Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd / Jazztube
Peter Tiehuis T5 - 'Heart In Mind' (ZenneZ, 2021)

Peter Tiehuis geldt als een kopstuk van de Nederlandse fusion. Met zijn veelzijdigheid in alle denkbare stijlen schittert de gitarist sinds jaar en dag in het Metropole Orkest en aan de zijde van grootheden als Charlie Mariano, George Duke en Mike Stern. Anno 2020/21 vond Tiehuis het de hoogste tijd om eindelijk zijn eigen product te verwezenlijken: 'Heart In Mind'.

Zijn kwintet T5 bestaat uit kompanen met wie hij jarenlang podiumervaring deelt, en dat is te horen. Toetsenist Karel Boehlee en bassist Theo de Jong schitteren behalve door meesterlijke instrumentbeheersing vooral ook door synergetisch altruïsme ten bate van het totaal. De band met drummer Jasper van Hulten en percussionist Martijn Verdonk klinkt als een gesmeerde klok, ook dankzij de briljante mix en mastering van Tiehuis en Brian Cardner.

Het album is eigenlijk een verzamelaar met elf tracks, waarvan zeven van Tiehuis zelf. De titelsong is oorspronkelijk zijn eerste compositie, in opdracht van Mariano voor de NDR in 1995. De nummers bestrijken alle uithoeken van het genre - jazzrock, blues, samba en funk - en verraden Tiehuis' grootste invloeden: Larry Carlton, John Scofield en Pat Metheny. Zelf noemt hij desgevraagd Jan Akkerman als een stimulerende kracht in zijn ontwikkeling als gitarist. "Tussen mijn 13de en 16de heb ik alles zoveel mogelijk opgezogen van hem, sound, time, maar misschien ook een soort schijt hebben aan theorie: niet weten of kunnen beredeneren wat je doet, maar het gewoon mooi vinden klinken." De intuïtie (weten zonder beredeneren) is sowieso een streven van de spirituele musicus, die doet aan yoga en meditatie en er de titel van het album mee verklaart. "In het gewaarzijn van de mens speelt het hart een essentiële rol; het hart is het tegenovergestelde van denken. Het voelt en verbindt, het staat symbool voor de liefde."

In de Jazztube hierboven zie je de online cd-presentatie van dit album door Peter Tiehuis T5 vanuit de Triple A Music Studio's in Almere op 14 januari jongstleden.

Labels: , ,

(Storm Bakker, 27.2.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Creatieve benadering van Gershwin

'Gershwin Celebration' door Peter Beets - Henk Meutgeert New Jazz Orchestra feat. Izaline Calister, donderdag 17 februari 2022, Kielzog, Hoogezand

Dit was niet de eerste keer dat George Gershwins magnum opus 'Rhapsody In Blue' door een Nederlands orkest werd uitgevoerd. Maar ik betwijfel of er hier ooit een harder swingende versie werd gespeeld. Dat had in de eerste plaats te maken met het arrangement dat orkestleider Henk Meutgeert had vervaardigd. Hij had de oorspronkelijke score van Frede Grofé voor het Paul Whiteman Orchestra tamelijk letterlijk overgenomen - maar had de nodige serres, dakkapellen en hoektorentjes aan het bouwwerk toegevoegd.

Om te beginnen was de instrumentatie – acht koper, vijf rieten en drie man ritme – anders: het New Jazz Orchestra bevat nu eenmaal geen strijkers. Het oorspronkelijke stuk bood ook geen onderdak aan zoveel variaties: Meutgeert had er zelfs een soort samba en en montuno doorheengeroerd. Het stuk zat het orkest, bestaande uit getalenteerde jongelui en beginnende veteranen, als gegoten. En pianist Peter Beets, mede-oprichter van de band en voornaamste solist, leefde zich uit op de Bösendorfer. In zijn solopartij permitteerde hij zich veel vrijheid en de vleugel liet alle nuances van dynamiek en coloriet de vrije teugel. Ook de boventonen die in het instrument huizen bleven niet onopgemerkt.

Met de indrukwekkende 'Rhapsody' was het tweede deel van het optreden begonnen. Het concert was gestart met Gershwins andere grote hit 'I Got Rhythm'. Beets had hier heel gewiekst drie varianten die altist Charlie Parker had bedacht verstopt. In de gauwigheid kon ik dat met mijn beperkte geestelijke vermogens niet precies volgen, maar 'Anthropology' en 'Chasin' The Bird' zullen er wel bij hebben gezeten. Parker schreef minstens een stuk of acht, negen variaties op 'Rhythm'. Hoe dan ook, het resulteerde in een spannende, creatieve start. De sluizen van de verbeeldingskracht draaiden nog een kiertje verder open in 'Summertime'. Hier en daar herinnerde het arrangement van Meutgeert aan de avant-gardestukken die Eddie Sauter voor de bigband van drummer Ray McKinley schreef, vlak na de oorlog.

Zangeres Izaline Calister was gastsoliste en zij bleek de perfecte match. Calister bracht het repertoire – overwegend songs uit 'Porgy And Bess'- tot leven met een instrumentale benadering en een snufje dramatiek.

In de wandelgangen werd gefluisterd dat Henk Meutgeert, die met ontspannen handbewegingen leidde, de band gaat verlaten. Iets met pensioen of zo. Nou zijn de wandelgangen in de regel wel wat betrouwbaarder dan de asociale media, maar ik ben geneigd het gerucht met een korreltje zout te nemen. Meutgeert kán helemaal niet weg. Wie gaat dan die fantastische, fantasievolle arrangementen schrijven? Wat moet het New Jazz Orchestra zonder Henk Meutgeert? Wat moet Meutgeert zonder het New Jazz Orchestra? Nou dan. Ik bedoel, je vrouw kun je met of zonder het nihil obstat van de Mietoe-politie nog wel de deur uitzetten, maar het New Jazz Orchestra zonder Meutgeert... Er zijn grenzen, mijnheer.

Foto's: Hammie van der Vorst

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 23.2.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Humor does belong in music

Montis, Goudsmit & Directie, woensdag 16 februari 2022, Liever in de KluiZ dan ThuiZ, Theater de Bussel, Oosterhout

Twee jaar geleden betoonde ik mij bijzonder enthousiast over 'Taste Of Culture', het debuutalbum van het trio Montis, Goudsmit & Directie. Ofwel Frank, Anton en Cyril. De combinatie hammondorgel, elektrische gitaar en drums klonk naar aanleiding van de hoes van het album als 'stomen, dampen en (over)koken... met al even hete muziek als resultaat'. Live hoorde ik ze nog niet, tot deze woensdagavond bij Liever in de KluiZ dan ThuiZ in de Oosterhoutse Bussel.

"We zijn professionals," horen we Directie, die naast drummer de rol van spreekstalmeester en cabaretier vervult, op enig moment stellen. Geen idee waarom hij dit punt wil maken, want na één nummer, het speciaal voor vanavond geschreven stuk 'De Bussel', waren wij daar al van overtuigd. En dat zit hem niet alleen in de muziek, muziek die je natuurlijk vooral live moet horen, maar vooral in het speelplezier. De jongens hebben duidelijk een inhaalslag te maken en als uit de kluiten gewassen tieners trakteren ze ons op hun grollen, grappen en kwinkslagen, Directie voorop en ja, bij hem mag het wel een tandje minder. Niet dat het ten koste gaat van de kwaliteit van zijn spel, hij is inmiddels zo all-round dat dat wel goed zit, maar laat ik het voorzichtig zeggen: hij is meer een drummer dan een cabaretier.

Is dit jazz? Vaker niet dan wel. Vaker is het blues, moddervette soul, met als een van de hoogtepunten 'I’ve Got A Name' van Ray Charles. Of hij zelf achter het orgel zit, zo goed weten ze de sfeer te vangen. En ja, soms ook frisse rock of funk, vooral als Goudsmit zijn pedalen eens goed intrapt. Maar hoe we deze muzikale verrichtingen ook willen duiden, al die nummers hebben met elkaar de bezieling en passie gemeenschappelijk. Hier geen blasé muzikanten die verplicht hun nummertjes afdraaien, verre van: deze drie zouden er direct mee stoppen als de metaalmoeheid optreedt.

Tussen al het vuurwerk door mag er een ballade worden gespeeld, 'R U in Love?', ook te vinden op dat eerste album. Lome soul met een vleugje blues. En hier is het hammondorgel, met die warme klank, die trillers, op zijn best. Daarvoor zat 'Bills Plate', maar de goede verstaander heeft aan een half woord genoeg en leest de titel zoals het eigenlijk is bedoeld. Want ja, "humor does belong in music", zoals Directie stelt. Maar wat wordt hier prachtig gespeeld, met name naar het einde toe. Het subtiele gepluk van Goudsmit, de warme ondertonen die Montis produceert en de gerichte slagen van Directie, die uitmonden in een gloedvolle solo.

Leuk podium, dat Liever in de KluiZ dan ThuiZ, waar zoals Directie verhaalt dit trio in 2016 zijn ontstaan vond. Dit jaar bestaan ze vijftien jaar en dat wordt gevierd, kom dus zeker eens langs!

Foto's: Johan Pape

Labels: , , , ,

(Ben Taffijn, 21.2.22) - [print] - [naar boven]



Cd / Download
Eberhard Weber - 'Once Upon A Time' (ECM, 2021)

Opname: augustus 1994
Johannes Fend - 'Journey' (eigen beheer, 2021)

Steeds vaker kom ik albums tegen van bassisten die solo gaan. Onlangs bracht ECM onder de titel 'Once Upon A Time' solo-opames uit 1994 uit van oudgediende Eberhard Weber en vrijwel tegelijkertijd verscheen van nieuwkomer Johannes Fend het in eigen beheer als download uitgebrachte 'Journey', zijn debuut.

Toen Weber dat concert gaf in Avignon was hij reeds zo'n vijfentwintig jaar actief als bassist en dat hoor je hier in iedere noot terug. Zo vind ik het moeilijk te geloven dat hij, als ik naar opener 'Pendulum' luister, daar echt alleen stond. Ik heb het vouwblad echter wel vier keer doorgekeken, maar zie toch echt nergens een andere musicus. Knap hoe hij hier ritme en melodie met elkaar vermengt, op de voor hem zo typische wijze. Weber heeft immers altijd in die melodisch ritmische hoek gezeten; hij werkte samen met Gary Burton, Jon Garbarek, Charlie Mariano, Chris Hinze en Sigi Schwab en zit al sinds halverwege de jaren 70 bij ECM Records.

Bijzonder is ook 'Trio For Bassoon And Bass', met ook hier alleen die contrabas en ook hier is het weer verbazingwekkend wat hij solo met dit instrument weet te bereiken. Zo speelt hij verderop tegelijkertijd pizzicato én met de strijkstok, met de ene het ritme vormgevend, met de ander de melodie. Een en ander hangt overigens ook samen met het feit dat de contrabas van Weber wel wat afwijkt van wat gebruikelijk is. Sinds 1972 bespeelt hij een elektro-akoestische contrabas die hij speciaal voor zichzelf liet bouwen, wat voor een belangrijk deel de typische klank verklaart. In 'Ready Out There' zit Weber er wat losser in, een gedreven improvisatie. Prachtig ingetogen klinkt 'Silent For A While'. Mooi ook hoe hij hier op zeer subtiele wijze gebruikmaakt van de versterking en de bijpassende vibratie.

Johannes Fend komt uit Oostenrijk, maar woont alweer enige tijd in Rotterdam. De bassist haalde zijn bachelor, zowel in klassiek als jazz, aan het Groningse Prins Claus Conservatorium en zijn master aan Codarts. Hij is inmiddels, hoe jong ook, al overladen met prijzen, met name voor zijn solowerk. Voor 'Journey' gebruikte Fend de contrabas, de basgitaar, zijn stem en een beetje elektronica om het geheel iets meer kleur te geven. Samen met hem maken we een reis (de titel is uitstekend gekozen) door een zeer divers en soms ietwat esoterisch klanklandschap.

Het is ook een reis in de zin dat Fend meerdere muzikale werelden met elkaar combineert. Zijn achtergrond in zowel klassieke muziek als jazz horen we terug, maar ook ambient en meer singer-songwriter georiënteerde muziek komt aan bod, zoals in 'Otherworld', 'Bumpy Road' en 'Challenge'. Qua stijl doet de 'The Hunt' wel wat denken aan de jazzrock van de jaren 70, terwijl Fend ons in 'Dragon’s Cave' middels spannende klanken en fascinerend gebruik van de menselijke stem meeneemt naar verre oorden. Kortom een boeiend debuut, waarin Fend ons een mooie staalkaart biedt van zijn kunnen.

Labels: , , , ,

(Ben Taffijn, 20.2.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Orkestrale kamerjazz

ChamberJazz o.l.v. Tony Hoyting, zondag 13 februari 2022, Het Rode Hert, Roderwolde

In Tony Hoytings compositie 'Last Lullabye', een hommage aan zijn held George Shearing, kwamen alle kwaliteiten bijeen die karakteristiek zijn voor zijn trio ChamberJazz. Subtiel, doch intens en naadloos samenspel, heel precieze unisonolijntjes van piano (Hoyting) en gitaar (Daan Kleijn), humor. Heel listig had Hoyting citaten van Shearings grote hit 'Lullabye Of Birdland' in zijn stuk verweven.

Geen drummer: die plegen de fijnere nuances van een combo immers nog wel eens aan barrels te slaan. Gitaar en contrabas (Marco Kervel) namen de ritmische honneurs waar. Dat deed het duo voorbeeldig. Strak en stuwend, zoals je dat tegenwoordig nog maar weinig hoort. Denk: het Quintette du Hot Club de France; denk: Count Basie.

De naam van Shearing is gevallen. Iets van de harmonische verfijning van deze meester was in de stijl van ChamberJazz doorgesijpeld. Zijn orkestrale karakter heeft Hoytings trio gemeen met andere pianotrio's waarvan het concept niet is blijven steken in klavier plus ritmesectie. Bij mij kwamen in ieder geval associaties met Ahmad Jamal en Junior Mance boven. In Oscar Petersons (weer een held) 'Wheatland' trokken Kleijn en Kerver een lekker ouderwets lopend ritme, waar de gitarist nog een pastelkleurtje doorheen mengde. Wat een oren, deze heren!

Dit soort amalgamen van jazz en kamermuziek is natuurlijk geknipt voor een zondagmiddag in Het Rode Hert in Roderwolde, maar ik kan me voorstellen dat het op een willekeurige maandagochtend in Mezzrow in New York ook prima zou kunnen werken.

Foto: Hammie van der Vorst

Labels: , , ,

(Eddy Determeyer, 18.2.22) - [print] - [naar boven]



Cd's
Fredrik Nordström - 'Dolores: One' (Bluenord, 2021)

Opname: 23-24 november 2020
Fredrik Nordström - 'Dolores: Two' (Bluenord, 2021)
Opname: 23-24 november 2020

De Zweedse saxofonist en klarinettist Fredrik Nordström is bij ons geen echt bekende naam. Toch bouwde hij de afgelopen twintig jaar een stevige reputatie op en werkte hij samen met vooraanstaande musici als Gerald Cleaver, Palle Danielsson, Bobo Stenson, Johan Berke en Sandra Hempel. In 2020 vormde hij met trompettist Staffan Svensson, gitarist Andreas Hourdakis en bassiste Ilaria Capalbo een nieuw kwartet, waarvan vorig jaar april bij Nordströms eigen Bluenord Records een eerste album verscheen: 'Dolores: One'. En eind vorig jaar kwam 'Dolores: Two' uit, met stukken uit dezelfde opnamesessie. Tijd om de muziek van dit kwartet, met voor ons onbekende musici, eens onder het vergrootglas te leggen.

Opvallend aan dit kwartet is dat het geen drummer heeft. Dat kan voor een deel worden verklaard door Nordströms liefde voor Scandinavische folk, iets dat een prominente plaats inneemt in zijn werk, getuige ook zijn vorige album 'Svensk Standards'. Vrijwel alle composities zijn van Nordströms hand, slechts één uitzondering bevestigt de regel: John Coltrane's 'Central Park West', waarmee 'Dolores: One' wordt afgesloten.

Dolores: One' begint met 'Algorithm Changes', een compositie die direct laat horen waar de kracht ligt van dit kwartet: melodieuze, ingetogen jazz, met soms wat ruimte voor meer abstracte uitingen. Het eerste element zorgt voor mooi en meestal vrij introvert spel, het tweede element geeft de nodige spanning aan de muziek. 'Sun Bleached' en 'The Big Question', beide te vinden op 'Dolores: Two' getuigen hiervan. Er is ook ruimte voor indrukwekkend samenspel, zoals Nordströms baritonsax en Svenssons trompet laten horen in 'Signpost' en 'Mirus', de opener van 'Dolores: Two'.

Nordström heeft dus duidelijk een voorkeur voor ingetogen stukken, muziek die ademt en waarbij de noten de ruimte krijgen. Een enkel stuk heeft iets meer tempo, zoals '19 Southbound' op 'One' en 'Canadian Tuxedo' op 'Two', maar ook dan kunnen we nog gerust van ballades spreken. Hij heeft voor dat ingetogen werk precies de goede musici uitgezocht; alle drie weten iedere keer - al dan niet letterlijk - de juiste snaar te raken. Zoals hierboven reeds gesteld speelt abstractie geen grote rol, maar het is zeker ook niet afwezig. Het meest kenmerkende stuk waarin de abstractie voorop staat is het veel te korte 'Drop', dat samen met 'Rise' op 'One' en 'Ground Frost' op 'Two' overigens ook een van de weinige stukken is waarin we Nordström op klarinet horen. Wie deze man en zijn collega's niet kent, maar houdt van de muziek die het ECM-label uitbrengt, kan deze albums ongezien aanschaffen.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 16.2.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Zalf voor de ziel

Jessica de Boer Full Band, vrijdag 4 februari 2022, DUMS, Utrecht

Vrijdag 4 februari presenteerde Jessica de Boer haar debuutalbum 'Grow' in het UJazz-zaaltje van DUMS aan het Domplein in Utrecht. De vocaliste trakteerde de uitverkochte club op een gevarieerde mix van akoestische jazz, world fusion, latin en zelfs een snufje reli-pop, subtiel verwerkt in weelderige arrangementen, met eigen Engelse, poëtische teksten. Het geheel is akoestisch, dromerig en ingetogen, dus wel minder geschikt voor ruige rockers, maar voor wie even genoeg heeft van de genadeloze buitenwereld is Jessica de Boer een welkome zalf voor de ziel.

Haar band bestaat uit de crème van de HKU 'next generation'. Pianist Manuel Wouthuysen, de Aramis van de Utrechtse jazz, die stilistisch graag van twee walletjes eet, maakte vanavond indruk met zijn solo in 'Harvest', een stuk van De Boer, die de meeste stukken schreef. Compositorische bijdragen werden ook geleverd door gitarist Eric Brugmans, die zich op het podium openbaarde als de drijvende kracht achter De Boer. Hij speelde zowel akoestisch als elektrisch en grossierde in het kielzog van de zangeres voortdurend met mooie, toepasselijke sounds.

De firma Gijezen en Siderius schitterde intussen in organisch schilderwerk, echter zonder te overdrijven. Thimo (bas) en Mees (drums) verloren de structuur geen moment uit het oog. Waar nodig werd het kwintet verrijkt met fijne percussie van Yannick ter Beek, die helaas zijn djembé niet was vergeten. Kroon op deze schepping werd geleverd door de backing vocals van Manon Neijenhuis en Noël van de Wiel, die zich spatzuiver verenigden met de lead van Jessica de Boer.

De hoofdrol was uiteraard voor de zangeres zelf, wier geluid in the heat of the moment nog veel beter uit de verf komt dan op de plaat. Haar stem schakeert in klankkleur en zij heeft een groot bereik, zingend met gesloten ogen en haar eindeloos meanderende melodieën geleidend met armgebaren. De Boers zang is intrinsiek en integer; van meet af aan is duidelijk dat deze jazzfreule echt meent en herbeleeft wat ze zingt.

Foto's: Peter van Heun

Labels: , ,

(Storm Bakker & Sophie Kamphuis, 12.2.22) - [print] - [naar boven]



Cd's
Norman W. Long, Wills McKenna, Ishmael Ali & Bill Harris - 'Anemoi' (Amalgam, 2021)

Opname: 11 mei 2021
Brianna Tong, Johanna Brock, Ishmael Ali & Andrew Scott Young - 'Akjai' (Amalgam, 2021)
Opname: 29 mei 2021
Ishmael Ali, Allen Moore & Bill Harris - 'Hearsay' (Amalgam, 2021)
Opname: 16-17 januari 2021

Drie recente albums van het in Chicago gevestigde Amalgam, met als centrale figuur de cellist en gitarist Ishmael Ali. Samen met Norman W. Long, hier te horen op synthesizer, saxofonist en fluitist Wills McKenna en drummer Bill Harris horen we hem op 'Anemoi'; onder de naam Akjai nam hij met vocaliste Brianna Tong, violiste en vocaliste Johanna Brock en bassist Andrew Scott Young het gelijknamige album op en met de in diverse vormen van elektronica gespecialiseerde Allen Moore en Bill Harris werkte hij aan 'Hearsay'.

Maar laten we beginnen met 'Anemoi'. Mooi hoe in opener 'You Can’t Cross The Sea' Long, Ali en Harris het ritme uitbouwen, waar McKenna vervolgens op sax op ingetogen wijze aansluiting bij vindt. 'With Such' en 'Thin Wings' laten goed horen dat Long met zijn kraakjes, plopjes en bliepjes een grote stempel op dit album drukt. Of kunnen we een deel op het conto van Ali schrijven, die hier immers ook met elektronica in de weer is? In het eerste stuk in samenwerking met Harris en in het tweede vooral met McKenna. Heerlijk stroef gaat het eraan toe in dit met ruim twintig minuten langste stuk. Maar ook Ali's cello speelt hier een belangrijke rol, zijn strijkstok knarsend over de snaren bewegend. En ook verder is dit stuk een bijzonder enerverend klankfeest. Aantrekkelijk klinkt ook het onstuimige 'Makes It Hard', waarin Long en Harris het tempo danig opschroeven en zo de perfecte voedingsbodem bieden voor McKenna's kwaliteiten. Tot slot klinkt 'To Hear', waarin nog één keer de sluizen opengaan.

Op 'Akjai' gaan bas, cello en viool een vruchtbare relatie aan. De drie strijkers kleuren 'Marks Along Your Pavement' en bieden Tong een prachtig kader voor haar klassiek aandoende vocale kwaliteiten. Iets dat ze overigens knap afwisselt met veel experimentelere klanken. In 'Simone (and Other Irrevocable Truths' horen we Tong in een soort van jazzy Sprechgesang tegen een vrij ongenaakbaar strijkersklanklandschap. Een indrukwekkend stuk. Na al dat geweld doen de eerste noten van 'Lumpy Soul' bepaald weldadig aan, noten waaruit zich langzaamaan een ietwat stroef klanklandschap vormt. Tot slot horen we het enigszins cabaretesk aandoende 'Laughter As A Barometer', waarin wederom Tongs vocale kwaliteiten opvallen. Ook hier zoekt ze weer uitgebreid het experiment op.

Ook op 'Hearsay' veel elektronica, zowel Moore als Ali tekenen ervoor. Slepend ritmisch klinkt het in 'Stille Post', als een machine die nodig aan onderhoud toe is. Harris voegt zich met zijn slagwerk naar beide partners. In het opwindende 'Russian Scandal' is het zeker Moore die tekent voor de elektronica, omdat we hier Ali duidelijk de snaren van zijn cello horen spannen. Hetzelfde geldt voor het spannend slepende en zeer experimentele 'Téléphone Arabe'. Voor 'Rumours' haalde Moore een aantal lp's uit zijn collectie. Rommelen met het toerental maakt daarbij het feest compleet. We hoorden Ali op deze cd nog niet op gitaar, dat maakt hij goed in 'Spazmeno Tilefono'. Experimentele klanken vermengen zich hier met Moore's opwindende elektronica en Harris' hectische spel.

Labels: , , , , , ,

(Ben Taffijn, 11.2.22) - [print] - [naar boven]



LP / Jazztube
Thurston Moore, Farida Amadou, Steve Noble & Peter Brötzmann - 'M.A.N. - B.A.N.' (Dropa Disc, 2021)

Opname: 23-24 augustus 2019

Kreeg het Summer Bummer Festival van 2019 een jaar later al een staartje via de release van 'Front To Front' van Fred Van Hove en Peter Brötzmann, dan wordt er nu een kloek vervolg aan gebreid met 'M.A.N. - B.A.N.', dat de uit hun voegen barstende slotconcerten van die twee avonden bij elkaar brengt.

Het zaadje voor deze dubbel-lp werd trouwens op datzelfde festival geplant, maar dan een paar jaar eerder. Het mooie van een evenement dat inzet op generatie-overstijgende kruisbestuivingen is immers dat er voortdurend nieuwe banden ontstaan en/of plannen gesmeed worden. De jonge Belgische bassiste Farida Amadou leerde er zo de Britse drummer Steve Noble kennen. Het duo - laten we ze A.N. noemen - had een klik en hop, het de was de start van een vruchtbare samenwerking. Daar wordt nu dit materiaal aan toegevoegd met twee collega-improvisatoren die ook present waren op het festival, en niet de minsten: Thurston Moore, die M.A.N. vervolledigt, en Peter Brötzmann, het sluitstuk van B.A.N..

Zonder de muzikanten over een kam te willen scheren, kan je natuurlijk wel al een paar voorspellingen doen. Zo zal het niemand verbazen dat de volumes en densiteit regelmatig in het rood gaan. Amadou en Noble hebben een zwak voor texturen en dynamiek, maar zullen die ook ten volle uitspelen tijdens daverende stormen van geluid, waaruit soms eigenlijk moeilijk op te maken valt waar de instrumenten elkaar raken. Hun partners hebben er ook al een parcours via beproevende omwegen op zitten. 'M.A.N. - B.A.N.' is dan ook uitermate geschikt om loeihard door de ruimte te knallen. Het heeft een intense lijfelijkheid, een vitale Sturm & Drang die pas echt tot z'n recht komt als je het voelt ter hoogte van de onderbuik.

Het concert van M.A.N. (dat op het festival eigenlijk de dag na B.A.N. kwam) start met gefrunnik en accenten die snel aan het sudderen geraken. Het is een verkrampende ondergrond van woelig geluid, een jungle van dichte klanken die via het cimbaalgehamer van Noble opbouwt naar een massieve trance. Moore krijgt eigenlijk een vrije rol toegediend, die hij niet zozeer aanwendt om te gaan domineren, maar om de sound open te trekken én compact te houden: er is regelmatig een koptelefoon voor nodig om de overgangszones tussen de artiesten te detecteren. De storm gaat nu en dan wel eens liggen en de overgang van A- naar B-kant wordt gebruikt voor wat welgekomen zuurstoftoevoer, maar het maximalisme spant de kroon. Noble regeert over de volledige kit, Amadou beweegt van grillige effecten naar rauwe betonmolenfurie en Moore reageert met een abstracte onstuimigheid die de ritualistisch aanvoelende massa enkel nog meer gewicht geeft. Een performance die de luisteraar bedekt met een vette gulp sonische ongedurigheid.

B.A.N. laat meteen een heel ander geluid horen. Niet enkel omdat de elektrische gitaar vervangen wordt door dat akoestische wapen, de tenorsax, maar ook omdat je te maken krijgt met een muzikant die er vanaf de eerste seconde geen twijfel over laat bestaan wie hij is. Op 78-jarige leeftijd blaast Brötzmann nog altijd die lange, scheurende lijnen met wortels in de jazztraditie die vervolgens de boel binnenstebuiten keren. Het is ook een improvisator die een ritmesectie totale vrijheid gunt zonder het overzicht te verliezen. Het is onvermijdelijk dat gedachten nu en dan uitgaan naar eerdere ritmesecties - Pliakas/Wertmüller bij Full Blast, Pupillo/Nilssen-Love in Hairy Bones, Laswell/Jackson bij het legendarische Last Exit - maar toch heeft dit trio een heel eigen, struikelende kracht. Brötzmann jeremieert woest op een brommende, voortdurend transformerende ondergrond, maar zet ook regelmatig een stap terug. En net als je denkt dat het samenspel monochroom dreigt te worden, krijg je weer een wending voor de kiezen die je eraan herinnert dat dit beestjes zijn met een killersinstinct.

Het maakt van 'M.A.N. - B.A.N.' een stevige kluif. Dit zijn performances die geen concessies doen, maar evenmin teren op routine of voorspelbare trajecten. Sterke persoonlijkheden, die zet je niet zomaar opzij, dus ergens klinkt het zoals verwacht, en toch is het weer helemaal anders. Het sluit mooi aan bij de geest van het festival, waar altijd weer verrassingen te rapen vallen en ontmoetingen verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

In de Jazztube hierboven zie je een gedeelte van het optreden dat M.A.N. gaf in Cafe OTO in Londen op 28 oktober 2018.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Labels: , , , ,

(Guy Peters, 5.2.22) - [print] - [naar boven]



  

Concert
Leiders zonder ego's

Fugimundi, zondag 30 januari 2022, Jacobskerk, Feerwerd

Wie nog sceptisch was over de toekomst van livemuziek, ongestreamd, met publiek dus, werd in de medley 'Mon Petit Prince/Boom Petit' over de streep getrokken. Toen verlichtte de laatste zonnestraal van de zondagmiddag het gezicht van trompettist Eric Vloeimans, die heel toepasselijk een engelachtige solo blies. Zijn geluid kreeg gaandeweg een bazuinachtige branie, die het kerkje van Feerwerd tot de zoldering vulde. Dynamiek en intensiteit waren hier de belangrijkste parameters.

Het optreden was begonnen met Herman Fraanjes verstilde 'Gran Cassa Paradiso'. De pianist vormde hier met gitarist Anton Goudsmit een onderkoelde, maar zeer solide en naadloze eenheid. Ook een klein wonder, gezien de beperkingen van de laatste twee jaar. Alles zit nog veilig in de hoofden van de muzikanten. Zelfs toen leider Eric Vloeimans zich na een minuut of daaromtrent bij de andere twee voegde bleef de eenheid intact. Dat is in feite nog indrukwekkender: uit de astronomie kennen we het Three Body System (het krachtenstelsel dat drie hemellichamen met elk hun eigen positie, baan, versnelling en snelheid bijeenhoudt), dat vóór de komst van de zeer krachtige computers voor fundamentele hoofdbrekens zorgde. Het trio Fugimundi maalde er niet om. De opgeroepen klankvelden en zweefvluchten maakten een bijzonder solide indruk. Deze drie leiders hadden hun ego's thuisgelaten, ook toen de muziek wat hobbeliger paden insloeg, zoals in Vloeimans' 'Guano'.

Fraanjes 'Charlotte' was opgedragen aan diens schoonmoeder. Voor ons geestesoog verscheen een kloeke madam, een Mensch die ook haar zachte kanten koesterde. Ja, zo'n schoonmoeder willen we allemaal wel.

Als dit het nieuwe oude normaal is teken ik ervoor.

Foto's: Jan Tempel

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 1.2.22) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.