Cd | Concert
Arve Henriksen & Harmen Fraanje live
vrijdag 27 september 2024, Paradox, Tilburg Arve Henriksen & Harmen Fraanje - 'Touch Of Time' (ECM, 2024)
Opname: januari 2023
Een releaseconcert van een cd voegt helaas niet altijd veel toe aan het album. Nogal eens spelen musici gewoon de stukken, hooguit in een wat opgerekte vorm. Trompettist Arve Henriksen en pianist Harmen Fraanje, die deze avond speelden in de overvolle jazzclub Paradox, trapten echter geenszins in deze valkuil. Zo her en der tijdens het concert klonken een handvol composities, maar verder werd er vooral geïmproviseerd. En vergelijken we de muziek tijdens het concert met die op het begin dit jaar bij ECM Records verschenen 'Touch Of Silence', dan valt vooral op dat hier beduidend meer wordt geëxperimenteerd. Niet alleen gebruikt Hendriksen zijn elektronica veel intensiever, hij is ook vaak vocaal actief.
Fraanje was al fan van Henriksens muziek, zo vertelt hij tijdens het concert, toen hij twintig jaar geleden nog in Tilburg woonde. Hij herinnert zich nog een spontaan treffen na een concert om een uur 's nachts. Dit album is voor hem dan ook een droom die uitkwam. Vreemd is dat niet, want de stijl van musiceren van beide musici raakt elkaar op meerdere fronten. Henriksen excelleert met een bijzonder fraaie, omfloerste trompetklank, weinigen kunnen zo subtiel een partij neerzetten en Fraanje is een meester in het tegen de stilte aanschuren. Trefzeker plaatst hij zijn noten, waarvan er niet een overbodig is.
Het concert begint vrij traditioneel, met een van de stukken van het album, 'The Dark Light', waar die Noorse folk in doorklinkt, iets dat ook opvalt bij het beluisteren van het album. Hier horen we de elektronica al, maar dan om het geluid van de trompet van een spanningsverhogende echo te voorzien. Verderop creëert Henriksen er ook ritmische structuren mee, waar hij aansluitend met zijn trompetspel op varieert. We zien Fraanje luisteren, net zo geboeid als wij. En dan die zang, in dat fantasietaaltje dat hij altijd hanteert, variërend van behoorlijk hoog tot grommend laag, zelfs met keelklanken weet hij raad. Voorzien van elektronica levert dat een paar diep duistere passages op. Ze zijn duidelijk aan elkaar gewaagd, die twee. Het ene moment kiest Fraanje voor ritmische passages, waarop het voor Henriksen fijn improviseren is, het andere moment klinken er boeiende pianosolo's, die Henriksen tot een welverdiende pauze dwingt.
Zoals gezegd is het album 'Touch Of Silence' eenduidiger van aard. Het is ook hier Henriksen die begint in de openingstrack 'Melancholia'. Een prachtig uitgebalanceerde melodie op een duistere klanknevel, waar Fraanje zich met tweede stem al snel bijvoegt. Een lome zondag, kranten lezen in bed, een wandeling in de middag: dat is de insteek op 'The Beauty Of Sundays'. De twee verklanken de rust en ontspanning hier op prachtige wijze. Morgen is het weer zo ver! Een vederlichte melodie ook in 'Redream' - hoor ook hoe trefzeker Fraanje Henriksen hier ondersteunt. Fraanje begint solo met 'What All This Is', een stuk waarin we een mooie indruk krijgen van zijn stijl van spelen. De trefzekere opbouw, de ingetogen ritmiek en de wijze waarop hij de melodie neerzet; Henriksen vindt een gespreid bed om in aan te sluiten. Een middels elektronica verkregen klankwolk kenmerkt het intro van 'Mirror Images', terwijl een paar zware aanslagen van Fraanje de spanning hier nog wat verder verhogen. Mooi klinkt die melodie van Henriksen, voorzien van een aangenaam rafelrandje. En dan zijn we al luisterend ineens al bij het laatste stuk, 'Passing On The Past', een volgend fragiel kleinood, vol prachtig uitgebalanceerde klanken.
Concert
Een studie in bescheidenheid
Bert van Erks Quadrology, dinsdag 24 september 2024, De Smederij, Groningen
Bert van Erk is niet echt iemand die de neiging heeft zichzelf te promoten. Zijn vorige cd, 'Deining', verscheen 24 jaar geleden. Op 'Quadrology' komt zijn basspel beter tot zijn recht. Het nummer 'Glide For Duke' is daar een voorbeeld van - het getuigt ook van zijn onvoorwaardelijke liefde voor het werk van Ellington. Zijn arcospel in 'Brandold Song' is bepaald bedachtzaam en in 'A Bass Is A Tree - Mind Your State' speelt hij een ingetogen duet met drummer Jeroen van Olphen, die zijn vegertjes al even bescheiden laat cirkelen. Toch is dit geen slappe hap. Dit is kamerjazz van de bovenste plank.
Dat bleek ook tijdens de presentatie van het nieuwe album in De Smederij. Vaak inspireert de sfeer en het intens luisterend publiek in dit eetcafé de muzikanten tot exuberante prestaties. Maar dinsdag was het vooral de subtiele interactie tussen de kwartetleden die de aanwezigen hypnotiseerde. De smaakvolle vibrafoon van René van Astenrode speelde een essentiële rol in het groepsgeluid. Doorgaans op de achtergrond - zoals elke muzikant in feite op de achtergrond speelde. Voor ego's was hier geen plek. Met een beetje overdrijving zou je kunnen stellen dat dit kwartet model zou kunnen staan voor een ideale samenleving, waarin dialoog en samenwerking belangrijker zijn dan ellebogenwerk en een grote bek.
Weinig werd er aan het toeval overgelaten. Nergens dreigde het combo te ontsporen. De enige die de neiging vertoonde soms op één wiel door de bocht te gaan, was drummer Jeroen van Olphen. Maar ook zijn aanpak was dienstbaar aan het geheel.
Ziel en zaligheid werden gelegd in 'Prelude To A Kiss'. Saxofonist Miguel Martinez speelde lyrisch, maar zijn geluid had wel degelijk vlees op de botten.
Ik heb Bert van Erk op deze plek al eens de Nederlandse Paul Chambers genoemd. Een associatie, een tikje overdreven, meer niet. De Nederlandse Richard Davis of de Nederlandse Arend Nijenhuis had net zo goed gekund. Wanneer hij de strijkstok hanteerde had hij de neiging nét niet vals te spelen, wat zijn expressiviteit alleen maar indrukwekkender maakte. "Groninger jazzroyalty", zo karakteriseerde organisator en presentator Diederik Idema hem na de eerste set en de zaal kwam als één man overeind voor een staande ovatie. Bij mijn weten nog niet eerder vertoond in De Smederij.
Cd / Jazztube
Vijay Iyer - 'Compassion' (ECM, 2024)
Opname: mei 2022
De nederige woorden op het hoesje stemmen tot nadenken. 'Ik kan niets nieuws vertellen over medelijden, maar ik hoop dat dit woord, naast de muziek geplaatst, een pleidooi en misschien inspiratie is om elkaar samen te vinden.' En dat mag je dan lezen van een van dé figuren die bepalend is voor de hedendaagse creatieve muziek.
De eerste track dompelt je onder in een progressie van monumentaal pianistiek werk: een drukke, vullende linkerhand met brede, uitwaaierende, funderende akkoorden, met erboven en erin, naadloos geweven een melodieuze lijn, die versmelt met het geheel en die bijna niet meer te onderscheiden is van de begeleiding. Iyer wordt gesteund door fenomenaal bas- en drumwerk. Linda May Han Oh en Tyshawn Sorey krijgen ruimte op de plaat om hun soloskills te laten zien, maar zijn eigenlijk constant bezig hun virtuoze deelname aan de composities te bevestigen. Die zijn op de scene gegroeid, en dat hoor je: ze zijn een samenspel, een gezamenlijke constructie, een bouwwerk met stevige grondvesten dat je overdondert en tegelijkertijd aandachtig en nederig doet luisteren.
Muziek die moeilijk in woorden te vatten is, niet omdat ze zo complex is, maar omdat er meer dan muziek uit straalt... Donker in de ernst, licht en transparant in de vormgeving. Magistraal.
In de Jazztube zie en hoor je Vijay Iyer, Linda May Han Oh en Tyshawn Sorey met 'Tempest', een van de tracks op dit album.
Festival
Summer Bummer 2024 - Part 2
30-31 augustus 2024, Trix, Antwerpen
De tweede dag van deze negende editie van het door Sound in Motion georganiseerde Summer Bummer-festival wijkt fors af van de eerste. Allereerst doordat er relatief weinig gerenommeerde namen aantreden. Jérôme Noetinger, Christophe Auger en Xavier Quérel horen daar zeker bij en ook Mats Gustafsson van het Fire! Orchestra, met zijn tweede optreden dit weekend, Heather Leigh zijn natuurlijk geen onbekenden. Maar verder zet Koen Vandenhoudt dit weekend vooral jong talent in de schijnwerpers. Het is zeker geen vorm van kritiek, integendeel zelfs, het is niet meer dan prima dat jonge musici op deze wijze een podium krijgen. Ik heb mij dan ook deze tweede dag geen seconde verveeld. Een tweede belangrijk verschil is de muziek als stijl: was dat vrijdag toch hoofdzakelijk freejazz, met het Ensemble Nist-Nah als grote uitzondering, nu is het palet veel diverser en horen we zo ongeveer alle stijlen wel voorbij komen, waarbij alleen het experiment de constante lijkt te zijn.
Direct al in het begin in dat duoconcert van celliste Clara Levy en violiste Jasmijn Lootens, twee jonge musici die voor het eerst samen op het podium staan, worden we verrast op een lastig vast te pinnen klankwereld. Het begint en eindigt allemaal uiterst intiem met strijkbewegingen waarbij de twee de snaren amper raken, qua klank associeer ik dit eerder met experimentele elektronica dan met strijkers, waarna een eclectisch en spannend middendeel volgt. Een middendeel waarin ik invloeden van freejazz herken, maar evengoed van hedendaags gecomponeerd - waar beiden als uitvoerders ook actief in zijn - van folk, minimalisme en zoals gezegd, experimentele elektronica. Maar een boeiende set, waarin de twee onbegrensd experimenteren, zowel met speltechnieken als met klanken.
Struikelde ik gisteren zowat over de saxofoons, vandaag zijn ze extreem dun gezaaid, op die zes na in het Fire! Orchestra is Sakima Abdou de enige. Maar die blaast dan wel in haar eentje direct het dak van Trix af! Dit prachtige concert vormt zonder meer een van de hoogtepunten van dit festival. Abdou paart een perfecte instrumentbeheersing aan een enorme virtuositeit en weet in twee solo's, een op tenorsax en een op alt, ongemeen diep te graven. Met name die ene passage op tenorsax is goud; met behulp van circulaire ademhaling weet ze een klankgolf eindeloos vast te houden. Prachtig hoe die zich door de ruimte beweegt, een bijna hallucinante ervaring. Na afloop dus direct 'Goodbye Ground' gekocht, haar in 2022 bij Relative Pitch verschenen soloalbum.
Wat ik vaker heb na zo'n overdonderend optreden is dat een volgend concert, zeker als dat qua stijl fors afwijkt, bij mij moeilijk aanslaat. In dit geval geldt dat voor het optreden van vocaliste Nadia Daou, tevens actief met een set ondefinieerbare instrumenten en elektronica en klarinettist Paed Conca - iemand die als geen ander een brug weet te slaan tussen Arabische muziek en freejazz. Een deel gaat langs me heen, maar dat laatste stuk vormt zonder meer een uitzondering. Prachtig hoe die intieme klanken van Conca hier samenvallen met Daou's elektronica.
Christophe Auger, Xavier Quérel en Jérôme Noetinger vormen samen een collectief dat mij stevig bij de strot pakte: 'Cellule d’Intervention Metamkine'. Middels een met oude 16 mm-projectors en elektronica volgepakt podium levert dit trio een hallucinerende, maar in mijn optiek ook vrij beklemmende en beangstigende ervaring. Door de beelden, die - al zijn ze volledig abstract - bij mij associaties oproepen met vuur, explosies en oorlog, maar zeker ook door de muziek die invloeden kent van uiteenlopende stromingen binnen de elektronica als musique concrète, noise, dark ambient en techno. Qua sfeer wat fijner, al is de uitwerking op mij minder groot, is het optreden van percussionist Mauricio Takara en de met elektronica werkende Carla Boregas. Een set waarin bedwelmende ritmiek, natuurlijk vooral toe te schrijven aan Takara, hand in hand gaat met meer abstracte passages. Een set ook die je met dank aan Boregas' basklanken voelt tot in je ruggenmerg.
Bassiste Farida Amadou is in de afgelopen jaren bij Sound in Motion veel te horen geweest, met als hoogtepunt die optredens met enerzijds drummer Steve Noble en de onlangs overleden saxofonist en freejazz-pionier Peter Brötzmann en anderzijds met Noble en gitarist Thurston Moore, op lp uitgebracht door het Sound in Motion-platenlabel Dropa Disc. Nu staat ze hier met Heather Leigh, die de binnen freejazz nagenoeg niet gebruikte pedalsteel gitaar bespeeld - Susan Alcorn is een van de weinige collega's op dit instrument. Amadou valt vooral op door de onconventionele wijze waarop ze met haar basgitaar omgaat, ze doet er zo ongeveer alles mee, behalve er 'normaal' op spelen! Meestal ligt de gitaar op haar schoot en bewerkt en beklopt ze de snaren op alle mogelijke manieren. Het doet vaak meer denken aan percussie dan aan spel op de bas, met iedere keer weer verrassende klanken tot gevolg. Leigh hanteert haar pedalsteel gitaar zeker in vergelijking met Amadou veel traditioneler, al komt haar geluid dichter bij de rock dan bij de americana, waarin dit instrument veel vaker te horen is.
Ava Mendoza hanteert een gewone gitaar, dat weten we inmiddels van haar optreden met Nate Wooley's Columbia Icefield. Wat niet wil zeggen dat ze hier aan het eind van de avond niet weet te verrassen met een opvallend eclectisch en overrompelend solo-optreden. Haar zang plaatst haar meer in de richting van singer-songwriter, maar haar solospel verraadt de wereld van freejazz evengoed als die van blues en rock.
En dan is er dat optreden van Fire! Orchestra CBA, waarbij die afkorting staat voor Community Based Activity. Een deels uit noodzaak geboren vorm. Aangezien touren met een compleet vaste line-up financieel niet haalbaar is, bedacht Gustafsson dit concept: touren met een vaste kern, bestaande uit de ritmesectie, zeg maar de ruggengraat van het orkest, bestaande uit bassist Johan Berthling, drummer Mads Forsby en pianist Alexander Zethson, aangevuld met een soort van eerste musicus voor de strijkers, violiste Anna Lindal en voor de blazers, trombonist Mats Äleklint. Gustaffson zelf dirigeert het volledige orkest en neemt de overige musici onder zijn hoede. Dat werkt prima, zo bleek ook gisterenavond weer. Mede ook door de opzet van de stukken, die allereerst alle leunen op een bijzonder strakke, ritmische structuur, vandaar die keuze voor de vaste ritmesectie - waarin overigens bassist Berthling de centrale figuur is, zonder Berthling geen Fire! Orchestra. Je bemerkt dan ook oplopende spanning als halverwege diens versterker het niet meer lijkt te doen. Verder is er een duidelijke structuur; zo is er afwisselend een soort van kernsolist die vanuit diverse kanten wordt aangevuld, op acties van Gustaffson. Waar spektakel kortom, hier vormgegeven met naast die ritmesectie een strijkerssectie bestaande uit twee violistes en vier cellistes, vier gitaristen, waarvan een ook op elektronica te horen is, de eerdergenoemde Daou op vocalen en elektronica, zes saxofonisten waaronder Gustaffson zelf, een klarinettist, twee koperblazers en dan nog accordeon en harp! Het betaalt zich uit en levert in die twee abstracte passages een tornado aan geluid op. Voor herhaling vatbaar, zeggen we dan.
Cd
Flat Earth Society - 'The One'
Zonk, 2024 | Opname: november 2023
Ze bestaan dus. De platen waarop elke tik van de drumstick, elke noot en toon, van laag naar hoog, van de diepste bas tot de hoogste tinkel compositorisch van belang zijn én op een of andere manier je aandacht trekken.
Complexe, ingenieuze composities (zes in totaal van de hand van de heren van stand Vermeersch en Vandenberghe) die de muzikanten vrijheid schenken, maar hen toch in een stramien houden dat je bijna voor onmogelijk houdt, zo geraffineerd is het allemaal geconstrueerd en geïmproviseerd. De hele cd biedt een veelkleurig surrealisme dat getuigt van kennis van de vele mogelijkheden die de hedendaagse creatieve muziek biedt.
Deze plaat maakt je letterlijk stil door de vele ritmewijzigingen, tonale finesses, variaties van orde naar chaos. Kortom: in een wereld waarin alles sonoor mogelijk is, creëert deze uiterst getalenteerde groep muzikanten structuren die soms filmisch, soms beeldend, soms explosief, soms verstillend op je afkomen in een bijna onwezenlijk geordend geheel.
Mooi is de onderliggende filosofische inslag van de plaat: naast dat éne en eenzijdige perspectief dat doorgaans de norm wordt genoemd, zijn er nog waardevolle mogelijkheden. En dat wordt hier muzikaal verklankt: hoe andere en verrijkende visies mogelijk zijn en samengelegd kunnen worden. Na de humoristische ernst van het Boggamasta-verhaal een sympathieke geloofsbelijdenis!
Flat Earth Society mag zich zonder twijfel tot een van de beste bands van het ogenblik rekenen. Zowel muzikaal-technisch, compositorisch als structureel. Een intellectueel genot!
Festival
Summer Bummer 2024 - Part 1
30-31 augustus 2024, Trix, Antwerpen
Naast dat het Belgische Sound in Motion het hele jaar door, onder de titel Oorstof, concerten organiseert - er staan al weer de nodige aankondigingen op de website - organiseert het ook ieder jaar eind augustus het tweedaagse Summer Bummer, dit jaar voor de tweede keer in het Antwerpse Trix. 30 augustus was de dag van de saxofoon, althans dat is het label dat ik erop plak, want dat instrument was veelvuldig te horen, in tegenstelling tot het koper dat slechts een rol speelde in het allereerste concert, dat van Fire! Orchestra CBA Youth, waarover later meer. Mooi aan Summer Bummer is ook - en dat geldt zeker voor deze editie, dat programmeur Koen Vandenhoudt zowel gevestigde namen uitnodigt, met als hoogtepunt het befaamde trio Evan Parker–Barry Guy–Paul Lytton, als nog vrij onbekende musici zoals Heidi Kvelvane, Lia Kohl, Adia Vanheerentals en Ornella Noulet. Tot slot past bij een improfestival dat er boeiende gelegenheidsensembles worden gevormd, die nogal eens, zo leert ons de geschiedenis, uitgroeien tot langdurigere samenwerkingen.
Mats Gustafsson ken ik vooral van de baritonsax, dat hij ook de dwarsfluit bespeelt heb ik nooit geweten. Gisteren zag en hoorde ik hem daar even op als onderdeel van het concert van Fire! Orchestra CBA Youth, waarin we een aantal musici, die vaak al jaren meedraaien in dit inmiddels roemruchte orkest - naast Gustaffson violiste Anna Lindal, trombonist Mats Äleklint, bassist Johan Berthling, drummer Mads Forsby en pianist Alexander Zethson - horen in gezelschap van kinderen tussen de acht en dertien jaar, met name de blazerssectie vormend. Het gaat niet altijd geheel zuiver en de muziek is natuurlijk geenszins te vergelijken met die van het 'echte' Fire! Orchestra, dat overigens zaterdagavond het festival afsluit, maar als geheel genomen is wat hier gebeurt zeker de moeite waard. En een aantal jonge musici springt er echt uit met gloedvolle bijdragen. Een prachtige manier om een nieuwe generatie kennis te laten maken met deze muziek, iets waar Gustaffson, meestentijds dirigerend, duidelijk plezier in heeft.
Altsaxofoniste Heide Kvelvane zal als klein meisje wellicht ook ooit zo begonnen zijn. Inmiddels zijn er de nodige stappen gezet en presenteert ze zichzelf hier, omschreven in het programma als new kid on the block met iets geroutineerdere musici als bassist Nils Vermeulen en drummer Tollef Østvang. Die twee laatste poken het vuur gedurende de set flink op, waarin met name Vermeulen opvalt met naast ritmisch ook sterk melodieus spel, iets waar Kvelvane dankbaar gebruik van maakt. Ze blaast of haar leven ervan afhangt springerige, maar ook regelmatig mooi melodieuze patronen. Een naam om te onthouden.
Iets dat zeker ook geldt voor celliste Lia Kohl, van wie deze maand het boeiende album 'Normal Sounds' verscheen bij Moon Glyph. Hier op Summer Bummer laat ze eveneens horen zich niet te beperken tot de cello. Sterker nog: we beginnen met een vrij uitgebreide passage elektronische muziek. Duistere noise, een geluid als van naderend onweer en aansluitend meer speelse patronen, vol contrasterende hoge noten. En verderop is het een patroon van voornamelijk ruis dat dient als ondergrond voor haar meeslepende cellospel. Een feeërieke maar ook duistere set, vrolijk en zwaarmoedig, kortom een diverse en veelkleurige klankwereld, vol wonderlijke combinaties.
Ook de Engelse tenorsaxofoniste Rachel Musson was voor mij een onbekende naam, iets dat niet geldt voor de ritmesectie bestaande uit bassist Olie Brice en drummer Mark Sanders, die in de afgelopen decennia hun sporen in de vrije improvisatie ruim verdiend hebben. Iets dat je hier zeker ook terughoort, met name Brice verrast op meerdere momenten met adembenemende solo's. Musson is echter zeker geen new kid on the block, ook zij is al ruim een decennium bezig en op Discogs zie ik dat ze ook al zeker twee handen vol albums op haar naam heeft staan en dus vraag ik me wel een beetje af waarom ik haar nooit eerder hoorde. Ze zijn in ieder geval aan elkaar gewaagd deze drie, die ook al vaker in wisselende samenstellingen met elkaar het podium deelden en leveren hier een puik staaltje impro af op het scherpst van de snede.
Adia Vanheerentals en Ornella Noulet zijn eveneens musici die ik niet eerder kende. Hier is het echter wat minder vreemd, want deze twee dames staan nog aan het begin van hun carrière. Hier delen ze het podium met iemand voor wie dat allerminst geldt: Cel Overberghe behoort tot de weinige nog levende musici die aan de wieg stonden van de freejazz in België. Drie saxofonisten en alle drie starten ze op sopraansax. Ploppend, sissend, schurend, tot de eerste echte noten klinken, uiteindelijk perfect in elkaar hakend tot één geheel. Vanheerentals schakelt verderop soms over op de tenorsax, Noulet op de altsax, maar eindigen doen ze alle drie weer op die sopraan, een beetje zoals het begon. Daartussen horen we intrigerende combinaties en al even boeiende solo's. Dat Overberghe de nodige vlieguren achter zich heeft hoor je zeker terug, maar ook Vanheerentals en Noulet weten te overtuigen met hun bijdragen.
Maar natuurlijk, die vlieguren zijn van belang, van groot belang. Iets dat nergens zo duidelijk wordt als bij dat concert van Evan Parker, Barry Guy en Paul Lytton. Begin jaren 80 verscheen hun eerste album als trio en toen stonden ze ieder al zo'n kleine twintig jaar op het podium. Ze kennen elkaar door en door en dat merk je hier aan iedere noot. En eenieder heeft zo zijn specifieke dingen. Bassist Guy mag graag van alles tussen de snaren stoppen en daar dan mee experimenteren, waarbij niets te gek is in de zoektocht naar nieuwe klanken. Lytton gebruikt regelmatig zijn snaredrum als onderlegger voor een keur aan voorwerpen, deels opgediept uit de keukenla, eveneens op zoek naar mooie klanken. Tot slot hebben we Parker. die natuurlijk vooral bekend staat om zijn lange solo's met behulp van de techniek van circulaire ademhaling. Die ene op sopraansax vormt daarbij het hoogtepunt. Wat Overberghe, Noulet en Vanheerentals met drie instrumenten doen, doet hij hier heerlijk alleen.
Een wat vreemde eend in de bijt tussen al die saxofonisten is het optreden van Will Guthrie's Ensemble Nist-Nah. Percussie en niets anders dan percussie. Bestaande uit de instrumenten die deel uit maken van een Javaans gamelanorkest, aangevuld met ander slagwerk uit Zuidoost-Azië, maar ook met een drumstel. Guthrie gebruikt de muziek van daar als basis en vermengt dat met gelijke delen minimalisme, kraut- en postrock tot één krachtig geheel. Een ook visueel bijzonder aantrekkelijk optreden, waarbij we de negen musici naadloos elkaar zien en horen afwisselen op een met een enorme diversiteit aan percussie volgepakt podium. Elke muzikant weet precies wanneer op te staan, waarheen te gaan en wat mee te nemen. Zo deelt de een nog even, reeds staand, de laatste slag uit op het bekken, terwijl de ander al plaatsneemt op de kruk achter het drumstel. Een welkome afwisseling op een festival dat zich ook dit jaar niets aantrekt van genres en grenzen.
"Alles begint met stilte en alles eindigt met stilte," zegt Marc Van den Hoof tijdens een van zijn laatste programma's voor Klara aan de vooravond van zijn pensioen, nu 13 jaar geleden, om 'Silence' van Charlie Haden af te kondigen.
En nu is het echt stil geworden, want dé stem van de jazz in Vlaanderen is niet meer. Zijn plaat is afgelopen, we moeten hem definitief afkondigen, hoe graag we ook gehad zouden hebben dat zijn liedje nog veel langer had mogen duren. Vanmiddag [4 september] maakte zijn familie bekend dat Marc is overleden. Hij was al een tijdje ziek en is 78 geworden.
Wel een mooie leeftijd: 78, zoals in 78-toerenplaat. Zo symbolisch, want daar is het allemaal mee begonnen, de liefde voor de jazz, de betovering van muziek op een dikke platte zwarte schijf. Toch?
Maar nee, dat is gefantaseer. Nee, in zijn bundel 'Double Bill' (Uitgeverij Luster, 2011) vertelt hij het heel duidelijk: zijn initiatie in de jazz begon met de Nederlandse vertaling van 'Das Jazzbuch' van Joachim-Ernst Berendt. En met een bescheiden stapeltje plaatjes: gewoon 45- of 33-toeren, geen 78. Zo oud was hij nu ook weer niet.
In 2011 ging Marc met pensioen. Toen maakte ik deze video voor cobra.be bij wijze van afscheid. Als ik het nu weer bekijk, vind ik het ook mooi als afscheid op deze trieste dag. En wat zegt hij in de laatste minuut?
"We naderen het einde. (…) Je krijgt dan brieven en mails van mensen enzovoort. Maar dan denk ik altijd ja, veertien dagen, drie weken en alles is weer anders en je bent verdwenen in het vergeetboek. Dat is niet zo erg, dat is goed."
Maar hoe kan ik je vergeten? Tot 2011 waren we collega's bij de openbare omroep geweest. Maar voor mij was je meer dan een collega: je was een voorbeeld, een vriend, een vertrouweling en een soort vaderfiguur vol verhalen en anekdotes.
Voor mij is het bij de openbare omroep begonnen voor een groot deel dankzij Marc, toen nog bij Radio 3, waar we samenwerkten aan het jazz- en bluesprogramma 'Roots and Fruits' op zaterdagmiddag. Geregeld kwam Marc op zaterdagochtend bij mij thuis langs om muziek voor het programma te brengen, even een babbeltje te slaan, en nog een grapje met de kinderen uit te halen. Ze waren nog klein toen, maar kenden Marc (toen en nu) als 'de meneer die zo met z'n vinger in zijn mond een mooi, knallend plop-geluid kan maken'.
Vele jaren en omwegen later hebben we nog fijn samengewerkt bij cobra.be, onder andere voor de verslaggeving over Jazz Middelheim. Terwijl ik dit schrijf, hangt achter mij een tekening van Pieter Fannes (ook op Jazz Middelheim 2015 voor zijn getekende impressies op cobra.be): daar staan we samen, Marc en ik, tegenover elkaar onder de prachtige bomen in Park den Brandt, hij met een microfoon in zijn handen en ik met een camera voor mijn neus. Zo maakten we na elk concert op het festival een kort verslagje met wat live fragmenten tussendoor.
En nog veel later, heel recent nog, toen ik op Substack een blog en nieuwsbrief ben begonnen, is Marc altijd een van de eersten geweest om heel enthousiast te reageren op mijn berichten. Met een mailtje, een cd-tje, of ook een unieke versie van zijn 'De vijf sonnetten van de jongen en de radio'. Vijf sonnetten over zijn ontroering bij de ontdekking van de radio als toestel, van nonkels kristalontvanger tot de stereofone high fidelity van zijn ouders. Geschreven voor Omroep Brabant. In 1978.
78 weer. 78 is Marc geworden. Een veel te vroeg eindpunt. Ik moet er nog aan wennen dat hij er nu opeens niet meer is. Het is nog te vers. Herinneringen aan hem, aan momenten met hem, blijven komen. Meer dan ik hier wil of kan opschrijven. Misschien moet dat ook niet en is inderdaad stilte genoeg. Stilte, zoals na zijn klassieke programma-afkondiging op Klara: "Dank u voor het luisteren, misschien tot morgen en welterusten."
Welterusten, Marc.
Tekst: Jeroen Revalk, Toko Oen | Foto: Cees van de Ven | Illustratie: Pieter Fannes
Cd-boxset
Paal Nilssen-Love / Ken Vandermark - 'Japan 2019'
PNL, 2024 | Opname: 4-22 december 2019
In december 2019 ondernamen de Noorse drummer Paal Nilssen-Love en de Amerikaanse rietblazer Ken Vandermark een tour naar Japan. De opnames van vijf concerten uit die tour vinden we (deels) terug in een zeven cd's tellende box, simpelweg 'Japan 2019' geheten, uitgebracht bij Nilssen-Love's eigen PNL Records. We horen het duo in wisselende samenstelling met de rietblazer Akira Sakata en de pianisten Masahiko Satoh en Yuji Takahashi. Degenen die deze musici kennen, weten: dit betekent muzikaal vuurwerk! Als aanvulling dient een tour-dagboek van Vandermark, als boekje in de box, een mooie blik achter de schermen biedend.
We beginnen met de eerste cd, die bestaat uit een duet tussen Vandermark en Nilssen-Love, opgenomen op 4 december in Tokyo. De twee - we horen Vandermark op tenorsax - geven elkaar hier het eerste kwartier geen moment rust. Pas rond de zeventiende minuut komt daar verandering in, het krijgt gestalte in een wondermooie klarinetsolo van Vandermark. Na enige tijd sluit Nilssen-Love weer aan voor een opvallend rustig duet. Het tweede deel van de eerst cd vangt aan met een solo van Nilssen-Love, waarna Vandermark - weer op tenorsax - opvallend melodieus aansluit. Maar natuurlijk, ook hier loopt de spanning weer op en belanden we in een maalstroom van klanken, die eindigt in een bijzonder spannende en broeierige drumsolo. Op de tweede cd, opgenomen tijdens hetzelfde concert, krijgen de twee versterking van pianist Takahashi voor een bijzonder abstracte en dynamische set. De klanken schieten hier werkelijk alle kanten op. Pas halverwege neemt de muziek een andere wending en horen we Takahashi's klassieke achtergrond in ingetogen pianospel. Na wederom een tumultueuze frase is het de drumsolo die opvalt en dan met name de verstilde ritmiek.
Cd's drie en vier bevatten de twee sets van het concert een dag later, eveneens in Tokyo. In de eerste set horen we Nilssen-Love met de beide pianisten, in de tweede set wordt dit trio aangevuld met Vandermark. Weerbarstige klanken in die eerste set, waarbij vooral de bijdragen van de beide pianisten opvallen, flink aangevuurd door Nilssen-Love's slagwerk. Een wonderlijke dialoog, deze set. Bijzonder is ook die passage met alleen de pianisten, zo ongeveer halverwege. En dan loopt de spanning aansluitend weer op, tot het vrijwel totaal ontspoort. Maar bijzonder mooi, dat zeer verstilde einde. Het is Vandermark die de tweede set opent, in dialoog met een van de twee pianisten. Tegen de helft schakelt hij over op klarinet, een ijselijk hoge klank creërend, waarmee hij voortreffelijk aansluit bij het pianogeweld. Bijzonder is ook die dialoog tussen de twee pianisten, die duidelijk de invloed van hedendaags gecomponeerd verraadt, zo ongeveer halverwege deze tweede set. In de tweede helft van deze set gaat ritme ineens een opvallende rol spelen, voortgestuwd door Nilssen-Love's eindeloze slagen. De derde dag in Tokyo vormden de twee een trio met Satoh in de eerste set, de vijfde cd is eraan gewijd - het boekje bij de box leert dat het duo in de tweede set speelde met Michiyo Yagi op koto, opnames die deze box niet haalden - die direct onvervalst explosief van start gaat en culmineert in een orgie van geluid. Bijzonder is de frase rond de vijftiende minuut: weergaloos spel van Satoh, op een bescheiden, maar krachtige ritmiek van Nilssen-Love en verderop een prachtige dialoog tussen Satoh en Vandermark. Hier komt de jazztraditie tot leven. Pas na ruim twintig minuten, op de cd het tweede stuk, doet de rust zijn intrede, horen we verstild spel van Vandermark, op mooi zoekende klanken van Satoh. Verderop loopt de spanning wel weer op en horen we een boeiende ritmiek, terwijl Nilssen-Love op dat moment niet eens meedoet. Lang duurt dat overigens niet. Toch ook nu na enige minuten weer rust, vervat in het derde deel dat begint met subtiel pianospel van Satoh en dat iets verderop wordt aangevuld met Vandermarks klarinetspel.
We stappen aansluitend in de box over naar 17 december. Het trio speelde die avond in Onomichi, samen met de vermaarde saxofonist Akira Sakata, een van de grondleggers van de freejazz in Japan. Het is een vrij lange cd, maar ik krijg nergens helder of dit de complete opnames zijn, al valt er zeker genoeg te genieten. Direct al in het eerste van de vijf stukken waarin dit optreden is opgeknipt, zorgen de twee blazers voor een kakafonie aan klanken, krachtig begeleid door Nilssen-Love. Louter het geluid van wat belletjes aan het begin van het tweede stuk, iets dat in hoge mate contrasteert met het muzikale geweld in die eerste tien minuten. Subtiele klarinetklanken volgen, perfect passend bij het klooster waar het concert plaatsvond. Dat duurt een minuut of acht, voordat de klank van de twee klarinetten veel weg begint te krijgen van een volière waar de rust verstoord is. Na een kort applaus horen we Nilssen-Love eindelijk weer eens uitgebreid solo in een bijzonder verkennende modus. Sakata en Vandermark voegen zich erbij, de een op klarinet, de ander op sax en het geheel komt weer op stoom. En dan nogmaals een solo van Nilssen-Love, maar nu krachtig en ritmisch. Ook het derde deel levert weer prachtig samenspel op tussen Vandermark en Sakata, dit is zonder meer een van de mooiste cd's uit deze box. Vocaal laat Sakata van zich horen aan het begin van het vierde deel. Een monoloog waar wij natuurlijk geen woord van verstaan. Het geeft niet, dit is muziek op zich. Nilssen-Love schakelt bij, met ingehouden slagen. Tot slot weer mooi ingehouden en opvallend harmonieus spel in het laatste deel, op fijne ritmiek van de drummer.
Het laatste concert in de box was ook het laatste concert tijdens deze tour. Op 22 december speelden de twee als duo in Osaka. De opnames zijn van mindere kwaliteit dan de overige cd's, maar het muzikale spektakel is er niet minder om. De opnames zijn verdeeld in vier delen en het eerste fragment dat echt opvalt is die ritmische passage aan het eind van het eerste deel, met een bijzonder melodieus blazende Vandermark, waarna we hem aansluitend aan het begin van het tweede stuk solo horen, gevolgd door al even subtiele percussie van Nilssen-Love, met een grote rol voor gongs en bekkens. Verderop wordt het een duet, waarin de combinatie van deze metalen percussie en Vandermarks klarinet wondermooi uitpakt. Het derde stuk, met iets meer dan een half uur tevens het langste stuk, is weer helemaal waar dit duo zo bekend van is: overdonderend muzikaal vuurwerk. Overigens voorzien van een rustig intermezzo, dat qua sfeer sterk lijkt op dat begin van het tweede stuk, waarna de muziek weer in een stroomversnelling komt, straf slagwerk en repetitieve patronen worden ons deel. En dan rest nog het vierde stuk, iets meer dan vier minuten om bij te komen van al die muzikale overdaad.
"Voorbij, voorbij, o en goed voorbij. Als J.C. Bloem nog had geleefd en afgelopen zondag de laatste ZomerJazzFietsTour had verreden, had hij dit wellicht verzucht. De overige deelnemers zouden het hartgrondig met hem eens zijn geweest. Want de Laatste Etappe vond onder een uitzonderlijk gunstig gesternte plaats. Geen regen, geen koperen ploert en een matig tegenwindje. En muziek in alle soorten en maten, van salsa en souljazz tot extreme impro."
Op zaterdag 31 augustus bezocht Eddy Determeyer in het Groningse Reitdiepdal de ZomerJazzFietsTour. Hij zag er optredens van De Jongens Driest, Zooe, Winfred Buma Trio & Johan Huizing, Damien Mehldau, Trio Mola Sylla / Harmen Fraanje / Ernst Reijseger, het Nationaal Jeugd Jazz Orkest o.l.v. Maite Hontelé en een dag eerder Kuhn Fu Special en Christophe Monniot/Didier Ithursarry tijdens de Proloog in Simplon. Daarnaast sprak hij met ZJFT-voorzitter Niels Smit Duyzentkunst over het unieke festival, dat dit jaar voor het laatst - in ieder geval in de huidige vorm - werd georganiseerd.
"Ik zou teruggaan naar New York, waar ik toen een tijdje woonde. Verder had ik niets omhanden. Ik moest op een bus of een trein wachten, die de volgende ochtend zou vertrekken. Dus toen kwam ik op een jamsessie terecht, met Charlie Parker. Op dat moment kon ik niets exceptioneels aan hem ontdekken. Hij speelde prima, hoor. Daar bestond geen twijfel over, hij speelde goed. But I was sharp. Ik had niet het gevoel dat ik weggespeeld werd. Ik moest me wel schrap zetten. Hij was de snelste gast van de stad."
Op 24 september 1992 sprak Eddy Determeyer in Chicago met rietblazer Franz Jackson. Over gangsters, needle beer en de grote bek van Jelly Roll Morton.
Vandaag twee totaal van elkaar verschillende albums waarop we drummer Tom Rainey als sideman tegenkomen. De variatie in jazz toont de man zijn veelzijdigheid. De Belgische bassiste Yannick Peeters vroeg hem voor zijn kwartet, dat verder bestaat uit gitarist Frederik Leroux en saxofonist Frans Van Isacker, 'GingerBlackGinger' verscheen bij W.E.R.F. Records. Verder aandacht voor het bij Jazzwerkstatt verschenen 'The Buchla Suite: A Handcrafted Tribute To Morton Subotnick' van het Stefan Schultze Large Ensemble.
Het is Rainey die we als eerste horen in de opener van 'GingerBlackGinger', 'GBG7': inleidende slagen horen we eerst voor Leroux en vervolgens voor Van Isacker. Een stevig, maar gestroomlijnd nummer, voorzien van een vleugje blues. Mooie krachtige en enigszins vervormde solo's van Leroux en stevige ritmiek van het ritmetandem. In '(Less) Sorrowful' kiest Peeters andere wegen. Hier horen we Rainey eveneens volop, maar nu in een met behulp van een grote diversiteit aan percussie gecreëerd klanklandschap. Prachtig hoe de overige musici hier aansluiting bij vinden. Verderop loopt de spanning op, met name door het intense, tegen postrock aanleunende gitaarspel van Leroux. In 'Copy/Paste' klinkt weer een andere dynamiek: dit is fijn harmonieuze jazz, waar de traditie volop in doorklinkt. Opvallend is de fijnzinnige melodie die Van Isacker hier neerzet. Aansluitend komen deze werelden samen in 'Everything Is Going To Be Alright', waar abstractie en harmonie met elkaar om de aandacht strijden. Complementair aan 'GBG7' waar het album mee begon klinkt 'GBG2' al even onstuimig, met vooral weer een grote rol voor Leroux en Rainey. 'Playtime’s Over' heet het laatste nummer, dat bijzonder ingetogen, zeg maar gerust nauwelijks hoorbaar aanvangt. Van Isackers saxklanken zwellen aan, Rainey is met vilten stokken in de weer op zijn bekkens en we horen Peeters bescheiden aan de snaren trekken. Het is Leroux die aansluitend het volume opschroeft, maar ingetogen blijft het.
De Amerikaanse componist Morton Subotnick was een van de pioniers in de elektronische muziek in de jaren 60 van de vorige eeuw. Hij werkte onder andere veel samen met de natuurkundige en instrumentenbouwer Donald Buchla, die in 1963 in San Francisco de eerst modulaire synthesizer zou bouwen. Onder andere te horen op Subotnicks uit 1967 stammende album Silver Apples To The Moon'. Het was dit album dat pianist en componist Stefan Schultze inspireerde tot het maken van 'The Buchla Suite - A Handcrafted Tribute To Morton Subotnick'. Schultze ging niet over een nacht ijs en betrok Subotnick uitgebreid bij het componeerproces, dat in totaal twee jaar in beslag nam. Bijzonder is overigens dat de Buchla-synthesizer op dit dubbelalbum geen enkele rol speelt! Sterker nog: op de elektrische gitaar van Peter Meyer na is dit album volledig opgenomen met akoestische instrumenten. Des te opvallender is het dat de muziek regelmatig eerder klinkt als experimentele elektronica dan als jazz. Alleen al dat eerste deel van de opener 'Tripsody' zit vol 'elektronische' geluiden. Pas verderop horen we - overigens bijzonder experimentele - jazz. Andere krachtig jazzstukken zijn het ritmische 'Electric Circus' en het al even dynamische 'Shapes', beide vormen de hoogtepunten van dit bijzondere album.
Hoe doet Schultze het, denk je dan. Nu allereerst door het inzetten van vier bijzonder getalenteerde blazers, die ik zo ongeveer dat hele album geen normale solo hoor geven: de twee saxofonisten Leonhard Huhn en Peter Ehwald, de trompettist Magnus Schriefl en tot slot Elena Kakaliagou op hoorn. Verder treffen we naast Rainey op drums nog Shiau-Shiuan Hung aan op vibrafoon en percussie, eerdergenoemde Meyer op elektrische gitaar, vocaliste Almut Kühne, Felix Henkelhausen op contrabas en Schultze zelf op piano. En ik noem nu al die afzonderlijke musici, maar vrijwel nergens is een onderscheid duidelijk te maken. Natuurlijk zijn er uitzonderingen: Rainey horen we bijvoorbeeld aan het eind van 'Tripsody', in 'Electric City' en in het zeer bijzondere 'Fragments'; Kühne in 'Rauschen', 'Golden Apples Of The Sun' en 'Manuel' - in die twee laatste stukken ook gebruikmakend van teksten; Ehrwald en Schultze in 'Arpeggiator'; Schriefl in 'Melody' en 'Electric Circus' en Huhn aan het begin van 'Beginning' en in 'Shapes'. Maar verder koos Schultze er duidelijk voor om zijn Large Ensemble in te zetten als één complex en uiterst boeiend instrument: zijn eigen Buchla-synthesizer!
Op 23 augustus overleed gitarist Russell Malone tijdens een tournee door Japan aan de gevolgen van een zware hartaanval. Hij werd 60 jaar oud.
Malone trad vorige week op in de Blue Note Tokyo als lid van het Golden Striker Trio van bassist Ron Carter. Met de band, waar ook pianist Donald Vega deel van uitmaakt, speelde hij op de eerste drie avonden van een vierdaags engagement; de club had laten weten dat hij 'wegens ziekte' niet op de vierde zou verschijnen.
Russell Lamar Malone werd geboren op 8 november 1963 geboren in Albany, Georgia en raakte al vroeg geïnteresseerd in muziek. Al op vierjarige leeftijd nam Malone de gitaar ter hand en leerde hij zichzelf meespelen met George Benson. In 1988 sloot Malone zich aan bij organist Jimmy Smith.
Door de jaren heen werkte de gitarist samen met een hele reeks jazz- en bluesartiesten, van Sonny Rollins tot B.B. King, maar hij was vooral bekend van zijn werk met Harry Connick Jr., Diana Krall en Smith. Malone toerde met Ron Carter, Roy Hargrove en Dianne Reeves en deed sessiewerk met Kenny Barron, Branford Marsalis, Wynton Marsalis, Jack McDuff, Mulgrew Miller en Eddie "Cleanhead" Vinson. Daarnaast bracht hij tussen 1992 en 2017 meer dan een dozijn soloalbums uit met zijn eigen trio en kwartet.
Foto: Cees van de Ven
In de Jazztube hieronder zie je 'Soul-Leo' door het Russell Malone Quartet, met Rick Germnason op piano, Vincent DuPont op bas en Neal Smith op drums. Opgenomen in Chris' Jazz Cafe, Philadelphia op 24 februari 2023.
Op zaterdag 31 augustus vindt voorlopig de laatste editie van de ZomerJazzFietsTour plaats. Doodzonde. Want het concept, op de fiets langs middeleeuwse terpkerkjes en boerenschuren, om daar cutting edge-muziek te horen, was uniek en succesvol. Vraag een willekeurige trouwe (of nieuwe) bezoeker of muzikant wat ze het tofste, charmantste en gezelligste festival voor avant-gardistische improvisatiemuziek vinden en het oordeel is eensluidend. Han Bennink: "De ZomerJazzFietsTour is het beste festival ter wereld."
Eddy Determeyer sprak met Marcel Roelofs, de programmeur van het festival, over waarom de ZJFT in zijn huidige vorm wordt stopgezet en over het contant betalen van de muzikanten in de begintijd. 'Nee! Geen bank!'
Cd
Ches Smith - 'Laugh Ash'
Pyroclastic, 2024 | Opname: april 2023
Drummer en componist Ches Smith bracht vorig jaar nog twee prachtige albums uit: 'Path Of Seven Colors' met zijn band We All Break en 'Interpret It Well' van zijn kwartet dat hij met pianist Craig Taborn vormt. Op 'Laugh Ash', Smiths nieuwste album bij Pyroclastic Records, horen we hem echter in een geheel andere samenstelling, waarover later meer.
Was 'Path Of Seven Colors' - overigens met belangrijke rollen voor pianist Matt Mitchell en saxofonist Miguel Zenón - al een album waarin Smith zijn grensoverschrijdende kwaliteiten liet horen, op dit nieuwe 'Laugh Ash' is dat helemaal het geval. Zijn veelzijdige achtergrond, zowel in jazz, rock als hedendaags gecomponeerd komt hier onmiskenbaar samen, al was het maar in de bezetting, bestaande uit vocaliste Shara Lunon, die ook de elektronica voor haar rekening neemt, Anna Webber op fluiten, Oscar Noriega op klarinetten, James Brandon Lewis op tenorsax en Nate Wooley op trompet. Verder hebben we een strijktrio bestaande uit violiste Jennifer Choi, altvioliste Kyle Armbrust en cellist Michael Nicolas en tot slot horen we Shahzad Ismaily op bas en keyboards.
Direct al in opener 'Minimalism' valt die veelzijdigheid op. Het stuk klinkt heel kort als typisch bigband, maar verraadt al snel de invloed van minimal music in de straffe, dwingende ritmiek, dat terwijl de vocalen van Lunon weer op de invloed van rap wijzen. 'Remote Convivial' sluit dan weer enerzijds aan bij avant-garde jazz en anderzijds bij progressieve rock, overigens met een krachtige en tegelijkertijd ontwapenende solo van Lewis. Dat terwijl we verderop duidelijk invloeden van de hedendaags gecomponeerde muziek gewaar worden. Hetzelfde geldt voor het eerste deel van 'Sweatered Webs (Hey Mom)', dat zich verderop ontwikkelt tot een dampend en overkokend jazzmengsel, met dank aan Lewis en Ismaily. Bijzonder is ook zeker 'Shaken, Stirred Silence', waarin experimentele elektronica vermengd wordt met hedendaagse kamermuziek, aangelengd met een flinke scheut pop. Het kan nog gekker: in 'The Most Fucked' horen we pure experimentele elektronica, zij het wel ritmisch - Smith blijft tenslotte een drummer. 'Disco Inferred' past weer meer in de avant-garde jazzscene, met een aantal prachtige momenten van onder andere Wooley en Choi.
Een behoorlijk experimenteel album dus, in een overvloed aan muzikale stijlen, al voelt het nergens als onevenwichtig of onnodig complex. Maar dat het niet iedere jazzliefhebber aan zal spreken is wel duidelijk.
"In de tijd dat corona het leven overheerste was het voor podiumkunstenaars onmogelijk om op te treden. In die tijd bracht ik veel tijd door in mijn schuur, die ik later heb omgedoopt tot Secret House. Ik moest denken aan het nummer van Tom Waits 'What's he building in there' en ook een beetje aan Walter de Rochebrune, de creatie van Wim de Bie. De zonderlinge man die zich terugtrekt in zijn tuinhuisje om er van alles uit te broeden."
Met het album 'Songs From The Secret House' heeft Albert van Veenendaal misschien wel zijn opus magnum uitgebracht. In 50 minuten trekken 13 juweeltjes van tracks voorbij, die je als luisteraar onderdompelen in een fascinerende klankwereld. Alle reden dus om de pianist/componist eens aan de tand te voelen. Over instant preparaties, de kracht van stilte en deep listening...
In juli is het Eindhovense Paviljoen Ongehoorde Muziek (POM) slachtoffer geworden van een diefstal. Liefst drie keer achter elkaar is er ingebroken, waarbij niet alleen essentiële spullen voor de backline van POM zijn gestolen ter waarde van vele duizenden euro's, maar ook zeer dierbare instrumenten en persoonlijke bezittingen van Bart van Dongen, een gepassioneerde audiokunstenaar en oprichter van POM.
Iedere muzikant weet hoe onschatbaar bepaalde instrumenten zijn. Ze zijn niet zomaar gereedschappen, maar dragers van jarenlange herinneringen, experimenten en prestaties. Elk optreden, elke creatie, is verbonden met deze instrumenten. Voor Bart is dit verlies niet alleen materieel, maar vooral emotioneel een enorme klap.
POM is een uniek podium waar improviserende musici en kunstenaars de ruimte krijgen om te experimenteren, te falen en te schitteren. Het is essentieel dat deze plek blijft bestaan en dat Bart de mogelijkheid krijgt om een nieuwe set-up te bouwen, zodat hij weer met volle overgave kan musiceren en nieuwe herinneringen kan creëren.
Met een crowdfundingactie is inmiddels al 13.000 euro opgehaald van de benodigde 15.000! Misschien dat met steun van onze lezers dat streefbedrag helemaal gehaald kan worden. Een bijzonder podium als Paviljoen Ongehoorde Muziek verdient het om te blijven bestaan, zeker in deze onzekere tijden.
Meer dan vijftig jaar lang stond Jazz Middelheim in augustus op de agenda, in Park Den Brandt in Antwerpen. Twee jaar geleden ging de organisatie achter het festival failliet. De mensen achter de festivals Brosella en Paradise City namen de organisatie over en gingen op zoek naar een nieuwe formule voor een doorstart, die voor 2025 gepland staat.
In de nieuwe opzet blijven de duur van het festival (vier dagen) en de locatie (Park Den Brandt) onveranderd, maar Jazz Middelheim verhuist wél van de zomer naar het pinksterweekend. Organisator Bert Schreurs: "We doen dit omdat we gemerkt hebben dat best veel Amerikaanse bands die op tournee zijn in Europa, in augustus al zijn teruggekeerd naar Amerika. Dan wordt het duur om hen voor één concert weer over te laten komen. Het is ook een rustig weekend. Er zijn dan weinig andere festivals en activiteiten, en zo geven we met Jazz Middelheim ook een beetje het startschot van het zomerfestivalseizoen. Met pinkstermaandag erbij kunnen we ook de vier festivaldagen behouden."
Op een speciale mini-editie op 16 november, waarbij ook de Antwerpse jazzscene wordt betrokken, zal het programma van de eerste volwaardige editie na het faillissement worden gepresenteerd met een aantal concerten in de omgeving van het park en later op de avond in een clubsetting in de stad.
Jazz Middelheim werd in 1969 opgericht door onder meer Elias Gistelinck (1935-2005), die de jazzsectie van de toenmalige BRT leidde en met Jazzpanorama al verschillende concerten organiseerde. De oorspronkelijke locatie was het park Middelheim in Antwerpen, waar het festival zijn naam aan ontleent. Begin jaren tachtig had het festival al eens financiële problemen met een afgelaste editie in 1982. De draagkracht van de openbare omroep was niet meer voldoende om elk jaar een groot festival te organiseren. Vanaf 1983 werd Jazz Middelheim herboren als een groots en uitbundig muziekfestival met een heel breed programma, van countryblues tot freejazz. De praktische organisatie van het festival was sinds 2008 in handen van VZW Jazz & Muziek in samenwerking met VRT.
Cd
Paul Dunmall - 'Bright Light A Joyous Celebration'
Discus Music, 2023 | Opname: 14 november 2022
Paul Dunmall is op het Europese vasteland een van de meest ondergewaardeerde Britse improvisatoren, ondanks een indrukwekkende staat van dienst en een knoert van een discografie. 'Bright Light A Joyous Celebration' zal daar vermoedelijk geen verandering in brengen, maar als er gevraagd wordt naar een goede instapplaat om het oeuvre van de saxofonist te verkennen (het zal je zomaar eens overkomen), dan is dit een uitstekende suggestie. En zoals zo vaak was een gaatje in de agenda's voldoende om het klaar te spelen.
Meesterdrummer Hamid Drake, een ouwe makker van Dunmall, was nog eens in de buurt met saxofonist Xhosa Cole en bracht die mee naar de sessie. Er voegden zich nog een paar muzikanten bij en het resultaat is een ontspannen groovend, warmbloedig freejazzalbum dat een breder publiek kan aanspreken. Drie saxofoons verstrengelen innig en feestelijk, terwijl ze mooi gespreid zijn over het stereospectrum, en de vibrafoon van Corey Mwamba zorgt voor een onweerstaanbare verrijking, maar uiteindelijk draait dit om complexloos, maar ingenieus samenspel, aangedreven door de bruisende motor met de naam Hamid Drake. De kleurrijke albumhoes vat het allemaal nog eens samen.
Festival
North Sea Jazz 2024 Part 3
Ella Zirina Trio, Sylvie Courvoisier Chimaera, Charles Lloyd Sky Quartet, Kahil El'Zabar Ethnic Heritage Ensemble, zondag 14 juli 2024, Ahoy, Rotterdam
Op de afsluitende zondag van het festival is er een ruim aanbod aan jazz en improvisatie. Nu ligt het gevaar voor een gedwongen keuze op de loer. Gelijktijdige optredens van Joshua Redman & Christian McBride in de Hudson versus de vrije geest van Sylvie Courvoisier Chimara in Missouri en Charles Lloyd Sky Quartet in de Hudson versus Dave Douglas Gifts Quartet in Madeira zijn hier voorbeelden van. De programmering op deze dag toont aan dat het aantal vrouwelijke bandleiders groeit.
Jazzgitarist Ella Zirina en haar trio, met Ton Felices op contrabas en Jamie Peet op drums, speelt een meer dan verdienstelijke aanvangsset in de piepkleine Yenisei. Binnen een mum van tijd heeft de gitarist twee albums uitgebracht, te weten haar debuut 'Interwined' en 'Unraveler'. De van origine Letse muzikant heeft een bescheiden podiumpresentatie en dat siert haar. Ook als muzikant is zij wars van grote gebaren. In een volle zaal wordt haar instrument ingezet om ragfijn, impressionistisch spel aan de dag te leggen. Dit ligt ook wel voor de hand, omdat naar verluidt Zirina haar inspiratie haalt uit illustere voorgangers zoals Wes Montgomery en Jim Hall. Het warme, pure en bijna effectloze spel vindt onder superbe begeleiding zijn melodische weg.
'Chimaera' is het laatste album waarin de Zwitserse pianist/componist Sylvie Courvoisier een zeer ambitieus project presenteert in een ware sterbezetting. Op het podium zien we de avant-garde trompettisten Nate Wooley en Wadada Leo Smith, samen met gitarist Christian Fennesz, bassist Drew Gress en de gelauwerde jazzdrummers Nasheet Waits en Kenny Wollesen. De naam van het ensemble is afkomstig uit de Griekse mythologie en is inmiddels een aanduiding voor wezens die zijn samengesteld uit verschillende diersoorten. Er zijn relatief lange en zelf geschreven composities te horen waarin het creëren van een spanningsboog en het voortbrengen van stemmingen gelijk zijn aan sublieme, vaak kortdurende, solistische bijdragen. De muziek is atmosferisch en bij vlagen aantrekkelijk melodieus, vloeiend en hypnotiserend. De aangebrachte grooves zijn afwisselend latent en prominent aanwezig. Dit project is een hoogtepunt in het rijke oeuvre van Sylvie Courvoisier.
Na dit optreden maakt het volgend hoogtepunt zijn opwachting: het Charles Lloyd Sky Quartet featuring Jason Moran, Larry Grenadier en Eric Harland. Het is bekend dat de saxofonist/fluitist met 'The Sky Will Still Be There Tomorrow' een subliem album heeft uitgebracht, zijn eerste studioalbum sinds 2017. Maar het is verbazingwekkend dat in een livesetting dit album op een dusdanig hoog niveau wordt vertolkt. De al 86-jarige Charles Lloyd oogt niet alleen fris; ook het intense spel op saxofoon en fluit gaat hem ogenschijnlijk moeiteloos af. De openheid en de sfeer van de muziek is kolossaal en de balans grandioos. De ontspanning op Loyds gezicht maakt indruk en de variatie in het spel op saxofoon en fluit is ultiem. Het saxofoongeluid dat Lloyd laat horen is van hemelse schoonheid, sereen en bijna doorzichtig. Ondanks zijn senioriteit zet zijn ontwikkeling als muzikant en componist zich onverminderd voort. Het spel van zijn kwartet staat vooral ten dienste van de maestro en biedt een natuurlijk aanvoelend en telepathisch fundament voor het poëtische spel van Lloyd. De saxofonist speelt überhaupt geen overbodige noten, alles is raak in deze bijna volmaakte set.
Het afsluitende concert van drummer/percussionist Kahil El' Zabars Ethic Heritage Ensemble is even uniek als verrassend. Ook bij deze Amerikaanse multi-instrumentalist is geen slijtage te ontdekken na 50 jaar zijn ensemble te hebben geleid. Opvallend is de gekozen herinterpretatie van de oudere jazz en nieuwe eigen composities. Het ensemble koppelt naadloos en vol overgave en muzikaliteit Amerikaanse jazz met West-Afrikaanse structuren. De veelzijdigheid van zowel de blazers - Corey Wilkes en Alex Hardding - als cellist Ismael Ali is groot. Het geluid smelt samen met uiteenlopende percussie-instrumenten, waardoor funk wordt afgewisseld met spiritualiteit.
Foto's: Louis Obbens | Klik hier voor zijn fotoverslag van de derde en laatste dag van North Sea Jazz 2024.
"Het zijn de vocalisten die altijd de hits hebben, niet de instrumentalisten. Wij kunnen alleen hits scoren door liedjes voor vocalisten te schrijven. Voor Ralph McDonald of Roberta Flack. Maar het komt zelden voor dat wij million sellers hebben, dat je 108 weken in de hitlijsten staat. Ik ben niet bezig met hitplaten, ik ga voor goede muziek. Als ik een goede plaat opneem, maakt het mij niet uit of er één exemplaar van wordt verkocht of een miljoen."
Pianist Ahmad Jamal werd op 2 juli 1930 als Frederick Russell 'Fritz' Jones In Pittsburgh geboren. In 1952, toen hij zich bekeerde tot de islam, nam hij de naam Ahmad Jamal aan. Wanneer je daaraan refereerde kon hij echt boos worden.
Op 9 juli 1993 sprak Eddy Determeyer met Ahmad Jamal in Den Haag. Klik hier om het interview te lezen.
Cd
Michiel Stekelenburg - 'Catharsis'
Challenge, 2024 | Opname: 6-7 februari 2024
In deze negen composities vindt, naar eigen zeggen, gitarist Michiel Stekelenburg een uitlaatklep voor zijn sensitiviteit in de uiterlijke vormgeving van zijn composities, vandaar de titel van het album: 'Catharsis'. Symbolisch is de foto op de cover: de artiest in profiel, een keer rustig, een keer roepend, en een keer frontaal: ernstig, ons recht in de ogen kijkend.
En die composities mogen er ook zijn: stevig gestructureerd, soms circulair ('As One' bijvoorbeeld, de opener), soms uiting gevend aan een pulserende energie in een vrijere expressie, aanleunend bij de chaos, maar altijd evenwichtig en boeiend.
De muziek van Stekelenburg is soms complex, maar tegelijkertijd mooi en direct aansprekend. Met dit septet en de bijbehorende specifieke klankwereld creëert de gitarist mooi gebouwde gehelen (eerder werd gewerkt met kleinere bezettingen), waarin sax en trombone een prominente rol spelen, in een delicaat evenwicht met de gitaarsolo's, die altijd jazzy, melodieus en meeslepend zijn.
Dit is een cd die aanspreekt, toegankelijk is, zeer organisch overkomt en getuigt van muzikale gedrevenheid op niveau. Voeg daar de techniek en het compositorisch evenwicht bij en je hebt een recept voor een werkelijk schitterende plaat. Afgewerkt, echt, soms rauw, maar troostend mooi.
Jesse Schilderink (sax), Tom Ridderbeekx (trompet), Sam Thomas (trombone), Michiel Stekelenburg (gitaar), Sjoerd van Eijck (piano), Thomas Pol (contrabas) & Jasper van Hulten (drums).
Festival
North Sea Jazz 2024 Part 2
Matthew Halsall, Fire! Orchestra, Sasha Berliner, Meshell Ndegeocello, Arooj Aftab & Joshua Redman Group with Gabrielle Cavassa, zaterdag 13 juli 2024, Ahoy, Rotterdam
De line-up van het North Sea Jazz oogt op zaterdag wat magertjes, althans voor de fijnproevers van moderne jazz- en improvisatiemuziek. Daar waar het aanbod van deze niche gewoonlijk redelijk goed is vertegenwoordigd op het breed geprogrammeerde festival in Rotterdam, is het deze keer een puzzel gebleken. Maar eenmaal gelegd, vinden parels van optredens plaats in relatief kleine maar overvolle zalen. Daarnaast is het weldadig te zien dat de verscheidenheid, zowel onder muzikanten als publiek, in zijn algemeenheid op het NSJ immens groot is.
De Britse trompettist Matthew Halsall bijt de spits af in een afgeladen Madeira. Terwijl ook nog een lange rij mensen geduldig staat te wachten met als doel een glimp op te vangen van het sonisch brouwsel met belangrijke stijlkenmerken uit de ambient en spirituele jazz. Zoals gebruikelijk is het geluid warm en ritmisch. De algehele presentatie is ingehouden en sereen. De trompetklanken van Halsall en de door hem aangebrachte elektronische fundamenten zijn melodieus en vol verlangen. De speeltijd van de trompettist blijkt marginaal tijdens het eerste deel van het optreden.
Bij het openingsconcert in de Missouri van het Fire! Orchestra, onder de bezielende leiding van de Zweedse pionier en saxofonist Mats Gustafsson, wordt uit een compleet ander vaatje getapt. De urgentie en het enthousiasme van dit grote experimentele orkest is grenzeloos. De oorspronkelijke composities zijn atypisch in deze constellatie en clichés uit de bigbands van vroeger worden overboord gegooid. De arrangementen zijn niet uitgeschreven, tenminste niet zichtbaar op het podium, en de stijlkenmerken uit de freejazz zijn leidend. De muziek is veelal energiek, ruig en opzwepend. De herkenbare mooie melodieën bieden houvast in lange, overvloedige en abstracte muzikale passages. Het orkest weet ook tijdig terug te schakelen naar de eerste versnelling om muzikale openheid en subtiliteit aan te brengen. Het amalgaam van garagerock, freejazz, post-bop en wat al niet meer is expressief en inventief. Het maakt het optreden gelaagd, spannend en onuitwisbaar vurig.
In tegenstelling tot Mats Gustafsson is de Amerikaanse Sasha Berliner een New Kid on the Block, ondanks haar presentatie op het Transition Festival eerder dit jaar. De 26-jarige verruilde ooit haar drumstokken voor vier mallets om de vibrafoon te bespelen. Onder bezielende leiding van Stefon Harris heeft Berliner haar stijl ontdekt op dit instrument. In haar optreden in de Yenisei weet Sasha Berliner een verbinding te leggen tussen traditie en moderniteit. Haar improvisatietalent op de vibrafoon in combinatie met het intuïtief zoeken naar intense harmonieën legt haar geen windeieren. Toekomstbestendig is het zeker.
Artist in Residence Meshell Ndegeocello verzorgt maar liefst drie concerten in verschillende samenstellingen. Een vleugje van het concert in de Hudson is bevredigend maar niet spectaculair verlopen. Ndegeocello deelt voorafgaand aan het concert mee enigszins ziek te zijn. De donkere soundscapes, funk en jazzy pop van haar orkest, afkomstig van haar album 'Omnicord Real Book', kleuren feeëriek en haar stem houdt het wonderbaarlijk goed. Het is een geschenk uit de hemel dat stertrompettist Ambrose Akinmusire, ook van de partij op het album, door middel van zijn solopartijen het geheel naar een hoger plan trekt.
De voormalige sidemen van Miles Davis, John Scofield en Dave Holland, zouden een logische vervolgkeuze kunnen zijn, maar de aantrekkingskracht van de Pakistaans-Amerikaanse zangeres Arooj Aftab is te groot. Verantwoordelijk voor deze beslissing zijn de recente albums 'Love In Exile', met de virtuoze jazzpianist Vijay Iyer en bassist Shahzad Ismaily, en het in 2024 uitgebrachte album 'Night Reign'. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre dit optreden legendarisch is geweest, maar het concert in de Darling is van een betoverende schoonheid. De majestueuze begeleidingsband wordt verrast met een gastoptreden van Ambrose Akinmusire, die Aftab eerder in de coulissen tijdens het NSJ heeft ontmoet. Door zijn trompetklanken wordt de imponerende mix van jazz, elektronica en Hindoestaanse muziek/pop nog meer verheven. Arooj Aftab grijpt vooral terug naar haar laatste album, waarin zij een ode brengt aan de nacht. Aftab zingt overwegend in het Urdu, de officiële taal van Pakistan, maar iedereen kan zich inleven in de troostrijke en ontroerende wijze waarop zij de nacht verklankt. Het publiek wordt meegezogen in de mystiek-oosterse, hoofdzakelijk ingetogen zangkunsten met een maximale uitwerking op hart en brein.
Het afsluitende optreden van de Joshua Redman Group, vergezeld door zangeres Gabrielle Cavassa, is een prachtige roadtrip langs Amerikaanse steden, gelijk aan het album 'Where Are We'. Een saxofonist met de zeggingskracht en het improvisatievermogen van Joshua Redman maakt het lastig deze te delen met een zangeres. Cavassa heeft een wat fragiel en lijzig stemgeluid in vergelijking met het robuuste saxofoongeluid van Redman. De vaak bekende tracks, zoals Bruce Springsteens 'Streets Of Philadelphia' en een verrassende vertolking van 'Hotel California', worden rijkelijk en passend voorzien van uitgesponnen improvisaties van de meester: Joshua Redman.
Foto's: Louis Obbens | Klik hier voor zijn fotoverslag van de tweede dag van North Sea Jazz 2024.