Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




The Jazztube
Fred Anderson Trio - Europa Jazz Festival 2005


Op 24 juni is Fred Anderson overleden. Anderson was een absoluut originele tenorsaxofonist, wiens invloed zich pas recent heeft gemanifesteerd in het spel van Ken Vandermark, Mats Gustafsson en hun generatiegenoten. Andersons muziek was een interessante mengeling van stijlen. Hij was een van de originele oprichters van de Association for the Advancement of Creative Musicians, maar had daarvoor naar verluidt al een stijl ontwikkeld die schatplichtig was aan Coleman Hawkins en Lester Young. De donkere toon uit de Hawkins-traditie heeft hij altijd bij zich gehouden, terwijl het vloeiende van zijn spel de invloed van Young verraadt. In dit opzicht lijkt hij een beetje op Sonny Rollins of Archie Shepp, een muzikant met wiens beginfase hij oppervlakkige overeenkomsten vertoonde. Het zijn echter met name de verworvenheden van de free jazz die Anderson maken tot wie hij was.

Anderson werkte regelmatig samen met Hamid Drake en was een perfectionist. Voordat Drake de drummer van dienst werd in zijn vele projecten, ontsloeg Anderson zijn zoon, omdat die te veel als popmuzikant speelde. Daar ligt misschien wel de kern van Andersons muzikantschap: gewijd aan de jazz en zeer kritisch over te makkelijke oplossingen. Als uitbater van de Velvet Lounge hield Anderson de jazz in Chicago in leven en bood hij opkomende muzikanten een podium. Die erkenden hem op hun beurt als de pater familias van een nieuwe generatie en boden hem werk. Opnamen van bijvoorbeeld het DKV trio (Drake, Kessler, Vandermark) met Fred Anderson maken deze connectie expliciet. Een andere collega met wie de saxofonist veel werkte, was Kidd Jordan, wiens stijl overeenkomsten vertoont met Anderson wat de oorsprong betreft.

Toch was Anderson niet altijd zo gelauwerd. Hij werd gedurende zijn carrière maar sporadisch opgenomen en van de periode 1981-1993 zijn er zelfs geen opnamen bekend. Hij bleef evenwel bezig; na eerder een jazzclub (Birdhouse) te hebben gehad, nam Anderson de Velvet Lounge over en programmeerde er jamsessies op de zondagmiddag, waar iedereen zich kon meten met de meester, die zelf regelmatig meespeelde. Zo kon een hele nieuwe generatie muzikanten kennis maken met deze grootheid, die daarna een stevige comeback maakte. Hoewel hij onder muzikanten hoog aangeschreven staat, verdient zijn muziek meer waardering. Fred Anderson is 82 jaar oud geworden.

In de Jazztube een mooie concertopname van het Fred Anderson Trio tijdens het Europa Jazz Festival in Le Mans, gemaakt door Jean-François Lebossé voor Mezzo. Met naast Anderson Jaribu Shahid op contrabas en Hamid Drake op drums. Klik op bovenstaande afbeelding om het filmpje te starten.

Labels:

(Sybren Renema, 28.6.10) - [print] - [naar boven]






In memoriam
Fred Anderson


Tenorsaxofonist Fred Anderson, de man die in Chicago als vaderfiguur fungeerde voor tenminste twee generaties van avant-garde muzikanten, overleed op 24 juni. Tot zijn bekendste volgelingen behoren trombonist George Lewis, rietblazer Douglas Ewart en drummer Hamid Drake.

Anderson werd in 1929 in Monroe, Louisiana geboren en was op saxofoon autodidact. Later studeerde hij bij een privéleraar en aan het Roy Knapp Conservatory in Chicago, waarheen de familie Anderson in de jaren veertig verhuisd was. Zijn vroege voorbeelden waren Coleman Hawkins en Lester Young, later kwamen daar Gene Ammons en Charlie Parker bij. Doch het was vooral Ornette Coleman die een belangrijk stempel op Andersons speelwijze zou drukken. Midden jaren zestig was hij een van de oprichters van de AACM (Association for the Advancement of Creative Musicians).

Muziek was jarenlang een activiteit voor de avonduren; om zijn gezin te kunnen onderhouden legde Fred Anderson tapijten. Zijn platendebuut maakte hij in 1966 als sideman van saxofonist Joseph Jarman ('Song For') en in 1974 tourde hij voor de eerste keer door Europa. Daar, in het Duitse Moers, nam hij in 1978 ook zijn eerste album onder eigen naam op ('Another Place'). Dat jaar was hij voor het eerst in Nederland te horen, op de Groninger Jazzmarathon.

Zijn zichtbaarheid werd aanzienlijk vergroot toen hij in 1983 eigenaar werd van de Velvet Lounge, waar hij samen met collega-tenorist Von Freeman de sessies leidde. Zijn ruige, bluesy geluid is slechts op een handvol albums gedocumenteerd, waarvan verder 'Live At The Velvet Lounge' (Okkadisk, 1998) en 'Duets 2001' (Thrill Jockey) genoemd moeten worden.

(Eddy Determeyer, 28.6.10) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
North Sea Jazz Festival 2010


Dit jaar heeft North Sea twee grotere thema's die als rode draad door de drie dagen lopen. Het eerste thema is 'Global Brooklyn NY'. New York City, componistenstad en vanouds global jazzhoofdstad, heeft met name sinds de jaren negentig muzikanten uit de hele wereld getrokken. Vooral de hedendaagse jazzscene in Brooklyn laat die invloeden en vernieuwing zien. Het andere thema is 'Hyperrhythm en OK Computer'. Dat verwijst naar nieuwe (real-time geïmproviseerde) elektronische muziek via snelle computernetwerken en met zeer geavanceerde software. North Sea Jazz legt zo de link van oud (in nieuw jasje) naar hedendaagse nieuwe stromingen.

De meest in het oog springende namen zijn natuurlijk artist in residence Ornette Coleman en de grote Sonny Rollins, die zondag zijn tachtigste verjaardag komt vieren. De volledige line-up van Rollins is overigens nog niet gepubliceerd. Ook onze eigen John Engels doet zijn verjaardag zaterdag nog eens dunnetjes over, met Barnicle Bill, eerder een succesvol concert in het Bimhuis.

Ornette Coleman, in de jaren vijftig/zestig als rechtgeaarde ver-voor-zijn-tijd freejazzer letterlijk van het podium gejaagd, staat nu drie dagen als artist in residence in de spotlights. De altsaxofonist, inmiddels tachtig jaar, heeft op vrijdag een kleine reünie met zijn bandlid van het eerste uur bassist Charlie Haden en met zijn zoon Denardo Coleman, die als klein jochie al drums speelde op Ornettes plaat 'The Empty Foxhole' uit 1966 en daarna op vele andere albums van zijn pa. Die avond speelt ook Joshua Redman mee, zoon van Dewey, met wie Ornette ook vele malen het podium heeft gedeeld. Vooral op zondag heeft Coleman een heel interessante bezetting, met James 'Blood' Ulmer en het Marokkaans orkest Master Musicians Of Jajouka, waarmee hij in de jaren zeventig heeft gewerkt.

In het kader van de link oud–nieuw: ga vooral ook zaterdag naar Steve Lehman, exponent van de eerder genoemde Brooklyn-scene. Een redelijk nieuwe ster aan het avant-garde firmament, een leerling van zowel Jackie McLean als Anthony Braxton. En dat is te horen. Zijn muziek is fantastisch intrigerend en intelligent. En zo vernieuwend dat je visioenen krijgt van een soort 'Shape Of Jazz To Come' (Ornette Coleman), maar dan vijftig jaar later. Alleen deze avond jammer genoeg niet met de fenomenale drummer Tyshawn Sorey, waarmee Lehman recentelijk nog in het Bimhuis was.

Veel interessante pianisten met topsaxofonisten staan op het programma, bijvoorbeeld op vrijdag Jasper van 't Hof, die slechts spaarzaam in Nederland speelt, Jason Moran, en John Escreet met David Binney. Op zaterdag Herbie Hancock, Chick Corea met Kenny Garrett, Kenny Baron met David Sanchez en op zondag Vijay Iyer, en McCoy Tyner met Joe Lovano.

Last but not least zijn onze bekende Nederlandse collega's ook ruim vertegenwoordigd. Waaronder op vrijdag de internationaal doorbrekende trompettist Eric Vloeimans, onder de terechte kop 'Legends of the New Era', en het Joris Posthumus Quartet met Jeroen van Vliet. En zaterdag natuurlijk de Ploctones met Boy Edgar prijswinnaar Anton Goudsmit!

Meer zien?
Klik hier voor een fotoverslag door Cees van de Ven van het concert van het Barnicle Bill Trio op 13 mei 2010 in het Bimhuis.
Klik hier voor een fotoverslag door Louis Obbens van het concert van het Steve Lehman Octet op 21 mei 2010 in het Bimhuis.

(Margretha van den Bergh, 27.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Fugimundi: Unvergeßlich

woensdag 9 juni 2010, Bimhuis, Amsterdam

Fugimundi ist ein besonderes Trio, bestehend aus drei preisgekrönten niederländischen Musikern: Eric Vloeimans (Trompete), Anton Goudsmit (Gitarre) und Harmen Fraanje (Piano). Besonders, aufgrund der instrumentalen Zusammensetzung und der jeweiligen Ausdrucksweise der Mitglieder. Fraanje bekannt durch subtiles, lyrisches Spiel, Vloeimans eher geheimnisvoll, mystisch und Goudsmit temperamentvoll und unberechenbar. Eine vielversprechende Mischung also.

Im ausverkauften Bimhuis begann das Konzert mit der von Fraanje an Philip Catherine gewidmete Komposition 'Philip'. Zart und subtil, ineinander geflochten, um sich dann mit dem Stakkato der Gitarre zu steigern. Es ließ ahnen, was an diesem Abend noch zu erwarten war und zu was dieses Trio in der Lage sein würde. Denn es ging kurzerhand über argentinischen Tango weiter. Hier ließen sich Vloeimans und Fraanje auch von einer anderen Seite sehen: mutig, frei und schräg. Alles Eigenschaften, die Goudsmit mühelos kontinuierlich aus dem Ärmel schüttelte. Weitere Stücke der CD 'Live At Yoshi’s', wie 'March Of The Carpenter Ants' und 'Ernesto' folgten, angefüllt mit Kompositionen aus anderen Quellen, wie zum Beispiel 'Good Ol’ Benz'.

Entfesselt ihre Interaktion bei diesem Auftritt. Sie schienen spontan noch ungekannte Seiten und Fähigkeiten an sich und aneinander zu entdecken und diese voller Offenheit und Freude aufzunehmen und umzusetzen; fernab von allem Festgeschriebenen oder dergleichen Begrenzungen mehr. Es entstand eine spritzige Mischung: Tempo wechselte Ballade ab. Inspirativ und nachdenklich sentimental zugleich. Sanfter lyrisch aufgebauter Spannungsbogen explodierte förmlich in freiem Funk. Brillante Übergänge, wobei Goudsmit auch gerne seine Gitarre als Perkussionsinstrument benutzte.

Ein Trio bei dem Spaß, Charme, Losgelöstheit und spontane künstlerische Freiheit zu hören und zu spüren war. Es bleibt zu wünschen, daß sie sich diese Eigenschaften und ihre Authentizität bewahren. Zum Glück drei Zugaben und ehrlich verdiente standing ovations.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

(Sabine Fleig, 27.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Michiel Borstlap - 'Solo 2010' (Gramercy Park, 2010)

Opname: 2009

In zijn land van herkomst is de Nederlandse jazzmuzikant Michiel Borstlap niet bepaald een onbekende figuur. Hij speelde reeds aan de zijde van onder meer Han Bennink en heeft naast een eigen fusionband ook een voorliefde voor het solo pianorepertoire. Zijn jongste album, 'Solo 2010' (ironisch genoeg in 2009 opgenomen), bundelt voornamelijk composities van Borstlap, die hij zelf met overgave interpreteert. De prachtig uitgegeven cd gaat bovendien gepaard met een live-dvd, waarin Borstlap enkele van zijn composities voor publiek speelt. Behalve de fijne muziek heeft het extra schijfje gezien de saaie montage echter weinig tot geen toegevoegde waarde. Wie 'Solo 2010' kortom louter omwille van de concertregistratie wil aanschaffen, kan de cd beter links laten liggen.

Muzikaal heeft het album echter zeker zijn troeven. In de traditie van de grote historische post-boppers ontwikkelt Borstlap doorheen zijn vijftien tracks een idioom waar hij getrouw aan vasthoudt. Dat consistente in de aanpak levert een album op, dat uniform is in stijl, met als naar gevolg dat Borstlap de piano steeds op een soortgelijke manier aanwendt. De interpreet is echter technisch onderlegd genoeg (hoewel hij meermaals sneller wil spelen dan hij werkelijk kan) en improvisatorisch voldoende geoefend om een constante stroom gaande te houden, en niet in steeds hetzelfde riedeltje te vervallen. Desondanks gaan bepaalde nummers na een tijdje te veel op elkaar lijken om echt van een meesterlijk album te spreken, maar die kleine kwaal compenseert Borstlap met enkele hemelse composities waarvan het thema dagen blijft hangen. 'Clear Water' is zo'n track die de luisteraar volledig opzuigt. Ook 'BlueSyl' is heerlijk; Borstlap illustreert ongecompliceerd dat hij goed overweg kan met de oerdegelijke blues, hetgeen een swingend nummer oplevert, barstensvol energie.

Borstlap speelt heel filmisch en zijn improvisaties roepen vaak beeldende taferelen op. Vaak is hij verstild, hoewel hij even goed percussief, puntig en energiek uit de hoek kan komen. Af en toe heeft Borstlap de vervelende neiging om zijn muziek iets teveel te suikeren, als om het grote publiek in te pakken, maar gelukkig zijn de sentimentele nummers niet in de meerderheid. 'Solo 2010' is een smakelijke weergave van het talent van een in onze contreien nog steeds ondergewaardeerde artiest. Wie iets heeft met solo piano: 'Solo 2010' zal in uw collectie geen wereld van verschil maken, maar verdient toch een plaatsje in het verlengde van Evans, Mingus, Abrahms en Hersch.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

Meer horen?
Op de
website van Michiel Borstlap kun dit album beluisteren. Ga daarvoor naar 'Music' en klik op de cd-cover.

Labels:

(Jan-Jakob Delanoye, 27.6.10) - [print] - [naar boven]





Column Jo Dautzenberg
Sketches of The Hague


"Met Silje Nergaard op de iPod rijd ik vastberaden de ongewisse zomer van Geert Wilders in. Zou de jazzscene de PVV-stormram overleven? De podia, blijven ze? De muzikanten, hebben ze straks nog werk? Dit fraaie jazzweekend aan zee stemt ons strijdbaar. Zo krijgt The Haque Jazz ongewild politieke betekenis; we hebben genoten van allerlei muzikale etnische mengvormen, gebracht door allerlei mensen uit alle delen van de wereld. Dat moet vooral zo blijven; jazz is ontmoeting, een ontmoeting waar we naar uitzien: sketches."

Op zaterdag 12 juni bezocht Jo Dautzenberg het festival The Hague Jazz in het Haagse congrescentrum, waar hij onder meer Amina Figarova, Eric Vloeimans, Courtney Pine en Wende Snijders zag. Klik op bovenstaande button om zijn verslag van die dag te lezen.

(Maarten van de Ven, 26.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd / Jazz op verzoek #13
Sol6 - 'Sol6' (Red Note Records, 2009)


Fusies van punk en improvisatiemuziek zijn natuurlijk niets nieuws. De combinatie van The Damned met sopraansaxofonist Lol Coxhill was een vroeg voorbeeld. Doch al te vaak bleef het bij gelegenheidshuwelijken van freaken en beuken. De eerste ontmoetingen van The Ex en de Instant Composers Pool vond ik eerlijk gezegd niet veel meer dan een knappe bult herrie.

Punkmuzikanten die zich in de richting van 'echte' muziek oriënteren, zijn dun gezaaid. Men herinnere zich de geslaagde samenwerking van vocalist Andre Williams en Green Hornet, in 2001. En bassist Luc Ex zag het licht in Ethiopië, waar hij kennismaakte met de vette jaren zestig-nachtclubswing van dat land. Met pianist Veryan Weston is de bassist de internationale groep Sol6 begonnen, en voorlopig is het meer impro dan punk – voor zover dat interessant is.

'Miniature 1', een groepsimprovisatie naar ik aanneem, heeft punkjazz-trekjes, maar voor het overige wordt er opgewekt vrij geïmproviseerd. Heel aardig is 'Insecurity', dat sereen begint als een samenspraak tussen de altviool van Mandy Drummond en de cello van Hannah Marshall. Maar al snel begint de viool te schreien, de piano komt informeren wat er aan de hand is, en de door Tony Buck bestierde ritmische rimram bemoeit zich ermee. De bijeenkomst dreigt uit de hand te lopen, zodat de cello een ritmisch gelaagde stilte proclameert, waarna de hel weer losbarst. Enfin, het procedé herhaalt zich tot het tijd is voor het volgende nummer.

'Autistic African Samba' dekt precies de lading; dat krijg je ervan wanneer je de muziek per ongeluk twee klikjes verdraait. En wie had gedacht dat een werkje van kitschkoning Burt Bacharach nog eens voor consumptie geschikt zou kunnen worden gemaakt! Zoals Drummond 'Close To You' zingt, met de bescheiden anarcho-bijdragen van haar mede-Sol's, is het eigenlijk best een aardig liedje.

Sommige nummers gaan naadloos in elkaar over. Zo begint 'Leg Room In The 1st Class' als een stukje freeform ochtendgymnastiek voor piano en als op een gegeven moment een soort berusting intreedt, merk je dat je je in 'Amputation In Economy' bevindt. Precies, geef mij ook de Boeing Clipper maar.

Deze recensie verscheen eerder in Jazz Magazine.

Meer horen? Jazz op verzoek!
Op 9 april 2009 gaf Sol6 een concert in het Amsterdamse Bimhuis. Het programma VPROJazzLive maakte opnamen, die je
hier on demand kunt beluisteren.

(Eddy Determeyer, 25.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Smederij vol gloeiend koper

Prins Claus Conservatorium Big Band, dinsdag 15 juni 2010, De Smederij, Groningen

Hoewel de wekelijkse sessies in eetcafé De Smederij een goede gelegenheid bieden om de stand van zaken op het Groninger Prins Claus Conservatorium te peilen, kun je ook naar de periodieke optredens van het jazzorkest van de school gaan kijken. Onder de zeventien jongelui die dat orkest bevolken zie je heel wat gezichten van eager beavers die zich praktisch wekelijks in De Smederij (en De Spieghel) manifesteren.

Zeventien, plus vocalisten, plus dirigent Kurt Weiss, dat past toch helemaal niet in dat gezellige jazzhol, zul je nu zeggen. Ja, dat dachten ze ook toen de complete Basie-band zich in 1938 op het podiumpje van de New Yorkse Famous Door moest zien te wurmen. De consequentie was gewoon dat de bezoekers de zaak uitstulpten, de Tuinstraat in. Daar kon je de verrichtingen van de band ook heel best in grote lijnen volgen, al miste je de finesse.

Dat was dan jammer, aangezien de opzet van zo'n schoolorkest toch primair is het samenspel te bevorderen, zaken als dynamiek, ritmische opvatting en klankkleur aan de orde te stellen. Welnu, de gekozen arrangementen boden daar alle gelegenheid voor. Weiss heeft de prijzenswaardige gewoonte, naast de geijkte werkjes van de Hefti's en de Nestico's ook charts van Nederlandse snit in te laten studeren. Zo hoorden we dinsdag spul van Rob Pronk en Lex Jasper voorbijkomen. Van de hand van die laatste waren de bewerkingen van twee Kurt Weill-standards, 'Speak Low' en 'My Ship'. In 'Speak Low' werden staccato-passages smaakvol afgewisseld met legato-partijen en in 'My Ship' gloeide het koper (drie bugels, gestopte trompet en drie trombones) feeëriek. Hoewel alle secties goed ingespeeld klonken, ging het koper met de eer strijken. In Kenny Wheelers 'Gentle Piece' schitterde het in volle glorie, vloeiden de bugels gloeiend uiteen – wat niet zo verwonderlijk is in een voormalige smidse.

De beperkte ruimte bracht uiteraard haar beperkingen met zich mee. Zo werd een Koreaanse tenorist tijdens een verhitte mambo uit 'Westside Story' op een haar na gescalpeerd door een Russische trombonist. In de grote mensenwereld zou een dergelijke daad op z'n minst tot verhit diplomatiek verkeer hebben geleid, maar in de echte wereld, in Groningen, werd het incident met een glimlach afgedaan. Ook al daar de trombonist, Pavel Shcherbakov, één van de beste solisten van de band is, iemand die een duidelijk verhaal kan vertellen. Dat gold ook voor Stefan Wachauer, de pianist, terwijl drummer Bart-Jan Hogenhuis evenmin onvermeld mag blijven. Hij heeft alles, Bart-Jan: is steady, speelt dynamisch, accentueert explosief en bovenal luistert hij met twee hele grote oren. Geen wonder dat hij in augustus met een dubbele beurs voor twee jaar naar New York vertrekt. Dat soort gasten kunnen ze daar wel gebruiken.

(Eddy Determeyer, 25.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Steve Tibbetts - 'Natural Causes' (ECM, 2010)

Opname: 2008

Steve Tibbetts is wel omschreven als the thinking man's guitarist. Hoewel dit een rare eretitel is, is de strekking ervan correct; Tibbetts speelt soms zeer bedachtzaam, laat soms bijna een decennium niets van zich horen en komt dan met een afgewogen opname. 'Natural Causes' is het tweede album dat Tibbetts deze eeuw gemaakt heeft en bestaat uit overgedubde soundscapes met Tibbetts' muzikale partner, percussionist Marc Anderson. Het resultaat is aangenaam om naar te luisteren en ontwijkt door de intelligente opzet de valkuilen van de muzak.

Tibbetts' interesse in oosterse tradities ligt zoals altijd duidelijk aan de basis van de muziek. In eerdere opnamen, zoals 'Big Map Idea', werden de geluiden van Tibbetts' reizen in de muziek verwerkt, zodat er een boeddhistisch gezang op kon duiken tijdens een gitaarsolo. Op 'Natural Causes' heeft Tibbetts geen gebruik gemaakt van zijn enorme geluidsarchief, maar zijn het de titels die naar het verre onbekende verwijzen. Ook blijven de gitaareffecten achterwege, hetgeen de melodieën nog pastoraler maakt.

Het instumentarium is wel net zo exotisch als anders. Tibbetts en Anderson spelen onder meer bouzouki, kalimba, steel drum, tabla en gongs. In sommige combinaties doet dit denken aan Ralph Towner en diens Oregon, een andere band waar jazz, kamermuziek en oosterse tradities mengen. 'Natural Causes' is misschien sferischer en nog het beste te vergelijken met een muzikaal landschap, waarin Tibbetts de ervaringen van zijn reizen omzet tot een soort soundtrack voor dit levenswerk. Dat doet hij niet zonder succes, al kabbelt de muziek soms wat langer dan noodzakelijk.

Meer horen?
Beluister dit album op
Last.fm.

(Sybren Renema, 22.6.10) - [print] - [naar boven]





In memoriam
Bill Dixon


Het belangrijkste wapenfeit van trompettist, componist en muziekleraar Bill Dixon, die na een ziekbed van twee jaar op 16 juni in zijn woonplaats North Bennington, Vermont overleed, was de 'October Revolution'. Van 1 tot en met 4 oktober 1964 was het New Yorkse Cellar Cafe het podium voor een twintigtal groepen, die gemeen hadden dat ze tot de toenmalige avant-garde behoorden – en dat vrijwel niemand ze kende. Het was voor het eerst dat lieden als Paul Bley, John Tchicai, Guiseppi Logan (die recentelijk, na een afwezigheid van ruim veertig jaar, weer opdook!) en Sheila Jordan voor het voetlicht traden. In die vier dagen propten zich meer dan zevenhonderd nieuwsgierigen in de concertruimte, die normaliter plaats bood aan vijfenzestig tot negentig bezoekers.

Bill Dixon was de organisator van deze historische showcase. Het succes was voor hem aanleiding een belangenorganisatie voor avant-garde jazzmuzikanten in het leven te roepen, de Jazz Composers Guild. Geheel in de geest van de tijd verboden de statuten de leden, jobs in clubs te accepteren waar hun waardigheid niet gerespecteerd werd en zonder ruggespraak met de bond platendeals te sluiten. Dat liep uiteraard binnen een jaar spaak.

William Robert Dixon werd op 5 oktober 1925 in Nantucket, Massachusetts geboren als zoon van een moeder die blues zong. Als fan van Louis Armstrong studeerde hij trompet, daarnaast volgde hij een opleiding tot illustrator. Zijn muzikale, artistieke, educatieve en organisatorische gaven heeft hij altijd gecombineerd; zo richtte hij, toen hij als ambtenaar aan het secretariaat van de Verenigde Naties verbonden was, in 1959 de United Nations Jazz Society op. Hij was toen al bevriend met pianist Cecil Taylor, met wie hij in 1966 het album 'Conquistador!' opnam. Zijn platendebuut had hij twee jaar eerder gemaakt, met de New York Contemporary Five.

Het grootste deel van zijn werkzame leven heeft Dixon les gegeven. Zijn composities waren in zoverre atypisch voor de jaren zestig-voorhoede, dat ze eerder aansloten bij het werk van bassist Charles Mingus en trompettist Miles Davis, een decennium eerder. Veel van zijn werk wordt gekenmerkt door een introspectieve, impressionistische sfeer.

(Eddy Determeyer, 22.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert / Cd
Diederik Rijpstra Wampum

cd-presentatie, donderdag 3 juni 2010, De Badcuyp, Amsterdam

Trompeter und Komponist Diederik Rijpstra schloss 2009 sein Master Studium am Konservatorium von Amsterdam ab und studiert zurzeit an der New School for Jazz and Contemporary Music. Zuvor hielt er sich für einige Monate in Italien auf, um sich dort in Komposition unterrichten zu lassen. Als Mitglied der Band Quincey ist er viel zu hören und auch im Gideon van Gelder Quartett hat er mitgewirkt. Mittlerweile aber hat Rijpstra sein eigenes Quartett gegründet, mit dem er seine Debüt CD 'Wampum' präsentierte.

In De Badcuyp wurde aus Termingründen mit veränderter Besetzung gespielt: Dimitar Bodurov wurde am Klavier durch Gideon van Gelder und Schlagzeuger Joost Lijbaart durch Onno Govaert ersetzt. Einzig Clemens van der Feen ist auf CD und deren Präsentation dabei, und natürlich Diederik Rijpstra um dessen Musik es hier ging.

Nun, diese Präsentation war eine fröhliche Feier und schöne Huldigung eines sympathischen Menschen und lieben Freundes, wobei die Musik etwas auf der Strecke blieb und nicht die Beachtung bekam, die sie verdiente. Selbst die Band, vom Blatt spielend, schien nicht wirklich zusammenfinden zu können.

Aber gut, es gibt ja nun die CD und diese Musik ist wichtig; ist sie doch Zeuge der unglaublichen Entwicklung eines jungen Musikers. So verbindet Rijpstra quirligen südeuropäischen Jazz mit Elementen aus Tango und Marsch in Kompositionen wie 'Wampum' und 'Anima Ludi Tonalis'. Er scheut die Annäherung mit dem Free Jazz nicht und stürzt sich in waghalsige experimentelle Ausflüge, wobei vor allem die feine Auseinandersetzung mit dem Piano im Vordergrund steht. Sie gleicht einer angeregten Kommunikation, bei der in kurzen Phrasen und in schnellem lebhaftem Dialog aufeinander eingegangen wird.

Mit 'Rome Song' gelingt ihm eine schöne Ballade, die für einen kurzen Moment erlaubt innezuhalten, um sich dann wieder in das nächste, aufwühlende Abenteuer der Improvisation stürzen zu lassen.

Diese CD ist ein anspruchsvolles und spannendes Werk eines talentierten Trompeters, der genau weiβ was er will und dessen Stil schon jetzt unverkennbar ist.

Meer horen?
De cd 'Wampum' is (in eigen beheer?) uitgebracht op het Van Stripe-label. Op de MySpace-pagina van Diederik Rijpstra kun je de volgende tracks van deze cd beluisteren: 'Improvisation With Eric Vloeimans', 'Schizofrenic Tail', 'R.S.I.', 'Anima Ludi Tonalis' en 'Rome Song'.

(Sabine Fleig, 18.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Sonny Rollins – 'Worktime' (Prestige, 2009)

Opname: 2 december 1955

In december 1955, toen dit album werd opgenomen, stond tenorist Theodore 'Sonny' Rollins aan het begin van zijn tweede carrière. Eerder dat jaar had hij zich in Chicago teruggetrokken, vastbesloten om zijn heroïneverslaving te kicken. Toen het Max Roach-Clifford Brown Quintet in november in de plaatselijke Bee Hive kwam spelen en tenorsaxofonist Harold Land terug moest naar Californië, nam Rollins diens plaats in het kwintet in. Die eerste avond is gedocumenteerd (en later uitgebracht op de dubbel-lp 'Live At The Bee Hive'); Rollins lijkt hier nog onzeker. Houdt hij zich onwillekeurig in, geïntimideerd door de verrichtingen van de leiders, die in bloedvorm steken?

Vier weken daarna stond Rollins in de studio van Rudy Van Gelder, samen met de band van Roach, maar dan zonder Clifford Brown. Vanaf noot één is duidelijk dat hij blaakt van zelfvertrouwen en energie. Rollins is vormvast, zijn sound is majestueus en met zijn speelse timing geeft hij een ballad als 'There Are Such Things' een nieuwe dramatische lading. De samenwerking met Max Roach is voorbeeldig; de drummer speelt scherp gefocust en lijkt de ideale sparringpartner voor het herrezen wonderkind.

Met dit album legde Sonny Rollins de basis voor wat velen beschouwen als zijn meest relevante en creatieve periode. 'Tenor Madness', 'Saxophone Colossus' en al die andere meesterwerken zijn direct terug te voeren op 'Worktime'. Het was Rollins kennelijk ernst: hoog tijd om weer echt aan het werk te gaan.

Deze cd is in de RVG Remasters-serie verschenen, wat inhoudt dat Van Gelder het geluid opnieuw onder handen heeft genomen. Maar eerlijk gezegd hoor ik weinig verbetering ten opzichte van de oude lp. De piano van Ray Bryant heeft wat meer body gekregen, maar daar houdt het wel mee op.

(Eddy Determeyer, 18.6.10) - [print] - [naar boven]





In memoriam
Danny Bank


Een van de vreemdste platensessies waaraan baritonsaxofonist Danny Bank ooit zijn medewerking verleende, vond plaats in mei 1970. Onder leiding van Oliver Nelson begeleidde een orkest en een koor vocalist Louis Armstrong. In het studio-orkest kon je betrouwbare topkrachten treffen, zoals bugelblazer Thad Jones, trombonist Quentin Jackson, gitarist Kenny Burrell en drummer Bernard 'Pretty' Purdie. Het gelegenheidskoor was opgetrokken uit louter Armstrong-fans. Zo ontmoetten Miles Davis, Eddie Condon en Ornette Coleman elkaar die dag om eendrachtig 'Give Peace A Chance' achter Pops te galmen.

Daniel Bernard Bank, die 5 juni overleed, werd op 17 juli 1922 in New York geboren. Vanaf zijn zevende leste hij op achtereenvolgens viool, klarinet, C-melody en altsaxofoon, voordat hij definitief voor de baritonsax koos. Zijn eerste job, op basklarinet, was in het jeugdorkest van Leopold Stokowski, waarmee hij een tournee maakte door Zuid-Amerika. Terug in Brooklyn speelde hij in dansorkestjes, waarin hij vriendschappen sloot met onder anderen Al Cohn, Tiny Kahn en Frankie Socolow. De eerste band van naam waarmee Danny Bank werkte, in 1938, was die van saxofonist Charlie Barnet. Daarna volgden letterlijk alle prominente blanke bigbands, van Casa Loma tot Woody Herman, van Claude Thornhill tot Bob Crosby.

Hij was nooit een groot solist, maar zijn vakmanschap en veelzijdigheid zorgden ervoor dat hij ook na de Swing Era volop werk hield in de opnamestudio's en in Broadway-shows. Naar schatting verleende de blazer zijn medewerking aan meer dan 10.000 platen, waarmee hij de drukste baritonspeler uit de muziekgeschiedenis is.

(Eddy Determeyer, 16.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Simin betovert...

SIMIN & Simin Tander featuring Eric Vloeimans + Jeroen van Vliet, vrijdag 4 juni 2010, Paradox, Tilburg

Vocaliste Simin Tander, vorig jaar op het North Sea Jazz Festival, toert nu in het kader van de Young VIPS Tour door het land. Dit is een prestigieuze jaarlijkse tournee voor buitengewoon Nederlands talent met hoogwaardig eigen repertoire. Ze heeft haar eigen band SIMIN en werkt inmiddels ook samen met de grote namen uit de Nederlandse jazzscene, waaronder pianist Jeroen van Vliet en - zoals deze avond - trompettist Eric Vloeimans.

Simin is puur en authentiek. Haar zang ademt openheid en vrijheid. Met haar stem, de fluisterkreetjes, opborrelende levensvreugde en zielsklanken maakt ze je deel van haar internal dialogue. Over Simin Tander kan je schrijven, maar veeleer moet je het beleven.

Simin bespeelt niet alleen haar publiek, maar ook de muzikanten. Er ontstond een zichtbare flow, waarin ze zeer goed werd begeleid door Jeroen van Vliet en haar sterke ritmesectie met bassist Cord Heineking en drummer Etienne Nillesen. Maar vooral was die flow zichtbaar in de samenwerking met Eric Vloeimans. Simin en Eric dansten muzikaal met elkaar en om elkaar heen. Heen en weer 'pratend', plagend, uitdagend, de kreten van Simin beantwoord door de trompet. En dan weer gewiegd door Eric's prachtig etherische klanken, die hij perfect doseerde. Zoals bijvoorbeeld in 'The Poet', een compositie van Van Vliet, wiens werk en speelstijl perfect bij Simin passen.

Simin combineert zang met stemkunst en improvisatie, waardoor het avontuurlijk klinkt. Luister bijvoorbeeld maar eens naar 'Becoming', dat ook op de cd staat die eind dit jaar wordt verwacht. Ook de sferen veranderden steeds. Van etherisch en melancholisch tot een vette groove. Van Arabische klanken en Spaanse 'palmas' tot levenskreten en een gezongen gedicht. En dat steeds afgewisseld met stukken improvisatie. Simin laat continu verschilende facetten zien in haar zang en toont zich daardoor zeer veelzijdig.

Simins zeggingskracht zit in haar integriteit en zuiverheid. En haar flagrante durf. Wie durft zich daardoor niet te laten betoveren...

Klik hier voor een uitgebreid fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Margretha van den Bergh, 15.6.10) - [print] - [naar boven]





Dvd / The Jazztube
Jaki Byard - 'Free Improvisation', van 'Berlin Jazz Piano Workshop 1965' (Impro-Jazz, 2007)

Opname: 30 oktober 1965

Berlin's 1965 Jazz Piano Workshop reunited some of the instrument's finest exponents from the full stylistic spectrum of jazz piano. The great Teddy Wilson was on hand to represent the swing piano style; the father of jazz piano improvisation Earl Hines was also present; Lennie Tristano served as an exponent of modern exploratory piano playing, Bill Evans and John Lewis were in attendance, and a nexus between the traditional and the modern, Jaki Byard - who alternated free and stride passages on the same tune - filled out this historic lineup. A notable absence was pianist Bud Powell, who was then living a troublesome period which would end with his death the following year. The two other main influences missing from the performance were Thelonious Monk, who was touring Europe with his own band, and Art Tatum, who had died in 1956.

The concert opens with a blues introducing the pianist, who each play a couple of choruses. Then it's Fatha Hines' time, soling on 'Memories Of You' and 'I’ve Got the World On A String', backed by Niels-Henning Orsted Pedersen (bass) and Alan Dawson (drums). 'Love' is a showcase for the inimitable Teddy Wilson, who then plays a duet with Hines on 'All Of Me'. On these two tunes, Peter Trunk plays bass and Cees See the drums. Then John Lewis plays his famous composition 'Django' with Pedersen and Connie Kay on drums. Lennie Tristano follows with 'Cool Boogie' accompanied by Pedersen and Dawson, who also back Bill Evans on 'Beautiful Love'. A long 'Free Improvisation' by Jaki Byard follows, with Dawson again and Reggie Workman taking the bass chair. The finale offers another duet: this time with Earl Hines and Jaki Byard joining forces for a lively version of the former's 'Rossetta'.

Ter gelegenheid van zijn geboortedag brengt deze Jazztube een eerbetoon aan een van de meest excentrieke én geniale jazzpianisten of all times, Jaki Byard, die werd geboren op 15 juni 1922 in Worcester, Massachusetts en overleed op 11 februari 1999. Hij werd doodgeschoten in zijn appartement in New York City onder verdachte, nooit opgehelderde omstandigheden. Gelukkig is zijn muziek nog altijd springlevend, getuige platen als 'Here’s Jaki' (1961), 'Out Front!' (1964), 'Sunshine Of My Soul' (1967) en 'The Jaki Byard Experience' (1968), waarop hij een breed scala aan stijlen - van ragtime en stride tot free jazz - incorporeerde en samenspeelde met grootheden als Roland Kirk, Ron Carter en Elvin Jones. Het meest bekend werd hij misschien wel als pianist in de band van Charles Mingus. Maar ook zijn werk als sideman bij Eric Dolphy, Booker Ervin en Sam Rivers mag niet onvermeld blijven.

Klik op bovenstaande afbeelding om de video te bekijken en te beluisteren.

Labels:

(Maarten van de Ven, 15.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Christian Scott - 'Yesterday You Said Tomorrow' (Concord Jazz, 2010)

Opname: april 2009

Ere wie ere toekomt: Christian Scott is zonder twijfel één van de meest eigenzinnige, eigentijdse geluiden die het hedendaagse jazzlandschap rijk is. Nadat hij de tent van Gent Jazz in de zomer van 2009 plat speelde met een bijzonder strakke, overtuigende set, was het uitkijken geblazen naar deze nieuwste cd-opname. Die valt, in het aanschijn van het concert dat Scott toen met zijn kwintet bracht, ietwat tegen; de registratie mist wat schwung en de muzikanten hebben niet de bezetenheid waarmee ze live op het podium stonden.

Nochtans is 'Yesterday You Said Tomorrow' nog steeds een erg sterke weergave van het talent van Christian Scott. Eind jaren negentig maakte de jongeling een opgemerkt debuut en amper tien jaar later speelde hij al een stevige reputatie bij elkaar op de grote Amerikaanse en Europese podia. In Nederland werd Scott bijvoorbeeld onlangs genomineerd als 'Artist Deserving Wider Recognition', wat hem daar enkele concerten opleverde. Met de uitstraling van een puberende rapper en gekend als reclamebeest voor onder meer Dior, is het moeilijk om de figuur Scott serieus te nemen. 'Yesterday You Said Tomorrow' veegt de twijfels echter van tafel; Scott begeestert met zijn composities en zijn improvisaties op onnavolgbare wijze. De fans nemen dure woorden in de mond als ze zeggen dat Scott "de nieuwe Miles Davis" is, maar als de amper 27-jaar oude rijzende ster zich blijft ontwikkelen zoals hij bezig is, zou die profetie wel eens bewaarheid kunnen worden.

De grote sterkte van het Christian Scott kwintet is het grote gevoel voor melodie, wat deze jazz - hoe expressief en schreeuwerig ze soms ook mag worden - altijd verteerbaar en 'mooi' maakt. In zijn composities gaat hij trouwens expliciet op zoek naar de lyriek, wat enkele prachtige thema's oplevert. In onder meer 'K.K.P.D.' koppelt de man daar een fantastische improvisatie aan vast, een mokerslag waar we niet snel van zullen bekomen. Ook van de betere pop is Scott niet vies; de stijlvolle bewerking van Thom Yorke's 'The Eraser' brengt nagenoeg dezelfde emotie over als het origineel van de frontman van Radiohead. 'Angola LA & The 13th Amendment' is dan weer een strak stuk, waarin Scott de pannen van het dak toetert. De politieke lading achter de compositie, namelijk dat dwangarbeid voor gevangenen in het Amerika van vandaag nog altijd legaal is, zadelt Scott met zodanig veel woede op, dat je zijn kwade temperament voelt borrelen en overkoken in zijn duizelingwekkende improvisatie. Wie goed luistert, hoort doorheen het album overigens meermaals een muzikant schreeuwen naar de andere muzikanten dat het "luider en harder" moet. Wie die momenten op Gent Jazz live meemaakte (en Scott dat in levende lijve zag doen), heeft er misschien nog altijd kippenvel van.

Het spijtige is dat de sound iets te weinig gebald is; hier en daar laat de band leemtes waar geen leemtes horen te zijn. Onder meer 'After All' is zo'n compositie die nergens heen gaat. Ook de bandleden zijn niet allemaal even sterk. Christian Scott kondigde 'zijn' pianist Milton Fletcher vorig jaar op Gent Jazz aan als "één van de meest beloftevolle talenten van zijn generatie", wat Fletcher ook in de studio boekstaaft met enkele krachtige improvisaties. Over gitarist Matthew Stevens is dan weer niet iedereen het roerend eens; zijn traag op gang komende, slepende solo's verdrinken op den duur nogal in een waterval aan noten, en het lijkt soms alsof de man zomaar wat speelt.

Chrstian Scott compenseert de wat mindere kanten van zijn groep echter ruimschoots. Het mooie is overigens dat Scott niet zonder boodschap komt: 'Yesterday You Said Tomorrow' is vorm gegeven (zowel muzikaal als puur fysisch) als een ode aan de oudere jazzalbums uit de jaren zestig, wat de cd een geestig uitzicht verleent. De titel zou dan weer kunnen verwijzen naar het gebrek aan daadkracht dat politici vandaag de dag tentoonspreiden. Veel beloftes, weinig dadendrang: Scott is één van de jonge muzikanten die zich (net als pianist Jason Moran overigens) inzet voor een betere leefwereld, wat hem in deze barre tijden een des te sympathieker aureool verleent. Jong talent met buitengewoon veel potentieel kortom, al is het album in zijn geheel te weinig uitgepuurd en heeft het iets te veel slappe momenten.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

(Jan-Jakob Delanoye, 15.6.10) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik / Terugblik
Gent Jazz impressies: Christian Scott Quintet

zaterdag 11 juli 2009, Bijloke, Gent

Jonge, hippe gasten komen het Bijloke-podium op. Vijf muzikanten die exact weten wat ze willen neerzetten, en dat doen met veel souplesse en snelheid. En dat alles met een enorme alertheid en onvermoeibaarheid.

Scott speelt krachtig en weet alle soorten emoties te uiten via zijn trompet. Verdriet, blijdschap, verontwaardiging, boosheid: het komt allemaal langs in zijn spel. Daarbij maakt hij veelvuldig gebruik van mutes. Je hoort de breekbaarheid en de passie. Mooi. Maar hij brengt veel meer dan het uitwerken van deze emoties. Hij geeft spetterende, flashy solo's weg. Technisch zit het ook uitstekend in elkaar. Scott is in staat de band te leiden en de zaak telkens weer op te pakken. Hij is betrokken en stimuleert de anderen in hun spel.

Drummer John Lamkin weet zijn compositie 'Rumor' as his own right te brengen. Met Scott speelt hij een mooi duet, met veel gevoel. Snel, soepel en zeer overtuigend. Multigelaagd en empathisch gespeeld. Opvallend is ook het verfijnde, veelzeggende en omfloerste geluid van gitarist Matthew Stevens. Hij heeft een belangrijke rol in het geheel; met zijn eigenzinnige spel en excentrieke geluid zet hij meteen een swingende uptempo sfeer neer. Stevens en Scott wisselen elkaar vaak af en spelen om beurten solo's waar je U tegen zegt. Het spel van pianist Milton Fletcher is intimistisch. Daarbij wordt hij goed begeleid door Lamkin en bassist Kristopher Keith Funn, die opvallende bassolo's speelt met een duidelijke en strakke vingerzetting.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

Kersverse winnaar van de Paul Acket Award 2010 'Artist Deserving Wider Recognition' Christian Scott zal zijn prijs tijdens het komende North Sea Jazz Festival in ontvangst nemen. Op zaterdag 10 juli treedt hij er op in de Yukon-zaal.

(Josien Lucassen, 15.6.10) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord
Jazzdag


"Waar het in de jazzmaand nog louter om het uitdragen van muzikale boodschappen ging, draait het op de jazzdag om geld, onderzoek en presentatie. Over geld en presentatie wil ik het niet hebben, wie denkt met Nederlandse jazz geld te kunnen verdienen, moet zijn denkraam bij laten stellen en presentatie zegt mij niets. Blijft over onderzoek."

Herbert Noord behandelt een onderzoek van onderzoeksbureau TimBoodle, dat tijdens een seminar op de Jazzdag aan de orde kwam. Dat hij niet al te enthousiast is over de vraagstelling en over dit "OpenDeuren-onderzoek" an sich zal de trouwe lezer van zijn columns niet verbazen...

Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.

(Maarten van de Ven, 13.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
The Dreamers - 'Ipos, Book Of Angels Vol. 14' (Tzadik, 2010)

Opname: oktober 2009

In de wirwar van elkaar overlappende projecten is het soms moeilijk te begrijpen hoe de concepten en onderbouwingen van John Zorns programmatische muziek elkaar ontmoeten. Een van zijn laatste projecten – Zorn produceert minstens één cd per maand – is 'Ipos'. Dit is een voortzetting van zijn eerdere project The Dreamers. Deze mogen zich, na hun eerste album uit 2007 en het vorig jaar uitbrachte 'O’o' nu wagen aan het repertoire van Masada. Het gaat hier om een collectie nummers die gebaseerd is op de Joodse traditie en eerder werd uitgevoerd door bijvoorbeeld Zorns Masada-kwartet. Regelmatig spelen anderen dit repertoire, dat in verschillende boeken is ondergebracht.

Tot zover de theorie. De belangrijkste vraag is of de muziek net zo goed is als de voorgaande twee albums. Het korte antwoord is: ja. Er is eigenlijk geen enkel verschil met het eerdere werk van The Dreamers. Misschien is de muziek iets duidelijker exotisch door de toonaarden die gebruikt worden, maar in wezen is 'Ipos' de verzameling surf, minimal music, jazz en exotica die vanaf het begin bij dit project hoorde. Het belangrijkste verschil is dat Zorn zelf nergens meespeelt en dat gitarist Marc Ribot, toetsenist Jamie Shaft en vibrafonist Kenny Wollesen nóg duidelijker de ruimte krijgen.

Hun improvisaties zijn betrekkelijk kort en worden ingelijst door ostinato's uit de minimalistische traditie of zweterige surf-gitaartjes. Tijdens 'Galizur' neemt Ribot charmant de solo over van Wollesen, door eerst diens solo te ornamenteren. Ribots improvisatie is bluesachtig, lick-geörienteerd en repetitief, terwijl die van Wollesen vooral jazzachtig en opvallend vaak min of meer pentatonisch is. Shaft speelt transparant, met minimale begeleiding van de linkerhand.

De muziek komt en gaat in vlagen en doordat er nauwelijks verrassingen zijn, is het geheel erg ontspannend. The Dreamers is een supergroep uit de downtown scene, dus de muziek is nooit minder dan goed. Toch had het contrast met de voorgaande albums wel wat groter gemogen. Dit album voegt, hoewel het zich prima houdt, weinig toe.

Meer horen?
Op
squidco.com kun je van vier tracks van deze cd uitgebreide geluidsfragmenten beluisteren.

(Sybren Renema, 13.6.10) - [print] - [naar boven]





Interview / Vooruitblik
Catherine Russell


De New Yorkse zangeres Catherine Russell stamt uit wat in jazzkringen geldt als een adellijk geslacht: haar vader, pianist Luis Russell (1902-1963), werkte met Jelly Roll Morton en King Oliver, en was bandleider van Louis Armstrong. Haar moeder, de bassiste en vocaliste Carline Ray, maakte in de jaren veertig furore in de vrouwenbigband International Sweethearts Of Rhythm, onder leiding van Mary Lou Williams. Russell zelf was jarenlang een veelgevraagd achtergrondzangeres (Paul Simon, David Bowie, Madonna), voordat ze in 2006 debuteerde als soloartiest met het album 'Cat'.

"Ik vind het tof om halfvergeten liedjes te vinden. Als ik iets tegenkom wat me bevalt, zoek ik altijd uit wanneer het opgenomen werd, wie het op de plaat zette, of dat recentelijk gebeurde. Het wordt aantrekkelijker wanneer het de laatste veertig, vijftig jaar niet meer opgenomen is. Dat is opwindend! Er is zó veel materiaal, dat weet ik, dat is wonderbaarlijk. En je hebt ook spul dat opnieuw wordt uitgebracht, dat jarenlang niet verkrijgbaar was, enzovoort. Dus dat soort dingetjes vinden is erg opwindend."

Eddy Determeyer interviewde Catherine Russell, een 'authentieke' jazzzangeres, die klinkt alsof ze zó uit Café Society anno 1940 is komen lopen.

Klik hier om het te lezen.

Catherine Russell is te zien tijdens het komende North Sea Jazz Festival in Ahoy, Rotterdam. Op vrijdag 9 juli treedt ze op in de Darling-zaal, waar ze zal worden begeleid door Matt Munisteri (gitaar), Mark Shane (piano) en Lee Hudson (bas).

(Maarten van de Ven, 12.6.10) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Gent Jazz Festival en Jazz Middelheim gaan groen


Vzw Jazz en Muziek, de organisator van Gent Jazz Festival en Jazz Middelheim, gaat voor groene open innovatie. De organisator stelt zich open voor samenwerking met externe partners om op die manier de ambitieuze groene doelstelling waar te maken.

In een eerste fase worden Gent Jazz Festival en Jazz Middelheim afvalloos (zero waste). Al het materiaal dat gebruikt wordt voor deze evenementen zal hergebruikt of gerecycled worden. In tweede instantie worden beide muziekfestivals CO²-positief. Hiertoe zal de organisator een aantal groene innovaties doorvoeren om de milieulast van de muziekevenementen te compenseren.

Bertrand Flamang van vzw Jazz en Muziek: "Onze groene innovaties moeten de kwaliteit en beleving van Gent Jazz Festival en Jazz Middelheim nog versterken. Jazzmuziek is inspirerend, omdat het continu op zoek gaat naar improvisatie, experiment en vernieuwing. Wij zijn ervan overtuigd dat onze groene ambities ons evenzeer zullen inspireren tot het organiseren van betere muziekfestivals."

Vzw Jazz en Muziek plant jaarlijkse vooruitgang op alle vlakken en wil op zijn minst een CO²-neutrale organisatie neerzetten vanaf 2014. Wetende dat 'eco' de afkorting van zowel economisch als ecologisch moet betekenen, om alles in een realistisch kader te houden, is er een meerjarenplanning opgemaakt. Zero waste zou tegen 2012 al moeten kunnen bereikt worden.

(Maarten van de Ven, 12.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Eigenzinnige Belgische muziek met Europese uitstraling

Tricycle feat. Tuur Florizoone, donderdag 25 februari 2010, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

Tuur Florizoone en Tricycle toverden in Dommelhof een wonderlijke wereld vol van vele heerlijke muziekjes tevoorschijn. Alsof een onuitputtelijke delicatessendoos werd geopend, waaruit het trio naar hartenlust grabbelde. Een wonderbaarlijke muzikale wereld die het talrijk opgekomen publiek onderdompelde in een warm bad en meenam op een avontuurlijke muzikale reis.

Zoals in het speelse en vrolijke 'Un Deux', waarmee het concert werd geopend: circusmuziek, gekruid met klezmerinvloeden - de ingrediënten die de typische Tricycle-sound kenmerken - en opgewekte ritmes, afgewisseld met tragere passages. Filmische soundscapes die je deden wegdromen, zoals in 'Jouer Au Parc Rouge' en waarin langzaam een uitgesponnen spanning werd opgebouwd met Vincent Noiret improviserend op contrabas, om daarna met de anderen tokkelend op hun instrument samen te landen.

'Belly Button' bracht je dan weer in een en bluesy stemming. Een wondermooie melodie, ingetogen en sensibel aangebracht door Tuur Florizoone op accordeon en Philippe Laloy breed uithalend op klarinet. Speels en lichtvoetig was '4 & 3 + 4', waarbij Tuurs accordeon grappig begeleid werd door het ritmische handgeklap van de beide andere muzikanten. In 'Epiloque' met Florizoone op piano - het instrument waarop hij zijn klassieke opleiding genoot - werd een weids en episch register opengetrokken. Een gracieuze ballad, waarbij het sensuele pianospel, de warme bas en sax wonderlijk samengingen. Het nummer gleed vrijwel naadloos over in 'Moving On', eveneens met Florizoone aan de vleugel en Laloy ditmaal op klarinet. Zacht, warm en aanzwellend naar het einde toe. Tricycle op zijn best.

De schatkamer bevatte ook enkele nieuwe composities, zoals het magistrale 'Change', een traag slepend nummer met een weemoedige sax en een met de melodie meelopende baslijn. Ook het Brusselse pitabroodje 'Salade Tout' was een overheerlijke mix van gekruide klanken; snel, turbulent en bizar, zoals de grootstad zelf. Brussel, waarin Tuur vaak met zijn vriend Thomas doolde. Voor diens huwelijk schreef de accordeonist 'Pas Ce Soir, Je Suis Crêvé', een typisch Tricycle nummer: jazz met een vleugje folk er doorheen. Meer avontuurlijk was het bizarre en uitgesponnen 'Contamines, Mon Joie', met een stevig ritme aangedreven door Noiret op contrabas en met Laloy op dwarsfluit. Als toegift werd 'Café Terminal' uit de delicatessendoos gehaald, een nummer uit de soundtrack van de succesvolle film 'Aanrijding In Moscou'. Melancholisch, vol sfeer. Een subtiel samenspel tussen accordeon, sax en contrabas. Heerlijk.

Een hartverwarmend concert met speelse melodietjes, Franse muzettes en zuiderse mediterrane klanken, waarop niet langer Yann Tiersen alleen het patent heeft, en bovenal toegankelijk voor een breed publiek. Muziek zonder barrières, op de grens van jazz, folk en klassiek, met gypsy- en klezmerinvloeden uitgepuurd tot een eigenzinnige, typische Tricycle-sound. Samen met de innemende persoonlijkheid van Tuur Florizoone en de muzikale integriteit die deze groep uitstraalt, verklaart dat de vooraanstaande plaats van Tricycle binnen de jazzscene. Belgische muziek met Europese uitstraling.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Robert Kinable, 11.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Clyde Kerr Jr. - 'This Is Now!' (Jazz Foundation Of America, 2009)


Wie zich de compromisloze vrije muziek van Edward 'Kidd' Jordans Improvisational Art Quintet herinnert, zal verrast zijn door de toegankelijkheid van dit album. Saxofonist Kidd Jordan en trompettist Clyde Kerr bestormen hier geen hemelen; de sfeer is in een enkel nummer zelfs uitgesproken pastoraal. Kerr laat zich in 'Psalm For A King' van zijn meest lyrische kant zien, terwijl Jordan hier als de late, door spiritualiteit bevangen Coltrane klinkt. Sullivan Fortner slaat een drone uit de piano, die door drummer Jonathan Bloom weer gefragmenteerd wordt.

In 'Sylvia’s Kitchen' gaat het er funkier aan toe; hier wordt soulfood gekookt, vetarm weliswaar, en Kidd scheurt ouderwets alsof hij weer terug is bij The Hawketts. 'Treme' is opgedragen aan de gelijknamige wijk in New Orleans, toen die nog niet door Interstate 10 in tweeën was gedeeld en gezinnetjes op die lommerrijke plek nog gezellig zaten te picknicken. Drummer Herlin Riley slaat een straatritme - in de verte komt een brassband aangemarcheerd, de mensen zijn al opgesprongen, turen in de richting van de muziek en beginnen reeds te bewegen.

In 'Spy-Da-Man' klinken de echo's van het Improvisational Art Quintet nog het duidelijkst. Kerr en Jordan, op bugel en tenorsax respectievelijk, improviseren gezamenlijk. Dat gebeurt in twee fasen en de tweede keer worden alle referentiepunten genegeerd.

De productie van deze cd is kaal, wat het schijfje een ontwapenende directheid geeft.

Deze recensie verscheen eerder in Jazz Magazine.

(Eddy Determeyer, 11.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Kwartet serveert doorgekookte pasta

douBt & Richard Sinclair, maandag 31 mei 2010, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

Goed koken is een kwestie van timing en concentratie. Even je aandacht er niet bij en spaghetti verandert van een verzameling stevige slierten in een onontwarbare klont deeg. Het kwartet douBt rond bassist Richard Sinclair, bekend van onder meer progrockgroep Caravan, liet slag over keer zijn gedachten afdwalen. Soms vroeg je je af of ze zich wel alle vier in hetzelfde nummer bevonden. Zo degradeerden ze dit optreden tot een moeilijk te verteren hap.

Het concert bestond merendeels uit nummers die Sinclair in de jaren zeventig voor zijn diverse bands geschreven had. Die werden opgerekt met lange, vaak collectieve, solo's, waarin bas, gitaar en keyboards door elkaar heen slingerden. Het hoge volume maakte het voor het publiek lastig om de instrumenten te volgen, maar ook de afzonderlijke musici leken nauwelijks te horen wat de anderen deden. Drummer Tony Bianco sloeg hard en zonder aanzien des persoons om zich heen, alsof hij zich een avond lang een weg probeerde te banen door een vechtende meute. Op zijn gitaar gierde Michel Delville daar in hoge uithalen overheen. Het best op hun plaats waren de bijdragen van toetsenspeler Alex Maguire en van Sinclair zelf.

Maguire stortte zich vol overgave in bonkende en schurende dissonanten, en felle, snelle nootjes. Uit zijn keyboard trok hij het zuigende, zoetzure geluid dat kenmerkend was voor groepen uit de Canterbury-scene, zoals Caravan en de vroege Soft Machine. In zijn beste momenten bleek Sinclair nog steeds een verbeeldingsrijk bassist met een fijn gevoel voor melodie. Maar hij raakte soms de weg kwijt, en liet dan de anderen voortrazen.

Hoogtepunt van het concert was een duet tussen Sinclair en Maguire, nadat de laatste de andere twee het zwijgen had opgelegd. Even kreeg de muziek lucht. Bianco en Delville konden zich niet lang inhouden en al gauw klonterde alles weer samen tot een taaie klont, die zwaar op de maag lag.

Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.

(René van Peer, 8.6.10) - [print] - [naar boven]





Cd
Trio BraamDeJoodeVatcher - 'Quartet' (BBB, 2010) 2 CD

Opname: 2009

Als persoonlijkheid in de Nederlandse jazzwereld is Michiel Braam niet te onderschatten. Zijn pianospel, dat een wonderlijke eenheid van stride, blues, Europese avant-garde en Ellingtonia is, doet niet onder voor zijn compositorische gaven. Deze worden met name belicht in de Bik Bent Braam. In zijn democratisch opgestelde trio met Wilbert de Joode en Michael Vatcher krijgt zijn spel meer ruimte.

Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van dit trio is er een nieuw project opgestart, dat van het Q-Book. Dit is een boek met enkele tientallen composities, waaruit een gastmuzikant er een aantal mag kiezen. Deze worden kort ingestudeerd en daarna gespeeld. Sommige van deze optredens zijn opgenomen en verschenen op de nieuwe cd 'Quartet'. Opvallend genoeg staan hier ook enkele trio's op en zelfs een kwintet met Mats Gustafsson en Francois Houle. Andere deelnemers aan dit project zijn onder meer Michael Moore, Paul Dunmall en Peter van Bergen, die ook in Bik Bent Braam speelt.

Het resultaat is zeer innemend. Michael Moore speelt op zijn bekende ingetogen, lyrische manier en de resultaten zijn bijna impressionistisch. De aanslag van Braam en het vermogen van De Joode en Vatcher om subtiel te begeleiden liggen ten gronde aan de kwaliteit van dit kwartet. Het kwintet met Gustafsson en Houle is niet minder interessant. Het contrast tussen Gastaffsons bijna exploderende baritonsax en Houle's warme klarinet is zó extreem, dat het begeleidende trio geprezen moet worden voor het aan elkaar knopen van deze twee werelden.

Peter van Bergen verdient een speciale vermelding voor zijn bijdrage aan het muzikale universum van Braam en je zou willen dat hij meer ruimte kreeg om als solomuzikant te werken. 'Q03', een opname met Van Bergen op sopraansax, getuigt van een aanpak die verwant is aan die van Moore, maar toch ook zeer eigen. Zijn vogelachtige gepiep op de sopraansax contrasteert schitterend met de warme gestreken bas van De Joode. Wanneer Braam invalt, hoor je iets dat zeer verwant is aan de muziek van Messiaen. 'Q01' is een vreemd mengsel van ouderwetse blues, post-Coltrane en pianospel dat qua intelligentie aan Leo Cuypers doet denken.

Waarschijnlijk de vreemdste uitvoering op dit dubbelalbum is 'Q41', een volledig vrije improvisatie met Paul Dunmall, die zowel doedelzak als sopraansax speelt. Op een of andere manier gaan de twee bijna naadloos in elkaar over en wordt de excentriciteit van de jazzdoedelzak nergens een gimmick. Dit is ook weer deels de verdienste van het Trio BraamDeJoodeVatcher, die elkaars muzikale belevingswereld na twintig jaar prima aanvoelen.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Trio BraamDeJoodeVatcher kun je de volgende vier tracks van deze cd beluisteren: 'Q01', 'Q16', 'Q17' en 'Q51'.

Labels:

(Sybren Renema, 7.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Gideon van Gelder Perpetual

cd-presentatie, vrijdag 28 mei 2010, Bimhuis, Amsterdam

Seit 2007 studierte der Niederländer Gideon van Gelder an der New School for Jazz and Contemporary Music in New York Piano und Komposition, und ist erst seit kurzem in die Niederlande zurückgekehrt. Zu seinen Dozenten gehörten Jean Michel Pilc, Mulgrew Miller und Craig Taborn. Erfahrung gesammelt hatte er natürlich auch in Europa, mit unter anderem Benjamin Herman, Rick Margitza und John Engels. In New York jedoch entstand seine neue Band mit Becca Stevens (Gesang), Lars Dietrich (Altsaxophon), Lucas Pino (Tenorsaxophon), Rick Rosato (Bass) und Flin van Hemmen (Schlagzeug). Allesamt junge Talente der dortigen Jazz Szene, die, denen kein Weg zu lang, in Amsterdam angeflogen kamen, um die Gideon Van Gelder Debüt CD 'Perpetual' zu präsentieren.

Der Abend begann wunderbar swingend und recht bald schon wurde mit Lars Dietrich die erste Runde der Soli eröffnet, der mit Stärke und Vielseitigkeit den Weg für Gideon van Gelder's spielerischen und improvisatorischen Qualitäten bereitete. Zu Beginn ein wenig hektisch wirkend, fand sich dieser dann schnell in die Musik und verkörperte viele Facetten. Sei es frei und kantig oder lyrisch und harmonisch; er fühlte sich auf jedem Terrain zuhause.

In dieser großen Besetzung mit zwei Saxophonen, Gesang, Piano, Bass und Schlagzeug wurde ohnehin großer Wert auf lange Soli gelegt, was wiederum einen schönen Kontrast darstellte und für Abwechslung sorgte.

Schade, daβ die Rolle der Sängerin Becca Stevens unklar blieb. Ihre gesungene Imitation von Piano und Saxophon hatte etwas Verwirrendes und Ablenkendes; zumal ihr in den höheren Registern die Stimme zu versagen drohte. Erst später schien sie sich in diese Art von experimenteller Improvisationskunst hineinzufinden, aber eine wirkliche Bereicherung war dieses Unterfangen leider nicht und könnte noch einmal überdacht werden.

Überzeugend und zukunftsweisend in jedem Fall diese Formation auch als Trio, wobei sich die Herren Van Gelder, Rosato und Van Hemmen nur kurz einmal Zeit zum Luftholen gönnten und die romantischeren und leiseren Töne präsentierten. Hier fand Van Gelder zu sich selbst und schien mit seiner Musik zu verschmelzen.

Der Übergang dieser innigen Verbundenheit des Trios zurück zum Sextett wurde elegant und sanft durch die Saxophonisten Dietrichs und Pino geschaffen, was dann wiederum in ein Feuerwerk aus Stil- und Rhythmuswechseln mündete. Überragend Schlagzeuger Flin van Hemmen, der Sextett und Trio stets felsenfest im Griff hatte und bei den jeweiligen Soli leidenschaftlich mitlebte, sich nahezu in ihnen auflöste.

So wäre anstelle einer süß gesungenen Ballade als Zugabe eine weitere Kostprobe dieser vielseitigen Formation wünschenswert gewesen. Mutiges Projekt, starke Besetzung mit großem Potential an Ausdruck- und Klangmöglichkeiten.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Siebe van Ineveld.

(Sabine Fleig, 7.6.10) - [print] - [naar boven]





Concert
Grand Theatre 30, maar volwassen... ho maar

Dertig jaar Grand Theatre, met Rudy and his Fascinators en Das Aldi Combo, zaterdag 29 mei 2010, Grand Theatre, Groningen

Drie decennia geleden is het alweer dat de leegstaande bioscoop Grand Theatre aan de Groninger Grote Markt gekraakt werd door de actiegroep Ruimte voor Kultuur. Al drie jaar had de naam van Merlijn de Tovenaar op de gevel geprijkt: de laatste film die er gedraaid was. Voor het schitterende art-deco gebouw uit 1929 had een projectontwikkelaar al een fantastisch plan met kekke winkeltjes en hippe appartementen geschetst en er waren al even spannende ideeën voor een discotheek. (Wow! Een echte discotheek!) Maar het heeft niet zo mogen zijn: vanaf mei 1980 ging het Grand wekelijks theater-, dans- en muziekvoorstellingen programmeren, doorgaans in de avant-garde sfeer. Zo presenteerde het Grand negentien jaar lang 'Les Trois Jours', een festival van hedendaagse improvisatiemuziek uit vooral francofone landen.

Voor de viering van het dertigjarig bestaan had zich een bonte menigte van dertig jaar Bekende Gezichten verzameld. Een opvallend deel daarvan bleek opmerkelijk goed geconserveerd; zo zie je maar weer hoe gezond cultuur is, alle praatjes over drank en drugs ten spijt. Zo overweldigend was de belangstelling, dat tientallen niet verder kwamen dan de stoep, halverwege de avond het bier lauw was, om over de drugsvoorraden maar te zwijgen.

In het decor van de grote zaal domineerden steigerelementen, wat in ieder geval bij mij reminiscenties opriep aan de beginjaren van het theater, toen rekken, loopbruggen en in feite de hele interne constructie bestonden uit in delen gezaagde hijskraanarmen. Daarvóór stonden Rudy Lentze and his Fascinators en Das Aldi Combo. Die laatste groep bleek omgedoopt tot Das Audio Combo, aangezien een hier niet nader te noemen kruidenier bang was voor Konkurrenz, bzw Verwirrung.

Gitarist en zanger Rudy Lentze was weliswaar geen dertig jaar uit the picture geweest, maar lang genoeg om met gespannen verwachting uit te kijken naar zijn verrichtingen. Welnu, dat hij nog altijd een van Nederlands beste slide-gitaristen is, bewees hij in onder meer zijn eigen compositie 'The Joy Of Sliding In'. Lekker smerig. Gaandeweg de avond trokken additionele gastgitaristen René van Barneveld en Peter van der Heide en basgitarist Floris Vermeulen een dermate dicht regengordijn op, dat de zang er niet meer doorheen kwam. Wat wel en beetje jammer was, aangezien Rudy misschien niet echt een groots vocalist is, maar wel een gruizige stem heeft, die zich thuis voelt in ballads als 'You Are My Sunshine'. Het idioom zit ergens tussen de blues en het singer/songwriter-domein: dichtbij Bob Dylan, zou je kunnen zeggen.

Het optreden werd vastgelegd door een woud aan camera's, zodat je je even bij de registratie van het WK waande, en het duurde niet lang voordat de Eeuwige Danser zich meldde. Echte dansmuziek kwam vervolgens van Das Aldi Combo, oops, ik kan er nog niet aan wennen. Aanvankelijk zweette de groep – orgel, bas en drums – een soort punky Heck's loungemuziek uit, maar toen Hans Sulman zich er op tenor- en baritonsax bijvoegde werd net dat snufje Boots Randolph-rock 'n' roll toegevoegd dat geen voetje onberoerd en geen heupje kon weerstaan. Van kwaad tot erger – laten we het daar maar op houden.

Klik hier voor een fotoverslag van het concert van Rudy and his Fascinators door Willem Schwertmann.

(Eddy Determeyer, 7.6.10) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Paul Acket Awards voor Quincy Jones en Christian Scott


Producer, componist en muzikant Quincy Jones krijgt dit jaar de Paul Acket Award Special Appreciation op het North Sea Jazz Festival. De veelgeprezen Amerikaanse artiest krijgt de oeuvreprijs op zondag 11 juli uitgereikt op de laatste dag van het jazzfestival in Ahoy Rotterdam. Dat maakte de organisatie afgelopen woensdag bekend.

Volgens North Sea Jazz komt de 77-jarige Jones voor het eerst naar Nederland. Jones is al meer dan zestig jaar actief in de muziekindustrie. Hij is onder meer bekend als producent van Michael Jacksons hitalbum 'Thriller'. De festivalorganisatie kent de onderscheiding toe aan een persoon die zich op het gebied van jazz, in de breedste zin van het woord, verdienstelijk maakt.

Eerder werd bekend dat de Paul Acket Award Artist Deserving Wider Recognition dit jaar toekomt aan trompettist Christian Scott. De onderscheidingen zijn genoemd naar de in 1992 overleden Paul Acket, die in 1976 het eerste North Sea Jazz Festival organiseerde.

Bron: De Telegraaf

(Maarten van de Ven, 7.6.10) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Universal Mind in Dommelhof voor opname nieuwe cd


TAKT, het nieuwe productiehuis van cultureel centrum Dommelhof (Neerpelt), is sinds gisteren gastheer voor Universal Mind, oftewel de formatie As Guests aangevuld met strijkers. Met de medewerking van de programmeur van JazzCase en het platform Motives for Jazz zijn de zeven muzikanten drie dagen lang intens bezig met de opname van hun nieuwe cd 'Universal Mind'.

As Guests heeft Slowaakse roots met pianist Michal Vaňouček, die in 2008 de Deloitte Jazz Award won, en vibrafonist Miro Hérak. Het kwartet wordt gecompleteerd door bassist Brice Soniano en drummer Yonga Sun. In Universal Mind werken zij samen met een strijkerssectie: Jeffrey Bruinsma (viool), Oene Van Geel (altviool) en Jörg Brinkmann (cello). De opnamen staan onder leiding van geluidsingenieur Arne Bock. De cd wordt in het najaar uitgebracht en zal in het kader van JazzCase haar Vlaamse première krijgen in Dommelhof.

Meer weten?
Klik hier voor een recensie en fotoverslag van het concert dat As Guests gaf op 20 november 2008 in JazzCase, Dommelhof (Neerpelt).

(Maarten van de Ven, 2.6.10) - [print] - [naar boven]





Lezersactie
Met korting naar 'Over de bergen'


"Met muzikanten overal op en onder, en Josse De Pauw die zich daartussen beweegt. Voor wie een beetje meewil, wordt het vanalles: een woest en onherbergzaam landschap, een berg die moet beklommen worden, een leven dat niet over rozen gaat. Over de bergen is zo'n voorstelling waar alles aan klopt. Zelfs al ging u nooit eerder naar muziektheater kijken, laat dit dan uw eerste keer zijn."

Dat schreef de Belgische krant De Morgen naar aanleiding van de succesvolle première van 'Over de bergen', de nieuwe opera van Corrie van Binsbergen en Josse De Pauw, in Brugge op 20 mei jongstleden. Komend weekend doet deze wervelende productie Nederland aan tijdens de Operadagen Rotterdam.

Lezers van Draai om je oren kunnen daar met korting bij zijn, voor slechts 10 in plaats van 20 euro! Het enige wat u daarvoor moet doen, is een mail sturen naar sarah@corrievanbinsbergen.com met daarin het aantal kaarten, uw contactgegevens en de datum van uw voorkeur.

Daarnaast geven wij 2 x 2 vrijkaarten weg. Stuur een mailtje naar redactie@draaiomjeoren.com met daarin de titel van de legendarische jazzopera die Paul Haines, Carla Bley en Michael Mantler in de jaren 1968-1971 maakten en die werd uitgevoerd door het Jazz Composer's Orchestra. De vrijkaarten gaan naar de eerste twee goede inzenders. (Tip: het juiste antwoord is op deze site te vinden!)

Klik hier voor een uitgebreid fotoverslag van de première van 'Over de bergen' door Cees van de Ven.

Klik hier voor meer informatie over deze opera.

'Over de bergen' in de Rotterdamse Schouwburg: zaterdag 5 juni om 20.15 uur en zondag 6 juni om 16.30 uur.

(Maarten van de Ven, 2.6.10) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.