Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd's | Jazztube
Önder - 'Vol. 2'

ZenneZ, 2023 | Opname: 2022
Nefertiti - 'Live In Paris'
ZenneZ, 2023 | Opname: 1 juli 2022
Nicoló Ricci - 'BellissimƏ'
ZenneZ, 2023 | Opname: juli 2022

Aangezien een van de doelen van deze blog is om minder bekende of nog niet bekende musici onder de aandacht te brengen, besteed ik net als vorig jaar ook dit jaar weer graag aandacht aan de winnaars van The Records, het initiatief van Keep an Eye. In 2022 wonnen Önder, Nefertiti en Nicolo Ricci, iets dat dan leidt tot het mogen opnemen van een album. Aldus geschiedde en de albums verschenen dit jaar toevallig, of wat is toeval, bij ZenneZ Records. Önder bracht 'Vol. 2' uit, Nefertiti 'Live In Paris' en saxofonist Nicoló Ricci lanceerde met zijn kwartet 'BellissimƏ'.

Ik begin, totaal willekeurig, met het kwintet Önder, bestaande uit Federico Calcagno en Hristo Goleminov, beiden op basklarinet, terwijl we Calcagno ook nog horen op de contra-alto klarinet en de klarinet. Het zal u niet verbazen dat juist dit instrument het geluid van 'Vol. 2' in hoge mate bepaald. Verder is het bijzonder dat we ook twee bassisten horen, Jort Terwijn op de contrabas - hij bedient daarnaast ook de guitarra portuguesa en de synthesizer - en Alessandro Mazzieri op basgitaar. Verder horen we Nick Thessalonikefs op drums. Kortom, allesbehalve een orthodoxe bezetting. Mooi hoe stemmig 'Floods' aanvangt, met Terwijns spel op de guitarra portuguesa, waarna de vloed aanzwelt met de komst van de klarinetten en de drums. 'Interlude' en 'Fuleria' laten horen wat deze bezetting vooral vermag: mooie klankbeelden creëren. Iets dat we op een geheel andere wijze ook gepresenteerd krijgen in 'Hersen Orkaan', met een grote rol voor het gruizig duistere geluid van de contra-alto klarinet. Een nummer overigens dat allesbehalve als een orkaan klinkt, maar dat verderop wel opvalt door de ritmische structuur. De klarinetten komen helemaal mooi aan bod in 'Ruck Futte', dat door de bassen en de drums tot grote hoogte wordt opgezweept.

De twee andere albums hebben beide nagenoeg dezelfde bezetting: saxofoon, piano, bas en drums, een vorm die we nogal eens tegenkomen binnen de jazz. In Nefertiti is het Camille Maussion die voor het eerste instrument gaat, Delphine Deau horen we op piano, Pedro Ivo Ferreira op contrabas en Pierre Demange op drums. Ze kozen voor de registratie van een liveconcert, iets dat bijzonder goed uitpakt. Het album start bijzonder ritmisch met 'Danse Futuriste', een toepasselijke titel, waarbij vooral het repetitieve patroon van de saxofoon opvalt en verderop die stomende pianosolo en die al even uitzinnige drumsolo. Fascinerende ritmiek vinden we ook in 'TTT', met name in het duet tussen piano en drums in het eerste deel en tussen sax en drums in het tweede deel. Tijd voor een enigszins melancholieke ballade, 'Nefertari', met een prachtige solo op sopraansax en een bijna klassieke pianopartij. Tot slot klinkt het mooi opgewekte 'Vague À L'âme', met een wederom prachtige partijen van met name de sopraansax en de piano. [In de Jazztube hieronder zie je een live-uitvoering van dit nummer tijdens Jazzahead 2021.]

Tenorsaxofonist Nicoló Ricci koos de pianist Emanuele Pellegrini, ook te horen op synthesizer, bassist Alessandro Fongaro en als drummer Sun-Mi Hong. We beginnen mooi stemmig met 'Gioachino', het rustig stromende ritme valt op, evenals de mooi ingetogen solo van Ricci. Al even weemoedig gaat het eraan toe in 'Canzone Crudele', met ook hier weer bijzonder overtuigend pianospel, maar ook een ritmesectie die mooie accenten plaatst. In 'My Plants (They're All Dead)' neemt het tempo wat toe, het repetitieve ritme dat Fongaro en Hong hier neerleggen valt op, naast Ricci's wat klagende toon - zijn plant is tenslotte dood. Het begin van 'A Bag Of Bags' is een prachtige geluidssculptuur waarin we vooral Fongaro en Hong horen schitteren, waarna het verderop overloopt in stomend jazzstuk. Mooi ook hoe de synthesizer op innemende wijze de ritmesectie completeert. Tot slot klinkt 'Komorebi', een melancholieke blues.

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 29.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Hoogenergetische muziek voor diehards

KCL Trio: Wayne Krantz - Keith Carlock - Tim Lefebvre, zaterdag 18 maart 2023, Paradox, Tilburg

In een kolkend Paradox zijn de meningen over het optreden van het KCL Trio verdeeld. Over één aspect was men het wel eens: het geluidsniveau ontsteeg in hoge mate de grenzen van het maximaal toegestane 103 decibel. Vele bezoekers en fans waren, door het gebruik van gehoorbeschermers, hiervoor gelukkig gewapend.

In 2009 heeft het trio, in exact dezelfde samenstelling, een intrigerende opname uitgebracht op het label Abstract Logix. Min of meer parallel hieraan resideert het trio jarenlang op de vaste donderdagavond in de 55 Bar in New York. De liveopnames uit deze periode zijn regelmatig online geplaatst. Op grond hiervan verwierf het trio de status van een cultband en werd het een waar underground fenomeen. Omarmd door een trouwe schare, zeer toegewijde fans op zoek naar alternatieve, compromisloze muziek.

Vanwege hun vele muzikale verplichtingen als sidemen verdwijnt de groep in deze samenstelling langzaam naar de achtergrond. De waslijst van muzikanten waarmee Wayne Krantz heeft gespeeld is groot en strekt zich uit van saxofonist David Binney, Chris Potter, Leni Stern en Victor Bailey tot Steely Dan en Donald Fagen. Bassist Tim Lefebvre, co-leader van de formatie Rudder, heeft een prominente rol gespeeld bij de doorbraak van saxofonist Donny McCaslin, was sideman bij pianist Uri Caine en popmuzikanten zoals Elvis Costello en Jamie Cullum. Zeer in het oog springend was zijn rol als bassist bij Bowie's zwanenzang 'Blackstar'. Drummer Keith Carlock bespeelde de drumkit onder andere bij Steely Dan, James Taylor en Sting.

Veel spreekt in het voordeel van dit trio, waaronder de branie en de compromisloze muzikale attitude. Muzikaal balanceert het trio op geheel eigen wijze tussen tock en fusion. Gelardeerd met vleugjes psychedelica en blues en veel ruimte voor gitaarimprovisaties. De nietsontziende rauwheid, onstuimige kracht en opwinding zijn tijdens het optreden de vaste elementen waar gebruik van wordt gemaakt. Gitarist Wayne Krantz toont een breed arsenaal aan gitaarskills. De gebruikte riffs zijn meedogenloos en de overstuurde gitaarlijnen verschroeiend en keihard. Slechts sporadisch wordt de intensiteit een ietsiepietsie teruggeschroefd. Solistische intermezzo's van drummer Carlock en bassist Lefebvre zijn kortdurend en op een hand te tellen. De funk-groove is de dominante factor. Het ritme is slechts mondjesmaat aan verandering onderhevig, waardoor - ondanks het hoogenergetische improvisatiegehalte - het muzikale concept langzaam aan zeggingskracht verliest.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , , ,

(Louis Obbens, 28.3.23) - [print] - [naar boven]



Cd's
Katharina Weber - 'In Márta's Garden'

Intakt, 2022 | Opname: 23-24 april 2022
Marie Krüttli - 'Transparence'
Intakt, 2023 | Opname: 1 oktober 2022

Vandaag twee albums, beiden verschenen bij Intakt Records, van pianisten die het solopad kozen. Katharina Weber nam 'In Márta's Garden' op en Marie Krüttli realiseerde 'Transparence'.

De titel 'In Márta's Garden' verwijst naar pianiste Márta Kurtág, de in 2019 overleden echtgenote van de Hongaarse componist en pianist György Kurtág. Katharina Weber ontmoette het echtpaar dertig jaar geleden tijdens een masterclass. Een vriendschap ontstond die zijn sporen achter zou achterlaten in het werk van Weber. De muziek van Weber heeft dan ook het een en ander gemeen met die van Kurtág. Allereerst zijn ook bij Weber de stukken kort tot zeer kort, waardoor er negentien op dit album passen. Samengebalde energie ook hier en grote zeggingskracht en intensiteit met slechts weinig noten en vaak een ingenieus gebruik van stilte, bijvoorbeeld in 'Für Márta Kurtág Zum 90. Geburtstag'. Wat Weber ook gemeen heeft met Kurtág is het puntige karakter en de vaak sterk repetitieve insteek. Iets dat we terugvinden in de negen delen van 'Extemporale'. Overigens horen we in deze stukken ook mooi terug hoe Weber hedendaags gecomponeerd combineert met geïmproviseerd. De pianiste voegde ook twee stukken van Kurtág toe aan het album, het eerste en het laatste, beide uit 'Játékok'. Een prachtige hommage, dit album.

De voor mij volstrekt onbekende Marie Krüttli is naar eigen zeggen beïnvloed door Craig Taborn en Jason Moran. Ze bracht al wel de nodige albums uit, maar het was de pandemie die haar deed besluiten te componeren voor solopiano, waarvan 'Transparence' het resultaat is. We beginnen uiterst subtiel met 'The Hope Of Light And Shadow On Your Skin'. Weinig noten, veel stilte. Zo blijft het echter niet, in 'Flow Of Irrational Thoughts' vallen de notenclusters in het hoge register op. Inderdaad, het stroomt hier. Stromen doet het ook in 'L'Etendue', alleen ligt hier het tempo lager, maar prachtig zoals ze ook hier het hoge register aftast. Spanning zit er in 'Espaces' en in 'Dark Belly'. Ook hier dynamische notenclusters, maar nu in het lage register. Overigens doet Krüttli's stijl me vaak meer denken aan Moran dan aan Taborn. Ze hebben hetzelfde gevoel voor ritmische structuren, iets wat bijvoorbeeld mooi tot uiting komt in 'Fugue', terwijl Taborn vaak veel abstracter klinkt. Maar ook een stuk als 'Song' past daarbij, met een knipoog naar de jazzgeschiedenis zoals je die ook vaak tegenkomt bij Moran.

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 25.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Eigen werk eerst

Martinez Brothers, dinsdag 14 maart 2023, De Smederij, Groningen

Wanneer jazzmuzikanten zich vroeger voor aanvang van een optreden even terugtrokken in de keuken van het etablissement (bij ontstentenis van een kleedkamer), wist je wel hoe laat het was. Dan was het tijd om zich een versnapering toe te dienen, zodat iedereen verkwikt aan het werk kon. Ook de Martinez Brothers (voorheen Los Hermanos) zonderden zich aan het begin van de avond even af in de keuken van De Smederij. Doch dat was niet om zich over te geven aan linke vloeistofjes of kwade dampen, maar simpelweg om het repertoire nog even door te nemen.

Dat repertoire bevatte relatief weinig standards en des te meer oorspronkelijke nummers, van eigen makelij of van muzikanten met wie de gebroeders in het verleden opgetreden of getourd hebben. Zo was 'Blues Call' van de hand van Miguel Martinez (alt- en sopraansax) een stuk waarin bassist Jeroen Vierdag dartel kon rondspringen. Vierdag zul je niet gauw betrappen op keurig vier-in-de-maat lopen: hij is eerder iemand die in de openingen van de muziek springt en er net zo makkelijk weer uitwipt.

'II Toro Y La Luna', van de pen van flamenco-jazzpianist Chano Dominguez, bleek een bijzonder fraaie ballad waarin alle bandleden schitterden. Het saxofoonduo met Juan Martinez op baritonsax, doorgaans als tweede stem, kwam mooi uit de verf in de contrapuntische intro van 'A Flower Is A Lovesome Thing'. De Billy Strayhorn-compositie ontvouwde zich als een lieflijke exotische bloem.

Ondertussen was de jeugdige drummer Tim Hennekes een feest om naar te kijken en te luisteren. Hij staat altijd aan, speelt alert en mag een meester van de rimshots genoemd worden. Laat dat gastje maar ratelen.

Foto: Imah Dijkstra

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 23.3.23) - [print] - [naar boven]



Cd's
Manuel Mota - 'Cirrus'

Headlights, 2021 | Opname: 28 september 2021
Manuel Mota - 'Via'
Headlights, 2022 | Opname: mei-juni 2022
Manuel Mota - 'Lux'
Headlights, 2022 | Opname: 11 juni 2022
Manuel Mota - 'Hieme'
Headlights, 2022 | Opname: voorjaar 2022

Als er iemand graag solo speelt dan is het de Portugese gitarist Manuel Mota wel. Vier albums realiseerde hij in een jaar tijd, alle via zijn eigen Headlights Recordings: 'Cirrus', 'Via', 'Lux' en 'Hieme'. Gitaar en alleen gitaar, met alle elektronische mogelijkheden die daar tegenwoordig bij horen. Toelichting krijgen we niet, dus mogen we wat hier gebeurt volledig zelf interpreteren, iets dat nog versterkt wordt door het feit dat hij de delen waaruit zijn albums bestaan louter nummert. Helpen de foto’s op de cd's? Soms, maar niet altijd. De foto op de voorkant van 'Cirrus' is een gordijn voor een raam, maar dan op zijn kop, de achterkant een grot, die van 'Via' een bospad en op de achterkant iets dat ik niet thuis kan brengen. Het hoesje van 'Lux' toont een deel van een interieur en voor 'Hieme' koos Mota de nerven van een blad. We moeten het kortom vooral doen met de klanken. Op 'Cirrus' zijn dat rustgevende, breed uitwaaierende patronen, waarin echo een grote rol speelt, verdeeld over vijf stukken. Klanken ook die wat melancholiek aandoen, maar zonder enige vorm van effectbejag worden gecreëerd, een aspect dat mij bijzonder goed bevalt aan Mota's muziek.

Er gebeurt dus ook helemaal niets in deze muziek: er is geen melodie, er is geen ritme, geen verhaal, er is louter klank. De enige uitzondering en dan nog beperkt is 'Via'. De elf stukken zijn hier beduidend korter en ieder deel bezit een eigen sfeer, iets dat dit album afwisselender maakt dan 'Cirrus'. En ja, hier kun je je diverse landschappen tijdens de reis bij voorstellen. Bijzonder boeiend zijn bijvoorbeeld de duistere klanken in het zesde en zevende deel. Nog onheilspellender klinkt het negende deel - we zijn nu diep in het bos, de bomen staan hier dicht op elkaar.

Tevens valt in de muziek van Mota de grote mate van introspectie op, in combinatie met het effectief inzetten van stiltes. In 'Via', maar zeker in het uit één deel bestaande 'Lux', waarop muziek en stilte elkaar zo ongeveer afwisselen. En gebeurt er, zoals reeds gezegd, op geen van de albums echt veel, hier is het al helemaal minimaal. 'Lux' valt dan ook nog het best te omschrijven als een bijzonder ingetogen geluidssculptuur van bijna veertig minuten. En toch, ondanks het ontbreken van verhalende kwaliteiten, verveelt dit album geenszins. Het vraagt louter om een andere wijze van luisteren.

'Hieme', tot slot, bestaat uit drie delen en is weer geheel anders van klank. Mota maakt hier duidelijk meer gebruik van de mogelijkheden die een elektrische gitaar met pedalen biedt in het mengen van klanken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld 'Lux' horen we hier geen aanslagen, maar langgerekte stromen van vervormde klanken. Een klankwereld ook die een hoge mate van spanning oproept. In het tweede deel neemt de continuïteit wat af; Mota scheidt de klankgolven hier van elkaar door stiltes, iets wat hij in het derde en laatste deel verder vervolmaakt.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 21.3.23) - [print] - [naar boven]



Onder het stof vandaan | Interview
John Collins

In zijn biografie 'To Be Or Not To Bop' plaatst trompettist Dizzy Gilespie John Collins boven Charlie Christian, in harmonisch opzicht: 'John Collins is about the most, the deepest of the guitarists, because he knew about a thousand ways to play a thing.'

Collins' claim to fame waren de veertien jaar dat hij in het Nat King Cole Trio zat. Hij was nooit een prominente solist en stelde zich in de regel tevreden met een bescheiden rol als begeleider. Zonder werk zat hij nimmer.

In 1982 sprak Eddy Determeyer met John Collins over zijn wonderlijke carrière, waarin de gitarist speelde met vele grootheden uit de jazz, zoals Nat King Cole, Fletcher Henderson, Benny Carter en Art Tatum.

Lees hier het volledige interview.

Labels: , ,

(Maarten van de Ven, 18.3.23) - [print] - [naar boven]



Cd
Stage Band Orchestra, Treats & SJO String Quartet - 'De Pandemie'

Flatsharp, 2023

De Groninger Stageband dateert van 1981 en was oorspronkelijk een soort vluchtheuvel voor HaFaBra-muzikanten die ook wel eens op Glenn Miller wilden krukken. Heel vertederend.

Inmiddels is de naam veranderd in Stageband Jazz Orchestra (daar is vanzelfsprekend over gebrainstormd) en wordt het orkest gevuld met de crème de la crème van de noordelijke jazzmuzikanten. Hoe dan ook, leider en bassist Marco Kerver heeft zijn kudde een duidelijk eigen gezicht gegeven. Ik maak me zelfs sterk dat 'In The Mood' niet meer in de vingers zit. En het project 'De Pandemie' is bepaald ambitieus. Een soort suite waarvan de zeventien delen naadloos in elkaar overgaan, met naast de reguliere achttien muzikanten op sommige nummers een vocal group en een strijkkwartet als spannende toevoeging.

Qua stijl baseert Kerver zich niet zozeer op arrangeur Thad Jones, ijkpunt voor het merendeel van de hedendaagse bigbands, maar voor mijn gevoel meer op de tradities van de radio-orkesten van de jaren zestig en zeventig. Kan aan mijn oren liggen hoor. Welnu, het klinkend resultaat mag je gerust opzienbarend noemen. Hier en daar zou je misschien wensen dat er nog tijd en ruimte was geweest voor een of twee repetities extra, maar dan zouden de Stageband en zijn gasten wellicht ernstig in de problemen zijn geraakt.

In de eerste drie delen 'Introductie', 'Het Virus' en 'Niks Aan De Hand' zou je licht op het verkeerde been gezet kunnen worden. Hebben we hier inderdaad van doen met een 'griepje'? Hadden de danseur en zijn viruswaanzinnigen dan toch gelijk? (In dit verband zou ik dolgraag eens een discussie met Willem E. willen aangaan over de merites van Pete Nugent, inclusief diens zwakke plekken waar ik altijd overheen gekeken heb.) We dansen hier op de vulkaan, lekker dynamisch.

Dat er echt iets aan de hand is horen we in feite pas in het vijfde deel, 'Wat Komt Eraan?'. Het orkest plus gasten ademen een soort kille stilte die gerust omineus genoemd kan worden. De muziek heeft duidelijk een serieus karakter. Vocaal kwartet Treats laat hier van zich horen. Ook die bijdragen mogen gedurfd worden genoemd. Het terrein strekt zich uit van de opperste regionen van Manhattan Transfer en New York Voices tot de Beatmis 69, waarbij voortdurend voor de glibberige misstap richting de gevreesde kleinkunst gevreesd moet worden. Het meest bevredigende fragment is het uitgesproken jazzy 'Het Is Een Beroep!'. De functie van de vier strijkers blijft beperkt tot een toefje hier en een toetsje daar. Daar had ik wel meer van willen horen. Lead-altist Jan Schoemaker mag in 'Toen Was Het Stil' op een warm kussen violienen soleren en dat lijkt me noch voor de blazer noch voor de luisteraar een ongemakkelijke opgave.

Van de solisten - ik had het al over de crème - speelt niemand ondermaats. Marko Kerver heeft de piano van Tony Hoyting ver naar voren gemixt, zodat diens functie als aangever van de juiste vamps en akkoorden in ieder geval niet over het hoofd kan worden gezien.

Wat ik me dus afvraag: wordt er al gewerkt aan een tweede deel, voor na de komende uitbraak? Of wachten we gewoon op de Grote Kladderadatsch, voor het gemak?

In de Jazztube hieronder zie je een impressie van 'De Pandemie' uit een concert van het Stage Band Orchestra in Martiniplaza, Groningen op 18 februari 2023.

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 16.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Yankee stay here!

John Scofield, maandag 6 maart 2023, TivoliVredenburg, Utrecht

Stijf uitverkocht was de Hertz-zaal van TivoliVredenburg deze maandagavond voor het kwartet van gitarist John Scofield.

John Scofield werd als musicus bekend door zijn werk met de Billy Cobham/George Duke-Band. Daarna speelde hij met vele grote namen uit de wereld van de jazz, zoals Charles Mingus, Herbie Hancock, Chick Corea, Joe Henderson, Pat Metheny, Gerry Mulligan, McCoy Tyner, Jim Hall en Chet Baker. Echt grote bekendheid verwierf hij in zijn jaren 1982-85 met Miles Davis. Zijn discografie bevat een flinke lijst, die start in 1977 met 'East Meets West' en gestaag blijft groeien. Ik bewaar nog steeds mooie herinneringen aan zijn concert in het Bimhuis in 2019, toen hij toerde met toetsenist Jon Cleary en een mooi repertoire van New Orleans-standards uitserveerde. Gelukkig is de schitterende ballad 'Talk To Me' die ze toen speelden bewaard gebleven op YouTube.

Nu toert Scofield met zijn kwartet met het programma 'Yankee Go Home'. De titel is bedoeld als verwijzing naar de nummers uit zijn verleden die hem de gitaar deden oppakken. En dus komen we nummers tegen van Gershwin, Bernstein, Grateful Dead en Neil Young, om er een paar te noemen.

Goede wijn behoeft geen krans en dat gold vanavond zeker. De gedrevenheid waarmee Scofield en zijn kompanen op het podium stonden was indrukwekkend. De gitarist is door heel veel stijlen beïnvloed en beheerst ze allemaal zodanig dat hij er met een bluesy rauwe randje altijd zijn eigen onmiskenbare geluid aan mee weet te geven. In een non-stop setlijst kwamen zijn roots op een gevarieerde manier voorbij. Bijna steeds was het thema herkenbaar, maar werd het vervolgens door Scofield en zijn maten met mooi uitgewerkte improvisaties al snel eigengemaakt. Subtiel, funky en vaak met een onmiskenbaar bluesgeluid.

De band stond strak te spelen en iedereen kreeg volop de gelegenheid te soleren. Dat leverde een mooi geschakeerd palet op met menig hoogtepunt. Ritmisch stond het als een huis door de stevige baspartijen van Vicente Archer en het vaak subtiele en soms uitbundige drumwerk van Josh Dion. Dion kreeg ook de kans vocaal te schitteren in het oude Grateful Dead-nummer 'Black Muddy River'. Het publiek reageerde meteen met een heftig applaus. Grateful Dead werd vaker geciteerd, net zoals Neil Youngs 'Only Love Can Break Your Heart'. Ook het legendarische 'Somewhere' van Leonard Bernstein kreeg een mooi uitgewerkte en gevoelige interpretatie, die kippenvel opriep.

Het was mooi om te zien hoe een oude rot als Scofield, met een glanzende carrière en na het voortdurend verkennen van nieuw horizonten, terugkeert naar de muziek waardoor hij lang geleden geïnspireerd raakte. Aan alles was de passie en concentratie van het kwartet af te lezen. De gezichtsuitdrukkingen, de lichaamstaal, de improvisaties en het samenspel. Gelukkig was de titel van het project goed uitgelegd. Ten tijde van de Vietnamoorlog had de kreet Yankee go home een heel andere betekenis. In dit geval zou je bijna zeggen: Yankee stay here or at least come back soon!

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

Labels: , , , , ,

(Johan Pape, 14.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Een snare als resonantiemateriaal

Martin Küchen solo / Ocean Eddie feat. Martin Küchen, zaterdag 4 maart 2023, De Singer, Rijkevorsel

Festivals zijn nogal eens de gelegenheid waarop nieuwe samenwerkingen tussen musici ontstaan. Zo ontmoetten de heren van Ocean Eddie, bestaande uit saxofonist Viktor Perdieus, pianist Andreas Bral en accordeonist Stan Maris, op het laatste Summer Bummer Festival de Zweedse rietblazer Martin Küchen. Deze zaterdag stonden ze in De Singer, samenspelend alsof ze het iedere week doen. Het werd voorafgegaan door een eclectisch solo-optreden van Küchen.

De solo-optredens van Küchen veranderen gaandeweg wat van karakter. Solo hoorde ik hem één keer eerder, inmiddels al weer bijna negen jaar geleden in het Antwerpse Zuiderpershuis. Het optreden leunde toen zwaar op elektronica, aangevuld met de tenorsax. De laatste tijd lijkt Küchen echter meer gebruik te maken van de sopraninosax, aangevuld met een keur aan percussie. Wat dat betreft vormt het uit 2021 stammende 'Sängövningar, dat Küchen maakte met gitarist Anders Lindsjö, een mooie aanvulling op dit optreden. Maar ook op het uit 2020 stammende 'One Of The Best Bears!' van The Croaks, waarop Küchen samenspeelt met Martin Klapper en Roger Turner, horen we hem op de sopranino en ook hier gebruikt hij de snaredrum als resonantiemateriaal, waar we hem ook tijdens dit concert uitgebreid mee zien werken. Het maakt het mogelijk om, evenals door het gebruik van diverse dempers, het geluid van dit wonderlijke instrument steeds net even iets anders te laten klinken. Wat daarbij gehandhaafd blijft is het enigszins pregnante, klagelijke geluid van deze saxofoon, goed passend bij de grote mate van emotionaliteit in Küchens spel. Percussie zet hij in als ondersteuning, gebruikmakend van een breed scala aan metalen schaaltjes en natuurlijke producten. En ja, iets verderop in de set komen ook de radiootjes aan bod, die Küchen altijd louter gebruikt voor het creëren van ruis, een drone die dient als onderlegger voor ook hier weer opvallend ingenieus ritmische patronen. Muziek die mede daardoor vaak iets krijgt van een ritueel.

Na de pauze neemt Küchen plaats naast de drie heren van Ocean Eddie. Het is Bral die deze set begint met abstracte noten op de piano, waarna Perdieus volgt op tenorsax. Klanken waar gaandeweg een melodie uitrolt, een frase waarin we Küchen wederom horen op wat percussie, veel is er niet nodig. Als hij later overstapt op de sopranino ontstaat er een ritmische klanksculptuur. Al luisterend naar deze set blijkt dat Bral nogal eens de leiding pakt met vaak onnavolgbare notenclusters, mooi ondersteund door Maris op accordeon, terwijl Perdieus en Küchen hierop variëren. Regelmatig redelijk abstract, maar soms ook uitgroeiend tot een pakkende blues, waarin Küchen excelleert met zijn weinige percussie. En verderop is het Perdieus die het ritme koestert. Blazend zonder veel geluid te maken heeft zijn klank wel wat weg van ouderwetse stoomtrein. Evenmin te versmaden is het duet van Bral met Maris bijna aan het einde van deze set, waarin eveneens het ritme een allesbepalende rol speelt.

Foto's: Jef Vandebroek

Labels: , , , , , ,

(Ben Taffijn, 12.3.23) - [print] - [naar boven]



Festival / Vooruitblik
JazzFest Amsterdam 2023

Jazzfest Amsterdam is in 2011 opgericht door drummer Felix Schlarmann om de bruisende jazzscene van Amsterdam in al zijn veelzijdigheid te laten zien en horen. Met het idee om Amsterdamse musici van alle leeftijden en uit verschillende jazzstromingen op één avond, onder één dak samen te brengen. Op zaterdag 18 maart presenteert de twaalfde editie van dit jazzfestival een programma met meer bands dan ooit, op meer locaties dan ooit.

Saxofonist Ben van Gelder vroeg meesterdrummer én jeugdheld Jeff Ballard voor een unieke JazzFestspecial met gitarist Reinier Baas en bassist Clemens van der Feen. Het Large Ensemble CvA, een orkest bestaande uit studenten van het Conservatorium van Amsterdam, gaat dit jaar een samenwerking aan met de Duitse jazzzanger Theo Bleckmann. Bleckmann, die werkte met Steve Coleman, John Zorn en Dave Douglas, staat bekend om zijn verbluffende zangtechniek.

De jonge makers dit jaar zijn de Letse fluitiste Ketija Ringa Karahona en Zuid-Koreaanse pianiste Chaerin Im. Beiden studeerden ze aan het Conservatorium van Amsterdam en zijn inmiddels niet meer weg te denken uit de Amsterdamse jazzscene. Deze avond spelen ze samen met cellist Ernst Reijseger. Componist des Vaderlands Martin Fondse schreef in opdracht van het Bachfestival Dordrecht een werk voor het Bachorgel in de Grote Kerk aldaar, de Morningstar Cantate. Voor JazzFest speelt Fondse zijn cantate voor het eerst in triobezetting, met zangeres Anna Serierse en klarinettist Claudio Puntin.

Bassist Zack Lober presenteert als debuterend bandleider zijn project No Fill3r en Paula Bilá & Mauro Cottone spelen soulvolle en originele composities, geïnspireerd op Zuid-Spaanse roots. De IJslandse pianist Kristján Martinsson onderzoekt zijn verwantschap met de Scandinavische jazz in een bijzonder soloprogramma. De wereldmuziekband Dyar speelt op deze locatie een mix van eigen composities en wereldmuziekstukken. De naam van het gloednieuwe kwartet Flechtwerk, dat bestaat uit een onconventionele bezetting van hobo, cello, contrabas en viool, verwijst naar de melodieën van de vier stemmen, die al spelend in elkaar gevlochten worden tot verticale harmonieën.

Klik hier voor meer informatie over Jazzfest Amsterdam 2023.

Foto's: Cees van de Ven

Labels: , , ,

(Maarten van de Ven, 11.3.23) - [print] - [naar boven]



CD-set
TOC - 'Did It Again'

Circum-Disc, 2022 | Opname: 28 febuari 2008, 2-10 oktober 2021

Toetsenist Jérémie Ternoy, gitarist Ivann Cruz en drummer Peter Orins vormen samen TOC. Al zo'n vijftien jaar. Om dat te vieren verscheen vorig jaar bij Circum-Disc 'Did It Again', een uitklapbare map met maar liefst vier(!) cd's, met liveopnamen van een concert uit de begintijd, februari 2008 en drie concerten van meer recente datum, oktober 2021. Een bijzonder interessante set en een mooie wijze van gedenken.

De eerste drie cd's bevatten de concerten uit oktober 2021, waarbij opvalt dat het in alle gevallen gaat om één lange improvisatie met een duidelijke spanningsboog. Op 2 oktober stond het trio op het Poolse Spontaneous Music Festival, in de Dragon Social Club in Poznan. Het stuk kreeg dan ook de titel 'Dragon' mee. Wat we direct meekrijgen is dat dit allesbehalve klinkt als een 'normaal' jazztrio. We horen elektronisch voortgebrachte geluiden die veel aan veldopnames doen denken, voorzichtig gesputter en gaandeweg een boeiend ritmisch patroon. Terwijl de muziek verderop zowel invloeden uit de experimentele elektronica als uit de postrock verraadt, met name daar waar de muziek in een stroomversnelling geraakt en we worden verrast door de stevige, overrompelende structuur en de bijpassende hectiek. Na ruim twintig minuten keert de rust terug in de vorm van een donkere klanknevel waarin we vaag een ritme herkennen, maar wel een nevel die zo nu en dan wordt afgewisseld met bizarre interrupties, tot ook hier het ritme geleidelijk weer de overhand krijgt en we wederom meegesleept worden.

Vier dagen later stonden ze in Lumen, Boedapest en dus heet deze schijf 'Lumen'. Het stuk begint spannend met sfeervolle klankwolken en verrassende geluiden. Waan je in een donker bos, waar van alles kan gebeuren. En ook hier duurt het niet lang voordat het ritme dominanter wordt en de muziek in een stroomversnelling belandt. Bijzonder ook hoe er verderop gebruik wordt gemaakt van stemvervorming, wat het geheel een sterk elektronisch karakter verleent. Verderop, voorbij de twintigste minuut, wordt het wat rustiger, al blijft de ritmische onderstroom onverminderd sterk - een verschil met 'Dragon'. Ook hier weet dit trio weer een overrompelend klanklandschap te creëren op de grens van geïmproviseerde muziek, rock en experimentele elektronica.

Op 10 oktober speelden de drie een thuiswedstrijd tijdens het festival La Malterie in Lille, overigens waar ook de opnamen in 2008 zijn gemaakt. Een zeer verstild begin, een langgerekte klankwolk en een geluid dat nog het meest wegheeft van een klaterend beekje. Verderop komt er wat meer variatie, maar het blijft lang vrij abstract. Pas voorbij de tiende minuut kruipt het ritme er zeer geleidelijk in, maar dan is het al rap niet meer te stuiten. En zo rond de vijfentwintigste minuut spant Cruz de snaren; feilloos weet hij de weg naar de rock te vinden, zijn kompanen meeslepend. Het is nu voorlopig gebeurd met de rust. Pas tegen het einde, we zijn dan ruim een half uur bezig, neemt het tempo wat af.

De opnamen uit 2008 verschenen reeds in 2009 op cd onder de titel 'Le Gorille' en in tegenstelling tot de opnamen uit 2021 treffen we hier drie stukken aan: 'Le Nez', 'Le Torse' en 'La Machoire'. Het grootste verschil met de drie andere cd's is dat hier de spanningsboog natuurlijk veel korter is. Zo begint het iets meer dan zeventien minuten durende 'Le Nez' uiterst ingetogen, waarna toetsenist Ternoy de melodie vormgeeft en Orins het ritme. Cruz gaat daar aansluitend met zijn gitaar dwars doorheen en zet de zaak op scherp. Een heftigere fase breekt aan, die echter zoals gezegd veel korter duurt en uitmondt in een relatief rustig einde. Het loopt naadloos over in 'La Torse', dat begint met een serie space-achtige geluiden. Het verdere verloop is al even vreemdsoortig en verstorend. Paniek in de fabriek met verstrekkende gevolgen. En wat een rust aan het begin van 'La Machoire', met name na het voorgaande. Tot de onderstroom steeds sterker aanzwelt en verontrustende vormen aanneemt, al komt het niet meer tot een ontlading.

Foto: Alexandre Noclain

Labels: , , ,

(Ben Taffijn, 8.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert | Jazztube
Gelikte drie-eenheid fris op dreef

Larry Goldings Trio, zaterdag 25 februari 2023, Paradox, Tilburg

Dit orgeltrio speelt al ruim dertig jaar samen, het eerste album 'Intimacy Of The Blues' stamt uit 1991. Nu pas speelde het trio voor het eerst in Paradox, waar ze met gepaste trots werden ontvangen. Inmiddels heeft het trio negen albums en twee dvd's uitgebracht en kan het putten uit een rijk oeuvre, dat voor een deel bestaat uit bewerkingen van standards en voor een deel uit eigen composities.

Hammondorganist Larry Goldings is een veelgevraagde sideman en werkte onder andere samen met Michael Brecker, Jim Hall, Maceo Parker, Madeleine Peyroux, Pat Metheny, John Scofield en met folk-pop icoon James Taylor. Daarnaast schrijft hij muziek voor films en tv-series en hangt hij getooid met een pruik de komiek uit als 'Hans Groiner'. Gitarist Peter Bernstein is van hetzelfde kaliber. Hij werkte onder meer met Lou Donaldson, Bobby Hutcherson, Lee Konitz, Sonny Rollins, Dr. Lonnie Smith, Brad Mehldau, Diana Krall en Joshua Redman. Drummer Bill Stewart tenslotte verleende zijn diensten aan muzikanten als Michael Brecker, Lee Konitz, Pat Metheny, Joshua Redman en Maceo Parker. Kortom, er stond wel wat op het podium.

Het concert werd geopend met 'Let’s Get Lots' van het in 2022 verschenen album 'Perpetual Pendulum'. Het werkte als een mooie introductie van de band: drie virtuozen die elkaar moeiteloos weten te vinden, fraai solerend, om elkaar weer terug te vinden in het mooie thema. Wayne Shorters 'United' werd vervolgens van een volledig eigen interpretatie voorzien met een schitterende solo van Stewart als hoogtepunt. Als eerbetoon aan de onlangs overleden Burt Bacharach werd vol overgave een interpretatie van 'This Guy’s In Love' gespeeld. Het blijft een fantastische melodie, die door de heren subtiel en met respect uitgebouwd werd met gedurfde en speelse improvisaties.

Het volgestroomde Paradox laafde zich dankbaar aan deze bron van moois en was gul met applaus en toejuichingen. Zo nu en dan leek Goldings in de rol van zijn alter ego Hans Groiner te kruipen en stuntelde hij wat met microfoons en bladmuziek. Gelukkig bleef de muziek overheersen en werd Bill Stewarts compositie 'F U Donald' ingezet. Een groter contrast met het vorige nummer was niet mogelijk geweest. Een ogenschijnlijk anarchistische chaos, die toch weer perfect terugkeerde naar een strak ritmisch thema. 'Prelude', gebaseerd op een werk van Gershwin, had weer een heel andere, bluesy invalshoek.

Zo bleef het trio op hun top een gevarieerde set uitserveren. Ook na de pauze een mooie mix van eigen werk en van anderen, waaronder 'Libra' van Gary Bartz en een compositie van Peter Bernstein, 'The Things That Fall Away', een heerlijk ingetogen ballad die door Bernstein op gitaar werd ingezet en door Goldings van een mooi uitgewerkte orgelsolo werd voorzien. Als altijd subtiel, maar degelijk en creatief ondersteund door Stewarts drumwerk.

De variatie in het repertoire bleef uitstekend en na een staande ovatie werd nog een sterke toegift neergezet met 'Vegan', die voor velen als een oorwurm moet hebben gewerkt.

Nu maar hopen dat het trio zijn weg naar Paradox gevonden heeft en met enige regelmaat terugkeert.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

In de Jazztube hieronder zie je het concert dat het trio een dag later gaf in het Bimhuis met een iets andere setlist.

Labels: , , , , ,

(Johan Pape, 7.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Siciliaanse fijnproeverij

Pierre Vaiana - Luna d'Argentu, zaterdag 25 februari 2023, Lokerse JazzKlub, Lokeren

Luna d'Argentu is een hommage aan Palazzo Adriano, het Siciliaanse geboortedorpje van Pierre Vaiana's ouders. Dit kleine dorpje diende als decor voor de film Cinema Paradiso van Giuseppe Tornatore uit 1988. De laatste jaren verbleef de saxofonist (geboren in Waterschei) langdurig op Sicilië, waar hij inspiratie vond voor nieuwe composities. Met melodieën die beklijven, zoals te horen is op het aanbevelingswaardige album 'Amuri & Spiranza'. In tegenstelling tot de kwintetbezetting op de cd werd het concert in Lokeren uitgevoerd in triovorm.

De Lokerse JazzKlub was volzet en de sfeer was als vanouds gemoedelijk. Naarmate het concert vorderde werd het publiek onontkoombaar deelgenoot van de warmte, de zon en de schoonheid van Sicilië.

Vaiana's geluid op sopraansaxofoon is rond, puur, vol zeggingskracht en proefde als de beste olijven en olijfolie van Sicilië. Opvallend waren het fascinerende spel en de improvisaties van gitarist Artan Buleshkaj en cellist Lode Vercampt.

De composities, het spel, de teksten, de duidingen en de zang van Pierre Vaiana creëerden hier als het ware een muzikale verhalenbundel van formaat. Voorzien van relevante klemtonen en leestekens door Buleskaj en Vercampt!

Het concert opende rustig en melodieus met het oorstrelende 'Bianca Muntagna', om plotseling over te gaan in chaos en wanorde, waarna Vercampt de rust weer terugbracht. Een metafoor voor wat er in onze complexe wereld en de menselijke geest plaatsvindt. Ook in 'Waterschei' - Viana's vader werkte in de mijn - verhaalt hij muzikaal op invoelbare wijze van de onderlinge broederschap van de Italianen aldaar, de gezamelijke Italiaanse etentjes, het dansen op 78 toerenplaten en hun weemoedig gemis naar hun land en familie...

Dit concert met talrijke melodische parels had een menselijke maat en stal alle harten. Pierre Vaiana en zijn kompanen ontkwamen niet aan een toegift. Dat werd de toepasselijke compositie 'Soleil' en die straalde deze avond volop in de Lokerse JazzKlub.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels: , , , ,

(Cees van de Ven, 5.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Masha is een van de boys

Masha Bijlsma, zondag 26 februari 2023, Jacobuskerk, Feerwerd

Je hebt vocalisten die zó geconcentreerd te werk gaan dat het lijkt dat ze uitsluitend voor zichzelf zingen. Je hebt er die in eerste instantie voor de band zingen, als 'een van de boys'. En je hebt vocalisten die zich primair tot het publiek richten. Voor al die concepten is wel iets te zeggen.

Masha Bijlsma is een van de boys. Maar, haast ze zich daaraan toe te voegen, "in de hoop dat ik de mensen ook meekrijg." Wel, de mensen gingen een heel eind mee, zondag in de middeleeuwse Jacobuskerk in Feerwerd. Terwijl het gebodene dus niet uitgesproken makkelijk of publieksvriendelijk was.

Al het materiaal was door muzikanten geschreven. Zangeres Abbey Lincoln reken ik dan voor het gemak ook maar even tot de instrumentalisten. Van haar werden een aantal indringende songs vertolkt, zoals die ook op Bijlsmas album 'For Love Of Abbey' terecht zijn gekomen. Het is duidelijk dat de Twentse uit hetzelfde hout is gesneden als haar New Yorkse voorbeeld. Of dat hun respectieve stammetjes in ieder geval in hetzelfde bos stonden.

Bijlsma is volstrekt gelijkwaardig aan de leden van haar kwintet, ook wat de collectieven betreft. Soms zijn die lijntjes unisono, soms harmonieert ze voorbeeldig met tenorist Ben van den Dungen en trombonist Ilja Reijngoud. Vaak is haar stem moeilijk te traceren in het sonore, orkestrale totaalgeluid van de band. Ze fraseert ook als een blazer, met name in een 'echt' jazznummer als 'Moanin’'. Daar hoorden we ook hoe viriel die Van den Dungen blaast. De groep speelt spatgelijk; de arrangementjes zijn deels van de hand van wijlen Rob van den Broeck, de voormalige pianist van de band. In de cohesie van het vijftal speelt bassist Ruud Ouwehand een cruciale rol. Zijn ritmische vamps houden de boel bij elkaar.

De instrumentale soli zijn to the point, lange exercities uit den boze. Reijngoud liet maar weer eens horen ('Brother Where Are You?') dat de trombone in feite niets meer of minder is dan de menselijke stem, maar dan van koper.

Intrigerend was Bijlsma's vertolking van het nummers 'Strollin’' van Charles Mingus. Ik had me nooit zo gerealiseerd dat dat liedje ook een verse heeft, een soort prelude dus. Het zal van de pen van George Gordon zijn geweest, geschreven voor zijn zus Honi. Die nam het in 1962 op. En Masha Bijlsma houdt het dus in leven.

Foto's: Jan Tempel

Labels: , , , , , ,

(Eddy Determeyer, 4.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Een prachtig tribuut aan Wayne Shorter

Terence Blanchard E-Collective & Turtle Island Quartet, woensdag 15 februari 2023, Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam

"If there were no Wayne Shorter, there was no me", verklaart trompettist Terence Blanchard vlak voor zijn toegift, Shorters 'Diana'. Overdreven? Wellicht, maar het klonk zeker oprecht. En beluister de muziek van Blanchard en vergelijk die met die van Shorter en je hoort zeker overeenkomsten. Dat bleek ook in een volledig uitverkocht Muziekgebouw aan 't IJ, het organiserende Bimhuis bleek veel te klein, waar we hem hoorden met zijn uit pianist Fabian Almazan, gitarist Charles Altura, bassist, David Ginyard en drummer Oscar Seaton bestaande E-Collective, aangevuld met de strijkers van het Turtle Island Quartet.

Overigens een bijzondere combinatie. Ligt bij het E-Collective de nadruk op elektronica - we horen Almazan ook op synthesizer, Ginyard speelt elektrische bas en Altura elektrisch gitaar, terwijl ook Blanchard zijn trompetgeluid elektronisch bewerkt - het Turtle String Quartet speelt volledig akoestisch. En is de stijl van de eerste geworteld in de postbop en fusion van de jaren 70, die van het strijkkwartet wortelt in de klassieke muziek, met een flinke scheut folk. Vandaar ook dat 'The Second Wave', een stuk van violist David Balakrishnan en het enige waarin we alleen het kwartet horen, heel anders klinkt dan de rest van de avond. Hier overheerst melodieuze hedendaags gecomponeerde muziek in combinatie met folk, culminerend in een opvallend ritmisch energieke frase aan het eind. Het applaus is ernaar. Mooi, want ik schat zo in dat voor een deel van het publiek dit de eerste keer is dat ze een strijkkwartet live horen en wie weet waar dit nog toe leidt.

Ook op andere momenten levert dit kwartet echter toegevoegde waarde, bijvoorbeeld in die hierboven genoemde ballade van Shorter, 'Diana', een stuk dat zij, op bepaald melancholieke wijze, mogen aftrappen en dat verder opvalt door die loepzuivere solo van Blanchard. Maar ook in Blanchards eigen 'I Dare You', waarvoor het kwartet een opvallend ritmische introductie verzorgt, is hun spel volledig op zijn plaats.

Stukken die ook terug te vinden zijn op het vorig jaar verschenen 'Absence', een album dat Blanchard opnam met deze bezetting en dat we mogen zien als een eerbetoon aan Shorter. Met nummers van deze inmiddels legendarische saxofonist, Blanchard zelf en van de bandleden, zeg maar in de geest van. Daaronder vallen 'Envisioned Reflections' van Ginyard en 'Dark Horse' van Altura. Die eerste is een mooi fragiele ballade, waarin we ook dat voor Blanchard zo typische, vrij ijle trompetspel terughoren, de tweede heeft met name verderop een wat pittiger karakter en bevat een prachtige gitaarsolo. Bijzonder is ook 'Soldiers', Blanchards eerbetoon aan de social workers die zoveel goed werk verrichten in de Amerikaanse steden, een stuk waarmee de trompettist zijn politieke en sociale betrokkenheid toont, maar ook een nummer met een heerlijke groove en een bluesgevoel.

Op dinsdag 2 maart is Wayne Shorter op 89-jarige leeftijd overleden.

Foto's: Cees van de Ven

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 3.3.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Mooie quatre-mains met contrasten

Alexander von Schlippenbach & Aki Takase, woensdag 22 februari 2023, Brouwerij Martinus, Groningen

Het spande er even om of de inmiddels 84-jarige éminence grise van de jazz, Alexander von Schlippenbach, naar brouwerij Martinus in Groningen zou komen. Een tijdje geleden had hij zijn been gebroken, dus reizen naar Groningen lag niet meteen voor de hand. Maar leeftijd en een pas gebroken been schenen hem nauwelijks te deren, want hij stapte - inmiddels weer redelijk hersteld - gewoon, met krukken, op de trein in Berlijn en reisde af naar Groningen. Toch een rit van zo'n acht uur. Maar als een geluk bij een ongeluk moest zijn vrouw, de pianiste Aki Takase, wel met hem mee als zijn reisbegeleider.

Het concert van Schlippenbach stond in het teken van zijn cd 'Slow Pieces For Aki' uit 2020. Alexander zocht grommend z'n weg over het toetsenbord en construeerde prachtige ingetogen en abstracte improvisaties. Hij speelde eigen werk, een fraaie improvisatie op Bach en bij Schlippenbach is Monk natuurlijk nooit ver weg, maar hij verpakt ze altijd prachtig gecamoufleerd in z'n eigen composities. Die zijn een beetje als de man zelf: 'bescheiden' en ontroerend. Takase zag van een afstandje hoe Schlippenbach zijn eerste set vormgaf. Na elk afgerond nummer was zij de eerste die het applaus startte. 

In de pauze gonsde het al een beetje rond, zou Aki ook nog even spelen? En dat gebeurde, al was het even omschakelen voor het publiek, want na de verfijnde abstracte composities van Schlippenbach stak Aki met veel vaart en vol energie van wal en vulde haar deel van het onverwachte dubbelconcert met minder abstracte, meer melodieuze composities. Bij haar eerste furieuze aanslagen zag je het publiek even terugdeinzen. Waar Schlippenbach het toetsenbord als een minutieus onderzoeksobject lijkt te gebruiken, gaat Takase zelfverzekerd en met grote stappen over het wit en het zwart.

Het hoogtepunt van de avond was een mooie quatre-mains, voorafgegaan door een kort overleg tussen de echtgenoten - wie eerst aan de hoge kant van het toetsenbord ging zitten en wie aan de lage kant. Maar dat probleem losten ze ook samen op. Niets dan respect voor deze jazzgiganten, die omwille van hun muziek en hun publiek bereid zijn de ongemakken die bij de leeftijd horen opzij te schuiven en gewoon af te reizen naar een ver concertpodium. De sympathieke Schlippenbach blijft ontroeren en prachtige muziek maken. En als de Stichting Jazz in Groningen het aandurft om hem de komende jaren nog eens uit te nodigen... aan Schlippenbach (en Aki) zal het, denk ik, niet liggen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels: , , ,

(Willem Schwertmann, 1.3.23) - [print] - [naar boven]



Cd's
Kaja Draksler - 'In Otherness Oneself'

Unsounds, 2022 | Opname: 13 april 2021
Kaja Draksler & Susana Santos Silva - 'Grow'
Intakt, 2022 | Opname: 7 juli 2021

De Sloveense pianiste Kaja Draksler, die overigens dertien jaar in Amsterdam bivakkeerde voordat ze onlangs besloot deels in Kopenhagen en deels in Trboje (Slovenië) te gaan wonen, is inmiddels uitgegroeid tot een bijzonder eigenzinnige en creatieve pianiste. De titel 'In Otherness Oneself', die zij haar bij Unsounds verschenen soloalbum meegaf is dan ook goed gekozen. We horen haar ook in 'Grow', het album dat ze samen met de Portugese trompettiste Susana Santos Silva maakte voor Intakt. De twee zijn geenszins onbekenden voor elkaar. Ze werken regelmatig samen en maakte in 2015 al 'This Love'.

Over de titel van haar soloalbum die afkomstig is uit het gedicht 'Aquoueh R-Oyo' van Cecil Taylor, zegt Draksler zelf: "As a person who speaks and understands different languages, I have an impression that my identity is multifaceted, I have to lose something in myself in order to let the 'spirit' of a new language inside me. So in this way I am constantly becoming in otherness myself." Verder haalde Draksler voor dit album inspiratie uit voodoo en het gegeven dat de mens de muziek beïnvloedt, maar de muziek ook de mens. Ze verrast ons direct met 'Away!', waarin we allereerst Robert Frost zijn gedicht 'In The Clearing' horen voordragen, te midden waarvan we Draksler enige noten horen aanslaan. Om dit vrij lange stuk verderop op prachtige wijze verder uit te bouwen, waarbij hedendaags gecomponeerde muziek en vrije improvisatie gelijk opgaan. De tweede verrassing openbaart zich tegen het einde, als we de vocalisten Laura Polence en Björk Níelsdóttir horen, waar Draksler ook in haar octet mee samenwerkt.

'Downward And Inward' lijkt wat meer op de muziek die we van Draksler gewend zijn, balancerend tussen melodie en abstractie. Het eerder genoemde citaat betekent voor Draksler ook dat ze in ieder stuk een andere muzikale taal uitprobeert, met een heel wonderlijk resultaat in 'Prst, Roka, Laket', waar ze met kwarttonen werkt. 'Tenis Stołowy' bevat ook een gesproken tekst. We horen Witold Gombrowicz zijn gedicht 'Dzienniki' voorlezen. Hier integreert Draksler de gesproken woorden naadloos in haar pianospel.

Ook in 'Moonrise', de opener van 'Grow' blijkt de piano van Draksler geprepareerd. Hij klinkt meer als een klokkenspel dan als een piano. Het trompetspel van Santos Silva klinkt al even ongewoon in dit bijzonder abstracte en wat weerbarstige werkstuk. 'Close' vangt aan met een lang aangehouden trompetklank, voorzien van allerhande kleine schermutselingen. Langzaam dringt Draksler dit klankpalet binnen met een sterk repetitief patroon in het hoge register, een geluid dat veel weg heeft van rollende knikkers. En tegen het einde is de creativiteit grenzeloos en puren de twee dames de meest onverwachte en verontrustende geluiden uit hun instrumenten.

'Liquid Rock' bewijst dat het nog extremer kan; de lijnen die Santos Silva hier blaast doen je de haren te berge rijzen. Verderop verworden ze gecombineerd met strak ritmisch en overrompelend pianospel tot een boeiend geheel. In het titelstuk 'Grow' horen we Draksler percussieve klanken produceren, mogelijk onder de klep van haar piano. Of trommelt ze op het instrument? Het klinkt in ieder geval boeiend en vormt een mooi fundament voor de uiterst ingetogen noten die Santos Silva hier blaast. Verderop gooit ze haar klavier weer in de strijd voor een andermaal verontrustend duet. Het contrast is groot met het tweede deel: een prachtig microtonaal klanklandschap.

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 27.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Schotse samensmelting met potentie

Matt Carmichael Quintet, vrijdag 17 februari 2023, Paradox, Tilburg

Matt Carmichael, geboren in de buurt van de Schotse kustplaats Inverness, leert al snel de schoonheid van de saxofoon kennen op school in East Dunbartonshire. Hij ontwikkelt zijn natuurlijke aanleg voor het instrument en studeert af op de Jazz Course aan het Royal Conservatoire of Scotland in Glasgow. In 2019 ontvangt Carmichael de Peter Whittingham Development Award. Met additionele crowdfunding brengt hij, voor de eerste covid-lockdown, zijn debuutalbum 'Where Will The River Flow' uit. Eind vorig jaar verscheen zijn tweede album 'Marram' (helmgras) met dezelfde bezetting als bij het optreden in Tilburg, met naast de saxofonist Fergus McCreadie op piano, Ali Watson op contrabas, Tom Potter op drums en Charlie Stewart op viool.

Het is tijdens het optreden meer dan evident waar Carmichael muzikaal op uit is. Hij wil compositorisch traditionele Keltische muziek laten vermengen met jazz. Hierin slaagt de saxofonist met vlag en wimpel. De viool versterkt op weemoedige wijze het gevoel voor Schotse folklore. De ruimtelijkheid, uitgestrektheid en eenzaamheid van het Schotse (kust)landschap komt muzikaal tot volle wasdom. Deze Schotse samensmelting van jazz en folk vertoont in zekere zin parallellen met de zogenoemde Nordic Sound, maar dan wel met een unieke zeggingskracht. De aandacht voor melodie en het oproepen van dramatiek zijn hierbij essentieel.

Fergus McCreadie is zonder tegenwerping een partner in crime. Zijn abstracte pianospel, op vrije jazz geïnspireerd, spreekt boekdelen. Fijnmazig of pulserend, spannend of sensitief, introspectief of uitbundig, de pianist beheerst al deze facetten. Het saxofoonspel en de solo's van Matt Carmichael zijn over het algemeen beheerst, warm en soms uitbundig, maar vertonen uiteindelijk te veel overeenkomsten. En het kwintet als geheel hanteert te vaak het effect van het uitgestelde einde. Dan ligt voorspelbaarheid op de loer. Maar gezien de leeftijd en ervaring van Carmichael ligt er nog veel in het verschiet. Tijd en ruimte voor verdere ontwikkeling is in potentie aanwezig. Met als kanttekening dat de cohesie van jazz met Schotse folklore wel zorgt voor een uniek geluid en een blijvend concept.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , ,

(Louis Obbens, 26.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert | Jazztube
Routeplanner door een denkbeeldige stad

Steven Kamperman - City Maps, donderdag 16 februari 2023, CC Palethe, Pelt

Componist en klarinettist Steven Kamperman en zijn band met daarin ook de bekende trompettist Bart Maris uit Gent namen het publiek mee op een muzikale reis door een denkbeeldige stad.

De visuele projecties op twee schermen links en rechts op het podium van veejay Henrietta Müller illustreerden diverse plaatsen, sferen en karakteristieken van een stad. Het ene moment de chaos van het verkeer, op een ander moment de rustige plekjes die er in elke stad ook te vinden zijn. Aan de hand van een uitgereikte City Map beleefde het publiek een boeiend, spannend en muzikaal hoogstaand concert, dat gezien het applaus zeer werd gesmaakt.

Voor twee bezoekers van rond de tachtig met een open mind was het hun eerste jazzconcert. De een viel voor de warme toon en het spel van contrabassist Dion Nijland en de ander had veel oog en oor voor trompettist Bart Maris. Ze waren zo enthousiast dat ze gelijk reserveerden voor het volgende concert op donderdag 16 maart aanstaande [LARA ROSSEEL QUINTET, RED.].

Het kwartet speelde het repertoire van hun goed ontvangen 'City Maps'-cd. Er was veel ruimte voor individuele improvisaties.

Steven Kamperman was voor dit concert speciaal overgekomen uit Meudon, waar hij in residentie verblijft in het Van Doesburghuis op uitnodiging van het Nederlandse Fonds Voor Podiumkunsten. Kamperman is een muzikale ondekkingsreiziger pur sang en speelde vanavond alt- & b-flat klarinet en drums. De bas van Dion Nijland was als vanouds warmbloedig en vertrouwd. Jorrit Westerhof imponeerde op elektrische gitaar en trompettist Bart Maris als The Wizard of H(G)ent fascineerde met vindingrijke solo's die peper en zout waren op deze smaakvolle muzikale 'City Maps'-routeplanner.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

In de Jazztube hieronder zie je een gedeelte van het City Maps-concert in Pelt Jazz.

Labels: , , , , , ,

(Cees van de Ven, 25.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Merg, been, maag en darmkanaal

The Preacher Men, dinsdag 14 februari 2023, De Smederij, Groningen

Het zal veertig jaar geleden zijn dat ik in Utrecht, in het versgeopende Vredenburg, de orgelbeesten Brother Jack McDuff, Richard "Groove" Holmes en Charles Earland aan het werk zag. Een vet bonkend festijn, dat kan men zich indenken. Vol van hallelujahammondklanken tolden we na afloop naar buiten. Was dit allemaal echt gebeurd? Hadden we een drummer horizontaal boven zijn kit zien zweven die ongenadige backbeats op zijn snaartrommel ramde? (Wis&3, Joe Dukes, als ik mij niet vergis.)

Ik zal niet beweren dat Rob Mostert het niveau heeft van een McDuff, Holmes of Earland. Hijzelf ook niet, denk ik. Ik zou hem trouwens eerder als een discipel van Doctor Lonnie Smith willen labelen. Bepaalde akkoorden en loopjes wezen in die richting. Hij is in ieder geval een beul die geen genade kent voor zijn B3. Saxofonist Efraïm Trujillo had het over twee instrumenten die het elektronische orgel herbergt: de toetsen en de bas(pedalen). Voeg daar maar gerust 'orkest' aan toe. Want met al die formidabel gonzende tonen en vetmakende boventonen die de machtige Lesliebox eruitslingert heb je een complete bigband tot je beschikking. Inclusief strijkers. In het hoog werden vruchtbare allianties aangegaan. Unisonolijntjes met de altsax, een sissend akkoord met de bekkens van Chris Strik.

Dat was kicken. Maar de grootste kick was toch wel het door merg, been, maag en darmkanaal gaande geluid van het orgel. (Hier kan men een krachtterm naar wens invullen.) Het echtpaar vooraan dat de volle laag van de Leslie kreeg was na de pauze verdwenen, afgevoerd waarschijnlijk naar een herstellingsoord. Mostert is ook geschapen voor het beulswerk. Fors gebouwd, massief hoofd, handen als de spreekwoordelijke kolenschoppen. Allebei afzonderlijk groot genoeg om de twee manualen van het instrument te beheersen.

Ondertussen blies Trujillo een stevig stomende souljazzstamppot bij elkaar. 'I Want A Little Girl', de enige standard die gespeeld werd, was een tedere ode aan altist Lou Donaldson. Die had hij ooit in het (oude, neem ik aan) Bimhuis in Amsterdam gezien en die had hem op het slechte pad geattendeerd.

Ook drummer Chris Strik moet het niet van de subtiliteit hebben. Hij is geen Philly Joe Jones (maar ja, wie is dat wel?). Nochtans opende hij het tweede gedeelte van het optreden met een soort vurige vingersymfonie: de handjes liet hij all over the place wapperen. Geleidelijk nam hij het volume terug tot slechts het fluisteren van een over het vel schuivende vinger resteerde. En vervolgens heerste er complete stilte, vijftien, twintig seconden lang. Het in dichtste bolstapeling toegestroomde publiek, inclusief de geijkte barbewoners, had inmiddels zijn druk geraas gestaakt. Zodat alles en iedereen, de hele natuur, een kwart minuut doodstil bleef. Voor de allereerste keer in zoveelendertig jaar concerten in De Smederij.

Om elf uur tolden en tuimelden de bezoekers verdwaasd nacht en nevel in. Precies zoals veertig jaar geleden in Utrecht.

Foto's: Hammie van der Vorst

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 24.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Achtentachtig en nog springlevend

Abdullah Ibrahim, vrijdag 10 februari 2023, De Singel, Antwerpen

Achtentachtig is hij inmiddels, Adolph Johannes Brand, beter bekend als Abdullah Ibrahim, de naam die hij in 1968 aannam toen hij zich bekeerde tot de islam. Een paar jaar eerder was hij doorgebroken, met dank aan Duke Ellington die hem introduceerde bij het platenlabel Reprise. Hij woonde toen in Europa, in ballingschap voor het onmenselijke regime in zijn geboorteland Zuid-Afrika. Een afkomst die altijd een bijzondere rol zou blijven spelen in zijn jazzmuziek. Vrijdag 10 februari stond hij in de net niet uitverkochte grote blauwe zaal van De Singel, Antwerpen.

Jaren ben ik al fan van deze man, niet eerder zag ik hem optreden. Dan laat je zo'n kans natuurlijk niet voorbijgaan. Vooral niet omdat hij waarschijnlijk niet lang meer onder ons zal zijn. Overigens belette leeftijd hem niet om een prachtig concert te verzorgen. Weliswaar had hij hulp nodig om op het podium de afstand naar zijn piano af te leggen, maar daar eenmaal achter zittend vielen die achtentachtig jaren weg. Wat ik vooral zo boeiend aan Ibrahims spel vind is die integratie van Zuid-Afrikaanse muziek in de jazz. Zo koesterde ik het uit begin jaren 70 stammende 'The Pilgrim', dat hij maakte met bassist Johnny Dyani.

Die Zuid-Afrikaanse wortels hoorden we ook zeker terug in dit soloconcert, al was het minder expliciet. Iets dat overigens ook geldt voor het uit 2021 stammende 'Solotude', dat als aanrader geldt voor wie het navolgende wil kunnen plaatsen. Hij zat nog niet koud achter zijn instrument of de eerste akkoorden klonken al. Een aantal patronen volgden, opvallend genoeg van elkaar gescheiden door verhoudingsgewijs lange momenten van stilte. Iets dat er een opvallend effect aan gaf; als luisteraar krijg je immers de tijd om de muziek op je te laten inwerken. In die eerste fase overheerste ook de abstractie. Het bewoog naar een melodie, zonder dat het ook echt gebeurde en het bewoog richting een ritme, zonder het te worden. Beide kwamen pas later.

Ibrahim is sterk beïnvloed door Duke Ellington en Thelonious Monk, zeker in zijn melodievorming. Maar wat die twee niet hadden is natuurlijk die Afrikaanse achtergrond. Het duurde in De Singel vrij lang voordat die expliciet werd en de fragmenten waren vrij kort. Maar ze waren wel heel kenmerkend voor zijn stijl: de ritmische patronen gespeeld met de linkerhand, sterk repetitief en voorzien van de meest aansprekende groove denkbaar. Daarin komen volksmuziek, gospel en blues op effectieve wijze samen. Een ander kenmerk van zijn muziek hoorden we vaker. En dat is het vermogen om met heel weinig noten, een paar akkoorden de sfeer neer te zetten, je als luisteraar te pakken en mee te trekken in het verhaal. En verhalen waren er genoeg. Korte verhalen, aaneengeregen tot een recital van een uur, waarna nog twee toegiften volgden, de eerste op piano, waarin het bovenstaande samenkwam, de tweede met een ontwapenende vocale bijdrage, zijn Afrikaanse wortels verklankend.

Foto's: Marina Umari & Michael Hoefner

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 22.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Jazz met experimentele kracht

Teis Semey Quintet, vrijdag 10 februari 2023, Paradox, Tilburg

Het openingsnummer van het concert is overdonderend. Onder aanvoering van de effectvolle slagkracht van Sun-Mi Hong wordt met een onstuimige oerkracht en onder een hoge spanningsboog het staccato saxofoon- en trompetspel vermengd met een pulserende bas en rauw gitaarspel. Energiek zoals de Britse punkgroepen in hun beste jaren.

Primair verantwoordelijk voor deze woeste uitbarsting is de Deense gitarist en componist Teis Semey. Ondanks zijn afkomst maakt hij al enige tijd deel uit van de vernieuwende Nederlandse jazzscene. Semey is bandlid van Tijn Wybenga & AM.OK en heeft optredens achter zijn naam met Guy Salamon Group, Fuensanta Mendez Ensemble en met Jasper Hoiby. In Paradox presenteert het Teis Semey Quintet het album 'Mean Mean Machine' uit 2021.

De high-speed jazz, gelardeerd met elementen uit de punk, wordt nog twee keer beproefd in twee nieuwe titelloze nummers. Repetitief van karakter, effectvol en rebels. Daarnaast wordt avontuurlijk en in vrije improvisatievorm gemusiceerd, waarbij het totale groepsgeluid vooropstaat. De muziek is afwisselend sensitief, melancholiek en getergd, altijd vol passie en met jeugdig elan. De drang tot authenticiteit staat hoog in het vaandel, maar voelt nooit geforceerd aan.

De gekozen maatsoorten zijn hoorbaar inventief en gevarieerd, aangevuld met tegendraadse effecten. De relatief korte solo's passen smaakvol in het harmonieuze en muzikale geheel. Vooral de inventieve Alistair Payne op trompet springt in het oog. De stukken zijn niet alleen afkomstig van het album 'Mean Mean Machine'; het kwintet geeft ook een inkijkje in het toekomstig album door een reeks nieuwe nummers te spelen. Deze worden gematigd experimenteel, direct en met een zekere luchtigheid gespeeld.

Teis Semey is weliswaar de leider en originele componist, maar toont zich niet als een instrumentalist die zich etaleert door een ultieme virtuositeit op zijn gitaar. De Deen is een creatieve en veelzijdige gitarist die gelijkwaardigheid onder musici omarmt via een samensmeltend muzikaal collectief. Het optreden is een waar luistergenot.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , ,

(Louis Obbens, 19.2.23) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:






Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.