Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cocqolumn #7
Lekker eenvoudig


Het is februari 1964, en ik lees het nieuwe nummer van Jazz Messenger, het 'orgaan der Dordtse Jazz Sociëteit' (voorzitter: Henk van Buul). Een leuk gestencild blaadje, met behalve de aankondiging van de Live-Music-Avond op 8 februari (met het Louis van Dijk Kwartet en Henk van Buul and his Rhythm) ook de maandelijkse blinddoektest.

Deze keer zijn de slachtoffers gitarist Hans Mantel (die we vandaag de dag kennen als bassist en vooral van het NPS-televisieprogramma Arena, waarin hij met grote geestdrift stukjes jazz mag laten zien uit oude archieven) en tenorist Hans van de Aa (mij nu geheel onbekend). En met welk stukje muziek wordt de test geopend? Met een van mijn persoonlijke all-time favourites, het klassieke bopthema 'Now’s The Time' in de trioversie van pianist John Lewis, met George Duvivier op bas en Connie Kay op drums.

Een fantastisch stukje minimal-music-in-jazz, waarin Lewis alleen die nootjes speelt die strikt noodzakelijk zijn, een meesterwerk in beperking, en dan ook nog laaiend swingend. Ik was de trotse bezitter van het nummertje op een 45-toeren single (met op de achterkant 'Delaunay’s Dilemma'), een plaatje op het merk Atlantic. En wat zegt Mantel in de blinddoektest? "Ik vond het leuk, hij houdt het lekker eenvoudig, lekker rustig. Weet je, die triootjes vind ik altijd een beetje verraderlijk, er zijn maar weinig trio's die een eigen gezicht hebben." Wat bedoelt de gitarist hier? Hij vindt het wel leuk, hij vindt het eenvoudig, dat kan ik volgen. Maar wat is er verraderlijk aan 'die triootjes'? En wat wil je nog meer aan 'eigen gezicht' dan de pianostijl van John Lewis? Ja, Thelonious Monk misschien, of Erroll Garner. Maar goed, Hans Mantel was ook nog maar een jonge jongen in 1964, ik denk dat hij er nu heel anders tegenaan kijkt.

Dat 'Now’s The Time' in deze versie heeft mij mijn hele (jazz)leven achtervolgd. Ik heb het op een bandje gezet, het ging mee in de auto, dat soort dingen. Toen de cd kwam, hoopte ik op een mooie nieuwe krasvrije versie, maar ik had geen idee of het ook op een lp had gestaan en en zo ja, welke. Ik schreef naar Atlantic in New York om informatie, maar heb nooit antwoord gekregen. Een vriend van mijn broer - ook jazzliefhebber - die hoorde van mijn zoektocht, stond op een gegeven moment op de stoep met de lp in kwestie, een plaat met de verheven titel 'Improvised Meditations And Excursions', uit 1958. Aangetroffen in een doos afgedankte lp's in een tweedehandswinkel. Geweldig! Nu nog de cd. Nooit gevonden. Inmiddels hebben we internet en kan ik via zoekopdrachten aan de gang. En jawel: daar is-ie, te koop bij de Jazzwinkel. Maar wel heel raar: op deze cd is de muziek van Lewis (zeven nummers, speelduur 38 minuten) gekoppeld met een lp van Dick Katz uit 1960. Dat wil ik niet, die bestel ik dus niet. Ik heb mijn lp geduldig gedigitaliseerd, de spetjes en kraakjes weggeredigeerd, en zo mijn eigen cd gemaakt.

Het is overigens wel zo, dat 'Now’s The Time' verreweg het sterkste nummer is en blijft (met 'Delaunay’s Dilemma' als runner-up). Deze drie minuten en 48 seconden triojazz, met die toepasselijke titel, staan hoog op mijn verlanglijstje van te draaien muziek in de aula, straks, ooit. "Ik vond het leuk", zei Hans Mantel droogjes in 1964. Voor mij ligt dat dus anders: deze sublieme muziek belichaamt voor mij de essentie van de jazz.

(Anoniem, 22.3.07) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.