Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
![]() Nabou - 'You Know' (Outhere, 2022) Opnames: februari 2021 De Belgische tromboniste Nabou Claerhout is aan een opmars bezig. Sterker nog: ze is een ware sensatie. Ik was dan ook bijzonder benieuwd naar haar debuut, 'You Know', dat ze onlangs uitbracht via Outhere en waarop we haar horen met gitarist Roeland Celis, bassiste Trui Amerlinck en drummer Mathias Vercammen. Waar is die roem op gebaseerd? En vooral: is die terecht? Vrouwelijke trombonisten zijn er niet zo veel, ze zijn op één hand te tellen. Alleen al dat gegeven maakt Claerhout dus bijzonder, maar vanzelfsprekend is dat niet genoeg. Blijft staan dat het apart is dat een meisje van negen juist naar dit instrument grijpt. Claerhout studeerde in 2018 af, aan Codarts in Rotterdam. Pril dus nog, vandaar dat ze over het album zegt: "If you were to ask me what this album is to me, I would say that it's a snapshot - a snapshot of a time during which I've been trying to find a balance between life as a student and the time that I have always described as 'Later, when I've grown up'." Al te bescheiden wat mij betreft. Met de acht stukken op dit album, ook nog eens allemaal eigen composities, laat ze horen verder te zijn dan ze wellicht zelf denkt. Direct al in opener 'Black Light' weet ze met haar ongemeen spannende lijnen de luisteraar mee te slepen. En begint het allemaal nog redelijk kalm, al geraken we snel in een stroomversnelling, waar Celis overigens duchtig aan mee helpt. De trombone staat overigens niet in eerste instantie bekend als het solo-instrument bij uitstek. Het titelstuk 'You Know' laat echter horen dat dit volstrekt onterecht is. Een prachtige melodie blaast Claerhout hier. Ook 'Chill' blijkt een bijzonder melodieus stuk, al valt hier ook het ritme op, overigens net als in 'K.I.P.'. Het zijn stukken waarin Celis de uitstekende ritmetandem Amerlinck-Vercammen ondersteunt. En dan klinkt het prachtige, uit twee delen bestaande 'In The House O.F.', waarbij vooral dat apart staande 'Intro' opvalt. Met wat extra effecten creëert Claerhout hier een prachtig klanklandschap. In het tweede deel krijgt het ritme, een echt jazzritme, weer een plek en neemt zeker ook Celis alle ruimte om te excelleren op zijn gitaar. Op dat intro van 'In the House Of F' na staat er slechts één ballade op dit album, 'Will We Remember You', maar dat is dan ook wel direct een bijzonder meeslepend en spannend stuk. Na beluistering kunnen we maar één conclusie trekken: de opwinding rondom Nabou Claerhout is volstrekt terecht, van deze dame gaan we nog veel horen. Op vrijdag 8 juli treedt Nabou op tijdens het North Sea Jazz Festival. Labels: cd, jazztube, Nabou, north sea jazz (Ben Taffijn, 29.6.22) - [print]
- [naar boven] De Boy Edgar Prijs, de belangrijkste prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek, is dit jaar toegekend aan Ronald Snijders. De fluitist, componist en etnomusicoloog geldt al meer dan 50 jaar als vernieuwer in het jazzveld. De jury roemt Snijders om zijn veelzijdigheid, bijvoorbeeld door muziekstijlen uit zijn geboorteland Suriname te vermengen met jazz, funk en soul. Aan de prijs is een bedrag van 25.000 euro verbonden. Uit het juryrapport: "Vanuit een sterke liefde voor zijn wortels, startende bij de muzikale erfenis van zijn vader, heeft Snijders een grote nieuwsgierigheid naar nieuwe ontwikkelingen. De connectie met de jongere musici is voor hem essentieel. Hij is een genereus musicus die ervoor zorgt dat ook andere musici kunnen stralen." Het delen van kennis en inspiratie centraal staat in het werk van Snijders, aldus de jury. "Al decennialang staat hij te boek als spilfiguur die generaties, culturen, luisteraars en spelers verbindt." Snijders werd in 2001 ridder in de orde van Oranje-Nassau en kreeg in dat jaar ook de hoogste Surinaamse onderscheiding, ridder in de Ere-Orde van de Gele Ster. Zijn eerste muzikale prijs won hij in 1973, toen hij de persprijs kreeg bij het NOS Jazzconcours in Laren. Daarna speelde hij over de hele wereld. Op 7 december wordt de Boy Edgarprijs, in de vorm van de de bronzen wisselsculptuur 'John Coltrane' van Jan Wolkers, feestelijk uitgereikt in het Amsterdamse Bimhuis. Foto: Andy Newcombe Bekijk de Jazztube Labels: boy edgar prijs, Ronald Snijders (Maarten van de Ven, 27.6.22) - [print]
- [naar boven] Komend weekend, 25 en 26 juni, staat het Bimhuis in het teken van de allerlaatste editie van het roemruchte Brokken Festival, zoals altijd weer samengesteld door Corrie van Binsbergen. Gitariste Corrie van Binsbergen programmeerde en presenteerde dit jaarlijkse festival voor iedereen die zich graag laat verrassen. Een festival dat de oren opent en de blik verruimt. Kenmerkend is de grote variëteit aan stijlen, genres én leeftijden. Jazz, pop en klassiek ontmoeten elkaar, jong talent en outsiders delen het podium met gevestigde namen, hyperenergie wordt afgewisseld met verstilling. "Een feest der verkenning", aldus Van Binsbergen. Iedereen die ooit een Brokken Festival heeft meegemaakt weet dat het mooie en verrassende muziek oplevert in een fijne sfeer. "In 2008 startte ik De Brokkenfabriek (een leerorkest bestaande uit een pool van muziekstudenten uit allerlei richtingen, met een maandelijks wisselende workshopleider), het eigen platenlabel Brokken Records (voor avontuurlijke eclectische muziek zonder grenzen) en programmeerde ik het eerste Brokken Festival in het Bimhuis (het eindejaarsfestival tussen Kerst en Nieuwjaar met hoogtepunten uit de serie Brokkenmiddagen die ik maandelijks in Zaal 100 organiseerde)." Na 36 jaar stopt Van Binsbergen als uitvoerend jazzmuzikant en legt ze haar werk als artistiek en zakelijk leider van Stichting Brokken neer. De Boy Edgar Prijswinnaar van 1999 gaat zich focussen op componeren. "Al langer voelde ik dat het tijd is voor verandering van koers. Ik hou sowieso niet van een herhaling van zetten." Haar agenda loopt alweer over, vertelde ze in het NRC: "Alles loopt nu parallel, van festivalregelwerk, het maken van arrangementen, tot opnames, de schoolvoorstellingen van mijn orkeststuk De Liefste Wens op tekst van Toon Tellegen en compositieopdrachten zoals een koorstuk voor de Dag van de Componist."
Op zaterdagavond wordt het Brokken-tijdperk afgesloten met de Giga Grote Brokkenband, met musici van Corrie en de Grote Brokken én Vanbinsbergen Playstation. En met vele gasten uit het roemruchte Brokken-verleden, zoals Hermine Deurloo, Anton Goudsmit, Nora Mulder, Arend Niks, Josse de Pauw, Frédérique Spigt en Ellen Deckwitz. Zondag is er het laatste optreden van Toon Tellegen & het Wisselend Toonkwintet. Deze formatie komt voort uit de vele literaire concerten die Van Binsbergen gaf met bekende schrijvers en dichters. Schrijver Toon Tellegen draagt hierin voor uit zijn bekende dierenverhalen. Daarna is het tijd voor de nieuwe generatie. Het jonge ensemble High Dive - met in de gelederen onder meer zangeres Pitou en dochter Jasja Offermans op bas - komt voort uit een compositieopdracht die hoornist Morris Kliphuis ontving van het festival November Music. Daarnaast is er ook een kort optreden van Vox Sturnus. In dit akoestisch ensemble met een eclectische mix van folk, jazz en pop staat de stem centraal. Foto's: Cees van de Ven & Maarten van de Ven Labels: Brokken Festival, Corrie van Binsbergen, vooruitblik (Maarten van de Ven, 24.6.22) - [print]
- [naar boven] Concert Recent betoonde ik mij vrij enthousiast over 'How To Live', het tweede album van de Nederlandse zanger Dennis van Aarssen, met name omdat hij zich nadrukkelijk presenteert als crooner, teruggrijpend op muzikale stijlen die inmiddels al enige tijd over hun hoogtepunt heen zijn. Jonge mannen van achtentwintig die Frank Sinatra zien als hun grote held zijn er immers niet zo heel veel. En reeds bij het beluisteren van dit 'How To Live' bedacht ik me: die man moet ik eens live zien. En zo geschiedde, op deze zaterdagavond in een afgeladen theater De Leest in Waalwijk. Meer nog dan op dat nieuwe album kiest Van Aarssen hier voor de swing, onder andere door op die klassieker van Bing Crosby terug te grijpen, waar hij ook zijn tour naar vernoemde: 'Swinging On A Star'. Leuk gedaan, zeker weten. Iets dat overigens zeker niet voor alle klassiekers geldt die hij hier brengt: met 'Mack The Knife', 'Buona Sera' en 'My Way' slaat hij wat mij betreft de plank om diverse redenen meer dan mis. Maar gelukkig, dat zijn uitzonderingen. Hij brengt mooie versies van Jamie Cullums 'Twenty Something', Dean Martins 'Sway' en 'Lonely Boy' van The Black Keys, ook te vinden op dat laatste album. De sleutel ligt bij Van Aarssen zelf, hoe beter een stuk past bij de persoon die hij is, hoe beter het klinkt. Met Cullum kan hij zich identificeren, dat blijkt uit de wijze waarop hij 'Twenty Something' brengt, met de Sinatra van 'My Way' lukt dat uiteraard totaal niet. Beter gaat het met de Sinatra van 'New York, New York', maar dat stuk voegt te weinig toe.
Een podiumbeest, vol flair en bravoure, maar zonder die vaak zo irritante arrogantie. Integendeel, hier staat een jongen die praat en zingt over het dagelijkse wel en wee, de ellende van de lockdowns; zijn eigen onzekerheden aan het begin van zijn carrière, verklankt in 'I Still Got It'; het vroegere onbegrip tussen hem en zijn broer (het titelstuk van dit tweede album 'How To Live') en de liefde voor zijn vriendin, 'After All This Time'. Juist in die autobiografische stukken, met prachtige teksten en dito arrangementen excelleert Van Aarssen. En tussendoor kletst hij met zijn publiek, zegt zijn moeder en oma gedag, die er wederom bij zijn, en heeft hij het gewoon heerlijk naar zijn zin. Hij mag weer optreden en dat doet hem zichtbaar goed. Iets dat overigens ook voor zijn publiek geldt. Foto's: Rein Schouten Labels: concert, Dennis van Aarssen (Ben Taffijn, 20.6.22) - [print]
- [naar boven] Drummer Guy Salamon kwam op mijn pad door het winnen van 'On the Records', editie 2018, van de Keep An Eye Foundation. Daar hoort bij dat je een album mag maken, in Salamons geval het in eigen beheer uitgebrachte 'Unfollow The Leader'. Hij was toen net afgestudeerd aan het conservatorium in Amsterdam, iets dat we geenszins hoorden aan dit aantrekkelijke debuut. Inmiddels is het tweede album uit, het bij ZenneZ Records verschenen 'Creatures! Creatures!, waarop we Salamon wederom horen met zijn internationaal octet, dat bestaat uit de trompettisten Alistair Payne en Ian Cleaver, de saxofonisten José Soares en Lucas Martinez, gitarist Teis Semey, pianist Youngwoo Lee en bassist Brodie Jarvie. Vier blazers levert al snel een geluid op dat in een bigband niet zou misstaan. Dat is ook hier zeker het geval. Sterker nog, in 'Out In The Open' refereert Salamon, na een fijnzinnige opening van drums en gitaar, duidelijk aan de beginjaren van de swing. Een mooi ingetogen eerbetoon aan een voorbije muzikale wereld. Met 'Do The Shmoska Poska Dance' slaat het octet aansluitend totaal andere wegen in. Muziek met een kwinkslag waarin we de invloed van Oost-Europese volksmuziek en dixieland gewaarworden. Ook nu sterk melodieus en meeslepend. En het hoogtepunt is de gitaarsolo van Semey, die de melodie op de schop gooit. Pas met de prachtige ballade 'Dearest You' belanden we bij de hedendaagse jazz en hier moeten vooral de bijdragen van Payne en Soares, op altsax, worden genoemd. Zeker die laatste zet een wonderlijk subtiele solo neer. Al even subtiel klinkt 'Nightfall' en naast de rol van de trompettisten valt hier zonder meer die van Salomon zelf op. Zijn prachtige spel op de bekkens zet hier de toon. Mooi ook hoe het stuk verderop volledig van sfeer verandert door de uitgebreide pianosolo van een fantastisch spelende Lee. Salamon blijkt daarnaast een voorliefde voor sterk aan volksmuziek verwante ritmes te hebben. 'Do The Shmosa Poska Dance' is niet het enige stuk waarin we dat duidelijk terughoren. Dat geldt ook voor het titelstuk 'Creatures! Creatures!', dat zich verder schatplichtig betoont aan de wereld van het circus en het variété en voor 'Sailor Song', waarin Salamon een wals heeft verwerkt. En zo harmonieus als dit stuk aan het begin klinkt, zo heerlijk chaotisch is het einde. Het is een lijn die Salamon doortrekt in het laatste nummer 'Cluster Punk, The Saga', ook hier klinkt de invloed van volksmuziek door, maar vooral ook die van de rock en de blues, met name in het tweede deel, iets dat ook al op Salamons eerste album te horen was. Een mooie afsluiter van een opvallend afwisselend album. Guy Salamon treedt op 10 juli met zijn octet op tijdens het North Sea Jazz Festival. Labels: cd, Guy Salamon, Keep An Eye Foundation, On the Records (Ben Taffijn, 18.6.22) - [print]
- [naar boven] Hoe verklank je sneeuw en ijs? Nate Wooley heeft het antwoord. Zo blijkt tijdens het concert als onderdeel van Jazz in Duketown van Nate Wooley & Columbia Icefield. Direct al in het eerste stuk laat Wooley horen hoe je een gletsjer, want dat is dat Columbia Icefield, in klank giet. We horen hem schuiven, knarsen en piepen. Van de naam van het eerste album, twee jaar geleden verschenen bij Northern Spy, werd het de naam van het kwartet, iets dat we vaker tegenkomen als het niet bij een eenmalig optreden blijft. Een bijzonder kwartet, zeker qua bezetting. Want alledaags is de combinatie natuurlijk niet: Mary Halvorson op gitaar, Susan Alcorn op pedal steel, Ryan Sawyer op drums en Wooley zelf op trompet, gecombineerd met elektronica. En het beste bewijs voor het feit dat het hier niet om een eendagsvlieg gaat, is het feit dat eind volgende maand het vervolg bij Pyroclastic Records verschijnt: 'Ancient Songs Of Burlap Heroes'.
Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. Labels: cd, Columbia Icefield, concert, Jazz in Duketown, Nate Wooley (Ben Taffijn, 15.6.22) - [print]
- [naar boven] Émile Parisien is een warme, invoelende en intens spelende Franse sopraansaxofonist die beïnvloed is door stromingen uit klassieke-, jazz- en progressieve tradities. 'Louise' is een album van Parisien met Theo Croker op trompet, Roberto Negro op piano, Manu Codjia op gitaar, Joe Martin op bas en Nasheet Waits op drums. Het album is dit jaar uitgebracht op het ACT-label. Dezelfde formatie is verantwoordelijk voor een gedegen maar relatief korte set op het Paradox-podium. Parisien opent op sacrale wijze met titeltrack 'Louise' en deze ontrolt zich tot een muzikale ontknoping waarin de solo's zijn weggelegd voor Croker en Codjia, onder toevoeging van contrabas en drums. De groep vervolgt het optreden met het licht avant-gardistische maar swingende 'Jojo'. Het sopraanspel van Parisien is in dit stuk licht ontvlambaar en razendsnel en wordt beantwoord met een bekwame rauwe tegenzet van Croker op trompet. Wat volgt is een meer abstracte muzikale weg met het driedelige 'Memento'. Donkere baslijnen contrasteren met de mellow tonen uit de sopraansaxofoon en prominent, intens gitaarspel. De suite wordt voortgezet met modern-klassiek pianospel met een majestueuze ritmische cadans, klinkend als een doordenderde locomotief. In het derde deel van de suite wordt doordacht en avontuurlijk trompet gespeeld. Het elastisch pianospel wordt becommentarieerd met speelse sopraanklanken. Waarin ook nu een essentiële rol is weggelegd voor het ritmetandem Joe Martin en de virtuoos acterende drummer Nasheet Waits.
Het concert krijgt een passend slot met 'Prayer By Peace', dat zich deinend en delicaat voortbeweegt onder sprankelende pianoklanken. Ook bij dit nummer wordt regelmatig gegrepen naar een eenstemmig geluid van saxofoon- en trompetklanken. De formatie heeft logischerwijs voor veel materiaal van het album 'Louise' gekozen en blijft, hoe mooi ook, te dicht bij de oorspronkelijke bron. Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. Labels: concert, Emile Parisien, Nasheet Waits, Theo Croker (Louis Obbens, 9.6.22) - [print]
- [naar boven] In dit tweede deel van een portret gewijd aan gitarist Marcelo dos Reis aandacht voor twee groepen die allebei recent nieuw werk uitbrachten bij JACC Records. Van Fail Better! verscheen 'The Fall', van Chamber 4 'Dawn To Dusk'. Naast dat we op allebei de trompettist Luis Vicente horen, bestaat Chamber 4, dat hier eerder aan bod kwam met 'Live At Ler Devagar', verder uit de broers Théo en Valentin Ceccaldi op viool respectievelijk cello en Fail Better! uit saxofonist Albert Cirera, bassist José Miguel Pereira en multi-instrumentalist Marco Franco, hier te horen op drums en fluit. Op 'The Fall' horen we Dos Reis op elektrische gitaar, iets dat helemaal past bij dit vrij hectische album. Zo trekt hij direct in opener 'Ground Floor', samen met Franco en Pereira een muur van geluid op, waar Vicente en Cirera op in kunnen beuken, overigens zonder dat er ook maar iets van een scheurtje in ontstaat. Minder hectisch, maar minstens zo weerbarstig klinkt 'Rise Up'. Het trio Dos Reis-Vicente-Franco serveert hier krachtig stroeve klanken. Na al dat muzikale geweld doet het begin van 'Falling Stars' bepaald weldadig aan, het is alsof we midden in de nacht door het bos lopen. Knap hoe dit kwintet hier vorm aan geeft. Verderop verandert de klankwereld, waarbij zowel het ritmische spel van Franco als de bijzondere techniek van Vicente opvalt. In 'Skyfall' is het stomende ritme opvallend aanwezig, iets waar Dos Reis, Perreira en Franco voor tekenen, terwijl Vicente en Cirera hier graag op variëren.
Meer horen? Labels: cd, Marcelo Dos Reis (Ben Taffijn, 6.6.22) - [print]
- [naar boven] Op 2 november 2018 stierf de trompettist Roy Hargrove, net negenenveertig jaar oud. In de jaren daarvoor was hij uitgegroeid tot een van de beste trompettisten die de hardbop ooit heeft gekend. Met zijn fijnzinnige spel en zijn charismatische voorkomen waren zijn optredens - hij trad hier bijvoorbeeld meerdere keren op tijdens North Sea Jazz - onvergetelijke gebeurtenissen, waarbij hij de luisteraars iedere keer weer wist te boeien. Onlangs verschenen er bij Resonance Recordings onder de titel 'In Harmony' liveopnames uit 2006 en 2007, waarop Hargrove te horen is met pianist Mulgrew Miller, die reeds in 2013 overleed, ook pas zevenenvijftig. Tijdens de twee optredens speelden de twee musici vrijwel louter standards. Ze zijn hier verdeeld over twee schijven, aangevuld met een mooi boekje waarin bevriende musici herinneringen ophalen aan deze fantastische trompettist. Onverwachte dingen gebeuren hier niet, weerbarstige noten klinken hier niet. Een trompet en een piano, beide spelen hun rol in prachtig samenspel, in harmony zoals de titel reeds aangeeft. Dat klinkt saai, maar dat is het geenszins, want zo fris klinken standards zelden. Wil Cole Porters uit 1929 stammende 'What Is This Thing Called Love?' nogal eens wat belegen klinken, daar hoef je hier niet bang voor te zien. Scherpe en opgewekte noten van Hargrove, mooi bluesy spel van Miller, waarin we grote voorbeelden als Oscar Peterson, McCoy Tyner en Kenny Barron terughoren, maar ook de bues en de gospel. Of neem dat prachtig omfloerste geluid, die breekbare noten in Harry Warrens 'This Is Always', terwijl Miller hier overtuigend de vrije ruimte vult.
Een vrolijk intermezzo op de tweede schijf wordt gevormd door het duidelijk Latijns-Amerikaans getinte 'Fungii Mama' van trompettist Blue Mitchell, ook al zo'n legendarische voorganger van Hargrove. Het nodigt uit tot een dansje. Twee klassiekers van Thelonious Monk volgen na dit stuk: 'Monk's Dream' en 'Ruby My Dear'. Vooral het tweede stuk is zeer de moeite waard. Het uitgebalanceerde pianospel, de tedere lijnen die Hargrove hier blaast, het maakt het tot een van de hoogtepunten van dit album. Voordat het schijfje afsluit met Gillespies 'Ow', als toegift, speelt het duo nog 'Blues For Mr. Hill' van Hargrove zelf. En neem die titel vooral letterlijk, hier regeert de blues in alle toonaarden. Op vrijdag 8 juli brengen altsaxofonist Justin Robinson, trompettist Giveton Gelin, bassist Ameen Saleem, drummer Evan Sherman en een nog niet bekende pianist een ode aan Roy Hargrove tijdens het North Sea Jazz Festival. Foto: Cees van de Ven Labels: cd, Mulgrew Miller, Roy Hargrove (Ben Taffijn, 3.6.22) - [print]
- [naar boven] Joe Lovano Trio Tapestry, woensdag 18 mei 2022, Bimhuis, Amsterdam
Schatplichtig aan de meestersaxofonisten van de vorige eeuw speelt multisaxofonist Joe Lovano al decennialang een cruciale, muzikaal zeer wendbare, rol in de hedendaagse jazz. Dat neemt echter niet weg dat de Amerikaan met Siciliaanse roots zich vooral thuisvoelt bij de hardboptraditie waarin virtuositeit, snelheid en een hoog energiegehalte domineert. Jarenlang heeft Lovano platen uitgebracht bij het gerenommeerde jazzlabel Blue Note. Het basloze trio Tapestry met avant-garde pianiste Marilyn Crispell en drummer Carmen Casteldi vormt hierop een uitzondering. Het trio heeft twee albums uitgebracht, waarvan 'Garden Of Expression' de meest recente is. In het pauzeloze concert wordt een groot arsenaal aan stukken gespeeld. Open en ruimtelijk door het ontbreken van de contrabas. De composities zijn afkomstig van de albums 'Tapestry' en 'Garden Of Expression' en enkele van een nieuw uit te brengen album waarvan de opnamen binnenkort starten. Het zijn minuscule muzikale schilderingen, die op het snijvalk liggen van aangename lyriek en abstractie. Bij tussenpozen voorzien van een meer intense spiritualiteit. Casteldi speelt met zijn minimalistisch drumwerk ogenschijnlijk een minder opvallende rol. Dit wordt veroorzaakt door de afwezigheid van een prominente beat. Schijn bedriegt, want zijn percussie is door de ruimtelijke sfeer die wordt gecreëerd een streling voor het gehoor. De rol van Crispell is door het schilderen van klankkleuren meer prominent. De pianiste zorgt voor rijke, intens geïmproviseerde versierselen, een wisselend notengebruik en het aanbrengen van stiltes en zware versnellingen. En in haar complexe ritmiek en gevoel voor harmonie zijn ook contrasterende melodische accenten effectief en onverbiddelijk.
Jazz met elementen van milde avant-garde gevoed met klassieke muziek is niet het enige opvallende kenmerk. Het concert benadrukt dat het aangaan van een muzikaal gesprek tot een enerverend resultaat kan leiden. Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. Labels: concert, Joe Lovano, Tapestry Trio (Louis Obbens, 31.5.22) - [print]
- [naar boven] Als we het over gitaristen hebben binnen de experimentele muziek mag de Portugees Marcelo dos Reis natuurlijk niet ontbreken. Vier albums maken zijn grote veelzijdigheid meer dan duidelijk. Vandaag aan bod komen zijn soloalbum 'Glaciar' en 'Turquise Dream', de laatste maakte hij met pianiste Marta Warelis, violist Carlos "Zingaro" en celliste Helena Espvall. 'Glaciar' bevat negen titelloze stukken, waarvan het eerste direct opvalt. Het betreft hier een nogal bijzondere opening voor een soloalbum van een gitarist. Een ietwat dreigende klankwolk, de gletsjer die aan het schuiven is? Het heeft er zeker wat van weg. Pas in het tweede stuk klinkt de gitaar, opdoemend uit eerdergenoemde nevel. Afwisselend stemmig en verstild, passend bij het landschap, zoals in de delen twee, vier en zeven. Soms ook wat ritmischer en melodieuzer, bijvoorbeeld in het derde stuk, met hierin ook een belangrijke rol voor een drone die voor een zekere spanning zorgt en in het vijfde, waarin de polyritmiek opvalt - naast Dos Reis' zang. Iets dat we ook terughoren in het zeer stemmige achtste stuk. En dat brengt me weer bij de rode draad van dit over het geheel genomen sfeervolle album met bescheiden, vaak akoestisch spel. Elektronica speelt zeker een rol, maar is hier vrijwel altijd ondersteunend. Eigenlijk breekt Dos Reis pas uit dit patroon in het laatste stuk, gespeeld op elektrische gitaar, maar één zwaluw maakt nog steeds geen zomer.
Labels: cd, Marcelo Dos Reis (Ben Taffijn, 28.5.22) - [print]
- [naar boven] De in Brooklyn woonachtige pianist Shai Maestro heeft vorig jaar zijn tweede album 'Human' op het ECM-label uitgebracht. Met dezelfde ritmische samenstelling als op zijn debuutalbum 'The Dream Thief', dus met bassist Jorge Roeder en drummer Ofri Nehemya. Trompettist Philip Dizack completeert de groep. In deze samenstelling treedt het kwartet aan in een uitverkocht Paradox. Maestro vertelt voor het optreden dat hij niet met een playlist werkt. Het kwartet wil zich laten leiden door de flow van de avond. Hierdoor zijn spontaniteit en improvisatie de dominante factoren tijdens het hele optreden. Het gezelschap speelt in twee uur slechts een handjevol stukken, waaronder 'The Dream Thief', van het gelijknamige trio-album, en respectievelijk 'GG' en 'Mystery And Illusions', van het meest recente album 'Human'. Verlangen en tederheid zijn de primaire kenmerken van het eerste deel van 'The Dream Thief'. Het stuk culmineert onder invloed van Roeders krachtige contrabasaanslagen en Dizacks felle gepassioneerde trompetklanken naar een meer funky, uptempo ambiance. Het swingende drumwerk van Nehemya draagt nog meer bij aan de verpletterende en snelle lyriek, die incidenteel wordt onderbroken door meer abstracte piano- en trompetintermezzo's. Het zoeken naar en vinden van evenwicht tussen enerzijds bedachtzaamheid en gevoeligheid en anderzijds verkwikkende intensiteit is de hele avond het leitmotiv.
Shai Maestro jongleert, al sinds zijn deelname aan het Avishai Cohen Trio, met de 88 toetsen van de vleugel. In zijn bevlogen pianospel kan Maestro een solo magistraal uitwerken. Ook kan hij vluchtige emoties vastgrijpen in een karakteristiek en passend moment. Zijn vermogen om een groep te leiden en zijn talent voor compositie en verbeeldingskracht zijn enorm gegroeid. Dit gaat ook nog eens gepaard met een warme podiumuitstraling. Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. Labels: concert, Shai Maestro (Louis Obbens, 25.5.22) - [print]
- [naar boven] Je hebt festivals en je hebt festivals. En dan heb je het nog het jaarlijkse Citadelic Festival in Gent. In elkaar gebokst door drijvende kracht Rogé Verstraete en een groep geëngageerde vrijwilligers en doordrongen van een onstuitbare guerilla-spirit, blijft het een baken van verrassingen en onconventionaliteit. En dat is voor deze vijftiende editie niet anders. Ook: weinig evenementen zijn zo doordrongen van de echte DIY-geest en dat heilige vuur, die drang om iets in elkaar te steken dat ver wegblijft van platgetreden paden of behaagziek gedoe dat je al vergeten bent voor het helemaal ten einde is. Het is een vuur dat er ook voor zorgde dat de edities van 2020 en 2021, toen heel wat andere organisaties al dan niet noodgedwongen de handdoek in de ring gooiden, toch plaatsvonden. Desnoods kleinschalig of op een andere locatie. Het is de begeestering van een underground die geen festivals organiseert omdat het kan, maar omdat het nodig is. Voor die inzet alleen al zou je moeten gaan. Dat het programma weer uitpuilt van de namen - in totaal meer dan 100 (!) muzikanten op vijf dagen - is natuurlijk een fantastische bonus. De simpele tagline 'avontuur in muziek in het park' wordt dan ook waargemaakt met een eclectisch programma rond vooral vrije improvisatie en jazz, waarbinnen veel ruimte gemaakt wordt voor lokaal talent (zowel jong als ervaren) en voor goed volk uit andere contreien. En een centrale gast, deze keer saxofoniste Audrey Lauro, die elke dag te horen is in een andere context, bijvoorbeeld in trioverband met Alexander Hawkins en Mark Sanders.
Het wordt dus een weelde voor oren en vermoedelijk ook ogen. Dat het festival naar goede gewoonte helemaal gratis is en plaatsvindt op een ideale locatie, zorgt ervoor dat er helemaal geen reden is om niet massaal af te zakken naar het park met vrienden, familie en huisdieren. Met wat steun van de weergoden kan ook deze editie niet verkeerd lopen. Maar zelfs als die steun wegblijft, wordt er zoals gewoonlijk wel een mouw aangepast. Want als ze bij Citadelic ergens goed in zijn, dan is het wel improvisatie. Er zijn nog zekerheden. Go, go, go. Klik hier voor meer informatie over het programma. Dit artikel ook op Enola.be | Foto's: Cees van de Ven Labels: Citadelic, festival, vooruitblik (Guy Peters, 24.5.22) - [print]
- [naar boven] Het Rembrandt Frerichs Trio bestaat al jaren en de samenstelling is nog steeds: Rembrandt op piano, Tony Overwater op contrabas en Vincent Planjer op drums en aanverwanten. Zij stonden te popelen om deze avond weer voor 'echte mensen' te spelen, zoals de naamgever van dit trio aangaf bij het begin van hun concert in de Lindenberg. Het trio had vóór corona net een nieuwe cd uit: 'Graffiti Jazz'. Daarom stond een tournee in de steigers, die grotendeels in het water is gevallen. Ondertussen hebben de heren wel nóg een cd opgenomen: 'A Wind Invisible Sweeps Through The World'. Het repertoire bestond uit nummers van beide albums en twee standards die naar eigen inzicht werden gespeeld. Helaas was het concert van korte duur: één set van een uur en tien minuten. Mogelijk omdat de heren de volgende dag naar Madrid zouden gaan voor twee concerten aldaar. Ik vind het wel lekker als er een pauze is, dan kan je een en ander even laten bezinken en een drankje pakken. De muziek van dit trio is moeilijk in een paar woorden te vatten. Nummers vliegen van ingetogen naar meer uptempo, van alleen één instrument naar alles tegen elkaar in, naar alle instrumenten in hetzelfde ritme. Dit trio speelt ook graag met afwijkende ritmes en klankkleuren. Het is duidelijk dat de heren zich graag laten inspireren door muziek uit het (Midden-)Oosten. Deze avond werd ik niet teleurgesteld en op dit alles getrakteerd. Het eerste nummer begon zeer ingetogen en ontspon zich tot een heel afwisselend luisterlandschap. Voor mijn gevoel duurde het misschien wel vijftien minuten. Genieten hoe in dit nummer achtereenvolgens piano en bas, bas en drums en drums en piano zich weten te vinden en als een team weten op te trekken, waarbij het overgebleven instrument een basis legt, waarover het team samen een extra laag legt. Schijnbaar moeiteloos is het op andere momenten gewoon 'ieder voor zich', maar zonder dat het chaotisch of onmelodisch wordt. Ik geniet ervan hoe mijn oren en hersenen worden uitgedaagd om goed te luisteren. Eigenlijk geldt deze beschrijving voor alle nummers die we gehoord hebben en die van eigen makelij zijn. Hoewel ze allemaal anders waren, hebben ze allemaal dezelfde signatuur. De standards die gespeeld werden weken er duidelijk van af. Van mij hoeven deze niet per se, ik vind het eigen werk interessanter. Dat wil overigens niet zeggen dat de standards slecht werden uitgevoerd, zeker niet [zoals te horen was in Duke Ellingtons 'In A Mellow Tone', RED]. Het enige nadeel van het soort muziek dat het Rembrandt Frerichs Trio speelt, is dat het soms zó melodisch en lekker in het gehoor liggend is, dat mijn gedachten afdwalen van de muziek. Dan moet je weer even terug naar het hier en nu worden gebracht. Door de afwisseling binnen de nummers zijn die momenten gelukkig maar erg kort geweest. Al met al zou ik, als ik de kans had, zeker nog een keer gaan. Hopende dat ze dan wat langer zouden spelen. Om toch het genot van de avond te verlengen (en de heren oneindig te kunnen horen spelen) hebben we na afloop twee cd's gekocht. Foto: Maarten van de Ven | In de Jazztube hieronder zie je het livestream-concert dat het Rembrandt Frerichs op 14 mei 2021 gaf in Paradox, Tilburg.
Labels: concert, Rembrandt Frerichs, Tony Overwater, Vincent Planjer (Armand Fanchamps, 22.5.22) - [print]
- [naar boven] Terwijl de andere vier inmiddels oude bekenden zijn, had ik tot nu toe accordeoniste Emilie Škrijelj nog niet live gezien. En dus toog ik naar Brecht, overigens ook om trompettist Patrick De Groote weer eens te horen, een van de wegbereiders van de vrije improvisatie in België. Maar helaas moest hij, herstellende van een buikgriep, verstek laten gaan. En aldus werd een gepland sextet een kwintet en mocht Colin Webster, vandaag op baritonsax, de blazerspartijen voor eigen rekening nemen. Verder troffen we Dirk Serries op akoestische gitaar, Martina Verhoeven weer eens op contrabas en Tom Malmendier op snaredrum plus toebehoren. De kapel van het Oud Klooster in Brecht is perfect geschikt voor dit soort vrije improvisatie en Serries doet er dan ook goed aan om deze plek vaker in te zetten. Met als kanttekening dat je hier wel op de dynamiek moet letten. De vooraf gemaakte keuzes waren dan ook zeker volstrekt terecht. Hier hoort geen drumstel, maar bescheiden percussie. Malmendier gebruikte zijn snaredrum dan ook hoofdzakelijk als werkblad. Met een uitgebreid scala aan voorwerpen, van een schuursponsje tot een koperen schaal en van een borstel tot een ijscoupe, creëerde hij zo een prachtige klankwereld. Ook Webster had zich aangepast, de klank van de baritonsax past hier veel beter dan die van de altsax. Het donkere timbre doet het prima in een kapel en vooral als je dan lange, drone-achtige lijnen blaast. In combinatie met gitaar, meestal bediend met de strijkstok, contrabas en accordeon levert het een prachtige, vaak wat melancholieke klankwereld op. Mits het kwintet niet vol inzet op de abstractie, want dan schieten de klanken alle kanten op en worden we getrakteerd op een ware kakofonie. Allemaal heel vermakelijk, maar het mooist zijn toch die rustige momenten, vol piep- en kraakgeluiden. Op zulke momenten zit je op het puntje van je stoel, druk te kijken wie nu eigenlijk welk geluid voortbrengt. Aangezien geen van de instrumenten op 'normale' wijze wordt bespeelt, is dat iedere keer weer een hele uitdaging. Foto: Cees van de Ven Labels: Colin Webster, concert, Dirk Serries, Emilie Škrijelj, Martina Verhoeven, Tom Malmendier (Maarten van de Ven, 20.5.22) - [print]
- [naar boven] Nuits bestaat naast accordeoniste Emilie Škrijelj en percussionist Tom Malmendier uit bassist Stéphane Clor en Armand Lesecq op elektronica, terwijl we Škrijelj en Clor eveneens met samplers in de weer horen. Aan losse stukken doen we hier niet, 'Latitudes' is één lange improvisatie, van tegen de vijftig minuten. En vanaf de eerste minuut is dat een vervreemdende ervaring. Het lijkt wel alsof er iemand aan de beademing ligt, terwijl op de achtergrond een wat nerveus ritme zich opdringt. Het kraakt en piept - Malmendier? Ik maak bij dit soort muziek nogal eens de vergelijking met een werkplaats, een associatie die zich hier ook weer aan me opdringt. Maar wat deze improvisatie met name onderscheidt van die in Brecht is de veelvuldige inzet van elektronica, wat weer een geheel andere klankwereld met zich meebrengt. Een album dus op de grens van de meer jazz gerelateerde vrije improvisatie en die van de experimentele elektronica.
Labels: cd, Emilie Škrijelj, Nuits, Tom Malmendier (Ben Taffijn, 18.5.22) - [print]
- [naar boven] Een supergroep bestaat uit een verzameling muzikanten die hun sporen in eigen of andere formaties hebben verdiend. Zoals de formatie rondom éminence grise Arild Andersen. De meer dan opzienbarende saxofonist Marius Neset, pianist Helge Lien en drummer Håkon Mjåset Johansen completeren deze groep. Het predicaat 'supergroep' gaat echter gepaard met torenhoge verwachtingen. Die worden deze avond ruimschoots overtroffen.
Bassist en leider Arild Andersen debuteert in 1970 op het authentieke en krachtige album 'Afric Pepperbird' in het kwartet van Jan Garbarek, Terje Rypdal en Jon Christensen. In deze periode werkt Andersen ook met de Noorse zangeres Karin Krog en speelt hij in de ritmesectie van Amerikaanse muzikanten zoals Phil Woods, Dexter Gordon, Hampton Hawes, Johnny Griffin, Sonny Rollins en Chick Corea. Vanaf 1974 vormt Andersen ook eigen groepen. Anno 2022 heeft de vitale Noorse bassist maar liefst 22 ECM-albums op zijn naam staan. De laatste tijd speelt Andersen vaak met drummer Paolo Vinaccio en saxofonist Tommy Smith. Hun trio-albums 'Mira' en 'In-House Silence' worden alom bejubeld.
Het is betekenisvol dat de bandleider met een mooi, resonerend, karakteristiek contrabasgeluid het concert opent. Tenorist Neset is de eerste muzikant die met een romantisch Amerikaans saxofoongeluid de bassist bijstaat. De lyriek van pianist Helge Lien en de aanzwellende drumpartijen van Håkon Mjåset Johansen doen al vermoeden dat we op een gedenkwaardig optreden afstevenen. De alerte interactie en het ultieme speelplezier blijven bepalend en hebben een stimulerend effect op de individuele en collectieve improvisaties van het Scandinavische kwartet.
Andersen imponeert door zijn nauwkeurige en artistieke spel op de contrabas. Het zangerige en poëtische basgeluid klinkt diep, delicaat en straalt onophoudelijk gezag uit. De bijdrage van pianist Helge Lien is minder uitgesproken dan die van Neset, maar wel vederlicht, elegant en speels. Vol relevante blokakkoorden baant hij zich een weg binnen het collectief. Håkon Mjåset Johansen blijkt in staat tot ragfijne penseelstreken op de drumkit en schuwt, indien noodzakelijk, het overdonderde drumwerk niet.
Het spel van het kwartet vermengt de gecomponeerde globale structuren van Arild Andersen met grenzeloze improvisaties. Het raakt enerzijds de openheid en lichtheid van de muzikale landschappen, de sensibiliteit van de ballad, en anderzijds de rauwe free jazz uit de States. Slechts weinig groepen zijn in staat tot het vertolken van zulke duizelingwekkende tempowisselingen, dramatische en gevoelige uitbarstingen als de Arild Andersen Group. Met een weergaloze Marius Neset in de geledingen.
Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. Labels: Arild Andersen, concert, Helge Lien, Marius Neset, mei22 (Louis Obbens, 15.5.22) - [print]
- [naar boven] In de tweede helft van vorig jaar verschenen er vrij snel achter elkaar twee albums van het onvolprezen Trondheim Jazz Orchestra. Het eerste, het bij ODIN verschenen dubbelalbum 'Plastic Wave', borduurt voort op het uit 2018 stammende en bejubelde 'Happy Endings', beide met bassist/componist Ole Morten Vågan. Het tweede album, het in eigen beheer verschenen 'Om Du Reser Mycket' was een opdracht aan pianist en componist Johan Lindvall en ging in première tijdens het Moldejazz-festival in 2020. Een kenmerk van dit orkest is dat de bezetting iedere keer weer totaal anders is en dat dus ook ieder album anders klinkt, iets dat ook voor deze twee werkstukken geldt.
'Plastic Wave' is de oudste van de twee, opgenomen in juni 2020, en dus beginnen we daarmee. En waar gaat dit over? Volgens Vågan handelt het "about all the small imperceptible processes that go on around us without our knowing, but that we are still a part of", ook daarmee voortbordurend op 'Happy Endings'. Het levert bijzonder sterke muziek op, met - zoals opener 'Fanfare' reeds duidelijk maakt - een wel heel aantrekkelijke groove, die op regelmatige basis ook nog eens grandioos ontspoort. Weldadig is de rust aan het begin van het titelstuk, een luisterrijke geluidssculptuur. Die afwisseling blijkt een constante, wat betekent dat in 'Critical Mass Distraction' het onweer wederom losbarst, maar wat wil je ook anders met zo'n titel. Tevens moeten hier de beide drummers worden genoemd, Gard Nilssen en Håkon M. Johansen, die voor een bijzonder onstuimige solo zorgdragen. Vågan als solist is natuurlijk op meerdere momenten te horen, maar als ik één exemplarisch moment mag aanduiden dan wordt het 'Pickaboogaloo', wat een groove horen we hier, overigens mede dankzij die eerder genoemde drummers en Ståle Stoløkken, hier op het hammondorgel.
Op zaterdag 9 juli treedt het Trondheim Jazz Orchestra op tijdens het North Sea Jazzfesival. Labels: cd, Trondheim Jazz Orchestra (Ben Taffijn, 10.5.22) - [print]
- [naar boven] Op zaterdag 14 mei houdt UJazz haar jaarlijkse festival. De vereniging viert hiermee ook haar tienjarig bestaan, met een gevarieerd programma en een spetterende afsluiting. De aftrap is om 17.30 met een gratis toegankelijke opening van HKU Voices, een 25-koppig jazzkoor.
Vanaf 19.00 uur volgen vier bands die elk een ander facet van jazzmuziek laten horen: moderne bigbandjazz van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, avontuurlijke muziek van jubilaris Dick de Graaf met een kwartet van wereldklasse, gelaagde filmische stukken en grooves van het Undercurrent Orchestra en als uitsmijter Artvark & Drums United: vier saxofonisten en vier percussionisten die soulvolle soundscapes en spectaculair drumgeweld de zaal in slingeren.
Het UJazzfest vindt plaats in de zalen van DUMS (De Utrechtse Muziekschool), waar je de muziek van dichtbij beleeft. Drankjes en hapjes vind je in de sfeervolle binnenplaats van het gebouw.
Klik hier voor meer informatie. Labels: festival, nieuws, UJazzfest (Maarten van de Ven, 9.5.22) - [print]
- [naar boven] Dirk Serries' A New Wave Of Jazz is meer dan een platenlabel, het is ook een platform voor het promoten van vrije improvisatie in België en Nederland. Zo organiseert Serries dit voorjaar een aantal concerten in de PlusEtage, een van de weinige podia die dit soort muziek nog durft te programmeren. Serries onderhoudt warme banden met de Londense impro-scene, zo bleek ook deze avond weer. Drummer Andrew Lisle kent hij inmiddels vrij goed, ze zitten samen in het Kodian Trio, trompettiste Charlotte Keeffe nog een stuk minder. Samen kozen ze in Baarle-Nassau het ruime sop.
Het spannende van vrije improvisatie in duoverband is dat je als musicus continu alert moet zijn. Natuurlijk mag de ander soms best even solo gaan, iets dat ook hier zeker gebeurde, maar nooit te lang. Met andere woorden: meer dan in welke andere samenstelling moeten de musici elkaar een beetje liggen, moeten ze er lol in hebben met elkaar te musiceren, samen op reis te gaan. Als dat het geval is, kan het tot een mooie set leiden. De twee keer een half uur van dit concert, het is duidelijk intensief zo als duo, voldeed gelukkig geheel aan deze criteria. Aan alles was te merken dat Keeffe en Lisle niet voor het eerst met elkaar op het podium stonden, ze kennen elkaars wijze van musiceren, elkaars gewoontes. En ondanks dat een drumstel enerzijds en een trompet en bugel anderzijds volledig andere instrumenten zijn, kwamen de klanken vaak opvallend dicht bij elkaar, zeker toen Keeffe - bijvoorbeeld in een vrij lange passage aan het begin van de eerste set - haar trompet percussief inzette. Ze sloeg met een cd'tje tegen de hoorn en trommelde met haar vingers op haar hoorn en knoppen. Maar ook in die gevallen dat ze 'gewoon' speelde, benaderde haar klank met alle plopjes, piepjes en kraakgeluiden de klank van percussie opvallend goed.
Foto's: Jef Vandebroek Labels: Andrew Lisle, apr22, Charlotte Keeffe, concert (Ben Taffijn, 8.5.22) - [print]
- [naar boven] Concert / Jazztube Bij het binnenkomen van CC Palethe kon het publiek wandelen langs de tentoonstelling 'Aquarellen van Diana Avramova versus fotografie van Cees van de Ven'. Het naast elkaar plaatsen van deze twee kunsttakken kon rekenen op veel gesprekstof. Maar bij het verlaten van de zaal, kwam er een andere discussie op gang, namelijk de vergelijking klassieke muziek versus jazz. Die behoeft echter geen discussie. Het is klaar en duidelijk. Bassiste Anneleen Boehme, die haar bekendheid verwierf door het Belgische LABtrio, bracht hier een heel persoonlijk project 'Grand Picture Palace', met een eigen karakter, zelfgeschreven composities en met een mix van stijlen.
Het is gedurfd, maar vooral geslaagd, om een jazzkwintet te combineren met een strijkkwartet. Het symfonische karakter van de strijkers en de jazzarrangementen smelten door elkaar. Het is een amalgaam van klassiek en jazz, maar bovenal Boehme met haar signatuur.
Alleen al de omslagfoto van het album brengt je al in een happy sfeertje. Vermoedelijk een familiekiekje op het strand van Oostende, gemaakt door haar grootvader. De titel van het project verwijst naar de Grand Palace in Oostende. Pure nostalgie.
De ganse concertavond wekte de nieuwsgierigheid van het publiek. Zowel de liefhebber van klassieke muziek alsook de jazzliefhebber werd ruimschoots bediend. Die laatste had genoeg aan de originaliteit, de subtiele overgangen van de strijkers naar solo's en krachtige drumpartijen, om het jazz te noemen. En voor wie geen keuze kon maken, noem het dan gewoonweg een heerlijke muziekavond met invloeden van country, blues, folk, film, een kleurige mix van stijlen.
De contrabas is een fysiek instrument, groot en zwaar, dat stevig bespeeld moet worden. Voor Boehme vormt het geen enkel probleem; krachtig, warm en vol is haar geluid. Als contrabassist, bandleider en componist, staat ze zelfverzekerd, rotsvast en centraal op het podium. Aan haar linkerzijde vier strijkers met daarachter drie blazers en aan de rechterflank De Waele. Hij had de eer om het onlangs aangekochte Gretsch-drumstel te dopen. De aankoop werd mogelijk gemaakt door de sponsoring van Pelt Jazz. Het drumstel heeft zeker zijn vuurproef doorstaan met het soms robuuste, maar vaak ook uiterst subtiele spel van Matthias.
De tubaspeelster Berlinde Deman op het album werd vanavond vervangen door Tobe Wouters. Zijn aandeel stond als een huis en niets deed je beseffen dat hij hier voor het eerst in dit gezelschap speelde.
En wie kan er als de beste het geluid regelen als Cyrille Obermüller himself, zelf muzikant en contrabassist bij onder andere PING O.D., maar vanavond voor het eerst als geluidstechnieker van de band. Hij zal dat ook zijn als de band optreedt op Jazz Middelheim 2022.
Tot slot liet Anneleen haar eigen stem klinken met het enige nummer dat ze zelf niet geschreven had, namelijk 'Empire Of Light' van het Tin Hat Trio. Ze sprak haar grote waardering uit voor Carla Kihlstedt, die nu ook een ontdekking geworden is voor mijzelf. De uitvoering werd beloond met een staande ovatie.
I'll be dreaming of you... en van alle verwezelijkingen van Anneleen tussen klassiek en jazz in de toekomst. Met dit blijmoedige en puike gezelschap en haar compositorisch vermogen staat ons nog veel moois te wachten Het aanschaffen van de cd of lp is een evidentie. Had wel graag wat meer uitleg verwacht in de booklet bij de nummers, juist omdat het zo boeiend is, vernieuwend en naar meer vraagt.
Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.
Labels: Anneleen Boehme, apr22, concert, Grand Picture Palace, jazztube (Gerda Boel, 4.5.22) - [print]
- [naar boven] Soms krijg je als jazzrecensent te maken met een project dat breder is dan alleen jazzmuziek, maar dat zo goed in elkaar is gezet en getuigt van zo'n hoog niveau, dat je er eenvoudigweg niet omheen kan. Dat is het geval bij 'Indra', een project van Monique de Adelhart Toorop. Zij is niet alleen een uitstekend jazzvocalist, maar ook theatermaker, schrijver, componist en illustrator. Samen met pianist PieterJan Cramer van den Bogaart, met wie ze al langer samenwerkt, schreef ze de muziek voor dit project, aangevuld met bijdragen van bassist Dion Nijland en drummer Nout Ingen Housz. Een vertelconcert, wat ook in een prachtig vormgegeven boek met luister-cd is uitgebracht.
Dat jazz en het voordragen van een tekst door een schrijver een mooi concept is, weten we al van de samenwerkingen die Corrie van Binsbergen aanging met onder anderen Toon Tellegen en Kees van Kooten. Adelhart Toorop gaat nog een stap verder. Zij doet alle disciplines zelf in nauwe samenwerking met haar muzikanten. Het schrijven van de teksten en muziek, het zingen en vertellen, het uitgeven van het zelf geschreven verhaal 'Indra' in boekvorm met eigen vormgegeven illustraties tot en met het opnemen van al het materiaal met geïmproviseerde sounds en zorgvuldige editing. Wat een monnikenwerk!
Terug naar de muziek. Adelhart Toorop koos bewust voor de jazz en niet voor Indonesische muziek. Het geeft het geheel een extra dimensie en daarnaast is ze ook dicht bij zichzelf gebleven. Zowel bij het vertelconcert als bij het beluisteren van de cd geven de improvisaties een extra lading aan de verhaallijn, die als een qeeste (zoektocht) is geschreven. Jazz met improviserende frases leent zich hier bij uitstek voor. De stijlen variëren. Van pure jazz tot rap.
Het eerste liedje 'Vliegen' komt eigenlijk al meteen binnen. Heel intiem en dichtbij gespeeld en gezongen, Indra droomt heel harmonisch, vragend en onbevangen. Elke levensfase kent een frase. Pianist Cramer van den Bogaart speelt fraaie harmonische liggingen en soli, Nijland is trefzeker in zijn notenkeuze en ook zijn improvisaties zetten het verhaal kracht bij. 'Hati Hati' is een spannend opzwepend stuk, waarin Nout Ingen Housz flink uithaalt met ritmische roffels en stevige beats. Cramer van den Bogaart soleert vrijuit en gaat voluit. In 'Vragen' blinkt Nijland uit. Zijn sound en frasering zijn werkelijk prachtig en inspirerend in zijn melodische walking bass, maar ook interactief en ritmisch is hij sterk met het plaatsen van accenten en pulsen. Adelhart Toorop laat hier horen een uitstekend jazzzangeres te zijn. Warm en intens gezongen met een prachtige vocale geïmproviseerde solo. PieterJan Cramer van den Bogaart excelleert in 'Melati’s Song'. Hij bouwt zijn solo heel mooi op in verschillende lagen en harmonische liggingen. De jazzpuristen komen hier volop aan hun trekken. Zelfs rap komt voorbij in 'De Dojo', waarin de vechtkunst wordt uitgebeeld.
Het is zeer indrukwekkend wat Monique de Adelhart Toorop, omringd door voortreffelijke jazzmusici, hier neer weet te zetten. Zowel in concertvorm als in vertel- en schrijfkunst, composities, boekvorm en cd. Aan alles merk je dat 'Indra' een uniek project is waar met veel liefde en toewijding aan gewerkt is. Een bewonderingswaardige unieke artistieke prestatie!
Boek en cd zijn verkrijgbaar via de webshop van Corrie van Binsbergen. Labels: boek, cd, concert, Indra, Monique de Adelhart Toorop, mrt22 (Koen Scherer, 30.4.22) - [print]
- [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |