Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd
Trolleybus - 'Buiten Dienst' (eigen beheer, 2014)

Opname: 20 januari 2014

De trolleybussen zijn buiten dienst en staan in de remise voor onderhoudswerkzaamheden. Aan de monteurs Mulder, Gibson en Ferreira de schone taak om de bussen weer aan het rijden te krijgen.

Althans, dat is de associatie die deze cd je bij beluistering bezorgd. Die van een werkplaats waar druk wordt gehamerd, gezaagd, gefreesd en geslepen om de bussen weer gereed voor gebruik te maken. Het is daar een drukte van belang en dat daarbij wel eens wat mis gaat is evident. Dat is in ieder geval de indruk die je krijgt bij een aantal geluidsexplosies!

De negen nummers, getiteld 'Lijn 1', 'Lijn 2' en zo verder, bestaan uit zeer creatieve klanksculpturen, waarbij pianiste Nora Mulder, blazer Yedo Gibson (op diverse saxen, basklarinet, frula - een fluit uit de Balkan, helicon - een soort tuba, Franse hoorn en trombone) en bassist Renato Ferreira hun instrumenten binnenstebuiten keren en de meest wonderlijke klanken produceren. Zelden ook zoveel percussie gehoord met een instrumentarium waar geen traditioneel slagwerk aan te pas komt!

Het album duurt niet lang - ruim een half uur - maar is van hoge intensiteit dankzij de zeer energieke en tegendraadse wijze van musiceren, waarbij continu de grenzen worden opgezocht. Als luisteraar zit je op het puntje van je stoel, constant denkend: "hoe krijgen ze dit nu weer voor elkaar?"

Vrije improvisatie dus, voor luisteraars die ervan houden om verrast te worden.

Klik hier om twee tracks van dit album te beluisteren: 'Lijn 1 (Arnhem)' en 'Lijn 10 (Sao Paulo)'.

Labels:

(Ben Taffijn, 30.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Joe Fiedler Trio – 'I’m In' (Multiphonics, 2015)

Opname: 12 januari 2015

Overdag werkt hij als music director voor Sesame Street. 's Nachts zwerft hij met zijn trombone in een krant gerold onder zijn arm door de straten van Gotham, op zoek naar sessies en morsige bars waar hij kan meespelen. Zo verwierf hij plekken in de Mingus Big Band, bij Jennifer Lopez, de Beefheart-band Fast 'n Bulbous en Anthony Braxton. Maar aan zijn spel hoor je dat eigenlijk niet af. Eerder zou je denken weer zo'n (Oost-)Duitser aan de lijn te hebben; Herr Joachim Fiedler, oomzeggertje van Albert Mangelsdorff, belijdend gemeentelid van de Bauerkirche. Want ook Joe Fiedler kan 'alles'.

Zijn onberispelijke techniek etaleert hij meteen in het eerste nummer van de cd 'Grip'. Hij speelt onmogelijke intervallen, waarbij zijn pootjes telkens exact op de juiste noten terechtkomen. In het daaropvolgende 'Erstwhile' blaast hij een drone, met daaronder de gestreken bas van Rob Jost (zeker ook weer zo'n cryptogermaan), en daardoorheen dan weer een growllijn. Gekker moet het niet worden.

Je vraagt je af of de microfoon in de Systems Two Studio's niet in de hens is gevlogen tijdens het aan zijn dochter opgedragen 'In Walked Cleo'. Hier speelt Joe Fiedler namelijk open, en dan worden er temperaturen gegenereerd waarop de apparatuur eigenlijk niet berekend is. Heel verstandig om daarna 'Moving In Silence' op de (denkbeeldige) lessenaar te leggen. Met precies zoals de titel aangeeft, minigeluidjes die aan de demper ontsnappen. Een bassist die proefondervindelijk de kleinste amplitude bepaalt waarbij het instrument nog geluid afgeeft, en drummer Michael Sarin die een dergelijk experiment aangaat ten aanzien van het temmen van zijn bommetjes.

Zijn latinvriendjes en -vriendinnetjes (Celia Cruz!) eert Fiedler in 'Completely ’Peccable', maar dan uiteraard op zijn eigen wijze ("Ja, ik ben wel ooit in Havanna gedoopt geloof ik, maar ik doe er al jaren niets meer aan"). Bij dat alles wordt de trombonist op voortreffelijke wijze begeleid door Jost en Sarin, die alle valkuilen, voetangels en klemmen van het parcours kennen als hun broekzak. Rob Jost, een Haden-man, is als solist gewaagd aan de leider. Exact en vrij speelt hij, ik geef het je te doen.

Is dit dus een cd die elke rechtgeaarde liefhebber van vrije muziek en eenieder die nieuwsgierig is naar de toekomst van de trombone in huis moet hebben? Is de paus katholiek?

Klik hier om een track van dit album te beluisteren: 'Grip'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 27.6.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Buma Boy Edgarprijs 2015 voor Tineke Postma


De Buma Boy Edgarprijs, de belangrijkste prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek, is toegekend aan saxofonist, componist en bandleider Tineke Postma. Onderdeel van de prijs is een door Postma zelf samen te stellen concertavond op 9 december 2015 in het Bimhuis. Bij die gelegenheid zal haar de prijs, bestaande uit een geldbedrag van € 12.500 en een plastiek van Jan Wolkers, worden overhandigd. De concertavond wordt uitgezonden in VPRO's Vrije Geluiden op Radio 6.

Nog voor dat zij in 2003 cum laude afstudeerde aan het Conservatorium van Amsterdam werd het buitengewone talent van Tineke Postma (1978) in binnen- en buitenland al opgemerkt. Techniek, lyriek, verrassende harmonische inzichten, originele composities en een direct herkenbare eigen sound typeren de in Heerenveen geboren saxofonist. Ze koos ervoor om regelmatig in New York te verblijven en te werken, waardoor ze voet aan de grond kreeg in het mekka van de jazz. Amerikaanse topmusici als Geri Allen (piano), Terri Lyne Carrington (drums) en Esperanza Spalding (bas) vinden het een creatieve uitdaging om met haar te spelen. Samen met haar voormalig mentor saxofonist Greg Osby is zij leider van de groep Sonic Halo. Maar ook met haar Nederlandse groepen, zoals het Tineke Postma Quartet, toert ze de wereld over. Postma heeft diverse prestigieuze muziekprijzen op haar naam staan en kreeg lovende recensies voor de zes albums die zij uitbracht.

Uit het juryrapport: 'Wat bij Tineke Postma vooral opvalt is de combinatie van kosmopolitisme en Hollandse nuchterheid. Hoe een in principe bescheiden Friese musicus carrière in de Verenigde Staten maakte met haar eigen Amerikaanse band en samenwerkte met niet de minsten. Zowel op alt- als sopraansaxofoon is haar toon klip en klaar, direct en zonder opsmuk. In haar bagage is geen plaats voor clichés, fratsen of mooidoenerij, ze kiest haar noten zorgvuldig en heeft daarbij een bijzonder gevoel voor melodie en harmonie.'

'Een verdere constante in de loopbaan van de saxofonist is dat zij een uitstekende bandleider is... Vanwege haar respect voor andermans kunnen, heeft ze in haar eigen groepen een ontvankelijke en derhalve natuurlijke autoriteit. Dat betaalt zich uit in ieders muzikale bijdrage en trekt haar ensembles ongetwijfeld naar een nog hoger niveau,' aldus de jury, die dit jaar werd gevormd door Micha de Kanter (geluidstechnicus Mideka Music Recording), Willem Kniknie (directeur MuziekPodium Zeeland, programmeur International Jazz Festival Middelburg), Nicolle Leenhouwers (programmeur ProJazz, Jazz070 en Cutting Edge Jazz Festival, Den Haag), Niels Nieuborg (programmeur North Sea Jazz Club, Amsterdam) en Cees van de Ven (journalist/fotograaf van Draai om je oren, programmeur JazzCase, Neerpelt, België).

De Buma Boy Edgarprijs wordt uitgereikt aan een musicus die zich reeds geruime tijd onderscheidt door zijn opmerkelijke verdienste op creatief gebied ter verlevendiging van de Nederlandse jazz en geïmproviseerde muziek. De prijs is geïnitieerd in 1963 onder de naam Wessel Ilckenprijs en werd in 1980 omgedoopt tot Boy Edgarprijs. Vanaf 1992 ging de prijs verder als VPRO Boy Edgarprijs. Sinds 2014 heet de prijs Buma Boy Edgarprijs. Recente winnaars zijn Anton Goudsmit (2010), Ferdinand Povel (2011), Yuri Honing (2012), Oene van Geel (2013) en Jeroen van Vliet (2014).

Klik hier voor een interview met Tineke Postma uit 2010 door Donata van de Ven.

Labels:

(Maarten van de Ven, 26.6.15) - [print] - [naar boven]



Festival
Samen improviseren: het valt voorwaar niet mee!

Panashiba / Coomans, Herman & Vanderstraeten / Louise Landes Levi & Hum / Bow Aether Group, zaterdag 13 juni 2015, Oorstof, Zuiderpershuis, Antwerpen

Oorstof pakte voor het laatste evenement van dit voorjaar uit met een klein festival in het Zuiderpershuis in Antwerpen. Voor de gelegenheid waren een aantal musici uit vooral België gevraagd, die zich in het experimentele undergroundcircuit ophouden. Veelal vrij improviserend met invloeden vanuit de jazz, psychedelische progrock, drones en niet-Westerse klanken. En speciaal voor deze avond werden er onverwachte samenwerkingen aangekondigd.

Maar helaas, dat pakte vaker niet dan wel goed uit. Dat gezamenlijk improviseren een hele kunst is, werd hier weer eens pijnlijk duidelijk. Er was in totaal maar één act die écht overeind bleef, en dat was de Bow Aether Group. Verder viel er her en der wel wat aan te merken. Dat begon reeds met Panashiba, een samenwerking tussen toetsenist Ignatz (Bram Devens) en slagwerker Bart Sloow. Het duurde even, maar uiteindelijk kwam hier een redelijk hecht geluid naar voren in de vorm van een hallucinerende maalstroom. Maar dat duurde wel kort, want de totale set bedroeg maar een kwartier!

Cellist Gino Coomans, slagwerker Kris Vanderstraeten en multi-instrumentalist Gerard Herman deelden het podium gedurende langere tijd. De drie musici kennen elkaar van diverse projecten en zijn dus aardig aan elkaar gewaagd. Het concert valt nog het best te beschrijven als een lang uitgevallen klankexperiment, waarbij alle hulpmiddelen uit de kast worden getrokken. Vooral Vanderstraeten is een meester in het gebruik van allerlei attributen onder de noemer van percussie. En Coomans had een deel van zijn serviesgoed meegenomen om zijn cello nog 'beter' te laten klinken. Herman bespeelde een veelvoud aan instrumenten, waaronder een kunststof trombone, een sopraansax en een soort banjo uit Turkije. Het was een boeiende vertoning waarbij veel gebeurde, maar waar de onderlinge coherentie soms wel wat te wensen over liet.

Bij het concert van Louise Landes Levi leverde dit gebrek aan coherentie zelfs gênante momenten op. De toevoeging van Bart Sloow en Anne Collet was een onbegrijpelijke zet. Landes Levi heeft meer dan voldoende power om solo te schitteren. Haar bedwelmende spel op de Indiase Sarangi was boeiend genoeg en dan vooral in combinatie met de typische, slepende wijze van zingen, zo gewoon binnen de Indiase traditie. Sloow en Collet, beiden in de weer met percussie en gitaar respectievelijk bandoneon, zaten Landes Levi echter meer in de weg dan dat ze ook maar iets toevoegden. Een kort moment daargelaten waarbij Sloow gitaar speelde.

De Bow Aether Group is eveneens een driemanschap, bestaande uit Glen Steenkiste op harmonium, Brecht Ameel op accordeon en Simon Marius op trompet. Zij slaagden waar de anderen het niet redden: het neerzetten van een doorwrochte, coherente set. Een tapijt van bedwelmende drones door harmonium en accordeon en Marius die de melodie ontregelde. Het had wellicht nog iets meer mogen spetteren en Marius had wat meer buiten de lijntjes mogen kleuren, maar de klanken waren aangenaam en zeker in het vierde nummer klonken de ijle klanken sprookjesachtig mooi.

Klik hier voor foto's van dit festival door Hans van der Linden.

Klik hier om het complete concert van de Bow Aether Group te bekijken. En hier vind je het concert van Louise Landes Levi & Hum.

Labels:

(Ben Taffijn, 25.6.15) - [print] - [naar boven]



Jazz Class-X
Ornette Coleman - 'The Shape Of Jazz To Come' (Atlantic Records, 1959)

Opname: 22 mei 1959

"In 1958 krijgt altsaxofonist Ornette Coleman zijn eerste platencontract bij het in Los Angeles gevestigde platenlabel Contemporary Records. Hij brengt er twee platen uit: 'Something Else!' met een kwintet en 'Tomorrow Is The Question' met een kwartet bestaande uit sax, cornet, bas en drums. Een bezetting die hij lang zal koesteren. In het voorjaar van 1959 stapt Coleman over naar Atlantic Records, waarvoor hij de opnames maakt die onder de titel 'The Shape Of Jazz To Come' de jazz ingrijpend zouden veranderen. Natuurlijk zijn de voorbodes van die revolutie op zijn eerste twee albums reeds duidelijk hoorbaar, maar op deze plaat is het verder gerijpt en uitgekristalliseerd."

In deze aflevering van onze serie Jazz Class-X gaat Ben Taffijn in op de impact van 'The Shape Of Jazz To Come', een plaat die bij verschijnen insloeg als een bom.

Klik hier om de recensie te lezen.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 25.6.15) - [print] - [naar boven]



Festival
Swingin' Groningen 2015


"Twee zaken hebben de organisatie dwarsgezeten, meldt bestuursvoorzitter Marcel Schlaman. Met het wegvallen van Gasterra als hoofdsponsor resteerde een meer bescheiden programmabudget. En nu de inkomsten uit het clubcircuit en de verkoop van cd's kelderen, zijn voor de musici de grote festivals een allengs belangrijkere bron van inkomsten geworden. Vandaar deze Dutch Edition."

Van donderdag 11 tot en met zaterdag 13 juni bezocht Eddy Determeyer in de binnenstad van Groningen de 21ste editie van het festival Swingin' Groningen. Hij zag optredens van Giuseppe Doronzo, Selen Özan, Prins Claus Conservatorium Big Band featuring Ruben Hein, Stageband & Izaline Calister, Mr. Wallace, Sabrina Starke, Ralph de Jongh, Harm's Fork, Klatwerk3, Karma, Joe Dinkelbach en Shooster featuring Andy Ninvalle.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Klik hier voor een fotoverslag van Swingin' Groningen 2015 door William Ejam Maail.

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 24.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Christian Wallumrød - 'Pianokammer' (Hubro, 2015)
Opname: december 2013 / januari & april 2014

Hoe zou het staan met de rijvaardigheid van de Noorse pianist Christian Wallumrød? Fascineren doet het hem in ieder geval wel, want twee van de zes nummers op zijn cd 'Pianokammer' zijn getiteld 'Rijvaardigheid'. Oftewel 'Fahrkunst' en 'Second Fahrkunst'. Het eerste nummer bestaat helemaal, ruim zeven minuten, uit klankflarden die Wallumrød uit het diepe binnenste van zijn piano haalt. Zijn het de eindeloze mistbanken in het Noorse landschap waardoor zijn rijvaardigheid op de proef wordt gesteld? Het klink in ieder geval allemaal niet écht gezellig. Overigens, hoe leuk gevonden ook, ruim zeven minuten is wel wat lang voor dit experiment. In 'Second Fahrkunst' wordt de rijvaardigheid op een andere manier op de proef gesteld. Hier zijn het zo te horen regendruppels die voor overlast zorgen. En windvlagen op de achtergrond.

Naast deze twee sferische stukken laat Wallumrød op zijn eerste soloalbum, van nog geen veertig minuten, nog een andere kant van zichzelf horen. In 'Hoksang', 'Boyd 1970' en - in wat mindere mate - 'Lassome' speelt Wallumrød de blues. Maar wel op een aparte wijze. De stukken zijn ritmisch, zeker, swingen soms ook, maar continu zet Wallumrød je ook op het verkeerde been, door nét niet die noten te spelen die je verwacht. Hij strooit continu met kleine dissonantjes. De laatste twee minuten van 'Lassome' zijn wederom gevuld met die mistflarden. En omdat 'Lassome' het laatste nummer is zijn we weer terug bij af, de cirkel is rond, het is weer mistig.

En eigenlijk geldt dat wel een beetje voor het hele album. Het is een beetje van alles wat. Er zitten leuke vondsten tussen, maar het is te weinig om dit nu een écht overtuigend album te noemen. Het blijft wachten tot de mist is opgetrokken.

Klik hier om een track van dit album te beluisteren: 'Hoksang'.

Labels:

(Ben Taffijn, 23.6.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Fontys ontslaat Jeroen van Vliet


Op een moment waarop het Tilburgse cultuurbeleid onder vuur ligt en Tilburg als broedplaats van makers van jazz en geïmproviseerde muziek juist hoog op de Nederlandse ranglijst staat, kondigt Fontys Hogeschool voor de Kunsten (conservatorium) het ontslag aan van Buma Boy Edgar Prijswinnaar Jeroen van Vliet. En met hem een aantal andere vooraanstaande Nederlandse jazzmuzikanten die doceren aan dezelfde opleiding. Een beslissing die in ieder geval het fundament wegslaat onder de ontwikkeling van jazz in het algemeen, en aanstormend jazztalent vanuit Tilburg, en dus getuigt van mateloos gebrek aan inzicht en kennis van zaken.

In een open brief aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten zette Jeroen van Vliet zijn bezwaren tegen deze gang van zaken klip-en-klaar uiteen. Klik hier om zijn aanvullend commentaar te lezen.

Labels:

(Donata van de Ven, 21.6.15) - [print] - [naar boven]



Interview
Marzio Scholten


"Er zit nog veel rek in Identikit. Ik denk dat we nog maar het puntje van de ijsberg hebben laten zien. Als ik merk hoe we bij elk concert steeds weer losser en overtuigender met het materiaal omgaan... Dat wil ik zich verder laten ontwikkelen."

Kees Schreuders sprak met Marzio Scholten, een gitarist die steeds dichter bij de kern probeert te komen van wie hij is en wat hij wil zeggen.

Lees hier het volledige interview.

Vanavond treedt Identikit op tijdens de Jazzfest Amsterdam Summer Special in het Bimhuis. Met als speciale gast altsaxofonist Logan Richardson. Klik hier voor meer informatie.

Labels:

(Maarten van de Ven, 20.6.15) - [print] - [naar boven]





Opera
En braaf worden mijn dissonanten gespeeld

Koeien - Opera Misha, door Misha Mengelberg, Cherry Duyns, Guus Janssen & ICP Orchestra, woensdag 10 juni 2015, Stadsschouwburg, Amsterdam

Het is een ethisch vraagstuk. Wat doe je met werk van een kunstenaar dat niet af is, na zijn dood. Of in het geval van Misha Mengelberg, als de kunstenaar niet meer in staat is om het af te maken? Accepteer je dat het niet af is en nooit af komt, of zoek je mensen die hem goed gekend hebben om met de stukken die er zijn alsnog een werk te creëren? In de geest van, zullen we maar zeggen.

Voor 'De Koeien', wat Mengelberg's opera had moeten worden, had hij een verhaallijn en wat teksten. Compleet was het allemaal nog lang niet en het zag er ook niet naar uit dat dit ooit zou gebeuren. Het inspireerde ICP-manager Susanna van Canon in ieder geval voldoende om documentairemaker Cherry Duyns en pianist Guus Janssen te vragen om er alsnog voor te zorgen dat 'De Koeien' uitgevoerd kon worden. Omdat het eindresultaat, met naast delen van 'De Koeien' ook stukken uit 'De Voordracht', redelijk afwijkt van het oorspronkelijke verhaal van Mengelberg, heeft het stuk een andere titel gekregen: 'Koeien - Opera Misha'. Duyns heeft het libretto geschreven, met zoveel mogelijk materiaal uit het oorspronkelijke 'De Koeien' en Janssen heeft uit de muziek van Mengelberg een collage gemaakt om de teksten en de handeling te ondersteunen. Daarnaast voegde Duyns een extra verhaallijn toe: Mengelberg, in een rol van acteur Pierre Bokma, levert op regelmatige basis commentaar op alles en iedereen. Vandaar de toevoeging 'Opera Misha'.

De opera heeft twee verhaallijnen. De eerste is de niet zo best lopende relatie tussen de boer en de boerin. De boerin vindt de boer lui en gemakzuchtig. En tot overmaat van ramp laat de boer ook nog zijn hoofd op hol brengen door een andere vrouw. De tweede lijn is die van de weidekoeien en hun gevecht met de 'luchtkoeien', de bijen. In deze verhaallijn speelt de boer overigens ook nog een rol, als 'waterkoe'. De teksten zijn absurdistisch en de muziek is dat eveneens, maar dat zal geen verbazing wekken voor diegenen die het werk van Mengelberg kennen. Een en ander leidt dan ook beslist tot een van de meest bijzondere opera's in de Nederlandse geschiedenis, met een libretto en klassiek geschoolde zangers aan de ene kant en een ICP Orchestra dat juist excelleert in de vrije improvisatie aan de andere kant. Volgens Janssen maakt het orkest uiteindelijk de muziek. "Dat is ook niet erg gebruikelijk voor een opera, normaal ligt er een gedetailleerde partituur. Maar die lui hebben aan heel weinig genoeg. Sommige dingen kun je niet eens noteren, zoals het stuk over pijn, verwarring en verdriet in de scène waarin de koeien worden gestoken door de bijen. Wanneer die scène tot een climax komt, ziet het notenbeeld er vrij eenvoudig uit, maar de musici gaan helemaal los en ontregelen de boel. Met een klassiek ensemble kan zoiets niet, die gaan dan 'maar wat doen', maar bij deze gasten ontstaat er meteen iets waanzinnigs."

En dat geldt zeker niet alleen voor het moment dat Janssen hier noemt. Want meteen aan het begin, nadat Bokma in de rol van Misha de toon heeft gezet - "Er is klank; een notie van onmacht; een programma zonder kop of staart; er is kracht, kletspraat, mededogen." - zet het ICP Orchestra een dwarse improvisatie in, doorspekt met heerlijk vette jaren-veertig swing, waarin Michael Moore excelleert met een zoete altsaxsolo. Het zet de toon voor 75 minuten vaart, absurdisme en zeer veel speelplezier in de ruime zin van het woord, waarbij prachtige dingen voorbijkomen: de vet scheurende tenorsaxsolo van Tobias Delius als ondersteuning van de avances van de mandoline spelende ijscoman (Beppe Costa) richting de boerin (Fanny Alofs), het absurdistische 'De Tijd' op een weergaloze charleston-melodie, de absurdistische dada-achtige tekst die Almide (Katrien Baers) hierna ten gehore brengt. Met regels als: "Premonition of an old Rume Karkas bien catholique Ja - volgende dia (drieklank) Rococcoccoccoco - this serpent Tooth - sayers sermon past." Of de liefdesdialoog van Almide met de boer (Mattijs van de Woerd), waarbij de laatste antwoordt middels de namen van Chinese gerechten. En aan het eind het lied 'Weer Is Een Dag Voorbij', vol melancholie en tederheid.

Ergens in het stuk spreekt de Misha-figuur de volgende woorden:
"Ik wil:
1. dat de mensen zich verbazen
2. dat ze het niet helemaal kunnen overzien
3. dat ze er wat van meenemen naar huis."

Welnu, na zo'n voorstelling kun je maar één conclusie trekken: missie geslaagd!

Labels:

(Ben Taffijn, 19.6.15) - [print] - [naar boven]



In memoriam
Ornette Coleman


"Ornette Coleman, een tijdlang een van de meest controversiële figuren van de jazz, overleed donderdag 11 juni 2015 in New York. Hij werd 85; de doodsoorzaak was hartstilstand. Coleman heeft uiteindelijk een vergelijkbare invloed op de ontwikkeling van de jazz en de improvisatiemuziek gehad als zijn grote voorbeeld Charlie Parker. Hij heeft ieders oren bevrijd van het gekende en geopend voor het onbekende."

Eddy Determeyer herdenkt altsaxofonist en componist Ornette Coleman, "de grote bevrijder".

Klik hier om zijn in memoriam te lezen.

Lees ook: 'Het vrije leven volgens Ornette Coleman', een artikel van Eddy Determeyer uit 2010.

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.6.15) - [print] - [naar boven]



Festival
Jazz te Gast


"Dit is het eerste openluchtfestival waar ik niet tegenover een rij pishokjes sta te spelen," lacht Michael League. In het dagelijks leven is hij Amerikaan en basgitarist en toert hij over de wereld met zijn cultband Snarky Puppy. Hier in Zuidhorn werkt hij met internationale artiesten Alina Engibaryan, Shirma Rouse en het Noordpool Orkest. Maar hij heeft gelijk: vanaf het podium zie je vooral coniferen en beuken, fruitbomen en heesters die het domein van de aanpalende villa aan het zicht onttrekken."

Op zaterdag 6 juni bezocht Eddy Determeyer de allereerste editie van het festival Jazz te Gast. Hij zag optredens van Michael League, AVA, Sebastian Demydszuk Trio, Nostalgium, Alina Engbaryan, Shirma Rouse, Dr. Brass en het Noordpool Orkest.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Klik hier voor een fotoverslag van Jazz te Gast door Joke Schot.

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Joe Lovano & Dave Douglas: Sound Prints - 'Live At The Monterey Jazz Festival' (Blue Note, 2015)

Opname: 21 september 2013

Het heeft wat tijd gekost, maar eindelijk is er nu dan toch het debuutalbum van het project waarmee tenorsaxofonist Joe Lovano en trompettist Dave Douglas eer bewijzen aan Wayne Shorter, de intussen 81-jarige saxofonist die in de jaren 60 en 70 grote sier maakte aan de zijde van onder meer Art Blakey en Miles Davis (het befaamde 'Second Quintet'), als leider met een reeks klassiekers op Blue Note, als lid van fusionpioniers Weather Report, en de voorbije jaren ook met zijn straffe Quartet.

Lovano en Douglas, wier paden elkaar al een paar keer gekruist hadden, onder andere bij het SF Jazz Collective en een album van Masada waarop de saxofonist de centrale gast was, richtten de band in 2011 op met pianist Lawrence Fields, bassiste Linda Oh en meesterdrummer Joey Baron. Een jaar later speelde het vijftal een prachtconcert op Gent Jazz, dat meer dan eens refereerde aan de hoogdagen van het befaamde Quintet van Miles Davis. Niet enkel door de identieke bezetting, maar ook een vergelijkbare manier van muziek maken, met het elastisch uitrekken van composities en een gestileerde én intuïtieve interactie als grootste troeven.

Deze opname van het Monterey Jazz Festival uit 2013 bevat redelijk wat overlappingen met het concert in Gent, al zou het goed kunnen dat het samenspel hier nog vloeiender gebeurt. Hoewel opener 'Sound Prints' – een verwijzing naar Shorters klassieke compositie 'Footprints' van zijn album 'Adam’s Apple' en later een sleutelstuk bij Miles – op papier samengevat kan worden tot een vage schets, creëert het meteen een zinderende elektrische lading en legt het de lat voor wat de volgende drie kwartier zal volgen.

De leiders wentelen immers naast en door elkaar met de eensgezindheid van een stel veteranen, het enthousiasme van een stel dartelende pups en de jennende speelsheid van een twee talenten die elkaar gretig aansporen om nog een versnelling bij te schakelen. Daarvoor worden ze ook ondersteund door een ritmesectie die voortdurend in beweging blijft, hier en daar volop gebruikt maakt van beschikbare soloruimte, maar vooral musiceert met de collectieve visie in het achterhoofd. Op geen enkel ogenblik krijg je het gevoel dat ego's de koers bepalen. Deze band speelt als een hecht blok.

Douglas' 'Sprints', dat rechtstreeks overloopt uit de opener, zit vol met die kenmerkende versnellingen en vertragingen, dat verkeer waarin de tandem Davis/Shorter van de jaren zestig haast tastbaar aanwezig is. Die indruk wordt nog eens versterkt in de twee nieuwe composities van Shorter die het middenblok van het album vormen. Zowel 'Destination Unknown' als 'To Sail Beyond The Sunset' laten horen hoe de solisten elkaar vinden in de thema's en vervolgens weer afstoten, wegduwen en doorkruisen als een stel heen en weer tikkende stuiterballen in een mysterieuze orde.

Het krappe, springerige 'Weatherman' lijkt even naar de hoogdagen van Ornette Coleman te knikken, maar geeft op zijn beurt dan weer het startschot voor de bruisende afsluiter 'Power Ranger', dat speels, gedreven, catchy én lichtvoetig klinkt. Een magnifieke solo van Oh doet de oren spitsen, maar het is de ritmische poëzie van Baron die het langst nazindert. Die man heeft genoeg muzikaliteit voor een hele band in zich.

Bijzonder hip of grensverleggend is 'Sound Prints' niet. Het is wel een langverwachte bevestiging van wat een paar jaar geleden al duidelijk was: met dit kwintet, waarmee Douglas en Lovano een van hun gezamenlijke helden willen eren, hebben ze een band bij elkaar gebracht die de status van gelegenheidsorkest moeiteloos overstijgt en de teneur van Shorters stijl en composities een nieuw leven gunt in een stijlvol jasje. Knap.

Deze recensie verscheen ook op Cobra.be

Klik op de afbeelding hierboven om een live-uitvoering te bekijken van 'Sprints', opgenomen op 15 oktober 2014 in TSRI, San Diego.

Labels: ,

(Guy Peters, 14.6.15) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik
Gent Jazz 2015


Het jaarlijkse Gent Jazz Festival vindt plaats van 10 tot en met 18 juli (met een korte pauze op 13 en 14 juli) op de rustieke Bijlokesite, net binnen de stadsring van Gent. Het eerste weekend staat daarbij in het teken van de 'real jazz', terwijl het programma van het weekend daarop wordt ingekleurd door pop- en cross-over acts.

Ook dit jaar wordt er gebruik gemaakt van twee podia, de Main Stage en de Garden Stage. Voor dat laatste podium zijn twee belangrijke Nederlandse formaties uitgenodigd: het trio Reijseger/Fraanje/Sylla en het akoestische kwartet van saxofonist Yuri Honing. Op het hoofdpodium zijn grootheden uit vooral de USA geprogrammeerd. Op de eerste dag presenteert producer-bassist Bill Laswell 'The Master Musicians of Jajoula feat. Bachia Attar with Material'. Voor Laswell zijn genre- en geografische grenzen niet meer dan artificiële bekommernissen. In ieder geval zal de trancemuziek van de Marokkanen (de eerdergenoemde Master Musicians dus) aan dit optreden een ongehoorde draai geven. Drummer Jack DeJohnette's 'Made in Chicago' komt met twee legendarische avant-gardisten van het eerste Chicago-uur, te weten saxofonist Roscoe Mitchell en pianist Muhal Richard Abrams. De overige twee groepen van de eerste dag zijn Infrasound van de Canadese pianiste Kris Davis en de Belgische formatie Keenroh XL, met onder meer trompettist Bart Maris, saxofonist Ruben Verbruggen, fluitist Jan Daelman en drummer Teun Verbruggen.

Op de tweede dag is er een coaching project met studenten van de School of Arts van de Hogeschool Gent onder leiding van de Amerikaanse saxofonist Mark Turner. De rest van het programma die avond wordt gevuld met louter grote namen uit de Amerikaanse jazz. Achtereenvolgens zijn dat het Vyay Iyer Trio, het Abdullah Ibrahim Mukashi Trio en tenslotte het Charles Lloyd Quartet. Van de 77-jarige saxofonist Lloyd zijn de herinneringen aan het formidabele concert in 2013 op Jazz Middelheim nog zeer levendig.

Het eerste weekend wordt op zondag 12 juli afgesloten met een publiekstrekker van allure: Tony Bennett & Lady Gaga. Die afsluiting moet dan de aanloop zijn naar het tweede deel (15 t/m 18 juli) van het festival, dat grotendeels gericht is op heel veel zang (Zaz, Van Morrison, Gregory Porter, Laura Mvula, Melanie Di Biasio, Neneh Cherry), wereldmuziek, blues, hiphop, fusion, soul en funk. Maar voordat dat allemaal losbarst, valt er op dag drie nog van subtiele jazz te genieten met het Stephane Belmondo Trio met 'Love For Chet' en het trio van de Amerikaanse pianist Bill Charlap.

Klik hier voor uitgebreide informatie over Gent Jazz 2015.

Labels: ,

(Jacques Los, 13.6.15) - [print] - [naar boven]



Festival
Doek Festival 2015


"Het Doek Festival stond dit jaar geheel in het teken van twee verjaardagen: op 4 juni werd Anthony Braxton 70 jaar en op 5 juni vierde Misha Mengelberg zijn 80ste verjaardag. Een goede reden om voor dit jaar het festival de ondertitel 'Doek meets Tri-Centric' mee te geven. Als onderdeel daarvan waren met Braxton 9 musici overgekomen uit de States en samen met 10 Nederlandse musici vulden zij een drietal avonden in het Bimhuis in, die het hoogtepunt van deze editie vormden."

Van donderdag 4 tot en met zaterdag 6 juni bezocht Ben Taffijn het Doek Festival. In het Bimhuis zag hij achtereenvolgens de volgende programmaonderdelen: Braxton 70: Transatlantic Encounters, How and Now en het Misha Mengelberg Birthday Concert.

Klik hier om zijn uitgebreide festivalverslag te lezen.

Klik hier voor een fotoverslag van het Doek Festival 2015 door Willem Schwertmann.

Labels:

(Maarten van de Ven, 13.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Helen Bledsoe & Alexey Lapin - 'Ghost Icebreaker' (Leo Records, 2014)

Opname: 27 december 2012

Nogal wat nummers op 'Ghost Icebreaker' roepen associaties op met sneeuw en ijs. Het zal te maken hebben met het feit dat dit de registratie is van een concert midden in de winter in Sint-Petersburg, dan krijg je dat. Titels als 'Snow', 'White Oranges', 'December (One Man's Day Is Another Man's Dusk)', 'Into Thin Air' en natuurlijk de titeltrack 'Ghost Icebreaker' spreken boekdelen.

'Ghost Icebreaker' is een nummer dat - hoe kan het ook anders - behoorlijk onheilspellend klinkt. Angstaanjagend, dat is het juiste woord voor dit winterse stuk. Het ijs kraakt en kreunt aan alle kanten ten gevolge van deze spook-ijsbreker. Tegen het einde rijst tussen Lapins summiere pianoaanslagen ineens Bledsoe's zuivere fluitklank op. De klus is blijkbaar geklaard, het schip is in ijsvrije wateren beland. In 'Snow' klinken de subtiele loopjes op de piano als voetafdrukken in de sneeuw, een dialoog vormend met de fluit, waarbij de glissandi van beide instrumenten elkaar enerverend afwisselen. In 'The Rising Star Of The Falling Sky' ontlokt Bledsoe unheimische en ijle klanken aan haar fluit op een onopvallend ritme dat van de piano afkomstig moet zijn, maar totaal niet als zodanig klinkt. Gaandeweg wordt een en ander intenser en doordringender: de lucht valt.

Dit duo speelde die bewuste avond in Sint-Petersburg niet voor de eerst keer samen. Dat doen ze al ongeveer een decennium. Het leidde reeds in 2007 tot een album, 'The Way', samen met Nikolai Rubanov, Vitali Zaitsev, Vladimir Shostak en Marcus Godwyn. Er volgden nog drie albums in wisselende bezettingen en nu ligt er dus dit duo-album, het eerste. 'Settlement' laat horen hoe goed de beide muzikanten op elkaar ingespeeld zijn. De klanken van hun instrumenten zijn soms bijna niet van elkaar te onderscheiden in dit enerverende stuk.

Labels:

(Ben Taffijn, 12.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Liederen van passie, weemoed en verlangen

Elina Duni Quartet, vrijdag 29 mei 2015, Paradox, Tilburg

De Albanese Elina Duni, sinds 1992 woonachtig in Zwitserland, is een geboren zangeres. Haar stem vol zindelijke passie en weemoed past perfect bij de liederen van de Balkan die zij ten gehore brengt. Maar er is meer. Ze kiest er immers niet voor om deze liederen op traditionele wijze ten gehore te brengen, maar heeft zich omringt met een drietal Zwitserse jazzmusici die regelmatig de lont in het kruitvat steken: Collin Vallon op piano, Lukas Traxel op bas en Norbert Pfammatter op drums.

De titel van 'Unë Në Kodër, Ti Në Kodër', een traditioneel liedje uit Albanië van het onlangs op ECM Records verschenen 'Dallëndyshe', betekent zoveel als 'ik op een heuvel, jij op een heuvel'. Vallons repeterende pianospel in het middenregister gaat in dit nummer perfect samen met de warme stem van Duni, terwijl bas en drums zorgen voor een warm bad. In de daaropvolgende solo laat Vallon horen meer in zijn mars te hebben dan goed begeleiden. Hij legt een swingend en kleurrijk klankentapijt neer. 'Nënë Moj' - oftewel 'Oh moeder' eveneens een volksliedje - biedt een belangrijke rol voor Pfammatter. Zijn ritmische patronen, voortgebracht met brushes en ondersteund door enkele aanslagen van Vallon en Traxel, bieden alle ruimte voor Duni's donkere timbre.

Na enkele nummers begint op te vallen dat de composities hecht en coherent zijn en dat deze musici uitstekend in staat zijn om zich dienstbaar op te stellen, wat onverlet laat dat zij op gepaste momenten ruimte voor zichzelf pakken om krachtig te soleren en het jazzelement verder in te voegen. Maar de hoofdrol is toch duidelijk voor Duni.

In 'Taksirat' ('Het Ongeluk') laat de bassist schitterend horen zich het weemoedige idioom volledig meester te hebben gemaakt. Melancholie en passie wisselen elkaar af, en als de piano en de drums erbij komen, ontstaat een energieke Balkan-blues. In 'Fëllënza' ('Patrijs'), een compositie van Muharrem Gurra, laat Vallon wederom horen hoe je een breekbare melodie speelt. In combinatie met Duni's stem lopen je de rillingen over de rug. Hier is muziek voor bedoeld!

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Ben Taffijn, 11.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Verbluffende beheersing en experimenteerdrift

Peter Evans Zebulon Trio, vrijdag 8 mei 2015, De Singer, Rijkevorsel

Zelfs al ben je er op voorbereid, en we zagen hem al voldoende keren (ook met dit trio, twee jaar geleden) om zijn capaciteiten zo'n beetje te kunnen inschatten, dan nog is het weer even wennen aan die ronduit verbluffende beheersing en experimenteerdrift van trompettist Peter Evans. Met twee gulle sets, samen goed voor zeven kwartier improvisatie, bracht hij nog eens bewijs van zijn onwerkelijk talent.

En om foute veronderstellingen meteen de kop in te drukken: Evans kiest geen collega's die er voor spek en bonen bij zitten, of ter meerdere eer en glorie van zijn eigen kunnen. Met bassist John Hébert en drummer Kassa Overall heeft hij een paar uitmuntende muzikanten aan boord gehesen, die bovendien ook hun stempel op het concert wisten te drukken. Zo'n Hébert is vermoedelijk een van de meest begenadigde bassisten van het moment, eentje die zich perfect in z'n sas voelt in vrij traditionele jazz (hij speelde onder meer ook aan de zijde van Fred Hersch), maar ook binnen vrije improvisatie van de abstracte soort, subtiele kamermuziek of broeierige grooves. En hier werd behendig tussen die categorieën gestuurd.

Drummer Overall is al helemaal een opmerkelijk figuur, schijnbaar weggelopen bij een of andere hiphop-crew en een muzikant die het niet moet hebben van geweld of virtuoos vertoon, maar van instinct en een eigenaardige, haast nonchalante stijl. Zo had hij net voor het concert beslist om de spanning van drumvellen helemaal overboord te gooien, waardoor de drumkit enerzijds klonk als een goedkoop speelgoedmodel (zeker met die vlakke plofstoten van de basdrum), maar anderzijds natuurlijk een heel eigen charme toevoegde aan het concert.

De aanzet was immers puur minimalisme, met twee noten van Hébert die net zo goed deel uitmaakten van het stemmen en vergezeld werden van luchtgolven op Evans' pockettrompet. Het was een mantra-achtige start, die gestaag aan intensiteit en densiteit won. Evans controleerde en bewerkte klanken, deed zijn instrument even bijna als een klarinet klinken en begon te sputteren met en zonder mondstuk. De hoofdmoot was vrije impro, maar er werd ook gespeeld met gecomponeerd materiaal, maar dan op zo'n verrassende manier dat er duidelijke instructies of op zijn minst een paar afspraken aan vooraf moeten zijn gegaan.

En het blijft een zicht om die Evans aan het werk te zien, voorovergebogen, het lijf één en al spanning, de knieën soms dicht tegen elkaar geperst, in de weer met allerhande geluidjes om in een vingerknip ineens over te schakelen naar pure jazz die de toonladders op en af knalt. Pas na veertig minuten viel de muziek even stil, om daarna opnieuw uit te pakken met iets dat je kan omschrijven als een (bijna) bluesy groove, vol wentelende figuren, golvende effecten en gloeiend heen-en-weer verkeer. Opnieuw: epische acrobatie, broeierige sfeer en - ineens - ultrastrak samenspel. Iets dat aan het begin van de tweede set gespiegeld werd door een ritualistische draai in de muziek, gefundeerd op het flexibele, soms verrassend eenvoudige basspel van Hébert, het gortdroge, ritmische drummen van Overall en de ontregelde, tussen minimaal en maximaal slingerende trompetcapriolen van Evans.

En tenslotte een compleet uit elkaar gehaalde versie van Monks 'Ask Me Now' in de bisronde, met Evans die op pockettrompet de meest iele regionen opzocht die hij kon bereiken en behendig rond het thema slalomde, al stak het aan het einde dan toch duidelijk de kop op. En zo kon je het hele concert eigenlijk opnieuw beschouwen als een sierlijk struikelende dans rond een traditie die vanuit de meest uiteenlopende perspectieven benaderd werd. Jazz, vrije improvisatie, minimalisme en avant-gardetechnieken werden gejongleerd op een manier die herinnert aan zo'n circusartiest die een resem kegels de lucht in keilt en het boeltje in beweging blijft houden, desnoods zelfs met gesloten ogen. En een techniek of aanpak waar je nooit helemaal vat op krijgt. Wat voor sommigen ongetwijfeld aanvoelt als overkill, is in handen van een meester eigenlijk vooral het optimaal gebruik maken van mogelijkheden. Dit akoestische trio is misschien niet zo excentriek als zijn kwintet, maar behoort al net zozeer in een categorie apart.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Guy Peters, 10.6.15) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik
North Sea Jazz Festival 2015

10-12 juli 2015, Ahoy, Rotterdam

Het fameuze North Sea Jazz Festival, ooit begonnen in Den Haag, bestaat dit jaar 40 jaar en dat wordt vanzelfsprekend gevierd. Directeur Jan Willem Luyken memomeert in de uitgebreide glossy, die sinds enige weken verkrijgbaar is, wat 40 jaar festival betekent: meer dan 120 festivaldagen, ongeveer 6000 concerten van evenzoveel bands en meer dan 2 miljoen bezoekers. Duizelingwekkende cijfers inderdaad.

Het veertigjarig jubileum mag dus met gepaste trots worden gevierd. Het zijn dan ook twee van de rode draden door het festival, een concept waar het festival al geruime tijd mee werkt. Allereerst is een aantal artiesten die er op de allereerste editie bij waren, gevraagd wederom op te treden. Zo speelde Han Bennink op de allereerste avond van de eerste editie en is hij ook nu van de partij. Ditmaal zelfs als Artist in Residence, wat betekent dat hij met het trio Oscar Jan (Hoogland), Peter (Evans) en Han komt, met het Han Bennink Trio (met Badenhorst en Toldam) en met het ICP Orchestra. Verder speelden Randy Weston, Lee Konitz, Hans Dulfer en John Engels op het allereerste festival. Ook zij geven concerten op deze jubileumeditie.

Maar het festival kijkt nog op een andere manier terug op de afgelopen veertig jaar, door de bezoekers een aantal iconen per decennium voor te stellen. Natuurlijk betekent dat het maken van arbitraire keuzes. Er zijn immers meer muzikanten die belangrijk geweest zijn voor de jazz in de afgelopen veertig jaar dan dit festival in één editie kan laten optreden, om nog maar te zwijgen over het feit dat een belangrijk deel het tijdelijke reeds voor het eeuwige heeft verwisseld, maar toch.

Om de jaren 70 te verklanken is als invalshoek de fusion gekozen en zijn Stanley Clarke, Chick Corea en Herbie Hancock (de laatste twee geven een duoconcert) uitgenodigd. De jaren 80 waren de jaren van de neo-bop, als reactie op de free jazz. Als vertegenwoordigers koos het festival trompettist Roy Hargrove en saxofonist Branford Marsalis. In de jaren 90 stond ritmische en compositorische vernieuwing in de belangstelling, bijvoorbeeld vanuit het New Yorkse M-Base Collective. Cassandra Wilson is in dit kader uitgenodigd. Maar ook Bill Frisell is belangrijk in het kader van vernieuwing. Voor het eerste decennium van deze eeuw is gekozen om te kijken naar muzikanten die hun eigen, niet-Amerikaanse roots vermengen met jazz. Avishai Cohen past in dit plaatje, maar ook het trio Bugge Wesseltoft, Henrik Schwarz en Dan Berglund, die op bijzondere wijze jazz en elektronica vermengen en een flinke scheut Scandinavische weemoed toevoegen. En dan de jaren 10 waar we nu middenin zitten. Het festival kiest voor jonge muzikanten die hun inspiratie halen uit hiphop, soul en R&B. Zanger José James en Forq, met Snarky Puppy-oprichter Michael League.

De liefhebbers van de meer vernieuwende jazz zullen vooral uitkijken naar een derde rode lijn: 'serial killers'. Een aantal jazzmusici vindt aansluiting bij het idioom van de hedendaagse gecomponeerde muziek, een lijn die vanaf Debussy via Stravinsky, Schönberg, Varèse en Ligetti, Cage en Feldman en de minimal music, Glass en Reich naar het heden doorloopt en uiteindelijk ook de jazz heeft beïnvloed. Denk hierbij aan musici als Tyshawn Sorey, Vijay Iyer, Kris Davis (zij komt met haar nieuwe 'Infrasound'-octet), Nik Bärtsch, Reinier Baas (die dit jaar de compositieopdracht heeft gekregen) en het eerder genoemde trio Wesseltoft, Schwarz & Berglund.

Daarnaast zijn er natuurlijk nog veel andere bijzondere bands en projecten te noemen: Jack DeJohnette komt met het 'Made In Chicago'-project; Brian Blade treedt met maar liefst drie projecten aan, waaronder als drummer van het Wayne Shorter Quartet; het Brussels Jazz Orchestra speelt onder leiding van Ryan Truesdell muziek van Gil Evans en Tigran Hamasyan krijgt de jaarlijkse Paul Aket Award.

En, zoals we gewend zijn van het North Sea Jazz Festival, is dit maar een klein deel van alle artiesten, jazz en jazz-gerelateerd, die er zullen optreden. Eén tip nog, ga vooral ook eens in een van de kleine zaaltjes, Yenisei en Volga, kijken en luisteren. Het is vaak de plek waar hét gebeurt. Jonge, meestal nog onbekende, musici spelen hier regelmatig de sterren van de hemel. Dat zijn de iconen van morgen.

Klik hier voor meer informatie over het North Sea Jazz Festival 2015.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 9.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Mega jazz in de tuin

Andy Emler MegaOctet, zondag 24 mei 2015, Ham Sessions, Gent

Geen betere act voor de tweede dag van dit onvolprezen festival in de achtertuin van organisator en saxofonist Michel Mast dan dit Franse octet van pianist en componist Andy Emler. Een octet overigens dat uit negen leden bestaat! Emler schrijft complexe en zeer afwisselende stukken, regelmatig voorzien van een vette beat, mede dankzij de aanwezigheid van zowel een drummer als een percussionist. Maar er zijn zeker ook meer intieme en subtiele momenten te vinden, waarin de musici de luisteraar weten te beroeren. Verder wordt sterk ensemblewerk goed afgewisseld met solo's, waardoor alle negen leden regelmatig kunnen schitteren.

En dat begint al in 'Tribalurban 1', waarin Laurent Dehors start op doedelzak, zo ook direct de link leggend met de Franse volksmuziek die bij het MegaOctet nooit ver weg is, terwijl de rest van de band wah-wah-geluiden met de stem produceert. Bassist Claude Tchamitchian en drummer Eric Echampard zetten aansluitend een aanstekelijke groove neer en het feest kan beginnen. In 'Doctor Solo' is het Francois Thuillier die voor vuurwerk op tuba zorgt. Met krachtige uithalen - soms melodieus, dan weer uitzinnig - en met veel verve keert hij zijn instrument binnenstebuiten. Het vervolg, met de gehele band, is al even onstuimig.

Na een intro op drumcomputer, slagwerk en Japans aandoend geklets van François Varly volgt in 'New Ballad' een langzame passage met een hoofdrol voor het duo piano-flugelhorn, oftewel Emler en Fabrice Martinez, waarna de rest van de band het tempo opvoert in een stuk voor knetterende blazers. Verderop in het stuk zit nog een intense bluesy passage van piano, bas en drums, vol weemoed en passie.

'La Megaruse' geeft Dehors nogmaals de ruimte, maar nu op tenorsax. Zijn extravagante en ritmische solo, dwars en vol met piep-, plop- en knarsgeluidjes is beslist een van de hoogtepunten van dit enerverende concert. De afsluiter 'Tribalurban 2' voorziet nog in een hoofdrol voor Philippe Selam op altsax. Hij produceert een tegendraadse, enerverende en vibrerende solo, begeleid door een al even dwars ritme van Emler.

Labels:

(Ben Taffijn, 7.6.15) - [print] - [naar boven]



Festival
International Jazz Festival Middelburg 2015


"Het International Jazz Festival Middelburg presenteert zich al jaren als een festival waar serieus rekening mee moet worden gehouden. Op sommige dagen zou de publieke belangstelling nog fors kunnen toenemen, maar programmatisch toont het zich al jarenlang zeer volwassen. Jazz arrivés als Joshua Redman, Gregory Porter en bassist Avishai Cohen hebben de de voormalige edities luister bijgezet op het intieme en omsloten Abdijplein. En ook de negende editie van het festival biedt vooraf alle reden tot optimisme om wederom succesvol te worden."

Van zaterdag 23 tot en met maandag 25 mei bezocht Louis Obbens het International Jazz Festival Middelburg. Op het Abdijplein zag hij concerten van New Rotterdam Jazz Orchestra featuring Reinier Baas, Jeroen van Vliet's Zeeland Suite 2014, GoGo Penguin, Bill Evans Soulgrass, Gideon van Gelder Quintet, New Cool Collective, Steve Lehman Octet, Dhafer Youssef, Guillaume Perret & the Electric Epic en Typhoon.

Klik hier om zijn uitgebreide festivalverslag te lezen.

Louis Obbens maakte ook een fotoverslag van dit festival. Bekijk het hier.

Labels:

(Louis Obbens, 6.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Ingrid Laubrock Octet – 'Zürich Concert' (Intakt Records, 2014)

Opname: 10 december 2011

Dat Ingrid Laubrock een van de meest belangwekkende saxofonisten van dit moment is, weten we intussen na cd's en optredens met diverse eigen gezelschappen als Sleepthief, Anti-House en Lily's Déjà Vu en als lid van het Tom Rainey Trio en diens Obbligato. Maar Laubrock is ook een heel goede componist, wat het beste blijkt uit 'Matrix', een van de nummers van het 'Zürich Concert'. De hechte en ingewikkelde structuur van dit nummer biedt de acht musici de nodige uitdaging. Vooral van gitariste Mary Halverson en accordeonist Ted Reichman wordt veel gevraagd. Zij excelleren hier in complexe vormen van samenspel. Maar ook trompettist Tom Arthurs speelt in dit nummer een grote rol, eerst in duet met drummer Tom Rainey en vervolgens met Laubrock. Het piepen en knarsen wisselt hij af met heldere momenten, waarbij het duet met Laubrock welhaast sprookjesachtig klinkt, elkaar aftastend en om elkaar heen dansend.

De uit Duitsland afkomstige Laubrock kreeg in 2009, toen reeds woonachtig in New York, de prestigieuze SWR Jazz Prize. De prijs bestaat uit een residentie van een week om te spelen met een naar eigen believen op te zetten project, gevolgd door een korte tour. Laubrock koos ervoor om musici bij elkaar te brengen uit haar twee werelden: Londen (waar ze jaren had gewoond) en New York (waar ze net was neergestreken). Zo nodigde ze Rainey en pianist Liam Noble uit, waarmee zij ook Sleepthief vormt. Trompetist Tom Arthurs en cellist Ben Davis komen uit Londen en gitariste Mary Halverson, accordeonist Ted Reichman en bassist Drew Gress vertegenwoordigen New York. En die bezetting verraadt dat dit geen power-octet is geworden. Laubrock kiest veeleer voor de nuance en de subtiliteit. Het album is opgenomen tijdens een van de concerten van de tour, op 10 december 2011 in de Rote Frabrik in Zürich.

In 'Novemberdoodle' pakt Reichman de leiding op accordeon, begeleidt door enkele pianoaanslagen. Het wordt een wat druiligere melodie, perfect passend bij het jaargetijde buiten op 10 december. De andere instrumenten cirkelen hieromheen, soms meegaand, soms meer kiezend voor hun eigen stem. We voelen de motregen en zien de blaadjes dwarrelen in de wind, verklankt door het xylofoonspel van Rainey. In 'Chant' geeft Laubrock de hoofdrol aan Halverson in een vibrerende gitaarsolo. Ritmisch, maar dan wel op een dwarse manier. Tussendoor zorgen de overige musici voor spookachtige taferelen. Vooral de cellopartij zorgt hier voor donkere accenten. Halverwege het nummer soleert Laubrock. Eerst nog rustig, zoekend, maar allengs wordt het steeds ruiger, uitmondend in een duet piano-cello vol rusteloze momenten. 'Nightbus' begint met verstilde piano- en verderop accordeonklanken, zo goed passend bij de nacht. Maar de nacht heeft ook een andere kant, getuige de erupties tussendoor van de rest van de band. Zijn dat de nachtvlinders? Het ritmische thema dat zich ontvouwt, het is de cadans van de nachtbus.

Klik hier voor geluidsfragmenten van drie tracks van dit album: 'Chant', 'Nightbus' en 'Der Zauberberg'.

Labels:

(Ben Taffijn, 5.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Zwitsers trio Vein precies als uurwerk

Vein featuring David Liebman, zondag 31 mei 2015, Platformtheater, Groningen

Het optreden van het Zwitserse trio Vein met rietblazer David Liebman begon bedrieglijk informeel. Wat leek op het ietwat nonchalant stemmen der instrumenten bleek een luchtige interpretatie van 'Everything I Love'. Als een zomertoiletje, gedrapeerd rond een ranke nimf. Liebman liet ons direct kennismaken met zijn karakteristieke jankende bluesgeluid op de tenor. Het verstilde zondagmiddaggevoel zette nog even door in Duke Ellingtons 'Reflections In D', een duet voor piano en tenorsaxofoon. De muzikanten namen alle tijd om te reflecteren.

Doch gaande de eerste set nam de intensiteit toe. Want vergis je niet: het drietal rond pianist Michael Arbenz werkt al negen jaar samen en is zo hecht en precies als de spreekwoordelijke Certina. Ook de individuele muzikanten profileerden zich allengs scherper. Een ongewoon krachtige arcosolo van bassist Thomas Lähns. Een sopraanstuk waarin Liebman het hele gamma bestreek, van meditatieve verstilling tot extatisch gillen. Versnellingen waarin de band exact in formatie bleef.

'Evidence' bleek ideaal voor een spannende drumsolo van Florian Arbenz, een uitzonderlijk melodische man. Ook hier liet Lieb horen hoe warm zijn sopraan in het laag kan klinken en hoe oorsplijtend hoog hij kan gaan. En waarschijnlijk had nog geen der aanwezigen zich gerealiseerd dat een sopraanblokfluit in de handen en aan de mond van een meester een levende entiteit kan worden, met een briljant gloeiend expressievermogen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 5.6.15) - [print] - [naar boven]





Concert
Een heuse festivalband

Keenroh XL, maandag 18 mei 2015, De Singer, Rijkevorsel

Fluitist Jan Daelman en pianist Thijs Troch wonnen in 2014 als Keenroh de Jong Jazztalent Gent-prijs. Door het winnen van deze prijs werd het mogelijk om een grote formatie met negen musici - XL dus - op te zetten, met als eerste doel een concert verzorgen op Gent Jazz 2015. Op vrijdag 10 juli opent Keenroh XL dan ook om 16.30 uur dit festival. Om warm te lopen vond er in De Singer een generale repetitie plaats.

En ach, wat kan een mens toch boffen, want Daelman en Troch hebben een keur aan Belgische jazzmuzikanten om zich heen verzameld en een vijftal componisten bereid gevonden om speciaal voor deze bezetting nieuwe stukken te schrijven. In ruim 90 minuten laten ze het publiek genieten van hun kunsten en ondanks dat de band nog niet geheel gesmeerd musiceert, valt er veel moois te horen. En het moet gezegd: de componisten hebben het de band niet gemakkelijk gemaakt!

Dat begint reeds met 'Overspel' van Jozef Dumoulin, een slepend stuk, mede door de lome beat die drummer Teun Verbruggen neerlegt. De tintelende fluitsolo verderop van Daelmans valt op, waarna de band verder meandert om naar het einde toe uit te monden in dwarse, bokkige klanken, waarbij klarinetist Marti Melia zorgt voor snerpende, hoge tonen. De echtelieden hebben ruzie? De rust keert weer in de vorm van een duet tussen Daelman en Troch. 'Miles Behind' van Ben Sluijs is welluidender van aard, met een aanstekelijke groove neergezet door Verbruggen en bassist Laurens Smet. Daelman schittert ook hier met een melodieuze fluitsolo. Verder lekker vette en scheurende solo's van Thomas Jillings op tenorsax, Ruben Verbruggen op altsax en wederom Melia, maar nu op basklarinet.

En dan is het tijd voor een stukje impro. Bart Maris en Jillings starten in een duet voor trompet en tenorsax, ondersteund door enkele gerichte slagen van Verbruggen. Niels Van Heertum valt op euphonium bij en het viertal zoekt de grenzen op. Vooral Maris tovert daarbij de meest vreemde klanken tevoorschijn. En blijft dit doen terwijl de band intussen probeert een sfeervol muziekje te produceren. Als Maris zich eindelijk schikt, is het Van Heertum die de rust weer verstoort. Dan geeft ook de rest zich gewonnen, is het virus verspreid en is aan het nummer geen touw meer vast te knopen.

'Minor Obessions' van Kris Defoort is een soort van suite, bestaande uit kleine stukjes. Kenmerkend voor dit werk is de klassieke basis. Op sommige momenten, bijvoorbeeld in het duet fluit-piano aan het begin, heeft het stuk wel wat weg van hedendaagse kamermuziek. Maar het is ook een stuk waarin onbedaard geswingd wordt, met een lekkere, hoekige groove en springerige solo's, zoals die van Maris. Ah, dit mag eindeloos doorgaan! En na de toegift, waarin nogmaals alle sluizen opengaan, is er maar één conclusie mogelijk: hier staat een onvervalste festivalband. Op naar Gent Jazz!

Klik hier voor foto's van dit concert door Guy van de Poel.

Labels:

(Ben Taffijn, 4.6.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Marike van Dijk – 'The Stereography Project' (Brooklyn Jazz Underground, 2014)

Opname: 28 april 2014

Hadden we een dame die opmerkelijke composities schreef, Amina Figarova, vluchtte die naar Amerika. Hebben we een nieuwe dame die eigengereide jazz en kamermuziek schrijft, Marike van Dijk, woont die al lang en breed in New York.

Overigens klinkt de muziek van de in Friesland geboren saxofoniste Fries, noch Hollands, noch Amerikaans. Ze had een nichtje van Nina Rota kunnen zijn. Haar composities hebben cinematografische kwaliteiten. Ernstig, geconcentreerd uitgevoerd. Maar ook levendig, fijnzinnig en contrastrijk. Ze laat het strijkkwartet dat deel uitmaakt van haar orkest snel van stemming wisselen. Schril en scherp speelt het viertal, maar dan ineens warm en vol. Het ontbreken van trompetten geeft haar werk een intiem karakter. In de sturing speelt de contrabas van Rick Rosato een belangrijke rol.

Slechts één nummer is niet van Van Dijks hand. 'She’s Leaving Home', van Lennon en McCartney, is een plechtig afscheidslied, in geuren en kleuren. Slaat het op haar vertrek naar de VS? In ieder geval is het duidelijk een gelegenheid om even stil bij te staan.

Klik hier om twee tracks van dit album te beluisteren: 'I Am Not A Robot' en '322423'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 4.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Ribot is de weg kwijt

Marc Ribot's Ceramic Dog, woensdag 27 mei 2015, Paradox, Tilburg

Dat Marc Ribot een uitstekend gitarist is, behoeft geen betoog meer. Hij speelt reeds sinds jaar en dag in diverse projecten van John Zorn, zoals The Dreamers, en komt ook zelf regelmatig met bijzondere projecten. Zo schitterde hij nog tijdens de laatste editie van November Music in een puik trio met bassist Henry Grimes en slagwerker Chad Taylor en verzorgde hij een energiek optreden met Zapp4. De verwachtingen bij zijn project Ceramic Dog waren dan ook hooggespannen, mede gezien het feit dat dit werd aangekondigd als - ik citeer de site van Paradox - 'zijn meest wilde band'.

Welnu, wild was het, maar daar is dan ook meteen alles mee gezegd. Het is een raadsel waarom Ribot ervoor gekozen heeft om een trio op te zetten met bassist Shahzad Ismaily en drummer Ches Smith. Beiden lieten in Paradox horen niet veel verder te komen dan de leden van een doorsnee coverband in het plaatselijke café. Smith klonk vooral luid en hard, en en sloeg dan ook regelmatig de breekbare noten van Ribot aan gort en Ismaily was of niet te horen of voegde niets toe. Dat werd vooral pijnlijk duidelijk toen in de tweede set één van de snaren van Ribots gitaar brak. Ismaily vulde de leegte op met een zielloze solo die totaal niets toevoegde en toen halverwege Smith aansloot met wat obligate percussiegeluidjes werd het niet veel beter.

De geweldige solo's die Ribot van tijd tot tijd bracht en de soms originele versie van de covers, zoals 'Take Five' en 'So Danco Samba', waren simpelweg te weinig om de onkunde van de twee andere bandleden te compenseren. Maar het kan nog erger. Ismaily en Smith moesten zo nodig ook nog elektronica inzetten. Op zich is daar niets mis mee, veel bands doen het en vaak met bijzondere resultaten. Dat bleek onlangs maar weer eens bij het concert van Paal Nilssen-Love's Large Unit in Antwerpen. Maar dáár zat iemand achter de knoppen die wist wat hij deed en dáár voegde het dan ook iets toe. Dat was hier helaas allerminst het geval. Integendeel, het sloeg regelmatig als een tang op een varken en paste simpelweg op veel momenten totaal niet in de composities. Het maakte teveel de indruk erbij gesleept te zijn, omdat je als bandje anders niet hip meer bent. De elektronica deed hier meer afbreuk dan dat het iets toevoegde en het zat Ribots gitaarspel en zang regelmatig pijnlijk in de weg.

Een tip voor Ribot: probeer het eens solo!

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Ben Taffijn, 2.6.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Krachtig ensemblewerk van Angles 9

zaterdag 23 mei 2015, De Singer, Rijkevorsel

De kracht van Angles 9 ligt absoluut in het hechte ensemblespel waarmee deze band de opvallend ritmische melodieën ten gehore brengt. Melodieën die evenzogoed raakvlakken hebben met jazz als met volksmuziek en rock, maar altijd met een kwinkslag.

Dat begint al met 'European Boogie', waarvan bandleider Martin Küchen zich bij de aankondiging nog afvraagt of dit 'European' nog wel op zijn plaats is! Nu, tijdens de uitvoering is van enige twijfel niets te merken. Na een vibrerend ritmische start van Mattias Ståhl op vibrafoon, ondersteund door de bekkens van slagwerker Andreas Werliin, zetten de blazers in voor een lekkere vette groove. Waarbij Eirik Hegdal op baritonsax het meeste opvalt door zijn pompende geluid. Maar in dit nummer is Magnus Broo degene die de show steelt met een uitzinnige en springerige trompetsolo. In 'Today Is Better Than Tomorrow' is het de combinatie piano (Alexander Zethson), baritonsax (Hegdal) en trombone (Mats Äleklint) die de toon zet met een repeterende melodie. Maar ook het duet van Küchen op altsax met de voor de vaste kracht Johan Berthling invallende bassist Torbjörn Zetterberg is bijzonder en klinkt nog het meest als een weemoedig volksliedje.

De uitvoering van 'A Desert On Fire, A Forest / I've Been Lied To' is beslist, mede vanwege de lengte van meer dan twintig minuten, één van de hoogtepunten van het concert. Zethson begint solo op piano met enkele dreunende noten, slagwerk en vibrafoon bouwen de spanning verder op in een slepende melodie. Dan is het de beurt aan de baritonsax, de altsax en de cornet (Goran Kajfes) om de langzaam voortploeterende melodie verder uit te bouwen, aan te laten zwellen en tot slot te laten uitmonden in een zeer bijzondere bassolo van Zetterberg. Door te spelen op zowel de snaren onder als boven de kam ontstaat een apart geluid, soms vergelijkbaar met dat van een Spaanse gitaar. Het concert wordt afgesloten met het titelnummer van het laatste album: 'Injuries'. Ook dit nummer doet in het begin bij de blazerspartij wat Spaans aan. Het wordt echter gevolgd door een rommelig intermezzo van piano, bas en drums. Je ziet de poolreizigers die op de hoes van het album staan ploeteren door de sneeuw in de snijdende wind. Gelukkig keert verderop in het nummer de rust terug en kunnen we vredig huiswaarts.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Ben Taffijn, 1.6.15) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.