Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd's
Kaja Draksler - 'In Otherness Oneself'

Unsounds, 2022 | Opname: 13 april 2021
Kaja Draksler & Susana Santos Silva - 'Grow'
Intakt, 2022 | Opname: 7 juli 2021

De Sloveense pianiste Kaja Draksler, die overigens dertien jaar in Amsterdam bivakkeerde voordat ze onlangs besloot deels in Kopenhagen en deels in Trboje (Slovenië) te gaan wonen, is inmiddels uitgegroeid tot een bijzonder eigenzinnige en creatieve pianiste. De titel 'In Otherness Oneself', die zij haar bij Unsounds verschenen soloalbum meegaf is dan ook goed gekozen. We horen haar ook in 'Grow', het album dat ze samen met de Portugese trompettiste Susana Santos Silva maakte voor Intakt. De twee zijn geenszins onbekenden voor elkaar. Ze werken regelmatig samen en maakte in 2015 al 'This Love'.

Over de titel van haar soloalbum die afkomstig is uit het gedicht 'Aquoueh R-Oyo' van Cecil Taylor, zegt Draksler zelf: "As a person who speaks and understands different languages, I have an impression that my identity is multifaceted, I have to lose something in myself in order to let the 'spirit' of a new language inside me. So in this way I am constantly becoming in otherness myself." Verder haalde Draksler voor dit album inspiratie uit voodoo en het gegeven dat de mens de muziek beïnvloedt, maar de muziek ook de mens. Ze verrast ons direct met 'Away!', waarin we allereerst Robert Frost zijn gedicht 'In The Clearing' horen voordragen, te midden waarvan we Draksler enige noten horen aanslaan. Om dit vrij lange stuk verderop op prachtige wijze verder uit te bouwen, waarbij hedendaags gecomponeerde muziek en vrije improvisatie gelijk opgaan. De tweede verrassing openbaart zich tegen het einde, als we de vocalisten Laura Polence en Björk Níelsdóttir horen, waar Draksler ook in haar octet mee samenwerkt.

'Downward And Inward' lijkt wat meer op de muziek die we van Draksler gewend zijn, balancerend tussen melodie en abstractie. Het eerder genoemde citaat betekent voor Draksler ook dat ze in ieder stuk een andere muzikale taal uitprobeert, met een heel wonderlijk resultaat in 'Prst, Roka, Laket', waar ze met kwarttonen werkt. 'Tenis Stołowy' bevat ook een gesproken tekst. We horen Witold Gombrowicz zijn gedicht 'Dzienniki' voorlezen. Hier integreert Draksler de gesproken woorden naadloos in haar pianospel.

Ook in 'Moonrise', de opener van 'Grow' blijkt de piano van Draksler geprepareerd. Hij klinkt meer als een klokkenspel dan als een piano. Het trompetspel van Santos Silva klinkt al even ongewoon in dit bijzonder abstracte en wat weerbarstige werkstuk. 'Close' vangt aan met een lang aangehouden trompetklank, voorzien van allerhande kleine schermutselingen. Langzaam dringt Draksler dit klankpalet binnen met een sterk repetitief patroon in het hoge register, een geluid dat veel weg heeft van rollende knikkers. En tegen het einde is de creativiteit grenzeloos en puren de twee dames de meest onverwachte en verontrustende geluiden uit hun instrumenten.

'Liquid Rock' bewijst dat het nog extremer kan; de lijnen die Santos Silva hier blaast doen je de haren te berge rijzen. Verderop verworden ze gecombineerd met strak ritmisch en overrompelend pianospel tot een boeiend geheel. In het titelstuk 'Grow' horen we Draksler percussieve klanken produceren, mogelijk onder de klep van haar piano. Of trommelt ze op het instrument? Het klinkt in ieder geval boeiend en vormt een mooi fundament voor de uiterst ingetogen noten die Santos Silva hier blaast. Verderop gooit ze haar klavier weer in de strijd voor een andermaal verontrustend duet. Het contrast is groot met het tweede deel: een prachtig microtonaal klanklandschap.

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 27.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Schotse samensmelting met potentie

Matt Carmichael Quintet, vrijdag 17 februari 2023, Paradox, Tilburg

Matt Carmichael, geboren in de buurt van de Schotse kustplaats Inverness, leert al snel de schoonheid van de saxofoon kennen op school in East Dunbartonshire. Hij ontwikkelt zijn natuurlijke aanleg voor het instrument en studeert af op de Jazz Course aan het Royal Conservatoire of Scotland in Glasgow. In 2019 ontvangt Carmichael de Peter Whittingham Development Award. Met additionele crowdfunding brengt hij, voor de eerste covid-lockdown, zijn debuutalbum 'Where Will The River Flow' uit. Eind vorig jaar verscheen zijn tweede album 'Marram' (helmgras) met dezelfde bezetting als bij het optreden in Tilburg, met naast de saxofonist Fergus McCreadie op piano, Ali Watson op contrabas, Tom Potter op drums en Charlie Stewart op viool.

Het is tijdens het optreden meer dan evident waar Carmichael muzikaal op uit is. Hij wil compositorisch traditionele Keltische muziek laten vermengen met jazz. Hierin slaagt de saxofonist met vlag en wimpel. De viool versterkt op weemoedige wijze het gevoel voor Schotse folklore. De ruimtelijkheid, uitgestrektheid en eenzaamheid van het Schotse (kust)landschap komt muzikaal tot volle wasdom. Deze Schotse samensmelting van jazz en folk vertoont in zekere zin parallellen met de zogenoemde Nordic Sound, maar dan wel met een unieke zeggingskracht. De aandacht voor melodie en het oproepen van dramatiek zijn hierbij essentieel.

Fergus McCreadie is zonder tegenwerping een partner in crime. Zijn abstracte pianospel, op vrije jazz geïnspireerd, spreekt boekdelen. Fijnmazig of pulserend, spannend of sensitief, introspectief of uitbundig, de pianist beheerst al deze facetten. Het saxofoonspel en de solo's van Matt Carmichael zijn over het algemeen beheerst, warm en soms uitbundig, maar vertonen uiteindelijk te veel overeenkomsten. En het kwintet als geheel hanteert te vaak het effect van het uitgestelde einde. Dan ligt voorspelbaarheid op de loer. Maar gezien de leeftijd en ervaring van Carmichael ligt er nog veel in het verschiet. Tijd en ruimte voor verdere ontwikkeling is in potentie aanwezig. Met als kanttekening dat de cohesie van jazz met Schotse folklore wel zorgt voor een uniek geluid en een blijvend concept.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , ,

(Louis Obbens, 26.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert | Jazztube
Routeplanner door een denkbeeldige stad

Steven Kamperman - City Maps, donderdag 16 februari 2023, CC Palethe, Pelt

Componist en klarinettist Steven Kamperman en zijn band met daarin ook de bekende trompettist Bart Maris uit Gent namen het publiek mee op een muzikale reis door een denkbeeldige stad.

De visuele projecties op twee schermen links en rechts op het podium van veejay Henrietta Müller illustreerden diverse plaatsen, sferen en karakteristieken van een stad. Het ene moment de chaos van het verkeer, op een ander moment de rustige plekjes die er in elke stad ook te vinden zijn. Aan de hand van een uitgereikte City Map beleefde het publiek een boeiend, spannend en muzikaal hoogstaand concert, dat gezien het applaus zeer werd gesmaakt.

Voor twee bezoekers van rond de tachtig met een open mind was het hun eerste jazzconcert. De een viel voor de warme toon en het spel van contrabassist Dion Nijland en de ander had veel oog en oor voor trompettist Bart Maris. Ze waren zo enthousiast dat ze gelijk reserveerden voor het volgende concert op donderdag 16 maart aanstaande [LARA ROSSEEL QUINTET, RED.].

Het kwartet speelde het repertoire van hun goed ontvangen 'City Maps'-cd. Er was veel ruimte voor individuele improvisaties.

Steven Kamperman was voor dit concert speciaal overgekomen uit Meudon, waar hij in residentie verblijft in het Van Doesburghuis op uitnodiging van het Nederlandse Fonds Voor Podiumkunsten. Kamperman is een muzikale ondekkingsreiziger pur sang en speelde vanavond alt- & b-flat klarinet en drums. De bas van Dion Nijland was als vanouds warmbloedig en vertrouwd. Jorrit Westerhof imponeerde op elektrische gitaar en trompettist Bart Maris als The Wizard of H(G)ent fascineerde met vindingrijke solo's die peper en zout waren op deze smaakvolle muzikale 'City Maps'-routeplanner.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

In de Jazztube hieronder zie je een gedeelte van het City Maps-concert in Pelt Jazz.

Labels: , , , , , ,

(Cees van de Ven, 25.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Merg, been, maag en darmkanaal

The Preacher Men, dinsdag 14 februari 2023, De Smederij, Groningen

Het zal veertig jaar geleden zijn dat ik in Utrecht, in het versgeopende Vredenburg, de orgelbeesten Brother Jack McDuff, Richard "Groove" Holmes en Charles Earland aan het werk zag. Een vet bonkend festijn, dat kan men zich indenken. Vol van hallelujahammondklanken tolden we na afloop naar buiten. Was dit allemaal echt gebeurd? Hadden we een drummer horizontaal boven zijn kit zien zweven die ongenadige backbeats op zijn snaartrommel ramde? (Wis&3, Joe Dukes, als ik mij niet vergis.)

Ik zal niet beweren dat Rob Mostert het niveau heeft van een McDuff, Holmes of Earland. Hijzelf ook niet, denk ik. Ik zou hem trouwens eerder als een discipel van Doctor Lonnie Smith willen labelen. Bepaalde akkoorden en loopjes wezen in die richting. Hij is in ieder geval een beul die geen genade kent voor zijn B3. Saxofonist Efraïm Trujillo had het over twee instrumenten die het elektronische orgel herbergt: de toetsen en de bas(pedalen). Voeg daar maar gerust 'orkest' aan toe. Want met al die formidabel gonzende tonen en vetmakende boventonen die de machtige Lesliebox eruitslingert heb je een complete bigband tot je beschikking. Inclusief strijkers. In het hoog werden vruchtbare allianties aangegaan. Unisonolijntjes met de altsax, een sissend akkoord met de bekkens van Chris Strik.

Dat was kicken. Maar de grootste kick was toch wel het door merg, been, maag en darmkanaal gaande geluid van het orgel. (Hier kan men een krachtterm naar wens invullen.) Het echtpaar vooraan dat de volle laag van de Leslie kreeg was na de pauze verdwenen, afgevoerd waarschijnlijk naar een herstellingsoord. Mostert is ook geschapen voor het beulswerk. Fors gebouwd, massief hoofd, handen als de spreekwoordelijke kolenschoppen. Allebei afzonderlijk groot genoeg om de twee manualen van het instrument te beheersen.

Ondertussen blies Trujillo een stevig stomende souljazzstamppot bij elkaar. 'I Want A Little Girl', de enige standard die gespeeld werd, was een tedere ode aan altist Lou Donaldson. Die had hij ooit in het (oude, neem ik aan) Bimhuis in Amsterdam gezien en die had hem op het slechte pad geattendeerd.

Ook drummer Chris Strik moet het niet van de subtiliteit hebben. Hij is geen Philly Joe Jones (maar ja, wie is dat wel?). Nochtans opende hij het tweede gedeelte van het optreden met een soort vurige vingersymfonie: de handjes liet hij all over the place wapperen. Geleidelijk nam hij het volume terug tot slechts het fluisteren van een over het vel schuivende vinger resteerde. En vervolgens heerste er complete stilte, vijftien, twintig seconden lang. Het in dichtste bolstapeling toegestroomde publiek, inclusief de geijkte barbewoners, had inmiddels zijn druk geraas gestaakt. Zodat alles en iedereen, de hele natuur, een kwart minuut doodstil bleef. Voor de allereerste keer in zoveelendertig jaar concerten in De Smederij.

Om elf uur tolden en tuimelden de bezoekers verdwaasd nacht en nevel in. Precies zoals veertig jaar geleden in Utrecht.

Foto's: Hammie van der Vorst

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 24.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Achtentachtig en nog springlevend

Abdullah Ibrahim, vrijdag 10 februari 2023, De Singel, Antwerpen

Achtentachtig is hij inmiddels, Adolph Johannes Brand, beter bekend als Abdullah Ibrahim, de naam die hij in 1968 aannam toen hij zich bekeerde tot de islam. Een paar jaar eerder was hij doorgebroken, met dank aan Duke Ellington die hem introduceerde bij het platenlabel Reprise. Hij woonde toen in Europa, in ballingschap voor het onmenselijke regime in zijn geboorteland Zuid-Afrika. Een afkomst die altijd een bijzondere rol zou blijven spelen in zijn jazzmuziek. Vrijdag 10 februari stond hij in de net niet uitverkochte grote blauwe zaal van De Singel, Antwerpen.

Jaren ben ik al fan van deze man, niet eerder zag ik hem optreden. Dan laat je zo'n kans natuurlijk niet voorbijgaan. Vooral niet omdat hij waarschijnlijk niet lang meer onder ons zal zijn. Overigens belette leeftijd hem niet om een prachtig concert te verzorgen. Weliswaar had hij hulp nodig om op het podium de afstand naar zijn piano af te leggen, maar daar eenmaal achter zittend vielen die achtentachtig jaren weg. Wat ik vooral zo boeiend aan Ibrahims spel vind is die integratie van Zuid-Afrikaanse muziek in de jazz. Zo koesterde ik het uit begin jaren 70 stammende 'The Pilgrim', dat hij maakte met bassist Johnny Dyani.

Die Zuid-Afrikaanse wortels hoorden we ook zeker terug in dit soloconcert, al was het minder expliciet. Iets dat overigens ook geldt voor het uit 2021 stammende 'Solotude', dat als aanrader geldt voor wie het navolgende wil kunnen plaatsen. Hij zat nog niet koud achter zijn instrument of de eerste akkoorden klonken al. Een aantal patronen volgden, opvallend genoeg van elkaar gescheiden door verhoudingsgewijs lange momenten van stilte. Iets dat er een opvallend effect aan gaf; als luisteraar krijg je immers de tijd om de muziek op je te laten inwerken. In die eerste fase overheerste ook de abstractie. Het bewoog naar een melodie, zonder dat het ook echt gebeurde en het bewoog richting een ritme, zonder het te worden. Beide kwamen pas later.

Ibrahim is sterk beïnvloed door Duke Ellington en Thelonious Monk, zeker in zijn melodievorming. Maar wat die twee niet hadden is natuurlijk die Afrikaanse achtergrond. Het duurde in De Singel vrij lang voordat die expliciet werd en de fragmenten waren vrij kort. Maar ze waren wel heel kenmerkend voor zijn stijl: de ritmische patronen gespeeld met de linkerhand, sterk repetitief en voorzien van de meest aansprekende groove denkbaar. Daarin komen volksmuziek, gospel en blues op effectieve wijze samen. Een ander kenmerk van zijn muziek hoorden we vaker. En dat is het vermogen om met heel weinig noten, een paar akkoorden de sfeer neer te zetten, je als luisteraar te pakken en mee te trekken in het verhaal. En verhalen waren er genoeg. Korte verhalen, aaneengeregen tot een recital van een uur, waarna nog twee toegiften volgden, de eerste op piano, waarin het bovenstaande samenkwam, de tweede met een ontwapenende vocale bijdrage, zijn Afrikaanse wortels verklankend.

Foto's: Marina Umari & Michael Hoefner

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 22.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Jazz met experimentele kracht

Teis Semey Quintet, vrijdag 10 februari 2023, Paradox, Tilburg

Het openingsnummer van het concert is overdonderend. Onder aanvoering van de effectvolle slagkracht van Sun-Mi Hong wordt met een onstuimige oerkracht en onder een hoge spanningsboog het staccato saxofoon- en trompetspel vermengd met een pulserende bas en rauw gitaarspel. Energiek zoals de Britse punkgroepen in hun beste jaren.

Primair verantwoordelijk voor deze woeste uitbarsting is de Deense gitarist en componist Teis Semey. Ondanks zijn afkomst maakt hij al enige tijd deel uit van de vernieuwende Nederlandse jazzscene. Semey is bandlid van Tijn Wybenga & AM.OK en heeft optredens achter zijn naam met Guy Salamon Group, Fuensanta Mendez Ensemble en met Jasper Hoiby. In Paradox presenteert het Teis Semey Quintet het album 'Mean Mean Machine' uit 2021.

De high-speed jazz, gelardeerd met elementen uit de punk, wordt nog twee keer beproefd in twee nieuwe titelloze nummers. Repetitief van karakter, effectvol en rebels. Daarnaast wordt avontuurlijk en in vrije improvisatievorm gemusiceerd, waarbij het totale groepsgeluid vooropstaat. De muziek is afwisselend sensitief, melancholiek en getergd, altijd vol passie en met jeugdig elan. De drang tot authenticiteit staat hoog in het vaandel, maar voelt nooit geforceerd aan.

De gekozen maatsoorten zijn hoorbaar inventief en gevarieerd, aangevuld met tegendraadse effecten. De relatief korte solo's passen smaakvol in het harmonieuze en muzikale geheel. Vooral de inventieve Alistair Payne op trompet springt in het oog. De stukken zijn niet alleen afkomstig van het album 'Mean Mean Machine'; het kwintet geeft ook een inkijkje in het toekomstig album door een reeks nieuwe nummers te spelen. Deze worden gematigd experimenteel, direct en met een zekere luchtigheid gespeeld.

Teis Semey is weliswaar de leider en originele componist, maar toont zich niet als een instrumentalist die zich etaleert door een ultieme virtuositeit op zijn gitaar. De Deen is een creatieve en veelzijdige gitarist die gelijkwaardigheid onder musici omarmt via een samensmeltend muzikaal collectief. Het optreden is een waar luistergenot.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , ,

(Louis Obbens, 19.2.23) - [print] - [naar boven]



Onder het stof vandaan | Cd's | Jazztube
Oscar Peterson - 'On A Clear Day: The Oscar Peterson Trio - Live In Zurich, 1971'

Mack Avenue, 2022 | Opname: 1971
Oscar Peterson - 'A Time For Love: The Oscar Peterson Quartet Live In Helsinki, 1987'
Mack Avenue, 2022 | Opname: 17 november 1987

De jazzhelden van weleer, bijna allemaal hebben ze het tijdelijke inmiddels voor het eeuwige verwisseld, laten door vaak nooit eerder uitgebrachte opnamen nog regelmatig van zich horen. Er ligt hier inmiddels dan ook al een leuk stapeltje. De in 2007 op 82-jarige leeftijd overleden Oscar Peterson, een van de meest bepalende pianisten uit de geschiedenis van de jazz - hij ontving niet voor niets in 1997 een Grammy Award voor zijn gehele carrière en een International Jazz Hall of Fame Award - mag het spits afbijten. Mack Avenue bracht opnamen op de markt van concerten in Zürich, 'On A Clear Day' en Helsinki, 'A Time For Love', een dubbel-cd.

De plaats waar de opnamen plaatsvonden daar in Zürich is niet bekend, net zomin als de datum. Over dat laatste valt echter wel iets te zeggen. We weten dat Peterson met dezelfde bezetting als voor dit optreden voor de Zwitserse radio in oktober 1971 in de Hans Georg Brunner-Schwer Studio in het Duitse Villingen opnam voor MPS. Het is dan ook niet gek te denken dat ook deze opnamen uit die maand stammen. Concreet hebben we het dan qua bezetting over Niels-Henning Ørsted Pedersen op bas - die vaker Amerikaanse musici begeleidde op hun tour door Europa - en Louis Hayes op drums. Het zijn die twee die beginnen in 'The Lamp Is Low', waarna al snel Peterson aansluit met dat kenmerkende spel van hem. Want stijlvast was Peterson als geen ander. Invloeden van grote voorgangers als Teddy Wilson, Nat "King" Cole, James P. Johnson en Art Tatum incorporeerde hij moeiteloos in zijn eigen stijl. Een stijl die bepaald overdadig genoemd mag worden. Bij Peterson is een melodie altijd een opmaat voor een bijna oeverloze reeks uitweidingen, waarbij het gehele klavier in actie komt. Maar wat een gevoel voor ritme had deze man en wat een timing! Als voorbeelden kunnen de klassiekers 'On A Clear Day' en 'Soft Winds' dienen en de wijze waarop Peterson hier leiding geeft aan het ritme. Prachtig is ook die ingetogen solopassage in 'Young And Foolish', dat naadloos overgaat in 'A Time For Love'.

Het pianotrio was een vorm die Peterson bijzonder vaak koos. Anders dan iemand als Bill Evans was Peterson de onbetwiste leider en waren bassist en drummer, hoe goed ook, toch in eerste instantie begeleiders. De pianist wisselde regelmatig van bezetting. Zo speelde hij in de jaren voorafgaand aan dit treffen in Zürich met bassist Sam Jones en drummer Bobby Durham, horen we hem begin '71 in Parijs nog met bassist Jiri Mraz en Hayes, in Zürich dus met Pedersen en Hayes. In '73 zoekt hij weer het gezelschap van Jones en Durham. Zestien jaar later, op 17 november 1987, zijn het bassist Dave Young en drummer Martin Drew. Maar hier aangevuld met gitarist Joe Pass, waar Peterson sinds 1973 regelmatig mee samenwerkte. Het resultaat van deze samenwerking is te horen op 'A Time For Love'.

Zoals gezegd, de stijl van Peterson veranderde nauwelijks door de jaren en is dan ook direct herkenbaar. Grootste verschil tussen de twee albums is natuurlijk Pass, die zich direct al in de opener 'Cool Walk' van zijn swingende kant laat horen, in een stijl die perfect past bij die van Peterson - ze werkten niet voor niets zo graag samen. En prachtig subtiel is de wijze waarop Peterson de melodie in 'Love Ballade' opbouwt, met passie en gevoel, terwijl verderop Pass en Young er nog een schepje bovenop doen. En laaf u aan het perfecte samenspel tussen Peterson en Pass in 'Cakewalk'. De tweede schijf opent met 'A Time For Love' en een prachtige bijdrage van Pass, terwijl we hem verderop ook nog uitgebreid horen in de klassieker 'When You Wish Upon A Star' Een ander hoogtepunt op deze cd is het swingende 'Soft Winds', het enige nummer dat Peterson tijdens beide concerten speelde.

In de Jazztube hieronder zie je een concert van het Oscar Peterson Quartet mét Joe Pass, opgenomen in 1987 in de Kan-I Hoken Hall, Tokyo.

Labels: , , ,

(Ben Taffijn, 18.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
'Witte neven' brengen groovende tribute aan Zuid-Afrikaanse maten

Songs Of South Africa, woensdag 8 februari 2023, Paradox, Tilburg

Saxofonist Rolf Delfos, bassist Eric van der Westen en drummer Pascal Vermeer hebben de afgelopen decennia ieder afzonderlijk een bijzondere band opgebouwd met Zuid-Afrikaanse musici en hun muziek. Inmiddels hebben zij vele malen opgetreden in het land en altijd was er de uitwisseling, de samenwerking en de behoefte deze muziek te beleven. Met het nieuwe sextet Songs Of South Africa zetten ze het spotlicht vol op de aanstekelijke, melodische en swingende jazz die uit het Afrikaanse land afkomstig is. Onder meer nummers van Abdullah Ibrahim (Dollar Brand), Winston Mankunku en Bheki Mseleku staan op het repertoire. Het concert in Paradox bleek ook te worden opgenomen voor een later dit jaar te verschijnen live-cd. Het eerdergenoemde trio Zuid-Afrika veteranen werd uitgebreid met de jonge honden Koen Smits op trompet, Jeroen Verberne op trombone en Rein Godefroy op piano.

Eind jaren 80 bezocht ik op North Sea Jazz een bijzonder concert van Abdullah Ibrahim, waar ik zodanig van onder de indruk was dat ik hem ben gaan volgen. Tijdens dit concert werden maar liefst drie composities van hem uitgevoerd, waardoor er een paar lijntjes mooi bij elkaar kwamen.

Het concert werd geopend met 'Spring' van Winston 'Mankunku' Ngozi. De toon voor de avond werd gezet met een goed uitgewerkte solo van Delfos. Het heerlijke Afrikaanse ritme werd krachtig en speels neergezet door Van der Westen en Vermeer. De setlist bleek uiteindelijk tien nummers te bevatten, die met smaak waren uitgekozen en voor een mooie balans op het album zullen zorgen. Bovendien kwamen alle leden van het sextet hierdoor helemaal tot hun recht. Heerlijk hoe Van der Westen in Ibrahims 'Calypso Minor' een vette groove aan zijn bas ontlokte, terwijl Verberne en Delfos mooie solo's produceerden op trombone en sax. De telkens wisselende ritmes hadden die typisch Zuid-Afrikaanse vrolijkheid in zich, die onderstreept werden door de spannende schema's en patronen die Godefroy uit de vleugel toverde.

Al na drie nummers wist ik: die plaat wil ik hebben als hij straks klaar is. En er moesten nog zeven nummers komen. Ondertussen werd de zaal opgeroepen zich vooral te laten horen; dat is goed voor de opnamen. Het Paradox-publiek heeft een reputatie hoog te houden, dus daar was geen verdere aansporing voor nodig.

Zo nu en dan voorzagen Van der Westen of Delfos het concert van achtergrondinformatie. Daarbij viel op hoe geraakt ze zijn door hun ervaringen in Zuid-Afrika en de samenwerking met muzikanten van daar. Overtuigend zette het sextet neer dat de "witte neven", zoals ze daar werden genoemd, geen enkele behoefte hadden aan de haal te gaan met het repertoire; met dit concert brachten ze een oprecht gevoeld eerbetoon aan hun Zuid-Afrikaanse maten. En dus bleef het gezelschap verbazen met een gevarieerde setlist met pareltjes van Zuid-Afrikaanse jazzstandards, zoals het mooie en ingetogen 'Yakhal’ Inkono' en de gedragen 'Song For Bra Des Tutu' van Winston Mankunku.

Dat het een liveplaat met sfeer gaat worden staat vast. Het publiek klapte vaak en meestal spontaan, zonder aanwijzing vanaf het podium. Het sextet begon zich steeds meer op zijn gemak te voelen en reeg met enthousiasme de ene solo aan de andere improvisatie. Zo werd het een uitbundig en feestelijk concert.

Het wachten is nu op het resultaat. Het album wordt aan het eind van het jaar verwacht. Op dat moment wil het sextet ook gaan touren met dit programma. Houd het in de gaten, het is zeer de moeite waard.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

Labels: , , , , ,

(Johan Pape, 16.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Meer kamermuziek dan groovejazz

Zack Lober's NO FILL3R, donderdag 9 februari 2023, Brouwerij Martinus, Groningen

Dit nieuwe trio van de van oorsprong Canadese bassist Zack Lober heeft zeker potentie. Precisie is het sleutelbegrip van NO FILL3R en de leider speelt niet slechts gefocust, maar ook zeer zelfverzekerd. Zijn dames zijn rijzende sterren. Suzan Veneman is tegenwoordig zo ongeveer de meest spraakmakende trompettist/bugelblazer van het land. In Martinus liet ze vooral haar lyrische kwaliteiten op de bugel horen. Zo nu en dan stapt ze uit haar comfortzone. Dan blaast ze noten, verbuigingen en hybride keelklanken die je niet zo gauw op dat instrument zou verwachten. In ieder geval onderstreept ze maar weer eens waarom ze tegenwoordig een belangrijke stem is in het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw.

Nochtans: een band moet groeien. Een legering functioneert ook nog niet als zodanig wanneer je de afzonderlijke componenten zomaar in een bakje gooit, al is alles nog zo goed afgewogen. Het was nu eerder een soms adembenemende optelsom van drie sterke individuen.

Wanneer iemand daar wat aan zou kunnen doen is het drummer Sun-Mi Hong. Zij kan haar trommels drommels laten donderen, maar maakt nog de meeste indruk met haar verfijnde brushes-spel. Haar timing is loeistrak en ze luistert met olifantsoren naar de verrichtingen van de anderen. In een enkel nummer heeft haar aanpak een serieel of aleatorisch karakter.

De gespeelde tempi zijn langzaam tot medium. Mede daardoor heeft de muziek een verstild karakter. Eerder intense kamermuziek dan vet groovende jazz. De composities zijn, neem ik aan, voor het grootste deel van de leider. Voor zover er geen pure improvisaties bijzitten. Pregnant klinkt het resultaat niet bepaald; misschien is het een idee de twee andere leden ook dingetjes te laten schrijven.

In de loop van de maand komt het eerste album van de groep uit, op ZenneZ.

Klik hier voor concertfoto's door Willem Schwertmann.

Labels: , , ,

(Eddy Determeyer, 14.2.23) - [print] - [naar boven]



Onder het stof vandaan
Ahmad Jamal - 'Emerald City Nights - Live At The Penthouse 1963-1964'

Elemental Classics, 2022 | Opname: 20 juni 1963, 26 maart & 2 april 1964
Ahmad Jamal - 'Emerald City Nights - Live At The Penthouse 1965-1966'
Elemental Classics, 2022 | Opname: 18-25 maart 1965, 28 oktober 1965 & 22 september 1966

Een andere pianist die graag de triovorm kiest is Ahmad Jamal, een van de weinige jazzhelden die nog in leven is. Tegenwoordig overigens een vorm die hij graag uitbreidt met een extra percussionist. Daar was in de jaren 60 nog geen sprake van, zo leren ons twee dubbelalbums die onlangs onder de titel 'Emerald City Nights' uitkwamen bij Elemental Classics. Vier schijven met liveopnamen, alle gemaakt in wat in die dagen zowat de huiskamer van Jamal was: The Penthouse in Seattle. De eerste set bevat opnamen uit 1963 en '64, de tweede die uit '65 en '66.

20 juni 1963 is de eerste datum, Jamal is te horen met bassist Richard Evans en drummer Chuck Lampkin. Op het programma staan covers, zoals bijna altijd tijdens deze concerten. Te beginnen met de Rodgers & Hart-klassieker 'Johnny One Note'. En net als Oscar Peterson zijn eigen kenmerkende stijl had, is ook Ahmad Jamal direct herkenbaar. Zijn staccato ritmiek, dat vermogen om - precies contra aan Peterson - met heel weinig heel veel uit te drukken en die puntige wijze van spelen, we horen het hier allemaal terug. En een perfect ritmegevoel, maar dat geldt zeker ook voor zijn twee begeleiders. Neem Lampkins solo in 'Johnny One Note', maar nog beter, beluister Evans' 'Minor Adjustments'.

De tweede cd bevat registraties van 26 maart en 4 april 1964, waarbij Jamil Nasser de plaats in heeft genomen van Evans, een bijzonder ritmisch spelende bassist die we ook in de verdere opnamen terughoren. We beginnen met Evans' 'Bogota', een nummer dat Amal een half jaar eerder met orkest had opgenomen voor het album 'Macanudo', een verslavend ritmisch stuk. 

Prachtig is ook 'Lollypops & Roses', met die ingehouden ritmiek en perfecte timing, zo typisch voor het spel van Jamal. Een al even mooi moment vinden we in Jamals eigen 'Minor Moods' en dan met name in het duet met Nasser. Overigens vinden we zowel hier als in het eveneens in april opgenomen 'Keep On Keeping On' ook bijzonder mooie bijdragen van zowel Nasser als Lampkin. De bezetting tijdens de concertopnamen van maart 1965 blijft ongewijzigd. Het is vooral de drummer die opvalt in Rodgers & Hart-klassieker 'I Didn't Know What Time It Was'. Hij trakteert ons op een paar prachtige solo's, waar Jamal dan iedere keer met een welgemikt akkoord tussendoor piept. Bijzonder is ook de ballade 'Who Can I Turn To?' en de wijze waarop Jamal hier de melodie op meestal subtiele wijze, maar soms ook met opvallende dynamiek vormgeeft. Een half jaar later heeft Vernel Fournier de drumstokken van Lampkin overgenomen. We horen hem direct goed in 'Concern', een puntig duet ten beste met Jamal.

Er rest nog één sessie, die van september 1966, bijna een jaar later dus. En wederom met een nieuwe drummer, Frank Gant. Hij was erbij sinds begin dat jaar en dus ook bij de opnamen van 'Heat Wave'. Maar daar in The Penthouse klonken geen stukken van dit album, maar louter standards, waarvan voor Jamal 'Poinciana' de meest bekende was. Ook op deze vier cd's mag dit nummer niet ontbreken. 

Foto: Cees van de Ven

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 11.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Improviseren op een bed violen
Human Music o.l.v. Pasha Shcherbakov, dinsdag 31 januari 2023, De Smederij, Groningen

Human Music, zo legde leider en componist Pasha Shcherbakov uit, is by human people for human people. Zo simpel is dat. HM is een jaarlijkse traktatie. Elk seizoen stelt Shcherbakov een nieuwe editie samen met professionals en studenten van het Prins Claus Conservatorium. Het repertoire schuift ook telkens een stukje op. Maar de aanpak blijft ruwweg gelijk. Een solist, Shcherbakov zelf, op trombone, trompet en voor het eerst ook op fluit, improviseert op een zacht bedje van strijkers, gesteund door een loeistrakke ritmesectie. Daarbij speelt de klassieke (romantische, impressionistische) traditie een zeker zo grote rol als die van de jazz. Dat de leider zelf aanvankelijk uitsluitend de klassieken bestudeerde en uitvoerde zal daar debet aan zijn. In dat verband is het verhelderend te weten dat hij bij zijn toelatingsexamen voor Prins Claus een blues moest schrijven en spelen. 'Too Much Sugar (And Lemon)' kreeg in De Smederij een geactualiseerde uitvoering en er zal best een bluesstructuur in hebben gezeten. Wanneer je maar ingespannen genoeg luisterde zul je dat ook wel horen. Maar het opus had toch meer van doen met Gabriel Fauré dan met Blind Boy Fuller.

In 'Acoustic Groove' zette Shcherbakov de fluit aan de mond. Helemaal niet slecht voor een debuut, al wisten er wel wat nootjes te ontsnappen. Deze charmante, ietwat melancholieke toonkunst zette mijn oren en mijn geest op het spoor van de jaren veertig. Ik weet ook niet waarom.

De composities van de leider en zijn bewerkingen van stukken van Benny Golson en Esjborn Svensson staken goed in elkaar en werden op het scherp van de snede uitgevoerd. De verschillende klankkleuren die er in de onderscheiden instrumentcombinaties huisden kregen ruim baan. Het strijkkwartet, soms aangevuld met de contrabas van Andrea Caruso, vormde een formidabel, zwaargevooisd wapen. Het kwartet bestond uit Eszter Bránya en Anna Maria Schitsova op viool, Pedro Henrique Santos Marquez op altviool en Emma Zarzuela Castro op cello (met zulke namen krijg je onherroepelijk fantastische muziek, volgens presentator Diederik Idema). Mooi, hoe in het openingsnummer 'Taste Of Tears' de melodie van Brányas viool naadloos oversprong naar de altviool van Pedro et cetera.

De toegift was 'Sláva Ukrayíni', het Oekraïens volkslied, dat door het publiek min of meer werd meegezongen. Shcherbakov, zelf afkomstig uit Kaliningrad, tussen Polen en Litouwen: "In Moskou waren we allemaal de bak ingegooid!"

Foto: Hubert Nauta

Labels: , , ,

(Eddy Determeyer, 8.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Temperament en passie in Paradox

Daniel García Diego Trio, vrijdag 27 januari 2023, Paradox, Tilburg

Daniel Garcia Diego is geboren in Salamanca en kreeg de flamenco met de paplepel ingegoten. Hij ging klassieke muziek studeren aan het conservatorium van Castilla y León. Daarna studeerde aan het Berklee College of Music in Boston, waar de Panamese jazzpianist Danilo Pérez zijn mentor werd. Hij speelde met Arturo Sandoval, Greg Osby and Perico Sambeat. Hij bracht vier albums uit waarop al deze invloeden bij elkaar komen. Hij noemt zichzelf eclectisch en dat is te horen. Allerlei invloeden uit klassiek, jazz en flamenco worden in een centrifuge gegooid en komen er fris, origineel, kleurrijk en verrassend uit.

In hun eerste Nederlandse tour deed het trio een uitverkocht Paradox aan om werk te laten horen van de laatste twee albums 'Travesuras' (2019) en 'Vía De La Plata' (2019). Op de albums zijn onder anderen ook Ibrahim Maalouf (trompet), Anat Cohen (klarinet) en Gerardo Núñez (flamencogitaar) te horen. Die waren niet meegekomen naar Tilburg. Het trio bleek uitstekend in staat om dat gemis creatief op te vangen.

Het trio trapte af met 'Potro De Rabia Y Miel', een hommage aan de in 2014 overleden flamencogitarist Paco de Lucia. De Steinway-vleugel veranderde onder de handen van Garcia Diego in een flamencogitaar die met heel strakke ritmes en typische accenten bespeeld werd, om daarna naadloos over te vloeien in een swingende jazzpiano. Dit alles subtiel maar krachtig ondersteund door het drumwerk van Michael Olivera. En ook bassist Reinier Elizarde 'El Negrón' presenteerde zich sterk met een mooi uitgesponnen solo.

Garcia leidde het tweede nummer in met een verwijzing naar 'Sketches Of Spain', het alom gewaardeerde album van Miles Davis en Gill Evans uit 1960. Hoewel ook Garcia Diego vol lof is over dit album hadden Davis en Evans de principes van de solea flamenco volgens hem niet goed begrepen. In het stuk maakte hij dat overtuigend duidelijk en ontstonden er prachtige contrasten tussen strak gespeelde flamenco-akkoorden en -ritmes en jazz met een onvervalste swing. In 'Calle Compañia' nam het trio ons mee naar Garcia Diego's Salamanca. Het trio maakte indruk met een aaneenschakeling van ritme- en sfeerwisselingen en gedurfde solo's. Olivera was meesterlijk in het subtiel hanteren van zijn brushes en het leggen van verrassende accenten.

Het drietal heeft na een flink aantal jaren samenspelen een soort telepathische manier van communiceren ontwikkeld, wat zorgt voor een mooie en speelse balans in het geheel. Voeg daarbij een zichtbaar speelplezier en het kon niet anders dan dat het applaus steeds luider en langduriger werd. Garcia Diego gaf ook aan hoe belangrijk het publiek voor zijn trio is; het is immers de wisselwerking van energie tussen zaal en podium die tot het eindresultaat leidt. En dat zat wel goed in Paradox. Waarschijnlijk dat ik daarom geen moment de instrumenten heb gemist die op de albums wel te horen zijn. De magie van livemuziek!

Het trio kwam, zag en overwon en werd beloond met een staande ovatie. De toegift was rustiger en ingetogen, een soort slaapliedje waarin de zaal werd uitgenodigd mee te zingen en daar vol overgave op reageerde.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

In de Jazztube hieronder zie je het concert dat het Daniel García Diego Trio een dag later gaf in het Bimhuis.

Labels: , , , ,

(Johan Pape, 5.2.23) - [print] - [naar boven]



Cd
Martina Verhoeven Quintet - 'Driven - Live At Roadburn 2022'

Klanggalerie, 2022 | Opname: 24 april 2022

"You can't separate the music from the people", zei Cecil Taylor eens. Maar misschien gebeurt het soms toch, onwillekeurig, wanneer die mensen een eenheid worden die schijnbaar loskomt van hun praktijk en een collectief muzikaal gaat leviteren. Het gebeurt een paar keer tijdens deze liveregistratie van het Martina Verhoeven Quintet.

Het concert was een onderdeel van Dirk Serries' vierdaagse als artist in residence tijdens de laatste editie van het Roadburn Festival. Dat is het voorbije anderhalve decennium getransformeerd van een thuishaven voor stoner, doom en postmetal tot een uitgesproken hedendaagse meerdaagse die de deuren openzet voor geluiden uit vele windrichtingen. Aanvankelijk nog met'heaviness' als gemeenschappelijke noemer, maar ook dat lijkt intussen afgezworen. Dat er nog altijd coherentie in de programmatie zit, is dan ook opmerkelijk. En voor Serries, al een paar keer te gast met projecten die min of meer in de identiteit van het festival pasten, was het ook een buitenkans om wat minder vertrouwde muziek binnen te smokkelen.

Dat gebeurde op 24 april in Paradox, dat vanaf de voorbije festivaleditie ook zijn deuren openstelde. Serries' partner Martina Verhoeven had een band rond zich verzameld met allemaal vertrouwde gezichten, die echter nooit in deze combinatie samengespeeld hadden. Er waren een paar langlopende connecties - Serries en altsaxofonist Colin Webster kruisen elkaars paden via het Kodian Trio, in duo en een paar andere projecten, bassist Gonçalo Almeida en drummer Onno Govaert vormen samen de ritmesectie van The Attic, een trio met de Portugese saxofonist Rodrigo Amado - en een paar eerdere ontmoetingen (Govaert nam muziek op in duo met Verhoeven en Serries, terwijl Almeida nog een soloalbum uitbracht op Serries' label), maar dit was iets nieuws.

En dan krijg je met wat geluk te maken met de magie van de vrije muziek, waarbij een band zonder repetitie, voorbereiding of eerdere concerten toch een coherent verhaal vertelt. Het gebeurt via twee langere stukken (circa 25 en 15 minuten) en een korte toegift, waarvoor de band soms verrassend sterk freejazz-terrein opzoekt, eerder dan de meer Europese vrije improvisatie die je zou verwachten. Maar dat werkt, vanaf de prikkelende aanzet, waarin zich meteen al een spanning laat voelen onder de pianoklanken, iele gitaarscherven en saxflarden. Een lage grom begint te bijten, Verhoeven dartelt over het ivoor, percussief en kordaat. Na een minuut of drie, vier begint die muziek niet enkel te bewegen, maar lijkt het wel alsof de top van een hindernis bereikt is. Dan gaat het bergaf met de voet van de rem en een kracht die toeneemt en toeneemt.

Pik in rond de achtste minuut, als het crescendo stilaan uit z'n voegen barst, en het klinkt als teringherrie die alle kanten tegelijk uit stuitert, maar je hoort in feite het pieken van een cumulatieve beweging die aan kracht wint zoals een orkaan om dan abrupt stil te vallen (eerste ontlading bij het publiek). Gekartelde solomomenten nemen het over, de muziek wordt even teruggebracht naar kamermuziekproporties, maar dan steekt Verhoeven ook weer de kop op, met een piano die lijkt te ontwaken als een speels dier, de rest aanport, dingen omstoot en struikelt, met een muziekdoosje als komisch accent. Het duurt niet lang of de band is verwikkeld in een tweede climax. En het lijkt opnieuw alsof de muziek helemaal loskomt van vorm en moment en je vraagt je af wat die muzikanten op dat moment denken, als er überhaupt al iets gedacht wordt. Gaat er wel iets door hun hoofd of werden ze een doorgeefluik? Het is alleszins goed voor een extase die opnieuw leidt tot een immense ontlading bij het publiek.

Het tweede stuk neemt ook z'n tijd om open te vouwen, met de gestreken bas die even een donkere lyriek introduceert die wordt gespiegeld door Websters opvallend serene saxlijnen, maar toch zit er weer die onderhuidse spanning in, die belofte van iets dat eruit moet en zal komen. En dat komt, met de muzikanten als radertjes die andere radertjes in beweging houden en de elasticiteit van de muziek helemaal op de proef stellen, van de abstractie van Serries' gewring tot het hectische gerammel van Govaert. Een repetitieve baslijn herinnert even aan Sonny Rollins 'Freedom Suite' (de tweede beweging), zorgt alleszins voor een vergelijkbare, maar pakken heavier stuwing, en het is het laatste opstapje naar een verschroeiende climax met Verhoeven en Webster die het boeltje definitief aan flarden rijten.

De toegift zoekt het even bij een meer textuurgericht spel vol details dat nauwer verwant is aan de stijl van de Britse school waar de meeste van deze muzikanten zich in thuis voelen, maar krijgt ook weer een paar speelse kletsen die uitmonden in een horten en stoten en knallen dat een energiek uitroepteken achter het concert zet. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat deze muziek, die zo vaak wordt afgedaan als moeilijkdoenerij, als navelstaarderig gedoe, zo extatisch wordt onthaald door een publiek waarvan een deel vermoedelijk zelden of nooit eerder aan zoiets blootgesteld werd. Als je te maken krijgt met muzikanten die elkaar meteen vinden en samen de sprong in het diepe wagen, zonder terughoudendheid en met vertrouwen in elkaar, dan kan er iets ontstaan dat genre en noten overstijgt, dat meer te maken heeft met overgave en energie en toewijding. Om dat te kunnen horen en appreciëren zijn er maar een paar dingen nodig: oren en een onbevangen luisterhouding. Het eerste heeft iedereen, het tweede vereist wat goede wil en interesse. 'Driven - Live At Roadburn 2022' doet de rest. Bam.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be | Foto's: Cees van de Ven

Labels: , , , , ,

(Guy Peters, 5.2.23) - [print] - [naar boven]



Concert
Togolese klanken uit de diaspora

Togo All Stars, zaterdag 28 januari 2023, VERA, Groningen

De spijkerharde bassdrumbeat waarmee het optreden van de Togo All Stars begon leek onheilspellend. Hadden we hier weer eens van doen met een geluidstechnicus met punk- of grunge-oren? Gelukkig werd er al snel gas teruggenomen en bleek dat de Togolese band voor elk botje en spiertje wel een beat had. In hun polyritmiek was het soms moeilijk kiezen.

Dat rapmuziek er de laatste twintig jaar een hoge vlucht heeft genomen hoorde je. Amerikaanse voorbeelden werden overigens niet slaafs gekopieerd; de Afrikanen gebruikten hun eigen ritmes.

Het kleine Togo ligt ingeklemd tussen het nauwelijks grotere Benin en grote broer Ghana en dat wordt in de muziek weerspiegeld. De highlife dansmuziek waarvoor saxofonist E.T. Mensah en, later, de band Osibisa de fundamenten legden is niet onopgemerkt voorbijgegaan aan Lormé, de hoofdstad van Togo. Maar na een veelbelovende start in de jaren zestig met coryfeeën als de betreurde Bella Bellow (deze zwarte nachtegaal stierf op haar 28ste in een auto-ongeluk) kwam dictator Gnassinghé Eyadéma aan de macht. En zoals we weten gedijt muziek niet zo best onder dit soort regimes. Vandaar dat veel Togolesen naar Europa uitweken; ook de uit Lormé en omstreken afkomstige All Stars houden tegenwoordig domicilie in Nederland en Frankrijk.

De Sterren worden per project of tournee uit een grotere pool gekozen. Wat de cohesie betrof moest je nochtans vaststellen dat saxofonist Elga Branco en toetsenspeler Jean-Paul D'Abeli Dowornu een verbluffend vol en hecht orkest vormden. De aanpak van de All Stars is poppy. Doch in een enkel nummer waren de intrigerende roots van de muziek, die voodoo-elementen bevat, klip en klaar.

Klik hier voor foto's van dit concert door Mischa Veenema.

Labels: , ,

(Eddy Determeyer, 3.2.23) - [print] - [naar boven]



Onder het stof vandaan / Jazztube
Bill Evans - 'Morning Glory'

Resonance, 2022 | Opname: 24 juni 1973
Bill Evans - 'Inner Spirit'
Resonance, 2022 | Opname: 27 september 1979

Het pianotrio, als vorm binnen de jazz, zal voor altijd verbonden blijven met de naam Bill Evans. Niet alleen heeft hij opvallend vaak, zo niet bijna uitsluitend in deze bezetting gewerkt, hij was er ook nog eens een absolute vernieuwer in. Zodanig dat vrijwel eenieder die heden ten dage voor deze vorm kiest zich automatisch schatplichtig toont aan de meester. Iedere uitgave van deze pianist is dan ook meer dan welkom. Iets dat zeker geldt voor de uitgaven van 'Morning Glory' en 'Inner Spirit' door Resonance Records. Ofwel de registraties van concerten in Buenos Aires, gegeven in 1973 en 1979. Lang alleen als bootleg verkrijgbaar, nu ook via de officiële weg.

Het tweede concert in een rij van vijf, tijdens een tournee door Zuid-Amerika, vond plaats op zondagochtend 24 juni 1973, voor een publiek van 2500 man. Tevens het enige concert waarvan voor zover we weten opnames bestaan. Met Eddie Gomez, de bassist waar hij tussen 1966 en 1977 intensief mee samenwerkte, en drummer Marty Morell, die van 1968 tot 1974 deel uit maakte van dit trio, een van de meest gezichtsbepalende uit Evans' carrière. Op het programma standards en een paar stukken van Evans die hij vaak speelde tijdens concerten, waaronder 'Re: Person I Knew', waar het concert mee opende. Hier valt direct op hoe goed Evans en Gomez op elkaar ingespeeld waren, de harmonie die de twee hier bereiken is waarlijk groots. Het laat direct horen waar de grote verandering die Evans inzette uit bestond: bij Oscar Peterson en Ahmad Jamal hoorde je direct wie de leider was, dat is hier niet langer het geval. Nog duidelijker blijkt dit uit Johnny Mandels 'Emily', een stuk dat vrijwel geheel gedragen wordt door Gomez' melodieuze vernuft. 

Evans was ook zeker een van de grootste pianisten uit de geschiedenis van de jazz, wellicht ook wel omdat zijn achtergrond in de klassieke muziek lag. Hij begon reeds op zijn vijfde met pianospelen en studeerde tot zijn dertiende louter klassieke piano. Hij zou er altijd verwantschap mee blijven voelen en het verweven in zowel zijn eigen composities, met als mooi voorbeeld 'T.T.T. (Twelve Tone Tune)' dat ook op dit album staat, als in zijn interpretaties van standards. "Bill was in good spirit", zei Morell tijdens het interview met Marc Myers voor het tekstboekje, "he was due to marry Nenette Zazzara in New York in August. I think he felt his life was changing for the better". Woorden die Myers speciaal koppelt aan de uitvoering van Evans' 'The Two Lonely People'. Volkomen terecht, het is prachtig om te horen hoe hij dit stuk hier gestalte geeft. En het applaus was er dan ook naar. In de Rodgers & Hart-klassieker 'My Romance' horen we Morell schitteren in een paar prachtige solo's en horen we Gomez in de weer met zijn strijkstok.

Evans beperkte zich niet tot jazzstandards, getuige een mooie uitvoering van folkzangeres Bobbi Gentry's 'Mornin' Glory' waar de tweede cd mee opent. 'Up With the Lark', een poëtische ballade uit de film 'Centennial Summer', had Evans pas begin dat jaar in zijn repertoire opgenomen. Zo te horen een prima keuze. Het publiek was zeker ook enthousiast over 'Esta Tarde Vi loLer' van de Mexicaanse componist Armando Manzanero, door dit trio met veel gevoel en overtuigingskracht gebracht. Schitterend is ook het bijzonder ritmische duet tussen Evans en Morell in de lange versie van 'Beautiful Love'. 

Een jaar voor zijn dood was Evans wederom in Buenos Aires, maar nu met een ander trio. Na wat wijzigingen in 1978 bestond dat hier uit bassist Marc Johnson en drummer Joe LaBarbera. Een trio dat bij elkaar zou blijven tot Evans dood op 15 september 1980. 'Re: Person I Knew' was een stuk waar Evans graag mee opende, zie ook het concert in '73, maar hier koos hij voor het klassieke 'Stella By Starlight', een nummer waarin Johnson alle ruimte kreeg om te schitteren. Het concert gaat vrij rustig van start, pas bij het 'Theme From M*A*S*H' - dat sinds een jaar op Evans' repertoire stond - en zijn eigen uit '66 daterende 'Turn Out The Stars' begint het te vonken. 'My Romance', ook te vinden op 'Morning Glory', past eveneens in het rijtje en biedt LaBarbera alle mogelijkheid te schitteren. Maar over het algemeen is dit concert meer ingetogen dan dat uit '73.

Bijzonder is in dit opzicht 'Letter To Evan', dat zijn debuut beleefde tijdens deze tour. Geschreven voor zijn zoontje, toen vier jaar oud, die zijn vader door al die concerten iedere keer moest missen. De eerste cd sluit ermee af. In dezelfde lijn ligt Evans' overtuigende, tegen klassiek aanliggende spel in Gershwins 'I Loves Your, Porgy'. LaBarbera: "Bill created an atmosphere, and you had to get inside of that." Beide musici bewijzen verderop dat ze dat prima aanvoelden. En prachtig het pianospel in 'If You Could See Me Now' en in het langgerekte 'Nardis', het hoogtepunt en de afsluiter van de avond, waarin verderop ook Johnson en LaBarbera alle ruimte krijgen om volop te overtuigen.

In de Jazztube hieronder kun je kijken naar het Bill Evans Trio met 'Laurie', opgenomen en uitgezonden door de Italiaanse televisie in 1979.

Labels: , , ,

(Ben Taffijn, 1.2.23) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.