Leroy Jenkins overleden
Violist Leroy Jenkins is op 24 februari jl. in New York overleden aan de gevolgen van longkanker. Jenkins, geboren op 11 maart 1932 in Chicago, begon op achtjarige leeftijd viool te spelen. Op de Forida A&M University studeerde hij af. Hij gaf gedurende tien jaar les in Mobile, Alabama. Rond 1965 keerde hij terug naar Chicago, waar hij lid werd van de AACM (Association for the Advancement of Creative Musicians). Eind jaren zestig vertrok hij naar Europa en richtte met onder anderen Anthony Braxton, Leo Smith en Steve McCall de Creative Construction Company op. Ook speelde hij in die periode met Ornette Coleman.
In 1970 keerde hij terug naar de VS en speelde met prominente avant-garde en moderne jazzmusici als Cecil Taylor, Archie Shepp, Alice Coltrane en Rahsaan Roland Kirk. Zo speelde hij mee op de legendarische jazz-opera 'Escalator Over The Hill' (JCOA, 1971), waarvoor Carla Bley de muziek en arrangementen verzorgde. Die plaat was een showcase voor relevante free jazzers, met een bezetting waarin onder meer Roswell Rudd, Charlie Haden, Don Cherry en Gato Barbieri figureerden.
In datzelfde jaar richtte Jenkins het Revolutionary Ensemble op met bassist Sirone en percussionist Jerome Cooper. Het trio bracht een aantal albums uit, waarvan de titels de vrijzinnig-kritische geest van het drietal uitademden, zoals 'Vietnam 1 & 2' (ESP, 1972), 'The People’s Republic' (A&M, 1975) en 'The Psyche' (Mutable, 1975). De groep werd in 1977 ontbonden. Jenkins toerde daarna diverse malen door Europa en maakte in 1987 deel uit van de groep van pianist Cecil Taylor. Hij schreef solo- en ensemblemuziek, zowel voor kleine als voor grote bezettingen.
In jaren negentig ontving Leroy Jenkins belangrijke opdrachten en prijzen voor experimentele muziek- en theaterproducties. Vooral op het label Black Saint en India Navigation zijn cd's van hem verschenen. In 2004 volgde er een hereniging van het Revolutionary Ensemble, wat zijn neerslag vond in de cd 'And Now...' (Pi, 2004).(Jacques Los & Maarten van de Ven, 7.3.07) - [print]
- [naar boven]
Jubilerende Greetje Kauffeld imponeert
Jazz Impuls Dubbelconcert met Greetje Kauffeld en Dig d'Diz, zaterdag 24 februari, Hanzehof, Zutphen. Herhalingen: Helmond 10/3, Zwolle 1/4, Spijkenisse 5/4, Purmerend 6/4.
Een jazz-zangeres met een trio (piano, bas, drums): dat is nogal een standaardsituatie. Zo begon het ook bij dit concert, met de jubilerende Greetje Kauffeld, pianist Rob van Kreveld (invaller voor de zieke Cees Slinger), bassist Jan Voogd en drummer Joost van Schaik. Aardig, maar nog niet spannend.
Een stuk spannender werd het toen gitarist Maarten van der Grinten zich op het podium meldde, en Kauffeld met alleen gitaar een indrukwekkende versie van 'Alfie' zong – aan de manier waarop ze een ballad zingt kun je pas echt horen hoe goed een jazzzangeres is. Greetje Kauffeld, vijftig jaar in het vak (heel jong begonnen als een soort wonderkind bij de Skymasters), is nog altijd écht goed. Geen grote stem, maar uiterst wendbaar, gecontroleerd, loepzuiver, perfecte ademtechniek, sterke dictie, jazzy timing.
Nog leuker werd het met baritonsaxofonist Jan Menu erbij. Die mocht niet alleen duetjes zingen met Kauffeld (op de rand van de kitsch), maar zette zijn instrument soms ook als een sublieme tweede stem onder die van de zangeres, met wonderschoon effect in 'Over The Rainbow'. Na een paar opgewekte swingers (feest in 'Route 66') besloot Kauffeld met een adembenemend ingetogen 'Tea For Two' met alleen piano. Klasse.
In het concertdeel voor de pauze waren Van der Grinten, Menu en Voogd met z'n drieën, als het bandje Dig d'Diz, zonder drummer dus (Dig staat voor 'drie is genoeg', en Diz voor 'drummer is ziek' – zo begon het ooit). Een ongebruikelijke bezetting, maar wel een interessant jazzavontuur, met vooral Van der Grinten tegendraads solerend en begeleidend. Het trio put zijn repertoire uit alle hoeken van de muziek: uit de bop (Denzil Best, Thelonious Monk), uit de standards (Harold Arlen), uit de bossa nova (Carrol Antonio Jobim), zelfs uit klassiek (Gustvav Mahler). Eigenwijze muziek, met overtuiging en laconieke humor gepresenteerd.
Deze recensie was eerder te lezen in dagblad De Stentor.
(Anoniem, 7.3.07) - [print]
- [naar boven]
Veenendaal/Kneer/Sun - 'Predictable Point Of Impact' (Evil Rabbit, 2006)
Pianist Albert van Veenendaal is een bijzonder productieve componist, die zich hier van zijn meest dramatische kant laat zien. Sommige stukken zouden niet misstaan als nieuwe soundtracks bij stomme films.
Dit is mijn eerste kennismaking met de smaakvol ontworpen verpakking van het nieuwe label Evil Rabbit. Iets meer achtergrondinformatie over de muziek had niet misstaan, want op internet zijn we aangewezen op slechts een enkele recensie. Het al enkele jaren opererende trio met bassist Meinrad Kneer en Yonga Sun is nu een van Nederlands interessantste moderne jazzformaties, vooral omdat het klassieke pianotrio-formaat nieuw leven wordt ingeblazen.
In wezen is het post-bop dat hier wordt gespeeld, maar de arrangementen en het samenspel zijn zo uitgekiend, dat er ook na meerdere keren afspelen zich nieuwe details presenteren. De musici voelen elkaar feilloos aan, maar het is vooral Yonga Sun die indruk maakt met zijn kleurrijke en smaakvolle speelwijze. Ik ken in Nederland geen slagwerker die beter met klankkleur weet om te gaan.
De muziek van Veenendaal is opgebouwd uit strakke, snelle harmonische wendingen, die steeds nadrukkelijk aan ritmische fraseringen zijn gekoppeld, zodat het ensemblegeluid heel compact blijft. Hoewel de improvisaties op zich interessant zijn, wordt de aandacht steeds getrokken door de subtiele verschuivingen in de rolverdeling tussen de instrumenten. De kracht van de cd zit hem vooral in de wijze waarop en hoe natuurlijk de arrangementen zijn opgebouwd.
Meer horen?
Beluister tracks van deze cd op de website van Evil Rabbit Records of op de blog van
Veenendaal/Kneer/Sun.(Ken Vos, 6.3.07) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...