een stevige dosis rockritmiek. De blazers Bart Defoort (tenorsax), Michel Massot (tuba en trombone) en Fabrizio Cassol (altsax) zorgen daarbij voor een kleurrijk en los geluid over de vrij strakke ritmepartijen. Aangenaam informeel en speels is het karakter van de opname, al is het geluid soms een beetje aan de rauwe kant. Jammer dat zo weinig van die Belgische muziek in Nederland te horen is.

    Labels:

    (Anoniem, 18.5.06) - [print] - [naar boven]





    Tutu Puoane imponeert in Veldhovense jazzkelder
    zondag 23 april 2006, Wilou's Basement, Veldhoven

    Alleen bassist Guus Bakker (hij speelt in haar band) was vertrouwd met zangeres Tutu Puoane en het repertoire. Voor Jeroen van Vliet (piano) en Marcel Serierse (drums) was dit een eerste publieke treffen met haar, maar het werd toch een concert om in te lijsten. Puoane had vanmiddag veel fraais in petto. Twee gebeitelde sets afwisselende en avon-tuurlijke composities met onder andere standards zoals 'Dat Dere', 'Brother Can You Spare A Dime', 'For Sentimental Reasons' en enkele Afrikaanse stukken.

    Na een soulvolle uitvoering van 'A Sunday Kind Of Love' volgde het uitbundig gezongen en gespeelde 'Minuano' van Pat Metheny. En - u had het moeten horen - de voortreffelijke en indringende uitvoering van het Afrikaanse 'Lakutshoni’ Langa'. Hier zorgden Puoane en Van Vliet voor onafwendbaar kippenvel!

    Tutu Puoane, geboren in Pretoria in 1979 als Nontuthuzelo Puoane, werd tijdens haar muziekstudie aan de universiteit in Kaapstad opgemerkt door pianist Jack van Poll, met wie zij in 2001 een korte tournee maakte door Nederland en België. Daarna studeerde zij aan de jazzafdeling van het Haags conservatorium. Haar stem heeft soul, is puur en warm van klank. Daarbij beschikt ze over een vibrato dat zij smaakvol weet te doseren. Kortom, zij viel door haar zang en eigenheid van interpretatie zeer in de smaak van een select en gefascineerd publiek.

    Naast Bakker, met zijn uitstekende baswerk, verdienen Serierse en Van Vliet alle lof. Nog te vaak wordt vergeten van welk groot statuur laatstgenoemde pianist/componist is, en ook vanmiddag liet hij zich niet onbetuigd! Fraai was de uitvoering van zijn melodieuze compositie 'Song', met een tekst van Norma Winston. Na afloop complimenteerde Van Vliet Puoane subtiel met een geslaagde vertolking. De balad 'I Love You For Sentimental Reasons' werd zonder vals sentiment, geloofwaardig uitgevoerd. Zelfs na haar nood-zakelijke toegift 'Just About Everything' bleef bij het publiek de indruk bestaan dat wat hun betrof dit concert best langer had mogen duren, want het werd deze zondagmiddag inderdaad zoals de openingstune al voorspelde 'A Sunday Kind Of Love'.

    De komende maanden staat Tutu Puoane op vele plaatsen in Nederland en België in het programma 'Tribute To Nina Simone'.

    Meer weten?
  • Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.
  • De website van Tutu Puoane.

    (Anoniem, 18.5.06) - [print] - [naar boven]





    De ongeëvenaarde melodische inventiviteit van Sonny Rollins
    maandag 8 mei 2006, Concertgebouw, Amsterdam

    De komst van saxofoongigant Sonny Rollins naar Nederland is al jaren een jazz event. Eens in de paar jaar komt hij langs en speelt dan meestal in het Amsterdamse Concert-gebouw. Vanwege overakoestiek de slechtste zaal om jazz te beluisteren. Helaas is er geen betere locatie met dezelfde capaciteit. De aantallen publiek die de 75-jarige ster nog steeds trekt, zijn te groot voor de zalen waar jazz zich beter laat beluisteren. Maar op zo'n avond denk je ook weer: op ditzelfde podium stond Rollins - met een veel slechtere geluidsinstallatie - eind jaren vijfig ook al, net als legendarische musici als Coltrane, Miles, Getz en Ellington!

    Vanwege de kans dat Rollins, vanwege zijn leeftijd, nog terugkomt naar Nederland steeds kleiner wordt, was het concert dat hij op 8 mei speelde bij voorbaat al legendarisch. Remco Campert schreef het al bij de dood van Eric Dolphy: 'alle mensen sterven, maar het eerst de jazzmusici'. Hoe speelt iemand die bijna tweemaal zo oud is als de gemiddel-de leeftijd van een jazzmusicus? Wat drijft iemand die 55 jaar geleden al aan de top stond en nog steeds het idee heeft dat hij zich moet vernieuwen en verbeteren? Met 5 à 6 uur per dag studietijd speelt hij het klaar om solo's van 15 à 20 minuten te spelen, die van begin tot eind boeiend zijn.

    Typisch voor Rollins is het feit dat hij na een lange solo onder het applaus een nieuw stuk inzet en ook dan weer de eerste solo neemt. Ook tijdens dit concert was dit aan de hand. Helaas kreeg hij weinig steun van zijn band. Vier slaafse begeleiders waren er deze keer: Bob Cranshaw als vanouds op basgitaar, Bobby Broom op gitaar, Kimati Dinizulu op per-cussie en neef Clifton Anderson op trombone. Geen drummer. Uit deze band kwam weinig vuur, Rollins moest de klus alléén klaren. Het was opvallend dat zijn geluid deze keer warm en vol was , en dat hij en in sommige stukken behoorlijk out scale ging: bezwerend en geëxalteerd.

    Zijn frasering was mooi, relaxed en evenwichtig. Hij citeerde er lustig op los; een heel repertoire aan eigen en andere bekende stukken kwam voorbij in zijn soli. Geen Rollins-concert zonder calypso's of latin-achtige stuken. Zowel voor als na de pauze nam hij een stuk bij de hoorns dat hij vervolgens alle hoeken en gaten liet zien. Zijn melodische inven-tiviteit is nog altijd ongeëvenaard en voor elke saxofonist (waarvan er velen in de zaal zaten) een lust voor het oor.

    Dit concert was zeker niet het beste dat ik van Rollins hoorde, maar opvallend is dat elke tournee weer nieuwe vragen oproept. Het is ook merkwaardig om iemand op een podium te zien die zo'n enorm lange carrière achter de rug heeft en een halve eeuw geleden al meesterwerken produceerde, die zonder twijfel door elke jazzliefhebber als topstukken beschouwd worden. Er zijn weinig artiesten van dit niveau; aan het rijtje Picasso, Dalí, Stravinsky kunnen we Sonny Rollins gerust toevoegen. Er is één verschil: hij leeft en speelt nog!

    (Anoniem, 17.5.06) - [print] - [naar boven]





    Available Jelly - 'Bilbao Song' (Ramboy, 2005)

    Available Jelly is weer zo'n Nederlands orkest dat nergens onder te vangen valt. Op deze 'Bilbao Song' lijkt het sextet er nog meer moeite voor te doen, voornoemde bewering te onderstrepen. Eric Boeren (cornet), Wolter Wierbos (trombone), Michael Moore (altsax en klarinetten), Tobias Delius (tenorsax en klarinet), Ernst Glerum (contrabas) en Michael Vatcher (slagwerk) richten hier hun pijlen op muziek uit alle windstreken, niet om haar na te spelen, maar juist om ze in hun eigen vat te gieten.

    Prachtig, omdat de zes vooral putten uit oosterse muziek: Siamese en Indonesische, maar ook uit Madagascar. En Available Jelly zou Available Jelly niet zijn, als inspiratie ook niet werd gevonden in de achtertuin van een van de groepsleden of een plekje in hartje Amsterdam. De band met Afro-Amerikaanse muziek blijft volop intact door een stuk van Hoogy Carmichael en Duke Ellington. En om de smeltpot helemaal verrassend te maken, duiken ook Burt Bacharach en Kurt Weill op. Muziek die hoogstaand wordt vertolkt en daardoor een onuitputtelijk arsenaal aan verrassingen oplevert. Kortom: een dijk van een cd.

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    (Anoniem, 16.5.06) - [print] - [naar boven]





    Benjamin Herman brengt jazz terug op de dansvloer

    De New Cool Collective Big Band is nog onverminderd "de meest spuitende en kickende grote formatie van het land", aldus Eddy Determeyer in een artikel over altsaxofonist Benjamin Herman. "De ritmesectie is van alle markten thuis, maar stampt het meest onbesuisd in latin grooves en Afrikaanse highlife-patronen. Het evenwicht tussen de solisten, die ruim baan krijgen en de messcherpe arrangementen is voorbeeldig."

    Determeyer sprak de winnaar van de VPRO/Boy Edgar Prijs 2006 voorafgaand aan een optreden in het Rotterdamse Rotown. Lees het hele artikel door hier te klikken.

    (Anoniem, 16.5.06) - [print] - [naar boven]





    De X-factor van Xandra Willis
    vrijdag 10 maart 2006, Kraaij & Balder, Eindhoven

    Het waren warempel niet de minsten die Xandra Willis voor dit concert naar Eindhoven had meegenomen; Jan van Duikeren (trompet), Rob van Kreeveld (piano), Marius Beets (bas) en Martijn Vink (drums). Deze topmusici brachten een aantrekkelijk concert met een afwisselend repertoire, waarin Willis het vocale middelpunt was. Na 'What Is This Thing Called Love', de instrumentale opener, zong ze op overtuigende wijze en warmbloedig de traditional 'God Bless The Child'. Een stem waarvan nog veel verwacht mag worden. Willis beschikt over een aangenaam geluid en timbre. Met bezieling en geloofwaardigheid slaagde ze erin de aandacht van haar publiek vast te houden.

    Rob van Kreeveld intoduceerde fraai de ballad 'I Mean You'. Terechte waardering oogste 'Whenever He Comes By', een geslaagde compositie van Van Duikeren en Willis. Hierin bewees Jan van Duikeren bovendien dat hij behoort tot de nieuwe generatie van toon-aangevende trompettisten. Hij speelt lenig en heeft een aangename, klare toon en goede ideeën.

    Oude of nieuwe generatie: het is pianist Rob van Kreeveld om het even. Hij speelt in elk gezelschap nog steeds zijn jeugdig soepele spel met vindingrijke harmonieën. Het koppel Beets-Vink maakte het Willis en de overige solisten comfortabel. Met hun inspirerende en alerte spel met veel drive lieten zij zich van hun beste kant horen.

    'To Be With You' zong Willis enigszins over the top. De uitbundigheid in het up-tempo 'Just Friends' paste niet bij de tekst, maar het schema was wel een mooi vehikel voor uitstekende soli van Van Duikeren en Van Kreeveld en het spel van Beets en Vink. Resumerend was het een beloftevol en geslaagd optreden van deze sympathieke en talentvolle zangeres. Onlangs verscheen bij Munich Records haar eerste cd 'To Be With You'.

    Meer weten?
  • Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.
  • De website van Xandra Willis.

    (Anoniem, 15.5.06) - [print] - [naar boven]





    Speedy jazz tijdens uitreiking Boy Edgar Prijs
    26 april 2006, Bimhuis, Amsterdam

    De jaarlijkse uitreiking van de VPRO/Boy Edgar Prijs is vaak een feestje voor de laureaat – in dit geval Benjamin Herman - en het aanwezige publiek (vrienden, familie, bobo's, programmeurs, jazzscribenten en collegamusici). De winnaar mag de avond samenstellen en voor het publiek is het verassend met welke formaties de winnaar tevoorschijn komt.

    Altsaxofonist Benjamin Herman had als openingsact een non-jazz groepje hiphoppende turntabling en sampelende performers onder de naam C-Mon & Kypski uitgenodigd. Ver-ondersteld moet worden dat ze het heel goed doen in popzalen als Paradiso, Melkweg, Tivoli, 013 en Doornroosje. De echte jazzers onder het publiek, inclusief ondergetekende, hebben zich tijdens dit optreden zeer ongemakkelijk gevoeld.

    Herman trad hierna aan met zijn topgroep The Itch en maakte alles weer goed. Een overdonderend en hevig geïnspireerd optreden. Klasse. Een stuwende, zoevende, grom-mende en swingende bas van Ernst Glerum. Han Bennink met ongeëvenaard swingend drumwerk, zowel met brushes als met sticks en soms slechts alleen op de snaredrum. Anton Goudsmit, helemaal opgaand in de muziek met verfrissende bluesy, funky virtuoze gitaarlicks en – last but not least – de pittige, vol klinkende alt van Herman; virtuoos en in-and outside solerend in een programma van down to earth jazz: songs (Doris Day), blues en ritmeschema's (Monks 'Rhythm-a-ning').

    Een kort, doch humoristisch intermezzo was de uitreiking van de VPRO/Boy Edgar plastiek van Jan Wolkers door black dressed auteur/acteur Jules Deelder. Naast het plastiek over-handigde Deelder uit zijn eigen vinylcollectie een zeer bijzondere lp 'Xero Slingsby And The Works' aan Benjamin Herman.

    De uitsmijter van de avond was het optreden van de 'adhd' speedy Japanse jazzband Soil & Pimp. In de orthodoxe kwintetbezetting (altsaxofoon, trompet, piano, bas en drums) produceerde dit kwintet, aangevuld met agitator Sacho (animator, Blues Brother-look-alike ), een tomeloze, hyperenergieke, funky, groovy soort van Jazz Messengers-freejazz. Vooral altist Motoharu ontpopte zich tot een ontketende en stoelen bespringende honker & screamer in de gierende stijl van free-jazzers als Albert Ayler en Pharoah Sanders.

    De bezoekers konden daarna bijkomen in het café, terwijl Deelder gezellig uit zijn collectie toffe jazzplaatjes draaide.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Meer weten?
  • Bekijk de historie van de Boy Edgar Prijs op ons overzicht van de belangrijkste Nederlandse jazzprijzen.

    (Jacques Los, 14.5.06) - [print] - [naar boven]





    Jef Neve Trio - 'It’s Gone' (Contour, 2004)

    Onbekende groepjes. Dat zijn meestal de beste. Ditmaal komt er een uit België: het Jef Neve Trio van de gelijknamige pianist, met Piet Verbist op contrabas en Teun Verbruggen op slagwerk. In sommige stukken aangevuld met de (bekendere) trompettist Bert Joris, de trombonisten Frederik Heirman en Pieter Kindt en tubaïst Berlinde Deman. Jef Neve is net 29 jaar geworden, maar dat is aan zijn spel niet te horen.

    Hij kreeg les van Ron van Rossum, die ooit nog wortelde in het Tilburgse jazzmilieu. Bij hem behaalde Neve het diploma Meester in de Muziek met grote onderscheiding. Wat dat betekent, laat deze cd horen. Tevens dat Neve klassiek is geschoold. Daarmee beschikt hij over een mateloze fantasie, die hem in staat stelt zich te ontdoen van de plat-getreden paden van op bebop gestoelde pianotrio's.

    Van de elf stukken op 'It’s Gone' zijn er negen van de hand van Neve, de andere twee van Verbist. De grootste verdienste van deze cd is dat het op jazz gestoelde materiaal klinkt alsof het nog nooit is gespeeld. De toevoeging van vier blaasinstrumenten versterkt die indruk alleen nog maar. Fraai en verfrissend.

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    Meer weten?
  • Bekijk de website van Jef Neve.

    (Anoniem, 13.5.06) - [print] - [naar boven]





    North Sea en all that jazz...

    Het programma van North Sea Jazz 2006 is inmiddels bekend. De 31ste editie alweer van het festival dat ditmaal en volgens festivaldirecteur Jan Willem Luyken zeker nog de komende tien jaar zal plaatsvinden in Ahoy in Rotterdam. Dit jaar van vrijdag 14 tot en met zondag 16 juli.

    Als we de weinig jazz-gerelateerde bekende publiektrekkers als Paco de Lucia, Sergio Mendes, Randy Crawford, Van Morrison en Tracey Chapman laten voor wat het is, blijft er toch nog veel interessants over voor de hardcore jazzliefhebber. 'Artist in Residence' is saxofonist Branford Marsalis. Hij is iedere avond te horen; met zijn kwartet, in een trio met drummer Roy Haynes en in een klassiek getint programma met een filharmonisch orkest.

    Andere saxgrootheden die acte de présence zullen geven, zijn: Wayne Shorter, Yusef Lateef, Benny Golson, James Carter, Kenny Garrett, Chris Potter en het Scandinavische fenomeen Trygve Seim. De fusion jazz wordt ook niet vergeten. Stanley Clarke en George Duke doen het Clarke/Duke Project, verder verschijnen Joe Zawinul, gitaarvirtuoos Jeff Beck en de all-star band Four Play, met onder anderen Bob James en Larry Carlton.

    Een greep uit andere spraakmakende en interessante jazzformaties: Roy Hargrove Quintet, Herbie Hancock Quintet, Brad Mehldau Trio, Bill Frisell Quintet, Jason Moran Trio, Mingus Dynasty Septet, McCoy Tyner All Star Septet, Arturo Sandoval, Ken Vandermark en Wadada Leo Smith.

    Het contingent Nederlandse formaties is aanzienlijk en dat siert de programmeurs van het festival. Om enkelen te noemen: Fay Claassen, Jasper van 't Hof, Yuri Honing, Tom Beek, Benjamin Herman (met The Itch en New Cool Collective), Eric Vloeimans, Keijzer 5, Pierre Courbois en de Jazzinvaders.

    De compositieopdracht is dit jaar verstrekt aan trombonist, componist en bandleider Joost Buis. Hij is muzikaal leider van de Astronotes en speelt zondag 16 juli op het festival. 'Hij tovert prachtige melodieën om tot geraffineerde arrangementen, die via een zorgvuldig proces van deconstructie uitmonden in vrije improvisatie', aldus het North Sea Jazz-persbericht.

    Vanaf 1 juli tot en met de laatste dag van het North Sea Jazz Festival vinden er in Rotterdam op tal van locaties concerten (zoals dat van John Zorn op 12 juli) en andere activiteiten plaats onder de noemer North Sea Round Town 2006. Behalve concerten gaat het daarbij om jazzfilms, exposities, lezingen en speciale jazz-rondvaarten.

    Meer weten?
  • De website van North Sea Jazz.
  • De website van North Sea Round Town (deze website komt op 16 mei beschikbaar).

    (Jacques Los, 12.5.06) - [print] - [naar boven]





    Portrait of Chet Baker is Portrait of Fay Claassen?
    vrijdag 24 maart 2006, Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven

    Omdat een eerder bezoek aan dit concert al grote indruk had gemaakt, was de vraag hoe een hernieuwde kennismaking enkele maanden later zou uitpakken. Dit unieke programma dat door bedenker en initiator Bob Hagen succesvol menig theater in Nederland aandoet, stond nu in Eindhoven. Een aandachtig publiek liet zich dit programma met genoegen wel-gevallen. Duidelijk verder gerijpt speelde het gezelschap een boeiende hommage aan Chet Baker, waarover we hier al eerder uitgebreid en enthousiast hebben bericht. De bezetting kende slechts een wijziging; In plaats van trompettist Ruud Breuls speelde vanavond Jan Wessels (hij is ook te horen op de reeds uitgebrachte dubbel cd 'Portrait Of Chet Baker')

    Andermaal konden het publiek en uw recensent van dienst ademloos constateren wat een grensoverschrijdend talent Fay Claassen is. Na Nederlands vocale jazziconen Reys en Kauffeld is zij absoluut de belangrijkste jazzzangeres van dit moment. Mijn verwachting is dat zij spoedig ook buiten Nederland een groot publiek voor zich zal weten te winnen. Vanwaar deze euforie zal men zich wellicht afvragen. Welnu deze voorspelling is louter gebaseerd op enkele simpele rationele en meer emotionele argumenten.

    Claassen is om te beginnen gezegend met een uitstekende en geschoolde stem met vele mogelijkheden qua bereik en kleur. Bovendien zingt en intoneert zij loepzuiver. Maar wat haar als zangeres bijzonder, aantrekkelijk en onweerstaanbaar maakt is de puurheid van haar zang, interpretatie en voordracht. Bij haar is geen sprake van ingestudeerde manier-tjes of behaagzieke effecten. Zij heeft een volkomen naturel charisma. En is in staat om met een minimum aan gebaren maar met maximale inleving en expositie van haar stem, een magische intimistische sfeer en zeggingskracht te creëren. Als bij een Sirene raakte je volledig in de ban door haar vocale betovering. Daarom was deze voorstelling ook zeker een 'Portrait Of Fay Claassen'. Vanzelfsprekend mogen haar sublieme medespelers hier niet onvermeld blijven. Zij droegen in grote mate bij dat Claassen tot deze prestatie kon komen. En dan waren er natuurlijk nog de voortreffelijke arrangementen van Jan Menu en Hein van de Geyn.

    Wat rest er nog na al deze superlatieven? Dat is natuurlijk uw oordeel. Daarom volgen hier enkele suggesties om daartoe te komen. Klik om te beginnen hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Meer weten?
  • Het concertschema van Portrait Of Chet Baker in de reeks Dubbelconcerten.
  • Klik hier voor een recensie en fotopagina van de cd-presentatie in Vredenburg, Utrecht.
  • Een cd-recensie van het gelijknamige album.

    (Anoniem, 11.5.06) - [print] - [naar boven]





    Bij het Ben van den Dungen - Rik Mol Quintet kom je oren tekort
    vrijdag 14 april 2006, Kraaij & Balder, Eindhoven

    Een klassieke kwintetbezetting zoals in de hoogtijdagen van de hardbop. Ben van den Dungen (tenor en sopraansax), Rik Mol (trompet en bugel), Stein Godefroy (piano en Fender), Stefan Lievestro (bas) en Joost Patocka (drums). En dit gezelschap wond er bepaald geen doekjes om. Zij brachten de herinneringen uit de Golden Years of Jazz weer boven, maar hun interpretatie verried de geest van deze tijd.

    Met Ben van den Dungen wist je al wat je te wachten stond en dat gold ook voor Stefan Lievestro en Joost Patocka. Lievestro verving de vaste bassist Jeroen Vierdag. Maar zoals we dat van Lievestro al kenden was er bij hem geen enkele twijfel in deze rol. Als een kameleon ging hij op in dit goed lopende kwintet. En dan waren daar nog de voor uw recensent onbekende jeugdige pianist Rein Godefroy en trompettist Rik Mol.

    Godefroy had het moeilijk; hij moest de aangekondigde Rob van Bavel vervangen, voor-waar geen geringe opgave. Niettemin wist hij zich in dit illustere gezelschap goed staande te houden. Godefroy is een uitstekend uitgeruste pianist, die trefzeker zijn vingers over het klavier aanstuurde en bovendien ideeën bleek te hebben. Rik Mol bewees zich als een uitzonderlijk nieuw trompettalent; hij mag zeker een belofte voor de toekomst worden genoemd. Volwassen en gedegen was zijn spel. Hij bekommert zich nauwelijks over de barrières die zijn instrument van nature opwerpt. Met ogenschijnlijk gemak vertaalde hij zijn inventieve invallen in boeiende improvisaties. Ook was er strak samenspel in de soms complexe en lastige unisono's met Ben van den Dungen.

    Van den Dungen toonde zich heer en meester in dit repertoire en kende gedurende het totale concert niet één zwak moment. Zo waren er gloedvolle uitvoeringen van compo-sities van onder andere Horace Silver, Freddie Hubbard, maar ook Van den Dungens ballad 'You And Me' en Mols 'Sores Down'.

    Op dit moment zijn de opnamen afgerond van Rik Mols eerste cd 'What’s On Tonight', met daarop eigen werk en twee composities van Rob van Bavel. Deze cd zal omstreeks eind juli verkrijgbaar zijn. We wachten in spanning af.

    Klik
    hier voor een fotoverslag van dit concert.

    (Anoniem, 9.5.06) - [print] - [naar boven]





    Han Reiziger overleden

    Televisiepresentator Han Reiziger is afgelopen zaterdag op 72-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Hilversum.

    Van 1989 tot 2001 maakte Reiziger het televisieprogramma 'Reiziger in Muziek', dat op zondagochtend bij de VPRO werd uitgezonden. Daarin sprak hij met vele nationale en internationale musici, onder andere uit de jazz, zoals Lee Konitz, Philip Catherine, John Engels en Willem Breuker. Zijn gasten speelden live in de uitzending. Reiziger was zelf ook muzikant; hij was een verdienstelijk pianist en autodidact. Aan het einde van zijn leven speelde hij piano in de band van Spinvis.

    Reiziger was al enige tijd ziek. Vorig jaar werd kanker bij hem geconstateerd.

    (Erno Mijland, 8.5.06) - [print] - [naar boven]





    Toots Thielemans is breekbaar, maar wel in goeden doen
    donderdag 27 april, feesttent Burgemeester Sweensplein, Rijen

    Zoals dat vaak gaat met oudere mensen, overkwam het ook Jean 'Toots' Thielemans: terugblikken op wat ooit was. Aan het einde van zijn concert zette hij zingend 'Daar Bij Die Molen' in, een liedje uit zijn kindertijd. "Mijn moederke was van Aantwaarp en ik ha'n taante Isabel in Breda", greep hij in sappig Vlaams nog verder terug in het verleden. Het publiek vond het prachtig en breide met een staande ovatie een slot aan een gedenk-waardig concert.

    Toots was in goeden doen. De man die op 29 april 84 jaar werd, speelde met zijn kwartet de sterren van de hemel en gaf goedgeluimd commentaar op muziek en medemusici. Dat er toch enige sleet zit op zijn fysieke capaciteiten, bleek toen hij - zichzelf op gitaar be-geleidend - zijn allergrootste kraker 'Bluesette' inzette. Fluitend blies hij de melodie, in een langzaam tempo en almaar valser. O zo breekbaar!

    Op de begeleidingsklanken van pianist Bert van den Brink, contrabassist Hein van de Geyn en slagwerker Hans van Oosterhout liep Toots Thielemans met zijn mondharmonica vak-bekwaam door zijn oneindige repertoire. Prachtig was een afwijkende, ritmische versie van 'Summertime', gedegen waren twee Braziliaanse stukken en vernieuwend klonk 'It Might As Well Be Spring' van Rodgers en Hammerstein, dat hij met zijn pianist van een medium-tempostuk omtoverde in een ballad. En toen 'Bye Bye Blackbird' langskwam was een simpel handgebaar van de meester voldoende om de tent eensgezind te laten meezingen.

    Wereldtopper Toots Thielemans omschreef deze doordeweekse avond, in een koude tent in het nietige dorp Rijen als 'ontroerend'. En dat was het ook. Slechts een paar honderd mensen waren er getuige van hoe Toots Thielemans op een onbetekenend blaasinstru-mentje bergen emotie kan losweken.

    Toots Thielemans was door de organiserende Stichting Juin en het Tilburgse oudestijl-orkest The South Jazz Band naar Rijen genood. De Tilburgers verzorgden het gedeelte voor de pauze. Daarin lieten ze horen, hoe sterk ze zich in vijftig jaar hebben ontwikkeld. Ook hier vochten ontroering en vakmanschap om de eerste plaats. De cirkel werd gesloten toen Toots aan het einde aanschoof voor gloedvolle vertolkingen van 'Sweet Georgia Brown' en 'When The Saints'. Zo kunnen oud en nog ouder mengen!

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    Meer weten...
  • Toots Thielemans treedt op dinsdag 18 juli op tijdens het Blue Note Festival in Gent, samen met
        Trijntje Oosterhuis.

    (Anoniem, 5.5.06) - [print] - [naar boven]





    Avishai Cohen - 'At Home' (RazDaz, 2006)

    De Israëlische, in New York residerende jazzmusicus Avishai Cohen is zelfs voor ingewijden een onbeschreven blad. Vorig jaar verwierf hij in Nederland enige bekendheid door een optreden tijdens het North Sea Jazz Festival, maar daarna viel de stilte weer in. Dat wil echter niets zeggen over zijn muzikale escapades.

    Eerst maar iets over zijn instrument: de contrabas en basgitaar. Je moet wellicht teruggaan naar de tijd van Stanley Clarke, om te beluisteren hoe een in de regel als begeleidingsinstrument gebruikte contrabas kan zingen en zijn eigen gang gaan. Bij Cohen staat de bas centraal in de muziek, speelt hij een even belangrijke rol als de reguliere melodie-instrumenten. Avishai Cohen koos enkele jaren geleden voor de trio-vorm. Daarin kan hij het best kleuren, experimenteren en improviseren. Op deze cd breidt hij het trio uit met een vijfkoppig ensemble, dat deze in mondiale jazz wortelende muziek onbegrensde mogelijkheden schenkt. Dat wordt mede veroorzaakt door de eindeloze fantasie van Cohen als componist.

    Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.

    (Anoniem, 5.5.06) - [print] - [naar boven]





    Louis Moholo en zijn vrienden bouwen Zuid-Afrikaans feestje
    woensdag 12 april 2006, Bimhuis, Amsterdam

    De Zuid-Afrikaanse drummer Louis Moholo vestigde zich met de andere leden – Johnny Dyani, Chris McGregor, Dudu Pukwana, Mongezi Feza en Nick Moyake – van de groep The Blue Notes in 1964 in Engeland. Daar sloot de groep zich aan bij de free improvisation scene. Exponenten van die scene waren onder anderen John Stevens, Evan Parker, Mike Osborne en Harry Miller. In 1969 formeerde Chris McGregor de big band Brotherhood of Breath, waarin zowel de musici van The Blue Notes als Engelse improvisatoren zaten. Het orkest was zeer succesvol in de jaren '70 en '80. Het verscheen op alle grote en bekende Europese jazzfestivals en speelde talloze keren in Nederland.

    Moholo is zowel binnen de Engelse als de Europese free jazzscene een prominent, zeer gewaardeerd en veel gevraagd drummer. Daarnaast speelde hij ook met befaamde Amerikanen als Ornette Coleman, Archie Shepp, Cecil Taylor en Steve Lacey. In het Amsterdamse Bimhuis werd hij omringd door zijn Amsterdam Friends. En dat waren zeker niet de eerste de besten: bassist Ernst Glerum, cellist Tristan Honsinger, pianist Misha Mengelberg, de saxofonisten Tobias Delius en Sean Bergin, en als speciale gast collega-drummer Han Bennink.

    Tristan Honsinger en de beide drummers openden het concert met een indrukwekkende free jazz steaming stream of swinging pulsing brushes drumming. In die stroom van drumgeweld liet Honsinger zich niet weg spelen. Integendeel, hij voegde een continue gestreken en passende notenreeks toe. Een hypnotiserende ouverture van een (naar later bleek) overwegend zeer geïnspireerd concert. Na deze opening werd er door Moholo, de twee blazers, Glerum en Mengelberg een suite-achtig stuk gespeeld. Hoofdzakelijk waren dat op Afrikaanse ritmes gebaseerde melodietjes. Vooral Bergin soleerde prominent, zeer energiek en met een groot robuust geluid. Lag dat aan zijn Borgani-sax of aan zijn embouchure?!

    Na de pauze werd een welhaast ononderbroken langdurige impro-set gespeeld door het voltallige gezelschap. De musici speelden volgens het instant composers-concept met hier en daar, wederom, op de Zuid-Afrikaanse kwela en dergelijke geïnspireerde liedjes. Naast de in zeer goede vorm verkerende Bergin stak het solospel van Delius wat mager af. Zijn soli waren niet lang, hadden weinig kracht en waren minder geïnspireerd dan bij hem gebruikelijk is. Van de beide drummers was Bennink uiteraard de meest extravagante. Van competitiedrift was echter geen sprake. De slagwerkers zaten elkaar niet in de weg. Integendeel, ze vulden elkaar juist erg goed aan, zodat met de swingende strijkers – bas en cello – een voortdurende fascinerende ritmische puls werd geproduceerd. Mengelbergs pianistische invullingen waren, om een Verdonk-term te gebruiken, adequaat.

    Het was een interessante ontmoeting tussen de Zuid-Afrikaanse free kwela-jazz georiënteerde Moholo en de Amsterdamse (Westerse) impro-scene.

    (Jacques Los, 4.5.06) - [print] - [naar boven]





    Henk van Es - Herbert Noord Quartet - 'Interstellar Soul Control' (Rare BLR Records, 2006) ****

    Dit is een gedenkwaardige plaat, want baritonsaxofonist Henk van Es, in hart en nieren een onvervalste jazz messenger, is maar één keer eerder op de plaat te beluisteren geweest (op de lp 'Soulbrass Inc.', ooit uitgebracht op het No-Wa-SJW-label). Behalve kunstenaar, leraar, componist en baritonsaxofonist was Van Es ook bedenker van een leermethode voor jazz. Maar hij ontwierp ook spelletjes en schreef boeken. De verschij-ning van Henk van Es was imposant. Hij was kaal, had een Djengis Khan-baardje en zag er vervaarlijk uit met die enorme baritonsaxofoon om de nek. Voor deze markante musicus (1931) vormden muziek en schilderen zijn leven, totdat hij, thuis na een optreden, aan een hersenbloeding overleed.

    Met het uitbrengen van dit album, waarvan de cover een weergave is van een schilderij van Henk van Es ('Lady With Cosmic Jewels'), heeft de Stichting Jazz Werkgroep de jazz-liefhebber een grote dienst bewezen. Want de gepresenteerde stukken zijn een unieke weergave van een concert dat op 7 april 1985 in de roemruchte discotheek 36 op de Schaal Van Richter in Amsterdam werd gegeven, waarbij Van Es voor het eerst samen-speelde met tenorsaxofonist Rinus Groeneveld, een andere dominant spelende blazer. Zonder repetitie of overleg werd er daar in Amsterdam in 1985 frank en vrij op los geïmproviseerd.

    Het resultaat mag er zijn. Vooral in 'Cry Me A River' is het spel van beide blazers van een geweldige schoonheid. Zij worden op dit album begeleid door Hammond C3-organist Herbert Noord (waarschijnlijk Nederlands beste bespeler van dit geweldig moeilijke instru-ment), slagwerker Max Bolleman en gitarist Henk van der Hurk die onder andere met een lange solo prachtig excelleert in 'Ladybird' van Tadd Dameron. In totaal telt 'Interstellar Soul Control' vijf lange stukken; de kortste track is ruim tien minuten lang en de langste maar liefst een kleine 17 minuten. De aandachtige luisteraar wordt min of meer gebom-bardeerd met allerlei fantastische improvisatievondsten en dat alles met een prachtige groovy sound en timing. Een plaat die haast onvermijdelijk onuitwisbare herinneringen bij de luisteraar teweeg zal brengen.

    (Anoniem, 3.5.06) - [print] - [naar boven]





    Draai om je oren zoekt nieuwe medewerkers!

    Draai om je oren, 'de meest complete jazzwebsite van Nederland' (aldus het internet-tijdschrift over podiumkunsten
    KKunst.com), is als een van de eerste jazzweblogs in het Nederlandse taalgebied alom gewaardeerd. Het is een site die zich oriënteert op de moderne jazz, dus met name de periode vanaf circa 1940 tot en met heden (en met een nadruk op de Nederlandse jazz). Draai om je oren pretendeert een jazztijdschrift op inter-net te zijn met cd- en concertrecensies, foto's, nieuwsfeiten, interviews, een concert-agenda en rubrieken als Jazz Case, Siteseeing, The Turnaround en Take Ten. De website is een no budget-activiteit en wordt volledig door vrijwilligers gemaakt.

    De redactie van Draai om je oren is op zoek naar enkele deskundige, enthousiaste en gepassioneerde Nederlandse en Belgische jazzliefhebbers die een bijdrage willen leveren aan de site. Dat kan door het schrijven van recensies, maar ook door andere activiteiten, zoals het maken van foto's, het speuren naar nieuwsfeiten of het verzamelen van infor-matie voor themapagina's (jazzprijzen, audiobestanden op het web, artiestensites), enzovoorts.

    Als je belangstelling hebt, kun je contact opnemen met Cees van de Ven (telefoon: +32 11 747 180 of ceesvandeven@telenet.be) of Jacques Los (telefoon: 030-2719149 of jaclos@tiscali.nl).

    (Anoniem, 1.5.06) - [print] - [naar boven]


    Lees verder in het archief...








  • Menupagina's:




    Cd van het moment:
    Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

    Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





    Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
    Mail de redactie.