Cocqolumn #2
Het MJQ live
Twee keer in mijn leven heb ik het Modern Jazz Quartet live gezien. Tussen die twee concerten zat een tijdspanne van rond veertig jaar; de ambiance van de beide concerten was totaal verschillend. De eerste keer was op 16 november 1957, ik heb het program-mablaadje nog, vandaar dat ik de datum er zo precies bij kan leveren; ik was 16 jaar, ik weet niet meer met wie ik was of hoe ik in Amsterdam gekomen was (ik denkt liftend, vanuit mijn woonplaats Utrecht).
Het Modern Jazz Quartet in het Concertgebouw, de hogepriesters van de jazz, vier statige zwarte helden in avondkostuum, gewijde sfeer. De heren speelden stukken als 'The Queen’s Fancy', 'God Rest Ye Merry Gentlemen', 'Two Degrees East and Three Degrees West', 'Three Windows', 'The Golden Striker', 'Venice', 'Fontessa' en natuurlijk 'Django' (ik heb destijds de titels met rode balpen onderstreept in dat programma). Ik kan me van de muziek van die avond eigenlijk niets specifieks herinneren - behalve dat het wel ongeveer geklonken zal hebben als op de spaarzame langspeelplaat die hier en daar in omloop was - maar wel dat je een speld kon horen vallen in het volgepakte Concert-gebouw.
De tweede keer MJQ live was op het North Sea Jazz Festival, ergens in de jaren negen-tig, het jaar weet ik niet precies, ik was speciaal naar het veredelde jazz-annex-patat-en-bier-feest gegaan om John Lewis, Milt Jackson, Percy Heath en Connie Kay, helden uit mijn tienertijd, nog één keer te horen, voordat het kwartet wegens ouderdom en sterfte uiteen zou vallen – achteraf gezien was ik nog maar net op tijd. Maar qua ambi-ance was het daar in Den Haag wel een wereld van verschil met Amsterdam, vier decen-nia eerder.
Het kwartet was nu veroordeeld tot een piepklein podium in een van die muffe en bloedhete kelderzaaltjes van het Congresgebouw, er waren geen stoelen, dus de fans (allemaal bejaarden zoals ik) moesten staan of op de grond zitten. Maar de afstand was wel aangenaam klein: ik was een meter of vier, vijf verwijderd van pianist John Lewis en was er zodoende getuige van hoe hij, toen de pianokruk zich niet een-twee-drie op de gewenste hoogte liet afstellen, het ding omkeerde en er genadeloos hard mee op het podium beukte. Toen ging het wel, hij knikte tevreden en zette zich achter de vleugel. Niks hogepriester, gewoon een man.
Muzikaal was er niks veranderd: 'Django' en 'Three Windows' klonken nog net als vroeger ...en zo hoort dat ook. Een uniek concept als het Modern Jazz Quartet, daar moet je niks aan wijzigen. Of Milt Jackson na al die jaren MJQ nog net zo korzelig was over de in zijn ogen veel te artistieke arrangementen van Lewis (daar gingen altijd geruchten over) was niet te zien – hij zal zich er wel, al was het maar uit financiële overwegingen, bij hebben neergelegd. En een lachebekje was hij toch al niet.(René de Cocq, 6.7.06) - [print]
- [naar boven]
Brad Mehldau wint de Miles Davis Award in Montreal
Brad Mehldau is de dertiende winnaar van de prestigieuze Miles Davis Award die door het Festival International de Jazz de Montreal wordt uitgereikt. Voorgaande prijswinnaars waren onder anderen Dave Holland, Keith Jarrett, Michael Brecker, Wayne Shorter en John Scofield.
De in 1970 geboren Mehldau studeerde vanaf zijn zesde jaar klassiek piano en via de rockmuziek begon hij zich voor de jazz te interesseren. Hij werkte in de New Yorkse scene en speelde mee op de cd 'Moodswings' van tenorist Joshua Redman. Daarna for-meerde hij zijn eigen trio en maakte een tiental succesvolle cd's. Hij schreef filmmuziek voor 'Eyes Wide Shut' en 'Ma femme est une actrice'. De laatste jaren verschijnen zijn trio-opnamen op het label Nonesuch. Daarop verscheen ook een bijzonder duo-album met de sopraan Renée Fleming.
De pianist treedt op vrijdag 14 juli met zijn trio op in het Rotterdamse Ahoy' tijdens het North Sea Jazz Festival. Het concert begint om 19.15 uur in de Darling-zaal.
(Jacques Los, 5.7.06) - [print]
- [naar boven]
Eric Vloeimans zoektocht naar nog meer expressiviteit
Eric Vloeimans, Michel Banabila & Olga Mink, dinsdag 16 mei, Plaza Futura, Eindhoven
Op drie schermen en op de vloer werden bewegende en stilstaande beelden vertoond van en door VJ Olga Mink. Zij koos ter plekke de vorm en inhoud (uit filmmateriaal dat zij in 2005 in Tokio opnam) wat het publiek te zien kreeg. Michel Banabila weefde on the spot zijn synthetische klankentapijten of reproduceerde uit zijn computer al opgenomen beeld-gerelateerde sferische composities. Eric Vloeimans op trompet - al of niet gedempt - speelde via een TC Electronic ("een elektronische effectenbak" zoals hij het toestel schamper noemde).
In bijna stilstaande slow motion projecteerde Mink haar beelden van de stadshectiek van Tokio. Zoals een binnenlopende trein op een station, waarbij de vervreemding door het onwerkelijke tempo en de broeierige suspense van de muziek intrigeerde. Treinpassagiers die vervaagden tot schimmen om even later weer in focus te verschijnen. Of de beelden van een oversteekplaats voor voetgangers, waar wachtende mensen voor een rood stoplicht minutenlang voortrazende auto's zagen passeren, om vervolgens bij groen licht bizar traag hun oversteek te maken. Dit alles met een spannende muzikale omlijsting en interactieve improvisaties van Banablia en Vloeimans.
Vloeimans wist in zijn nieuwe klankendoos die effecten te vinden waar zijn ideeën en de beelden om vroegen. Aansprekende klankeffecten en verrassende improvisaties met ver-vreemdende effecten waren het gevolg. Zijn spel ging harmonisch en organisch op in de boeiende projecties van Mink en de klankbeelden van Banabila. Na treinen en stadsbeel-den volgden tot besluit beelden van het verkeer op roltrappen en Tokyo's architectuur. Olga Mink vertoonde deze vanuit het kikvorsperspectief van totaalbeelden of fragmenten van langstrekkende gebouwen met hun vaak ritmisch lijnenspel gespiegeld of caleidosco-pisch weergegeven. Beelden die zich bij uitstek leenden voor expressief spel van Banaliba en Vloeimans in hun element. Een vurige apotheose van een boeiende voorstelling in Plaza Futura.
Het is te wensen dat er van deze audiovisuele ervaring een dvd-registratie komt, omdat naast het uitstekende werk van Mink en Banabila vooral ook de elektronische Vloeimans van belang is. Met zijn nieuw elektronische expressiemedium zal hij ongetwijfeld nog meer van zich doen spreken. Hij bleef er vanavond heer en meester over en liet zijn 'effecten-bak' doen wat hem goeddunkt, niet meer en niet minder. En het resultaat was alleszins de moeite en beloftevol.
Klik hier voor een fotoverslag van deze audiovisuele performance.
(Anoniem, 3.7.06) - [print]
- [naar boven]
North Sea Round Town
Onder de slogan 'De stad swingt!' staat - als opmaat voor het North Sea Jazz Festival - Rotterdam vanaf 1 juli tot en met 16 juli in het teken van de jazz. 'Een kans om de Rot-terdammers te laten merken dat er iets bijzonders in de stad gebeurt. Een kans om de stad een bijzondere sfeer te geven. Een kans om kennis te maken met jazz en improvisa-tiemuziek', aldus de wervende tekst van projectleider Jack Rothuizen. Op talloze locaties worden een groot aantal gevarieerde jazzactiviteiten georganiseerd. Exposities, lezingen, kunst, films, video's en vanzelfsprekend concerten.
In Lantaren/Venster concerteert op 12 juli John Zorn Acoustic Masada; Eric Vloeimans speelt in de Laurenskerk; het Artvark Saxophone Quartet speelt in festivalcafé Floor; in Prachtig zijn lunchconcerten met de Dutch Aerophonic Orchestra, de Charli Green Big-band en het Rotterdam Jazz Orchestra; het Hans Mantel trio met pianist Rob Bavel is enkele avonden in Dizzy Jazz Café te vinden en Jules Deelder leest voor met het Benjamin Herman trio in Waterfront. Niet alleen Rotterdammers maar ook Rijnmonders, buitenlui en bezoekers van het North Sea Jazzfestival wordt een uitgebreid scala van jazzmogelijkheden geboden.
Klik hier voor uitgebreide informatie.
(Jacques Los, 3.7.06) - [print]
- [naar boven]
Wallace Roney - 'Mystikal' (HighNote, 2005)
Trompettist Wallace Roney begon ooit als een boodschapper van new bebop. Maar inmid-dels heeft hij zich ontwikkeld tot een hippe instrumentalist, die de nieuwste stromingen uit onder meer popmuziek in zijn spel verwerkt. Het levert in elk geval een gevarieerde cd op, waarop Roney laat horen dat hij nog altijd een grote is op het gebied van de jazz-trompet.
En dat hij een prettige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Had hij aanvankelijk een vrijage met Afrikaanse ritmes, later groef hij zich in in het werk van John Coltrane, om daarna de bebop - waarmee hij naam maakte - weer te omarmen. En als je dan nieuwe elementen gaat opzoeken, dan is het logisch dat je niet alleen meer akoestisch blijft spelen. 'Mystikal' moet het dan ook vooral hebben van elektronica.
Roneys octet, met daarin onder andere pianiste Geri Allen, bassist Matt Garrison en percussionist Bobby Thomas Jr, getuigt vooral van een soort elektrificerende energie met verwijzingen naar musici als Ornette Coleman en Herbie Hancock. Dat wil niet zeggen dat er sprake is van odes; veel meer is er ruimte voor eigenzinnigheid en dat is nooit weg in de jazz.
Deze recensie verscheen eerder in Brabants Dagblad.
Meer weten?
Lees onze recensie van het optreden van het Wallace Roney Quintet in het Bimhuis op 6 mei jl. en
bekijk het fotoverslag.Labels: cd
(Anoniem, 3.7.06) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...