Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Utrecht Jazzfest 2009

"Het concept van het Utrecht Jazz Fest 2009 behelsde: op de openingsavond een concert met drie aanstormende groepen ('Young Professionals'), van woensdag tot en met vrijdag solopiano-lunchconcerten, in de vooravond experimentele studioconcerten (woensdag tot en met zaterdag), 's avonds 'hoofdconcerten' (mainstream, avant-garde, pop, commercieel) en tenslotte de befaamde afterparty sessions. Kortom, gevarieerder kon het haast niet. Voor de echte moderne jazzfijnproever heeft het een prijs. Wat moest die met Kyteman's HipHop Orkest en zelfs met (alle respect overigens) Toots Thielemans?"

Onze correspondent ter plekke Jacques Los zag tijdens het Utrecht Jazz Fest een aantal zeer goede optredens, onder meer van The Vandermark Five, Ineke van Doorn, Jeroen van Vliet, Mete Erker & Yonga Sun. Klik hier voor zijn uitgebreide festivalverslag.

Maarten Jan Rieder maakte een fotografische impressie van het Utrecht Jazz Fest. Klik hier.

Meer weten?
Klik hier voor een recensie van het concert van Toots Thielemans in het kader van het Utrecht Jazz Fest 2009.

(Maarten van de Ven, 31.3.09) - [print] - [naar boven]





Benjamin Herman – 'Hypochristmastreefuzz' (Dox/Roach Records, 2008)

Benjamin Herman levert cd's af in een tempo waarin anderen één liedje schrijven. Als muzikale duizendpoot is hij overal tegelijk, met zijn eigen projecten of met New Cool Collective. Dat is een deel van zijn charme. De andere helft van zijn charme is dat Herman vrijwel altijd met kwaliteit komt. Ook nu weer, met 'Hypochristmastreefuzz', een album vol composities van Misha Mengelberg.

Herman en Mengelberg vinden elkaar op vele fronten, maar vooral in hun eclectisme en hun gevoel voor humor en georganiseerde chaos. Het mag dan ook geen wonder heten dat 'Hypochristmastreefuzz' een album met een randje is; kreten, piepjes en gelach, zoals dat er ook al was op 'The Itch', de stilistische voorganger van deze cd, zijn weer volop aanwezig. Verder is dit een goede dwarsdoorsnede van het werk van Mengelberg. Er zit muziek bij uit de tijd van diens kwartet met Piet Noordijk, uit zijn tijd met Eric Dolphy en uit het recentere repertoire van de Instant Composers Pool.

Het imposante titelnummer, één van de erkende vingerbrekers voor de altsax, wordt in een moordend tempo gebracht, terwijl de groove niet verloren gaat. Dit nummer, geschreven om virtuoos Eric Dolphy iets te doen te geven, is een bewijs van het meesterschap van de saxofonist. Overigens betekent 'Hypochristmastreefuzz' zoiets als 'hypocriet geruzie onder de kerstboom', naar het schijnt. 'Brozziman', opgedragen aan Peter Brötzman, is gruiziger en zeker niet subtiel, maar een ideaal vehikel voor de altijd sprankelende samenwerking tussen Herman en gitarist Anton Goudsmit. Deze draagt op een aantal nummers bij met zijn surf-geluid, maar is minder dominant aanwezig dan op bijvoorbeeld 'The Itch'.

'De Sprong O Romantiek Der Hazen', een ballade met bizarre tekst, laat Herman van zijn meest romantische, zwoele kant zien. Ruben Hein, die de vocalen voor zijn rekening neemt, doet dit meesterlijk, namelijk zonder een krimp te geven. Herman zelf lalt nog even gezellig mee op 'Blues After Piet', om nog maar eens de ongedwongen sfeer van het samenspelen te laten zien.

Naast Herman en Goudsmit is veel van de kwaliteit van dit album te danken aan de andere vaste bandleden: Joost Patocka (drums) en ICP-bassist Ernst Glerum. Zij voorzien het geheel van een basis, spelen goed in op de kwinkslagen van de componist en de solisten, en ronden het geheel af tot een album vol verrassingen. Zoals het meeste werk van Herman een echte aanrader.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Benjamin Herman kun je van deze cd het nummer 'Brozziman' beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 31.3.09) - [print] - [naar boven]





Sanna van Vliet in Jazz at the Crow werd a time for love
vrijdag 13 maart, Jazz at the Crow, Kraaij & Balder, Eindhoven

Samen met Ferdinand Povel (tenorsax), Marius Beets (contrabas) en Eric Ineke (drums) speelde singer/pianoplayer Sanna van Vliet twee sets in een bomvol café Kraaij & Balder. En dat publiek kreeg waar het voor gekomen was: een avond met deels bekende deels, onbekende standards uit het American Songbook en van haar laatste cd 'A Time For Love'. Van Vliet bracht ze op overtuigende wijze, daarbij geholpen en gecompleteerd door haar medespelers.

Sanne van Vliet heeft een aangename warme stem en trakteerde het publiek soms met verrassende scatzang. Bewonderenswaardig en knap waren de ogenblikken waarop zij haar improvisaties op piano met scatzang unisono tot klinken bracht. Het repertoire met swingende, enegieke uptempo stukken en intieme ballads in laid-back timing, boden Van Vliet volop mogelijkheden haar kwaliteiten aan de vleugel te tonen. En dat deed ze overtuigend en met brille.

Tenorsaxofonist Ferdinand Povel is altijd goed voor een aantal extra bezoekers. Door velen wordt hij gezien als een meester en voorbeeld als het gaat om de organische, logische wijze waarop hij zich wegen baant door akkoordenschema's. Zijn oorstrelende en bevattelijke verhaallijnen konden weer rekenen op veel bijval en waardering. Hoe goed dat enkele Povel-adepten zijn repertoire kenden, bleek uit hun goedkeurende blikken bij de aankondiging van zijn herkenningstune 'Beautiful Friendship'. Hierin behandelde hij behendig en creatief het akkoordenschema en blies fraaie, harmonische akkoordovergangen, waarvoor hij zoals gezegd gekend is.

Het ritmekoppel Beets-Ineke speelde inspirerend en gloedvol; zij betoonden zich de sterke ankerpunten in deze formatie. Eric Ineke, de energieke, expressieve drummer bij wie je zijn rake klappen van zijn gezicht kunt lezen, en Marius Beets, wiens gelaat onbewogen blijft, ook al speelt, plukt of strijkt hij de meest verrukkelijke noten en improvisaties. Twee sets lang wisten Sanna van Vliet en band met hun kwaliteit, enthousiasme en speelplezier de aandacht vast te houden en het publiek voor zich te winnen.

Het koffertje met cd's dat Van Vliet ter verkoop had uitgestald was na afloop van het concert nagenoeg leeg... Een beter compliment kon ze zich niet wensen.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

Meer horen en zien?
Klik hier om te kijken en luisteren naar Van Vliets interpretatie van 'Here's To Life'.

(Cees van de Ven, 28.3.09) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord
Verdwijnen van jazzzender Arrow


"Ontbrekende geestdrift van financiers voor het voortzetten van de jazzzender bevreemdt mij geenszins. Volledige geschiftheid of enorme rijkdom zijn de enige kwalificaties waaraan een nieuwe gegadigde dient te voldoen, en dan liefst nog in een combinatie van deze twee minimumvereisten."

Herbert Noord levert aanvullend bewijs voor de stelling dat jazz niet meer onder ons is. Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.

(Maarten van de Ven, 28.3.09) - [print] - [naar boven]



Keep an Eye Jazz Award 2009

De Keep an Eye Foundation organiseert samen met het Conservatorium van Amsterdam (CvA) de eerste editie van de Keep an Eye Jazz Award 2009. De Keep an Eye Jazz Award is een ensemblewedstrijd voor jazzstudenten van het CvA en is een handreiking aan beginnende jazzmusici met als oogmerk het stimuleren van uitzonderlijk jazztalent.

Uit 32 inzendingen zijn de volgende ensembles geselecteerd voor de twee halve finales op donderdag 2 en 9 april 2009: Jonas Ganzemüller Quartet, Kliphuis, de Moraes & Menting, Emil Bovbjerg New Septet, Gilles Estoppey Amter, Project Timelife, WEIZZ, Gortet Cafe, Philip Czarnecki Trio, Diggedyshweng? en Julia Oschewsky & band (klik
hier voor meer informatie over de bezettingen).

De vakjury - bestaande uit: Ruud van Dijk, hoofd Jazz CvA en voorzitter; Jasper Blom, saxofonist; Rob van Bavel, pianist; Sanna van Vliet, vocaliste/pianiste en Ernst Glerum, bassist - selecteert na de laatste halve finale op 9 april welke vier bands zich kunnen opmaken voor de finale.

In de eerste editie zal het beste jazztalent van het CvA het tegen elkaar opnemen in de strijd om de Keep an Eye Jazz Award 2009. De ambitie is vervolgens uit te groeien tot een jaarlijks terugkerend evenement in samenwerking met de beste jazzconservatoria in Europa.

De finale vindt plaats op donderdag 23 april om 20.00 uur in de Blue Note Zaal van het Conservatorium van Amsterdam. De halve finales, masterclasses en de finale zijn gratis toegankelijk voor publiek. Reserveren is noodzakelijk: cva-pr@ahk.nl.

(Jacques Los, 28.3.09) - [print] - [naar boven]





New Generation Big Band – 'Shoot' (eigen beheer, 2009)
Opname: 2008

Twee april presenteert de New Generation Big Band zijn nieuwe album in de Melkweg. Deze band is de laatste jaren snel op komen zetten in het kielzog van bijvoorbeeld de New Cool Collective Big Band, maar bestaat, in tegenstelling tot New Cool, alleen als groot ensemble. Bovendien is de New Generation Big Band klassieker als het gaat om de arrangementen en de aanpak van het repertoire, maar niet minder interessant.

Op 'Shoot', het tweede album, staan de resultaten van een groot aantal verschillende samenwerkingen, met onder meer saxofonist Bob Mintzer en zangeres Senna. Daarnaast staan er nummers op van Herbie Hancock, Jesse van Ruller en de in Nederland onvermijdelijk geworden Benjamin Herman (het stomende 'Durban Poison' - vernoemd naar een hevige wietsoort).

Aantrekkelijk is 'Motet', een compositie van Russel Ferantes, geschreven voor de Yellowjackets, waarvan gastsolist Bob Mintzer deel uitmaakt. Mintzers solo is dik in orde: lyrisch en soulfull. Het arrangement van trompettist Robert Scherpenisse loopt ook al over van de romantiek: aanzwellende blazers, napikkers en accenten die in Quincy Jones' bigband van de jaren zestig niet zouden misstaan.

Het contrast met 'Chase The Pace' had niet groter kunnen zijn. Dit nummer, een samenwerking met hiphopzangeres Senna, is vooral in de ska en funk geworteld. Haar zang volstaat, maar wat dit nummer vooral drijft, is de ritmesectie. Die staat als een huis en wordt aangedreven door duizendpoot Mark Haanstra (bassist van onder andere Agog, Oxymore Quintet en Yuri Honing's Wired Paradise) en drummer Klaas Balijon.

Een kritische kanttekening is dat 'Shoot' misschien beperkt wordt door zijn eigen ambities. Zóveel verschillende samenwerkingen, gastsolisten en covers maken het moeilijk om uit 'Shoot' het gezicht van de New Generation Big Band op te maken. Dit album is in dat opzicht eerder een afwisselend beeld van de stand van zaken dan een afgerond project. Misschien dat deze twijfel bij de live-presentatie wegvalt; New Generation staat immers met name live als een huis.

Meer horen?
Op de
website van de New Generation Big Band kun je de volgende vier tracks van deze cd beluisteren: 'Shooter Shuffle', 'Motet', 'Chase The Pace' en 'Geraldine'.

(Sybren Renema, 27.3.09) - [print] - [naar boven]





Jazz op verzoek #6
Contrasten op VPRO Jazz Live-avond

VPRO Jazz Live met Han Bennink, Anton Goudsmit, Wolter Wierbos & Ensemble à l'Improviste, zondag 15 maart 2009, Bimhuis, Amsterdam

In het kader van VPRO Jazz Live in het weekend van 13 tot en met 15 maart werd een overzicht van de huidige stand van zaken in de Nederlandse jazz- en improvisatiemuziek gepresenteerd. Lang leve de VPRO! De enige omroep die structureel aandacht aan jazz – en zeker actuele jazz – besteedt. Dat onder de bezielende leiding van programmeur, presentator en interviewer (dat laatste is overigens niet haar forte) Vera Vingerhoeds.

Op de zondagavond werd de aftrap verricht door het duo Han Bennink & Anton Goudsmit. Een schot in de roos. Twee extraverte musici die door alle stijlen heen een levendige impro-set speelden. Een duo dat volledig matchte qua volume, energie en inventiviteit. Het spelplezier straalde er vanaf. De gehele jazzgeschiedenis werd doorgenomen: ragtime, swing, latin, Ellington ('Caravan'), bebop en bovenal totale improvisatie.

In het wat warrige interview met Jasper Blom en Joris Roelofs werd het Ensemble à l'Improviste geïntroduceerd. Twee knappe rietblazers die zich hebben gestort op de muziek van de Franse componist Claude Debussy. Het resulteerde in een weliswaar knap gearrangeerde doch nogal steriel uitgevoerde jazz. Het riep al snel reminiscenties op aan West Coast Jazz en vooral Third Stream Music. Zowel in de West Coast- als in de Third Stream-muziek werd geflirt en geëxperimenteerd met klassieke muziek (Gunther Schuller, John Lewis' Modern Jazz Society en Modern Jazz Quartet, Jimmy Giuffre, George Russell, Bill Russo, Dave Brubeck en Chico Hamilton).

Zowel Blom als Roelofs soleerden in de geest van het klassieke repertoire: behoedzaam, beschaafd en technisch zeer behendig. De ritmesectie (pianist Kris Goessens, bassist Clemens van der Feen en drummer Onno Govaert) begeleidden adequaat, beheerst en respectvol naar de blazers toe en met inachtneming van de klassiek georiënteerde Debussy-melodieën.

Na dit optreden werd het podium wederom ingenomen door het duo Bennink/Goudsmit met als aanvulling de impro-trombonist bij uitstek, Wolter Wierbos. Na het enigszins steriele optreden van de 'Debussy'-formatie werd nu de lont in het kruitvat aangestoken. Evenals in de eerste set werd er met verve en genadeloos geïmproviseerd. Op het scherp van de snede, zogezegd. Virtuoos en inventief. Een waardige afsluiting van drie dagen VPRO Jazz Live. Word lid van de VPRO!

Klik hier voor Maarten Jan Rieders fotoverslag van dit concert.

Klik hier om alle concerten in hun geheel beluisteren en video's te bekijken van optredens en interviews.

(Jacques Los, 26.3.09) - [print] - [naar boven]





Tuur Moens wint Erasmus Jazz Prijs 2009

De Vlaamse drummer Tuur Moens is zondagmiddag 22 maart uitgeroepen tot winnaar van de Erasmus Jazz Prijs 2009, de onderscheiding die jaarlijks door de Stichting Vrienden van het Rotterdams Conservatorium wordt uitgereikt aan het grootste jazztalent dat in Rotterdam studeert.

Moens moest het in de finale opnemen tegen de Spaanse pianist Miguel Mendez en de uit Turkije afkomstige gitarist Erman Dirikcan. De jury toonde zich in de boeiende finale het meest onder de indruk van het even karaktervolle als originele drumspel van Moens, die net als de concurrenten met een eigen band mocht aantreden.

Om de vriendschappelijke sfeer te schetsen: Moens liet zich onder anderen ondersteunen door zijn concurrent Dirikcan, terwijl deze gitarist op zijn beurt Moens liet drummen toen hij zijn muzikale visitekaartje afgaf. Het gaf beide muzikanten dubbele speeltijd om de jury te overtuigen. Kind van de rekening was wellicht Miguel Mendez, een uiterst behendige pianist die het met zijn frisse combinatie van eigen stukken en standarts niettemin best nog weleens ver zou kunnen schoppen in de jazzwereld.

Bij wijze van primeur werd de finale van de Erasmus Jazz Prijs verplaatst van het Doelencafé naar de Eduard Flipsezaal van de Doelen. Muzikaal (goede akoestiek!), kwamen de kandidaten beter tot hun recht. Een nog opvallender ontwikkeling vormde het volledig ontbreken van Nederlands talent.

Bron: AD Rotterdams Dagblad

(Maarten van de Ven, 26.3.09) - [print] - [naar boven]





Net de Magic Band, maar dan anders
Fast 'n' Bulbous plays Captain Beefheart, dinsdag 17 maart 2009, Grand Theatre, Groningen

Een link idee: de muziek van Captain Beefheart, uitgevoerd door een achtkoppig jazzensemble. Fast 'n' Bulbous, bestaande uit muzikanten afkomstig uit de New-Yorkse downtown scene (Microscopic Septet, Ed Palermo Big Band, The B-52s), heeft gelukkig niet de pretentie een soort kopie van de Magic Band te willen zijn. En die karakteristieke marktkoopmanstem van Beefheart is al helemaal niet te reproduceren.

Dus werd er in het Grand Theatre opmerkelijk weinig gezongen. Eigenlijk herinnerde slechts de smerig klinkende combinatie van Jesse Krakows basgitaar met de bastrommel van Richard Dworkin rechtstreeks aan de in modder zwoegende ritmes van het origineel. Dat Beefhearts idioom in feite een soort ontregelde en oververhitte bluesmuziek was – Howlin' Wolf meets Sun Ra – legde gitarist Pat Irwin fijntjes uit in 'Woe-Is-Uh-Me-Bop'. Irwin verving Gary Lucas, mede-oprichter van de band, op het laatste moment; die zat thuis met een vers gebroken elleboog uit het raam te koekeloeren.

De thema's bestaan grof genomen uit kleinere melodische cellen, die in een soort contrapunt naast elkaar worden geplaatst. Daarbij komt soms ('You Know You’re A Man') behoorlijk wat energie vrij. En toen de band in 'When Big Joan Sets Up' op basis van een folkritme alle kanten van de kosmos opschoot, leek de geest van de oude Beefheart even grijnzend boven het podium te zweven. Verbeeldde ik het me, of knikte hij goedkeurend?

(Eddy Determeyer, 25.3.09) - [print] - [naar boven]





WKCR viert verjaardag Cecil Taylor

De duivels geniale Cecil Taylor viert vandaag zijn 80e verjaardag. De nog immer vitale pianist wordt daarom in het zonnetje gezet op het New Yorkse radiostation WKCR.

Van 17.00 tot 02.00 uur kun je Taylors muziek online horen via de website van WKCR. Klik daarvoor op bovenstaande button, dan op onAir, op het daaropvolgend scherm op live broadcast en kies vervolgens een stream (RealAudio of MP3).

Meer weten?
Klik hier voor een aflevering van The Jazztube, waarin je Cecil Taylor solo in actie kunt zien. Een gedeelte uit de Canadese documentaire 'Imagine The Sound'.

(Maarten van de Ven, 25.3.09) - [print] - [naar boven]





Interview Donald Fagen (Steely Dan)

De muziek van Steely Dan laat zich het beste omschrijven als tijdloos. Op intelligente wijze worden jazz, rock 'n' roll, funk, rhythm & blues, pop, en alles wat daar tussenin zit vermengd tot een uniek geheel. Bezoekers van het North Sea Jazz Festival konden dat twee jaar geleden beamen na een overrompelend optreden. Het was tevens de laatste keer dat de Amerikaanse band in Nederland op het podium stond.

Maar daar komt op verandering in, want op donderdag 25 juni staan de virtuozen Walter Becker (gitaar) en Donald Fagen (toetsen, zang), op het podium van de Heineken Music Hall in het kader van de 'Left Bank Holiday Tour', ondersteund door een 11-koppige band met daarin klassebakken als gitarist Jon Herington, trombonist Jim Pugh en drumbeest Keith Carlock.

Jean-Paul Heck sprak in 2007 met Donald Fagen over het groeiproces dat Steely Dan doormaakte. Van een "superformatie, waarin perfectie, genialiteit en gekte dicht bij elkaar lagen", die in 1980 ten onder ging aan dwangneuroses en drugs tot de meer politiek en sociaal betrokken topband die in 2003 de cd 'Everything Must Go' - met even ironische als vooruitziende lyrics - uitbracht. Klik hier om het te lezen.

(Maarten van de Ven, 25.3.09) - [print] - [naar boven]





Veel speelplezier bij AlasNoAxis
vrijdag 6 maart 2009, Bimhuis, Amsterdam

Het was een klein feestje in het Bimhuis: niet alleen presenteerde drummer en bandleider Jim Black de vijfde cd 'Houseplant' van zijn kwartet AlasNoAxis, maar ook deelde hij trots mee dat labelbaas Stefan Winter in de zaal was en dat zijn band al meer dan tien jaar samen optreedt in dezelfde bezetting. Twee uur lang laat de band, onder aanvoering van Black, zien waarom hun unieke bandconcept zo verfrissend werkt. Een band die breekt met bestaande jazztradities door avontuurlijke elementen uit rockmuziek te combineren met ingenieuze songstructuren en mooie melodieën.

De relatief korte songs van Black zijn veelgelaagd, kennen net als progressieve rock soms meerdere in elkaar overlopende delen, maar duren nooit langer dan noodzakelijk. Er is ruimte voor individuele improvisaties, maar slechts mondjesmaat. Het liedje, de compositie staat centraal. Die composities kennen veel mooie wendingen en modulaties, en schakelen moeiteloos van mineur naar majeur. Een band als Radiohead doet dat ook zo mooi, en wordt terecht een referentie genoemd.

De band kent meerdere gezichten. Tenorsaxofonist Chris Speed blaast lange, melancholieke partijen, die vrijwel altijd op het gevoel werken. Maar het is gitarist Hilmar Jensson die de meeste indruk maakt. Hij speelt prachtige, open akkoorden op zijn gitaar, maar is ook niet vies van het gebruik van effectapparatuur en een flinke dosis feedback. Af en toe klinkt hij als Nels Cline, een andere gitarist die succesvol een brug weet te slaan tussen gitaarnoise en jazz. De ritmesectie van Black en bassist Skúli Sverisson switcht moeiteloos tussen vierkwartsmaten en snelle, complexere maatsoorten, die de invloed van zowel progressieve rock als jazz verraden.

Live is AlasNoAxis beter dan op cd. De dynamiek van de muziek komt hier beter tot zijn recht, wat met name voor de tweede set geldt. Dan neemt de band meer risico's en speelt met meer volume. Af en toe produceert de band een soundscape, korte improvisaties met gebruik van elektronica in plaats van drums door Black. Ze duren nooit lang, maar vormen een mooie brug tussen twee songs. Ook dat komt live beter uit de verf dan op cd.

Belangrijker nog is de interactie tussen de muzikanten. Die is nodig om de vele lastige overgangen in goede banen te leiden, en daarin slaagt de band glansrijk. Na tien jaar samenspelen is er nog veel spelplezier te zien op de gezichten van de muzikanten, en dat is bijzonder. Deze formule kan nog heel lang mee. AlasNoAxis heeft niet alleen de toekomst, maar is de toekomst.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Elton Eerkens.

Meer zien en weten?
Drie dagen na dit concert trad AlasNoAxis op bij Jazzpower in het Eindhovense café Wilhelmina. Cees van de Ven maakte er een fotoverslag van, dat je hier kunt bekijken.

Lees hier een interview met Jim Black door Robert Muis.

(Eric van Rees, 24.3.09) - [print] - [naar boven]





Soil & "Pimp" Sessions - 'Planet Pimp' (Brownswood Recordings, 2008)

Hoewel de bezetting, op een MC met megafoon na, die van een klassieke jazzband is, is Soil & "Pimp" Sessions één van de meest vreemde groepen in de hedendaagse muziek. Zo lijken de bandleden, met hun pooier-imago, meer op een hiphopcrew dan op een stel hardboppers. Voeg daar nog een konijntje als bandlogo bij en zeer campy artwork, en je hebt een band die nog het meest lijkt op iets uit een tekenfilm. Laat dat nou ook precies zijn hoe je de muziek van Soil & "Pimp" het beste kunt beschrijven: als The Jazz Messengers meets Tom & Jerry. Met een vleugje ska, metal en Japanse humor. En hoewel dat misschien fout mag klinken, is het - met name live - onweerstaanbaar.

Het nieuwe album, 'Planet Pimp' (opvolger van de kraker 'Pimpoint'), staat als een huis. Er zijn weer aardig wat hevige solo's van met name saxofonist Motoharu, die zijn inspiratie haalt bij David Sanborn en Pharoah Sanders. Motoharu weet als geen ander hoe hij compacte solo's over de keiharde ritmesectie van Josei (piano), Akita Goldman (bass) en Midorin (drums) heen moet spelen. Zijn belangrijkste sparringpartner, Tabu Zombie, is een stuk kalmer, in de geest van Freddy Hubbard. Daardoor zijn de rustmomenten op dit hyperactieve album Zombie's solo's en de door hem gedragen ballad 'Struggle'.

Toch ontbreekt er iets wanneer je 'Planet Pimp' met 'Pimpoint' vergelijkt. En dat zijn een paar extreem agressieve knallers waar de adrenaline écht van gaat stromen. Op 'Pimpoint' zijn met name de eerste vijf nummers zó wild, dat ze elk feestje doen overkoken. Daar staat tegenover dat 'Planet Pimp' muzikaal misschien net iets diepgravender is en dat je in ieder geval niet na een halve cd afgepeigerd zal afhaken, zoals bij zijn voorganger. Tussen het derde nummer, 'Storm', en het elfde, het manische 'Mingus Fan Club' (het basloopje van diens 'Haitian Fight Song' gemixt met pure metaldrums), blijft Soil & "Pimp" voor zijn doen zelfs redelijk beschaafd. Daarna gaat de band alsnog los in 'Mars' en doet Soil & "Pimp" waar het goed in is: de tent afbreken. Het geheel bolt mooi uit met het op Miles Davis geënte 'Sorrow', wederom met een hoofdrol voor Zombie.

Zo is 'Planet Pimp' als geheel uitgebalanceerder dan zijn voorganger, maar misschien ook iets minder enerverend. In ieder geval is het een goede voedingsbodem voor een reeks van ongetwijfeld hyperactieve liveconcerten vol energie en stijl. Beiden kun je Soil & "Pimp" moeilijk ontzeggen. En zo hoort het, in een goede tekenfilm.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Soil & "Pimp" Sessions kun je de volgende vier tracks van deze cd beluisteren: 'Go Next!', 'Hollow', 'Storm' en 'The World Is Filled By...'.

(Sybren Renema, 23.3.09) - [print] - [naar boven]





Afinidad: kwartet van uitzonderlijke klasse
woensdag 4 maart 2009, Bimhuis, Amsterdam

Het is niet voor het eerst dat Binney het Bimhuis aandoet. Verleden jaar excelleerde hij ook al (klik hier voor de recensie) in een kwartet met pianist Craig Taborn, bassist Scott Colley en drummer Brian Blade. Zijn statuur in de hedendaagse New Yorkse jazzscene is inmiddels onderkend. Hij kan zich dan ook laten omringen door topmuzikanten die zich in die scene manifesteren. Zo is er in New York een pool van muzikanten ontstaan die regelmatig met elkaar samenspelen, zowel op plaatopnamen als in diverse formaties (naast genoemde namen mensen als Uri Caine, Donny McCaslin, Bill Frisell, Chris Potter, Jim Black en Jeff Hirschfield).

Hoe hip en eigentijds kan een oude bebopstandard vertolkt worden? Vier meer dan voortreffelijke muzikanten wisten er wel raad mee. De groep Afinidad, bestaande uit altsaxofonist David Binney, pianist Edward Simon, bassist Scott Colley en drummer Antonio Sanchez, gaf een originele en verpletterende uitvoering van Dizzy Gillespie's 'Woody ’n You'. Het overige repertoire tijdens dit concert bestond uit composities van de co-leiders van de groep, Binney en Simon. Melodieuze composities, niet al te ingewikkeld, voor een deel met een latin beat en vaak unisono door piano en altsax gespeeld. In ieder geval een basis om inside en outside te soleren.

Altist Binney is een meester op zijn instrument. Zijn technisch kunnen is welhaast onbegrensd. Zowel in het lage als het hoge register blaast hij loepzuiver. Zijn solo's, die hij subtiel en relaxt opbouwt, culmineren in een kolkende en bruisende climax. Dat adequaat begeleid door en in samenspel met de ritmesectie. Pianist Edward Simon is niet alleen een subtiel en subliem begeleider maar eveneens een geweldige solist. Zijn solo's zijn helder, transparant, gedoseerd met de nodige technische loopjes, gaan gepaard met een vederlichte aanslag en vinden inspiratie in het klassieke impressionisme (Debussy). Ook de solokwaliteiten van Scott en Sanchez zijn niet gering. Beiden weten met bravoure solide en gevarieerde solo's te produceren.

Afinidad is een kwartet van uitzonderlijke klasse. Daarom de complimenten voor Huub van Riel (artistiek directeur Bimhuis) voor de 'inkoop' van dit superkwartet.

(Jacques Los, 22.3.09) - [print] - [naar boven]





Charlie Haden - 'Liberation Music Orchestra' (Impulse, 2007)
Opname: 1969
Charlie Haden - 'The Ballad Of The Fallen' (ECM, 2000)
Opname: 1982

De eerste twee cd's van het Liberation Music Orchestra van bassist Charlie Haden, een band die hij met wisselende bezetting zo eens om de tien jaar op cd zet (1969 'Liberation Music Orchestra', 1982 'The Ballad Of The Fallen', 1990 'Dream Keeper', 1999 'The Montreal Tapes', 2005 'Not In Our Name').

De muziek in deze reeks brengt een combinatie van traditionele Centraal-Amerikaanse (mars)muziek, bigband en free jazz. De toon is beschrijvend en bevrijdend tegelijkertijd; de muziek probeert de strijd en het lijden weer te geven van de onderdrukte massa's, maar wil tegelijkertijd bevrijdend zijn door barrières en verbodsbepalingen te doorbreken (ook een muzikale revolutie). Je hoort in de muziek de legers optrekken, de moeders huilen, de leiders toespraken houden, de gewonden kreunen na de veldslag, de helden bejubeld worden.

Een band met jazziconen als Haden zelf, Don Cherry, Carla Bley, Jim Pepper, Mick Goodrick, Dewey Redman, Paul Motian, Michael Mantler een triomfantelijk revolutielied te horen spelen met als titel 'The People United Will Never Be Defeated', klinkend als de fanfare van het dorp, is uniek, en dat wordt het nog meer als het gevolgd wordt door Hadens mooie, serene 'Silence', met de bigband traag unisono, de gillende trompet van Cherry er bovenuit, en dan verstillend in een duo van piano en bas in 'Too Late'. Sentimenteel? Zeker, voor 100%, maar zonder dat het (al te) stroperig of zeemzoet wordt. Vandaar dat het antidotum van de improvisaties zo goed werkt.

Dit is een clash van twee muziekstijlen die in wezen niets met elkaar te maken hebben, zelfs elkaars tegengestelde zijn. Dat contrast is het sterkst op het eerste album, dat de chaos en de wanhoop iets meer beklemtoont. Beide cd's hebben een suite-structuur, met in elkaar geschoven thema's en veranderende bezettingen in hetzelfde nummer, naadloos overgaand van free-jazz geschetter over Spaanse gitaar naar een bassolo tot fanfaremuziek. Memorabele composities van dat eerste album zijn Hadens prachtige 'Song For Ché' en Ornette Colemans 'War Orphans'.

Op 'The Ballad Of The Fallen' is het geheel meer in toom gehouden, iets strakker in de composities, en het verschil met de latere cd's is dat het niet helemaal verglijdt naar programmatisch politiek sentimentalisme zoals op 'Not In Our Name'. En op beide cd's neemt Haden zelf de ruimte om zijn improvisatorisch genie op de bas te tonen, een combinatie van techniek, esthetische schoonheid en emotionele uitdrukkingskracht. Niet te missen.

(Stef Gijssels, 22.3.09) - [print] - [naar boven]



Breinen swingen bij gitaarduo's samen

Als mensen samen muziek maken, spelen niet alleen hun instrumenten perfect samen, maar ook hun hersenen. Dat blijkt uit een publicatie in BMC Neuroscience. Acht gitaristenduo's speelden zestig keer een korte jazzmelodie, terwijl onderzoekers van het Max Planck Instituut (Berlijn) met EEG hun hersenactiviteit maten. Daaruit bleek dat de synchronisatie van de hersenen sterker werd naarmate er langer werd samengespeeld. Onduidelijk is of het samenspel de oorzaak is van de synchronisatie, of het gevolg.

Bron: De Volkskrant

(Maarten van de Ven, 22.3.09) - [print] - [naar boven]





Ome Toots is er nog...!
zaterdag 14 maart 2009, Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht

Bij de naam Toots Thielemans denkt iedereen meteen aan de tunes van de Nederlandse speelfilm 'Turks Fruit' en de serie 'Baantjer'. Maar ook internationaal werd hij bekend door soundtracks van films, zoals 'Midnight Cowboy' en 'The Getaway'. Zijn bekendheid verbreidde zich hierdoor, ook buiten de jazzwereld. Hij heeft inmiddels een grote schare fanatieke fans om zich heen verzameld, waarin jong en oud hand in hand gaan. Nog steeds trekt hij volle zalen en weet hij met zijn zoetgevooisde melodieën en prachtige improvisaties menigeen te beroeren.

Als jazzmuzikant heeft hij in de afgelopen zestig (!) jaren zijn strepen ruimschoots verdiend en is hij een zeer gewaardeerd en gerespecteerd collega onder de groten der aarde. Hij speelde met velen, om maar eens wat namen te noemen: Benny Goodman, George Shearing, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, maar ook Paul Simon en Billy Joel. Nog steeds is deze grote kleine man elke dag bezig met musiceren en staat hij regelmatig op het podium.

Toots, die binnenkort de respectabele leeftijd van 87 jaar bereikt, komt ondersteund door zijn collega-muzikanten het podium op in het wat achteraf gelegen theater Vredenburg Leidsche Rijn te Utrecht, deze zaterdag 14 maart. Stemmig gekleed in zwarte pakken vormen zij een mooi geheel, Thielemans' status waardig. In zijn kwartet spelen deze avond Hein van de Geyn (contrabas), Hans van Oosterhout (slagwerk) en Karel Boehlee (piano en synthesizer). De mondharmonicaspeler/gitarist noemt zijn mede muzikanten echte human beings, met name door hun medeleven tijdens zijn ziekte afgelopen jaar, waardoor hij een aantal concerten moest afgelasten.

Souplesse, harmonie en respect voor de meester in dit kwartet komen tot uiting
in prachtige stukken van onder meer Miles Davis en Toots' grote favoriet Louis Armstrong. Zijn vertolking van het nummer 'Round Midnight' van Thelonious Monk, waarin hij alleen in de slotakkoorden wordt bijgevallen door zijn beroepsgenoten, mag groots genoemd worden. Groots in passie, muzikaliteit en eenvoud. Het treft de aanwezige toehoorders recht in het hart.

Velen om hem heen zijn weggevallen, maar - zoals hij het zelf zegt: "Ome Toots is er nog..."

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

(Donata van de Ven, 19.3.09) - [print] - [naar boven]



Summer Jazz Workshop

Het Conservatorium van Amsterdam en The Manhattan School of Music nodigen wederom alle jazzmuzikanten uit deel te nemen aan de Summer Jazz Workshop 2009. De workshop vindt plaats van 6 tot en met 10 juli 2009 in het gebouw van het Conservatorium van Amsterdam aan de Oosterdokskade, en staat onder leiding van Justin DiCioccio, hoofd van The Manhattan School of Music.

Amateur-jazzmusici en jazzstudenten krijgen tijdens de Summer Jazz Workshops de kans een week lang masterclasses en (groeps)lessen te volgen van gerenommeerde internationale jazzdocenten. De docenten zijn: drummer John Riley, pianist Garry Dial, zangeres Fay Claassen, gitarist Maarten van der Grinten en bassist Ernst Glerum (winnaar VPRO Boy Edgar Prijs). Deelnemers worden ingedeeld in combo's op hun eigen niveau. In de avonduren treden de deelnemers op tijdens swingende concerten en jamsessions, die gratis toegankelijk zijn voor publiek.

Voor meer informatie klik
hier.

(Jacques Los, 18.3.09) - [print] - [naar boven]





Rein de Graaff's Bebop Boek #5
Eddie Jefferson


Temidden van druk boppende vocalisten als 'Crazy' Babs Gonzales, Joe Carroll en Dave Lambert werd jazzzanger Eddie Jefferson (1918-1979) eind jaren veertig de uitvinder van een geheel nieuwe, moderne vocale uitdrukkingsmogelijkheid, 'vocalese' geheten. Hij was gespecialiseerd in het op woorden zetten van klassieke instrumentale jazzsoli van mensen als Coleman Hawkins, Charlie Parker en Dexter Gordon.

Jefferson was vooral onder de indruk van saxofonist James Moody. Eén van diens stukken, 'l’m In The Mood For Love', werd door hem als 'Moody’s Mood For Love' van woorden voorzien. Collega-zanger King Pleasure hoorde het stuk tijdens een optreden van Jefferson en zette het zelf op plaat voor Prestige: het werd een doorslaand succes. Aangezien Pleasure werd gezien als de man achter 'Moody’s Mood', zou hij de boeken ingaan als grondlegger van een nieuwe vocale stijl. Ten onrechte dus.

Rein de Graaff werpt licht op de muzikale carrière van de "the great E.J., King of Vocalese", zoals Jefferson door saxofonist en vriend James Moody werd aangekondigd. Klik
hier om het artikel te lezen.

Meer horen en zien?
Drie dagen voor zijn tragische dood op 9 mei 1979 trad Eddie Jefferson op in de Jazz Showcase in Chicago met een groep bestaande uit Richie Cole (altsax), Kelly Sill (bas), John Campbell (piano) en Joel Spencer (drums). Klik hier om te kijken en luisteren naar Jeffersons interpretatie van 'Trane’s Blues'.

(Maarten van de Ven, 18.3.09) - [print] - [naar boven]





Iain Matthews & Searing Quartet - 'Joy Mining' (Perfect Pitch, 2008)

De Britse singer-songwriter Iain Matthews geniet wereldfaam als popmuzikant. Hij had onder meer een hit met een cover van Joni Mitchells 'Woodstock'. Samen met het Limburgse Searing Quartet - dat ooit onderscheiden werd met een Thelonius Monk Award voor hun compositie 'Starling Hill' - heeft hij een jazzalbum gemaakt. Matthews voorzag het geheel van teksten, terwijl Egbert Derix van het Searing Quartet de muziek verzorgde.

Helaas stelt het album teleur; het eindresultaat maakt een geforceerde indruk. De muziek is zeer goed en gedienstig aan de teksten van Matthews, zonder dat er water bij de wijn lijkt te zijn gedaan. Maar het is juist de tekst waar dit album op stuk loopt. Alles is zó zwaar en Matthews lijkt zichzelf zo serieus te nemen, dat er na een paar luisterbeurten weinig plezier meer aan dit album te beleven valt, behalve voor de echte fans van singer-songwriter-retoriek.

Wel moet gezegd worden dat de samenwerking tussen een jazzkwartet en een singer-songwriter weer eens wat anders is. Deze poging tot vernieuwing en verdieping moet op zichzelf toegejuicht worden. Als er op een volgend album meer ruimte gelaten wordt voor de luisteraar om zich te verliezen, zonder dat Matthews zijn leed en onzekerheden in grote hoeveelheden over zijn toehoorders spuwt, zou het resultaat wel eens van grote schoonheid kunnen zijn.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Iain Matthews & Searing Quartet kun je video's beluisteren (geen typefout) van de volgende drie tracks van deze cd: 'The Solid Stuff', 'Fishing' en 'St. Theresa’s Ghost'.

(Sybren Renema, 17.3.09) - [print] - [naar boven]





Mineral Jazz #2.5
Mahieu Vantomme Quartet & DelVita Group, dinsdag 3 maart 2009, Mineral Jazz Club, Gent

Het jazzaanbod in Gent is niet bepaald als beperkt te omschrijven. De jazzliefhebber weet zijn avonden gemakkelijk te vullen, maar toch zijn er bepaalde zaken die er telkens opnieuw uit weten te springen. We gaan naar Tuur voor de veelal ongewone samenstellingen van de groepen (zonder drummer), naar Vooruit om mee te zijn met de vaak wat extravagantere jazz, naar de Hot Club voor het jonge volk, en naar de Negocito voor Giovanni Barcella en Jeroen Van Herzeele en de guest sessions. En dan heb ik het nog maar over the obvious. Er zijn bijvoorbeeld ook nog Bijloke, Handelsbeurs, Damberd, en, in de tweede jaargang: de Mineral Jazzclub.

Elke eerste dinsdag van de maand (volgende maand is een uitzondering wegens de paasvakantie) kan men in Onderbergen terecht voor een double bill van veelal Belgische jazzgroepen. Eigenlijk is het iets waar iedere jazzfan naar uitkijkt. Voor de prijs hoef je het niet te laten (de toegang is vijf euro), en de clubsfeer krijg je er gratis bij. Er wordt weinig gerookt, en het wordt in elk geval niet aangemoedigd – getuige de afwezigheid van de asbakken op tafel. Meestal is er plaats genoeg, maar tot mijn verbazing zat het deze dinsdag stampvol (al kan er altijd nog wel iemand bij).

Op de affiche stonden het Mahieu Vantomme Quartet en de DelVita Group. Mahieu Vantomme, het klinkt bijna als een gewone naam, maar het is een samentrekking van de familienamen van saxofonist Tom Mahieu en pianist Dominique Vantomme, die samen met bassist Werner Lauscher en drummer Geert Roelofs het kwartet vormen. Het kwartet had al twee cd's uit, en verkocht dinsdag – als zoete broodjes – de nieuwbakken (hij was nog warm) cd. 'Whatever', in 2004 bij W.E.R.F. uitgebracht, werd door de pers goed onthaald, en af te gaan op het concert van dinsdag en de respons van het publiek, zal het deze cd niet minder vergaan. De groep staat er in elk geval, live, met een stevig samenspel tussen piano en sax.

Na een korte pauze was het de beurt aan de DelVita Group. De groep werd opgericht door trombonist Peter Delannoye en drummer Toni Vitacolonna, die algauw saxofonist Steven Delannoye (broer van), bassist Janos Bruneel en pianist Bart Van Caenegem bij het project wisten te betrekken. Saxofonist Delannoye kon er deze avond niet bij zijn (hij heeft ook zijn eigen trio met Yannick Peeters en Lionel Beuvens), maar werd vervangen door Bart Defoort. Dat kon slechter, zegt men dan met een eufemisme, en Defoort kweet zich van zijn taak met een brio waar ook de rest van de groep vaak met plezier naar zat te luisteren, enfin: rond zat te spelen. De muziek van DelVita Group is langoureuzer dan wat we voor de pauze te horen kregen, vaak steviger ook, met een paar potige drumstukken.

Kortom, een geslaagde avond, en ook de volgende is iets om naar uit te kijken. Voorlopig is er nog maar één groep bekend: Lab Trio, dat vorig jaar heeft meegedaan aan de wedstrijd Jong Jazztalent Gent, en eerder dat jaar in Brussel een prijs in de wacht sleepte. Noteer alvast in uw agenda: Mineral Jazz #2.6, op dinsdag 21 april om 20.30 uur.

(Bruno Bollaert, 14.3.09) - [print] - [naar boven]





Column Jo Dautzenberg
Stefan Bracaval: inside is everywhere


Druilerig en maarts, vrolijker kan het vanavond niet, een eenzame te jolige passant roept om een augurk en een zak frites, vanachter lege horecaramen kijken vergeten schimmen uit over een leeg plein, het carnaval is voorbij, een centrum staat in de wachtstand, het is nog lang geen lente. Het toeval wil dat, in de naar een nieuwe identiteit snakkende betonstad, deze maand de oeuvretentoonstelling van Oscar Niemeyer is neergestreken. Een levensgroot portret van Oscar siert dan ook de gevel van het Glaspaleis; de monumentale cultuurplek waar de wereldarchitect en de Belgische fluitist elkaar vanavond tijdens de maandelijkse jazzavond zullen ontmoeten en in het hart sluiten.

Wie muziek wil zien en ervaren als beweging, als de golf, als de wind, als het sprekend verlangen, als de loop van de rivier, de vlucht van de meeuw, als de ronding van wie hij lief mag hebben, is hier op de juiste plek. De slapende sculpturen, de schreeuwende mediazuil, de naar duur drukwerk ruikende catalogi en een verzameling achtergrondwanden luisteren in een lege expositiehal naar de wind die door het riet waait; de fluit van Stefan Bracaval blaast door het groeiend beton. Op de tot cafeetje van filmhuis de Spiegel omgetoverde vijfde verdieping maken we een introverte, meeslepende reis naar de binnenkant, technisch fraai uitgevoerd door een viertal mannen die de muziek willen laten spreken, geen waarde hechten aan uiterlijk vertoon, maar geconcentreerd samenspelen, gesierd door de voor Belgische musici zo kenmerkende wellevendheid en instrumentale beheersing.

Op het veldje pal achter het kasteeltje Hattum in Roermond zat Toots Tielemans zo'n 35 jaar geleden vlak voor zijn optreden op het podium in het gras en speelde een tune, voor zichzelf, voor het vrijend paartje, voor de man met het stokbroodje en de aandachtig luisterende jongeling. De picknick achter de coulissen met de muziekmakende man met snor en mondharmonica is mij altijd bijgebleven. Vreemd dat de naar binnen gekeerde klanken van Stefan dezelfde beelden bij mij oproepen als de eenvoud van Toots op het grasveld. Uiteindelijk verbeelden zij de rust, verlangen naar geluk, berusting bij wat komen gaat, de bries van de eeuwige wind over het riet.

Hier is het waar Stefan Bracaval Oscar Niemeyer ontmoet, het is dezelfde toon, dezelfde sensualiteit, dezelfde curve, de curve waarvan je - zonder te zien waar hij heen draait - weet dat hij voor jou bedoeld is. De wachtstand bestaat dus niet, een stad trekt niet van evenement naar evenement; de beweging, dat is wat telt. Die beweging maken de vier vanavond en ze is onlangs gevangen op een nieuwe cd: 'Insight Inside'.

Terug bij de auto, klinkt over het lege plein een zacht gefluit, ik draai me om, richting het grote Mao-portret van Oscar. "Hey you..., outside, inside... What’s the difference? Inside is everywhere", klinkt het in gebroken Engels, hij knipoogt naar mijn vrouw, lacht en trekt met een zwarte viltstift een curve over de witte wand.

(Jo Dautzenberg, 14.3.09) - [print] - [naar boven]





ToBe Big Band Battle 2009

Voor de vierde maal organiseert Stichting Wereld Jazz Dagen in samenwerking met Stichting ToBe op zaterdag 20 juni 2009 een groot Big Band Festival in de Drechtsteden. Op drie buitenpodia in Papendrecht, Zwijndrecht en Dordrecht zullen maximaal vijftien bands mee kunnen doen aan de ToBe Big Band Battle 2009.

Uit de aanmeldingen worden door een vakjury op basis van het ingezonden geluidsmateriaal maximaal vijftien bigbands geselecteerd, waarvan er vijf op het podium in Dordrecht gaan uitmaken wie er als winnaar van de ToBe Big Band Battle uit de bus komt. De winnende bigband ontvangt een wisseltrofee en krijgt een concert aangeboden met een gage en onkostenvergoeding van in het totaal 1000 euro.

De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de opening van de Wereld Jazz Dagen op vrijdag 28 augustus in Dordrecht. Daarnaast is er voor het meest aanstormende talent een masterclass 'Bigband-spel' onder leiding van Johan Plomp, bandleider van het Rotterdam Jazz Orchestra. De bigbands die in Zwijndrecht en Papendrecht optreden komen in aanmerking voor een podiumprijs.

Aanmelden kan tot uiterlijk 20 mei 2009, bij voorkeur via het aanmeldingsformulier, dat u via de website van Stichting ToBe kunt downloaden en opsturen naar Stichting ToBe, Muziekschool, Munt 5, 3311 EG Dordrecht onder vermelding van 'ToBe Big Band Battle 2009'. Dit aanmeldingsformulier dient te zijn voorzien van een representatieve geluidsopname en een bio.

(Jacques Los, 13.3.09) - [print] - [naar boven]





Gevarieerd en overtuigend optreden Bulgaars pianotalent
Dimitar Bodurov Trio, vrijdag 20 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam

Drie nog redelijk jeugdige muzikanten betraden, opvallend stipt op tijd, het podium van een goed gevuld Bimhuis. Dat laatste is op zich al een hele prestatie voor een standaard samengesteld trio: Dimitar Bodurov - piano, Mihail Ivanov - contrabas en Jens Düppe - drums.

De eerste set werd geopend met het nummer 'Mamo' door een met een paukenstok bespeelde baspartij, waarin direct de zogeheten Balkaninvloed te beluisteren viel. Ook in gestreken partijen creëerde bassist Ivanov dit concert veel ingetogen, van sentiment doordrenkt spel op zijn mooie instrument. Dit optreden stond voornamelijk in het teken van de lancering van het nieuwe album van het Dimitar Bodurov Trio, 'Stamps From Bulgaria 2008'. Het is een cd gevuld met negen tracks, alle van de hand van leider Dimitar Bodurov.

Geboren in 1979 in Bulgarije, startte Bodurov aanvankelijk met het bespelen van diverse instrumenten, zoals trombone, saxofoon en drums. Sinds 2000 woont en werkt hij in Nederland, waar hij afstudeerde aan het Rotterdamse Conservatorium op jazzpiano, gevolgd door een studie compositieleer en arrangeertechniek. Ook wist Bodurov al twee prestigieuze prijzen te winnen: de Erasmus Jazz Competition in 2002 en de Young Pianist Foundation Jazz Competition in 2007.

Tijdens dit concert werd duidelijk dat de getalenteerde Bodurov over een zeer goede pianotechniek beschikt, waarin hij de Bulgaarse folklore in zijn eigen spel weet te verwerken. Maar ook schuwde hij er niet voor om in enkele stukken met behulp van een meegenomen laptop lokale dorpszangkunst te presenteren, waar direct driftig op werd geïmproviseerd door het trio.

De toehoorders waanden zich regelmatig aanwezig in een grote concertzaal, want Bodurov houdt ervan om orkestraal te excelleren, daarbij uitmuntend begeleid door de opvallend soepel en zelfverzekerd stabiel bassende Ivavov en de licht frivool spelende Düppe. Deze drummer, die een voorliefde bleek te koesteren voor het lichtvoetige brushesspel, wist scherp te anticiperen op het spel van zijn medespelers.

De tweede set werd opnieuw geopend door Mihail Ivanov, die door de technische beheersing zijn instrument steeds wisselend kan klinken. Het gebruik van hulpmiddelen als paukenstok en een als slaginstrument gebruikte strijkstok wisselde hij af met het traditionele plukwerk aan de snaren. Na een afwisselende opening klonk vanuit de pc opnieuw een Bulgaarse zangstem op, waarna het trio inzette, het thema verder ontledend. Het pianospel werd haast dartel door de drums en een gedragen baspartij omspeeld. Opnieuw was er veel afwisseling; de vrouwelijke zangstem zwol weer aan, ditmaal begeleid door piano, bas en een piepkleine xylofoon, die Düppe vanachter zijn drumstel bespeelde.

Na het schitterende 'Butch', opnieuw vol Bulgaarse sentimenten en uitmondend in een enorm opklaterend applaus, werd in het daaropvolgende nummer een verrassende nieuwe muzikale vinding gepresenteerd. Door het ronddraaien van een balletje op een palletje creëerde Düppe een grote variëteit aan buitenaardse geluiden, mooi afgewisseld door piano- en basspel. De favoriete compositie van de trioleden, het inderdaad imponerende 'Dobro', beëindigde dit goed geslaagde en gevarieerde concert.

Het podium werd tijdens dit bijzondere optreden overigens opgeluisterd door prachtige langwerpige zwart-wit beschilderde panelen, vervaardigd door Maaike Verdonk, waarvoor Bodurov terecht extra aandacht vroeg.

(Rolf Polak, 11.3.09) - [print] - [naar boven]





Tournee Trio BraamDeJoodeVatcher Quartet

Op de kop af twintig jaar spelen pianist Michiel Braam, bassist Wilbert de Joode en slagwerker Michael Vatcher nu samen. Om dit te vieren gaat de groep een nieuw avontuur aan; voor elk concert is een vierde, steeds wisselende speler gevraagd zich bij het trio te voegen, waarmee het trio wordt uitgebreid tot kwartet.

Michiel Braam schrijft korte, krachtige stukken voor Trio BraamDeJoodeVatcher. Op het podium is iedereen vrij om daarmee te doen wat hij wil. Omdat ze volledig op elkaar zijn ingespeeld kunnen de drie spelen zonder vaste vormen, afspraken of rolverdeling. Niets ligt van tevoren vast; elk concert klinkt anders. De enige constanten zijn de experimenteerdrift, het speelplezier en de energie die van het podium afspatten.

Om het publiek maximaal deelgenoot te maken van het kwartetavontuur zal het trio het eerste deel van elk concert in de basisbezetting spelen, waarna de gast van de avond zich bij hen voegt. Enkele namen van desbetreffende gasten? Oene van Geel, een improvisatiespecialist op viool en altviool, die vele onorthodoxe speeltechnieken gebruikt. Bekend van het Zapp String Quartet. Dan de Duitse trombonist Nils Wogram, die bekend staat als één van de belangrijkste musici van de jongere Europese generatie. Hij weet vrije muziek en mainstream op onnavolgbare wijze te combineren.

TokTek is de artiestennaam van de muzikant en kunstenaar Tom Verbruggen, die zijn zelfgebouwde elektronische instrumenten gebruikt voor een onderzoek naar handelingen en alle mogelijke gevolgen hiervan in geluid en muziek. Bart Maris heeft wellicht de krachtigste trompettoon van de Belgische jazz. Hij speelt uiteenlopende stijlen in groepen als Electric Barbarian en Flat Earth Society. Tablaspeler Sandip Bhattacharya groeide op in India, waar hij is geschoold in de Indiase klassieke muziektraditie. In Nederland speelt hij samen met musici uit de jazz en wereldmuziek.

Tourschema:
13/3, Staal, Rotterdam – met Oene van Geel (altviool) en Nils Wogram (trombone)
18/3, Paradox, Tilburg – met Paul van Kemenade (altsax)
19/3, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt - met Bart Maris (trompet)
20/3, De Singer, Rijkevorsel - met Bart Maris (trompet)
21/3, Bimhuis, Amsterdam – met Paul Dunmall (tenorsax, bagpipes)
23/3, Wilhelmina, Eindhoven – met Tom 'TokTek' Verbruggen (elektronica)
4/6, Studio LOOS, Den Haag - met Peter van Bergen (tenorsax, klarinetten)
6/6, Plusetage, Baarle-Nassau – met Sandip Bhattacharya (tabla, percussie)
31/10, Theater Junushoff, Wageningen - met Michael Moore (altsax, klarinetten)
14/11, Hothouse, Leiden – met Bart Maris (trompet)

Kijk op Braams website voor meer speeldata, muziek en overige informatie.

(Maarten van de Ven, 11.3.09) - [print] - [naar boven]





Tournee Trio BraamDeJoodeVatcher Quartet

Op de kop af twintig jaar spelen pianist Michiel Braam, bassist Wilbert de Joode en slagwerker Michael Vatcher nu samen. Om dit te vieren gaat de groep een nieuw avontuur aan; voor elk concert is een vierde, steeds wisselende speler gevraagd zich bij het trio te voegen, waarmee het trio wordt uitgebreid tot kwartet.

Michiel Braam schrijft korte, krachtige stukken voor Trio BraamDeJoodeVatcher. Op het podium is iedereen vrij om daarmee te doen wat hij wil. Omdat ze volledig op elkaar zijn ingespeeld kunnen de drie spelen zonder vaste vormen, afspraken of rolverdeling. Niets ligt van tevoren vast; elk concert klinkt anders. De enige constanten zijn de experimenteerdrift, het speelplezier en de energie die van het podium afspatten.

Om het publiek maximaal deelgenoot te maken van het kwartetavontuur zal het trio het eerste deel van elk concert in de basisbezetting spelen, waarna de gast van de avond zich bij hen voegt. Enkele namen van desbetreffende gasten? Oene van Geel, een improvisatiespecialist op viool en altviool, die vele onorthodoxe speeltechnieken gebruikt. Bekend van het Zapp String Quartet. Dan de Duitse trombonist Nils Wogram, die bekend staat als één van de belangrijkste musici van de jongere Europese generatie. Hij weet vrije muziek en mainstream op onnavolgbare wijze te combineren.

TokTek is de artiestennaam van de muzikant en kunstenaar Tom Verbruggen, die zijn zelfgebouwde elektronische instrumenten gebruikt voor een onderzoek naar handelingen en alle mogelijke gevolgen hiervan in geluid en muziek. Bart Maris heeft wellicht de krachtigste trompettoon van de Belgische jazz. Hij speelt uiteenlopende stijlen in groepen als Electric Barbarian en Flat Earth Society. Tablaspeler Sandip Bhattacharya groeide op in India, waar hij is geschoold in de Indiase klassieke muziektraditie. In Nederland speelt hij samen met musici uit de jazz en wereldmuziek.

Tourschema:
13/3, Staal, Rotterdam – met Oene van Geel (altviool) en Nils Wogram (trombone)
18/3, Paradox, Tilburg – met Paul van Kemenade (altsax)
19/3, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt - met Bart Maris (trompet)
20/3, De Singer, Rijkevorsel - met Bart Maris (trompet)
21/3, Bimhuis, Amsterdam – met Paul Dunmall (tenorsax, bagpipes)
23/3, Wilhelmina, Eindhoven – met Tom 'TokTek' Verbruggen (elektronica)
4/6, Studio LOOS, Den Haag - met Peter van Bergen (tenorsax, klarinetten)
6/6, Plusetage, Baarle-Nassau – met Sandip Bhattacharya (tabla, percussie)
31/10, Theater Junushoff, Wageningen - met Michael Moore (altsax, klarinetten)
14/11, Hothouse, Leiden – met Bart Maris (trompet)

Kijk op Braams website voor meer speeldata, muziek en overige informatie.

(Maarten van de Ven, 11.3.09) - [print] - [naar boven]





Paul van Kemenade - 'Two Horns And A Bass' (eigen beheer, 2008)

Voor zijn nieuwe album, 'Two Horns And A Bass', lijkt altsaxofonist Paul van Kemenade moeite te hebben gehad te kiezen wat hij moest laten horen. Er staan maar liefst vijf verschillende ensembles op dit album, die allemaal Van Kemenade als bindende factor hebben.

Zijn spel is dan ook zeer herkenbaar. Van Kemenade is een van die zeldzame altsaxofonisten met een volvet geluid, dat ergens tussen dat van Johnny Hodges en Earl Bostic in zit. Zijn spel beweegt zich door een groot deel van het spectrum aan stijlen, maar is geworteld in de vrijere hardbop van de jaren zestig en de muziek van Charlie Parker. Afhankelijk van zijn medemuzikanten (begeleiders zou te weinig eer zijn voor de inspanningen die sommigen verrichten) stelt Van Kemenade zijn improvisaties bij.

Het album opent met twee duetten door Van Kemenade en pianist Harmen Fraanje. Fraanjes intelligente timing biedt Van Kemenade de ruimte om in het eerste nummer, 'Nyumbani', zich van zijn meest gevoelige, bijna dramatische kant te tonen. Daarop volgt 'Goodbye Welcome', dat een duidelijke latin-invloed heeft. Beide muzikanten leven zich behoorlijk uit, Van Kemenade zelfs met kenmerkende altsax-kreetjes. Toch gaat de swing nergens verloren, hetgeen het vakmanschap van beide muzikanten onderstreept.

Samen met Eric Vloeimans (trompet) en Wiro Mahieu (bas) vormt Van Kemenade een trio dat vier nummers van het album voor zijn rekening neemt. Behalve dat de composities intelligent opgezet zijn, valt op dat Van Kemenade en Vloeimans elkaar goed aanvullen: de saxofonist en trompetist passen niet alleen qua klankkleur bij elkaar, maar improviseren ook gelijkwaardig, zij het verschillend. Van Kemenade speelt regelmatig flinke intervallen, terwijl Vloeimans veel evenwichtiger te werk gaat.

Met Michiel Braam, toch vooral een vrije improvisator, kan Van Kemenade zich volop uitleven in de meer experimentele hoeken van de muziek. 'Straight And Stride', dat begint zoals de titel doet vermoeden, klinkt als een variant op 'On The Sunny Side Of The Street', die elk moment kan ontsporen, maar dat niet doet. Met name Braam is immers een meester in het tegenintuïtieve swingen. 'A Tune For N' gaat verder waar 'Straight And Stride' ophoudt; watervlugge loopjes en clusters van Braam worden in evenwicht gehouden door de strakke swing van Van Kemenade.

Met zijn eigen kwintet, bestaande uit Pieter Bast (drums), Wiro Mathieu (contrabas en basgitaar), Rein Godefroy (piano en Fender Rhodes) en Louk Boudestijn (trombone) speelt Van Kemenade twee nummers, die als tegenwicht prima na de gekte van de duetten met Braam passen. Van het toepasselijk getitelde 'Altijd Herfst' druipt de melancholie af, terwijl 'Dat Is Het Nog Steeds' flink funky is.

Het album sluit af met een zeer interessante versie van Ellingtons 'In A Sentimental Mood'. Dit nummer, een van de mooiste ballads aller tijden, is live opgenomen in het Bimhuis en is tevens op dvd bijgevoegd. De bezetting is indrukwekkend. Van Kemenade speelt hier met bassist en kersverse Boy Edgar Prijs-winnaar Ernst Glerum, drummer Han Bennink, gitarist Frank Möbus en de briljante trombonist Ray Anderson. Het mag, gezien deze samenstelling, geen wonder heten dat het nummer als dag en nacht verschilt van Ellingtons eigen uitvoeringen. Toch blijft de intentie duidelijk en klinkt het sentiment van de componist door in de improvisaties. Van Kemenade steekt Johnny Hodges, voor wie dit nummer geschreven is, wat betreft gevoel voor drama naar de kroon. Ook Anderson draagt meer dan zijn steentje bij; zijn kenmerkende gerasp, geloei en gekwaak op de trombone werkt wonderwel.

Het is alleen eeuwig zonde dat slechts één nummer van dit topensemble is bijgevoegd. Bovendien is het jammer dat er ook maar één nummer op de bijgevoegde dvd staat. Naar het schijnt komt dit omdat de VPRO alleen 'In A Sentimental Mood' heeft opgenomen. Dat is jammer, want de beelden (en opnamen) doen naar meer verlangen.

Meer horen?
Op Kwadratuur.be kun je luisteren naar een
audiotrack van dit album: 'Same Two Horns, Same Bass' met Paul van Kemenade, Eric Vloeimans en Wiro Mahieu.

(Sybren Renema, 10.3.09) - [print] - [naar boven]





Sunday Afternoon Jazz
Susanne Alt Quartet featuring Bruno Speight, zondag 8 februari 2009, Trianon, Nijmegen

Susanne Alt werd in 1978 geboren in Würzburg als kind van twee muzikanten. Van haar vader kreeg zij op zesjarige leeftijd pianoles. Op haar achtste kreeg zij gitaarles van haar moeder. Vanaf haar twaalfde begon ze met saxofoon spelen. Al snel won Alt de belangrijke aanmoedigingsprijs voor jong talent, de Siemens-Jazzförderpreis. Op haar vijftiende was zij de jongste student klassiek saxofoon aan het Neurenbergse Meistersingerkonservatorium. In 1996 verhuisde Alt naar Nederland. In 2004 verscheen haar eerste cd 'Nocturne', daarna volgde 'Delight' (2007) en 'On Track' (2009), alle drie met haar groep, het Susanne Alt Quartet.

Dit kwartet bestaat uit Thijs Cuppen (piano), Sven Schuster (contrabas), Phillipe Lemm (drums) en Susanne Alt (altsax, sopraansax, dwarsfluit). Zij speelden deze middag met special guest Bruno Speight op gitaar. Speight is de vaste leadgitarist van Maceo Parker en speelde onder anderen met Prince en The Drifters. Alt luistert al vanaf haar 16e naar Maceo Parker; ze heeft zo'n 30 concerten van hem gezien. Ze raakte onder de indruk van het spel van Speight en er ontstond een vriendschap tussen de twee, die er uiteindelijk toe leidde dat de gitarist mee ging spelen in haar band.

In Trianon presenteerde de saxofoniste een deel van haar nieuwe, in februari 2009 uitgebrachte cd 'On Track', een album vol moderne soul-jazz. Het Susanne Alt Quartet bracht deze middag een gevarieerde mix van jazz, blues ('Things To Do'), latin ('A Got Rhythm'), reggae ('June Tune') en funky soul.

Alt haalde frisse, heldere en mooie variaties uit haar sax, met subtiele, melodische en humoristische wendingen. Soms speelde ze ronduit zacht. Haar klank is zo opvallend helder dat haar spel meteen bij je binnenkomt, zoals in 'Recurring Dreams' en 'Crash Course'. Cuppen liet zichzelf zien in 'Happy People In The Morning', dat erg verfrissend klonk. Maar ook in 'Mermaid Eyes' en 'Spring Clouds', waarin de toetsenist een heerlijke 80's sound liet horen. Schuster haalde een steady laag warm geluid uit zijn bas, wat goed naar voren kwam in 'Music For President'. In dat nummer was ook mooi samenspel tussen Schuster en Speight. Lemm drumde snel en strak. Zijn meeslepende nummer 'Sintra & Sonora' was beestachtig goed. Speights spel bevatte een groovy, funky, soul minded, alles doordrenkende flow.

Met de toegift 'Desire' sloot de band het concert af met een helder intens geluid en sensuele klanken. Met mandjes vol geroosterd uienbrood op de tafels zorgde Trianon voor een sublieme omlijsting van deze geslaagde zondagmiddag.

Meer horen en zien?
Op YouTube zijn opnamen van dit concert te zien. Bekijk en beluister 'Spring Clouds' (part 1 en part 2), 'Crash Course', 'Desire', 'Now Forever' en 'Music For President'.

(Josien Lucassen, 9.3.09) - [print] - [naar boven]





Projectsubsidie NFPK+ voor Jazz Orchestra Of The Concertgebouw

Het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw (JOC) is een van de vele ensembles die per januari 2009 verder moest zonder vierjarige subsidie van het NFPK+. Vanuit de overtuiging dat het JOC wel degelijk een plaats verdient binnen het bestel, heeft het orkest een aanvraag gedaan voor een Tweejarige Projectsubsidie bij het NFPK+. In deze aanvraag richt het JOC zich op het ontwikkelen van nieuwe muziek en het spreiden van cultureel aanbod in de serie Bimhuis Uit (in samenwerking met de NPS) en op het genereren van nieuw en met name jonger publiek in samenwerking met Paradiso (Amsterdam). Deze aanvraag is nagenoeg volledig gehonoreerd met 205.000 euro voor twee jaar.

Het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw heeft in de ruim 10 jaar van haar bestaan in belangrijke mate bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor bigbandmuziek in Nederland. Met de tweewekelijkse concerten in het Bimhuis die eind jaren negentig begonnen, heeft het JOC onder leiding van Henk Meutgeert de uitersten binnen de Nederlandse jazzwereld weten samen te brengen en de klank van de bigband een eigentijdse wending weten te geven. Het JOC is dan ook een van de weinige jazzensembles die het gehele domein van de jazz en geïmproviseerde muziek bestrijken. In de afgelopen jaren is het orkest nationaal en internationaal succesvol geweest.

Per januari heeft het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw een nieuwe artistiek leider aangesteld in de persoon van Juan Martinez. Martinez, vanaf de oprichting in 1999 de vaste baritonsaxofonist van het JOC, is tevens jazzprogrammeur van het Jazzpodium DJS en artistiek leider van de Wereld Jazz Dagen. Martinez gaat zich met name richten op het meerjarige artistieke beleid en op de invulling van de concerten, series en tournees. Daarnaast blijft hij zijn rol als baritonsaxofonist binnen de band vervullen.

De komende tijd staat in het teken van internationalisering. Eind mei vertrekt het JOC naar China voor een aantal concerten in Peking. Verder staan er een aantal concerten in Europa op stapel en is het orkest na een succesvolle tournee eind vorig jaar in Japan – het concert in de Blue Note (Tokio) werd door de Nikkei Shimbun Newspaper uitgeroepen tot een van de drie beste jazzconcerten in Japan van 2008 - teruggevraagd voor een nieuwe concertreeks . Het JOC heeft dan ook vertrouwen in een op handen zijnde internationale doorbraak. Nationaal bestaan de plannen onder meer uit uitbreiding van de Bimhuisserie met concerten in den lande en een concertreeks speciaal voor jongeren in Paradiso. En tot slot bestaat het JOC deze zomer 10 jaar, wat wordt gevierd met onder meer vier concerten in de Robeco-serie.

(Jacques Los, 9.3.09) - [print] - [naar boven]





Jenny Scheinman – 'Crossing The Field' (Koch, 2008)

Jenny Scheinman heeft vele gezichten: songschrijfster, componiste, performer en sinds kort ook zangeres. 'Crossing The Field' is een instrumentale cd die vooral focust op de componeertalenten van Scheinman.

Bijzonder is dat ze altijd afgeronde songs speelt, die allemaal een kop en staart hebben. De tracks leunen zwaar op de Amerikaanse folk- en jazztraditie, wat ongetwijfeld te maken heeft met het feit dat Bill Frisell de gitarist van haar band is. 'Breekbaar' is wellicht een goede omschrijving van de sfeer van dit album. Andere opvallende namen zijn die van bassist Tony Scherr en violist Eyvind Kang, die een live-opname dirigeert in de New Yorkse club Tonic.

'Crossing the Field' is een sterk album dat de luisteraar bij de les houdt, ook wanneer de muziek wat al te kalm dreigt te worden. Een dwarse, dissonante noot hier en daar houdt de luisteraar scherp, en een Afrikaans uitstapje ('Song For Sidiki') doet hier wonderen.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Jenny Scheinman kun je luisteren naar drie tracks van dit album: 'Born Into This', 'I Heart Eye Patch' en 'That's Delight'.

(Eric van Rees, 7.3.09) - [print] - [naar boven]





Masterclass Han Bennink op het 15e Meer Jazz Festival

Bij het tweede Meer Jazz Festival leidde hij het kinderprogramma. Bij het derde Meer Jazz-lustrum in mei is Han Bennink weer van de partij. Samen met pianist Michiel Borstlap en bassist Ernst Glerum verzorgt hij op zaterdagmiddag 16 mei een masterclass voor maximaal negen musici en aansluitend geeft het Trio BBG (Bennink-Borstlap-Glerum) een concert. Deze in samenwerking met de Stichting SWING georganiseerde masterclass is bedoeld om jonge getalenteerde musici verder op weg te helpen op het pad naar de wereld van de geïmproviseerde muziek.

Gevorderde musici kunnen zich voor de masterclass aanmelden bij info@swingweb, bij voorkeur per e-mail. Bij de aanmelding horen een korte biografie (maximaal tweehonderd woorden), een korte motivering van de wens om deel te nemen en een mp3-tje dat een goede indruk van het spel geeft. Uit de aanmeldingen selecteert een deskundige commissie de deelnemers. Voor deelnemen aan de masterclass berekent Stichting SWING een bedrag van € 25,00 per deelnemer.

Voor belangstellend publiek is de toegang gratis. Om zo min mogelijk te storen worden bezoekers op gezette tijden in de gelegenheid gesteld de zaal binnen te komen of te verlaten. De masterclass wordt gegeven in paviljoen C op het Raadhuisplein in Hoofddorp en duurt van 14.30 uur tot 16.00 uur. Het aansluitende concert van Trio BBG is op de zelfde locatie van 17.45 uur tot 19.00 uur.

Meer weten?
Klik hier voor het volledige programma van het Meer Jazz Festival 2009.

(Jacques Los, 7.3.09) - [print] - [naar boven]



Nieuwe directeur bij Jazz Impuls

Tijdens een bijzondere bijeenkomst heeft Bob Hagen op 1 maart jongstleden kenbaar gemaakt dat hij in die week zijn 75ste verjaardag hoopt te vieren en dat hij dat een goed moment vindt om, na realisering van 600 Jazz Impuls-concerten, met toestemming van het bestuur, zijn directiefunctie bij Jazz Impuls over te dragen aan zijn naaste medewerkster Friederike Darius, voorheen fluististe bij het Metropole Orkest en tevens artistiek coördinator van het orkest. Wel hoopt hij, vertrouwend op de 'ongetwijfeld perfecte leiding van zijn opvolgster', op z'n minst het duizendste concert als lid van het bestuur mee te kunnen maken.

(Jacques Los, 7.3.09) - [print] - [naar boven]





The Bad Plus: barokke ritmiek
The Bad Plus & Wendy Lewis, zaterdag 28 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam

Op het pad van de emancipatie van het pianotrio sinds, zeg, Teddy Wilson is The Bad Plus een recente kiezel. De meest ingrijpende transformatie door de jaren onderging de drummer. Van het handhaven van het strikte (dans)tempo evolueerde diens taak tot desintegratie. Tot het schetsen van de barokke ornamentiek die kenmerkend is voor de hedendaagse polyritmiek.

In het geval van The Bad Plus werkt daarbij mee, dat het basismateriaal niet zelden klassieke composities zijn van onder anderen Igor Strawinsky en Györgi Ligeti. Die stukken hebben een minder lineair en meer asymmetrisch karakter dan de gangbare jazzwijsjes. Het trio (Ethan Iverson - piano, Reid Anderson - bas en David King - drums) is hecht als een Chinese puzzel, de ritmische nuances en verspringingen vertoonden geen kieren. De faseverschuivingen in 'Old Money' werkten verbluffend goed.

Hoewel het optreden bezonken momenten kende ('Bill Hickman At Home', 'People Like You'), grossierde The Bad Plus vooral in dynamische contrasten. Na de pauze opende de muziek zich om ruimte te maken voor vocaliste Wendy Lewis. Die laatste is niet zozeer een jazzzangeres alswel een pop-chanteuse. Voor zover ze iets uitstraalde, was dat een soort old hat-new wave cool. Dat werkte voortreffelijk in de oude Tony Bennett-hit 'Blue Velvet', waarin de muziek roerloos werd als een bevroren vijver in het maanlicht. Maar voor het overige bleven haar beurtelings psychoanalytische en sprookjesachtige teksten in een vrijblijvend maniërisme steken.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

(Eddy Determeyer, 6.3.09) - [print] - [naar boven]



Finalisten Deloitte Jazz Award bekend

Pianiste Kaja Draksler, bassist Clemens van der Feen en hoornist Morris Kliphuis gaan door naar de finale van de Deloitte Jazz Award 2009. Juryvoorzitter Rutger Hafkenscheid maakte dit dinsdagavond bekend na afloop van de voorronde in Toomler Theater te Amsterdam. Behalve de drie gekozen finalisten namen saxofoniste Marike van Dijk, gitarist Marzio Scholten en trompettist Rob van de Wouw deel aan de voorronde. De deelnemers traden op met het trio van bassist en voormalig winnaar Stefan Lievestro.

De finale vindt plaats op woensdag 8 april 2009 in het Bimhuis te Amsterdam. De kandidaten worden daar ook weer begeleid door het Stefan Lievestro Trio. De presentatie is in handen van Wilfried de Jong. De winnaar ontvangt een prijs van € 20.000. De andere finalisten krijgen een stimulansprijs van € 2.500.

De Deloitte Jazz Award is de grootste Nederlandse aanmoedigingsprijs voor getalenteerde jazzmusici. De prijs is een initiatief van Deloitte en wordt dit jaar voor de achtste maal uitgereikt. Eerdere winnaars zijn Oene van Geel (2002), David Kweksilber (2003), Joris Roelofs (2004), Stefan Lievestro (2005), Jeffrey Bruinsma (2006), Ben van Gelder (2007) en Michal Vanoucek (2008).

De jury bestaat uit Benjamin Herman (musicus), Amanda Kuyper (muziekjournalist), Jan Menu (musicus, producer), Jacobien Tamsma (impresario) en Bert Vuijsje (journalist/jazzrecensent) en wordt voorgezeten door Rutger Hafkenscheid.

Meer weten?
Lees
hier meer over vroegere winnaars van de Deloitte Jazz Award.

(Jacques Los, 6.3.09) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord
Roestig


"Het is een voldongen feit, dat het aantal echte jazzliefhebbers met elke overlijdensadvertentie afneemt, gelijk het aantal jeneverdrinkers en midwinterhoornblazers."

Herbert Noord had even een mopperpauze ("goed voetenwerk, maar niet meer die dodelijke punchline"), maar zoals u hier kunt lezen: hij is weer terug, daarbij geïnspireerd door YouTube, immers: "Jazz rules on YouTube".

(Maarten van de Ven, 5.3.09) - [print] - [naar boven]





Het heilige vuur in tweede set ontstoken
Drew Gress Quintet '7 Black Butterflies', woensdag 25 februari 2009, Bimhuis, Amsterdam

Bassist Drew Gress is een drukbezet musicus en componist in de eigentijdse New Yorkse jazzscene. Zijn agenda puilt uit met tourdata (als sideman en met eigen groepen) en cd-opnamen. Hij heeft met talloze prominente musici samengewerkt, waaronder Fred Hersch, Ravi Coltrane, Dave Douglas, Paul Bley, Don Byron en Marc Copland.

Met zijn Butterflies-groep heeft hij inmiddels twee ('The Irrational Numbers' en '7 Black Butterflies') succesvolle cd's opgenomen en toert hij regelmatig in binnen- en buitenland. De groep bestaat sinds 2005 en maakt een goed ingespeelde indruk. Er worden uitsluitend composities van Drew Gress gespeeld. Het zijn open composities, gebaseerd op de beboptraditie en de free jazz. Binnen de composities wordt gebruik gemaakt van ritmische varianten, dynamische klankkleuren en contrapuntische elementen. De melodielijnen zijn verfrissend, complex en doen enigermate academisch aan. Hoewel er zeer bekwaam door altist Tim Berne en trompettist Ralph Alessi werd gesoleerd, ontbrak in de eerste set door deze intellectualistische benadering de emotie en het heilige vuur.

Revanche volgde in de tweede set. Zeer energiek werd ingezet met een Ornette Coleman-geïnspireerd thema, hetgeen resulteerde in een furieuze altsolo van Berne. Vuur in de ketel! Dat niveau werd gedurende de gehele tweede set vastgehouden. Ook trompettist Alessi speelde geïnspireerd en met groot technisch gemak duidelijk aangezette en gearticuleerde moderne melodieuze improvisaties. Spijtig was dat de voortreffelijke pianist Craig Taborn weinig soloruimte kreeg toebedeeld. Ook drummer Tom Rainey soleerde amper. Desalniettemin was hij door het puntige, alerte en gevarieerde drummen een belangrijke stem in het geheel.

De bruisende ritmesectie, de verrassende en frisse composities en de voortreffelijke solo's maakten dit concert, vooral in de tweede set, tot een heerlijke muzikale belevenis.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

(Jacques Los, 4.3.09) - [print] - [naar boven]



Jazz Masters Maastricht

Het Maastrichtse Jazz Masters Festival behoort inmiddels tot de top 3 van meest gerenommeerde Nederlandse jazzevenementen naast North Sea Jazz Festival en Jazz The Hague. De zesde editie vindt op 20 en 21 maart 2009 plaats in het Theater aan het Vrijthof. Geen massaal programma, maar juist een intiem tweedaags avondprogramma met een balans tussen vedetten van wereldnaam en aanstormend jong talent.

De headliners zijn Gino Vannelli, met een Nederlandse all-star band, Zuco 103, Brad Mehldau, Philip Catherine en Michel Bisceglia. Deze artiesten vertegenwoordigen elk een eigen stijl en persoonlijkheid binnen de jazz en behoren met recht tot de internationale top. Naast gevestigde namen biedt Jazz Maastricht ook aanstormend talent een podium. Zo is er een optreden van het Cesar LaTorre Trio, de finalist van Europa's belangrijkste jazzcompetitie voor jong talent, de Jazz Hoeilaart competitie 2008. Ook zal het akoestische jazzkwartet Bender Banjax te zien zijn, de winnaars van de competitie Jong Jazztalent Gent 2008.

Meer informatie over de artiesten is te vinden op de
website van Jazz Masters Maastricht.

(Jacques Los, 4.3.09) - [print] - [naar boven]





Animus Anima - 'Le Bénéfice Du Doute' (Yiyu, 2007)
Opname: 2006

'Le Bénéfice Du Doute' is de tweede plaat van het ensemble Animus Anima, maar pas de eerste als kwartet of kwintet. Een interessant kwartet overigens, want met de bezetting tenorsax, elektrische gitaar, tuba en drums kleurt het viertal buiten de lijntjes van eender welke standaardbezetting. Zuiver muzikaal blijft 'Le Bénéfice Du Doute' echter heel toegankelijk, maar daarom niet minder fris.

In de eerste helft van de plaat overheersen de funky elementen: strakke drumgrooves met riffs en korte thema's vol hoekige ritmes en asymmetrische maatsoorten. Daarbij worden extremen systematisch geweerd; de muziek klinkt aan de ene kant nooit gezocht of gewild technisch, terwijl aan de andere kant de groep ook nooit onderuitzakt in louter een gemakkelijke groove. Ook de bescheiden elektronica van de inmiddels weer uit de groep vertrokken Vincent Matyn is geen excuus om speciaal te doen; het zoemen, de spacy geluidjes of de vervormde stem van Noam Chomsky (in een relaas over 9/11) ondersteunen de live muzikanten en laten hen alle vrijheid.

In de omgang met populaire grooves of klanken laat de groep een gezonde ambitie horen, die zich zowel manifesteert in de composities als in de ensemblesound. Gitarist Benoist Eil lonkt met een stevige sound, gedrenkt in distortion naar de rock, soms zelfs richting noise, terwijl hij op andere momenten een heel zuivere klank laat horen. Ook blazers Nicolas Ankoudinoff (tenorsax) en Pascal Rousseau (tuba,
saxhoorn) kunnen verschillende paden bewandelen. Waar de eerste zowel zuiver melodisch als freakend kan uitpakken, blijkt de tweede niet alleen bij machte om op tuba goed vullende basriffs neer te leggen, maar kan hij ook lyrisch soepel uit de hoek komen. Dit komt vooral van pas in een track als 'Le Statut De La Liberté', waar het kwartet zich van een subtielere kant laat horen.

Bovendien deinst de groep er niet voor terug om in de composities verschillende terreinen te bewandelen, die soms erg ver afdwalen van het funky element dat aanvankelijk overheerst. Toch klinkt 'Le Bénéfice Du Doute' niet als een eclectisch lapwerkje, ook niet wanneer in één compositie verschillende richtingen uitgegaan wordt, zoals bij 'Sentir/Consentir', 'D.D.' of 'Le Saparchoui'. In deze laatste compositie komt de klank van Animus Anima het dichtst tegen de zompige moerassound van Henry Threadgill te liggen; een referentie die door het gebruik van de tuba al eerder de kop opstak, maar die door het polyfone ensemblespel explicieter wordt. Door de marsachtige elementen in tuba en drums en de ontketende rockambities van drums en gitaar wordt deze compositie één van de meest tot de verbeelding sprekende van de hele plaat.

Andere opmerkelijke verschijningen zijn 'Le Cimetière Des Innocents' – opgebouwd vanuit een kort motief van drie noten – en 'Tobin Le Sagace', een stuk spoken word gebaseerd op een fragment uit Pablo Neruda's 'Canto General'. Dat de groep ook onder en naast de spreekstem bezig blijft met het ontwikkelen van een echt muzikaal verhaal, maakt duidelijk dat ze niet de gemakkelijkste weg kiezen. Voor de luisteraar moet deze keuze echter geen probleem zijn; Animus Anima klinkt hier en op de rest van de plaat bijzonder toegankelijk. Een reden temeer om deze Belgische band over de taalgrens te gaan ontdekken.

Deze recensie verscheen eerder in Kwadratuur.be

Meer horen?
Op de MySpace-pagina van Animus Anima kun je de volgende tracks van dit album beluisteren: 'Continuum', 'Le Statut De La Liberté' en 'Le Bénéfice Du Doute'.

(Koen Van Meel, 3.3.09) - [print] - [naar boven]





Iggy Pop goes jazz

Iggy Pop, zanger van The Stooges, maakt een jazzalbum. In een video op zijn eigen website zegt de explosieve frontman het helemaal gehad te hebben met gitaarbands. Het wordt tijd voor een "rustiger album met jazzy boventonen".

De nieuwe cd heet 'Preliminaires' en komt in april/mei uit via EMI Frankrijk. Pop vertelt dat hij graag luistert naar jazz uit het New Orleans-tijdperk. Mensen als Louis Armstrong en Jelly Roll Morton. "Ik heb altijd al gehouden van rustigere ballads." De zanger heeft voor zijn nieuwe album een versie opgenomen van de jazzklassieker 'Autumn Leaves', in het Frans nota bene. Het nummer heet dan ook 'Les Feuilles Mortes'.

Bron: OOR

(Maarten van de Ven, 3.3.09) - [print] - [naar boven]





Trio Kaufmann/Gratkowski/de Joode improviseert er zonder vangnet op los
woensdag 18 februari 2009, Kasteel Vilain XIIII, Leut-Maasmechelen

Je kunt nog zo je best doen om een jazzconcert in woorden te vatten, het blijft een poging en niet meer dan dat. Nog lastiger wordt het als het een freejazzconcert betreft, waarbij gemusiceerd wordt zonder muzikale afspraken of notenmateriaal. Slechts met de zekerheid dat zij het podium beklimmen met of plaatsnemen aan hun instrument. En waarbij dan ook weer niet vaststaat op welke manier zij van plan zijn ermee om te gaan. Welnu, zo was het ook bij het concert van Achim Kaufmann (piano), Frank Gratkowski (rieten) en Wilbert de Joode (bas). Programmator Hugo Haeghens continueerde zijn goede gewoonte om steeds gerenommeerde improvisatoren op Kasteel Vilain te ontvangen.

Alles wat er vanavond klonk, ontstond intuïtief en sur place. "Nogal vaag", zeggen de tegenstanders van vrije improvisatie. "Zo beleef je ultieme improvisatie, vrijheid en communicatie over en weer", repliceren de liefhebbers. En die laatsten kwamen er zelfs vanuit Brugge voor naar Leut! Omdat de reputatie van het trio gekend is en deze muziek vraagt om er live oorgetuige van te zijn, was de opkomst toch wat teleurstellend.

Het werden twee sets ongecensureerde free jazz, waarbij opviel hoe goed dat dit drietal elkaar kende; men hield elkaar muzikaal gesproken steeds in de peiling. De wil om het beste van zichzelf te geven, in dienst van het totaal, kon je proeven. Dat kon zijn door het aandragen van zaken ter inspiratie of het verlenen van steun of ruimte aan de initiatieven of improvisaties van de ander.

Het moet een gruwel zijn voor pianostemmers die niet direct aan hun broodwinning, maar eerder aan hun liefde voor het instrument denken: steeds vaker gaan pianisten de snaren op het pantserraam te lijf. Ook al doen ze dit met haast chirurgische precisie en met uiteenlopende attributen om de verkregen geluiden en effecten in te zetten voor de goede zaak. Achim Kaufmann was hierop geen uitzondering. Hij streelde, toucheerde en attaqueerde het klavier en nam ook het inwendige van de vleugel met mallets, cimbaaltjes, plakband enzovoorts goed onder handen. Zoals op die momenten waarop Wilbert de Joode weer eens zaken op de spits dreef met dwingende riffs of tegendraads basspel.

Frank Gratkowski had drie rietinstrumenten - klarinet, basklarinet en altsax - tot zijn beschikking om met zijn muzikale bagage en experimentele klankvervormingstechnieken zijn gedachten in klanken om te zetten. Met perfecte circular breathing-techniek liet hij zijn basklarinet bijvoorbeeld klinken als een ruisende wind. Daar tussendoor mengde hij summier wat lange noten voor de inkleuring. Op andere momenten blafte, krijste en brulde hij op altsaxofoon zijn gespeelde onkunde op het instrument vol overtuiging de zaal in, omdat dit hem in de context zo uitkwam. Niet eerder hoorde ik een glissando zo langgerekt en zo gelijkmatig uit een altsaxofoon opstijgen. Bij dit trio kwam je oren tekort om alle klankvondsten en subtiele klankdetails in detail, essentie, complexiteit en samenhang in je op te nemen en een plaats te geven.

Bijzonder was het onderdeel waarin Kaufman op het binnenste van de vleugel en Gratkowski op zijn klarinet zonder mondstuk percussief speelden, waarover De Joode vrij en ongebonden zijn gang ging, en aansprekend geplukt en gestreken improviseerde. Achim Kaufmann tenslotte beroerde met een fraai toucher, als een sensibele haptonoom, het klavier en met een beheerste fade-out werd dit concert besloten. Een gewaagd freejazzconcert zoals het moet zijn, omdat het je verwondert, verwart, irriteert, behaagt en verbluft. Dat alles maakt deze kunstvorm zo uniek en zo de moeite waard om er getuige van te zijn.

Klik
hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Cees van de Ven, 3.3.09) - [print] - [naar boven]





Kortingsactie Sonny Fortune in Vredenburg

Aanstaande zaterdag 7 maart nodigt pianist Rein de Graaff voor een bijzonder concert in het Utrechtse Vredenburg maar liefst drie altsaxofonisten uit om muzikaal met elkaar in conclaaf te gaan.

Sonny Fortune (1938) werd geboren in Philadelphia en speelde vanaf de jaren zeventig met alles en iedereen die ertoe deed, zoals Miles Davis, Dizzy Gillespie, George Benson en Nat Adderley. Fortune's grote voorbeeld is John Coltrane, maar hij is ook een bewonderaar van Charlie Parker en Sonny Rollins. Hij krijgt tegenspel van twee jonge Nederlandse altsaxofonisten: Marco Kegel en Joris Roelofs. Kegel (1970) studeerde in 1992 af aan het Koninklijk Conservatorium en maakte plaatopnamen met Lee Konitz en Gary Foster. Roelofs (1984) is ondanks zijn jonge leeftijd leider van zijn eigen kwartet en speelt regelmatig in de New Cool Collective Big Band en het Jazz Orchestra of the Concertgebouw. Onder al dit altsaxgeweld legt het Rein de Graaff Trio een swingend fundament.

Vredenburg geeft lezers van Draai om je oren een korting van € 5,- op de entreeprijs. Als u bij de de kassa refereert aan 'korting Draai om je oren', dan kunt u voor € 17,- (inclusief pauzedrankje en garderobe) getuige zijn van dit bijzondere concert.

Klik hier voor meer informatie.

(Maarten van de Ven, 2.3.09) - [print] - [naar boven]





Moderne bop met lef
Maarten van der Grinten/Benjamin Herman Kwartet, zondag 15 februari 2009, Jazzy Jam, Zwolle

In een relaxte omgeving luisteren naar jazzmuziek, spontaan, inventief en met een flinke dosis spelplezier. Degenen die zondagmiddag de Jazzy Jam in Zwolle wisten te vinden, daarmee de koude regen ontvluchtend, maakten een goede keus. Het Maarten van der Grinten/Benjamin Herman Kwartet (met op drums de Zwollenaar Henk Zomer en op bas Jos Machtel) zorgde voor een geïnspireerd en aanstekelijk optreden.

De altijd wat stoïcijns, in Jack DeJohnette-stijl drummende Henk Zomer raakte zichtbaar geïnspireerd door de instrumentale en vocale (!) ingevingen van alleskunner Benjamin Herman, die intiem zachte passages afwisselde met bulderende growls, smaakvol begeleid door gitarist Maarten van der Grinten. Deze snarenvirtuoos liet ook als solist een uitgebreid palet aan klankkleuren horen en benutte ook het laag van de gitaar opvallend soepel. Bassist Jos Machtel is de meest onverstoorbare pion in dit kwartet.

De standards, zoals een gloedvol 'You’ve Changed', werden afgewisseld met eigen composities van Herman en Van der Grinten in een stijl die de bandleden zelf typeren als 'psychodixie'. Titels als 'Klutz', 'Rataplan' en 'A Curse And A Sigh' zeggen meteen al iets over deze vorm van moderne bop. Daarbij trok Zomer ook regelmatig de aandacht door - naast stuwend te swingen - regelmatig de solisten met onnavolgbare fills te prikkelen en schijnbaar op het verkeerde been te zetten.

Dit kwartet, dat al sinds 1992 regelmatig met elkaar speelt en inmiddels al vier cd's heeft uitgebracht (de laatste in 2007), laat in elk geval horen dat jazz in deze oervorm van lef en improvisatie nog springlevend is.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

(Geert Topper, 2.3.09) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.