Concert
Staalkaart van de hedendaagse Zuid-Afrikaanse orkestrale jazz
Afro Vibes met Metropole Orkest Big Band o.l.v. Marcus Wyatt, donderdag 30 september 2021, Bimhuis, Amsterdam
Wie gedacht had dat het Afro Vibes-concert van het Metropole Orkest onder leiding van trompettist en arrangeur Marcus Wyatt een licht zou werpen op de fascinerende Zuid-Afrikaanse bigbandcultuur van de jaren dertig, veertig en vijftig, kwam van een koude kermis thuis. Het optreden van het Metropole (zonder strijkers) had meer met Thad Jones van doen dan met de legendarische Merry Blackbirds, de Jazz Maniacs, of de Harlem Swingsters.
Je kunt je ook afvragen of de geacheveerde Metropolians wel het juiste vehikel zijn voor de ruwe, rauwdouwerige sound van de klassieke jazzorkesten uit Johannesburg en omgeving. Die muzikanten hadden over het algemeen geen deugdelijke scholing, ik maak me sterk dat er zonder bladmuziek werd gespeeld - afgezien dan van de pianist, misschien. De orkesten, die zich door de bank genomen van korte, simpele riffjes bedienden, klonken als uitvergrotingen van de instrumentalisten: los en toch intens, met ruwe randjes. Het is in dit verband dan ook interessant dat Marcus Wyatt twee arrangementen voor amateurmuzikanten beschikbaar heeft gesteld (je vindt ze op deze pagina). Ik maak me sterk dat de Big Band Avanti uit Bovenkarspel een boeiende vertolking kan geven van dit soort materiaal.
Terwijl het toch veelbelovend begon. Het openingsnummer, Dudu Pukwanas 'Tete And Barbs In My Mind', een soort koraal, verwees naar de grote invloed die de Zuid-Afrikaanse kerk heeft gehad op de vocale én de instrumentale populaire muziek uit die beginjaren. Menige jazzveteraan was zijn muzikale loopbaan ooit begonnen in een koperorkest van de kerk of van het Leger des Heils. Pukwanas stemmige stuk ging min of meer naadloos over in diens 'Mra'. Aram Kersbergen trok een opgeruimd kwela-ritme uit zijn contrabas, drummer Martijn Vink vulde dat verder adequaat in en zo zaten we midden in Port Elizabeth. Daarbij kan worden aangetekend dat Vink er voor de eerste maal bijzat: éénmaal met het Metropole gerepeteerd, via Zoom. Wat een gast! Maar zoals gezegd, in de rest van het programma schemerden de kwela-wortels slechts vaagjes door.
Trombonist Louk Boudesteijn verdient een speciale vermelding: zijn dwingende en swingende sound en zijn onstuimige solowerk pasten naadloos in het idioom. Big Band Avanti: dit is uw gastsolist! Speciale vermelding verdient ook vocalist Siyabonga Mthembu, wiens domein voor een deel in het spoken word-genre lag. Hij gaf het repertoire een onmiskenbaar Zuid-Afrikaans smaakje. Sommige stukken waren allerminst lichtvoetig van aard. De 'Song For Ellen Pakkies' van Benjamin Jephta bijvoorbeeld handelde over een moeder die ten einde raad haar aan crystal meth verslaafde zoon ('een lege huls') om het leven bracht. Het leven beëindigen van degene aan wie je het leven hebt gegeven.
'Stimela' van trompettist Hugh Masekela was een treinsong. Toch maf, hoeveel liedjes er over treinen en treinreizen zijn geschreven, zeker als je het vergelijkt met het aantal songs over de Boeing 737.
Foto's: Hammie van der Vorst
Labels: Afro Vibes, concert, Marcus Wyatt, Metropole Orkest Big Band, sep21
(Eddy Determeyer, 4.10.21) - [print]
- [naar boven]
Downloads
Thollem's Astral Travelling Sessions – deel 2
Thollem - 'Thollem & Tatuya Nakatani' (Astral Spirits, 2020)
Opname: 2019
Thollem - 'Thollem & John Dieterich' (Astral Spirits, 2021)
Opname: 2019
Thollem - 'Thollem & Rova Saxophone Quartet' (Astral Spirits, 2021)
Opname: 1 augustus 2019
We besteden nog een tweede keer aandacht aan Thollem (Thollem McDonas) en zijn bij Astral Spirits lopende serie 'Astral Travelling Sessions'. Er is gewoonweg te veel moois om niet nog een keer bij deze musicus en zijn samenwerkingspartners stil te staan. Daarom vandaag allereerst twee duosessies, de eerste met slagwerker Tatsuya Nakatani en de tweede met John Dieterich op dobro, en tot slot de sessie met het Rova Saxophone Quartet. Op de eerste twee albums horen we Thollem op synthesizer, op de derde bespeelt hij de piano.
Thollem horen we in deze serie net iets vaker op synthesizer - vaak de Waldorf Blofeld - dan op piano, zo ook hier met de Japanse percussionist Tatsuya Nakatani. Het is het soort improvisatie dat duidelijk is gericht op het creëren van een zo boeiend mogelijk klanklandschap en de geluiden doen daarbij vaak opvallend natuurlijk aan. Vooral Nakatani valt hier op met zijn zeer diverse instrumentarium. Zoals vaker in deze serie is de muziek, met invloeden vanuit de experimentele elektronica, free jazz, noise en hedendaagse gecomponeerde muziek, ook een combinatie van westerse en niet-westerse klanken. De eclectische aanpak van Thollem, waar zijn reizen onlosmakelijk mee zijn verbonden, werpt zo zijn vruchten af. Zo ook hier, waarin duidelijk de invloeden vanuit de Japanse muziek doorklinken. Iets soortgelijks hoorden we in de set met de Mexicaanse stemkunstenares Carmina Escobar, die hier de vorige keer voorbijkwam.
Een ander boeiend duoalbum is dat van Thollem met John Dieterich, beter bekend als een van de leden van Deerhof, op de dobro. Net als de pedalsteel van Susan Alcorn een instrument dat we niet direct associëren met vrije improvisatie, maar dat zich daar - getuige dit album - prima voor leent. Het is niet het eerste album dat de twee samen maakten, eerder verschenen 'All For Now' en 'Bad News From Houston'. En ook hier voelt Thollem, wederom op synthesizer, zijn muzikale partner prima aan. De klanken vermengen zich op prachtige wijze tot een onverwacht stevige en eclatante mix van folk, free jazz en noise. Muziek die naast de liefhebbers van deze experimentele vormen van muziek ook die van de experimentele rock en de fans van Deerhof zou moeten aanspreken.
Het treffen met het Rova Saxophone Quartet vond live plaats en wel in het Center for New Music in San Francisco, augustus 2019. En het moge dan een saxofoonkwartet zijn, tijdens dit concert kozen ze voor een iets andere bezetting. We horen Bruce Ackley op sopraan, John Raskin op bariton en Larry Ochs op tenor en sopranino, terwijl Steve Adams zijn altsax verwisselde voor een laptop. In tegenstelling tot de twee andere albums is dit veel meer een onvervalst, zij het experimenteel jazzalbum. De drie blazers wisselen elkaar af met krachtige en vrij experimentele solo's, de melodie soms dicht naderend, terwijl de twee resterende blazers, Adams en Thollem, zoals gezegd hier op piano, zorgen voor een stevige inbedding. Dit is de jazz die we verwachten van een liveconcert, waarbij de musici de luisteraars onderdompelen in klank. En prachtig is dat samenspel tussen Adams en Thollem halverwege het eerste stuk, Adams' dreigende klankwolken en Thollems opvallend ingetogen, bijna romantische spel. Zo horen we hem niet vaak op deze albums.
Foto: Jason Finkelman
Labels: cd, Thollem's Astral Travelling Sessions
(Ben Taffijn, 3.10.21) - [print]
- [naar boven]
Concert
Veelzijdige Postma rekt muzikale grenzen op
Tineke Postma Inventions Group ft. Miles Okazaki, vrijdag 24 september 2021, Paradox, Tilburg
In het voorjaar van 2020 wordt het zevende album van Tineke Postma, 'Freya', zeer goed ontvangen door de internationale pers. Opgenomen in New York met een line-up om van te watertanden: Ralph Alessi (trompet), Matt Brewer (contrabas), Kris Davis (piano) en Dan Weiss (drums). Na een periode van radiostilte valt het op dat Postma nadrukkelijk op zoek is geweest naar muziek met gelaagdheden, naar vernieuwing.
Op 'Freya' wisselt Postma de alt- en sopraansaxofoon nog af. Maar in haar nieuw project, geformeerd voor de compositieopdracht van het Bimhuis, staat de sopraansaxofoon centraal. Ook haar Inventions Group bestaat voor een deel uit internationale muzikanten. Het kenmerkt de dadendrang van Postma dat zij wederom haar muzikale grenzen wil oprekken. Postma heeft een fascinatie voor de rol van de vrouw in de geschiedenis en in het huidig tijdsgewricht. Dat is niets nieuws onder zon, op het album 'Freya' is dit thema ruimschoots verkend. Tijdens deze minitour geeft de samenstelling van haar band hier ook blijk van. Naast Postma, pianist Marc van Roon, bassist Jeroen Vierdag en de Amerikaanse gitarist Miles Okazaki staan ook Sun Mi Hung (drums) en Fuensanta Mendez (zang en contrabas) op het podium.
À la minute wordt duidelijk dat ritmiek en groove, aangevuld met een opvallende rol voor de vrouwelijke stem, bouwstenen zijn van de muziek. Verdeeld over twee sets worden acht uitgesponnen stukken gespeeld. Zonder uitzondering geschreven door Tineke Postma en geïnspireerd door het conceptuele gedachtengoed van M-Base, van onder andere Steve Coleman. Uitgangspunt is dat ervaringen de muziek voeden en de muzikale structuur en het improvisatiegehalte geen beperkingen kent. Ondanks de excellente groove doet dit concept aanvankelijk academisch aan. Vanaf het derde stuk vindt de muziek, ondanks de complexiteit en de gelaagdheid, een natuurlijke weg. Als gevolg van de toename van de ruimtelijkheid in de muziek is de spanning zinderend en invoelbaar. De afwisseling tussen ingetogenheid en bedwelmende extraversie is oorstrelend. De gitaarskills van Miles Okazaki zijn boven elke twijfel verheven. Zijn unieke gitaarafstelling is onderscheidend, maar meer in het bijzonder vindt Okazaki een superbe balans tussen ingewikkelde ritmes, melodie en harmonie. Ook de voordrachtkunsten en het innemende stemgeluid van de jonge Fuensanta Mendez zijn van toegevoegde waarde binnen het brede fusionpalet dat wordt voorgeschoteld.
Postma wordt geïnspireerd door filosofen, schrijvers en activisten. De lange titels van haar stukken verwijzen hier (bijna) zonder uitzondering naar. Het sleutelstuk van het optreden verwijst naar een uitspraak van Angela Davis: 'Walls Turned Sideways Are Bridges'! Aanvankelijke verkent de compositie de uitgangspunten van de free jazz in een machtige ritmische cadans. De snijdende sopraansax staat symbool voor de strijd voor rechtvaardigheid, onder vurige aanvalsgolven uit de drumkit van Sun Mi Hung. Op natuurlijke wijze maakt de zwaarmoedige sfeer plaats voor een contemplatieve stemming. Dat afwisseling loont blijkt ook uit het afsluitende stuk, waarin kracht en melancholie met elkaar strijden om de gunst van de luisteraar. In de toegift wordt in een zwierig, vrolijk stuk, voorzien van een virtuoze Okazaki en een hartstochtelijk spelende Hung, de avond meesterlijk afgesloten.
Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.
Labels: concert, Miles Okazaki, sep21, Tineke Postma
(Louis Obbens, 2.10.21) - [print]
- [naar boven]
In memoriam
Dr. Lonnie Smith
Dinsdag 28 september overleed op 79-jarige leeftijd hammondorganist Dr. Lonnie Smith.
Smith was een van de meest unieke Hammond-stylisten die voortkwam uit het gouden tijdperk van de orgelensembles uit de jaren 60, een scene die zijn wortels had in zwarte Amerikaanse buurtlocaties. Muzikaal weefde Smith een buitenaards en soulvol tapijt, dat meedogenloos groovende baslijnen samenvoegde met opzwepende melodieën en harmonieën. Als bandleider en artiest had Smith een pittige en viscerale speelstijl, waarmee hij fans over de hele wereld wist te bereiken.
Smith werd geboren in Lackawanna, New York, een voorstad van Buffalo, op 3 juli 1942. Zijn moeder liet hem kennismaken met gospel, blues, jazz en vroege rhythm-and-blues. Als tiener in de jaren vijftig begon Smith muziek op het gehoor te leren en speelde hij trompet en andere koperinstrumenten op school. Hij begon ook te zingen op lokale podia in een doo wop-groep die bekend staat als The Supremes, een ensemble dat dateerde van vóór het beroemde vocale Motown-trio.
Na een korte periode bij de luchtmacht keerde Smith begin jaren zestig terug naar huis in Buffalo, waar hij in aanraking kwam met de muziek van Blue Note-sterorganist Jimmy Smith. De drang om muzikant te worden werd sterker, maar een instrument had hij nog niet gekozen. Rond diezelfde tijd begon hij een muziekwinkel te bezoeken die eigendom was van de lokale accordeonist Art Kubera, die een katalyserend effect zou hebben op de carrière van Smith.
"One day the owner [Kubera] said 'Son, why do you sit here every day until closing time?'", herinnerde Smith zich. "I told him, 'Sir, if I had an instrument I could work, and if I could work, I could make a living. One day I went there, and he closed the place. We went to his house in the back, and there was a brand-new Hammond organ. He told me, 'If you can get this out of here, then it's yours.' It was snowing in Buffalo, but I did. Art was my angel."
Smith ontwikkelde zich razendsnel op het orgel. Hij begon in bands te spelen in de Midwest, New York City en in Buffalo. Veel van de groepen waarmee Smith optrad waren begeleidingsbands voor soulzangers en instrumentalisten op het tourcircuit. In 1964 brak Smith door in de internationale jazzscene toen de jonge gitarist van organist Jack McDuff, George Benson, zijn functie neerlegde en een eigen groep vormde. Benson gaf Smith de orgelstoel in zijn nieuwe kwartet. Na residenties in Harlem's Palm Cafe en Minton's Playhouse werden zowel Benson als Smith getekend door Columbia Records en maakten ze albums als leiders. Ze vestigden een nieuwe stijl, die zinderende bebop combineerde met r&b. De muziek was dansbaar, maar bevatte de taal van de jazztraditie.
Zijn doorbraak kwam toen saxofonist Lou Donaldson Smith en Benson inhuurde voor het Blue Note-album 'Alligator Boogaloo' uit 1967, waarvan het titelnummer verrassend op de Billboard Hot 100-hitlijst belandde. Dit succes leidde ertoe dat Smith in 1968 een platencontract kreeg bij Blue Note als bandleider. Hij maakte binnen twee jaar vijf succesvolle albums voor het label. In 1971 verliet Smith Blue Note. In de jaren 70 begon hij zijn kenmerkende tulbanden te dragen. Hoewel niet expliciet religieus, droeg hij ze als een symbool van universele spiritualiteit, liefde en respect.
In de jaren negentig brak de op groove gebaseerde acid jazz-beweging door in Engeland en de VS, waar de hiphop door middel van sampling de jazz van de late jaren 60 en vroege jaren 70 weer hip maakte. Als gevolg hiervan was Smith opnieuw een veelgevraagd gastartiest. Als leider bracht hij een reeks van vier veelgeprezen albums uit voor Palmetto Records in de vroege jaren 2000.
In 2016 keerde Smith terug naar Blue Note. Hij werd benoemd tot NEA Jazz Master en maakte opmerkelijke, genre-overschrijdende samenwerkingen met Norah Jones en The Roots. Op zijn laatste album, 'Breathe' uit 2020, werkte de organist succesvol samen met Iggy Pop.
Labels: Dr. Lonnie Smith, in memoriam
(Maarten van de Ven, 2.10.21) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...