Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Jazzcollages Willem Wodka geëxposeerd

Op zaterdag 4 november vindt in Rotterdam in de Lantaren de opening plaats van de expositie 'Het Monk Complot' met jazzcollages van Willem 'Wodka' van Empel. Hij was de grote jazzpromotor in Rotterdam van Thelonius, Otto, Sunship Jazzbunker en Jazzhouse. Eind 2008 verschijnt het boek 'Willem Wodka en de jazz in Rotterdam', een documentatie van zijn betekenis voor de muziek in Rotterdam. Aansluitend is er een optreden van Marc Ribot's Spiritual Unity featuring Henry Grimes.

Onder het motto 'Het Monk Complot' exposeert jazzpromotor Willem van Empel een wisselend aantal van zijn werken. De collages zijn samengesteld uit de afbeeldingen en de teksten uit (jazz-)tijdschriften, platenhoezen, originele foto's en kopieën van eerder werk. De afbeeldingen van de grote namen van 'The New Thing', zoals John Coltrane, Albert Ayler, Archie Shepp, The Art Ensemble Of Chicago en Sun Ra, worden vergezeld van krachtige statements, die een hartstochtelijk pleidooi zijn voor de creatieve muziek. Gevraagd naar het waarom van de titel antwoordt Willem: "Dat is toch duidelijk. Het is allemaal een groot complot."

August Pieter Willem van Empel werd geboren op 25 juli 1930 in Nijmegen als zoon van vader Gijs en moeder Hetwig; met de geboorte van zijn broertje Gijs is het gezin com-pleet. De Van Empels waren sigarenmakers. Vader van Empel trad ook op, als Al Jolson-imitator in de kroegen in Essen, een noodzakelijke bijverdienste, want de wereldwijde economische crisis (na de Wallstreet-crash van oktober 1929) had nu ook Europa in zijn greep.

Iedereen die de legendarische Jazzhuizen van Willem van Empel bezocht, heeft daar bijzondere herinneringen aan. In Thelonius, Otto, de Sunship Jazzbunker en Jazzhouse vonden onvergetelijke concerten plaats in een unieke ambiance. Willem heeft op een volstrekt eigenzinnige wijze gestalte gegeven aan het jazzleven. Voor hem is het wezen van het bestaan de creatieve sound, de grote jazzmusici en natuurlijk strong food, drank, dope en vrouwen. Soms overtrad Willem de regels van de wet en verbleef hij onvrijwillig in Duitsland en Frankrijk. In Parijs zat hij vijf jaar vast. Hij maakte daar zijn eerste jazz-collages uit pure armoe, frustratie en verveling. Deze collages hielden hem op de been. Hierdoor kon hij zich uiten. De kunst hield zijn muzikale creativiteit in stand en gaf invulling aan de verloren tijd tussen de vier muren.

De visuele associaties met de jazzwereld, de krachtige teksten, de indringende afbeel-dingen en zijn principiële levensovertuiging vormen het verhaal achter de collages. Zonder muzikale vrienden, live jazz of cd's kon hij zich toch manifesteren. De collages bleven na de bajes een deel uit maken van zijn leven; inspiratie had hij genoeg. Helaas kreeg Willem rond zijn zeventigste een beroerte en hij had jaren nodig om zelfstandig te revalideren. Het was een langdurig en vaak deprimerend proces, maar Willem kept on swinging! Hij is nu 76 jaar en een nieuwe jazztent op poten zetten zit er niet meer in, maar zijn liefde voor de universele muziek, zijn mening en autonome kijk op het leven zijn nog springlevend. Willem ademt jazz en dat is goed te zien in deze kunstwerken die nooit vervelen.

De expositie 'Het Monk Complot' in de foyer van Lantaren/Venster wordt geopend op zaterdag 4 november 2006 om 19.30 uur door de schrijver Rien Vroegindeweij. De jazz-collages van Willem 'Wodka' van Empel zijn te zien gedurende de maanden november en december 2006 in de foyer van Lantaren/Venster aan de Gouvernestraat 133, Rotterdam.

Meer weten?
  • Klik hier of hier voor meer informatie over het project van Willem 'Wodka' van Empel.

    (Anoniem, 31.10.06) - [print] - [naar boven]





    Daniel Humair - 'Ear Mix' (Sketch, 2003)

    Niet de meest voor de hand liggende bezetting voor een jazzkwartet: trompet, vibrafoon, bas en drums. Maar in het geval van de Frans-Amerikaanse samenwerking van Marvin Stamm (trompet en bugel), David Friedman (vibrafoon), Sébastien Boisseau (bas) en Daniel Humair (drums) lijkt het wel of het zo hoort. De vier heren (aangevoerd door de Franse slagwerkveteraan Humair) spelen zich met grote zekerheid door ingewikkelde arrangementen van voornamelijk nieuwe stukken. Ze hanteren een idioom dat weliswaar trekken vertoont van 'vrije' jazz, maar dat vrijwel steeds wordt gedragen door een voel-bare ritmische dynamiek.

    Marvin Stamm maakt grote indruk in 'I Never Had My Second Breakfast' (van Joachim Kühn), een ijl-zangerig thema. In het geestige 'Quatrolingual' spelen vibrafoon en bas een mooi ritmisch spel. 'Toy Master' is een up-tempo showcase voor Friedman, die even klinkt als een hedendaagse Lionel Hampton. Daniel Humair zelf (daterend uit 1938) speelt met de flair van een twintiger, en draagt het project met overtuiging.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 30.10.06) - [print] - [naar boven]





    Dino Saluzzi in woord en klank

    Op dinsdag 31 oktober brengt het NPS-radioprogramma 'Passaat' tussen tien en twaalf uur 's avonds een portret van de Argentijnse bandoneonspeler Dino Saluzzi. Programma-maker Gustavo Pazos schenkt hierin ook aandacht aan het ontstaansproces van het bijzondere concert met de strijkers van het Metropole Orkest, dat Saluzzi zondag 5 november zal geven in Muziekgebouw aan 't IJ. Het programma is te beluisteren op de Concertzender tussen tien en twaalf uur 's avonds.

    Tijdens het bovengenoemde concert zullen composities worden gespeeld van Saluzzi's cd 'Kultrum' (2005), die hij uitbracht in samenwerking met het Rosamunde Kwartet. Dino Saluzzi heeft deze stukken voor bandoneon en strijkkwartet speciaal bewerkt voor de strijkers van het Metropole Orkest. Bovendien vervaardigde hij in opdracht van de NPS een nieuwe compositie die tijdens het concert zijn wereldpremière zal beleven. De NPS zendt het concert live uit op de radio tijdens de Zondag van 6 op de Concertzender. Er wordt samengewerkt met het Spaanse Radio 3, dat het concert in Spanje ook live uitzendt.

    In een uitgebreid interview met Hugo de Vries vertelt Dino Saluzzi onder meer over zijn 'magische driehoek'; drie bouwstenen die in de ogen van Saluzzi noodzakelijk zijn voor geslaagde muziek: het publiek, het instrument en de speler. Lees het hier.

    Meer weten?
  • Klik hier voor een overzicht van de kabelfrequenties van de Concertzender bij u in de buurt.
  • De website van NPS Studio 6.

    (Anoniem, 30.10.06) - [print] - [naar boven]





    Serge Chaloff – 'Serge Chaloff Featuring Sonny Clark' (Capitol, 2005) *****

    In de niet al te lange rij prominente baritonsaxofonisten – Gerry Mulligan, Harry Carney, Pepper Adams, Cecil Payne, Lars Gullin en onze eigen Gijs Hendriks – behoort Serge Chaloff in de eredivisie. Vanaf midden jaren '40 tot en met begin jaren '50 was Chaloff te vinden in de beroemde bigbands van Georgie Auld, Jimmy Dorsey en behoorde hij in het orkest van Woody Herman (The Second Herd) tot de vermaarde Four Brothers: Stan Getz, Zoot Sims en Herbie Steward. Later speelde hij vooral in kleine formaties. Ingevolge een continue drugproblematiek is hij niet oud geworden. Hij overleed in 1957 op 33-jarige leeftijd.

    Gelukkig heeft hij in ieder geval twee tijdloze albums, die onlangs op 1 cd verschenen, achtergelaten: het formidabele 'Blue Serge', met een dijk van een ritmesectie – Sonny Clark (piano), Leroy Vinnegar (bas) en Philly Joe Jones (drums). Chaloff soleert hier in dit kwartet relaxed, virtuoos, swingend en met groot élan in een repertoire van standards, originals en 'Susie's blues'. De meer dan voortreffelijke ritmesectie inspireert Chaloff tot grootse prestaties. En dan te bedenken dat hij in de oorspronkelijke liner notes beweerde dat hij 'never worked with these guys before'.

    De tweede plaat 'Boston Blow-Up', ook terug te vinden op deze cd, is een typisch West Coast-product. Dus, mooi samenspel en behoorlijk gearrangeerd. Maar, vergis je niet, dit is stevig swingende kost. De arrangementjes zijn luchtig, prettig, swingend en geven de solisten alle ruimte. Behalve het sublieme spel van Chaloff valt er te genieten van de vloeiende soli van altist Boots Mussulli. Jarenlang was hij solist in de Stan Kenton Big Band en evenals Chaloff is hij slechts sporadisch op plaat terug te vinden. Trompettist Herb Pomeroy, mede door zijn jarenlange educatieve bezigheden een enigszins vergeten en zeker ondergewaardeerde trompettist, verrast met frisse en felle bop-georiënteerde soli. De ritmesectie speelt wat statisch, maar stuwt wel lekker en de soli van pianist Ray Santisi zijn puntig en uiterst competent.

    Deze cd is een hernieuwde kennismaking met de in de vergetelheid geraakte en onder-gewaardeerde West Coast jazz. Het tegendeel werd vaak beweerd, maar deze jongens swingen de pan uit.

    (Jacques Los, 28.10.06) - [print] - [naar boven]





    Op zoek naar Tina Brooks

    "Ooit heb ik een 45-toeren EP'tje gehad van 'The Sermon' van Jimmy Smith. Halverwege het nummer was een fade-out ingelast, waarna het schijfje omgedraaid kon worden, en 'The Sermon' aan de andere kant na een fade-in verder ging. Een noodzakelijke vermin-king, gezien de beperkte speelduur van een EP. Zodra ik het mij kon veroorloven, heb ik de elpee aangeschaft. Toen bleek dat de opnamen nog een verminking hadden onder-gaan: de complete tenorsolo van Tina Brooks was eruit geknipt. Dit zou men symptoma-tisch kunnen noemen voor het muzikale leven van Tina Brooks."

    Aan de hand van de plaatopnamen die Brooks maakte voor met name het Blue Note-label herbewandelt Han Koolhof in een uitgebreid artikel de muzikale paden van deze onderge-waardeerde saxofonist, die met name door zijn vakbroeders werd gewaardeerd vanwege zijn fraaie, lyrische toon en zijn sterke composities en arrangementen. Naar aanleiding van de door Brooks geleverde composities en arrangementen voor zijn debuutalbum 'Open Sesame' (Blue Note, 1960) zei trompettist Freddie Hubbard: "Tina made my first record date wonderful. He wrote and played beautifully. What a soulful, inspiring cat. I loved him."

    Klik
    hier om het artikel te lezen.

    (Jacques Los, 27.10.06) - [print] - [naar boven]





    Trygve Seim - 'The Source' (ECM, 2006) ***½

    De Noorse saxofonist/componist Trygve Seim heeft hier een voorkeur voor langzame tempi. Hij wil dat de muziek zich langzaam ontvouwt en schept daarmee tijd om alles in je op te nemen, zoals hij afgelopen zomer vertelde aan Frank van Herk, die hem interviewde voor de Volkskrant.

    Seim heeft een lichte toon op tenor- en sopraansax. Trombonist Øyvind Brække speelt verzorgd, maar soms wat te braaf. Hij is in zijn improvisaties niet bijzonder creatief en mist nog persoonlijkheid. Wat wil je ook met mannen als Wierbos, Buis en Reijngoud zo dichtbij of Nils Wogram? Dan ben je verwend natuurlijk. Bassist Mats Eilertsen is nogal eens in Nederland te horen. Hij heeft een grote toon met veel hout. Hij overtuigt en imponeert hier een cd lang. Een bassist die meer bekendheid verdient.

    Deze cd maakt gaandeweg meer indruk. De composities hebben een sterk recitatief ver-tellend karakter met nogal wat unisono's van sax en trombone. De laatste vijf stukken zijn het sterkst. De opnamekwaliteit staat buiten kijf; alle instrumenten zijn mooi gedefi-nieerd en het totale geluidsbeeld is uitstekend. Hoogtepunten qua sfeer en toonzetting zijn de dromerige, filmische compositie 'Mmball' van drummer Per Oddvar Johansen en 'Mail Me Or Leave Me', omdat je hier een hecht collectief aan het werk hoort.

    Meer weten?
  • Onze recensie van het album 'Sangam' van Trygve Seim.

    (Anoniem, 26.10.06) - [print] - [naar boven]





    Hilmar Jensson: gastprogrammeur van het European TryTone Festival

    Op 2, 3 en 4 november vindt het European Trytone Festival plaats met concerten in Tilburg (Paradox) en Amsterdam (Zaal 100). De IJslandse gitarist Hilmar Jensson is de gastprogrammeur van het European TryTone Festival 2006. In het programma dat hij heeft samengesteld ligt de focus op de creatieve, moderne kant van de IJslandse jazz.

    In het eerste deel van een serie artikelen over dit festival richtte Koen Schouten zich vooral op de muziekgeschiedenis van IJsland, waar meer muziek wordt gemaakt dan waar dan ook. Geen sferische fjørdenjazz, maar een borrelende mix van Europese en Ameri-kaanse invloeden. In het tweede artikel ondervraagt hij Hilmar Jensson naar diens in-vloeden en voorliefde voor onregelmatige maatsoorten. De curator van TryTone vertelt over zijn bands Tyft en Napoli 23, en het verfrissende pianotrio Filis, die alledrie optreden tijdens het komende festival.

    Meer weten?
  • De website van TryTone.

    (Anoniem, 26.10.06) - [print] - [naar boven]





    Bo's Art Trio ontmoet Simon Vinkenoog: jazz en live poetry

    Aanstaande zondagmiddag speelt Bo's Art Trio met dichter/performer Simon Vinkenoog in Kunsthuis 13 te Velp. Zij brengen het programma 'Cobra'.

    Het trio ontmoet een van de grondleggers van de live poetry: Simon Vinkenoog, die op onnavolgbare wijze voordraagt uit eigen en andermans werk. "Wij zijn de getuigen van knarsende, brekende, barstende tijden en onze muziek deelt daarin mee", hoor je dichter Vinkenoog zeggen. Mooier had hij het niet kunnen formuleren, want het trio van Bo van de Graaf (saxen), Michiel Braam (piano) en Fred van Duijnhoven (drums) spiegelt de wereld niet mooier voor dan hij is. Nét als Simon Vinkenoog, die voordraagt uit eigen en andermans werk. Het lijkt erop dat de musici er alles aan gedaan hebben om het vooral niet lekker, mooi of harmonieus te laten klinken. Toch zijn er ook genres te ontdekken, zoals ragtime. En de heren wagen zich ook aan een (alternatieve) smartlap. Wel met gevoel voor humor.

    De gedreven en geëxalteerde performance van Vinkenoog sluit naadloos aan bij de werk-wijze van Bo's Art Trio: muziek met een groot beeldend vermogen, direct uit de tube, spontaan en met een voorliefde voor felle kleuren, hier en daar gelardeerd met fijne nuances en miniatuurtjes. De 78-jarige Vinkenoog staat nog steeds volop in de belang-stelling, getuige zijn optredens met Spinvis en als solist op vele poëzie-manifestaties.

    De musici van Bo's Art Trio spelen improvisatiemuziek die niet aan stijl gebonden is. Op basis van korte, kernachtige thema's wordt er uitbundig en spontaan gemusiceerd. Enkele jaren geleden maakte dit trio al furore met het programma 'Niet Met De Deuren Slaan', waarin werd geïmproviseerd op liedjes uit de kinderserie 'Ja Zuster, Nee Zuster'. De VPRO bracht een cd uit van dit project (Eigenwijs 9738). Bo's Art Trio speelt composities van Bo van de Graaf. De stukken zijn aanleiding voor heftige en hilarische muzikale discussies. Opvallend is de snelheid en wendbaarheid van de improvisaties. Ze zijn geestig, spits en vol van warme emoties.

    Meer weten?
  • De website van Kunsthuis 13.

    (Anoniem, 26.10.06) - [print] - [naar boven]





    Lester Bowie Brass Fantasy - 'When The Spirit Returns' (Dreyfus/Birdology, 2003)

    De legendarische trompettist Lester Bowie (1941-1999) groeide op in St. Louis, maar maakte vanaf 1965 deel uit van de florerende zwarte avant-garde in Chicago als lid van The Art Ensemble Of Chicago. Hij gold als een van de belangrijkste trompettisten van de free jazz, maar bleef wel met beide benen in de jazztraditie staan. Vooral met zijn orkest Brass Fantasy greep hij graag terug naar elementen uit eerdere stromingen. Opvallende bezetting: vier trompetten, hoorn, drie trombones, slagwerk; de baslijnen werden gespeeld door een tuba.

    Op dit album dat werd opgenomen in 1997, twee jaar voor zijn dood, komen verschillende elementen uit zijn muziek tot uitdrukking, in tien stukken van verschillende herkomst, met 'One Love' van Bob Marley als meest opmerkelijke titel. Mooie arrangementen (hier en daar misschien wel voorbeeldig speelmateriaal voor het hafabra-segment van het vader-landse muziekleven), lekkere solo's, en ondanks de uitgebreide bezetting een grote mate aan voelbare spontaniteit en speelplezier. Ik beleef bijzonder veel plezier aan de warme klankkleuren die dit instrumentarium, met die huppelende tuba, kan opleveren.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 26.10.06) - [print] - [naar boven]





    Buis en zijn Brivaboebilarinotes
    Joost Buis' Astronotes, maandag 2 oktober 2006, Wilhelmina, Eindhoven

    Doorgewinterde improvisatoren stonden hier op het podium. En trombonist Joost Buis speelde hiermee volgens eigen receptuur een programma van toegankelijke melodieën, soms met verwijzingen naar de jazzhistorie, maar vaak ook met hedendaagse en tegen-draadse uitspattingen. Er bleef voldoende ruimte voor improvisaties waarin men afstand kon nemen van de veelal zorgvuldig uitgeschreven partijen. Bij Buis is ook de humor nooit ver weg. Kijk maar naar de titels van de gespeelde stukken: 'Grilkijker', 'Brivaboebilari', 'Zoomin' en 'Do Zijn'. Het was hoorbaar dat hij stevig geworteld is in de jazztraditie. Vanuit die basis vertrekt hij en hierop bouwt hij zijn eigentijds concept.

    Met zijn muziektrawanten weet hij vele sferen en stemmingen te verklanken, die met goede improvisaties worden gekruid en verpersoonlijkt. Neem bijvoorbeeld rietblazer Tobias Delius met zijn improdelicatesse in 'Hummelo' of Jan Willem van der Ham op fagot met zijn donkere schilderingen in 'Grilkijker', waarbij de percussionisten Alan Purves en Michael Vatcher met subtiel slagwerk de zaak inkleurden en onderlijnden. Gitarist Paul Pallesen speelde een stevig en groovy solo in 'Zoomin' en Frans Vermeerssen ontketende op sopraansax in 'Brivaboebilari', en werd door fraai 'tranquillerend' spel van pianist Achim Kaufmann en Pallesen weer aan banden gelegd. Van der Ham excelleerde met zijn intro van 'Tunguska Butterfly'. Een fraaie orkestratie met goed uitgevoerde bellnotes, een volvette walking bass van Wilbert de Joode en een melodieus en harmonisch Elling-toniaans slot. Buis zelf ging uit zijn dak in 'Clues', een stuk met guitige dissonanten. 'Youth', een stuk opgedragen aan Harry Carney, de baritonsaxofonist uit het orkest van Ellington, was uiteraard een feature voor Vermeerssen met een latin-feel solo op een oorstrelend harmonieuze bedding van het ensemble.

    Achim Kaufmann was in dit gezelschap zeer op zijn plaats. Daarvan gaf hij op overtuigen-de wijze blijk, zoals met zijn solo in 'Do Zijn' en zijn ademstokkende intro van 'Biefstuk'. De Joode speelde suspensief in 'Albast', gevolgd door onheilspellende toevoegingen van Vermeerssen en Van der Ham die de sfeer nog dreigender maakten. Tenslotte brengt Jan Willem van der Ham met een 'Peter en de Wolf'-achtig citaat dit stuk naar het einde. Hij was zonder meer mijn 'Man of the Concert'. Energiek, prominent en uitermate boeiend waren zijn solistische bijdragen vanavond. Hij speelde met presence, passie en zeggings-kracht van het begin tot en met de toegift, het heerlijke 'Nantones', Buis' hommage aan Joe "Tricky Sam" Nanton, de onvergetelijke trombonist uit de Ellingtons bigband. Joost Buis was hierin diens reïncarnatie en liet met plunger zijn trombone spreken als een stemband, met fraai pianospel als onderbouwing van Achim Kaufmann. Een pianist waarvan we helaas te weinig horen.

    Klik
    hier voor een fotoverslag van dit concert.

    (Anoniem, 25.10.06) - [print] - [naar boven]





    Rima Khcheich in Nederland voor eenmalig concert

    De gerenommeerde Libanese zangeres Rima Khcheich komt naar Nederland voor een bij-zonder concert in het kader van de conferentie 'Oorlog en Vrede' op zondag 29 oktober in Felix Meritis in Amsterdam. Khcheich heeft de afgelopen jaren een speciale band opge-bouwd met de jazzmusici van Jazz In Motion. In 2002 zong ze in de Arabisch/Nederlandse groep Orient Express (met het Yuri Honing Trio) en de gelijknamige cd werd voor een Edison genomineerd. Een succesvolle concerttournee volgde met onder meer een optreden op het North Sea Jazz Festival.

    Voor haar eerste soloproject 'Yalalalli' nodigde Rima de Nederlandse bassist Tony Over-water uit om enkele duostukken op te nemen. Overwater werd tevens muzikaal leider van haar begeleidingsgroep. In april 2006 vonden de presentatieconcerten plaats in Beirut.
    De geplande tournee in september werd door de tussenkomst van de oorlog in Libanon geannuleerd.

    Rima speelt een rol in de korte, maar zeer indrukwekkende videobrief 'From Beirut to ... those who love us', die tijdens de oorlog in Libanon werd gemaakt door diverse Libanese kunstenaars en die via het internet wereldwijd werd verspreid.

    Nu komt Rima naar Nederland voor een eenmalig concert, waarbij ze wordt begeleid door saxofonist Yuri Honing, gitarist Maarten van der Grinten, bassist Tony Overwater en drummer Joost Lijbaart. Zij verzorgen het avondprogramma van de conferentie. Begin 2007 verschijnt een nieuwe cd van Rima op het label Jazz In Motion Records.

    Meer weten?
  • Klik hier voor informatie over de conferentie 'Oorlog en Vrede'.

    (Anoniem, 24.10.06) - [print] - [naar boven]





    Johnny Coles – 'Little Johnny C' – (Blue Note, 2005) ****

    In de serie remasterde cd's van het label Blue Note en technicus Rudy Van Gelder zijn veelal bijzondere en belangrijke reissues verschenen uit de grote hoeveelheid opnamen die in de vijftiger en zestiger jaren op het spraakmakende label zijn gemaakt.

    Het bijzondere van dit album is dat zowel trompettist Coles als altsaxofonist/fluitist Leo Wright niet al te veel op plaat of cd zijn verschenen en dat het album uitsluitend compo-sities bevat van pianist Duke Pearson. Little Johnny Coles mag dan inderdaad klein van stuk zijn geweest (hij overleed in 1996), hij was beslist geen kleine jongen in de jazz. Hij heeft geruime tijd in de orkesten van Gil Evans gespeeld en toerde door Europa met de formatie van Charles Mingus, waarin onder anderen ook Eric Dolphy en Clifford Jordan speelden.

    Op dit album etaleert hij zijn warme trompetgeluid, beheerste notenkeus en melodieuze opbouw van chorussen. Zijn spel is geworteld in de blues, hetgeen niet zo gek is gelet op het feit dat hij met 'jazzbluesers' als Eddie 'Cleanhead' Vinson en Bullmoose Jackson gespeeld heeft. In de snelle wals 'My Secret Passion' speelt de dan jonge tenorist Joe Henderson zijn beste solo van de sessie. Zijn geluid is krachtig en donker en zijn frase-ringen zijn logisch en origineel. Hier tekent zich reeds zijn latere, meer geavanceerde stijl af. De soli van altist Leo Wright zijn glashelder en passen naadloos in het funky, bluesy, swingende repertoire. Zijn cooking soli zijn te plaatsen in het post-Parker idioom en hebben dezelfde drive en intentie als die van Cannonball Adderley.

    Met deze cd en met behulp van de stevig swingende ritmesectie (bassist Bob Cranshaw en drummers Walter Perkins en Pete LaRoca) heeft Coles een fris, kwalitatief en groovy album afgeleverd, dat naar meer 'Little Johnny’s' smaakt.

    (Jacques Los, 24.10.06) - [print] - [naar boven]





    Vliegende start van nieuw Dick de Graaf Kwartet
    zondag 1 oktober 2006, Jazzclub P60, Amstelveen

    In jazzclub P60 in Amstelveen was dit keer het Dick de Graaf Kwartet geprogrammeerd. De Graaf, bekend van de mix van eigen stukken en cross-overs met klassiek, pop en wereldmuziek, is bovenal een jazzmuzikant die speelt met het motto 'jazz is de meest gastvrije muzieksoort'.

    En dit keer was het een erg bijzonder concert, want De Graaf presenteerde voor de aller-eerste keer zijn nieuw samengestelde kwartet met Jeroen van Vliet op de Fender Rhodes, Guus Bakker op contrabas én basgitaar en Pascal Vermeer op drums. Deze vier muzikan-ten presenteerden zich hier dan ook voor de eerste maal aan het publiek. Dick de Graaf was bij aanvang duidelijk trots om zijn relatief jeugdige medemuzikanten te kunnen voor-stellen en vertelde, een beetje benauwd-lacherig kijkend, dat men nog nauwelijks gere-peteerd had. Van een mogelijke remming was echter niets te merken, want de band was een half uur voor het aanvangstijdstip al geestdriftig aan het spelen, waardoor enkele geïnteresseerde bezoekers van deze jazzclub bij binnenkomst ongetwijfeld de indruk kregen dat ze te laat waren.

    Het openingstuk 'Alouch Of Bela' had De Graaf 'meegenomen' van het Bela Bartok Festival in Budapest. Dit stuk had een klassiek aandoend thema waar De Graaf, spelend op zijn tenor met die prachtige sound die we van hem kennen, zich behendig doorheen laveerde. Bijzonder bij een openingstuk, dat meestal rustig van start gaat, was het feit dat Dick, direct na het thema gespeeld te hebben, in up-tempo vervolgde. Dit werd mogelijk ver-oorzaakt door het lekker opjuinende drumwerk van Pascal Vermeer. De Graaf had er dus duidelijk zin in en was van plan om zich duidelijk direct te manifesteren door alle registers te verkennen. Eigenlijk leek het of hij hier nogmaals wilde benadrukken wat een geweldig jazzinstrument de saxofoon toch binnen de jazz kan zijn. Ook de soepele overname van de solo door Jeroen van Vliet mocht er zijn, met een verbluffend solide ondersteuning van bas en drums. Na de daarop volgende prachtig opgebouwde solopartij op de contrabas van Guus Bakker, met verschillende dubbeltonen begeleid door Vermeer die zijn bekkens met de hand beroerde, werd het barok aandoende thema weer ingezet en kon deze eerste set worden afgesloten met een driftige mengeling van klanken van deze vier improvisatoren.

    Bij de overige negen composities zaten veel premières, en was het voor de aanwezigen een lust voor oog en oor om dit nieuwe Dick de Graaf Kwartet gade te slaan en te genieten van de solide sound. De zich als grote animator manifesterende Dick de Graaf bespeelde in twee stukken ook de sopraansaxofoon, om daarna duidelijk met graagte weer terug keren op zijn vertrouwde tenor. Eigenlijk etaleerden tijdens dit concert alle musici hun vakmanschap. Te beginnen bij drummer Pascal Vermeer; spelend op kousen-voeten ("want anders krijg ik maar kramp in de voeten") bespeelde zijn instrument alsof hij hier zelf mee versmolt. Hij is op dit moment een van de zeer talentvolle professionele Nederlandse drummers. Guus Bakker wist alle stukken - vaak complex van structuur - behendig met zijn baslijnen te ondersteunen. En een lachende Jeroen van Vliet bespeelde in dit nieuw geformeerde kwartet zijn instrument alsof hij dit al jaren in deze formatie gewoon was te doen.

    In Monks 'Ask Me Now' bewees Dick de Graaf in een mooie openingssolo, spelend op zijn tenor met een volle royale toon, dat hij moeiteloos de aandacht van de aanwezige luisteraars wist vast te houden. Met inspirerende muzikale wendingen gaf hij aan ook een echte no-nonsense saxofonist te zijn. Het slotstuk 'Dekadeka' nam De Graaf twintig jaar geleden al op voor zijn debuut-lp op het Limetree-label (dit stuk heette toen nog 'Second Trying'). Met opzwepende solo's in het latin-idioom en met complexe ritmische contouren leek het net alsof de musici een spurt naar de eindstreep wilden maken, om zodoende dit zéér geslaagde debuut van het nieuwe Dick de Graaf Kwartet af te ronden.

    (Anoniem, 24.10.06) - [print] - [naar boven]





    Roppongi Trio is er klaar voor

    Afgelopen jaar heeft het Roppongi Trio, bestaande uit Frans Vermeerssen (rieten), Joop van Erven (slagwerk) en Hans Sparla (accordeon en trombone), hard gewerkt aan het repertoire en na enkele try-out optredens is het trio nu concertrijp.

    Roppongi is een moderne wijk in Tokio, waar de leden met Bik Bent Braam een optreden verzorgden. Na afloop vertelde Sparla aan Van Erven en Vermeerssen dat zijn passie voor de accordeon opnieuw opbloeide en hij weer serieus praktiseerde. Er kwamen ideeën op gang om daar in een formatie iets mee te gaan doen en zo werd de kiem gelegd voor dit Ropppongi Trio.

    Terug in Nederland werden er stukken geschreven. Het trio ging repeteren en nam een demo op. Komend jaar staat een cd-release gepland bij Morvin Records. Inmiddels heeft het trio een eerste optreden gehad tijdens de ZomerJazzFietsTour voor een uitverkochte kerk waar hun muziek met veel enthousiasme werd ontvangen.

    De muziek is gevarieerd en bestaat uit composities van de drie trioleden. Er wordt volop geïmproviseerd op en om karakteristieke thema's die in fraaie arrangementen zijn gezet. De bezetting - saxen, accordeon of trombone en drums - is niet alledaags en biedt veel mogelijkheden en diversiteit in klankkleur, stijl en dynamiek. Op hun
    website is hun demo te beluisteren en zijn ook korte biografieën van de leden te lezen.

    (Anoniem, 23.10.06) - [print] - [naar boven]





    Wolfgang Haffner - 'Shapes' (Pink/ACT, 2006)

    De nog relatief jonge Duitse jazzdrummer Wolfgang Haffner kan met gepaste trots verwijzen naar een mooie loopbaan, waarin hij speelde met grootheden als Johnny Griffin, Clark Terry, Harry Edison, Joe Pass en Klaus Doldinger. Hij vergaarde zijn eerste roem als 18-jarig slagwerktalent in de band van de Duitse tromboneveteraan Albert Mangelsdorf. Die verwantschap met de trombone is ook merkbaar in dit nieuwe album, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de trombone van Nils Landgren.

    Met verder nog trompettist/toetsenist Sebastian Studnitzky, gitarist Frank Kuruc en bassist Lars Danielsson (ook op cello te horen) spelen ze een repertoire van geheel door Haffner zelf geschreven stukken: klanklandschappen op basis van stevige (maar nergens lompe) grooves. Er komt veel elektronica aan te pas, maar desondanks klinkt een en ander redelijk natuurlijk. In zijn sublieme gestopte-trompetsolo in het sfeervolle titelstuk (met geraffineerde effecten van achteruit afgespeelde muziekfragmenten) doet Studnitzky even denken aan Eric Vloeimans.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 23.10.06) - [print] - [naar boven]





    Bird 'n Trane Music
    Rein de Graaff Trio & Guests, vrijdag 6 oktober 2006, Theater de Tobbe, Voorburg

    Hij doet het weer, de voormalig groothandelaar in huishoudelijke apparaten uit Veendam die ons al jaren met enige regelmaat weet te verrassen. Telkens haalt hij weer uitste-kende saxofonisten van vroeger en nu uit vele buitenlanden naar ons toe. Dit keer de Engelse altsaxofonist Peter King en de eveneens Engelse tenorsaxofonist Alan Skidmore. Verder Rein de Graaff op piano, Marius Beets op contrabas en Eric Ineke op drums. Peter King, die na het horen van de muziek van Charlie Parker overstapte van de klarinet op de altsaxofoon en sindsdien met de groten der aarde speelde. Alan Skidmore, die wereldwijd geldt als een van de beste vertolkers van Coltrane's muziek. Wat maak je met zulke blazers anders dan een programma 'Bird ’n Trane Music'?

    Dit fenomeen mocht ik bijwonen in het pas nog geheel gerenoveerde Theater de Tobbe in Voorburg. Het vond plaats in de hal met bar, hetgeen de jazzkroeg-sfeer zeer ten goede kwam. Het grootste deel van het plafond is laag, maar gelukkig is er een vide, zodat ook boven enkele mensen het concert kunnen bijwonen. Dat bleek later wel een uitkomst...

    Tijdens de eerste set zat ik vrij dicht bij de muziek met een grote betonnen paal achter mij. Dit leverde een oorverdovend goede show op, zoals Neerlands Hoop al eerder grapte. Mogelijk lag het aan het feit dat ik erg aan dat geluid moest wennen, maar ik had de indruk dat het gezelschap vrij langzaam op stoom kwam. Dat nam echter niet weg dat er al in het eerste nummer 'Like Sonny' van John Coltrane mooie momenten voorkwamen en Eric Ineke bewogen werd tot zijn alom bekende brede schaterlach. King kon tijdens de solo van Skidmore als het ware zijn mond niet houden en stond zachtjes tegen de muur mee te blazen.

    Tijdens het tweede nummer 'Billie’s Bounce' van Charlie Parker bleek dat ook de techniek wat last had van de akoestiek, hetgeen Rein de Graaff noopte de overige heren even aan hun lot over te laten en te overleggen omtrent zijn monitor. Reeds tijdens dit nummer werden we getracteerd op een spetterende solo van King, waarna Skidmore niet kon achterbijven en ook hij de zaal een warm applaus wist te ontlokken. De lopende bas onder de solo van De Graaff werd door Ineke met boeiende accenten verlevendigd en
    ook de solo van Marius Beets mocht er wezen.

    Hierna zette King het nummer 'Old Folks' in met een prachtige en zeer vrije solo, die helaas verstoord werd door enkele bargasten achterin de ruimte die op luide toon toch wel erg veel te bespreken hadden. Ja, in zo'n door vrijwilligers gerund theater vindt men altijd wel een aantal van die lieden die menen alles al eens gehoord te hebben. De lange solo van Beets, waarmee 'Impressions' van Coltrane begon, demonstreerde nog weer eens te over het kunnen van deze uitstekende bassist.

    Na de pauze heb ik mijn oren wat gespaard en ben ik boven gaan zitten. Dat kwam de eenheid van het geluid zeer ten goede. Tijdens de tweede set leek het stelletje eerst goed los te komen. Vooral Skidmore leek hoorbaar beter in zijn vel te zitten. We konden met een tevreden gevoel het pand verlaten.

    Thuisgekomen heb ik er de oude Parker-opnamen nog eens bijgehaald, om te constateren dat de sfeer van die muziek toch wel erg anders is. Voornamelijk uitte zich dat in het ontbreken van een trompet bij Rein de Graaff. Zijn uitgesproken voorkeur voor de saxo-foon geeft die klasieke jazz wél weer een geheel eigen atmosfeer. Toch herinner ik mij de opname die ik in het theatercafé van Nighttown in Rotterdam maakte in december 2001. Hij had toen Teddy Edwards bij zich en vulde het geheel aan met Saskia Laroo. Dat kwam al weer veel dichter bij die Parker-tracks, die ik nu allemaal weer eens ga beluisteren. Voorlopig ben ik voor niemand thuis.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    (Anoniem, 21.10.06) - [print] - [naar boven]





    Nieuwe jazz uit IJsland op het European TryTone Festival

    Op 2, 3 en 4 november vindt het European Trytone Festival plaats met concerten in Tilburg (Paradox) en Amsterdam (Zaal 100). De IJslandse gitarist Hilmar Jensson is de gastprogrammeur van het European TryTone Festival 2006. In het programma dat hij heeft samengesteld ligt de focus op de creatieve, moderne kant van de IJslandse jazz.

    Er wonen minder mensen in heel IJsland dan in de stad Amsterdam. Toch zijn er duizen-den orkesten, koren, muziekscholen en bandjes. De IJslandse muziekscene bruist en borrelt, mede dankzij internationaal succesvolle popacts als Björk, Sugarcubes en Sigur Ros. Ook de jazzcultuur op het eiland is rijk en divers, maar bij ons nagenoeg onbekend. Trytone haalt voor de achtste editie van zijn jaarlijkse internationale festival drie bands uit de voorhoede van de IJslandse jazz naar Nederland: Tyft, Napoli 23 en Filis.

    De concerten van het European TryTone Festival vinden plaats in de eerste week van november in Tilburg en Amsterdam. Er is een 'carte blanche' voor Hilmar Jensson in Zaal 100 (2/11). En Napoli 23, Flis en Tyft treden op in Paradox (3/11) en Bimhuis (4/11).

    Meer weten?
  • Klik hier voor een uitgebreid artikel over de IJslandse muziekscene met daarin een interview met
        Hilmar Jensson door Koen Schouten.
  • De website van TryTone.

    (Anoniem, 21.10.06) - [print] - [naar boven]





    Nik Bärtsch's Ronin - 'Stoa' (ECM, 2006) ***

    Nik Bärtsch (piano, Fender Rhodes), Sha (contrabas, basklarinet), Björn Meyer (bas-
    gitaar), Kaspar Rast (drums) en Andi Pupato (percussie) maakten een cd, waarmee je niet wegkomt met een eenmalige draaibeurt. Want pas na herhaald beluisteren geeft hij iets van zijn schoonheid prijs. Fascinerend door de kracht van de herhaling. Neo-klassiek minimalisme, new wave, repetitieve riffs en loops: haast monotoon trekt Bärtsch' muziek als in slow motion passerende landschappen aan je voorbij.

    Dat gebeurt veelal met minimale modulaties. Soms wordt de orde verstoord door plotse percussieve pianoakkoorden in tegendraadse ritmiek. Verrassend spannende stops zoals in 'Modul 35' van maar liefst 10 seconden en vervolgens herneemt men weer de basis-groove. Hier is geen sprake van melodieën met bijpassende akkoorden waarop geïmprovi-seerd kan worden, maar veeleer van gecomponeerde looping structures. Hoewel het meeste materiaal gecomponeerd is, is er ook ruimte voor improvisatie. Bärtsch zelf noemt zijn muziek Zen Funk.

    'Stoa' is zeker geen cd die eenvoudig te categoriseren is, maar wel aanleiding tot dis-cussie kan geven vanwege zijn vernieuwende aspecten. Als luisteraar blijf je achter met ambivalente gevoelens, maar is dat niet altijd het geval bij het horen van 'oorvreemde' muziek? Hoe dan ook, liefhebbers van instrumentale improvisaties in de nu geldende zin van het woord zullen hier niet aan hun trekken komen.

    (Anoniem, 21.10.06) - [print] - [naar boven]



    Jazz bij Polygoon

    Naar aanleiding van de vijfde editie van Maastricht Jazz, dat onlangs werd gehouden, presenteert Omroep.nl deze week een themapagina over jazzmuziek bij het Polygoon Journaal. Er zijn bijzondere videofragmenten te bekijken; zo zien we onder meer Duke Ellington, Louis Armstrong, Benny Goodman en Lionel Hampton tijdens bezoeken aan ons land. Een opname uit 1935 laat een uitvoering van 'I Wished That I Were Twins' van tenorsaxofonist Coleman Hawkins en pianist Leo de la Fuente zien. Ook er zijn beelden van het vierde North Sea Jazz Festival in 1979.

    Klik
    hier om de Polygoon-fragmenten te bekijken.

    (Anoniem, 19.10.06) - [print] - [naar boven]



    The Turnaround

    The Turnaround #15

    De jazzoogst van de laatste maanden is weer rijkelijk gevarieerd en bevat opmerkelijk veel goede nieuwe cd's. Een kleine greep...

    Op het Brugse label De Werf verscheen onlangs de tweede cd van het nieuwe kwartet van altsaxofonist Ben Sluijs. Het betreft uitstekende liveregistraties, die werden gemaakt in september/oktober 2005 tijdens de JazzLab Series Tour in CC De Meent (Alsemberg) en Vooruit (Gent). Dit album toont andermaal Sluijs' hoge standaard aan; de uitstekende composities - enkele in suitevorm - geven zijn kwartetleden Jeroen van Herzeele (tenor-sax), Manolo Cabras (bas) en Marek Patrman (drums) alle gelegenheid zich te onder-scheiden. Opmerkelijk veel pittig vrij werk op deze schijf, maar ook typerende intiemere passages zoals we die van Sluijs kennen.

    Trombonist Nils Wogram sierde de nieuwe cd van zijn kwartet Root 70 met de fraaie titel 'Fahrvergnügen' (Intuition Records). Op zijn
    website kun je twee veelbelovende frag-menten van dit album, hun derde, beluisteren (wel even naar beneden scrollen). De twee voorgangers 'Root 70' (2001) en 'Getting Rooted' (2003) staan bij ondergetekende ge-boekstaafd als meesterwerkjen in de moderne jazz. Altsaxofonist Haydn Chisholm, bassist Matt Penman (die overigens sinds 2005 ook lid is van het SFJAZZ Collective) en Jochen Rückert (drums) zijn met Wogram allen technisch zeer vaardige, oorspronkelijke improvi-satoren, die melodisch sterke eigen composities weten te brengen. Met hun optreden tijdens Jazz in Duketown 2004 liet de band een onuitwisbare indruk achter.

    Verder verscheen bij ACT Music een interessante solo-cd van de Russische klavierleeuw Simon Nabatov. Op 'Pianoworks V: Around Brazil' concentreert hij zich op Braziliaanse muziek (met werken van onder meer Veloso, Jobim en Gil). Dit album is wederom een showcase voor zijn uitmuntende pianistische techniek en stijl, die uitwaaiert van straight ahead tot free jazz, maar ook barokinvloeden weerspiegelt. Hoewel Nabatov ook niet te beroerd is om zijn spel te larderen met een flardje absurdisme.

    (Anoniem, 18.10.06) - [print] - [naar boven]





    Miles Davis – 'Miles In Berlin' (CBS, 2005) ****

    Miles Davis heeft altijd al een goed oor gehad waardoor hij zich kon laten omringen met zeer goede sidemen. De bezetting op deze cd getuigt daar weer eens van. Het is één van zijn beste kwintetten: Wayne Shorter (tenorsax), Herbie Hancock (piano), Ron Carter (bas) en Tony Williams (drums). Het is het kwintet waarin de harmonische en ritmische vrijheden worden verkend. Het repertoire – overigens oud en vertrouwd en reeds eerder op de befaamde platen 'Kind Of Blue' en 'Milestones' te beluisteren – wordt in de improvisaties tot op het bot 'out- en inside' ontleed.

    Davis' groep was in die tijd – en zeker op de avond van 25 september 1964 in Berlijn – in grootse vorm. De modale schema's en bluesschema's vormden voor het kwintet de basis om zich in de soli maximale vrijheden te veroorloven, tegen het randje van de free jazz aan. In het snel ingezette 'So What' soleren Davis, Shorter en Hancock langdurig en inventief. De super stuwende Tony Williams is mede debet aan het geïnspireerde spel van de solisten.

    Eén van de hoogtepunten van deze cd is de niet op de oorspronkelijke lp uitgebrachte ballad 'Stella By Starlight'. Hierin etaleert de ritmesectie zijn meesterschap door enerzijds zeer flexibel en vrij – en soms zelfs geheel niet – te begeleiden en anderzijds in een strak medium tempo te swingen. In deze ballade bewijst Davis de meester te zijn van het subtiele, lyrische trompetspel. Aan het rijtje van Davis' top live-opnamen, zoals 'Live At The Black Hawk', 'At Antibes', 'Four And More', 'In Tokyo', 'At The Plucked Nickel', kan deze zeker worden toegevoegd.

    Overigens, heeft Miles Davis ooit een slechte plaat gemaakt?

    Labels:

    (Jacques Los, 17.10.06) - [print] - [naar boven]



    North Sea Jazz

    North Sea Jazz impressies: Benjamin Herman Quartet
    vrijdag 14 juli 2006, Ahoy, Rotterdam

    In het kader van zijn Boy Edgar Prijs Tour doet het Benjamin Herman Quartet vanavond Musis Sacrum (Mahler) in Arnhem aan. Benjamin Herman, Anton Goudsmit, Ernst Glerum en Joost Kroon (de stand-in voor Han Bennink) brengen dan ongetwijfeld ook werk van de succesvolle cd 'The Itch'. Vele jazzliefhebbers weten reeds wat dat betekent: frisse, spetterende en aanstekelijke 'gitaar-met-saxofoonjazz' van het hoogste niveau.

    Bezoekers van de Madeira-zaal op vrijdag 14 juli jl. kunnen erover meepraten. Met een in topvorm verkerende gitarist Anton Goudsmit bracht het kwartet tijdens de openingsdag van het North Sea Jazz Festival een cocktail van sterke eigen composities en een enkele uitgekiende cover. Rauwe jazz of zoals Benjamin Herman het in de liner notes van 'The Itch' noemt: 'Het geluid dat je krijgt als Dick Dale een date heeft met Doris Day in een ranzige Amsterdamse coffeeshop.' En inderdaad, de door Day bekend gemaakte beguine 'Would I Love You Love You Love You' krijgt in Rotterdam een schmierende interpretatie met de volvette, heldere attack van een ouderwets rock 'n' roll goes surf klinkende Gretsch-gitaar.

    "Met Ernst van Glerum op halve bas" kondigt Jules Deelder de onopvallende motor van de band aan. Glerum is de ultracoole Swingmeister met zijn steady walking basspel. Een genot om te horen, zeker nu zijn lekker smeuïge, 'houten' basgeluid eindelijk eens goed uitgelicht wordt in het klankbeeld. Lof daarvoor! Wat drumstokken en een snaredrum, meer heeft Han Bennink niet nodig om de show te stelen met compact stuwend drum-werk dan wel humoristische theaterachtige interludes. Zo wandelt hij tijdens een bassolo ogenschijnlijk rustig naar de ongebruikte gereedstaande piano links op het podium, om daar plotseling een flinke mep op te geven en aansluitend met zijn handdoek de vleugel te gaan 'afstoffen'. Met brushes op de podiumvloer begeleid hij een solerende Goudsmit, blazend op een woodblock imiteert hij een fluitende stoomlocomotief en een eigen solo verlevendigt hij neuriënd met de stokken tussen zijn tanden.

    Met zijn enthousiasme en spelvreugde weet de messcherp spelende Benjamin Herman als geen andere Nederlandse jazzmuzikant jongeren aan zich te binden met een saxofoon-geluid, dat even soepel als sexy klinkt. Zijn composities zijn doeltreffende melodieuze vehikels voor heerlijke solo's. En als Anton loos gaat, dan is hij een killer, die retestrakke licks en licht ontvlambare uithalen in een adem door weet af te wisselen met lieflijke kleinoodjes. Soms lijkt het wel alsof de tijden van de Hot Club de France herleven met Goudsmit als een modern-day Django Reinhardt.

    Alles ademt stijl aan deze groep, die moeiteloos omschakelt van vrije intro's naar com-pact swingende jazz, die kriebelt dat het een aard heeft, maar ook weet te overtuigen op de meer ingetogen en lyrische momenten. Gaat dat zien!

    Het concert in de Derde van Mahler (de foyer van Musis Sacrum), dat wordt georgani-seerd door Stichting Jazz in Arnhem, begint om 21.30 uur en is gratis toegankelijk.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Deze recensie is de zesde in een reeks concertverslagen van het North Sea Jazz 2006.

    Meer weten?
  • Kijk op de site van de Jazzorganisatie en klik op 'Tournee' voor een up-to-date overzicht van de
        concerten in het kader van de VPRO Boy Edgar Prijs Tour van Benjamin Herman.

    (Anoniem, 16.10.06) - [print] - [naar boven]





    Fred Hersch - 'The Fred Hersch Trio + 2' (Palmetto, 2004)

    De bezetting van dit album doet denken aan die van de beroemde hardbopkwintetten uit de jaren vijftig en zestig, maar de muziek heeft daar niet zo veel mee te maken. Pianist Fred Hersch breidde voor deze sessie zijn bestaande trio (met bassist Drew Gress en drummer Nasheet Waits) uit met tenorsaxofonist Tony Malaby en trompettist Ralph Alessi, met als doel zijn stukken in een bredere context te kunnen uitvoeren. Dat betekent: mooie melodielijnen en warme harmonieën, veel uitgeschreven collectieven, gelardeerd met elegant solowerk van Hersch, Malaby en Alessi, ondersteund door een sterk ritmeduo.

    Van de tien stukken zijn er negen van Hersch' hand, waaronder een eerbetoon aan alt-saxofonist Lee Konitz ('Lee’s Dream', een duet voor saxofoon en piano) en een geheel uit mineurakkoorden opgebouwde sfeertekening van het fenomeen depressie ('Black Dog Pays A Visit'). Vreemde eend in de bijt is de song 'And I Love Her' van Lennon en McCartney, die hier voorbij komt in een ingetogen versie met subtiele ritmische verschuivingen.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 16.10.06) - [print] - [naar boven]





    Randal Corsen opent waardig in jarige jazzclub

    De op Curaçao geboren pianist, componist en arrangeur Randal Corsen is dit seizoen 'Artist in Residence' van jazzclub Porgy en Bess in Terneuzen, die in april 2007 het 50-jarig jubileum viert. Voor het eerste concert op zondag 1 oktober jl. bracht hij een groep met Caribische en Latijns-Amerikaanse roots op het podium. Randal Corsen (piano), Eric Calmes (bas), Enrique Firpi (drums), Martin Verdonk (percussie) en Ulrich de Jesus (gitaar en kwarta) brachten het programma 'Muzik Antiyano', een mix van tumba's, danza's, walsen, polka's en latin jazz.

    Onze correspondent Eddy Westveer doet verslag van een waardig begin van de Randal Corsen-triologie. Klik hier voor zijn fotoverslag van dit concert.

    Meer weten?
  • Bekijk de website van Porgy en Bess voor meer informatie over de volgende twee concerten van
        Randal Corsen.

    (Anoniem, 16.10.06) - [print] - [naar boven]





    Column Herbert Noord

    "De kans dat kamikazepiloten hun op vernietiging gerichte actie overleefden mag vele malen hoger worden ingeschat dan de overlevingskans van een jazzblad in ons land.
    Het exploiteren van een dergelijke uitgave kan rustig onder de noemer liefdewerk en oud papier worden geschaard. Toch blijken er elke keer weer enthousiastelingen voor het jazzblad-karretje gespannen te kunnen worden. De klus die tot op heden door niemand geklaard is, denken zij wel even te kunnen klaren. Ik mag hier fijntjes om glimlachen."

    In een kritisch-humoristische column maakt Herbert Noord korte metten met "foute uitgangspunten die leiden tot de oprichting van een jazzblad". Klik op de button om de column te lezen.

    (Anoniem, 16.10.06) - [print] - [naar boven]





    Evan Stone - 'Sticks & Stone Vol. 1' (Red Jazz, 2006) ***½

    Dit is een plaat waarbij je de indruk krijgt dat je erbij bent. Het jazzclubgevoel komt over je, vooral als je de geluidssterkte van de stereo-installatie iets opschroeft.

    Op 16 juni van dit jaar werd in de City Sun Studio dit album 'Sticks & Stone Vol.1' opge-nomen door een wisselende groep musici onder leiding van drummer Evan Stone. Vandaar de titel natuurlijk. Of er nog een vervolg komt op dit album laat zich raden, want dit volume 1 is dit jaar uitgekomen. Evan Stone schijnt er gevoel voor te hebben om een goede band samen te stellen, want op dit album - het eerste dat hij voor dit Red Jazz-label heeft opgenomen - is hij naast bandleider en co-producer ook de man die zijn on-miskenbare muzikale drumstijl tentoon weet te spreiden in een negental stukken. Samen met fijne collega's die allen uit Los Angeles/Orange County komen: Matt Otto (tenorsax), Josh Nelson (piano), David Miller (bas), Steve Cotter (gitaar), Tony Guerrero (trompet), Joe Bagg (Hammond B3) en Sara Gazarek (vocaal).

    'Sticks & Stone' biedt een mix van jazzstandards en spiksplinternieuwe nummers, die de echte jazzfan, maar ook de casual luisteraar zullen bevallen. Het inventieve drumspel van Evan Stone houdt in de meeste nummers een dragende rol in, die rekening houdt met het karakter van de song. De lat lijkt behoorlijk hoog te worden gelegd in Billy Strayhorns 'Isfahan' en Dexter Gordons 'Cheesecake'. In laatstgenoemd nummer is heerlijk stuwend werk van Hammondspeler Bagg te horen en toont gitarist Cotter zijn vakmanschap in een prachtige solopartij. Maar ook in 'KCAMS', een van de twee creaties van saxofonist Matt Otto op deze plaat, worden de pannen van de daken af gespeeld.

    De vocale bijdrage van Sara Gazarek in 'Moonlight In Vermont' had echter achterwege moeten worden gelaten. Zij voegt niets toe aan deze plaat, sterker nog: ze verstoort met haar zang en met dit nummer juist de harmonische opzet van dit album.

    (Anoniem, 15.10.06) - [print] - [naar boven]





    Meesterdrummer Gurtu lust voor oog en oor
    dinsdag 10 oktober 2006, Tromp Festival, Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven

    Als je een Indiase tablaspeler aan het werk hoort, vraag je je weleens af hoe het zou klinken wanneer hij achter een drumstel plaats zou nemen. Een concert van meester-percussionist Trilok Gurtu, jurylid in het Tromp Concours, is daar een heel goed antwoord op. Afgelopen dinsdag speelde hij met zijn band (bestaande uit gitarist Roland Cabezas, violist Carlo Cantini en bassist Stefano Dall'ora) in het Eindhovense Muziekcentrum voor een razend enthousiast publiek.

    Wat Gurtu liet horen en zien was dan ook een ware traktatie. In zijn muziek combineerde hij elementen uit de Indiase slagwerktraditie met westerse jazz, maar met een stevige rock-inslag. Dit was geen halfzachte fusion; hij mepte vinnig in het rond als dat hem zo uitkwam. Met een gitarist en violist die zijn ritmes haarscherp volgden, klonk de band als een geconcentreerde versie van het Mahavishnu Orchestra uit de jaren zeventig.

    De uitmuntende musici speelden alert en op het scherp van de snede. Dat moest ook wel met een drummer die zijn instrumenten met verbeeldingskracht bespeelde, zich met groot gemak alle kanten op bewoog en de meest ingewikkelde patronen inpaste binnen het raamwerk van de muziek.

    Opzienbarend waren de twee improvisaties die Gurtu ten beste gaf. Daarin liet hij handen en voeten onafhankelijk van elkaar slaan, roffelen en tikken. Meermalen vormden zijn tabla's het uitgangspunt. Met zijn vingers ratelde hij de meest complexe patronen, die hij vervolgens scandeerde in de lettergrepen waarmee Indiase tablaleerlingen hun studie beginnen. Het enthousiasme van het publiek was niet alleen een kwestie van ongelooflijk vakmanschap; met zijn ontspannen, humoristische presentatie nam Gurtu iedereen voor zich in.

    Deze recensie verscheen eerder in Eindhovens Dagblad.

    (Anoniem, 13.10.06) - [print] - [naar boven]





    SFJAZZ Collective - 'SFJAZZ Collective' (Nonesuch, 2005) ****

    Het betreft live-opnamen van de SF Collective (SFJAZZ is een non-profit organisatie voor jazz- en jazzonderwijsprogramma's), die werden gemaakt in San Francisco en tijdens een tour door Californië in maart en april 2006. Gil Goldstein arrangeerde de Ornette Coleman-stukken voor dit octet vol klinkende namen: Bobby Hutcherson (vibes, marimba), Joshua Redman (tenor- en sopraansax), Nicholas Payton (trompet), Miguel Zenón (altsax, fluit), Josh Roseman (trombone), Renee Rosnes (piano), Robert Hurst (bas) en Brian Blade (drums). Allemaal musici met een open-minded kijk op het verleden, heden en toekomst van de jazz.

    Voor dit project koos men voor composities uit eind vijftiger en begin zestiger jaren, omdat jazz uit deze periode de meeste invloed heeft gehad op wat we vandaag de dag horen. Daarbij leverde iedereen van het octet een eigen compositie. Op deze cd zijn een zevental stukken bijeengebracht, een soort 'best of' uit een 3-cd box set 'Inaugural Season: Live 2004', die alleen verkrijgbaar is via SFJAZZ. Wat deze cd bijzonder maakt, is dat naast het gearrangeerde notenmateriaal voldoende ruimte werd vrijgehouden voor improvisaties, wat deze cd met zoveel improvisatorenpotentie zeer ten goede komt.

    De uitvoering van 'Rise And Fall' van Joshua Redman is uiterst energiek. Dan is er 'Peace', een stuk van Coleman dat ook voorkomt op diens controversiële 'The Shape Of Jazz To Come' uit 1959. Goldstein maakte een geslaagd arrangement van 'Una Muy Bonita', waar-bij hij veel respect toont voor de oerversie van Colemans 'Change Of The Century'-lp uit 1959. Hierin een hoofdrol voor een expressieve Redman op sopraansax, gevolgd door een Hutcherson-improvisatie van stand op de groovy basis van Hurst en Blade, waarna men weer terugkeert naar Colemans basis met een verrassend hilarisch coda. 'March Madness' van Bobby Hutcherson is het slotstuk met een feature voor Nicholas Payton. Robert Hurst speelt de melodielijn en geeft Hutcherson gelegenheid om het stuk naar een einde te leiden dat nauwelijks gekker kan, met grappige, herkenbare quotes in marstempo van alle musici.

    Meer weten?
  • Op de website van SFJAZZ vind je alle informatie over de organisatie, de groep, de concerten en alle
        andere projecten. Hier kun je ook terecht voor de gelimiteerde 3-cd box sets van SFJAZZ Collective.

    Labels:

    (Anoniem, 13.10.06) - [print] - [naar boven]





    Nominaties voor Edison Jazz Awards bekend

    De Edison Stichting heeft gisteren de nominaties voor de Edison Jazz/World Awards bekend gemaakt. In de categorie jazz nationaal maken onder anderen Eric Vloeimans (met zijn album 'Summersault') en Yuri Honing Wired Paradise (met de cd 'Temptation') kans op deze prijs. Een opvallende en terechte verschijning in de categorie jazz inter-nationaal is Andrew Hill met zijn uitmuntende album 'Time Lines'. Hij moet het opnemen tegen Manu Katché ('Neighbourhood'), Randy en Michael Brecker ('Some Skunk Funk') en het Brad Mehldau Trio ('Day Is Done').

    Voor de beste muziek-dvd zijn onder anderen Keith Jarrett en Billie Holiday genomineerd. In de categorie world behoren onder anderen Tania Maria en Anouar Brahem tot de kans-hebbers. De winnaars worden in november bekend gemaakt. Vorig jaar won Branford Marsalis twee Edisons, voor beste jazz-album internationaal ('Eternal') en beste muziek-dvd ('A Love Supreme - Live In Amsterdam'). Benjamin Hermans 'Heterogenity' won toen in de categorie jazz nationaal.

    De Edison, de Nederlandse prijs voor 'geluidsdragers van bijzondere kwaliteit', is de oudste muziekprijs in Nederland en wordt al sinds 1960 uitgereikt. De prijs, een bronzen beeldje van beeldhouwer Pieter d'Hont, is vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Grammy Award, de Duitse Echo Award en de Franse Victoire.

    Meer weten?
  • Klik hier voor onze recensies van de genomineerde cd's van Randy & Michael Brecker, Eric Vloeimans,
        Manu Katché, Branford Marsalis (ook de dvd), Yuri Honing Wired Paradise en twee cd-recensies van
        Anouar Brahem.

    (Anoniem, 13.10.06) - [print] - [naar boven]





    Workshop Jazz & Blues: Bert van Erk kiest voor het ritme

    "Een workshop geven is moeilijker, vind ik, is meer werken en nadenken dan zelf spelen met een bandje. Voor mij is het ook een workshop. Elke workshop moet voor mij ook 'n workshop zijn, ik moet ook wat leren. Nou, wat leer ik? Ik leer met minimale middelen er het maximale uit te halen. Je moet zoeken, nadenken: ja, wat zijn de essentiële dingen? Gewoon, dat ze zingen, dat ze grooven, ik laat ze klappen, worden ze ook losser van. Het moet een orkestje worden. Dus het gaat eigenlijk over orkestleiderschap. Met handi-caps. Nou, dat is ook interessant."

    Eddy Determeyer in gesprek met bassist Bert van Erk over improvisatieworkshops. Klik hier voor het hele artikel.

    Meedoen met een workshop?
  • Saxofonist Werner Janssen organiseert 4-daagse workshops improvisatie voor alle blaasinstrumenten
        in Buzancy (Noord-Frankrijk). Klik hier voor meer informatie.
  • Edwin Vanvinckenroye (Troissoeur) en Wouter Vandenabeele (Olla Vogala) geven de stage Folk en
        Jazz, een vijfdaagse cursus in Everbeek. Klik hier voor meer informatie.

    (Anoniem, 12.10.06) - [print] - [naar boven]





    Eric Ineke JazzXpress - 'Flames ’n’ Fire' (Daybreak, 2006)

    Voor mijzelf begin ik al langzamerhand te denken aan een tuintje met veel onkruid. Eric Ineke is misschien net een jaar jonger dan ik (en dat is ook goed te zien), maar die begint nu zijn eigen jazzformatie. Dat is pas liefde voor het vak! Sinds mei 2006 leidt hij The Eric Ineke JazzXpress en op 6 november van dit jaar komt de eerste cd van die groep uit: 'Flames ’n’ Fire'. Mij is het bijzondere voorrecht beschoren die plaat nu al te kunnen beluisteren.

    De samenstelling van de groep werd al aangekondigd in een eerder
    bericht op deze site. De cd werd opgenomen door Marius Beets in de Smederij in Zeist en ook het mixen, editen en masteren nam hij voor zijn rekening. Kortom, een zeer veelzijdige bassist, want als je de cd hoort, blijkt zijn spel er bepaald niet onder geleden te hebben. Hoewel ik als voormalig notoir concertbezoeker niet zo'n voorstander ben van studio-opnamen, maakt deze prachtig gemixte plaat onmiskenbaar duidelijk dat er wel degelijk iets voor is te zeggen.

    En dan die muziek: van de negen stukken tel ik vijf eigen composities, drie bewerkingen door Beets en slechts één intact gelaten compositie van Chick Corea. De heren hebben niet stilgezeten. Voor wie deze musici een beetje kent, behoeft het geen betoog dat we, ondanks alle eigen inbreng, hier niet te maken hebben met wilde experimenten met een hoog piepknorgehalte. Nee, dit is degelijke jazz en een genot om onder alle omstandig-heden te beluisteren.

    Een aanrader voor eenieder. Als je een cd kon stukdraaien, had ik nu een nieuw exem-plaar moeten gaan halen.

    (Anoniem, 11.10.06) - [print] - [naar boven]





    Heinz Sauer & Michael Wollny - 'Certain Beauty' (Pink/ACT, 2006)

    Een haast onwaarschijnlijk jazzduo: tenorsaxofonist Heinz Sauer, geboren in 1932, en pianist Michael Wollny, geboren in 1978. Deze Duitse musici schelen 48 jaar in leeftijd, Sauer had Wollny's grootvader kunnen zijn, maar ze spelen samen of het zo hoort. Sauer, groot geworden in de naoorlogse bop, vaak aan de zijde van de legendarische trombonist Albert Mangelsdorff, beschikt over een klassiek tenorgeluid, met power en expressiviteit, maar kan ook subtiel intoneren als een Ben Webster of een Stan Getz in hun beste dagen. Wollny komt uit een totaal andere generatie van musici, is vertrouwd met alle verschijnselen van de free jazz en de impro. Maar hoe onwaarschijnlijk het duo ook mag lijken: de twee vormen een ongekende succesformule. Hun cd-debuut in deze bezetting ('Melancholia' uit begin 2005) veroverde de internationale jazzpers en leverde een hand-vol aan prijzen en onderscheidingen op.

    Vandaar dit relatief snelle vervolg, zelfde formule, andere stukken, vijftien in getal. Een mix van relatief bekend en geheel onverwacht repertoire: stukken van Thelonious Monk ('Evidence', 'Ruby My Dear'), van de IJslandse popzangeres Björk, van Ellingtons tweede man Billy Strayhorn ('Lush Life' en 'Chelsea Bridge'), van funkberoemdheid Prince ('Nothing Compares To U'), van meesterarrangeur Gil Evans ('Blues For Pablo') en van opera-componist George Gershwin ('I Loves You Porgy'). Verder onder meer een compositie van de Zweedse pianist Esbjörn Svensson, de klassieker 'Lover Man' (vooral beroemd in de versie van Billie Holiday) en twee eigen stukken van Sauer. Dit alles vormgegeven in subtiel maar heel intens samenspel, worden ze korte schetsen van sfeer, de ene keer romantisch, de andere keer melancholisch, je zou haast spreken van impressionistische jazz. Via diens compositie 'Certain Beauty' wordt een eerbetoon gebracht aan Albert Mangelsdorff, waarmee niet gezegd wil zijn dat dit een album is van en voor Duitsers; Sauer en Wollny maken universele muziek. Van een uitzonderlijk hoog niveau.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 10.10.06) - [print] - [naar boven]





    Verjaardagskalender met Nederlandse jazzmusici

    Fotografe Geneviève Ruocco, die ook regelmatig voor Draai om je oren fotografeert, heeft onlangs een verjaardagskalender uitgebracht met foto's van Nederlandse jazzmusici. Met sfeervolle zwart-wit foto's brengt zij een eerbetoon aan de vele uitstekende musici die de jazzscene in ons land rijk is. Met sfeervolle zwart-wit foto's brengt zij een eerbetoon aan de vele uitstekende musici die de jazzscene in ons land rijk is.

    De kalender, met een afmeting van 42 bij 30 cm, kost € 15,- plus € 6,20 verzendkosten. Je kunt hem bestellen door een e-mail te sturen naar genevieve.ruocco@wanadoo.nl.

    Meer weten?
  • De website van Geneviève Ruocco
  • Klik hier voor meer foto's van Ruocco.

    (Anoniem, 10.10.06) - [print] - [naar boven]





    Tribute To Rob Madna
    Dutch Jazz Orchestra & Ferdinand Povel, vrijdag 22 september 2006, Institute Of Social Studies, Den Haag

    Andermaal heeft het Dutch Jazz Orchestra haar tanden gezet in een project. Wetende dat het geen sinecure is om betrouwbaar en compleet materiaal dat Rob Madna voor big band schreef te vinden, te reconstrueren, te completeren en speelklaar te krijgen. Ook heeft men het plan om in 2008 gereed te zijn met het opnemen van alle composities en arrangementen van Madna voor big band. Hetgeen moet resulteren in het uitbrengen van een 3-cd box.

    Het was Jerry van Rooyen die Madna aanspoorde om te gaan arrangeren en ook Thad Jones (Thad Jones-Mel Lewis Jazz Orchestra) waarvoor Rob Madna veel waardering had - met name voor diens harmonisaties - vroeg hem voor het orkest te schrijven. Maar Madna bedankte voor de eer. Bij leven was hij uiterst kritisch op zijn werk; hij hechtte hieraan zonder veinzen niet veel waarde. Hij was dan ook niet punctueel in het archiveren en registreren van zijn componeer- en arrangeerwerk. Daarover kan Albert Beltman en de werkgroep die speurwerk doet naar Madna's materiaal, de authenticiteit ervan bespreekt en onderzoekt (en waarin ook Rob Madna's zoon Arthur zitting heeft), alles vertellen! Maar vanavond was het zover en speelde het Dutch Jazz Orchestra een mooi boeketje Madnas. Aangezien John Ruocco twee weken op toer was in Duitsland met de Peter Herbolzheimer Big Band, werd het orkest deze keer geleid door Jan Wessels.

    Het Dutch Jazz Orchestra opende met de Madna-original 'T.J.' (Thad Jones) met solo's van Ruud Breuls en Simon Rigter. Deze laatste soleerde met kristalheldere toon en doorleefde voordracht in de ballad 'Day Dream'. In Madna's arrangement van Hancocks 'Toys' hoorden we fraaie vergezichten en oorstrelende klanklandschappen. Rob Madna schreef hier voor het orkest prachtige chromatische op- en neergaande lijnen, als een aangename bries na een warme zomerdag. Een uitstekend arrangement, dat dankzij Jan Faas (jazzmuziektheoreticus aan het conservatorium van Amsterdam) werd teruggevonden.

    In 1978 schreef Madna voor het North Sea Festival een suite in opdracht van de Johan Wagenaar Stichting. In de partituur noteerde Madna de naam Ferdinand Povel, maar deze heeft het toen niet gespeeld. Maar vanavond was Povel de gastsolist en in die hoedanigheid deed hij weer uitstekend van zich spreken. De inbreng van Breuls op trompet en op bugel in het langzame tweede deel van deze suite was bovenaards! Met zijn avontuurlijk lijnenspel, fraaie toon en zeggingskracht is hij geliefd in elke formatie waarin hij speelt.

    Na de pauze werd men getrakteerd op twee audiofragmenten: 'Lucky Man' en 'Spring Is Here' uit 1962 van het Boy Edgar Orkest met Rob Madna aan de piano. Deze bijzondere opnamen werden gevonden in het Nederlands Jazz Archief in de nalatenschap van Michiel de Ruijter. Het werd ervaren als een indrukwekkend intermezzo op deze Madna-avond. Het orkest had de handen vol aan het nog nooit eerder gespeelde 'So Sweet', een compositie van Duke Pearson in een arrangement van Madna, met behoorlijk pittige sax-partijen, maar het werd een uitvoering van formaat. Dit concert van het Dutch Jazz Orchestra onder de bezielende leiding van Wessels voelde goed. Er weerklonk veel affec-tie voor Rob Madna, die zeker gerekend mag worden tot een van Nederlands belang-rijkste componist-arrangeurs voor big band. Zijn bijzondere harmonisaties kwamen deze avond mooi over het voetlicht.

    Uw recensent was wat vroeger in Den Haag en kreeg nog een staartje van de repetitie mee. Opvallend was hoe toegewijd en in goede harmonie dit orkest werkt. Tot enkele uren voor het optreden werden de laatste geverifieerde correcties en notaties nog in de partijen aangebracht, consciëntieus gerepeteerd en gepolijst totdat iedereen er vrede mee had. Men wilde optimaal recht doen aan hetgeen de componist/arrangeur Rob Madna voor ogen had. Begrijpelijk, want het was Madna die in 1972 met een repetitieband begon die zou uitgroeien tot het huidige Dutch Jazz Orchestra. Een orkest dat voor de realisatie van dit soort projecten hopelijk kan blijven rekenen op financieel support uit cultuurfondsen.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Geneviève Ruocco.

    (Anoniem, 10.10.06) - [print] - [naar boven]





    Paul Berner - 'Running Outside' (Twister Records, 2006) ****½

    Contrabassist Paul Berner is vijftien jaar geleden uit Californië naar Nederland verhuisd en oogstte in 2003 enthousiaste kritieken met zijn album 'Open Country', dat hij realiseerde samen met pianist Monty Alexander, vibrafonist Frits Landesbergen, gitarist Ed Verhoeff en drummer Dré Pallemaerts. Dat Alexander meespeelde was een mirakel, want zie deze virtuoze pianist maar eens te strikken! Maar Berner is het gelukt, mede doordat hij inder-tijd zelf ook deel heeft uitgemaakt van het Monty Alexander Trio.

    Tijdens zijn jaren in New York heeft Berner met veel groten uit de jazz gewerkt: Dizzy Gillespie, Milt Jackson, Stan Getz, Mel Lewis, Peter Erskine, Joe Lovano en vele anderen. En na zijn aankomst in Nederland in 1990 heeft hij met bekende musici gespeeld als Eric Vloeimans, Toon Roos, Jesse van Ruller, Frits Landesbergen en Mike del Ferro.

    'Running Outside' moest voor Paul Berner een 'initiatief nemend jazzalbum' worden, waarin de jazzmuziek weer centraal geplaatst wordt; hij schijnt van mening te zijn dat andere muzieksoorten op dit moment interessanter lijken dan de hedendaagse jazzmuziek. En die behoefte om dit album in deze muziekrichting te creëren, deelt de contrabassist met zijn Paul Berner Band, bestaande uit twee vooraanstaande Nederlandse gitaristen: Ed Ver-hoeff en Peter Tiehuis, die voorheen nooit eerder hebben samengewerkt, en met een van Nederlands meest gevraagde drummers, Hans van Oosterhout.

    Op 15 september jl. was het dan zover dat dit nieuwe album het levenslicht zag in het Amsterdamse Bethaniënklooster. Het album is op 5 oktober 2005 en 26 februari 2006 opgenomen in de Amsterdamse Le Roy Studios.

    Een van Berners muzikale doelstellingen is om eenvoud en emotie samen te brengen in de hedendaagse jazzmuziek. Eenvoud in vorm, diepte, inhoud en emotie door in zijn spel regelmatig de gevoelige snaar weten te vinden. En toch is 'Running Outside' eigenlijk geen écht jazzalbum geworden, want de groep verkent erg veel terreinen via composities van Paul Berner, George Gershwin en Bruce Springsteen, dus evenzovele stemmingen. Elk nummer, ook al bestaat het uit een eenvoudige melodie, wordt getransformeerd tot een haast orkestrale gebeurtenis.

    Het album bestaat uit acht nummers en start direct al met het prachtige 'Shirts And Skins', een compositie met een erg aansprekend thema, dat als je niet oppast een hele dag door je hoofd kan gaan spoken. In Springsteens 'Ain’t Got You' speelt Berner een magistrale baspartij, met Hans van Oosterhout lekker swingend en met een geraffineerde beat ondersteunend. Ze blazen haast samen je boxen uit!

    'Running Outside' is een erg boeiend album geworden dat geen seconde verveelt, de luisteraar meevoert en regelmatig zal ontroeren. En wanneer dat geschiedt, dan is het uiteindelijke doel van muziek maken, het scheppen van emotie, door deze Paul Berner Band uitstekend gelukt.

    (Anoniem, 9.10.06) - [print] - [naar boven]





    Spiritueel concert ter nagedachtenis aan John Coltrane

    "Er is wierook bij binnenkomst, het glas in lood van Paradiso is helverlicht en op het po-dium branden kaarsen. Op de achtergrond speelt Coltrane 'A Love Supreme' en wanneer de muzikanten het podium betreden worden ze in blauw licht gehuld. Ter nagedachtenis aan de tachtigste geboortedag van John Coltrane presenteert Kindred Spirits 'For John Coltrane, Love Is Supreme', een odyssee door de spirituele jazz als eerbetoon aan het gedachtegoed van de saxofonist."

    Speciaal in het kader van dit concert werd het KS Ensemble in het leven geroepen, met onder anderen saxofonist Mete Erker, trompettist Dirk Beets, toetsenist Wiboud Burkens, bassist Eric van der Westen en drummer Erik Hoeke. Klik
    hier voor een uitgebreid concertverslag door Alexandra Mientjes.

    Meer weten?
  • Ons eerdere bericht 'Kindred Spirits herdenkt John Coltrane'.

    (Anoniem, 9.10.06) - [print] - [naar boven]





    Rob van Bavel - 'Generations' (Munich, 2006) ***½

    'Generations' is zo divers als de naam al aangeeft. De variëteit in het spel van Van Bavel weerspiegelt de diversiteit van de stukken op dit album. We horen Rob van Bavel solo in duet met zoon Sebastian, met zijn trio met Clemens van der Feen (bas) en Geert Strik (drums), en met gastspelers Martijn van Iterson (gitaar), Rik Mol (trompet en bugel), Ilja Reijngoud (trombone) en Tineke Postma (alt- en tenorsax). Er valt dus genoeg te beleven op deze cd!

    De gespeelde stukken zijn vrijwel alle Van Bavel-originals. Hij tekende ook voor de arrangementen. Kortom, een compleet visitekaartje van deze allround musicus. Vanuit zijn klassieke basis zocht hij meer en meer de improvisatie en daarmee het avontuur in de jazz. Zijn kwaliteit is al jaren onomstreden. Dit is geen conceptalbum met als rode draad een constante qua bezetting, arrangementen of repertoirekeus, maar wel een bron van waaruit twaalf interessante Van Bavels opwellen, waaraan iedere luisteraar zich kan laven.

    Meer weten?
  • Onze recensie van het concert van het Rob van Bavel Trio op 8 september jl. in Kraaij & Balder,
        Eindhoven.

    Labels:

    (Anoniem, 5.10.06) - [print] - [naar boven]





    Moeizame soli Tom Harrell in voortreffelijk eigen kwintet
    donderdag 21 september 2006, Bimhuis, Amsterdam

    Tom Harrell, onlangs 60 jaar geworden, lijdt sinds zijn twintigste aan schizofrenie. Het is dan ook opmerkelijk dat hij zich heeft ontwikkeld tot één van de betere moderne trom-pettisten in de jazzwereld. Tevens heeft hij een groot talent voor componeren. Hij speel-de in de gerenommeerde bigbands van Stan Kenton, Woody Herman en Mel Lewis. Ook speelde hij langdurig in het kwintet van altist Phil Woods. In de jaren negentig formeerde hij een succesvol octet, waarin onder anderen Don Braden, Greg Tardy en Gary Smulyan speelden. Zijn trompetspel was altijd helder, virtuoos, ideeënrijk en dynamisch.

    Helaas was hiervan weinig te horen op 21 september jl. in het Bimhuis. Misschien begint zijn ziekte - in combinatie met zijn leeftijd - hem parten te spelen. Slechts spaarzame flarden van zijn vroegere energieke spel waren te horen. Twijfelend en met een haperen-de embouchure worstelde hij zich moeizaam door de schema's. Het aantal chorussen werd beperkt gehouden, hetgeen betekende dat zijn medemusici de muzikale kastanjes uit het vuur moesten halen.

    Dat lukte gelukkig meer dan voortreffelijk. Harrell had een voortreffelijk hofje om zich heen verzameld. Bassist Ugonna Okegwo en pianist Danny Grissett bleken zeer compe-tente musici te zijn. De overige twee, drummer Jonathan Blake en tenorsaxofonist Wayne Escoffery, waren werkelijk subliem. Blake, een relatief onbekende drummer, is een uiterst muzikale en subtiele slagwerker. Zijn stuwend drummen en muzikaal begeleiden van pianist Grissett en tenorist Escoffery was een genot om te horen en inspireerde beide solisten tot bijzondere prestaties.

    In het bijzonder de soli van Wayne Escoffery waren uiterst verrassend. Het leek of hij het matige spel van zijn leider wilde compenseren. De tenorsaxofonist oogde uitermate relaxed tijdens de moeizame soli van Harrell, maar eenmaal aan de beurt voor zijn soli leek hij te ontketenen. Hij bouwde zijn improvisaties zeer bekwaam op en gaandeweg resulteerde dat in heftige, technisch knappe en enorme ideeënrijke muzikale exercities. Niet meer dan een vleugje Coltrane was nog te beluisteren in zijn spel dat voor het grootste deel bestond uit zeer originele licks, arpeggio's en patronen.

    Dankzij de kwaliteit van Harrells medemuzikanten en het verfrissende en bekwame spel van Escoffery in het bijzonder was een uitverkocht Bimhuis getuige van een memorabel concert.

    Klik
    hier voor een fotoverslag van dit concert door Hans Sirks.

    (Jacques Los, 5.10.06) - [print] - [naar boven]





    Nieuw jazzpodium in Neerpelt

    Jazzcase is de naam van een nieuw jazzpodium in Neerpelt (B). Met ingang van 1 januari 2007 wil Jazzcase in samenwerking met het Provinciaal Domein Dommelhof concerten organiseren op iedere derde donderdagavond van de maanden september tot en met maart in cultuurcentrum Dommelhof. De vereniging die deze concerten organiseert is partner in het culturele aanbod in Dommelhof. Initiatiefnemer/programmeur Cees van de Ven (die ook de Jazz at the Crow-concerten programmeert in Eindhoven) zoekt voor eind oktober enkele enthousiaste medewerkers om samen een dynamische ploeg te vormen om dit nieuwe jazzpodium tot een succes te maken.

    Geïnteresseerde jazzliefhebbers/vrijwilligers (m/v) kunnen contact opnemen met Cees van de Ven, Boonskuilstraat 19 B2, 3910 Neerpelt, per telefoon 011-747180 of e-mail
    ceesvandeven@telenet.be of met Bart Alders, Domein Dommelhof, telefoon 011-805002 of e-mail balders@limburg.be.

    (Anoniem, 5.10.06) - [print] - [naar boven]





    Coltrane en Getz samen op het podium

    In 1960 deed de 'Jazz At The Philharmonic'-tour van Norman Granz het Europese vaste-land aan. Ook de groep van Miles Davis maakte daar deel van uit. Op 28 maart 1960 deed dit programma het Duitse Düsseldorf aan. Wegens ziekte van Davis werd zijn band die avond geleid door John Coltrane.

    Gezien het feit dat Stan Getz met zijn kwartet ook deelnam aan die tournee, is het niet zo verwondelijk dat hij op een bepaald moment het podium betrad om mee te spelen met Coltrane en de zijnen. Achteraf bezien was dat zeer bijzonder, aangezien het enige keer zou zijn dat deze tenorsaxgiganten samen op een podium stonden. Naar nu blijkt is dit optreden vastgelegd op een onlangs gevonden video-opname.

    Ook het Oscar Peterson Trio was overigens een programmaonderdeel van die JATP-tour. We zien hem aan het begin van de opname de plaats innemen van Wynton Kelly aan de piano. Verder horen en zien we Paul Chambers op bas en Jimmy Cobb op drums. De band speelt het stuk 'Rifftide' van Coleman Hawkins.

    Bekijk de video via deze link.

    (Anoniem, 4.10.06) - [print] - [naar boven]





    Ellery Eskelin - 'Forms' (Harmonia Mundi/Hatology, 2004)

    Tenorsaxofonist Ellery Eskelin, oorspronkelijk uit Baltimore afkomstig, maakt sinds het eind van jaren tachtig deel uit van de Newyorkse jazzscene. Hij werkte wel in en met grotere ensembles (zoals de George Gruntz Concert Band), maar heeft een voorkeur voor een nogal minimalistische aanpak. In de voetsporen van Sonny Rollins is hij regelmatig te vinden in het trioformat tenor-bas-drums, te beginnen met deze opname uit 1990, toen nog met bassist Drew Gress en drummer Phil Haynes.

    Hij heeft een 'groot', ouderwets te noemen tenorgeluid, maar zijn idioom is bepaald niet ouderwets. Eskelin en de zijnen spelen intuïtieve muziek zonder veel afspraken vooraf, attent naar elkaar luisterend en op elkaar reagerend – dit trio is niet een saxofonist met begeleiders, maar een driemanschap met gelijkwaardigheid voor alle leden. De zeven stukken zijn allemaal van Eskelins hand, met vaak simpele naamgeving: 'Blues', 'Ballad', 'Bebop', 'Latin'. In dat soort stukken fungeert de aangegeven stijl vooral als uitgangspunt voor spontane exploraties.

    Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.

    (René de Cocq, 4.10.06) - [print] - [naar boven]





    Jimmy Vass overleden

    Altsaxofonist en fluitist Jimmy Vass is in de nacht van 20 op 21 september op 69-jarige leeftijd overleden. Hij is een relatief onbekend musicus, die evenwel zijn sporen heeft verdiend in zowel de avant-garde als de hardbop-scene.

    Hij maakte platen en toerde met grootheden als Charles Mingus, Andrew Hill, Charles Earland, Woody Shaw, Sunny Murray, Rashied Ali en Muhal Richard Abrams. Hij speelde zelfs op het album 'Feel Like Makin’ Love' van souldiva Roberta Flack in 1975. Zelf heeft Vass geen platen gemaakt als leider. Wel is hij vooral in de jaren zeventig een veel-gevraagd muzikant geweest. Niet alleen in de jazzscene, maar ook in de wereld van de funk- en soulmuziek. Tot aan zijn dood leidde hij zijn eigen band in en rondom New York.

    Meer weten?
  • De website van Jimmy Vass.

    (Jacques Los, 4.10.06) - [print] - [naar boven]



    Tournee Toots Thielemans Quartet afgelast

    Wegens gezondheidsredenen is Toots Thielemans genoodzaakt de resterende optredens van zijn Nederlandse tournee te annuleren. Voor het eerst in zijn loopbaan is hem door zijn huisarts een verplichte vakantie voorgeschreven tot 31 december 2006. Als geen ander betreurt hij dat de komende concerten geen doorgang kunnen vinden en hij zijn publiek moet teleurstellen. Thielemans hoopt dan ook spoedig weer fit te zijn en concerten te kunnen geven.

    Toegangskaarten voor het concert van het Toots Thielemans Quartet in het Bimhuis vanavond kunnen bij de kassa van het Bimhuis worden ingeruild tegen een gratis entree-bewijs voor een plaatsvervangend concert door het duo Jose Tobon (sopraansax, klarinet) en Juancho Valencia (piano, composities) & Colombian Friends.

    (Anoniem, 4.10.06) - [print] - [naar boven]





    Victor Noriega - 'Alay' (T&D Records, 2006) ***

    Pianist Victor Noriega, geëerd met 'The Emerging Artist Of The Year' van de Earshot Jazz Golden Ear Awards 2005, speelt piano sinds zijn zestiende levensjaar, zowel solo als in veel jazzgroepen. Hij treedt regelmatig op tijdens jazzfestivals en speelde onder meer met Julian Priester, Bill Frisell, Jason Moran, George Lewis, Mark Feldman en onze eigen Han Bennink.

    Samen met bassist Willie Blair en drummer Eric Eagle, waarmee Noriega de laatste zes jaar samenspeelt, is dit nieuwste album 'Alay' (dat blijkbaar als 'Ah-lye' uitgesproken dient te worden en zoveel betekent als offerande) uitgebracht. Het kwam in 2005 tot stand in de Jack Straw Studios in Seattle. Na hun debuut-cd 'Stone’s Throw' uit 2004 is dit nieuwe album volgespeeld met dertien tracks, die allemaal een Filipijnse achtergrond hebben.

    Victor Noriega ontpopt zich als een 'dicht bij het hart' spelende musicus die zich op deze plaat uitleeft met originele composities en jazzinterpretaties van Filipijnse traditionals. Volgens de inlay tracht de pianist hier met dit album eigenlijk een eerbetoon te leveren aan zijn achtergrond en de Amerikaanse jazztraditie.

    Het resultaat van deze samenwerking met Blair en Eagle is een verzameling nummers met elektrificerende arrangementen die soms complex overkomen, gevoed als ze zijn door Noriega's even gevoelige als rusteloze jazzinstelling. De titels van de tracks zijn nauwe-lijks uitspreekbaar, maar de muziek bevat veel minder barrières en wordt vaak prachtig gespeeld.

    'Alay' is geen echte jazzplaat, althans niet vanuit de gebruikelijke jazztraditie. Het album bevat evenwel een zodanige power, muzikaliteit en swing, dat het naadloos, weliswaar als een iets afwijkende parel, inpasbaar is in elke jazzcollecie.

    Meer weten?
  • De website van Vicor Noriega.
  • De website van Earshot Jazz over de Golden Ear Award 2005.

    (Anoniem, 2.10.06) - [print] - [naar boven]


    Lees verder in het archief...








  • Menupagina's:




    Cd van het moment:
    Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

    Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





    Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
    Mail de redactie.