Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
![]() Definitieve doorbraak Emma Rawicz, vrijdag 30 mei 2025, Tilburg Sax Summit, Paradox, Tilburg De derde editie van het Tilburg Sax Summit heeft van 26 mei tot en met 1 juni op verschillende locaties in Tilburg plaatsgevonden. Naast optredens van nationale en internationale musici is er ruimte geboden aan workshops en speciale ontmoetingen. Het festival is georganiseerd voor zowel luisteraars als makers, met aandacht voor jongeren zoals bij Sax Summit Kids. Het festival heeft de steun van het Cultuurfonds en draagt een sterk educatief karakter. Op vrijdag concerteert in dit verband saxofonist Emma Rawicz met haar kwartet. De saxofonist, van Poolse afkomst maar opgegroeid in Engeland, is vorig jaar afgestudeerd aan de Royal Academy of Music. Rawicz heeft al twee albums, 'Incantation' en 'Chroma', op haar naam uitgebracht en recent een duo-album, 'Big Visit', met toetsenist Gwilym Simcock. Haar status als saxofonist en componist ontwikkelt zich als een komeet. Direct bij het openingsnummer maakt Rawicz duidelijk dat deze avond geen zoete broodjes worden gebakken. De meeste stukken worden uptempo en met veel bezieling gebracht. De voortstuwende ritmesectie speelt hierin een niet te onderschatten rol. De saxofonist verkent het hele spectrum van de tenorsaxofoon en claimt binnen de composities ruimte om solistisch te excelleren. Met veel impact in een avontuurlijk en organisch geheel, passend bij de moderne opvattingen over improvisatie. De band speelt meerdere composities van het album 'Chroma'. De titels verwijzen naar obscure kleuren. Emma Rawicz heeft chromesthesie, waardoor zij bij het horen van geluiden kleuren waarneemt en dat heeft haar geïnspireerd tot dit album. Vol verve speelt zij 'Oak Tree', haar compositorische afstudeeropdracht. Slechts eenmaal, in 'Cowboys And Aliens', hanteert Rawicz de sopraansaxofoon in plaats van haar tenorsaxofoon en wordt eenmalig een dramatische ballad gespeeld.
Emma Rawicz imponeert in lange, uitdagende en uitgesponnen stukken, waarin de improvisaties op tenor tot grote hoogten reiken. Onder deze intense uitspattingen schuilt een groot compositorisch talent met veel gevoel voor melancholie en melodie, een complex akkoordgebruik, vlagen van abstractie en een mateloos ritmegevoel. Rawicz bewijst dat ze geen aanstormend talent meer is, ze is definitief doorgebroken! Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: Asaf Sirkis, concert, Elliot Galvin, Emma Rawicz, Kevin Glasgow, Tilburg Sax Summit (Louis Obbens, 15.6.25) - [print]
- [naar boven] Van 4 tot en met 19 juli 2025 transformeert de historische Bijlokesite in Gent opnieuw tot een bruisend epicentrum van muziek tijdens de 24ste editie van het Gent Jazz Festival. Met een line-up die zowel jazzpuristen als avontuurlijke muziekliefhebbers aanspreekt, belooft deze editie wederom een onvergetelijke ervaring te worden. Het zal niet velen gegeven zijn alle dagen te bezoeken en dus wordt het kiezen uit al het lekkers. Een aantal festivaldagen zijn trouwens al uitverkocht, dus enige spoed is wel geboden voor wie er bij wil zijn... De aftrap op 4 juli is meteen raak, met niemand minder dan Herbie Hancock die de Bijlokesite op z'n kop zet met zijn unieke mix van jazz, funk en elektronica. Op 14 juli komt Norah Jones terug naar Gent, gewapend met haar warme stem en een reeks tijdloze songs die je moeiteloos meevoeren. En op 12 juli brengt het Branford Marsalis Quartet het album 'Belonging' tot leven, een schitterend eerbetoon aan Keith Jarrett. En dat is nog maar het begin: ook Philip Catherine, Bonnie Raitt, Madeleine Peyroux, Max Richter, Melody Gardot, Ibrahim Maalouf, Steve Coleman and Five Elements, Leon Bridges en Kamasi Washington staan dit jaar op het programma. Op zondag 6 juli wordt de Bijlokesite omgetoverd tot een muzikale smeltkroes met het iconische hiphopcollectief The Roots, die hun ongeëvenaarde live-reputatie combineren met een flinke dosis improvisatie en energie. Samen met artiesten als Baloji, die Congolese ritmes verweeft met hedendaagse beats, en Jamila Woods, bekend om haar poëtische teksten en soulvolle sound, belooft dit een avond te worden waar genres moeiteloos in elkaar overvloeien. Voeg daar het Vlaamse rapfenomeen 't Hof Van Commerce aan toe en je hebt een line-up die barst van de cross-over vibes.
De Bijlokesite biedt met zijn groene omgeving en historische gebouwen een intieme en sfeervolle setting die het festival een bijzondere charme geeft. Het is de perfecte locatie om te genieten van muziek die grenzen overschrijdt en mensen samenbrengt. Klik hier voor meer informatie over Gent Jazz 2025. Foto: Johan Pape Labels: festival, gent jazz, nieuws, vooruitblik (Johan Pape, 14.6.25) - [print]
- [naar boven] Trompettist Wadada Leo Smith leidde me naar het bij Long Song Records verschenen 'Eyes On The Horizon' van bassist en fluitist Joe Fonda. Een album van het kwartet dat hij vormt met Smith, pianiste Satoko Fujii en drummer Tiziano Tanoni. Over zijn album 'Eyes On The Horizon' zegt Fonda: 'I decided I would write a series of pieces and think about how Wadada writes music and how I write music and about what it was I learned from him. I even used some of his notation systems on certain pieces. So yeah, it was all about Wadada.' Verwonderlijk is dat niet, Smith heeft zich de laatste decennia steeds verder ontwikkeld als componist, zoals bijvoorbeeld zijn twaalf strijkkwartetten aantonen. Fonda en Smith kennen elkaar ruim veertig jaar, maar werkten sinds de jaren 80 van de vorige eeuw nooit meer samen, tot deze opnames, gemaakt in december 2023. Het album begint met 'Inspiration Opus #1 (for Wadada Leo Smith)' waarin we direct de twee horen, hun klanken innig met elkaar verstrengeld. Gaandeweg doet de abstractie zijn intrede en horen we ook duidelijk de bijdrages van Fujii en Tanoni. Een stuk waarop we prima die andere uitspraak van Fonda kunnen plakken: 'Most of the time, we play with a more of a collective mentality. What I composed is not necessarily just head-solo-head. It's more like the way Wadada injects improvisations inside the written material. I tried to orchestrate it in different ways, so different people carry the themes at different times, and different people might be improvising at different times.' Fujii horen we op prachtige wijze in de intieme pianosolo waar 'My Song Opus #2' mee aanvangt. Maar ook Fonda's bassolo is hier meer dan de moeite waard. In 'We Need Members Opus #4' overheerst de abstractie, met name vormgegeven door Fonda en Fujii. Bijzonder is ook zeker Fonda's solo tegen het einde van dit vrij lange stuk. In 'Like No Other (for Bobby Naughton)' kruisen Fonda en Smith de degens, de spannende duistere klanken van Fonda vermengen zich met de hoge klanken van Smith's trompet. In het vrij stevige 'Listen To Dr. Cornel West' krijgen we een mooie indruk van Tanoni's drumspel, al moet hier zeker ook Fujii's bijdrage genoemd worden. Nog twee andere stukken droeg Fonda op aan Smith: 'Bright Light. Opus #5' en het titelstuk 'Eyes On The Horizon Opus #3'. In het eerste horen we Fonda ook op fluit, in prachtige harmonie met Smith's trompet. Labels: cd, Joe Fonda, Satoko Fujii, Tiziano Tanoni, Wadada Leo Smith (Ben Taffijn, 12.6.25) - [print]
- [naar boven] Venediktos Tempelboom, ook bekend als Benoit Monsieur, ook bekend als Benwa Meneers, ook bekend als Valium Adiktos Templestoned, is een Gentse gitarist. Het twaalfsnarige akoestische model is zijn medium. Nee, daarop tokkelt hij niet echt lieflijke liedekens - tenzij je het werk van Sonic Youth ook in die categorie zou willen plaatsen. Dat kan natuurlijk. Zijn geluid schuurt in ieder geval gemeen langs je trommelvliezen. Met behulp van pedalen creëert hij bourdontonen; onder het gruis vermoed je eeuwenoude volkswijsjes. Zijn belangrijkste inspiratiebronnen zijn fingerpicker John Fahey en, impliciet, Blind Willie McTell. Plus kalligrafie (…!) Meer indruk nog dan Tempelboom maakte tromboniste Tintin Patrone, ook bekend als Christine Koehler en woonachtig in Hamburg. Zij heeft het bijltje gevonden en opgeraapt waar Albert Mangelsdorff, Connie Bauer en George Lewis het er ooit bij neergegooid hebben. Ook Patrone bedient zich van door haar instrument gegenereerde drones, die doorregen zijn van elektronische effecten, inclusief loops en toegevoegde tweede stemmen. Het ging er in VERA ruig aan toe. Eerst hoorde je een rij klapstoeltjes, die in-, uit-, om- en ondersteboven geklapt werden. Om vervolgens getuige te zijn van F-35 onderdelen die in Rotterdam ingescheept en in Tel Aviv uitgeladen werden. Eersteklas spul, dat kon je wel horen. De muziek had kortom een machinaal karakter, met random toevoegingen. Zo leek Patrone soms willekeurige knopjes van haar geluidstafeltje af te ranselen. Haar set was compacter dan die van haar kompaan Tempelboom. Echt saai werd het bij haar in ieder geval niet. Foto: Eryn Postma, meer foto's te zien via VERA Labels: concert, Tintin Patrone, Venediktos Tempelboom (Eddy Determeyer, 9.6.25) - [print]
- [naar boven] Een knappe plaat van twee muzikanten die al meer dan twintig jaar samen spelen en gaandeweg steeds meer actief zijn als duo. Voor dit album schreef Moussay tweederde van de composities, de rest schreef Sclavis. En die hield het relatief simpel, om zoveel mogelijk de vrijheid en spontaniteit van gelijkgezinden te laten spreken, terwijl Moussay zich naar eigen zeggen liet inspireren door diverse stijlen en geluiden, van Messiaen tot de legendarische trio's van Jimmy Giuffre. Dat vertaalt zich in lyrische, soms filmische, maar altijd elegante kamermuziek. Echte verrassingen vallen er niet te rapen, maar het mysterie blijft doorgaans intact en de instrumentbeheersing van Sclavis gewoonweg buiten categorie. Klik hier om de titeltrack van dit album te beluisteren. Louis Sclavis (klarinet, basklarinet), Benjamin Moussay (piano) Deze recensie verscheen ook in Jazz&mo' Labels: Benjamin Moussay, cd, Louis Sclavis (Guy Peters, 7.6.25) - [print]
- [naar boven] Festival 'Groot muziekfeest, volksfeest, luidt de eerste definitie van het begrip festival in de Dikke van Dale. Welnu, het Breda Jazz Festival voldoet al 53 jaar aan de criteria. Dit is geen geriatrisch theekransje voor oudere heertjes en dametjes die elkaar in 1951 op een studentenfeest met de Dutch Swing College Band ontmoet hebben. Ook geen muziektentamen waarvoor je om te beginnen een minimum aan algebraīsch inzicht paraat moet hebben. Yuppen - of wat je vroeger met 'yuppen' zou hebben aangeduid - probeerden hier met een half oor en een biertje in de losse pols boven het gedruis van de bigband heen te kouten. Kleuters, al dan niet bekroond met een Muffy, zag je gebiologeerd naar de blinkende toeters staren en al snel blij huppelende rondjes op het ritme draaien. Geen slechte start voor de rest van je leven, zou je zeggen.' Van donderdag 29 mei tot en met zaterdag 31 mei bezocht Eddy Determeyer het Breda Jazz Festival. In de Bredase binnenstad zag hij de Chris Strik Hammond Session, Biggles Big Band, Frits Bayens Big Band, How About Rita?, Suck Da Head en Ray Gelato And His Giants. Klik hier om zijn festivalverslag te lezen. Foto: Hammie van der Vorst Labels: Biggles Big Band, Breda Jazzfestival, Chris Strik Hammond Session, Frits Bayens Big Band, How About Rita?, Ray Gelato And His Giants, Suck Da Head (Maarten van de Ven, 6.6.25) - [print]
- [naar boven] Op deze tweede dag zijn drie formaties, met een oceaan aan verschillen, vol lef naast elkaar geprogrammeerd. Met opvallend daarin twee duo's met trompet en piano. Het eerste duo is een telepathische samenwerking tussen de Belgische pianist Jef Neve en Teus Nobel. Hun samenwerking dateert al vanaf het project 'Spirit Control' uit 2018 waarna de duo-optredens usance zijn geworden. De composities zijn slechts het uitgangspunt voor het muzikaal avontuur waarnaar beide muzikanten gretig op zoek zijn. Recent is het album 'Esho Fun' uitgebracht. Teus Nobel vertelt tijdens het optreden dat de titel verwijst naar het boeddhistisch principe dat de mens een eenheid vormt met de omgeving. In het optreden van Neve en Nobel is zeker sprake van een eenheid, ook omdat ze qua veelzijdigheid niet voor elkaar onderdoen. Door elkaar de ruimte te laten wanneer de muziek erom vraagt en het grote wederzijdse respect is de improvisatie leidend en stijgt de muziek naar grote hoogten. 'Bluesette', 'Little Sunflower' en 'Weekend Is On' - slechts een greep uit de stukken die gespeeld zijn - blijven zonder uitzondering levendig en spannend. Het duo dat hierna acte de presence geeft is van een heel andere orde en overdondert het publiek. Pablo Castillo op trompet en cornet en Mathieu Meyer achter de piano brengen op unieke en sprankelende wijze muziek uit een ver verleden. Muziek die nauwelijks meer aandacht krijgt op de hedendaagse podia en nauwelijks nieuwe aanwas kent. Het duo brengt vol verve jazz van pakweg honderd jaar geleden hernieuwd onder de aandacht. King Oliver, Jelly Roll Morton, Earl Hines, maar met name Louis Armstrong en zijn Hot House Five zijn meer dan een inspiratiebron. Door de oprechtheid van hun muziek en presentatie is dit duo met enige fantasie de reïncarnatie van de jazzpioniers uit vervlogen tijden van de Roaring Twenties, gevolgd door de Grote Depressie en de ontwikkeling van improvisaties.
#Trumpetstuff 2025 is een groot feest gebleken, met de trompet als stralend middelpunt. De variatie tussen de onderlinge concerten en de verscheidenheid in het gebruik van dit koninklijke instrument verdient het predicaat Stranger than Paranoia! Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van Trumpetstuff door Louis Obbens. Labels: #trumpetstuff, Child's Play, Jasper Høiby, Jef Neve, Mathieu Meyer, Niek de Bruijn, Pablo Castillo Gomez, Teis Semey, Teus Nobel (Louis Obbens, 2.6.25) - [print]
- [naar boven] Eerlijk gezegd was ik de dronemuziek een beetje uit het oor verloren sinds het werk van pionier La Monte Young in de jaren zestig. Doch een tijdje geleden ontdekte ik dat de Concertzender rond middernacht frequent laagfrequente ambientmuziek uitzendt. Er zijn kennelijk nog steeds componisten van en liefhebbers voor dit soort minimal music. De grote zaal van VERA was leeggeruimd en verduisterd; de bar ging verscholen achter zwarte velums. Midden in de ruimte was een eiland van computers, synthesizers en mengpanelen gebouwd, geflankeerd door drie flambouwen. Daaromheen cirkels stoelen en zitzakken. Al bij binnenkomst werd je ondergedompeld in een fluisterzachte brom die allengs naar het zoemen van de airconditioning van een middelgroot warenhuis neigde. Langzaam, heel langzaam liet het duo All Are To Return het geluid aanzwellen en kreeg het gebodene een dreunend (dronend?) karakter. Even geleidelijk werden er dunne lagen lage tonen toegevoegd, als een ui die de tweede hoofdwet van de thermodynamica tartte en de entropie liet afnemen. Tot we uiteindelijk midden in een orkaan zaten. Deze muziek hoor je niet alleen via je oren, maar maak je met je hele lijfje mee. Hoewel ze geen ritmische component bezat, betrapte ik mijn corpus erop dat het kennelijk percussieve elementen had opgepikt. Ook merkte ik dat ik het grootste deel van de avond met gesloten ogen had zitten luisteren - wat eigenlijk nooit voorkomt. En zo gingen we terug naar mijn vroegste babytijd. Toen ik nacht na nacht het verre geluid van eskaders Lancasters moet hebben gehoord, op weg naar Krupp. Het geluid van tweehonderd Rolls Royce Merlin-motoren op vijf kilometer boven mijn wiegje zal niet monotoon zijn geweest, maar periodiek aan- en afzwellend, als dat een woord is, vanwege atmosferisch omstandigheden en interferentie van de krachtbronnen. Weer terug op aarde hoorde ik plotselinge hoge flitsen, als een TGV die een tunnel uit komt stormen en tweehonderd meter verderop weer verdwijnt.
Nog wat verder opgetuigd was het naamloze stuk waar Vigil de avond mee afsloot. Een soort sinustoon met verdichtingen en verdunningen. Er waren ook stereo-effecten, in deze context heel functioneel. Met periodieke hoge flitsen neigde dit naar 'echte' muziek. Goh, je kunt een hoop meemaken in drie kwartier, concludeerde ik toen ik de deur uitstapte. Tot ik me realiseerde dat ik twee uur in de ban van de drone had verkeerd. Foto's: Marc de Krosse via VERA Labels: concert, Dragon Mastery, Dronestage, Maurice de Jong, vigil (Eddy Determeyer, 31.5.25) - [print]
- [naar boven] Het is alweer de vierde editie van Trumpetstuff in Paradox, samengesteld door Teus Nobel. Een tweedaags festival met de trompet als middelpunt. Een groep zoals Zinder past uitstekend op het festival Trumpetstuff. Maar vier trompetten, aangevuld met contrabas en drums, blijft een zeldzame combinatie van instrumenten. Onder bezielende leiding van Suzan Veneman vormt het zelfs het hoogtepunt van de eerste festivaldag. De vier trompettisten die het podium sieren zijn Veneman, haar voormalige docent Kurt Weiss, Gidon Nunes Vaz en Koen Smits, die de honneurs waarneemt voor Alvaro Artime Jimenez. De verbluffend creatief aan de weg timmerende kopersectie wordt weergaloos ondersteund door Wouter Kühne op drums en Tijs Klaassen op contrabas. Hoewel het gevaar op de loer ligt is er geen sprake van een te schel klinkend zaalgeluid van de vier trompettisten. Zinder speelt veel werk van het gelijknamige album dat is verschenen in 2024, maar overdondert het publiek direct met het energieke 'The Moontrane' van Woody Shaw. De arrangementen en het samenspel zijn van een wonderbaarlijke schoonheid en het individuele solowerk laat op spetterende wijze de vele facetten van het trompetspel horen. Van kwetsbaar en subtiel tot energetisch en virtuoos. Een smetteloos optreden zonder akkoordinstrument, ambitieus van opzet, melodisch en avontuurlijk.
Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van Trumpetstuff door Louis Obbens. Labels: #trumpetstuff, festival, Suzan Veneman, Teus Nobel, Yazz Ahmed, Zinder (Louis Obbens, 30.5.25) - [print]
- [naar boven] 'The 3Dom Factor' was de titel die de legendarische drummer Barry Altschul gaf aan een nieuw trio album dat hij in 2013 uitbracht met leeftijdgenoot en bassist Joe Fonda en de toen nog vrij jonge en onbekende Jon Irabagon. Dat smaakte naar meer en zoals dat dan vaker gaat werd de naam van het album de naam van het trio. Barry Altschul's 3Dom Factor bracht in 2015 'Tales Of The Unforseen' uit, in 2017 'Live In Krakau' en in 2021 'Long Tall Sunshine'. Het trio bestaat nog steeds en sloot een Europese tour deze vrijdagavond af in De Singer, Rijkevorsel. Dan tel ik het allerlaatste concert zaterdagavond in het Bimhuis niet mee, aangezien Altschul daarvoor Alexander von Schlippenbach als gast uitnodigde. In mijn eerdere verslag merkte ik reeds op dat dit trio met name opvalt door het sterke samenspel en de gelijkwaardige rol van de leden. Die conclusie kan ik nu wederom trekken, aangevuld met het geweldige spelplezier dat er in deze ruim een uur durende set werkelijk van afspat. Iets dat we onder andere gewaar worden door het geschreeuw tussen Alstschul en Fonda, de muziek ruimschoots overstijgend. Die klinkt overigens volledig akoestisch, wat hier meer dan voldoende is. Twee klassiekers klinken er vanavond, 'Naima' van John Coltrane en 'Scrapple From The Apple' van Charlie Parker, naast 'GS 2' van Fonda helemaal aan het einde en verder de nodige improvisaties. Het concert begint in ieder geval direct in een fors tempo, waarbij Irabagon de leiding neemt en - onvermoeibaar in zijn spel - voorlopig ook houdt. Krachtig, melodieus en soms ook heerlijk ontsporend, alles uit zijn tenorsax persend wat erin zit. En dat natuurlijk fors opgezweept door een eersteklas ritmetandem. Als Irabagon even verderop eindelijk de tijd neemt om wat op adem te komen, horen we pas echt goed met wat voor musici we hier van doen hebben. Fonda mag aansluitend aan dit duet voor de eerste keer soleren. Ik ken hem met name van de samenwerking met Satoko Fujii en daardoor weet ik dat de man een excellente bassist is. Met niet alleen een uitstekend ritmegevoel, zo blijkt ook nu weer, maar ook met het vermogen om een melodie neer te zetten op zijn contrabas en dat is zeker niet iedere bassist gegeven. Altschul voegt zich er weer bij voor een abstract deel, waarin duidelijk sprake is van improvisatie en waarin Fonda zijn snaren aangenaam laat zingen. Tot Irabagon zich er weer bijvoegt en het geheel weer op stoom komt.
Foto's: Jef Vandebroek Labels: 3Dom Factor, Barry Altschul, concert, Joe Fonda, Jon Irabagon (Ben Taffijn, 28.5.25) - [print]
- [naar boven] Concert Bij binnenkomst in een uitverkocht Brebl in Nijmegen was de verwachting al voelbaar. Alsof iedereen klaar was voor een feestje dat aanstaande was. De samenwerking van saxofonist Mete Erker met pianist Floris Kappeyne, contrabassist Tijs Klaassen en drummer Wouter Kühne ontstond enkele jaren geleden in de coronatijd. Met een online uitgezonden liveconcert in Paradox werd de kiem gelegd voor de cd-releasetour 'Tilburg Noord' anno nu. Dat Mete Erker voor deze talentvolle, jonge topmuzikanten/-improvisatoren gekozen heeft zegt iets over een volgende fase in zijn muzikaal parcours.
Het Floris Kappeyne Trio (hier omgekat tot het Mete Erker Trio - Mete zelf is die '+ 1') met Tijs Klaassen en Wouter Kühne bestaat al een aantal jaren. Hun album 'Closer' uit 2023 met ambient muziek werd alom geprezen. Na de opener, een sterke interpretatie van 'Ghost' van Albert Ayler, volgde 'Trinkle', een compostie van de leider. Een fraaie rustgevende composite die terecht veel bijval kreeg. Charlie Hadens 'Song For Ché' was als zodanig wel herkenbaar, maar kreeg hier een volstrekt eigen indringende remake. Met een solide bassolo van Klaassen en een fragiel flageolet-coda van Erker. In de korte groepsimpro 'Slide Two' werden we bepaald verrast. Mete Erker speelde hier op een zeldzaam instrument; een schuifsaxofoon waarmee hij onlangs aan een verkenningstocht is begonnen. We horen glissandi als was het een klaagzang. Benieuwd wat we hier ongetwijfeld nog meer van gaan vernemen in de toekomst... In 'Spellbinder' van Jeroen van Vliet namen Kappeyne, Klaassen en Kühne ruimschoots de gelegenheid te baat hun bijzondere klasse te tonen. Zij spreidden een fascinerende bedding voor Mete Erkers impressionistische spel.
'Valse Triste' van Jean Sibelius in een arrangement van Erker kreeg een onontkoombare verklankte dramatiek, die onderhuids ging. Met 'Ja' van Mete Erker kwam er een einde aan deze memorabele concertavond en gaf het publiek met een staande ovatie nogmaals blijk van hun waardering en dankbaarheid. Een toegift kon dan ook niet uitblijven. Dat werd de standard 'Moonlight In Vermont'. Intiem, verhalend en broos gebracht. In een tempo zó traag dat het buiten meetbereik van een metronoom viel. Een adembenemend mooi einde. Foto's: Cees van de Ven. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: concert, Floris Kappeyne, Mete Erker, Tijs Klaassen, Wouter Kühne (Cees van de Ven, 24.5.25) - [print]
- [naar boven] 3/4 Peace (lees: drie voor Vrede) is het kamerjazztrio van de Belgische rietblazer Ben Sluijs, de Belgisch-Peruaanse pianist Christian Mendoza en de Franse contrabassist Brice Soniano (die met Sluijs speelt in de Mendoza Group en het meer experimentele Carate Urio Orchestra). Dit trio introduceert een elegante, contemplatieve, Europees-klassieke toets in jazzimprovisaties en werd geïnspireerd door baanbrekende kamerjazztrio's zoals die van Jimmy Giuffre (met pianist Paul Bley en contrabassist Steve Swallow) of het modernere trio van Lee Konitz, Brad Mehldau en Charlie Haden. Het derde album van het trio, 'Short Stories', werd na een pauze van bijna tien jaar opgenomen in DADA Studios in Brussel in april 2024.
De muziek overstijgt genres en stimuleert diepgaande dialogen, uitgedrukt in bondige verhalen. Het trio heeft een prachtig, introspectief en intiem collectief geluid ontwikkeld, met voldoende ruimte voor de individuele stemmen. Op hun vorige album coverde het trio de openingsmelodie van Béla Bartóks vioolconcert ('Rainy Days On The Common Land', El Negocito, 2015). De tien stukken op 'Short Stories' zijn originele composities. 'Ganesh' introduceert een exotische, meditatief-hypnotische sfeer, terwijl het speelse 'Mr. Motian To You' de connectie met het baanbrekende Bill Evans Trio met drummer Paul Motian versterkt. Ben Sluijs (altsaxofoon, altfluit, klarinet), Brice Soniano (contrabas), Christian Mendoza (piano). Tekst: Eyal Hareuveni, Salt peanuts Labels: 3/4 Peace, Ben Sluijs, Brice Soniano, cd, Christian Mendozza (Maarten van de Ven, 24.5.25) - [print]
- [naar boven] De éminence grise onder de Europese jazztrompettisten, geboren in 1939, waagt zich aan een geheel nieuw project met jonge muzikanten uit Italië. Naast Francesco Ponticelli (contrabas), Evita Polidoro (slagwerk) en oudgediende Francesco Diodati (gitaar) is Matteo Paggi (trombone) de ijzersterke substitutie van Gianluca Petrella. Ennrico Rava heeft een sterke voorkeur voor trombonisten in zijn bands, te verklaren door het feit dat hij zelf op dit instrument heeft gespeeld. Rava is echter geswitcht van trombone naar trompet nadat hij Miles Davis hoorde... De muziek bestaat uit nieuw en oud materiaal en is vorig jaar uitgebracht op het label Parco Della Musica. Al direct bij aanvang van het openingsnummer wordt op overdonderde wijze duidelijk dat de versmelting tussen de gerijpte muzikale ervaring van Rava, gecombineerd met jeugdig elan, leidt tot hernieuwde en levendige muzikaliteit. In 'Lavori Casalinghi' ontwikkelt een schijnbaar licht volkswalsje zich tot een experimenteel-elektronisch en apocalyptisch spektakelstuk. Gedomineerd door zware tromboneklanken en inventieve noise-effecten uit de gitaar van Diodata. Rava heeft vaak tussen hardbop en avantgarde gelaveerd maar nog nooit zo compromisloos als vandaag. 'Lavori Casalinghi' is al in de jaren 70 opgenomen door het Enrico Rava Quartet, maar is in het Bimhuis genadeloos getransformeerd. Deze experimentele abstractie keert in de set nog een keer op weergaloze wijze terug. In een lange uitgesponnen compositie countert Rava's bugel in hoog tempo op de duistere trombonesolo en komt de spanning tot kookpunt door spacy gitaarspel en heftige percussie. Enrico Rava verwoordde de diepere betekenis van zijn Fearless Five-muziek als volgt: "With this group I feel like on an ideal island, where everyone gives and everyone receives what they need..."
Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: concert, Enrico Rava, Evita Polidori, Fearless Five, Francesco Diodati, Francesco Ponticelli (Louis Obbens, 19.5.25) - [print]
- [naar boven] Kijk, dat is jazz. Pianist David Berkman kondigt het nummer 'Laverne' aan, van Andrew Hill. Consternatie. Dat was niet afgesproken. Hoeveel maten? Tachtig, volgens een weliswaar ruime schatting. "Denk je dat ik het kan hóren?" vraagt drummer Wouter Kühne een tikje bezorgd. Een minuut later zitten we midden in het nummer en het is of er anderhalve dag op gezwoegd is. En Kühne kan het wel degelijk horen - hij is een powertrommelaar die iets van het overdonderende van Elvin Jones paart aan het speelse van Billy Higgins. Hij maakt er een feestje van, soleert melodisch, vindingrijk en energiek. Geeft het nummer 'Janine' de stootkracht van een Pratt & Whitney J-57. Berkmans werk kun je het best met 'elegant' karakteriseren. Bij hem borrelen de associaties op met de nerveuze lineariteit van een Bud Powell en de finesse van een Hank Jones. 'Skylark' wordt een lieflijk, poëtisch verhaal. De tweede set wordt geopend met 'We See' van Thelonious Monk. Alsof de muzikanten door een veld met struikeldraad dwalen, van de ene gordiaanse knoop naar het volgende terrein met straight-ahead swing. De band heeft er kortom wel zin in en tenorist Jasper Blom misschien nog wel het meest. Hij beschikt over een licht geruwd, vol geluid en een pakhuis aan ideeën. Wat heet: hij neemt rustig de tijd om vol uit te pakken. In zijn coda van het genoemde 'Skylark' laat hij fier het fraaie laag van zijn instrument horen, afgewisseld door een doordringend hoog. Het duurde een tijdje vooraleer het zaaltje een beetje was afgekoeld. Foto: Hammie van der Vorst Labels: concert, David Berkman, Jasper Blom, Joris Teepe, Wouter Kühne (Eddy Determeyer, 17.5.25) - [print]
- [naar boven] Op zondagavond 11 mei werd jazzicoon John Engels in het Bimhuis geëerd met de allereerste Lifetime Achievement Edison. De prestigieuze prijs werd hem uitgereikt door trompettist Jan van Duikeren tijdens een feestelijk concert ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag. John Engels geldt al decennialang als een van de belangrijkste jazzdrummers die Nederland heeft voortgebracht. Sinds zijn professionele debuut in 1953 deelde hij het podium met een indrukwekkende reeks nationale en internationale grootheden: Chet Baker, Stan Getz, Ray Brown, Hank Jones, Toots Thielemans, Nina Simone, Boy Edgar, maar bijvoorbeeld ook met Ramses Shaffy. Zelf maakte hij deel uit van de hardbopband Diamond Five, de beroemdste Nederlandse jazzband uit de jaren vijftig en zestig, en het Trio Louis van Dijk. Zijn naam is verbonden aan meer dan 250 opnames, waaronder het iconische album 'Live In Tokyo' met Chet Baker, dat Engels zelf beschouwt als een van de hoogtepunten in zijn carrière. De Edison Stichting roemt Engels als een "onnavolgbare, bescheiden en bevlogen musicus, die voortdurend reageert op zijn medespelers met de energie en scherpte van een jonge hond." Zijn uitzonderlijke livereputatie en rijke oeuvre maken hem tot een vanzelfsprekende eerste ontvanger van deze nieuwe oeuvreprijs. De Lifetime Achievement Edison is in het leven geroepen om musici te eren met een langdurige, inspirerende staat van dienst van minimaal 35 jaar - een profiel waar Engels onmiskenbaar aan voldoet. De prijs is overigens geen juryprijs; muziekprofessionals kunnen kandidaten voordragen, waarna het bestuur van de Edison Stichting de uiteindelijke beslissing bekrachtigt. Eerder werd de drummer al onderscheiden met onder andere de Bird Award en de Boy Edgarprijs. Bovendien is hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Naast zijn muzikale kwaliteiten wordt Engels geprezen om zijn warme, sympathieke persoonlijkheid. Zowel collega's als publiek waarderen zijn niet aflatende energie, toewijding en zijn vermogen om iedereen op het podium en in de zaal te inspireren. Daarbij overstijgt hij generaties; zo speelde hij in het trio Barnicle Bill succesvol samen met twee jongere muzikanten, Miguel Martinez en Mark Haanstra. Met de uitreiking van de eerste Lifetime Achievement Edison wordt een uitzonderlijke carrière bekroond - en tegelijk een belangrijk hoofdstuk van de Nederlandse jazzgeschiedenis gevierd. Foto: Cees van de Ven Labels: John Engels, Lifetime Achievement Edison, nieuws (Maarten van de Ven, 17.5.25) - [print]
- [naar boven] Tenorist en componist James Brandon Lewis is een muzikant van weinig woorden. Liever laat hij de muziek voor zich spreken, gekenmerkt door een onmetelijke diepgang en immense dadendrang! Desondanks laat de tenorist het publiek achter met actuele uitspraken zoals: 'Don’t let the robots take over', 'We need music more than ever' en voegt hij hier 'Stay positive' aan toe. Er is niet veel fantasie voor nodig om deze uitspraken te plaatsen in de huidige tijdgeest. Het trio speelt bijna ononderbroken in een uitverkocht Paradox. Het laatste album 'Apple Cores' is een unieke invulling van een ode aan trompettist Don Cherry, overigens zonder een trompettist aan de line-up toe te voegen. James Brandon Lewis speelt met een indrukwekkende ritmesectie. Josh Werner die bijzondere aandacht heeft voor groove, met zijn baslijnen hypnotiseert en elementen van hiphop toevoegt aan het basgeluid. Gerald Cleaver vervangt Chad Taylor en speelt indien nodig ingetogen en expressief als de muziek er om vraagt. Het saxofoongeluid van Lewis is krachtig, gezaghebbend en opvallend genoeg regelmatig licht van aard en zelfs lieflijk. Zijn virtuoze techniek stelt hij ten dienste van zijn niet aflatende muzikale zoektocht naar vernieuwing en improvisatie. De geesten van grote saxofonisten uit het verleden zijn niet meer dan latent aanwezig als inspiratiebron voor een stortvloed aan instrumentale erupties en uitdagende soli. Echter, Lewis heeft een uniek geluid en bewandelt een zelfgekozen muzikaal pad. De hoogstaande jazz wordt niet opgediend in muzikaal hapklare brokken. De energie en de rauwheid van emoties zijn leidend en de voortdurende temposchommelingen zijn al even natuurlijk als virtuoos. Bij vlagen onstuimig en onnavolgbaar inventief en indringend worden thema's omspeeld en teruggehaald. Compromisloos, puur en direct wordt een weg gevonden in een mix van vrije jazzvormen met een hoog spiritueel karakter. De solo's van zijn begeleiders zijn spaarzaam en effectvol, hun muzikale ondersteuning is empathisch en aangrijpend.
James Brandon Lewis heeft de beschikking over het meest felle en aanvallende saxofoongeluid in de moderne jazz. Maar hij kan ook ruimtes laten, effectvol herhalen en met houvast improvisaties vervolgen, cerebraal en emotioneel geladen. Onberispelijk en rijk gedetailleerd in de uitvoering, maar ook onbevreesd en boordevol verrassingen! Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: concert, Gerald Cleaver, James Brandon Lewis, Josh Werner (Louis Obbens, 14.5.25) - [print]
- [naar boven] Om maar met de deur in huis te vallen: dit album blaast je finaal van de sokjes. De extreme dynamiek van de combinatie hr-Bigband en hr-Sinfonieorchester komt optimaal tot haar recht in gelijk het eerste nummer, 'I. Black'. Het stuk begint op of net boven de gehoordrempel, zodat je onwillekeurig het geluid wat opendraait. Maar in de volgende halve minuut groeit de combinatie in massa en geluidsdruk naar fff-regionen, zodat de buren vrij snel klaaglijk beginnen te roepen. Jim McNeely vervaardigde zijn 'Primal Colors' in opdracht van de Hessischer Rundfunk; het stuk ging in 2007 in première en twee jaar later werd het in de hr-Sendesaal geregistreerd. Waarom het zo lang op de plank heeft gelegen is een raadsel. Dat er in Duitsland nog serieuze waardering, noem het liefde, voor cultuur heerst kun je aflezen aan de omvang van het symfonieorkest. De dames en heren zou je met wat passen en meten precies in het Amsterdamse Bimhuis kwijt kunnen - maar voor publiek zou er dan geen plaats meer zijn. McNeely is erin geslaagd de bigband en de klassieke gasten tot een naadloos geheel te smeden. Cliché misschien, maar iets anders kan ik er niet van bakken. Wat een krachtcentrale staat hier! Het inderdaad kleurrijke resultaat riekt overigens eerder naar hedendaagse klassieke muziek dan naar jazz. Associaties met Robert Graettingers werk voor het Innovations Orchestra van San Kenton, de periode 1950-51, dringen zich al snel op. McNeely heeft alleen wat minder last van bombast. En over associaties gesproken: avant-garde componist Eddie Sauter werkte in 1957-59 voor de Südwestfunk. Allemaal toeval, ongetwijfeld. Dat de muziek geïnspireerd is door de kleuren en 'kleuren' zwart, geel, rood, blauw en wit - het zal allemaal wel. Monochrome kleurvlakken komen we in ieder geval niet tegen. Het vloeiende karakter van de samenwerking komt misschien nog wel het best uit de verf in het laatste nummer, 'V. White', dat gedomineerd wordt door het slagwerk van Jean Paul Höchstädter en de tenorsax van Tony Lakatos. De solist die er voor mij uitspringt is tenorist Julian Argüelles, in 'IV. Blue'. Zijn bijdrage is een soort camouflagepak in de orkestrale jungle. En nu maar eerst even checken of de cd-speler zonder averij door deze tropische orkaan is gekomen. Labels: cd, Jean Paul Höchstädter, Jim McNeely, Julian Argüelles, Tony Lakatos (Eddy Determeyer, 13.5.25) - [print]
- [naar boven] Wat is het geheim van het succes van het thans vijftigjarige Timeless Records? Een label annex boekingskantoor dat vanaf het begin in Wageningen resideert en in heel Europa (en Japan en de Verenigde Staten) een begrip werd. In totaal organiseerde de firma tussen de 30.000 en 40.000 concerten, volgens een eigen inschatting. Met de Jazz Messengers van drummer Art Blakey alleen al ruim achthonderd. Wat u zegt, dat blowt de mind wel een beetje. Het antwoord klinkt misschien een tikje lullig. Het is eerlijkheid. Kijk, ik heb ook wel Amerikaanse muzikanten meegemaakt die narrig deden over Wim Wigt, die samen met echtgenote Ria het imperium bestierde en dat nog steeds doet. Dat hij een slavendrijver was en zo. Maar dat werd ook over de Amerikaanse impresario, producer en labeleigenaar Norman Granz gezegd. Een andere formule, ook in dit tijdperk van enen en nullen (vooral genoeg nullen), is er gewoon niet. Wanneer je als muzikant een beetje je bekendheid wilt handhaven moet je nu eenmaal intensief touren. De ene dag sta je in Doetinchem, de volgende avond in Dubrovnik. In feite ben je gewoon de godganse vierentwintig uur per etmaal op reis, soms een maand lang, met elke dag een korte stop voor een berelul en een optreden. Altsaxofonist, componist en freejazzpionier Ornette Coleman had een oplossing gevonden: ieder jaar twee- of driemaal een vet betaald optreden en voor het overige relaxt biljarten. Maar dat is niet veel muzikanten gegeven. De Wigt's onderscheiden zich op die manier van veel van hun Amerikaanse collega's, van wie een niet onbelangrijk deel altijd ronduit crimineel was. Het koningskoppel Stan Getz en Chet Baker maakte in de jaren tachtig voor Wigt een uitgebreide Europese tournee. Halverwege ergerde Getz zich dusdanig aan het succes dat zijn partner ten deel viel en aan diens ongebreidelde drugsgebruik en de daarmee gepaard gaande narigheid, dat hij Wigt voor de keus stelde: of Baker eruit of hijzelf. De impresario haalde Baker eraf - en betaalde hem de resterende tien optredens keurig uit. Kijk, dan is je naam in de muzikantengemeenschap snel gevestigd. Die Getz was overigens niet echt een sympathiek mens, blijkt ook uit het boek '50 Jaar Timeless Jazz', dat de firma zelf heeft uitgegeven. Van saxofonist Zoot Sims wisten we al dat Stanley "a nice bunch of guys" was. Impresario Lou van Rees merkte ooit op "dat je al een maagzweer krijgt als je over hem nadenkt." "Het was ongelooflijk hoe intens ze [Getz en echtgenote Monica] zich bezighielden met het uitbuiten van andere mensen," voegt Wigt daaraan toe. Ria Wigt karakteriseert Getz als getalenteerd, maar geen groot kunstenaar.
De Wigt's delen de mening van velen, dat het Rotterdamse North Sea Jazz Festival onder de regie van Mojo Concerts de Jazz uit zijn naam heeft verloochend en verloren. De Wageningse firma was een aantal edities hofleverancier van North Sea. De nadruk ligt de laatste jaren op gemakkelijke vormen van niet erg hippe hiphop, futloze fusion en platte popmuziek. "Het draait allemaal om geld. (...) Maar met liefde voor de muziek, wat voor ons altijd een belangrijke drijfveer is geweest, heeft het dan nog weinig te maken." Vooruit, puntje van kritiek nog: op pagina 198 luidt het bijschrift bij een foto: Johnny Griffin - terwijl Griff een van de weinige tenorsaxofonisten is die er niet op staan. Wel: Illinois Jacquet, Arnett Cobb en Buddy Tate. Maar ach ja... Klik hier voor meer informatie over Timeless Records. Foto: Joke Schot Labels: Bert Vuijsje, boek, Chet Baker, Leo Polak, Ria Wigt, Stan Getz, Timeless Records, Wim Wigt, Wynton Marsalis (Eddy Determeyer, 9.5.25) - [print]
- [naar boven] Het kwartet The Ambush Party heeft de laatste tien, vijftien jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Was het aanvankelijk een ensemble dat de collectieve improvisatie hoog in het vaandel had staan, tegenwoordig zou je de aanpak het best kunnen omschrijven met 'Latin Dada'. De Latin-inbreng komt vooral van de uit Argentinië afkomstige rietblazer Natalio Sued. Voor de Dada-touch tekenen pianist Oscar Jan Hoogland en cellist Harald Austbo. De openingspotpourri 'Rollo 1/Dos Gardenias' brengt ons terug naar de negentiende eeuw en de oorsprong van de moderne Caraïbische muziek. Inderdaad, Louis Moreau Gottschalk all over again. Die oer-Latijnse aanpak wordt nog eens onderstreept door het achtergrondkoortje (lees: de band) in 'Pollera Amarilla'. Van de Cariben naar Zuid-Afrika is maar een stap. In 'Kwela P'Kwana' geeft de vlezige tenor van Sued de muziek van Jo'burg massa. Die ouwe Zuid-Afrikaanse saxofonisten klonken doorgaans kaal, om niet te zeggen iel. Zoals ook de blazers in de traditionele populaire Latijns-Amerikaanse muziek in het gemeen zonder veel vibrato speelden. Sueds 'Cumbia For Ambush' is een vrolijke waanzinaria. Waarmee we midden in Dada zijn beland. Altijd een goed gevoel. Austbo kennen we als de potsenmaker par excellence. Zijn 'Geil Tot In De Eeuwigheid' verloopt heel organisch en orgastisch allengs sneller en hoger. Waar dat op uitdraait kunt u zelf wel bedenken. Maar dat hij ook 'echt' kan strijken bewijst hij in het laatste nummer, 'Weer Is Een Dag Voorbij'. Compositie: Misha Mengelberg, op wiens werk het halve album gebaseerd is. Die erfenis is bij Hoogland in goede handen. En The Ambush Party is misschien wel nóg vormvaster dan Mengelbergs eigen Instant Composers Pool. Nóg beter ingespeeld, nóg meer een eenheid. Met 'Weer Een Dag Voorbij' heeft The Ambush Party de lat hoog gelegd voor wat uiteindelijk het album van het jaar moet worden. Labels: cd, Harald Austbo, Natalio Sued, Oscar Jan Hoogland, The Ambush Party (Eddy Determeyer, 4.5.25) - [print]
- [naar boven] Pianiste Sylvie Courvoisier en gitariste Mary Halverson zijn geen onbekenden van elkaar. Ze werken samen in diverse groepen en dit is hun derde duoalbum na 'Crop Circles' uit 2017 en 'Searching For The Disappeared Hour' uit 2021. Die eerdere samenwerkingen betalen zich op deze albums ruimschoots uit. Dat geldt zeker ook voor 'Bone Bells', waarvoor beide musici composities leverden. In het titelstuk, waar het album mee begint, horen we eerst Courvoisier en dan aansluitend Halvorson met bijzonder ingetogen spel. Prachtig hoe de twee elkaar hier al direct perfect aanvullen: die lichte, wat echoënde klank van Halvorsons gitaar klinkt groots in combinatie met de piano. De titel 'Esmeralda' ontleende Courvoisier aan het gelijknamige kunstwerk van de Nederlandse kunstenaar Cornelis Zitman. Een mooi afwisselend stuk, waarin met name de dynamische contrasten opvallen. 'Folded Street' is een stuk van Halvorson, soepel beweegt ze zich tussen de piketpaaltjes die Courvoisier hier slaat. Een compositie die weer eens mooi laat horen met wat een fantastische gitarist we hier van doen hebben. Het speelse en wat abstract klinkende 'Nags Heal Valse' van Courvoisier is met zijn gemankeerde ritmiek al even bijzonder. In 'Beclouded' valt de stomende ritmiek van Courvoisier op, een perfecte bedding creërend voor Halvorsons meanderende spel. Voor 'Silly Walk' haalde Courvoisier haar inspiratie zowel bij die beroemde Monty Python-sketch als bij een serie sculpturen van de Zwitserse kunstenares Sophie Bouvier Ausländer. Heerlijk experimenteel dit stuk, met over elkaar heen buitelende klanken. 'Float Queens' bezit elementen uit de klassieke jazz, met name in de ritmiek, en vormt zo een mooi contrast met de overduidelijk hedendaagse klanken. Tot slot klinkt 'Cristellina E Lontano', een al even bijzonder en intrigerend stuk. Labels: cd, Mary Halvorson, Sylvie Courvoisier (Ben Taffijn, 2.5.25) - [print]
- [naar boven] Zachte heelmeesters, stinkende wonden, bij het Oude Rooms-Katholieke Ziekenhuis wisten ze daar uiteraard van mee te praten. Maar de Turkse heelmeesters van altsaxofonist Korhan Futaci opereren bijzonder hardhandig, zodat het de hele avond fris bleef ruiken in het zaaltje van het voormalige hospitaal. De akoestiek van de ruimte was met behulp van royale hoeveelheden Perzische tapijten en gordijnen - en dankzij de verhoudingen, vanzelfsprekend - geoptimaliseerd.
De meeste soloruimte werd opgeëist door de leider, die tevens fluit en percussie-instrumentjes hanteerde. De baritonsax van Baris Ertirk gaf met lage doordringende scheten structuur aan het geheel en derwisj Ekincioglu stond er van opwinding en enthousiasme bij te dansen. Het instrument van die laatste draagt de sporen van diens ongeremde percussieve gebruik - en van het vele touren door Europa en Azië.
Met rode konen van gezondheid viel het publiek na afloop op de bar aan.
Foto: J.R. Bathoorn
Labels: Baris Ertirk, concert, Esat Ekincioglu, Korhan Futaci (Eddy Determeyer, 29.4.25) - [print]
- [naar boven] Cd Twee creatieve, authentieke geestverwanten die ook op deze cd volstrekt zichzelf zijn. Aanbevolen voor luisteraars die met focus, geest en oor openstaan voor een muzikaal-poëtisch avontuur vol schoonheid en improvisatie van dit duo.
De overspanning van Fuchs' stem is als een elastiekje tussen de vingers dat je uitrekt en weer loslaat. Het gemak waarmee ze binnen haar stemspectrum van laag naar hoog schakelt en intoneert is frappant. Samen met de alom gerespecteerde en geprezen pianist Van Vliet, die al vaker concerteerde met Fuchs, werd dit nieuwe album er een dat opzien baart.
De composities zijn geen meezingers die beklijven, zoals dat usance is bij freejazz-gerelateerde muziek. Maar haar vocale eigenheid staat als een huis en fascineert. Gesublimeerd met interactief harmonieus pianospel en soms ook een snuifje elektronica. De onomstotelijke chemie tussen beiden maken het een duoalbum van de buitencategorie.
De opener 'Song Of Sapün' klinkt en ervaar je als de muzikale metafoor voor de titel van de cd. Gevolgd door 'Still', een geslaagde eigenzinnige uitvoering van een compositie van Ben Sluijs (een guilty pleasure van ondergetekende). Tot slot nog een voorbeeld van de variëteit van deze cd: het ritmische staccato 'Farmer’s Cat' als een positieve injectie om ons staande te houden in de roerige wereld van vandaag.
Het album zal worden gepresenteerd op 1 mei in het Bimhuis tijdens het minifestival Spring Duets.
Foto's: Cees van de Ven Labels: cd, Jeroen van Vliet, Kristina Fuchs (Cees van de Ven, 27.4.25) - [print]
- [naar boven] Simin Tander overtreft met haar optreden ruimschoots alle verwachtingen. De ontmoeting tussen haar stem en de instrumentale omlijsting is excellent. Naast een aantal klassiekers staat het nieuwe album 'The Wind' centraal in het optreden. Violist Harpreet Bansal, basgitarist Bjorn Meyer en drummer Samuel Rohrer zijn samen met Simin Tander verantwoordelijk voor een transparant en zeer organisch samenspel. De leden van dit kwartet komen uit alle windrichtingen, van Noorwegen tot Afghanistan/Pakistan, van Italië tot Spanje. Muzikaal zeer gevarieerd, maar met universele kernwaarden.
Het concert begint met een korte introductie van basgitaar en drums, waarin zoals aangekondigd een windvlaag schuilgaat. Kort daarna begint Tander te zingen, traag en vol melancholie. Even later voegen klagende vioolklanken zich bij het geheel. Het stuk 'Meena', gezongen in Pasjtoe (een van de talen in Afghanistan) handelt over de overgave aan de liefde. Het kwartet vervolgt met 'Woken Dream', waarin in een hoger tempo en met veel pathos wordt gespeeld. In het optreden laat Tander het applaus regelmatig aan haar voorbijgaan, waardoor de nummers vloeiend in elkaar overlopen. Met de korte intro's van de drie instrumentalisten als ankers. Zij sluiten naadloos aan bij de door Tanders stem opgeroepen sferen en emoties.
Simin Tander laat ons de roerige wereld even vergeten en brengt ons het hoopvolle verlangen naar liefde en vrede, ook al is het als een kortstondige windvlaag...
Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: Bjorn Meyer, concert, Harpeet Bansal, Samuel Rohrer, Simin Tander (Louis Obbens, 24.4.25) - [print]
- [naar boven] Pianist Vijay Iyer en trompettist Wadada Leo Smith kennen elkaar reeds van de vijf jaar tussen 2005 en 2010 dat Iyer deel uitmaakte van Smith's Golden Quartet, met John Lindberg op bas en Shannon Jackson op drums. 'Defiant Life' is het tweede album van dit duo na het uit 2016 stammende 'A Cosmic Rhythm With Each Stroke', dat hier ook voorbijkwam.
'Defiant Life' is niet zomaar een album geworden, maar de reflectie van de gesprekken die de twee musici regelmatig voerden. Iyer daarover: "Our time together, from the moment we meet right until the moment we play, is most often spent talking about the state of the world, studying histories of liberation, and sharing readings and historical references, as a means of grounding ourselves purposefully in our present." We beginnen met het prachtig ingetogen 'Prelude: Survival'. Iyer creëert hier met elektronica een duistere klanknevel, terwijl we Smith horen grommen en sputteren op zijn trompet. Tot slot klinken enkele bescheiden pianoaanslagen in dit, met nog geen drie minuten, korte stuk. We vervolgen met het beduidend langere 'Sumud'. Ook hier gaat de muziek uiterst bescheiden van start, horen we met name Smith in een delicate melodie. Iyer ondersteunt het met spel op de Fender Rhodes en elektronica. Het hoge geluid, als van belletjes, valt hier bijzonder op. Het geeft dit stuk zonder meer een vrij hoog meditatief gehalte.
Foto: Ogata Labels: cd, Vijay Iyer, Wadada Leo Smith (Ben Taffijn, 21.4.25) - [print]
- [naar boven] Trio Grande presenteert in Paradox hun tweede album 'Urban Myth'. Het eerste album is in 2020 verschenen met gitarist Gilad Heckselman, saxofonist Will Vinson en Antonio Sanchez op drums. Opvallend is de afwezigheid van de bas/basgitaar. De gitarist brengt met een octave pedal de baspartijen in, waardoor een mysterieuze bas-sound ontstaat. Het trio omarmt naast jazz, rock en funk ook elementen uit de wereldmuziek.
Op het podium van Paradox en op de laatste release zijn de kaarten enigszins geschud, waardoor de muzikale dynamiek verschoven is. Op het personele vlak is Antonio Sanchez vervangen door Nate Wood, die simultaan zowel de drum- als de baspartijen speelt. Uniek om waar te nemen maar muzikaal niet meer dan een gimmick. De ware muzikale ster van de avond blijkt gitarist Gilad Hekselman te zijn. De kristalheldere, jazzy gitaarlijnen, afgewisseld met groovende, dynamische en met gevoel voor rock gespeelde solo's staan bol van creatieve ingevingen. In vergelijking met de gitarist zijn de bijdragen van Vinson en Wood schraal en komen ze soms gekunsteld over. Will Vinson is een begenadigd saxofonist, zo blijkt ook deze avond, maar de afwisselingen tussen saxofoon en keyboard zijn muzikaal gezien niet altijd even succesvol.
Samenvattend is het een optreden van een uitstekende gitarist met enkele spaarzame hoogtepunten in het totale samenspel. Het zaalgeluid stond op of over de pijngrens.
Foto's: Louis Obbens. Klik hier voor meer foto's van dit concert. Labels: concert, Gilad Heckselman, Nate Wood, Trio Grande, Will Vinson (Louis Obbens, 17.4.25) - [print]
- [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |