Chet Baker – 'In New York' (Riverside, 2001) ****
Met de regelmaat worden reissues uitgebracht van voormalige importante jazzlabels. De firma Fantasy (inmiddels overgenomen door Concord) brengt onder de titel Original Jazz Classics vroegere lp's van onder andere Riverside, Prestige en Contemporary geremas-tered uit op cd, vaak aangevuld met bonustracks.
Al enige tijd is bovenvermelde cd verschenen. De oorspronkelijke opname is uit september 1958. In die periode speelt de controverse West Coast- versus East Coast-jazz. Dé ex-ponent van de West Coast-jazz, ook wel cool jazz genoemd, is trompettist Chet Baker. Hij heeft op deze cd een viertal voortreffelijke hardbopmuzikanten om zich heen ver-zameld. Het resultaat is dan ook dat er no-nonsense, straight ahead swingende warm-bloedige jazz wordt gemaakt en dat de grenzen tussen cool jazz (West Coast) en hard-bop (East Coast) geheel vervagen.
Op drie van de zeven tracks is tenorist Johnny Griffin naast Baker de tweede belangrijke solist. Hij verkeert in een glanzende vorm. Voor zijn doen speelt hij ingetogen. Zijn toon
is robuust juichend en zijn techniek en muzikale ideeën zijn van bijzondere klasse. Luister naar zijn magnifieke interpretatie van de medium ballad 'Blue Thoughts'. Velen van ons hebben deze Little Giant gelukkig vele malen op de vaderlandse podia kunnen beluisteren in de zeventiger en tachtiger jaren. De pianokruk wordt bezet door Al Haig, een blanke boppianist die furore maakte in de jaren '40 door geruime tijd met Parker en Gillespie te spelen. Zowel solistisch als begeleidend is hij uiterst competent, hoewel niet echt spec-taculair. De ritmesectie bestaat verder uit bassist Paul Chambers en drummer Philly Joe Jones. Dan heb je wel wat! Beter kan haast niet. Dat wist Miles Davis ook al.
In de jaren '50 was Chet Baker een 'rising star'. Hij had alreeds een groot aantal platen gemaakt met het Gerry Mulligan Quartet en onder eigen naam met onder anderen de pianisten Russ Freeman, Dick Twardzik en Bobby Timmons en de altisten Bud Shank en Art Pepper. Wellicht mede door de geweldig swingende ritmesectie improviseert Baker hier zeer gespierd, trefzeker en met technisch bravoure. Zowel in up-tempo nummers (zoals 'Hotel 49'), als in de ballad 'Polka Dots And Moonbeams' en de easy medium blues 'Soft Winds' speelt hij geconcentreerd en intens. Fantasievol improviseert hij over de chorus-sen.
Het is goed dat vroegere lp's - en zeker deze – wederom op de markt verschijnen. Voor een nieuw, hopelijk jong, publiek en om de stukgedraaide lp's te vervangen.(Jacques Los, 9.11.06) - [print]
- [naar boven]
Metropole Orkest moet alle zeilen bijzetten
"Het Metropole Orkest, een van de vlaggenschepen van de Nederlandse muziek, dreigt
in zwaar weer te raken. Door de bezuinigingen bij de omroep moet er een allengs groter wordend gat worden gedicht. Gaat dat lukken met populaire projecten rond Marco Borsato cum suis?"
Eddy Determeyer ging op onderzoek uit en besprak de te volgen koers met Anton Kok, directeur van het Muziekcentrum voor de Omroep in Hilversum. Over de niet aflatende zoektocht naar politieke legitimatie van een van de belangrijke iconen van de Neder-landse cultuur. Kok vertelt over de dubbele koers van het Metropole Orkest: naast het uitvoeren van projecten op het gebied van jazz, niet-westerse muziek en modern klas-siek, wordt het begeleiden van artiesten in het zogeheten Nederlandstalige genre een belangrijk aandachtspunt in het beleid.
Klik hier om het volledige artikel te lezen.
(Anoniem, 8.11.06) - [print]
- [naar boven]
Tom Chant - 'Sharif Sehnaou Cloister' (Al Maslakh Recordings, 2006) ***½
Saxofonist Chant uit Londen en gitarist Sehnaoui uit Libanon gaan hier op ouderwets doortastende klankexploratie, met veel aandacht voor elkaars dynamiek. De sopraan-saxofonist let vooral op de relatie geluid en ruimte, terwijl de gitarist veel werkt met variaties in het timbre van zijn instrument. Chant werkt graag met korte, droge geluiden, zelden uitmondend in spel waarin de saxofoon op een meer traditionele manier te horen is. Sehnaoui strijkt en wrijft driftig met allerlei gebruiksvoorwerpen, maar van de klankkast van zijn instrument merkt de luisteraar ook al vrij weinig.
Dat levert soms een ongemakkelijk, want niet altijd even rustig klankbeeld op. Compen-satie vinden we echter geheel in de boeiende wisselwerking tussen de musici, die voort-durend minder voor de hand liggende keuzes maken. Zo worden leuke grappen met rit-mische patronen gesuggereerd in het laatste stuk. De drie lange improvisaties zijn geheel verschillend qua opbouw en klank, maar vergelijkbaar qua dynamiek en intensie. Wie in is voor jonge, originele klankexperimentatoren, moet toch eens deze cd beluisteren.
Meer weten? De website van Al Maslakh.
(Anoniem, 8.11.06) - [print]
- [naar boven]
Interview Willem van Manen
"Helaas is de hele Nederlandse jazzscene de laatste jaren achteruit gekacheld. De infra-structuur, die door mensen als Mengelberg, Breuker, Dulfer en mijzelf destijds is bedacht, bestaat amper nog. Wij stonden aan de basis van de opleving aan het eind van de zes-tiger jaren. Wij bepaalden niet alleen de muzikale vernieuwende ideeën, maar beseften eveneens dat er een organisatie voor nodig was. Middels de Stichting Jazz in Nederland hebben we dat van de grond getild."
Jacques Los had een uitgebreid interview met trombonist/bandleider/componist Willem van Manen. Lees het hier.
(Jacques Los, 7.11.06) - [print]
- [naar boven]
Marc van Vugt & Ineke Vandoorn - 'Dawn' (Timeless/NPS, 2006)
Gitarist Marc van Vugt en zangeres Ineke van Doorn (artiestennaam Vandoorn) hebben iets met grotere bezettingen. In 2004 maakten ze een bijzonder album ('Van Doesburg Suite') met hun semi-bigband Big Bizar Habit, en nu is ook (alsnog) uitgebracht een project dat ze in 2002 opnamen met het Metropole Orkest. Eigen stukken van Van Vugt (muziek) en Van Doorn (tekst), eerder geschreven voor BBH en het trio Vandoorn, speciaal gearrangeerd door Van Vugt en Jeff Beal.
Van Doorn zingt en scat goed, Van Vugt speelt goed, de songs zijn interessant, maar de hoofdrol is hier voor het orkest, een unicum in de internationale lichte muziek, dat onder leiding van Vince Mendoza en John Clayton sublieme backings levert, en hier en daar nog wel meer dan dat. Een wonderbaarlijke mix van strijkers, blazers en ritme, perfect samen-spelend, met in de eigen gelederen sterke solisten. Een bijzonder intermezzo is 'Hyoshi', zonder stem, voor alleen de strijkers van het Metropole en het Gustav Klimt String Quartet.
Deze recensie verscheen eerder in HVT Magazine.
(René de Cocq, 6.11.06) - [print]
- [naar boven]
Aanvulling interview Dino Saluzzi
Hugo de Vries had een interview met bandeonist Dino Saluzzi, van wie aanstaande zon-dag tussen tien en twaalf uur 's avonds een integraal concert vanuit Muziekgebouw aan 't IJ wordt uitgezonden door de Concertzender. Door een technisch mankement ontbrak daarin een belangwekkende passage over schoonheid. Saluzzi zegt daar onder meer het volgende over: "Schoonheid heeft geen nationaliteit. Het wordt niet met een persoon geboren en sterft niet met een mens. Schoonheid is een deel van de maatschappij. Zonder schoonheid geen communicatie. Schoonheid bindt ons allen en dat bindende effect is er ook in de muziek."
Klik hier om het gecompleteerde interview te lezen.
(Anoniem, 6.11.06) - [print]
- [naar boven]
Een muzikale conferentie
Herb Robertson Quintet 'NY Downtown Allstars', woensdag 4 oktober 2006, Paradox, Tilburg
De verwachtingen waren hooggespannen met dit selecte gezelschap freejazzers. Hun concert bestond uit één lange set in quasi-suitevorm, waarin iedereen ruimschoots aan het woord kwam. Dat wil zeggen voor zover de kaders met veel uitgeschreven partijen dat toelieten.
Altsaxofonist Tim Berne, die ook al met Robertson speelde op diens onlangs heruitge-brachte en hier gerecenseerde cd 'X-Cerpts: Live At Willisau', heeft een fraai, bijna klassiek geluid dat hij regelmatig etaleerde. Op andere momenten zocht hij expressie in flageoletten en vervormde en verdraaide hij zijn saxgeluid alsof hij vreemd ging. Silvie Courvousier speelde een subliem concert. Zij is een fascinerende creatieve pianiste die beschikt over een rijk arsenaal aan klanken en kleurend vermogen. Hierbij schuwt ze niet om attributen als een metalen kogel en gaffertape op de snaren los te laten. Ze maakte gebruik van het gehele klavier en wist zodoende zowel lichtere majeur- alsook donkere mineur-getinte improvisaties spannend te verklanken.
Bassist Mark Dresser speelde stevig en creatief zoals we van hem gewend zijn. Daarbij regelmatig gebruik makend van klankmanipulatieapparatuur. Hij was met drummer Tom Rainey - die opvalt door zijn onopvallend, wars van uiterlijk vertoon, maar inhoudelijk rijk basaal en solistisch spel - de betrouwbare onderbouw en ritmische motor van het kwintet. Robertsons composities wisselden rustige passages af met enerverende, heftige passages. Hijzelf was weer nadrukkelijk muzikaal aanwezig en speelde vitaal, energiek en eruptief. Hij sputterende, growlde en hyperventileerde zijn notenreeksen veelal in de hoge registers van zijn trompet.
Dit concert klonk als een conferentie waarbij iedereen zijn ideeën voor een muzikaal bouwwerk inbracht. Dit leidde vervolgens tot instemming en bijval of tot het aandragen van verhelderende alternatieven. Het resultaat was een bouwwerk dat de toehoorders spannende en verrassende in- en doorkijkjes bood, waarbij iedereen wel naar gelang passende en 'behaaglijke' plekjes kon vinden.
Toch ontkwam je niet aan de indruk dat hier nog niet echt het optimale resultaat klonk van een working band. Daarvoor ontbrak het soms aan trefzekerheid, compactheid en allertheid in de interacties. Mogelijk dat deze formatie met dit repertoire nog te weinig speeluren had om werkelijk maximaal te kunnen overtuigen.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.
(Anoniem, 5.11.06) - [print]
- [naar boven]
MuziekWeb blijft digitaal jazz uitlenen
De Centrale Discotheek Rotterdam (CDR) gaat door met het gratis digitaal uitlenen van muziek. Op 4 november 2005 startte de CDR met een landelijke proef van een jaar om digitaal muziek uit te lenen via MuziekWeb. En met succes: tijdens de proefperiode zijn al meer dan een half miljoen tracks digitaal geleend. Genoeg reden voor de CDR om de proef tot 1 januari 2008 te verlengen.
Vanaf 3 november zijn ook weer nieuwe labels toegevoegd aan het aanbod. Hiermee komt het totaal aantal digitaal te lenen albums uit op 6000. Op jazzgebied zijn nu ook de cd's van het label Jazz 'n Pulz te leen, met onder anderen de zangeressen Fay Claassen en Francien van Tuinen en de pianisten Ted Rosenthal en Kenny Werner.
Meer weten?
Klik hier voor ons eerdere bericht over digitaal lenen via MuziekWeb.
(Anoniem, 5.11.06) - [print]
- [naar boven]
Don Cherry – 'Symphony For Improvisers' (Blue Note, 2005)
Opname: 1966
Even als Ornette Colemans 'Free Jazz', John Coltrane's 'Ascension' en Dave Burrells 'Echo' kan Don Cherry's 'Symphony For Improvisers' een collectieve vrije improvisatie genoemd worden. Midden jaren '60 stond bol van de vernieuwing in de jazz (en niet alleen in de jazz). Het waren roerige jaren waarin de free jazz hoogtijdagen kende.
Cornettist Don Cherry, die al naam had gemaakt in het kwartet van Ornette Coleman, toerde in die tijd regelmatig door Europa. Hij maakte opnamen voor het Franse BYG label (zoals in 1969 'Mu First Part' en 'Mu Second Part') en formeerde een internationaal kwintet. Met enkelen uit dat kwintet - tenorsaxofonist Gato Barbieri, vibrafonist Karl Berger, bassist Jean-Francois Jenny-Clark – aangevuld met Pharoah Sanders op piccolo en tenorsax, bassist Henry Grimes en drummer Ed Blackwell nam hij in september 1966 dit album op.
In het circa 20 minuten durende 'Symphony For Improvisers' is één van de belangrijkste solisten Sanders op piccolo; in de jazz een niet al te vaak toegepast instrument. Het pregnant scherpe geluid is zeer dominant. Virtuositeit op deze mini fluit kan Sanders
niet ontzegd worden. Het 'aangenaamste' deel van de 'Symphony' is het ouderwets swingende laatste stuk met spannende soli van Cherry, Berger en Sanders.
'Manhattan Cry', het tweede en laatste lange stuk van de cd, is meer gestructureerd dan het voorgane. Na het ballad-intro, fraai geblazen door cornettist Cherry en even fraai begeleid - in dit geval op piano - door Berger, krijgt Barbieri in het medium up-tempo deel 'Lunatic' de gelegenheid met zijn bekende growl-geluid uit te pakken. Na die energieke solo doet Sanders het nog eens dunnetjes over in het derde deel van de suite, 'Sparkle Plenty'. In dit razend snelle nummer soleert vibrafonist Berger zeer competent. In het vrije laatste deel 'Om Nu' is er soloruimte voor Sanders, Berger en Cherry en collectieve improvisaties voor het gehele ensemble.
De twee suites zijn exemplarisch voor de vrije benadering van de jazz, die vanaf die periode gedurende meer dan een decennium niet alleen controversen zou oproepen, maar ook het jazzspectrum zou wijzigen. Het is goed wederom kennis te kunnen nemen van de hoogtepunten van de toenmalige free jazz, waaruit huidige belangrijke hedendaagse improvisatoren hun inspiratie hebben kunnen putten.(Jacques Los, 4.11.06) - [print]
- [naar boven]
Dutch Dare brengt Nederlandse topjazz naar Australië
Op het Wangaratta Festival Of Jazz is de Nederlandse inbreng dit jaar opvallend groot. Available Jelly, het ICP Orkest, het Eric Boeren 4tet en het Tobias Delius Quartet zullen op 3, 4 en 5 november optredens verzorgen op dit belangrijkste jazzfestival van Australië.
Deze concerten vinden plaats in het kader van 'Dutch Dare', een hedendaags, multi-disciplinair cultureel programma van Nederlandse activiteiten in Australië, in het kader van de viering van 400 jaar bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Australië. Dit programma is op verzoek van de Nederlandse ambassade te Canberra en in opdracht van de ministeries van Buitenlandse Zaken en OCW samengesteld door de Stichting Inter-nationale Culturele Activiteiten, de Mondriaan Stichting en het Fonds voor de Amateur-kunst en Podiumkunsten.
Overigens zullen Available Jelly en het ICP voordat ze terugkeren naar Nederland en aansluitend op het festival nog een drietal optredens verzorgen in Australië, te weten in Adelaide, Brisbane en Sydney. Saxofonist Tobias Delius komt met zijn kwartet eerst naar Nederland voor tweetal concerten in Amsterdam (Bimhuis, 16/11) en Tilburg (Paradox, 17/11), alvorens af te reizen naar Duitsland en Oostenrijk voor een kort tourneetje.
Meer weten?
Klik hier voor een artikel over 'Dutch Dare & Beyond' op de website van The Age, met onder meer een
interview met Tobias Delius.(Anoniem, 3.11.06) - [print]
- [naar boven]
Roberta Gambarini - 'Easy To Love' (Groovin' High/Kindred Rhythm, 2006) ****
De Italiaanse zangeres Roberta Gambarini, die in ons land nog geen grote bekendheid geniet, wordt op deze opname terzijde gestaan door Tamir Hendelman (piano), Gerald Clayton (piano in 'Only Trust Your Heart'), bassisten John Clayton en Chuck Berghofer, drummers Willie Jones III en Joe La Barbara en speciale gast James Moody (tenorsax & vocals in 'Loverman' en 'Centerpiece').
Gambarini's stem is warm en aangenaam. Ze beschikt over een goede dictie en frasering, is trefzeker in haar intonaties en heeft een groot bereik, zoals te horen is in 'On The Sunny Side Of The Street' waarin ze ook haar scatvermogen etaleert. Een imponerende uitvoering zonder meer! Om haar vocalisme enigszins te duiden kan Sarah Vaughan als referentiepunt dienen.
Met dit album geeft zij ook blijk van haar arrangeerkwaliteit. 'Lover Come Back To Me', in up-tempo, is daarvan een heerlijk swingend bewijs. Het repertoire, bestaande uit min of meer bekende titels uit het Great American Songbook, is dus niet bijzonder, maar deze verpersoonlijkte vertolkingen van Roberta Gambarini maken er toch weer iets spraak-makends van.
(Anoniem, 1.11.06) - [print]
- [naar boven]
Take Ten Marc Mommaas
In een nieuwe aflevering van onze rubriek Take Ten worden de vragen beantwoord door de in New York woonachtige saxofonist/componist Marc Mommaas. "Vanaf het eerste moment dat ik in New York was, wist ik dat ik daar thuis hoorde. Er is daar een enorme diversiteit aan muziekstijlen en scenes. Muzikanten van over de hele wereld komen naar New York om hun muzikale kwaliteiten verder te ontwikkelen," verklaarde Mommaas zijn woonplaats in een interview met Henk Aalbers (De Gelderlander, 18 november 2004).
De saxofonist bracht als leider tot nu toe drie cd's uit: 'Global Motion Trio' (1999), 'Global Motion' (2003) en 'Balance' (2005). Uit onze recensie van 'Global Motion': "Mommaas' saxgeluid is warm en zangerig en zijn soli getuigen van een grote rijkdom aan smaakvolle ideeën en intensiteit."
Klik op hier om Mommaas' Take Ten te lezen.
(Anoniem, 1.11.06) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...