Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
vrijdag 14 maart 2025 |
||
|
![]() Dicht bij Calloway 'Jump’n Jive plays a tribute to Cab Calloway' o.l.v. Leo van de Giessen, woensdag 20 november 2019, Hedon, Zwolle Ghost bands, reconstructies van legendarische concerten, het naspelen kortom van historisch materiaal zijn niet bepaald populair bij de meeste hardcore jazzliefhebbers. Alles moet immers, zo lijkt het vigerende credo, bij voorkeur allemaal zo nieuw en oorspronkelijk mogelijk zijn. Daar valt natuurlijk wel wat voor te zeggen. Jazzmuziek is nu eenmaal bij uitstek een kunstvorm die op het moment zelf ontstaat, gedragen door een hoogstpersoonlijke interpretatie en heet van de naald, beluisterd door de liefhebber. Toch: waarom is het spelen van Bach, Beethoven en Brahms de normaalste zaak van de wereld, terwijl er met gefronste oren naar gereconstrueerde muziek van Basie, Brubeck of Bechet geluisterd dient te worden? Zelf vind ik weinig situaties zo enerverend als live naar een heftig swingende, vroeger heette dat spuitende bigband te luisteren. Liefst met je neus er bovenop. Die impact, die drive, die dwingende, haast hypnotiserende sound, daar kunnen geen honderd garagebandjes tegenop. Daar kan men mij 's nachts wakker voor maken (overdag trouwens ook). Dat was ook zo'n beetje het gevoel dat je kreeg bij de première van 'Jump’n Jive plays a tribute to Cab Calloway', dat bassist en bandleider Leo van de Giessen in Hedon had aangericht. Met zes blazers in plaats van de organieke dertien bij het Calloway-orkest. Dat hij daar, ondanks de beperkte repetitietijd, toch een complete bigband mee suggereerde, pleit voor Van de Giessens arrangeerkunst. In feite zaten we in Hedon tussen Calloways grote orkest en zijn latere Cab Jivers, die drie of vier blazers telden. Wat niet wegneemt dat de zang aanvankelijk het loodje dreigde te leggen in het totaalgeluid. Uiteraard waren alle instrumenten versterkt; dat is sinds de opkomst van de popmuziek verplicht. In de jazz en de western swing kwam de versterking in de jaren dertig op kousenvoetjes binnensluipen. En dan aanvankelijk voor de gitaar en de zang, plus, een paar jaar later, de bas. Op foto's van die ouwe bigbands zie je een, hooguit twee microfoons, voor de zang en de solisten. Versterkte drums? Ze hadden je voor gek verklaard. Een orkest moest zelf een balans zien te vinden en dat was, afhankelijk van de akoestiek en de grootte van de zaal, soms een hele toer. En drums hoorden zéker niet te overheersen. ![]() Voor de beweging zorgden de jitterbugs in de zaal en de tapdanseressen op het podium. May Lian Robin en Doortje Peters hadden goed naar de Nicholas Brothers gekeken. Ze speelden een glansrol in dit arrangement van 'The Jumpin’ Jive', dat gekopieerd was van de in de film 'Stormy Weather' gebruikte versie - dat significant afweek van de oorspronkelijke hit van vier jaar eerder. Het tappen was zeker aansprekend en mooi getimed, al zullen Fayard en Harold Nicholas nimmer geëvenaard worden, laat staan overtroffen. De goede luisteraar hoorde hier overigens bij de trompetten de eerste sporen van de in 1943 nakende bebop. Behalve 'The Skunk Song', 'The Jumpin’ Jive', 'Everybody Eats When They Come To My House', 'Minnie The Moocher' en 'San Francisco Fan' werd ook materiaal gespeeld van zanger en saxofonist Louis Jordan en andere tijdgenoten. In dit verband zou je ook een vergelijking kunnen trekken tussen Van de Giessen, die voor deze gelegenheid zijn Jump 'n' Jive combo uitwalste tot bigbandformaat en Jordan, die in 1951 iets dergelijks deed met zijn Tympany Five. Een vondst was het shuffle-ritme in 'Route 66', waardoor het wegverkeer gezelschap kreeg van een happy-go-lucky local. Een enkele keer was het materiaal nog een maatje te groot voor Van de Giessen en zijn maten. Ben Websters 'Cotton Tail', met zijn woest meanderende tutti, was daar een voorbeeld van. Pluspunt verder: achtergrondprojecties die een perfecte illustratie waren van de muziek. Minpunt: de te lange, quasi-historische inleiding, ingesproken en geprojecteerd. Die zou compacter kunnen, waarbij meteen een aantal vergissingen en onjuistheden weggesnoeid zouden kunnen worden. Maar als deze revue de kans krijgt zich te ontwikkelen en vorm te vinden, zodat de band soepeler en organischer zou gaan spelen, kunnen we over een tijdje gelukzalig met de oortjes klapperen, de voetjes trappelen en met de vingertjes knippen. Men onthoude alvast: op hi-de-hi-de-hi-de-hi rijmt slechts hi-de-hi-de-hi-de-hi. Concertfoto's: Lumen Lineas (Eddy Determeyer, 30.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Het eiland van mijn vader: ontroerend en intiem Thijs Borsten & Izaline Calister, zondag 10 november 2019, Paradox, Tilburg Acht seizoenen trok Thijs Borsten met zijn programma 'De Uitdaging' volle zalen. Het is dapper om een succesformule te stoppen of in ieder geval grondig te wijzigen. De kracht van de uitdaging was het bij elkaar zetten van twee uiteenlopende vocalisten en die eigen en elkaars repertoire te laten zingen. Afgewisseld met korte presentaties over hun achtergrond leverde dit steevast boeiende en originele muzikale confrontaties op. Borsten heeft nu besloten om zijn ritmesectie thuis te laten en met slechts één vocalist te werken. Ter voorbereiding gaat hij samen met deze persoon op reis op zoek naar de wortels van de gast en gaandeweg de repertoirekeuze hierop te baseren. Izaline Calister heeft haar wortels liggen op Curaçao en had de eer het spits te mogen afbijten. Het tweetal is afgereisd naar het eiland van Calisters vader en heeft zich daar door hem laten rondleiden. Tijdens het concert werden beeldfragmenten van deze reis vertoon, soms interactief. Dat deze formule veel meer verdieping oplevert werd deze middag duidelijk. Calister greep de kans om haar veelzijdigheid als zangeres te etaleren en maakte dat helemaal waar. ![]() Mooi om te zien dat het publiek van een zeer gemixte samenstelling was, qua leeftijd, sexe en etniciteit. Uit de reacties werd duidelijk dat iedereen geraakt werd door de fraaie repertoirekeuze, de verhalen en de beelden. Mooie vertolkingen van onder andere Gerard van Maasakkers' 'De Lucht Zit Nog Vol Dagen' en een prachtig gearrangeerde versie van de Beatles-classic 'Blackbird' waren voor mij enkele van de pareltjes die uitgeserveerd werden. Het ingetogen en intieme programma werd afgesloten met een fraaie 'Tumba'. Het thema dat een Nederlander als Borsten geen tumba zou kunnen spelen, had als een running gag door het hele programma gelopen. Natuurlijk kon Borsten dat. Net zoals hij er uitstekend in geslaagd is een nieuwe vorm voor zijn series te vinden. Beste bewijs dat hij een geslaagde formule heeft gevonden is dat je nu al nieuwsgierig wordt naar de tweede gast in deze serie, Lucretia van der Vloot. Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape. (Johan Pape, 28.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Tico Y Aguabajo - 'Puro' (eigen beheer) De in Colombia geboren en in Nederland opgegroeide pianist Tico Pierhagen komt met zijn vierde album van zijn band Aguabajo. Voor dit album heeft hij zowel met zijn Colombiaanse als zijn Nederlandse band opnamen gemaakt op verschillende locaties, in beide landen en zelfs in Italië. De wens van Pierhagen was om de muziek van zijn roots in Colombia, die heel eigen specifieke ritmes kent, te gebruiken en dat naar zijn eigen hand te zetten en een brug te slaan met meer westerse muziek zoals jazz, funk en ook klassiek. Hij heeft uit die twee werelden dan ook gelijk maar de topmusici gevraagd. De stukken zijn dan ook zeer gevarieerd. Van ingetogen, wat romantische stukken met mooie harmonieën, zoals 'El Condor', tot prikkelende en bruisende jazzfunk, zoals het schitterende 'Funkbia', waarin de blazers Frans Cornelissen op trombone en Efraïm Trujillo op tenorsax excelleren. Beiden geven het geheel veel body en swing en hebben een mooie frasering. Percussionist Martin Verdonk brengt veel nuance aan, zorgt daarmee voor finetuning en maakt het geheel rond. Pierhagen toont zich hier naast een goede pianist ook een bekwame componist en arrangeur; de blazers laat hij zowel afwisselende melodielijnen spelen als strakke funky latin-motieven. Dit hoor je ook terug in de andere tracks, zoals het openingsstuk 'Ahi Nos Vamos' en 'LLegando A Laureles'. De pianist leidt het geheel met strakke hand en soleert met groot gemak. Het klinkt allemaal of het heel vanzelf gaat, maar het zijn bepaald geen makkelijke stukken om te spelen door de variatie en changes in de latin-ritmes en dat is een groot compliment voor Pierhagen en zijn musici. Pianistisch is het ook vrij knap gespeeld door met de linkerhand een ritmisch motief te spelen en daar met de rechterhand een melodielijn bij te spelen. ![]() 'Hit And Run!' is zo'n lekker pakkend jazzy funknummer, waarin het swingt en bruist en waarbij Pierhagen zijn groovende solo mooi in spanning opbouwt. In 'Bondadoso' is de lyrische kant van Pierhagen te horen. Trujillo soleert met overtuiging en geeft kleur met zijn warme tenorsound. In dit nummer is een strijkwartet toegevoegd, waarin je de passie van Pierhagen voor klassieke muziek hoort. In het slotstuk 'Listen To Your Inner Sounds' speelt hij een duet met de Italiaanse altsaxofonist Gianni Vancinni. Pierhagen legt fraaie jazzakkoorden en harmonische liggingen neer op de toetsen en speelt lyrische melodielijnen, waarop Vancinni zijn solo bouwt. Met dit stuk wordt het album heel mooi gedoseerd en intiem afgesloten. De missie van Pierhagen om zijn verschillende voorliefdes voor traditionele Colombiaanse folklore met westerse muziek als jazz en funk te verbinden, is meer dan geslaagd. De veelzijdigheid gecombineerd met Pierhagens creativiteit en vakmanschap en de prestaties van zijn muzikale vrienden staan hiervoor garant. Tico Pierhagen is bij uitstek een muzikale verbinder en bruggenbouwer, zonder concessies te doen in authenticiteit. En dat is een muzikale prestatie van jewelste. Klik hier om het album te beluisteren. Labels: cd (Koen Scherer, 27.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Jasper Blom Quartet - 'Polyphony' (Whirlwind, 2019) Opname: 21 mei 2016 / 10 februari 2018 Op woensdag 4 december is het zover, dan krijgt saxofonist en componist Jasper Blom de felbegeerde Buma Boy Edgar Prijs uitgereikt in het Amsterdamse Bimhuis. Het zal een waar feest worden, waarbij Blom in diverse samenstellingen zal optreden. Een van die bands, noem het gerust zijn basisopstelling, is het Jasper Blom Quartet, dat eerder dit jaar het vijfde album, 'Polyphony' uitbracht. Het is een dubbelalbum geworden met daarop twee optredens in datzelfde Bimhuis. Op beide concerten liet het kwartet zich vergezellen door een extra solist. In mei 2016 door trompettist Bert Joris en in februari 2018 door trombonist Nils Wogram. Tijdens de prijsuitreiking op 4 december zal het kwartet overigens samenspelen met pianist Pablo Held, als opmaat voor het volgende album. Het concert van mei 2016, de eerste schijf, begint met een aantrekkelijk ritmisch patroon van bassist Frans van der Hoeven, drummer Martijn Vink en gitarist Jesse van Ruller, waar Bert Joris zich behendig overheen beweegt. Als Blom zich erbij voegt, valt vooral op hoe mooi hij aansluiting zoekt. 'Waltz For Magnus' heet het stuk, waarin Van Ruller al snel de leiding neemt met een melodische solo, strak ondersteund door Van der Hoeven en Vink. Als de blazers zich voor de tweede keer in het strijdgewoel mengen, is dat wederom met veel oog voor het melodische gehalte. Geheel anders gaat het eraan toe in het spannende 'Virelai'. Ook hier is sprake van structuur, maar dan veel meer als een los raamwerk, waar de vijf musici grondig de grenzen van aftasten. Spannend vuurwerk, onder andere door een flitsende solo van Joris. Ronduit briljant is de ballade 'Fontayne' en dan met name door het samenspel van Blom en Joris en door het bijzondere, innemende gitaarspel van Van Ruller. Dit nummer vormt ook aanleiding om te beginnen over de positie die Blom inneemt binnen dit kwartet en de wijze waarop hij zich tot de gastsolist verhoudt: opvallend bescheiden. De saxofonist is hier vooral de man op de achtergrond, de aangever. Iemand die een ander de plek onder de schijnwerper gunt. Zo krijgt Van der Hoeven in 'Homme Armé' uitgebreid de ruimte voor een prachtig melodieuze solo, waarna we wederom het duo Blom-Joris horen in harmonisch samenspel. Van Ruller weet te overtuigen met zangerig gitaarspel in 'Beatus Vir'. ![]() We wisten het natuurlijk al, dit album vormt louter weer een bevestiging: de Buma Boy Edgar Prijs voor Jasper Blom is welverdiend. Klik hier om dit album te beluisteren. Foto: Cees van de Ven Labels: cd (Ben Taffijn, 26.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() De Noren en de Oriënt Daniel Herskedal Quartet, vrijdag 15 november, Paradox, Tilburg Noren die de muziek spelen van de Oriënt, het is weer eens iets anders. En ze kunnen het, de leden van dit kwartet rondom blazer Daniel Herskedal: pianist Eyolf Dale, percussionist Helge Andreas Norbakken en violist Bergmund Waal Skasilen. Geen bassist, dat is niet nodig, want Herskedal is niet zo maar een blazer; hij bespeelt de tuba en de bastrompet, instrumenten die het laag meer dan voldoende vertegenwoordigen. Kan me overigens niet heugen wanneer ik voor het laatst een bastrompet hoorde. Een meer dan interessant instrument, dat ook nog eens heel mooi klinkt, vooral als je hem zo subtiel bespeelt als Herskedal. Het kwartet bracht reeds drie albums uit: 'Slow Eastbound Train', 'The Roc' en 'Voyage'. Vatten we hun muziek samen, dan valt op dat alle nummers zeer ingenieus in elkaar zitten en Herskedal grossiert in aantrekkelijke melodieën en stevige ritmes. Het zijn kortom stukken waarin geen onvertogen noot klinkt en alles perfect op zijn plek valt. ![]() In tegenstelling tot de eerste set, die voor een groot deel uit ouder werk bestaat, kiest Herskedal voor de tweede set vooral uit stukken van het laatste album, 'Voyage'. Het vangt aan met 'The Horizon', dat een mooi voorbeeld vormt van harmonische inventiviteit. De wijze waarop de blazer hier de hoge klanken van de percussie mengt met die van de piano is opvallend. Je kunt bijna niet onderscheiden wie precies welk geluid maakt. Het wordt gevolgd door een zeer fijnzinnige solo op bastrompet en een prachtig lyrische pianosolo van Dale. De uitvoering van 'The Mediterranean Passage In The Age Of Refugees', waarin Herskedal duidelijk aandacht vraagt voor een van de meest schrijnende misstanden van onze tijd, vormt zonder meer een van de hoogtepunten tijdens dit concert. Hij schildert hier prachtige muzikale vergezichten, waarin de wanhoop en de vertwijfeling onmiskenbaar doorklinken. Een stuk dat uitnodigt tot reflectie. ![]() Klik hier voor een fotoverslag van Louis Obbens. (Ben Taffijn, 24.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() ECM 50 jaar Part 3 Ethan Iverson Quartet with Tom Harrell - 'Common Practice' (ECM, 2019) Opname: januari 2017 In 2017 stelde pianist Ethan Iverson (bekend van The Bad Plus) een kwartet samen om trompettist Tom Harrell in de Village Vanguard een repertoire van standards te laten spelen. Harrell maakte in de beginjaren van zijn carrière deel uit van het orkest van Stan Kenton, de bigband van Woody Herman en het Horace Silver Quintet. Intussen is hij al jaren een gelauwerd muzikant-componist, die zijn eigen groepen samenstelt. Op 'Common Practice' hoor je hem nog een keer in een andere setting schitteren. Het feit dat het album om standards draait die in een nieuw jasje verschijnen, maakt dat je 'Common Practice' perfect als achtergrondmuziek kunt inzetten. Maar de kans is groot dat je al bij het eerste nummer heel aandachtig wilt luisteren of beseft dat je dat toch een keer zal moeten doen. 'The Man I Love' komt in zo'n uitgeklede versie, dat je niet naast zijn kwetsbaarheid kan. Dat gebeurt evenwel rustig, op een uitgekiende en sobere manier die geen emotionaliteit losweekt. Een verrassing die de oren doet spitsen. 'Philadelphia Creamer' van Iverson en bebopklassieker 'Wee' drijven daarna het tempo op. Daarbij worden de schouders van de luisteraar uitgenodigd om in beweging te komen. Geleidelijk mogen daarbij de kwaliteiten beginnen op te vallen van de drummer en de bassist. Hoe Eric McPherson (ook bekend van het Fred Hersch Trio) aan 'Wee' van Denzil Best, wiens roots op Barbados lagen, een latin-getinte drive meegeeft die bassist Ben Street lekker ondersteunt, illustreert glansrijk de gekende stelling dat it don't mean a thing if it ain't got that swing. ![]() Van zodra een nummer eruit springt, kan een mens bang worden dat de volgende daar duidelijk voor zouden onderdoen. Maar 'Out Of Nowhere' swingt bijzonder lekker en heeft hier en daar een verrassende draai in petto. 'Polka Dots And Moonbeams' is sinds de jaren 40 al veel gezongen en gespeeld, in fijnere en oppervlakkigere uitvoeringen. Zoals het op deze cd wordt gebracht kan het een romantische ziel onverwacht week maken. Dan werkt de uptempo versie van 'All The Things You Are' daarna meteen versterkend en verkwikkend. Iversons 'Jed From Teaneck' zal de status van standard wel niet bereiken, maar misstaat allesbehalve op dit album. Het swingt ontspannen, gracieus en enthousiasmerend de volgende twee nummers tegemoet, te weten 'I’m Getting Sentimental Over You' en 'I Remember You'. Te ontdekken, echt! Deze recensie verschijnt ook op Jazz'Halo Labels: cd, ECM-special (Danny De Bock, 24.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Bezield eerbetoon aan Herbie Hancock Don Braden & Rob van Bavel Quartet, dinsdag 12 november 2019, De Smederij, Groningen Met termen als 'de beste' of 'de creatiefste' moet je oppassen. Niet alleen zijn die termen doorgaans subjectief, ook beoordeel je een persoon, een situatie of een proces doorgaans op onvolledige gegevens. Als je bijvoorbeeld afgaat op de (militaire) radioprogramma's die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten werden opgenomen en gedistribueerd, zou je moeten concluderen dat Dinah Shore met afstand de beste, de meest geliefde jazzzangeres van die tijd was. Nochtans zijn velen geneigd toetsenspeler en componist Herbie Hancock (1940) als de meest vooraanstaande jazzmuzikant van de laatste tijd te beschouwen. Ik kan ze geen ongelijk geven. Vandaar de Tribute to Herbie Hancock die rietblazer Don Braden en bassist Joris Teepe, beiden verbonden aan het Groninger Prins Claus Conservatorium, op poten hebben gezet. In De Smederij kregen we de 'maiden voyage' van dit project te horen; inmiddels is er als het goed is een plaatopname van. ![]() Het tenorgeluid van Don Braden is gepolijst en vervolgens licht gezandstraald. Afgestudeerd aan de Art Blakey University lijkt hij primair geïnspireerd door Wayne Shorter. Zijn altfluit leende zich prima voor dromerige ballads als 'Butterfly'. 'Role Model' was een compositie van Teepe. Oorspronkelijk geconcipieerd als bluesschema voor de periodieke jamsessies van de conservatoriumstudenten was het stuk omgewerkt tot een volwaardige compositie. Het was zó nieuw dat de saxofonist tijdens de solo's van de anderen half achter een pilaar verscholen de juiste noten moest spieken en internaliseren. Dat lukte uiteraard voortreffelijk. Pianist Rob van Bavel was een van die solisten, die ook in 'Role Model' bruisende bijdragen leverde. En nu maar even afwachten hoe de cd (of het virtuele equivalent daarvan) is geworden. Foto's: Hammie van der Vorst (Eddy Determeyer, 23.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Le Ravage d'Ali Baba Verhalen en impressies uit vluchtelingenkampen verwerkt in een creatieve, uitdagende voorstelling met muziek, woord en beeld. Dat mag je verwachten van Le Ravage d'Ali Baba, een JazzLab-concertreeks die zondag 1 december van start gaat in KAAP/Vrijplaats O. in Oostende. Dit concert, een project van De Koffie Van Morgen, is een poging om met abstracte middelen een situatie te schetsen die juist heel werelds is. Door afstand te nemen van te snelle meningsvorming en te kiezen voor reflectie over zo'n gevoelig thema proberen de muzikanten dichter bij de mensen zelf te komen. De Koffie Van Morgen is het creatief platform van drummer en grafisch artiest Simon Plancke. Als vrijwilliger bij Vzw Humain ontstond bij hem het idee om iets te doen met verhalen van vluchtelingen, nadat nadat hij vaststelde dat de beeldvorming over deze groep mensen te eenzijdig was en niet strookte met zijn ervaringen. Die drang werd vertaald in een multimediale voorstelling. Voor de muziek deed Plancke een beroep op een paar jonge kleppers van de Belgische jazz: Hendrik Lasure, Thijs Troch en Elias Devoldere, bekend van onder andere SCHNTZL, An Pierlé Quartet, Nordmann en Hypochristmutreefuzz. Ze trokken met vrijwilligers van Vzw Humain naar vluchtelingenkampen in Brussel en Duinkerke. De gesprekken die ze daar hadden met mensen op de vlucht duiken op in een concertreeks bij JazzLab (vanaf 1/12), maar ook op een album dat ze opnamen bij Koen Gisen. Op 1 december verschijnt via WERF Records een boek met cd, dat wordt voorgesteld tijdens de première in KAAP/Vrijstaat O. in Oostende Het boek bevat teksten van negen geëngageerde auteurs die ook meegingen naar de vluchtelingenkampen en hun indrukken en opgetekende verhalen verwerkten in persoonlijke bijdragen: Anne Provoost, Yasmien Naciri, Aya Sabi, Dalilla Hermans, Carmien Michels, Sabrine Ingabire, Rachida Lamrabet, Birsen Taspinar en Ann Lamon. Daarnaast bevat het boek fotomateriaal van Light Of The Children, dat kinderen zelf foto's liet maken in de vluchtelingenkampen. De concerten worden bovendien aangevuld met nieuw beeldmateriaal van filmmaakster Lisa Tahon. De concertreeks zal ook gepaard gaan met een inzamelingsactie in samenwerking met de diverse locaties en hulporganisatie Vzw Humain. Na de première in KAAP/Vrijplaats O. volgen er nog 11 concerten. Klik hier voor meer informatie. Foto: Frederik Van den Broeck Labels: nieuws (Maarten van de Ven, 23.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Rockit 2019 "De derde editie van Rockit presenteert, meer dan afgelopen jaren, een mix van jazz en andere muziekstijlen, zoals experimentele pop, alternative music en hedendaags gecomponeerde muziek. En bewijst hiermee dat hedendaagse muziek niet als een enkele genre te duiden is. Het festival, waar maar liefst 21 acts in zes zalen te bewonderen zijn, wordt dit jaar gedomineerd door de trompet." Louis Obbens bezocht op zaterdag 9 november het festival Rockit. In de Oosterpoort Groningen zag hij concerten van Maarten Hogenhuis Trio +3, Jaimie Branch, Tigran Hamasyan & Mathias Eick, Nik Bärtsch's Ronin, Ibrahim Maalouf en Christian Scott. Klik hier om zijn festivalverslag te lezen. Louis Obbens maakte ook een fotografisch verslag van Rockit. Klik hier om zijn foto's te bekijken. (Maarten van de Ven, 21.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() ECM 50 jaar Part 2 Larry Grenadier - 'The Gleaners' (ECM, 2019) Opname: december 2016 Louis Sclavis - 'Characters On A Wall' (ECM, 2019) Opname: oktober 2018 Feest bij ECM Records, het label bestaat 50 jaar. En dat wordt van 21 t/m 24 november groots gevierd in het Brusselse Flagey. Onder andere met releaseconcerten van een aantal recente albums uit de catalogus. Eerder deze week kwam 'Not Far From Here' van het Julia Hülsmann Quartet aan bod, samen met 'Playing The Room' van het duo Avishai Cohen - Jonathan Avishai. In dit tweede verslag besteden we aandacht aan een bijzonder soloalbum van contrabassist Larry Grenadier, 'The Gleaners', dat eerder dit jaar verscheen en het gloednieuwe album van Louis Sclavis, dat de titel 'Characters On A Wall' meekreeg. 'The Gleaners' is een zeer persoonlijk album geworden. Grenadier zegt er zelf over in het cd-boekje: "The process for making this record began with a look inward, an excavation into the core elements of who I am as a bass player. It was a search for a center of sound and timbre, for the threads of harmony and rhythm that formulate the crux of a musical identity." Het is dan ook een onderneming waarin je je als bassist volledig blootgeeft. Jij alleen met je instrument, niemand anders die aandacht vraagt, niemand waar je je achter kunt verschuilen. De positie die Grenadier sinds de begin jaren 90 heeft verworven, door samen te spelen met musici als Kenny Wolleson, Paul Motian, Jeff Ballard, Wolfgang Muthspiel, Lee Konitz, Brian Blade, John Scofield en Jack DeJohnette, maakt nieuwsgierig naar zijn opvattingen en aanpak. ![]() In 2003 bracht Louis Sclavis het album 'Napoli’s Walls' uit, waarvoor hij zich liet inspireren door de foto's van fotograaf Ernest Pignon-Ernest. Nu, meer dan 15 jaar later, neemt hij Pignon-Ernests werk wederom als uitgangspunt voor een album. Op 'Characters On A Wall' stelt hij ons zijn nieuwe kwartet voor, waarin we naast Sclavis op klarinet en basklarinet pianist Benjamin Moussay, bassist Sarah Murcia en drummer Christophe Lavergne aantreffen. Zoals Sclavis zelf zegt moeten we deze stukken niet zien als een 'illustration in sound' bij het werk van deze beeldend kunstenaar. Het is veeleer zo dat Sclavis zich laat inspireren door de sfeer van het beeld en die sfeer vertaalt in een persoonlijk verhaal. Met deze klassieke bezetting, het is voor het eerst dat hij deze bij een ECM album inzet, brengt Sclavis een sfeervolle ode aan zijn vriend. We horen hem zelf natuurlijk op zijn geliefde instrument, de (bas)klarinet. Maar hier opvallend vaak ingebed in het totale, hechte, zeer harmonieuze geluid van het kwartet. ![]() Larry Grenadier treedt op 23 november op, Louis Sclavis op 24 november. Het concert van Grenadier is inmiddels inmiddels uitverkocht, voor dat van Sclavis zijn nog kaarten. Klik hier voor meer informatie. Foto: Cees van de Ven Labels: cd, ECM-special (Ben Taffijn, 20.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() De hardbopkant van Akinmusire Ambrose Akinmusire Quartet, woensdag 6 november 2019, Paradox, Tilburg De naam van Ambrose Akinmusire is inmiddels wel gevestigd als toptrompettist. Niet zo gek als je ziet wie zijn leermeesters waren: Steve Coleman, Herbie Hancock, Wayne Shorter en Terence Blanchard, om er maar eens een paar te noemen. Hij schuwt het experiment niet en zoekt voortdurend de grenzen op door bijzondere samenwerkingen aan te gaan. Hij stond al een aantal keren in Paradox. Deze keer met zijn kwartet. De avond werd geopend met een lange en ingetogen solo van Akinmusire, waarmee meteen duidelijk werd dat zijn faam terecht is. Puur zonder poespas, soms uiterst gevoelig, dan weer ruw en ongepolijst. Al snel bleek dat ook de andere bandleden niet alleen als begeleiding wensten te figureren. Met name pianist Sam Harris liet regelmatig van zich horen met tegendraadse improvisaties en fraaie begeleiding. Dit leverde regelmatig mooie dialogen op tussen Harris en Akinmusire. Ook Justin Brown toverde op de drumkit verrassende ritmes tevoorschijn. Bassist Matt Brewer sprong van het viertal het minst in het oog, maar legde op de achtergrond een stevige basis voor het geheel. ![]() De band leverde een set af waarin de meer jazzy hardbopkant van Akinmusire te horen was. Gedurende het concert werd zijn veelzijdigheid als trompettist goed hoorbaar, met warme klankkleuren, technisch vernuft en tomeloze creativiteit. Daarnaast was Sam Harris met regelmaat net zo creatief en bevlogen op de vleugel. Af en toe leek het een beetje of beide heren op hun eigen eilandje opereerden, maar dan kwam een en ander weer perfect samen. Een prima concert. En toch blijft me het gevoel bekruipen dat het qua samenspel en presentatie beter had gekund. Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape. (Johan Pape, 19.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() ECM 50 jaar Part 1 Julia Hülsmann Quartet - 'Not Far From Here' (ECM, 2019) Opname: maart 2019 Avishai Cohen & Yonathan Avishai - 'Playing The Room' (ECM, 2019) Opname:september 2018 ECM Records bestaat 50 jaar. Sinds 1969, het jaar waarin Manfred Eicher het label oprichtte, is er veel gebeurd en is ECM uitgegroeid tot een begrip in de wereld van de jazz en later ook in die van de hedendaags gecomponeerde muziek. Wellicht is geen label zo bejubeld en verguisd - dat gaat vaker zo - om zijn herkenbare geluid als ECM. Dat er in het Brusselse Flagey tussen 21 en 24 november uitgebreid wordt stilgestaan bij deze verjaardag is dan ook niet meer dan terecht. Veel fans vinden dat eveneens, want een deel van de concerten is inmiddels reeds uitverkocht. Tussen al het fraais zitten vier zogenaamde releaseconcerten, waarin artiesten hun recentste cd spelen. Verdeeld over twee recensies gaan we deze bij DRAAI OM JE OREN uitvoerig voor u ontsluiten. Als u de liveconcerten gaat meemaken, heeft u hiermee een inleiding. Zo niet, nodigt het u wellicht aan tot een aanschaf. ![]() Trompettist Avishai Cohen presenteert op het festival eveneens een nieuw album. Samen met pianist Yonathan Avishai, met wie hij al jaren samenwerkt in diverse combinaties, maakte hij 'Playing The Room'. Ook dit is een album in de beste ECM--traditie. Subtiele, breekbare akkoorden speelt Avishai in 'The Opening', ragfijne lijnen trekt Cohen daar overheen. Prachtig valt het samen en en wordt het een welluidende eenheid. 'Two Lines' mag u letterlijk nemen; die van Avishai heeft aanvankelijk een ritmische structuur, die van Cohen een melodische, maar gaandeweg lopen ze steeds meer door elkaar en raken ze verstrengeld. Dit album kent twee eigen stukken, van beide muzikanten een, en bestaat verder uit covers van de grote meesters. Zo speelt de trompettist op meesterlijk subtiele wijze 'Crescent' van John Coltrane. Kraakhelder en met prachtige, scherpe uithalen, uiterst subtiel begeleid door Avishai. Duke Ellingtons 'Azalea' speelt Cohen met een demper op de trompet. Het levert een mooi afgeknepen, ietwat donker geluid op, bovendien voorzien van mooie rafelrandjes. Avishai horen we uitgebreid en met een mooie ritmiek in Abdullah Ibrahims 'Kofifi Blue', maar let ook zeker op de wijze waarop Cohen aansluiting zoekt. Ook in de twee meer ritmische stukken, 'Dee Dee' van Ornette Coleman en 'Ralph’s New Blues' van Milt Jackson, bereiken de twee een bijzondere eenheid. Vooral bij het stuk van Jackson is stilzitten niet langer mogelijk. Een prachtig uitgebalanceerd album, waarin beide musici optimaal tot hun recht komen. Zowel het Julia Hülsmann Quartet als Avishai Cohen en Yonathan Avishai treden op 23 november op. Het concert van Hülsmann is inmiddels uitverkocht, voor dat van Cohen en Avishai zijn nog kaarten. Klik hier voor meer informatie. Labels: cd, ECM-special, jazztube (Ben Taffijn, 17.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Het geheel en de delen Quique Ramirez Quintet, zaterdag 9 november 2019, Atelier Il Sole in Cantina, Groningen Het Quique Ramirez Quintet speelt Europese jazz. Niet zozeer geworteld dus in de Amerikaanse 4/4 jazz en evenmin zozeer in de improvisatiemuziek van na 1960. Nee, de diverse afkomst van de muzikanten maakt hier een heel apart verhaal van. Leider en drummer Quique Ramirez speelt eigenlijk nooit keurig in vieren. Hij suggereert wel een soort vierkwartsmaat, noodt tot dansen, maar daarin gebeurt voortdurend wat. Het is iets funky's met daarin een wereld aan versieringen. In dit zorgvuldig vormgegeven concept speelt vocaliste Austèja Zvirblytè een centrale rol. Vocaliste is hier niet helemaal het juiste woord. Haar abstracte geluiden en uithalen zijn evenwaardig aan die van de instrumentalisten. Een aantal malen versmolt de stem zó met de sound van Erdogan Cem Evins gitaar dat je die respectieve bijdragen bijna niet meer van elkaar kon onderscheiden. Dat ze ook trompettiste is speelt hier, denk ik, ook een rol. ![]() Het geheel is hier duidelijk meer dan de som der delen. Alleen al daarom gun je zo'n bandje bestaansrecht. Zodat de muzikanten samen kunnen werken aan een lossere, meer soepele benadering. Daarmee zou het collectief ongetwijfeld sterker worden. Een paar keer per jaar optreden in de Cantina, dat zou al heel wat zijn. Maar ja, de dagen van het souterrain lijken nu toch echt geteld. Hoewel... dat zeiden ze ook telkens van Heintje Davids. Concertfoto's: Hammie van der Vorst (Eddy Determeyer, 17.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Onvermoeibare Hancock blijft inspireren Herbie Hancock, maandag 4 november 2019, TivoliVredenburg, Utrecht Ruim voor openingstijd stond er al een flinke rij voor de grote zaal van TivoliVredenburg. Het publiek bleek een erg gevarieerd gezelschap te zijn met een mooie mix van leeftijden. Herbie Hancock, inmiddels 79, heeft als pionier in jazzrock en fusion een geweldige naam en faam opgebouwd en dat was hier dus te zien. De met een Oscar en veertien Grammy's gelauwerde Hancock trad vandaag aan met een band bestaande uit Lionel Loueke op gitaar, James Genus op bas, de jonge drummer Justin Tyson en de al even jonge fluitiste Elena Pinderhughes. In navolging van zijn mentor Miles Davis, waarmee hij zo'n vijf jaar speelde, zijn de bands van Hancock ook kweekvijvers van jong talent. Dat hij daar een goede neus voor heeft bleek vooral door het weergaloze spel van Pinderhughes. Er werd een indrukwekkende setlist afgewerkt, die zo'n twee en een half uur duurde. Het publiek kreeg dus waar voor zijn geld. Hancock nam de tijd voor een praatje en een kwinkslag en had zichtbaar plezier. Er werd een ruime greep gedaan in het oeuvre van de meester, maar altijd onvoorspelbaar en met verrassende wendingen. Ook dat kenmerkt Hancock: het neerzetten van een stevige basis om daarover zo fraai mogelijk te improviseren. Dat kan hijzelf nog steeds als geen ander, maar hij daagt de overige bandleden uit om ook los te gaan. En Pinderhughes deed dat met een overtuiging en enthousiasme die ook Hancock zichtbaar raakte. Wat mij betreft was ze de revelatie van de avond; zij plaatste de dwarsfluit op een erepodium. En daarnaast bleek ze ook nog eens fantastisch te kunnen zingen. ![]() Niet alleen met nummers als 'Cantaloupe Island' en 'Chameleon' wist Hancock het publiek te vervoeren. De titel 'Actual Proof' (1974) had vanavond een dubbele betekenis. Hier werd het bewijs geleverd dat 'Watermelon Man' Hancock er nog steeds toe doet en er zin in heeft. De avond eindigde met een langdurige toegift, een staande ovatie en een onvermoeibare Hancock, die nog de tijd nam om uitgebreid handjes te schudden. Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape. (Johan Pape, 15.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Hubro Label Night Part 3 Erlend Apneseth Trio with Frode Haltli - 'Salika, Molika' (Hubro, 2019) Opname: september 2018 Building Instrument - 'Mangelen Min' (Hubro, 2019) Opname: mei 2018 Bushman's Revenge - 'Et Hån Mot Overklassen' (Hubro, 2019) Opname: 21-23 februari 2018 Soms lopen de dingen net even anders dan je wilt. Zo was ik toch echt van plan om de Hubro Labelnight in LantarenVenster bij te wonen op 31 oktober. Ik kondigde het nog aan in de twee,aan het label gewijde recensies. Maar de omstandigheden dwongen mij tot het maken van andere keuzes. Het zal u waarschijnlijk bekend voorkomen. De drie bands, die op deze avond ongetwijfeld prachtig hebben gemusiceerd, brachten echter onlangs ook alle drie een album uit, reden genoeg om ze dan maar op deze wijze aan u voor te stellen. In alle drie de gevallen - het Erlend Apneseth Trio, Bushman's Revenge en Building Instrument - handelt het om een trio. Bij het trio van Apneseht, die de hardanger fiddle bespeelt, gaat het verder om gitarist Stephan Meidell, die zich ook over de elektronica ontfermt, en Øyvind Hegg-Lunde op drums. Voor 'Salika, Molika' krijgen ze daarbij ondersteuning van accordeonist Frode Haltli. Het is een in alle opzichten bijzonder album geworden waarin het trio samen met Haltli op aantrekkelijke wijze Scandinavische folk vermengt met samples van originele volksliederen en stemmige elektronica. Het titelnummer 'Salika, Molika', met een belangrijke rol voor een originele opname van zangeres Karen Hatleberg, vormt daar een mooi bewijs van. De authentieke, duidelijk oude opname geeft een extra lading aan het spel van de muzikanten en de klankwolken van de elektronica. Hetzelfde gebeurt in het bijzonder ritmische 'Takle', waarin we originele opnames van zanger Harald Takle horen. In 'Cirkus' zoekt het kwartet nog sterker het experiment. Horen we aanvankelijk louter het piepen van een apparaat dat nodig gesmeerd moet worden, verderop wordt dit onderdeel van een meeslepend ritmisch patroon. Tot de spanning erin sluipt en donkere machineklanken zich mengen met het ritme. Een bijzondere vorm van folk. In 'Solreven' overheerst het stemmige. We horen Apneseth op de hardanger fiddle, aangevuld met een aantrekkelijk ritme. Het zijn stukken die duidelijk maken waar het bijzondere van dit album in zit: de originele wijze waarop er om wordt gegaan met de traditie. Die vormt hier geen eindpunt, maar een startpunt voor een zeer uniek en overtuigend resultaat. ![]() ![]() Labels: cd, Hubro-special (Ben Taffijn, 15.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() So, what's next? Snarky Puppy! maandag 4 november 2019, Muziekgebouw Eindhoven Op de zaterdagavond van het driedaagse festival So What's Next? stond als hoofdact in de grote zaal van het Muziekgebouw Snarky Puppy op het programma. Ruim voordat het concert begon was de zaal al afgeladen vol. Het was meteen duidelijk dat de band het als publiekstrekker goed doet. Knap om dat op te bouwen in een periode van nog geen tien jaar. De grote doorbraak kwam in 2014 met het verschijnen van het album 'We Like It Here', dat was opgenomen in Kytopia van Colin 'Kyteman' Benders. De band uit Brooklyn, New York toert de wereld over in wisselende samenstellingen en vult met gemak grote zalen. Bassist en bandleider Michael League verscheen in Eindhoven met een negenkoppige band en kreeg een warm onthaal. Ruim anderhalf uur werd het publiek getrakteerd op een overtuigend concert, waarin de jongste plaat 'Immigrance' centraal stond. Ook op deze plaat valt geen duidelijk etiket te plakken: jazz, fusion, funk, world? Je hoort er van alles in en toch blijft het ongrijpbaar. Maar lekker is het wel. Het geheel is in ieder geval gebouwd op stevige ritmes, waarvoor League en de drummers Jamison Ross en Nate Werth garant stonden. Verder werd de blazerssectie - Mike Maher op trompet, Chris Bullock op tenorsax en fluit en Bob Reynolds op altsax - op afroep ingezet voor mooie partijen en sublieme solo's. Verder waren er naast de toetsen ook diverse Moog-synthesizers te vinden, vakkundig beroerd door Justin Stanton (ook trompet) en niet te vergeten Shaun Martin. Voeg daarbij het verrassende spel van gitarist Mark Lettieri en je hebt de ingrediënten van een heerlijke avond. ![]() Een indrukwekkende setlist werd op die manier voortvarend uitgeserveerd. Voor mij waren 'Bad Kids To The Back', 'Chonks' en 'Xavi' de hoogtepunten van een concert dat sowieso van hoog niveau was. De volledige zaal stond tegen het eind van het concert op voor een staande ovatie. De aaibaarheidsfactor van de puppy's is nog steeds erg hoog. Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape. Labels: concert, festival, nov19 (Johan Pape, 11.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Dichtgemetselde trip HALA, zaterdag 2 november 2019, VERA, Groningen Een paar jaar geleden, nog tijdens haar conservatoriumtijd, begon Helene Richter (1989) in Groningen op te vallen met haar eigenzinnige 'ondergrondse' liedjes. Daarin paarde ze de vormentaal van Frank Zappa aan de Duitse chansontraditie, van Eisler/Weill via Hildegard Knef tot Nena. Ze legde een voorliefde aan de dag voor sprookjesachtige teksten en duistere sferen. 'File under Avant-Garde, Experimental, Jazz, Nora Fischer', zo stond haar optreden aangekondigd in de nieuwsbrief van VERA. Daar is wel iets voor te zeggen - het concert in de kelderbar bleek emblematisch voor de vervaging van de grenzen tussen de genres. Liefhebbers van neo-punk kwamen er aan hun trekken, net zo goed als improvisatie-adepten. De zangeres met haar internationaal samengestelde groep (Duits-Nederlands-Siciliaans-Servisch) vertolkte materiaal van de laatste cd van HALA, 'Blueberry Ink' (Cantina Records). Eerlijk gezegd kwam de aanzienlijke energie van het kwartet er beter tot haar recht dan de subtiliteit die de heksenchansons van Richter kenmerkt. De sousafoon van Arno Bakker, gecombineerd met de gitaar van Leonardo Grimaudo en de bassdrum van Aleksandar Skoric, genereerde op een gegeven moment een onaards gedreun, alsof King Kong met een grote knots op een enorme holle boom aan het beuken was. Ik noem HALA bewust een kwartet; de zangeres zet haar stem vooral als instrument in. Haar krijsen is volledig gewaagd aan het scheuren van de gitaar. Daarbij heeft Richter - ondanks haar achtergrond in theater, musicals en koren - toch ook iets van een shoegazer in zich. Hoe interessant het concept ook is, ik zou haar wel eens 'kaal' willen horen, begeleid door een bescheiden celesta of zo. Zo'n uitgebalanceerd album als 'Blueberry Ink' laat meer van die kwaliteiten horen dan zo'n dichtgemetselde trip onder de gemetselde bogen. Concertfoto: Hammie van der Vorst (Eddy Determeyer, 9.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Het wezen van de jazz Dave Douglas & Uri Caine, zaterdag 26 oktober 2019, De Singer, Rijkevorsel De titel van het album, waar trompettist Dave Douglas en pianist Uri Caine vanavond werk van spelen, zegt eigenlijk al genoeg. 'Devotion' droeg Douglas op aan beroemdheden - vaak uit de jazz, maar niet altijd - die hij een warm hart toedraagt. Hier in De Singer brengt Douglas de stukken live, samen met pianist Uri Caine, maar zonder drummer Andrew Cyrille. Dat is prima; Douglas en Caine vormen een uitstekend duo, hun klanken vallen opvallend vaak prachtig samen en hun toewijding aan de melodie is optimaal. Ze staan dan ook duidelijk niet voor het eerst samen op het podium, zo maakten ze in 2014 al het album 'Present Joy'. Daarnaast delen ze bovendien een voorliefde voor de traditie van de jazz, die hier altijd resoneert. Lyrici zijn het, die middels de muziek sfeer kunnen scheppen en een verhaal kunnen vertellen. Overtuigend, soms zelfs een gevoelige snaar rakend. 'Miljøsang' en 'False Allegiances' schreef Douglas voor Carla Bley, pianiste, componiste, bandleider. De rol van de piano is hier groot en Caine krijgt de kans om de blues gestalte te geven middels krachtige, maar o zo melancholieke frases. Douglas' trompetsolo klinkt eveneens krachtig, puntig, maar met een gruizige ondertoon. Bijzonder is ook 'Curly', dat Douglas opdroeg aan The Three Stooges, een komische act uit de jaren 20 van de vorige eeuw die ongeveer 190 slapstickfilmpjes maakten. Het puntige, ritmische pianospel van Caine, net als de act afkomstig uit Philadelphia, kan zo als soundtrack dienen voor een van die filmpjes. Het is vooral de perfecte timing in dit stuk voor solopiano - op het album is het een duet met Cyrille - die dit nummer zo leuk maakt. ![]() Een prachtig hommage, dit concert, diep wortelend in de traditie zonder daarin te blijven hangen. Want dit is zeker contemporaine jazz, met name in het opzwepende, soms zeer uitdagende trompetspel van Douglas. Mannen die van alle markten thuis zijn en al die ervaringen in een eclectische mix samenbrengen. Hier klinkt het wezen van de jazz. Concertfoto's: Jef Vandebroek (Ben Taffijn, 9.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() New Orleans tot leven gebracht in Amsterdam John Scofield & Jon Cleary, maandag 28 oktober 2019, Bimhuis, Amsterdam Het Bimhuis was deze maandagavond stijf uitverkocht voor dit duo. Zelden heb ik zoveel staanplaatsen gezien in deze zaal. Voor zover ik weet was het de eerste keer dat dit tweetal hier samen op het podium stond. Een jaar geleden was Scofield hier ook, maar dan samen met zijn kwartet. Scofield en Cleary kennen elkaar al een tijd en speelden samen op het album 'Piety Street', dat ruim 10 jaar geleden verscheen. Op deze plaat stortten de mannen zich op gospelmuziek en dat leverde een fraai resultaat op. Later besloten de heren het eens zonder ritmesectie te proberen. Dat beviel zo goed dat ze besloten om samen een programma te maken en te gaan toeren. Cleary op de vleugel en Scofield met zijn 1981 Ibanez AS-200 ("My primary axe for nearly 20 years"). Tijdens het concert bleek dat inderdaad goed te werken, alleen jammer dat Cleary zijn Hammond niet had meegebracht. Het werd een ingetogen en intiem concert, waarbij je je zo nu en dan in New Orleans waande. Het pianospel van Cleary en de begeleiding van Scofield zorgden ervoor dat de ritmesectie niet gemist werd. Bovendien gaven de heren elkaar de ruimte voor mooie solo's en improvisaties. Zo nu en dan leverde Scofield ook een vocale bijdrage in de vorm een bescheiden achtergrondkoortje. De zang van Cleary was authentiek, maar een beetje breekbaar. Als pianist leverde hij voortreffelijk werk. ![]() Al met al werd het een prachtige avond, waarin teruggegaan werd naar de roots van New Orleans, waar de Brit Cleary het grootste deel van zijn leven woont en werkt. Prachtige referenties naar gospel, r&b, blues en zo nu en dan funk, gebracht door een elkaar versterkend duo. De avond werd in stijl afgesloten met een hartverscheurende uitvoering van de door Joe Senaca gecomponeerde song 'Talk To Me' (1958). Daarmee kan een mens de nacht in. Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape. (Johan Pape, 8.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() Harmonie in ruimte van verstilling Wolfert Brederode, Ernst Glerum & Marzio Scholten, vrijdag 25 oktober 2019, Paradox, Tilburg De behoefte om alleen te willen zijn, naar de betekenis van Isolophilia, werd in dit concert uitgediept en muzikaal vormgegeven. Natuurlijk introspectief, maar met een open blik die genoeg aan de verbeelding van de luisteraar overliet. Puttend uit een rijkdom aan inspirerende materie werd je meegesleept in het verhaal van de muziek en ontstond er eenstemmigheid, harmonie. Een opvallend trio is het wel, met pianist Wolfert Brederode, bassist Ernst Glerum en gitarist Marzio Scholten, drie muzikanten met een geheel eigen signatuur en achtergrond. Best spannend dus dat zij besloten samen dit bijzondere album 'Isolophilia' te maken. Brederode, technisch zeer sterk en met een klassieke achtergrond, doet op zich niets grotesks in de zin van bombastische akkoorden of snelle virtuoze loopjes over zijn klavier, zou je dat al verwachten. Hij kiest zijn klanken zorgvuldig, laat ze resoneren en hij luistert... Hij zoekt en creëert ruimte, ook voor de anderen. En dat is groots! Het is sowieso een eigenschap die dit drietal verbindt, er wordt ter plekke gearrangeerd. In die ruimte van verstilling was zeker ook plaats voor ritme. Ruimte die overigens zonder meer gecreëerd werd door het ontbreken van een drummer. Ritme werd subtiel ingeschoven door Glerum, meester op die kleine bas. Hij speelt geheel intuïtief, soms spannend plukkend, dan weer melancholisch strijkend. ![]() Klik hier voor foto's van dit concert door Donata van de Ven. (Donata van de Ven, 6.11.19) - [print]
- [naar boven] ![]() 'Tales Of Southeast Asia’s Jazz Age' Auteur: Peter Keppy / Uitgeverij: NUS Press, 2019 De plaats van jazz binnen de muziek in zijn totaliteit is in de loop van de tijd ingrijpend gewijzigd. Ooit begonnen als de muziek van de zwarte Amerikaanse bevolking groeide het al snel uit tot een belangrijk onderdeel van de populaire cultuur, waar dus ook door de elite op werd neergekeken. In de jaren 50 en 60 volgt echter de omslag. Met de opkomst van de popmuziek wordt jazz gemarginaliseerd en vindt het in toenemende mate zijn weg naar een relatief kleine schare liefhebbers. Die elite, zo u wilt. Maar zoals gezegd, ooit was dat anders. En niet alleen in Amerika en Europa, maar ook, zoals Peter Keppy overduidelijk aantoont in 'Tales Of Southeast Asia’s Jazz Age', in het toenmalige Nederlands-Indië en op de Filipijnen. Twee landen die we niet automatisch associëren met jazz en aanverwante populaire cultuur. Aan de hand van twee, in de jaren 20 en 30 zeer populaire en gek genoeg nu totaal vergeten artiesten, Luis Borromeo en Miss Riboet, schrijft Keppy zijn verhaal. De in 1879 geboren Filipijn Luis Borromeo, afkomstig uit een zeer gegoede Filipijnse familie, besloot in 1915, tijdens een bezoek aan San Francisco, tot een carrière in de muziek. Daar in Amerika - de Filipijnen werden op dat moment door de VS bestuurd - maakte hij kennis met de jazz. Die nam Borromeo mee naar de Filipijnen, maar niet in pure vorm. De jazz werd gaandeweg een van de ingrediënten van een nieuw soort vaudeville theater dat al snel gold als een enorme publiekstrekker en naast jazz Spaanse invloeden kende - de Filipijnen waren tot 1896 een Spaanse kolonie - maar ook invloeden uit de eigen volksmuziek en elementen uit het theater in zich had. En dat theater had impact. Wat Keppy goed duidelijk maakt in deze wetenschappelijke, zeer doorwrochte studie is dat het ontstaan van deze populaire cultuur nauw samenhing met de opkomst van een plaatselijke elite in de steden - Borromeo zelf kwam uit Cebu, de tweede stad van het land - en een groeiend politiek bewustzijn. De Spaans-Amerikaanse oorlog van 1896 was ontstaan door het streven naar onafhankelijkheid van de Filipijnen en de overgang naar de VS was bedoeld als tussenfase naar de onafhankelijkheid, die echter maar niet kwam. Dat leidde bij de bevolking echter niet tot het verwerpen van alles wat Amerikaans was, maar veeleer tot een integratie van twee werelden en het inpassen van Amerikaanse elementen in de eigen cultuur, waar die elite zich steeds beter bewust van werd. Een trend waar iemand als Borromeo een grote rol in speelde. ![]() Dat dit niet zonder slag of stoot ging, moge duidelijk zijn. Zo moesten nogal wat katholieke puristen op de Filipijnen niets hebben van deze nieuwe cultuur, werden danseressen regelmatig gelijkgeschakeld met prostituees en werden danslokalen gezien als poelen des verderf. Kritiek kwam soms echter ook uit heel andere hoek. Zo maakte in Nederlands-Indië Jaap Kunst, een beroemd Nederlands etno-musicoloog, zich zorgen over de teloorgang van de 'echte' Indische muziek door deze nieuwe cultuur van vermenging. Met 'Tales Of Souteast Asia’s Jazz Age' schreef Peter Keppy zonder meer een bijzonder interessant boek over de rol van populaire cultuur in twee allesbehalve voor de hand liggende landen. De invloed van alles wat wij als westers en hedendaags labelen - zo blijkt overduidelijk uit deze studie - speelde daarbij een veel grotere rol dan tot nu toe werd aangenomen. Een emanciperende, identiteit verlenende en dus ook politieke rol. Het laat onmiskenbaar zien waar de kracht van muziek uit bestaat en hoe deze kan bijdragen aan brede veranderingen met grote betekenis. Labels: boek (Ben Taffijn, 5.11.19) - [print]
- [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |