Cd
Tuur Floorizone - 'Mixtuur' (W.E.R.F., 2011)
Opname: maart 2011
Steek het op het postmodernisme, maar tegenwoordig wil elke muzikant bruggen slaan, laten versmelten, buiten hokjes denken en deuren open zetten. In de stoet van 'breeddenkende' collega's is Mixtuur van Tuur Florizoone de zoveelste passant. Toch blijft het project met glans overeind. Het resultaat van deze Afrikaanse/West-Europese samenwerking klinkt immers heel homogeen en natuurlijk, alsof Florizoone en zijn muzikanten nooit anders gedaan hebben. Wat in het geval van sommigen natuurlijk ook zo is.
Mixtuur ontstond op vraag van de vzw Trefpunt, die op de Gentse Feesten van 2010 een muzikaal programma wilde realiseren rond de Congolese metissen: kinderen uit een blank-zwarte relatie die in de toenmalige Congolese maatschappij geen plaats hadden en zo in adoptiegezinnen in België terecht kwamen.
De stap naar een gemengde band was voor Florizoone snel gezet en het siert hem dat hij alle muzikanten in het eindresultaat een eigen plaats heeft kunnen geven. Moeilijk heeft hij het zichzelf niet gemaakt; muzikanten als trompettist Laurent Blondiau, tuba- en trombonespeler Michel Massot en slagwerker Chris Joris zijn bij uitstek bekend om hun ruimdenkendheid en flexibiliteit. Even vlot loopt de integratie van celliste Marine Horbaczewski en bassist Nicolas Thys. De Afrikaanse sectie van het twaalfkoppige Mixtuur wordt gevormd door de virtuoze balafoonspeler Aly Keita, drummer Wendlavim Zabzonre, zangeres Tutu Puoane en de drie vocalisten van Nabindibo.
Het artistieke succes van het project berust enerzijds op de kwaliteit van de muzikanten, die duidelijk niet voor zichzelf, maar voor het geheel spelen. Puoane wordt nergens een diva, maar zit met haar meestal woordloze vocalen mooi ingewerkt in het geheel. Daarnaast zijn solistische passages ondergeschikt aan en ingebed in de composities, die de tweede sterke poot van het geheel vormen.
De stukken zijn niet vaag, maar duidelijk afgebakend door componist en mastermind Tuur Florizoone. Zo bescheiden als die zich als uitvoerder opstelt, zo prominent is hij als leider. Zijn composities zijn ronduit ambitieus: opgebouwd uit verschillende delen en rijk aan lagen en contrasten. In de arrangementen weten de muzikanten de verschillende instrumentkleuren goed te mengen, waardoor zowel de rijkdom als de eenheid gegarandeerd worden. Hierdoor kan ook buiten het Afrikaanse kader gedacht worden, zoals te horen in de Balkanmelodievoering van 'Queskia?' (titelsong van het recentste album van Florizoone's Tricycle) of de lounge-achtige harmonie en klankmenging in 'Je Me’n Fous (Je Ments)'. In het quasi-plechtige 'Change' verschijnt de groep in een sobere gedaante, terwijl in 'Las Tres Brujas' de melodische polyfonie van het tweede deel erg rijk klinkt. In de intro is dan weer mooi te horen hoe Thys zijn bas kan laten klinken als een ratelende ngoni.
Het klapstuk van de plaat is echter 'Hunt', een complexe compositie waarbij vanuit enkele eenvoudige basiscellen een hele structuur wordt opgebouwd waarbij het materiaal mag evolueren en transformeren. Het einde, waarin de verschillende elementen boven elkaar gestapeld worden, is een indrukkend staaltje muzikaal vakmanschap dat al het goedkope eclecticisme de wacht aanzegt.
'Mixtuur' is een album dat indruk maakt, niet (alleen) omwille van het opzet, maar vooral door het muzikale resultaat: een safe bet voor jazzliefhebbers, ook voor diegenen die niet zo dol zijn op wereldmuziek.
Meer horen?
Op de Myspace-pagina van Tuur Florizoone kun je van dit album de volgende tracks beluisteren: 'Queskia?', 'Hunt' en 'Kwa Heri'.Labels: cd
(Koen Van Meel, 19.10.11) - [print]
- [naar boven]
Vooruitblik
Internationale jazztop in Muziekgebouw Eindhoven
Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven presenteert in het nieuwe concertseizoen een ijzersterk jazzprogramma. Met namen als Sonny Rollins, Madeleine Peyroux, Arve Hendriksen en Oleta Adams haalt het Muziekgebouw de internationale top naar Eindhoven. Bovendien is Muziekgebouw Eindhoven in november voor de vijfde keer gastheer van de uitreiking van de prestigieuze Edison Jazz|World Awards.
Sonny Rollins geeft een exclusief concert in Eindhoven. De saxofoongigant speelde al voor zijn twintigste met Miles Davis, die later over hem zei: "He was an aggressive, innovative player who always had fresh musical ideas. I loved him back then as a player and he could also write his ass off..." In de Eindhoven Airport Zaal geeft Rollins als een van the last guys left een bij voorbaat memorabel concert!
In 2005 veroverde Madeleine Peyroux wereldwijd de harten van publiek, pers en artiesten met haar album 'Careless Love'. Haar stem doet sterk denken aan Billie Holiday en ze geeft een eerbetoon aan het vroege blues- en jazzgenre. Maar wel onder haar eigen voorwaarden; Peyroux is volwassen en slaat een eigen weg in. "I'm interested in exploring tougher sounds, even ugly sounds... trying to find something more raw than the voice that I have now, and in the accompaniment that I have become used to."
De Noorse trompettist Arve Henriksen is winnaar van de Paul Acket Award 2011, een prijs die jaarlijks door North Sea Jazz uitgereikt wordt aan een artiest die meer aandacht verdient voor zijn of haar uitzonderlijke prestaties. Zo speelde de Noor bij de hardrockband Motorpsycho en nam hij platen op met David Sylvian. Momenteel speelt Henriksen met de band Supersilent. Hij bracht zijn eigen album 'Cartography' uit op het label ECM. In de Eindhovense Catharinakerk ontmoet hij a capella-ensemble Trio Mediaeval voor een impro make-over van middeleeuws repertoire.
Daarnaast heeft het Muziekgebouw Eindhoven twee jazzseries in samenwerking met North Sea Jazz en Jazzism.
Klik hier voor meer informatie.
Labels: nieuws
(Jacques Los, 19.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Generaties en culturen integreren in Smederij
Sessie met Jenne Meinema Kwartet, dinsdag 4 oktober 2011, De Smederij, Groningen
Een van de aardige aspecten van de wekelijkse sessies in De Smederij is de ongedwongen confrontatie van totaal verschillende generaties en culturen. Zo speelde daar deze week bebopsaxofonist Jenne Meinema (80) op hetzelfde podium als een internationaal gezelschap van muzikanten, die met hun drieën nog geen driekwart van Meinema's leeftijd haalden.
Deze keer geen 'Donna Lee' of 'Ah-Leu-Cha' in onzalige tempi van Parkerman Meinema. Als om aan te tonen dat hij niet van de straat is, begon hij de set met 'Waterfall', een soort smooth jazz opus. Later volgden onder meer 'A Pretty Girl (A Cadillac And Some Money)' en 'The Great City' uit de boeken van respectievelijk het Buddy Johnson-orkest en zangeres Shirley Horn. De vocalen nam bassist Lourens Leeuw voor zijn rekening. Dit was Leeuws debuut in De Smederij. Opmerkelijk, daar deze allround veteraan al een halve eeuw als steunpilaar van de Groninger pop- en rock-'n-rollscene geldt.
Aanvankelijk had Meinema nog wat intonatieproblemen in het hoog, zodat ik mijn hart vasthield. Naarmate de avond volgde, werd zijn toon gelukkig beter. Met zijn gulle sound straalt hij op altsax nog altijd onmiskenbaar gezag uit; de tenorsaxofoon is duidelijk secondair voor hem.
Ironisch genoeg had de sessie die op het optreden van het Meinema Kwartet volgde een boppiger karakter. Met zijn hippe versieringen en breaks was drummer Harry Arling hier duidelijk beter in zijn element. In 'Hot House' was het echt alsof hij met zijn betrouwbare beat de rest van de muzikanten op sleeptouw nam. Ongeveer zoals bassist Bert van Erk de rest door de changes van 'No Moon At All' leidde. Inderdaad, misschien klinkt het wat lullig, maar de jonge gastjes en meissies deden hier spelenderwijs, maar heel ondubbelzinnig en doeltreffend praktijkervaring op.
Van die jonge gastjes viel deze keer sopraansaxofonist Yung Su op. Niet alleen speelde hij zuiver, maar er leek zich ook een aarzelende contour van boventonen rond zijn geluid af te tekenen, die dit weerbarstige instrument zo warm en vibrerend kunnen maken.
"Doe maar een blues in F," suggereerde sessieleider Diederik Idema, Lou Leeuw reageerde met "niet te snel, hoor" en vocalist Paul Penninkhof zette 'Lonesome Lover Blues' in. Wat Loutje er overigens niet van weerhield, het tempo halverwege te verdubbelen. Dat nummer is natuurlijk een oude hit van zanger Billy Eckstine. Een nummer eerder was het onvermijdelijke 'All The Things You Are' al langsgekomen, dat sinds de dagen van Bird en Diz geopend en afgesloten wordt met de intro die oorspronkelijk bij 'I Want To Talk About You' hoorde, eveneens een oud succes van Mr. B. Het zal niemand opgevallen zijn, maar dat vind ik nou een mooi voorbeeld van spontane poëzie.
Labels: concert
(Eddy Determeyer, 19.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
'Vier'maal is scheepsrecht!
Corrie en de Grote Brokken, vrijdag 30 september 2011, Paradox, Tilburg
Een vrolijke wals of een ska-beat, voorafgegaan door vette funk, jazz of rockgrooves, afgewisseld met flarden dichterlijke poëzie of rake theaterhumor. Het kan je zo maar overkomen, wanneer je de gelukkige bezoeker bent van een concert van gitariste Corrie van Binsbergen en haar Grote Brokken. Maar de titel 'gitariste' is beslist te klein voor haar. Deze af en toe scheurende rockchick heeft een fenomenaal muzikaal inzicht en het talent om een boeiend, avondvullend programma neer te zetten. Het voert je mee door het land van 25 jaar Corrie en de Brokken en de evolutie daarvan, Corrie en de Grote Brokken.
Als je net als ik getuige bent van een klein stukje voorbereiding van het concert, wordt snel duidelijk dat je heel wat in je mars moet hebben en - vooruit - een tikkeltje eigenwijs moet zijn om een dergelijk concept neer te zetten. Maar ook dat Van Binsbergen groot respect geniet bij het twaalf koppen tellende orkest. En dat respect is wederzijds, ook dat is duidelijk.
Vaste drummer Arend Niks was door een hernia geveld, maar werd vervangen door Yonga Sun (door van Binsbergen weggegrapt als: "dat is ook niet Niks!"). Misschien niet zijn ding zou je zeggen, maar Sun bevestigde het tegendeel door zijn stomende aandeel in de ritmesectie met bassist Hein Offermans. Haast onopvallend was de plek van toetsenman Dionys Breukers, maar zijn geluiden en samples waren dat geenszins. Ook in zijn spel kwam de humor naar voren, een belangrijke impuls in het kleurrijke gezelschap. Rockgitarist Wouter Planteijdt deed een plezierige duit in het zakje door op zijn eigen no-nonsense manier lustig door het repertoire heen te scheuren.
"Goed geluk behoeft geen franje, mooie zin voor géén geld", was een frase van Bob Fosko. Spuug vloog in het rond en zijn nekspieren zwollen op. Zijn gezicht liep af en toe gevaarlijk rood aan wanneer Fosko dichterlijke waarheden op het publiek afvuurde. Zijn ruwe, ongepolijste stem vormde een groot contrast met die van Beatrice van der Poel. Haar stem kwam volledig tot zijn recht in het zelfgeschreven 'It Takes Time'. Maar Van der Poel laat ook een andere kant van zichzelf zien. In samenspraak met Fosko, huilend als een wolf of door het tergend repeteren van 'where are you now' in haar versie van 'Betty Blue'. Steeds weer is de combinatie theater en muzikale intelligentie bepalend voor de originaliteit van het project.
Geniaal ook is het aandeel van componist en multi-instrumentalist Hans Hasebos. De warme, ronde klanken van zijn vibrafoon zorgen voor fraai verborgen extra's en zijn virtuositeit blijkt onmiddellijk in een solo waarin hij vol enthousiasme los gaat.
De omlijsting door het kwartet blazers is uiterst smaakvol en totaal niet overdadig. Het zijn vooral de klanknuances die indruk maken. Met trompettist Angelo Verploegen, trombonist David Rothschild en saxofonisten Jasper Blom en Rutger van Otterloo heeft Van Binsbergen dan ook het neusje van de zalm op de rol staan.
Met een dikke glimlach op haar gezicht of in opperste concentratie, met een ouderwets scheurende solo, kunstige riffs of kleine melodieuze jazzloops: van Binsbergen was in ieder stuk verweven. Vanavond presenteerde zij haar project 'Vier' en kwam bij aanvang haar publiek tegemoet met een Zappa-stuk, een smakelijk voorafje.
De toegift was een zinderende vertolking van 'Pastorale'. Oorspronkelijk geschreven door Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot en ooit zo onnavolgbaar geduetteerd door Ramses Shaffy en Liesbeth List. Het was een try-out, nog nauwelijks gerepeteerd en Fosko moest het uit zijn tenen halen, maar indrukwekkend was het wel!
Klik hier voor een fotoverslag door Maarten van de Ven van het concert dat Corrie en de Grote Brokken een dag eerder gaven bij de JIN in de Lindenberg, Nijmegen.
Labels: concert
(Donata van de Ven, 18.10.11) - [print]
- [naar boven]
Vooruitblik
Masterclass en concert Jesse van Ruller bij 'Jazz at the Crow'
Op uitnodiging van Stichting Live Jazz Promotions en met ondersteuning van de Gemeente Eindhoven zal gitarist/componist Jesse van Ruller op zondag 27 november van 14.00 tot 15.30 uur een masterclass verzorgen in café Kraaij & Balder aan de Strijpsestraat 79 te Eindhoven.
Van Ruller speelt een stuk van zijn laatste cd 'Chambertones' als introductie en geeft de deelnemers inzage in de score van het stuk. Vervolgens zal hij in een soort openbare repetitie dit stuk verder uitwerken en oefenen. Hij geeft uitleg over wat hij doet en maakt zodoende de toehoorders deelgenoot van zijn aanpak om tot een gewenst resultaat te komen. Ook zal hij specifieke vragen over gitaar, spel en aanpak beantwoorden, maar ook vragen aan de overige bandleden over hun spel en inbreng zijn welkom.
Voor de wat gevorderde gitaristen is dit natuurlijk een niet te missen gelegenheid om dit proces zo dicht op de huid van deze creatieve musicus te volgen!
Aansluitend zal door het Jesse van Ruller Trio, dat naast de gitarist bestaat uit bassist Clemens van der Feen en drummer Joost van Schaik, een concert worden gegeven, dat begint om 16.00 uur.
Na afloop is er vrijblijvend gelegenheid voor een jamsessie door de aanwezige muzikanten.
Geïnteresseerden voor masterclass en concert kunnen zich inschrijven door een bedrag van € 15,- over te maken op rekeningnummer 150171919 van Stichting Live Jazz Promotions, onder vermelding van naam en 'Masterclass Jesse van Ruller'. Voor bezoekers van het concert geldt een entreeprijs van € 7,50.
Labels: nieuws
(Maarten van de Ven, 18.10.11) - [print]
- [naar boven]
Artikel
The making of Clifford Brown
"Hij was wellicht de beste, de meest volmaakte trompettist uit de geschiedenis van de jazz. Hoewel hij slechts 25 jaar oud werd, is de invloed van Clifford Brown nog steeds groot. In de budgetserie House of Jazz verscheen een doos met tien cd's van het trompetwonder.
Voor een uitermate zacht prijsje geeft deze cd-box een aardige introductie tot het werk van Brown. Het doosje bevat onder meer opnamen die de trompettist in Parijs maakte, tijdens zijn verblijf met het Lionel Hampton Orchestra aldaar. Aangezien de Hamp alle muzikale activiteiten buiten zijn orkest had verboden, moesten de muzikanten 's nachts uit hun hotelramen klauteren voor dat extra werk. Voorts minder bekend spul met blanke Los Angeles-muzikanten, de nodige schijfjes met Max Roach en een suffe sessie met strijkers, de enige opnamen waarop Brown beneden zijn niveau speelde.
Wie prijs stelt op uitvoerige liner notes en een onberispelijke productie, komt aan zijn trekken met de vier cd-box 'The Emarcy Master Takes'. Losse cd's van de Brown-Roach combo zijn dan nog 'A Study In Brown' en 'Clifford Brown And Max Roach'. Voor de – interessantere! – live sessies ('A Night At Birdland', 'Live At The Bee Hive' en 'The Beginning And The End') zul je, vrees ik, alleen in de gespecialiseerde jazzwinkels terecht kunnen. Al dan niet tweedehands. En dan is het nog maar de vraag of je veel vindt. Brownie is gewild en mensen die hem eenmaal in huis hebben zijn niet snel geneigd, hem weer de deur uit te doen."
In een uitgebreid artikel biedt Eddy Determeyer een insightful kijkje in de keuken van Clifford Brown. Over carrière, techniek, invloeden, bewonderaars en noodlot.
Klik hier om het te lezen.
Meer weten?
Klik hier voor het enige televisie-optreden van onze held, in een spotje van Soupy Sales, whatever that may have been.
Labels: artikel
(Maarten van de Ven, 15.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Free jazz kan beter
Tony Malaby's Tamarindo, vrijdag 30 september 2011, Bimhuis, Amsterdam
Sinds tenorsaxofonist Tony Malaby zich in 1995 in New York vestigde, behoort hij tot de veelgevraagde jazzimprovisatoren. Behalve met eigen formaties speelde en speelt hij in Charlie Haden's Liberation Orchestra, in de Electric Bebop Band van drummer Paul Motian en het Fred Hersch Quintet, om maar wat te noemen.
Ook zijn discografische gegevens getuigen van een door velen gevraagd musicus. Hij maakte platen met onder anderen Mark Helias, Marty Ehrlich, Michael Formanek, Satoko Fuji en Tom Varner. Als leider produceerde hij in het bijzonder platen met een summiere bezetting: slechts bas en drums, of cello en drums, of electrische Wurlitzer en drums. Met zijn trio Tamarindo wijkt Malaby daar niet van af. Met bassist William Parker en drummer Nasheet Waits werden de free jazz jaren (’60 en ’70) in de BIM tot leven gebracht.
Kenmerkend in die jaren was de bravoure houding en dito speelwijze, die gepaard ging met een ruwe, felle toonvorming. Saxofonisten als Peter Brötzmann, Frank Wright, Kenneth Terroade, Albert Ayler, Pharoah Sanders, David Ware, Jimmy Lyons, Byard Lancaster, Archie Shepp en Maurice McIntyre beten mondstukken en rieten stuk en scheurden en gierden erop los.
Malaby daarentegen is van een bescheidener kaliber. Het harde krachtige saxgeluid bevindt zich niet in zijn bagage. Zijn geluid viel weg in de overdonderende geluidsbrij van bas en drums. Zijn tamelijk diffuse toon kwam nauwelijks boven de ritmische geluidsorkaan uit. De nogal academische, neuzelige improvisaties en het gerommel met valse lucht en multifonische noten versterkten zijn nogal onzekere optreden.
In de hoedanigheid van sideman in alle mogelijke groepen komt Malaby beter tot zijn recht dan in de trioformaties. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zijn kwaliteiten beter tot uiting komen op 21 oktober (ook in het Bimhuis) in de groep Ches Smith & These Arches, waarin verder onder anderen Tim Berne en Mary Halvertson spelen. Ik zal daarbij zijn en verwacht revanche van Tony Malaby.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.
Labels: concert
(Jacques Los, 13.10.11) - [print]
- [naar boven]
Column Herbert Noord
De jazz wordt doorgedraaid
"Nou, vooruit dan, één Boy Edgar-anekdote. Boy speelde in de jaren vijftig in de hoofdstedelijke Casablanca met onder meer Ado Broodboom op trompet, Kid Dynamite op sax en Boy achter de piano. Er wordt gespeeld, maar plotseling ontstaat er rumoer in het zaaltje. De eigenaar van de Casablanca is onwel geworden en zijgt voor het podium ineen. Omdat van Boy bekend is dat hij arts is, wordt om zijn assistentie gevraagd. Boy kijkt van achter de piano naar de op de grond liggende man en zegt dan: "Niets meer aan te doen, die is dood." Vervolgens richt hij zich tot Ado en de andere musici: "Gewoon doorspelen jongens, niets aan de hand." Music was inderdaad his mistress."
Herbert Noord zag met lede ogen aan hoe de legendarische bandleider Boy Edgar de 'DWDD-treatment' kreeg. "Wat moet je nu met zo'n item en deze informatie over Boy Edgar als totaal onwetende tv-kijker, vermoedelijk ook nog behept met een fout idee over wat jazz is?"
Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.
Labels: column
(Maarten van de Ven, 13.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Grand Theatre wordt idyllisch landschap
Ben Goldberg Trio, donderdag 29 september 2011, Grand Theatre, Groningen
Ook mooi: een kale bergtop. Of een kleine waterval die een beekje van woelig water voorziet. Tja, de muziek van het Ben Goldberg Trio leidt je haast automatisch naar dit soort idyllische oorden (een Japanse tuin kan vanzelfsprekend ook). Klarinettist Ben Goldberg zoekt het in bescheiden nuances. Ook tijdens het circulair blazen en in de meest vrije passages blijft de output overzichtelijk. Het onweer komt niet verder dan de kim.
Dat het optreden niet in loos geneuzel vastloopt, heeft behalve met de kwaliteit van de muzikanten zelf vooral te maken met de sterke composities van de leider. Zijn associatie met Tin Hat, waar geen genoegen wordt genomen met uitgewalste vamps of minderbedeelde riffjes, is daar voor een belangrijk deel debet aan.
Het zou interessant zijn, het werk van Goldberg eens te horen in de opvatting van de Microscopics – of van de Dutch Swing College Band, voor mijn part. Maar dan zouden we natuurlijk wel het lage, wat drenzerige, open geluid van drummer Kenny Wollesen missen. Een geluid waar je van alles op zou kunnen stapelen. Plus de nimmer opdringerige klarinet van Goldberg, die Tony Scott in een introverte bui in herinnering roept. Terwijl ik ook één directe quote van Jimmy Giuffre hoorde. Kan ook minder zijn geweest.
Voorzichtig voelen lijkt het devies van de San Franciscaan, eerder in elk geval dan krachtdadig ingrijpen. Geen wonder dat de liedjes meer dan eens in een ijl fluïdum oplosten. Een haiku, kortom, heeft meer impact dan een Ster-spotje.
Labels: concert
(Eddy Determeyer, 12.10.11) - [print]
- [naar boven]
In memoriam
Piet Noordijk
"Ik ben van plan 95 te worden. Minimaal!", riep altsaxofonist Piet Noordijk strijdlustig in een interview dat hij vijf jaar geleden voor Draai om je oren gaf. Zoals we inmiddels weten, heeft het niet zo mogen zijn. Zaterdag 8 oktober overleed Noordijk, een van de grootste muzikanten die de Nederlandse jazz heeft opgeleverd, na een kort ziekbed in zijn woonplaats Hellevoetsluis. Hij werd 79.
Die uitspraak deed hij naar aanleiding van zijn optreden, in 1988, met altist Benny Carter, op het toen nog Haagse North Sea Jazz Festival. Carter was op dat moment 80, maar speelde op zijn 95ste nog in jazzclubs. Vandaar.
Van Piet Noordijk werd altijd gezegd dat hij een volgeling van Charlie Parker was en Parker was inderdaad zijn grote held. Maar als je Noordijks eerste jazzopnamen terughoort, in 1956 met de Wessel Ilcken All Stars, is zonneklaar dat zijn techniek weliswaar naar die van Parker gemodelleerd was, maar dat zijn warme, droge sound eerder verwant was aan die van Carter. Benny Carter was voor de oorlog de populairste jazzaltist, ook in Nederland, waar hij frequent optrad.
Noordijk was een creatieve geest zonder kapsones. Hij leek beter te gaan spelen naarmate hij ouder werd. Zoals gezegd, Benny Carter werd als rolmodel ingeruild voor Charlie Parker. Later, in de late jaren vijftig en zestig, begon het bluesy geluid van Cannonball Adderley zijn sporen na te laten en toen Noordijk kennismaakte met het werk van Eric Dolphy bleef ook dat niet onopgemerkt. Met name toen hij in 1992 een punt zette achter zijn jarenlange verbintenis met het Metropole Orkest leek hij een nieuwe jeugd te zijn begonnen. In veel recensies dook vanaf dat moment de metafoor van de jonge hond op. De saxofonist, die vaak met muzikanten werkte die een of twee generaties jonger waren, bleek steevast de meest drieste van het stel, degene die het stof van de hanenbalken placht te blazen.
Hij maakte zich veel zorgen over de toekomst van zijn geliefde jazzmuziek. "Een oud spreekwoord luidt, waar je mee omgaat word je mee besmet," merkte hij op. "Daarom is het zo te betreuren, en dat betreur ik echt iedere dag, dat de jeugd zo weinig met jazzmuziek geconfronteerd wordt. Dat is het erge. Want als ze bij mij thuis alleen maar klassieke muziek hadden gespeeld en ik had nooit van Parker gehoord, ik was daar niet mee in aanraking gekomen, dan was ik echt geen jazzmuzikant geworden, hoor. Dat weet ik honderd procent zeker. Neem nou vroeger, de doorsnee bevolking, die groeide op met Johnny Jordaan, die jeugd hield van Johnny Jordaan. Je hoorde niets anders op de radio en in kroegen. Nu horen ze niets anders dan de hedendaagse hiphop en hoe het in godsnaam ook mag heten. Dus het is toch logisch dat de jeugd daarnaar trekt? Daarom is het zo'n schande dat van hogerhand dat niet gestimuleerd wordt door de publieke omroepzenders, de cultuurzenders, gewoon te verplichten: jullie moeten iedere dag een uur of weet-ik-veel jazzmuziek draaien. En dat hoeft niet jazzmuziek te zijn van voor de oorlog, maar gewoon de jeugd confronteren met jazzmuziek. En dat kan niet genoeg gebeuren."
Dat zei hij in 2006. Het tragische is dat Noordijk heeft moeten meemaken dat Nederland inmiddels geregeerd wordt door barbaren, voor wie jazz wel het laatste is dat ze in en aan hun hoofd hebben (wat ze wel in hun hoofd hebben is niet bekend). Wij hebben Piet Noordijk in ons hoofd en in ons hart. En al kunnen we dan niet langer trots zijn op Nederland, Nederland kan trots zijn op Piet Noordijk.
Meer weten?
Klik hier voor een artikel over Piet Noordijk, waarin ook eerdergenoemd interview verwerkt is.
Labels: in memoriam
(Eddy Determeyer, 11.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Nieuw kwartet Scofield brengt aansprekende funk en soul
donderdag 29 september 2011, Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven
Gitarist John Scofield heeft intussen een imposante palmares van muzikanten opgebouwd aan wiens zijde hij te zien was, waaronder Miles Davis, Joe Henderson, Charles Mingus, Joey DeFrancesco, Herbie Hancock, Pat Metheny, Bill Frisell, Mavis Staples, George Duke, Jaco Pastorius en John Mayer. Ook de genres waarin hij zich laat horen, variëren van jazz, fusion en funk tot blues, soul en andere vormen van moderne Amerikaanse muziek. Hij weet zich als een kameleon wonderwel aan te passen aan de muzikanten waarmee hij zich omringt. Met dit nieuwe kwartet laat hij zich meevoeren in een sfeer van funk en soul.
De trend van de vier soulmates was vanavond beklonken vanaf het eerste nummer 'Kool'. De stevige baslijn van Andy Hess deed onze ribben trillen en vermengde zich met de prehistorische Hammondgeluiden van Nigel Hall. Daarbovenop het vernuftige, snijdige vingerwerk van Scofield. Dat stond in fel contrast met zijn statische houding, waarbij hij bij elke toucher als het ware aan de grond genageld stond. Neem daarbij de krachtige funkbeats en de ritmische herhalingen van drummer Terrence Higgins - zelfs met de pet voor de ogen wist hij blindelings zijn street beats vinden - en een excentrieke avond kon losbarsten.
Het was vooral Hall die meermaals op de voorgrond trad. Deze soulman zorgde ervoor dat met nummers als 'Blow Wind Blow' en 'Drop And Roll' een mix van gospel en blues op ons afkwam. Zijn volle energetische stem deed zelfs Hess af en toe letterlijk buigen en kronkelen voor hem. Hall switchte regelmatig van keyboard naar hammondorgel, waarmee hij meermaals felle intergalactische tonen de ruimte instuurde. Zij die op het punt stonden om hun gedemodeerd meubelstuk op de container te gooien, zullen dit instrument na deze avond weer met veel zorg behandelen.
In sommige solo's wist Scofield het publiek in te palmen en zijn meesterlijk gitaarwerk te staven. Maar ook in zijn begeleiding van Halls vocale uithalen etaleerde hij hoge kwaliteit. Deze gitaarnerd ging een duel niet uit de weg met Andy Hess en Terrence Higgins. Tijdens de vertrouwde nummers 'Still Warm' (1985) en 'For Love' (1976) hoorden we een schitterend steekspel tussen enerzijds Scofield en Hess en anderzijds het duo Scofield en Higgins. Scofield zelf verraste door een onverwacht einde met slechts een paar noten, waarvan de allerlaatste nog lang bleef nazinderen. Zonder versterkers kan men zich Scofield moeilijk voorstellen, maar soms lieten ze hem in de steek vanavond met een vervelend geruis. Daar trok hij zich niks van aan. Misschien daardoor ook dat tijdens een intimistische interpretatie van 'Round Midnight' zijn voetenwerk extra in het oog sprong.
Het is opvallend hoe Higgings en Hess altijd de juiste groove etaleren met af en toe dat stevige undergroundgevoel. Weinig geraffineerd misschien, maar noodzakelijk om dit concert te dragen en te ondersteunen, zoals bij de soulnummers van Nigel Hall, waarbij hij zijn ziel uit het lijf schreeuwt met "I don’t need nobody else" en "hit me, hit me!"
Deze band verdient een jonger publiek, dat uit de bol kan gaan en lekker jazzy en funky kan meedansen in een ruige omgeving waar een wietsfeertje best kan. Toch wordt het concert met zó veel plezier gebracht dat - ook in deze nette zaal en zelfs met een publiek dat gedoemd is om netjes en braaf op de stoel te blijven zitten - een hart voor funk en soul voelbaar is.
Het ogenschijnlijk rustige publiek springt na het einde van het concert als een springveer omhoog voor een staande ovatie en wordt op zijn wenken bedient met een stevig bisnummer: 'I Don’t Need No Doctor' van Nigel Hall. Nog eens mooi om te zien hoe hierbij Scofield en Hall als twee bekvechtende hanen tegenover elkaar staan te kakelen. Misschien hadden we wat meer jazz verwacht vanavond, maar met de funk en de soul zat het in ieder geval goed.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.
Labels: concert
(Gerda Boel, 10.10.11) - [print]
- [naar boven]
Cd
Joris Roelofs Quartet – 'Live At The Bimhuis' (JJR Records, 2011)
Opname: 2010
Joris Roelofs is niet de eerste altsaxofonist van de generatie na Benjamin Herman die een cd laat verschijnen met Amerikaanse begeleiders. Tineke Postma en Ben van Gelder wisten zich ook al omringd met illustere Amerikanen als Geri Allen, Scott Colley, Terri Lyne Carrington, Aaron Parks en Ambrose Akinmusire.
Of de samenwerking met prominente Amerikanen perse een relevante toevoeging is lijkt me discutabel – tenslotte hebben we hier te lande uitstekende ritmesecties beschikbaar – hoewel het niet slecht is voor internationale ambities en het zeker zal bijdragen tot een grotere bekendheid over de Nederlandse grenzen.
Roelofs wisselt de altsax af met de basklarinet. Vooral op 'August 30' soleert hij met een mooie ronde ingetogen toonvorming en in het meer experimentele en subtiele 'Lower Space' komt het instrument qua klankkleur goed tot zijn recht.
Van de zeven gespeelde compositie zijn er vier van de hand van de leider, die geenszins detoneren in het overwegend lyrische, moderne mainstream-repertoire. Een repertoire dat gekenmerkt wordt door bedachtzame en zeer melodieuze composities in combinatie met de ballads 'Day Dream'(Ellington/Strayhorn) en 'My Ideal' (Robin, Whiting & Chase) met als uitschieter Warne Marsh's 'Background Music'. In een ijzingwekkend tempo soleert Joris vingervlug door de akkoorden, op de hielen gezeten door de onstuimige Amerikanen: pianist Aaron Goldberg, bassist Joe Sanders en drummer Gregory Hutchinson.
Meer horen?
Op de website van Joris Roelofs kun je van dit album de track 'August 30' beluisteren.Labels: cd
(Jacques Los, 10.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Superhelden in De Smederij
Shooster, dinsdag 27 september 2011, De Smederij, Groningen
Een setje netjes opbouwen, rustig naar een beschaafd hoogtepunt werken – dat is er niet bij. Als een superheld die met één flitsende sprong op de plaats des misdrijfs staat, speelde saxofonist Efraïm Trujillo De Smederij wakker met een rappe blues, waarmee hij alle boeven en ander gespuis uit het veld mepte. Het enige resultaat was vanzelfsprekend dat gitarist Anton Goudsmit - van nature een wat labiele, gemakkelijk te beïnvloeden persoon - zich halsoverkop liet meeslepen in de euforie en Shooster gelijk naar een kolossale climax voerde.
Het kwartet Shooster van bassist Sven Schuster bestaat al sinds 1995, maar speelt relatief zelden. Via andere bezettingen kennen de leden elkaar evenwel van haver tot gort en dat lieten ze merken ook. Schuster is een walker met een groot arsenaal aan pasjes en loopjes, maar hij is ook niet te beroerd om een gestreken duet in contrapunt aan te gaan met de gitarist. Als strijker bezielt hij een canvas met veelkleurige landschappen van zeker vier à vijf meter breed. Zijn composities – de band speelde uitsluitend eigen werk – noodden tot uitgebreide speurtochten en safari's.
Naarmate de avond vorderde werd het allemaal eigenlijk alleen maar erger. Halverwege de tweede set zag ik dat het bovenste deel van Goudsmits bladmuziek door condenswater was uitgewist – maar het kan ook zijn dat de belichting mij hier parten speelde. Gastdrummer Steve Altenberg, die de driftig voortrazende Victor de Boo tegen het einde afloste, had in elk geval geen score nodig. Alsof hij in rechtstreeks telepathisch contact stond met de rest sloeg hij elk accent, elke nuance pats-boem-raak. Wat een oren, dat gastje. En dan had hij het niet eens nodig gevonden, zich in een telefooncel te transformeren.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.
Labels: concert
(Eddy Determeyer, 7.10.11) - [print]
- [naar boven]
Cd
John Coltrane – 'It’s All About Jazz' (Laserlight, 2011)
Opname: 1957-1958
Deze dubbel-cd bevat de beste, de mooiste verzameling van vroeg Coltrane werk. Het betreft vier van zijn eerste albums onder eigen naam, voor Prestige en Blue Note opgenomen. Hij had er net zijn eerste verbintenis met trompettist Miles Davis opzitten. De platen met die laatste waren onder meer interessant vanwege de rolverdeling; Davis als het nuffige prinsje en de saxofonist als diens knoestige tuinman.
Hier is de hovenier met eigen perkjes en bosschages in de weer en ontpopt hij zich soms zelfs als een baardige bosduivel. In nummers als 'Soft Lights And Sweet Music' en 'Russian Lullaby', ironisch genoeg in een jezustempo genomen, verwijst hij al naar zijn latere sheets of sound-aanpak. Zijn granieten geluid is de ene keer glanzend gepolijst, maar bijna even vaak ruw en scherp.
Inderdaad, een betere introductie tot de vroege Coltrane, in prima geluidskwaliteit ook nog eens, ken ik niet.Labels: cd
(Eddy Determeyer, 6.10.11) - [print]
- [naar boven]
Nieuws
Trio BraamDeJoodeVatcher op tournee door VS en Canada
Morgen start Trio BraamDeJoodeVatcher met een tiendaagse tournee door de Verenigde Staten en Canada. De tour brengt het trio onder andere naar Seattle, waar het op het beroemde Earshot Jazz Festival zal spelen. Daarnaast geeft het trio nog zeven keer een optreden en één keer een workshop. In de Lilypad in Cambridge zal het trio een optreden verzorgen samen met gastmuzikant Jorrit Dijkstra. Daarnaast zal in Charlottesville trompettist John D'earth gast zijn en in Montreal zal Gordon Allen (eveneens op trompet) als gast meespelen.
Klik hier voor meer informatie.
Labels: nieuws
(Maarten van de Ven, 6.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
De kracht van de essentie
Toots Thielemans Quartet, vrijdag 23 september 2011, Villarte, Academiezaal, Sint-Truiden
Het openingsconcert van het nieuwe seizoen van Villarte was al maanden geleden uitverkocht. In de bijzondere ambiance en akoestiek van de Academiezaal werd uitgekeken naar de komst van Belgisch/internationaal jazzicoon Toots Thielemans. Ondanks zijn hoge leeftijd concerteert hij nog vaak en met plezier. Vanavond was dat met pianist Bart Van Caenegem, de Nederlandse basgitarist Marcel Schimscheimer en drummer Teun Verbruggen.
Het ging er vanavond niet om wát er gespeeld werd, maar om hoe er gespeeld werd. Voorspelbaar repertoire, zeggen boze tongen. Dat mag misschien zo zijn, maar de mondharmonicavirtuoos heeft zo'n ijzersterke reputatie dat werkelijk niemand daar om maalt. Zij die massaal naar zijn concerten komen, zijn diegenen die deze jazzlegende op zijn hoge leeftijd (Brussel, 29 april 1922) willen zien, horen en beleven.
En hij stelde ook vandaag niemand teleur. Zijn timing en interpretatie zijn er nog steeds en de zeggingskracht van zijn spel is doordringend. Met het klimmen der jaren en de duizenden concerten die hij heeft gegeven over de wereld in zijn lange leven, hebben hem gelouterd en nu doen terugkeren naar de essentie. Hij verpersoonlijkt het gezegde 'minder is meer'. Zijn praatjes en introducties op fluistertoon werden gretig door het publiek opgenomen en geapprecieerd.
Opvallend was de souplesse en inventiviteit waarmee pianist Bart Van Caenegem Thielemans hier terzijde stond. Hij speelde voor de eerste maal met de grand old man, maar op zijn spel viel niets aan te merken. Met geloof in eigen kunnen verraste hij door prima te begeleiden, maar ook de wijze waarop hij een melodielijntje of slotakkoord van een improvisatie van Thielemans overnam als vertrekpunt van zijn improvisatie, verdiende alle lof.
Componist/producer en basgitarist Marcel Schimscheimer speelt in het Metropole Orkest en is onder andere te horen bij Marco Borsato en René Froger. Een allround funky, stevige basgitarist, die Thielemans vanavond met zijn eigentijdse sound inspireerde. Hij viel bij de meester zichtbaar in de smaak.
Zoals enkele malen eerder al het geval was, koos Toots als drummer van dienst Teun Verbruggen. Hij geldt als een van Belgisch meest getalenteerde drummers. En dat bewees hij in dit concert opnieuw met dienend - maar niet onderdanig - spel. Hij heeft het vermogen om zich probleemloos in te burgeren in ieder gezelschap en daarbij toch geheel zichzelf te blijven.
'Bluesette', de Thielemans-compositie die iedereen van hem kent en ook verwacht, begon in driekwartsmaat en ging over in een swingende uptempo vierkwarts. Zo houdt hij voor zichzelf en het publiek zijn geesteskind fris en spannend. Dit concert heeft ongetwijfeld geleid tot nog meer respect voor dit Belgische jazzicoon. Directeur Stefaan Ottenbourgs van Villarte kan tevreden zijn met deze droomstart voor het nieuwe seizoen.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.
Labels: concert
(Cees van de Ven, 5.10.11) - [print]
- [naar boven]
Nieuws / Vooruitblik
Music Kitchen brengt avontuurlijke muzikale ontmoeting NL-NY
Onder de noemer Music Kitchen presenteert Stichting TryTone projecten met concerten in Europa met hoogwaardige, avontuurlijke muziek. Daarin staat de ontmoeting tussen Nederlandse en buitenlandse musici centraal. Het zijn stuk voor stuk avontuurlijke, grensverleggende en unieke ontmoetingen. Deze maand verzorgt Music Kitchen een avontuurlijke ontmoeting tussen de Celano/Baggiani Group uit Nederland en het New Yorkse duo Ellery Eskelin & Sylvie Courvoisier. Zij zullen van 7 tot en met 15 okober podia aandoen in Tilburg, Leiden, Eindhoven, Middelburg, Amsterdam en Rotterdam.
De Celano/Baggiani Group is een van de grootste ontdekkingen van de laatste jaren. Zij zijn sterk beïnvloed door de Nederlandse improvisatiemuziek-traditie in de lijn van grootmeesters als Misha Mengelberg en Han Bennink. De twee bandleiders, de Argentijnse Amsterdammers Guillermo Celano en Marcos Baggiani, integreren daarnaast op subtiele wijze elementen uit rock, jazz en Zuid-Amerikaanse folkmuziek in hun composities. De muziek wint daardoor aan warmte, bezieling en diepgang. Gitarist Celano en drummer Baggiani hebben naast de ijzersterke bassist Sven Schuster nog een grote troef in handen: rietblazer Michael Moore, wegens zijn weergaloze spel al jaren een van de meest geliefde musici in Nederland.
Ellery Eskelin en Sylvie Courvoisier behoren beiden tot de top van de dynamische New Yorkse avant-garde jazzscene. Zij spelen regelmatig met musici als John Zorn, Joey Baron, Dave Douglas, Marc Ribot en Jim Black. Als duo overbruggen zij op wonderbaarlijke manier de grote afstand tussen elkaars achtergrond. Tenorsaxofonist Eskelin is diep geworteld in de jazztraditie. Pianiste Sylvie Courvoisier, oorspronkelijk uit Zwitserland, is klassiek opgeleid en benadert haar muziek met een rigorositeit die men kent van uitvoerders van complexe hedendaagse gecomponeerde muziek.
Klik hier voor meer informatie over Music Kitchen NL-NY.
Labels: nieuws
(Jacques Los, 5.10.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Ambitieuze start van het nieuwe JazzCase-seizoen
MixTuur, donderdag 15 september 2011, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt
"Het nieuwe JazzCase-seizoen in Dommelhof Neerpelt is van start gegaan met een concert om U tegen te zeggen. In samenwerking met JazzLab Series vond de première plaats van het meest persoonlijke project van accordeonist Tuur Florizoone tot nu toe, een project waar hij veel affiniteit mee heeft: MixTuur. Het is het verhaal van de 'métissen', de kinderen van de zonde, geboren uit geheime relaties tussen kolonialisten en lokale Afrikaanse vrouwen. Te wit om als Afrikaan door het leven te gaan, te zwart naar Europese normen, waardoor ze verstoten werden en een verborgen leven leiden."
Gerda Boel over de première van het MixTuur-project, "een mooi voorbeeld van hoe verschillende culturen perfect naast elkaar kunnen staan, elkaar aanvullen en verrijken." Klik hier om haar concertverslag te lezen.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.
Labels: concert
(Maarten van de Ven, 1.10.11) - [print]
- [naar boven]
Cd
Ingrid Laubrock Sleepthief – 'The Madness Of Crowds' (Intakt, 2011)
Opname: 9 september 2010
De van afkomst Duitse saxofoniste Laubrock, die lange tijd verbleef in Londen, maar die metropool intussen inruilde voor New York, de meest bruisende van de moderne jazzsteden, is stilaan een vaste waarde geworden binnen the Big Apple. Ze maakt er grote sier in een scene van vooral jonge talenten, met onder meer Mary Halvorson, Kris Davis en Tyshawn Sorey, muzikanten die resoluut kiezen voor de marge en op zoek gaan naar nieuwe varianten binnen de improvisatie. Net als op het titelloze debuut van het trio Sleepthief (2008) gaat Laubrock hier een ongewone samenwerking aan met de Britse pianist Liam Noble en haar echtgenoot, de Amerikaanse meesterdrummer Tom Rainey.
Wat meteen opvalt zijn de stilistische diversiteit en eigenzinnigheid van de muziek: de negen improvisaties op 'The Madness Of Crowds' (een titel die ze haalde bij een werk van Charles Mackay over massaverschijnselen uit de negentiende eeuw, dat de weg bereidde voor de sociale psychologie) staan in het teken van de verkenning van geluiden, mogelijkheden en combinaties. Er wordt op zoek gegaan naar een taal die dan wel wortels heeft in een voorgeschiedenis, maar toch een eigen tak lijkt te willen vormen. Daarvoor wenden de drie hun aanzienlijke instrumentbeheersing aan en laten ze daar vervolgens hun verbeelding op los.
Dat leidt vanaf opener 'Extraordinary Popular Delusions' tot een warrig, nerveus en fascinerend klankenspel, waarbij pianosnaren gemanipuleerd worden om metalige resonanties voor te brengen en Rainey rotzooit met percussieve speeltjes en zijn drumkit, zonder ook maar een keer terug te vallen op traditionele speelwijzen. Het is een tegendraadse, soms provocerende aanpak die je lijkt te willen uitdagen, te dwingen om er lessen uit te trekken die er misschien niet eens zijn. Als Laubrock zich op gang trekt, maakt het trio pas echt impact. Net als Joe McPhee, wiens sound ze steeds sterker lijkt te benaderen (vooral op tenorsax dan), vindt Laubrock vooral ideeën op het spanningsveld tussen ongebruikelijke technieken en niet weg te moffelen lyriek.
Makkelijk in het gehoor liggend is dit absoluut niet, maar wie oor heeft naar experimentele muziek en vrije improvisatie, die vindt hier wel een geslaagd evenwicht tussen intuïtie en intellect, een steeds in beweging blijvende ideeënstroom die nu eens sinister klinkt ('Haunted Houses' is een gepaste songtitel) en dan weer speels-uitdagend ('Does Your Mother Know You’re Out?'), bijna rechttoe rechtaan (op een weerbarstige plaat als deze gaat redelijk toegankelijke free jazz al snel wat conventioneler lijken dan het is) tot het skronkfestijn van 'There She Goes With Her Eye Out'.
Mooist van al is echter het besef dat dit werkelijk een performance van gelijkgezinden en evenwaardige bijdragen is; elk individu krijgt de kans en de mogelijkheid om tot persoonlijke expressie te komen. En toch is wat het meest bijblijft de collectieve cohesie, de gemeenschappelijke taal die aanvankelijk verbaast en de wenkbrauwen doet fronsen, maar gaandeweg enkele suggesties meegeeft om het geheel te kunnen te ontleden zonder dat het zijn fascinerende eigenheid verliest. Dat maakt van 'The Madness Of Crowds' een bijzonder intrigerende uitdaging voor (bij voorkeur) avontuurlijke luisteraars.
Meer weten?
In het booklet van deze cd staan foto's die Draai-fotograaf Cees van de Ven maakte tijdens het concert van Sleepthief bij Jazzpower in Wilhemina, Eindhoven op 30 november 2009. Klik hier om deze en andere foto's van dat concert te bekijken.Labels: cd
(Guy Peters, 1.10.11) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...