Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd
Angelika Niescier, Tomeka Reid & Savannah Harris - 'Beyond Dragons'

Intakt, 2023 | Opname: 17 maart 2023

Middeleeuwse cartografen gebruikten de wending hic svnt dracones (hier bevinden zich draken) om territorium aan te duiden dat nog onontgonnen en dus onbekend was. Het onbekende maakte angstig, maar dat geldt niet voor deze saxofoniste. Als Niescier dit als titel van haar eerste track (11:14!) gebruikt, dan hoor je ook hoe ze het muzikaal universum als een onontgonnen land beschouwt. Zij creëert, zoals Coltrane en Coleman indertijd revolutionair waren, een nieuwe klankruimte. Zij is trouwens met dit muzikaal idioom (als Pools-Duitse) opgegroeid.

Wat je te horen krijgt, is een werveling van klanken, expressievlagen, afgewisseld met verstilling, ademend in de sax, soms elegisch ondersteund door cello. De drums van volgen al die ritme- en intensiteitswisselingen moeiteloos, zichzelf integrerend in het enorm complexe palet dat gecreëerd wordt. Dit is muziek die uiterst moeilijk te beschrijven valt. Misschien als een uiterst individuele expressie van een individuele emotie, met invloeden vanuit alle hoeken, idiosyncratisch verwerkt. Zij hebben daarbij geen remmingen, gebruiken alle registers en schakeringen, en drukken op die manier uit hoe getormenteerd en duivels hun innerlijke wereld er uitziet. Voer voor de liefhebbers en doorzetters!

Angelika Niescier (altsax), Tomeka Reid (cello), Savannah Harris (drums).

Deze recensie verscheen ook in Jazz&Mo'

Labels: , , ,

(Marc Van de Walle, 31.1.24) - [print] - [naar boven]




Concert

Helemaal naar Rotterdam

Gerlo Hesselink Quartet & Florieke de Geus, dinsdag 23 januari 2023, De Smederij, Groningen

"Dit is de eerste keer dat een zangeres halverwege de eerste set weg moet om de laatste trein te halen," stelde Diederik Idema, organisator van de wekelijkse Jazz Jams in De Smederij enigszins verwonderd vast. Dat was dus nog niet eerder voorgekomen in de ruim dertig jaar dat de serie loopt. Maar inderdaad: Florieke de Geus moest nog naar Rotterdam. Maar voor ze haar rugzakje omgordde en het etablissement met gezwinde spoed verliet, had ze laten horen dat ze een ambitieuze meid is die eigen liedjes schrijft over eigen ervaringen. Zoals toen ze in Berlijn zat en, geïnspireerd wellicht door het creatieve klimaat daar, 'Out Of My Head' concipieerde. Over hoe ze 'uit haar hoofd' moest stappen om meer vanuit haar hart te denken en leven. Laat haar maar schuiven: qua het ontwikkelen van melodische lijnen deed ze niet onder voor de instrumentalisten. Ze nam ook met het grootste gemak en naadloos frasen van de boys over om daar haar eigen draai aan te geven. Ehm, dat laag van u, mevrouw De Geus, gaat u daar nog mee aan de slag? Ik ben ervan overtuigd dat daar nog veel moois te vinden is.

Saxofonist Gerlo Hesselink kondigde aan het begin van het recital aan dat een deel van het gespeelde materiaal betrekking had op het overlijden van zijn zoon Jan, vijf jaar geleden. Je voelde een huivering door de zaal gaan. Van de andere kant: zo'n verlies kom je nooit meer te boven, maar schrijven en spelen lijken mij inderdaad goede manieren om te rouwen. Misschien heeft die traumatische ervaring zijn sound meer soul gegeven. Zijn afwisseling van korte en langere noten hield de aandacht vast. Daarbij werd hij geholpen door de spaarzame, heldere noten van pianist Dirk Balthaus. Hem zal je niet gauw betrappen op een toets teveel (of te weinig). Zijn compositie 'Vanilla Winter Waves' smaakte naar Wayne Shorter. De titel bleek een citaat te zijn uit Jack Kerouacs 'Doctor Sax'. ('I got all my boyhood in vanilla winter waves around the kitchen stove.')

De saxofonist had de pech dat zowel zijn bassist (Johan Plomp) en zijn drummer (Joost Kesselaar) door ziekte geveld waren. Zodat die te elfder ure vervangen waren door respectievelijk Rico de Jeer en Steve Altenberg. Twee azen die geen moment lieten blijken dat het gespeelde nieuw voor hen was. Met Altenberg erbij is het feestje bij voorbaat geslaagd. In 'Sometimes I'm Happy' drukte hij ons met een explosieve break en dito accenten met onze neus op het feit dat we hier wél met swingende jazz van doen hebben. Hij speelt als een vulkaan die gestaag binnensmonds rommelt, maar soms een geiser van lava en as uitbraakt.

En zo werd het voor de ouwetjes zoetjesaan tijd om de sponde op te zoeken. Maar niet voordat gitarist Nathaniel van Veenen ons tijdens de aansluitende jamsessie had laten horen hoe je een solo speelt. Vormvast en toch vol avontuur.

Foto: Hammie van der Vorst

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 28.1.24) - [print] - [naar boven]



Cd
Blue Lines Trio - 'Chance And Change'

Casco, 2023 | Opname: mei 2022

"Free music: is it okay if it swings?" De opener die Kevin Whitehead gebruikt in zijn liner notes is meteen de centrale vraag, en die wordt beantwoord met een volmondig 'ja'. Het voorbije decennium bleef dit pianotrio grotendeels onder het oppervlak en dat is zonde, want 'Chance And Change' bevestigt nogmaals dat ze als geen ander spannende vrijheid en onweerstaanbare joie de vivre in de lucht kunnen houden. Michiel Scheen is nog altijd het best bewaarde geheim van de Nederlandse improvisatie en met Raoul van der Weide en George Hadow beschikt hij over een ritmesectie die deelneemt aan een uitzonderlijke collectieve telepathie.

Ze hebben de stuwing van een pompend orkest, maken hoekigheid dansbaar en trippelen frivool langs het oeuvre van Monk en Herbie Nichols, maar dan met de nalatenschap van Misha en Han in het achterhoofd. Hun composities zijn levende, lillende oefeningen in groepsdynamiek, hun improvisaties zijn staaltjes van knetterende instant composing. En dan heb je nog die humor en dat haast kinderlijke spelplezier dat voortdurend voelbaar is. Topplaat van een topband die veel, veel meer aandacht verdient.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Deze recensie verscheen ook in Jazz&Mo'

Labels: , , ,

(Guy Peters, 27.1.24) - [print] - [naar boven]



Concert
De man met twee zielen

Freddie Bryant Quartet, dinsdag 16 januari 2024, De Smederij, Groningen

Huizen er bij Freddie Bryant twee zielen in de borst? Je zou dat haast kunnen beweren. Zoals hij zijn melodieën ondersteunt met simultaan gespeelde basakkoorden en -lijnen, zo horen we dat maar zelden bij gitaristen. Alsof hij een dialoog met zichzelf speelt, een soort van ingebouwd contrapunt. Dat hoorden we bij 'Song For My Father' en dat hoorden we nog beter bij 'What's New' - er werden uitsluitend standards gespeeld. In dat laatste nummer verkende de New Yorker alle hoeken en gaten van de song en hij demonstreerde daarbij nog een opmerkelijke faculteit. Namelijk die waardoor hij een stuk op een elegante manier kreupel kan laten lopen. Zijn geconcentreerde speelwijze en zin voor avontuur zorgden ervoor dat 'Invitation' de indruk wekte ter plekke ontdekt te zijn. Daarbij rolden bas (Hans Lass) en drums (Sebastian Demydczuk) een slijtvaste groove voor Bryant uit. Overigens had het programma een overwegend ingetogen karakter.

Freddie Bryant (Monk Legacy Septet; Mingus Orchestra) is een van de Amerikaanse docenten die een of twee keer per jaar naar Groningen komen om er les te geven aan het Prins Claus conservatorium. Dat doet hij inmiddels achttien jaar, vertelde hij. Ooit werd hij door zijn eminente collega Kenny Burrell (anno 1931 en nog steeds kicking!) "a briljant young guitarist and composer" genoemd. Welnu, dat is hij nog onverminderd en de komende achttien jaar kunnen we dus met vertrouwen tegemoetzien.

Labels: , ,

(Eddy Determeyer, 22.1.24) - [print] - [naar boven]



Cd
Xavi Torres - 'Quarantena Songs'

Dox, 2023 | Opname: februari-mei 2022

Tijdens de eerste lockdown schreef de Spaanse pianist Xavi Torres een maand lang iedere dag een stuk. Twaalf daarvan bracht hij, in willekeurige volgorde, uit onder de toepasselijke titel 'Quarentena Songs'. De eerste zes samen met bassist Reinier Elizarde - bijgenaamd "el Negrón" - en drummer Andreu Pitarch, de nummers zeven tot twaalf met bassist Clemens van der Feen en drummer Jamie Peet.

Elizard valt direct op in 'Luz' met een wel heel mooi zangerig geluid, waar Torres prachtig omheen borduurt. Heel anders van karakter is de lyrische ballade 'Setmantes', met warmbloedig spel van Torres en een stevige ritmiek. 'Opportunidad' zit in dezelfde richting, maar bezit tevens een vrij stevige, stuwende kracht. Zeer aantrekkelijk klinken ook 'Upside Down' - zo zal ook Torres zich in die tijd wel eens gevoeld hebben - en 'Social' met overrompelend krachtig pianospel en stevig slagwerk van Pitarch.

Die vaart zit ook in 'Empty Streets', het eerste nummer waarin we Van der Feen en Peet horen, maar hier overheerst toch vooral de lyriek. En het is met name de groove die opvalt in 'Futur'. Mooi hoe het trio hier naar het einde toe de rust zoekt. Strak slagwerk van Peet in de mooie ballade 'Perspectiva', naast bijzonder ingetogen en poëtisch spel van Torres, en in 'Jitsi', dat tevens opvalt door het mooie spel van Van der Feen. Tot slot klinkt het opvallend vlotte, maar ook mooi lyrische 'Community', met overtuigend pianospel en een mooie bassolo van Van der Feen. Een dijk van een album.

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 20.1.24) - [print] - [naar boven]



Concert
Streken en generaties

JazzProSessie met Trio Jasper Blokzijl, zondag 14 januari 2024, Het Rode Hert, Roderwolde

Roderwolde, wie kent het niet. Samen met het naburige vlek Sandeburen telt het, volgens Wikipedia, 335 inwoners. Ergo: dat Rode Hert in Roderwolde is wellicht een voormalige herberg, van toen Roderwolde nog aan de weg van Roden naar Groningen lag. Die indruk wordt bevestigd wanneer je het lokaal binnenstapt op de oerdegelijke boerevloerdelen, met achterin het drie treden hogere podium. Overal hout. Daar, tussen een hemelsblauwe Heilige Maagd en een brandweerrode eland zullen vroeger in de weekends wel charmezangers hebben gestaan, of accordeonisten en een keer in het jaar de Tooneelvereeniging Roderwolde met 'De Tante van Charlie'. Als dus halverwege de middag een oudere heer een trombone van het biljart raapt en zich op het trappetje laat zakken, verwacht je misschien een bibberende uitvoering van de 'Bayerische Polka'. "In bes grote terts," komt hij met pianist en sessieleider Jasper Blokzijl overeen en dan wordt 'Blue Monk' ingezet. Met een mooie volle kopertoon, waarin de jaren van Hans Knips in de Big Band Groningen doorklinken. Naast Knips harmoniseert zijn schoonzoon annex saxofonist Hans Wijnbergen met schoonpapa, die tegen de tijd dat u dit leest de gezegende leeftijd van negentig jaren zal hebben bereikt.

De JazzProSessie is een reeks optredens van noordelijke muzikanten. Vandaag demonstreert het trio van Blokzijl die regionale insteek: bassist Oeds Bouwsma heeft talloze fundamentjes gelegd voor bands uit Leeuwarden en omstreken, de naam van drummer Imre Kruis gonst al enige tijd rond in het Groningse en de pianist zelf komt uit Zuidhorn. Het trio swingt, soms bescheiden, een enkele keer bijna keihard. Om de gedachten te bepalen: ergens tussen Ahmad Jamal en Bill Evans. In 'On Green Dolphin Street' slaat Kruis jofele accenten; 'Well You Needn't' gaat op het eind de mist in daar de muzikanten niet meer precies weten hoe ze het arrangementje hebben afgesproken. Jammer: de piano-intro was origineel en intrigerend. De drummer intussen brengt het adagium van Max Roach in de praktijk: de kit is een muziekinstrument, daar moet je niet op hengsten, daar moet je op spelen.

Na de pauze kwamen de gasten meedoen. Van hen maakte ook bassist Frank Fiedler (tok tok tok; Inge van Calkar) indruk met zijn puntige spel en zijn heldere soli.

Normaal gesproken is genoemde Hans Wijnbergen uitbater van Muziekcafé en Studio Het Rode Hert. Maar vandaag even niet. Vandaag is hij weer de Sax Maniac, zoals hij zich een aantal jaren geleden afficheerde. Aan zijn interpretatie van 'In A Sentimental Mood' is weinig sentimenteels. De saxofonist zet zijn frasen kracht bij met danspassen, waarbij hij bijkans door het dak stoot.

Als we even later naar buiten schuifelen merk ik dat de glas-in-loodramen inmiddels beslagen zijn geraakt. Mooi hoor, hoe die veldjes condens omspannen worden door hogeregraadskrommen. Laat wis- en natuurkunde maar over aan de natuur.

Foto: Hammie van der Vorst

Labels: , , , ,

(Eddy Determeyer, 18.1.24) - [print] - [naar boven]



Cd | Jazztube
Mohammad Motamedi & Rembrandt Trio - 'Intizar, Songs Of Longing'

Just Listen, 2023 | Opname: 19-20 december 2021

Pianist Rembrandt Frerichs heeft altijd al graag samengewerkt met musici uit andere culturen dan de onze, iets wat niet minder geldt voor bassist Tony Overwater en percussionist Vinsent Planjer, waar hij sinds jaar en dag een trio mee vormt. Op het bij Just Listen Records verschenen 'Intizar' zijn ze te horen met de Iraanse zanger Mohammad Motamedi, aangevuld met Myrthe Helder op viool, Maya Fridman op cello en Maarten Ornstein op klarinet.

Een mooi verzorgde uitgave, dit 'Intizar', met in het boekje de teksten die Motamedi zingt, zowel in het Farshi als in het Engels. Het is voor onze oren even wennen deze muziek, te beginnen met het titelstuk, een nummer dat stamt uit Motamedi's jeugd. Muziek met een grote emotionele lading en een flinke dosis melancholie, waar naast deze zanger Helder en Fridman prima weg mee weten. Muziek ook die ik eerder associeer met onze klassieke muziek van de negentiende eeuw dan met jazz. Maar wat een prachtige stem heeft Motamedi, met het bereik van een operazanger, waar deze liederen in andere opzichten soms ook wel aan doen denken. In 'Al-Khoune Javanan', waarin we Frerichs op een kerkorgel horen, improviseert Motamedi met gebroken stem, de heimwee naar zijn land bezingend. 'Bahare Delkash', met prachtige droevige strijkpartijen van Helder en Fridman en een overtuigende klarinetsolo van Ornstein, stamt uit de jaren 20 van de vorige eeuw.

'Kouze Gar' is geschreven door Overwater, speciaal voor Motamedi. Een al even ingetogen en klassiek aandoend stuk, met bijzonder slagwerk van Planjer. Verder valt hier andermaal de enorme virtuositeit van Motamedi op en de grote lenigheid die bij deze liederen van een zanger wordt verwacht. Een hoogtepunt op dit album is het opzwepende duet van Planjer en Motamedi dat de titel 'Demi Ba Gham' meekreeg, naar een gedicht van Hafez. Frerichs zelf is uitgebreid te horen, met mooi verhalend spel, in het vrij lange 'In The Middle Of The Garden'. Bijzonder mooi is ook de bijdrage van Planjer in de tweede helft van dit stuk. Tot slot reciteert Motamedi op prachtig subtiele wijze een gedicht van Hafez in 'An Advice From Hafez', terwijl we Frerichs horen op fortepiano.

In de Jazztube hieronder zie een deel van het concert dat Mohammad Motamedi en het Rembrandt Trio op 19 september 2020 gaven in de Sint-Janskerk, Maastricht.

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 14.1.24) - [print] - [naar boven]



Interview
Alan Dawson

Vraag: wat hebben Charli Persip, Tony Williams, Terri Lyne Carrington, Vinnie Colaiuta, Gerry Hemingway, Harvey Mason, Keith Copeland, Jake Hanna en Clifford Jarvis met elkaar gemeen?

Antwoord: het waren/zijn allemaal uitstekende tot excellente drummers en ze namen allemaal les bij Alan Dawson.

Op 10 juli 1987 sprak Eddie Determeyer in Den Haag met Alan Dawson. "Vóórdat het begrip bop in zwang raakte, noemden we het playin' on the kick. Max Roach had het over we're boppin' now. Als je bop speelde, speelde je geen swing. In wezen probeerden we allemaal op een nieuwe manier te swingen, daar kwam het op neer."

Klik hier om het interview te lezen.

Labels: , ,

(Maarten van de Ven, 11.1.24) - [print] - [naar boven]



In memoriam | Jazztube
Tony Oxley
15 juni 1938 – 26 december 2023

Op een dag wilden Jost Gebers, de man achter het baanbrekende platenlabel FMP, en Tony Oxley de drumspullen van de percussionist in een Volkswagenbus van West- naar Oost-Berlijn brengen. De bewaker die hen bij de grens controleerde was verbaasd over de vreemde dingen die werden vervoerd. Geber legde hem uit dat Oxley een drummer was. Toen de grenswachter vervolgens een viool vond, was het hem duidelijk. Oxley moest wel een muzikale clown zijn! Na een lange ziekte is Tony Oxley - die verre van een clown was, eerder een fenomenale geluidsonderzoeker, percussionist, violist en componist - op dinsdag 26 december overleden.

Oxley werd geboren in Sheffield en leerde zichzelf het drummen aan. Tijdens zijn diensttijd voor het Britse leger werd hij percussionist in het militaire orkest. In die tijd reisde Oxley ook naar de Verenigde Staten, waar hij jazzgrootheden als Art Blakey, Horace Silver en Philly Joe Jones aan het werk zag. Het was een levensveranderende ervaring. Thuis in Sheffield vormde hij een jazzcombo dat hij drie jaar leidde. In 1963 volgde nog een beslissende ontmoeting: hij ontmoette gitarist Derek Bailey, die bij hem om de hoek bleek te wonen. "A once in a century coincidence," zoals Oxley die ontmoeting beschreef voor de Duitse muziekjournalist Bert Noglik. Samen met bassist Gavin Bryars vormden ze het trio Joseph Holbrooke, vernoemd naar de gelijknamige Britse componist (1878-1958). De groep begon jazzstandards te spelen, maar evolueerde snel naar andere soorten muziek, geleid door de interesses van de drie. Bryars was geïnteresseerd in avant-garde klassieke componisten, Oxley in de meer radicale muzikanten van de hedendaagse jazz en Bailey in beide. Geïmproviseerde muziek was de gemeenschappelijke noemer die het trio voortdreef. Hun muziek was destijds vrijwel ongehoord in Engeland en elders in Europa. De muziek van Joseph Holbrooke ontwikkelde zich volgens Oxley en Bailey vanzelf tijdens hun samenspel.

In 1967 verhuisde Oxley naar Londen. Het duurde niet lang voordat hij zich daar gevestigd had als huisdrummer van een van de populairste jazzclubs van de stad: Ronnie Scott's. Hoewel Oxley met zijn eigen muziek al verder was gegaan dan traditionele jazz, vond hij het ook leuk en inspirerend om op te treden met jazzlegendes als Ben Webster, Joe Henderson, Stan Getz en Bill Evans. Zo ontwikkelde hij een onderscheidende ritmische stijl, waardoor hij in staat was om vrij en polyritmisch te spelen zonder de originele groove te verliezen; hij kon die op ieder moment gewoon weer oppikken. Voor veel muzikanten was het een echte uitdaging om met Oxley te spelen.

Oxley's werk bij Ronnie Scott's had hem een solide reputatie als jazzdrummer opgeleverd, hoewel hij al verbinding had gemaakt met de vrij geïmproviseerde muziekscene. In 1969 speelde Oxley op op de eerste lp 'Extrapolation' van John McLaughlin. Zijn connectie met hem zou de reden kunnen zijn geweest waarom Oxley een platencontract kreeg aangeboden door CBS en hij 'The Baptized Traveller' kon uitbrengen, met leden van het Spontaneous Music Ensemble: Evan Parker op saxofoon, Derek Bailey op gitaar, Kenny Wheeler op trompet en Jeff Clyne op bas. Het resultaat was de weerklank van een vrij unieke visie op de toekomst van de jazz. De band van Oxley slaagde er zelfs in om nog een plaat te maken voor CBS, 'Four Compositions For Sextet', met Paul Rutherford op trombone als aanvulling. Commercieel waren de albums geen succes, geen wonder dus dat CBS het contract verbrak.

Financieel zat Oxley aan de veilige kant door zijn aanstelling bij Ronnie Scott's, maar over het algemeen deed geïmproviseerde muziek het in Groot-Brittannië bepaald niet goed. Het was voor de muzikanten nauwelijks mogelijk om optredens te vinden, media en platenlabels negeerden het eenvoudigweg. Dit was de reden waarom Oxley in 1970 samen met Bailey, Parker en verschillende andere muzikanten de Musicians Cooperative oprichtte. Samen met Parker en Bailey richtte hij het onafhankelijke platenlabel Incus Records op. Eindelijk konden de muzikanten hun muziek documenteren, hun albums uitbrengen en distribueren zonder afhankelijk te zijn van de majors.

Maar bovenal werd Oxley een invloedrijke drummer voor toekomstige generaties toen hij besloot zijn drumstel uit te breiden. Hij begon te experimenteren met verschillende vormen van versterking en elektronische apparaten, zoals bijvoorbeeld ringmodulatoren. Hij gebruikte ze vooral graag op de vreemde voorwerpen die hij in de kit had verwerkt: kommen, stukjes draad, schroeven en andere metalen voorwerpen die een breed scala aan pure geluiden konden creëren. Zijn toch al unieke ritmische stijl werd gekoppeld aan een nieuw klankuniversum. Vanaf dat moment klonk niemand meer als Tony Oxley.

Op muziekgebied waren nog twee ontmoetingen belangrijk in het leven van Toney Oxley. De eerste is die met de schilder Alan Davie, die hem zijn eerste viool gaf. Oxley was onmiddellijk geïnteresseerd in de ritmische mogelijkheden van het instrument (niet de melodische, wederom typisch Oxley) en daarom besloot hij met allerlei soorten strijkersensembles te gaan werken. De andere was Oxley's ontmoeting met Cecil Taylor. Hij ontmoette hem toen de pianist in de zomer van 1988 een FMP-residentie had in Berlijn. Hij speelde met hem als duo, met William Parker in het Feel Trio en in het 17-koppige Cecil Taylor European Orchestra. Bovendien stelde Taylor hem voor aan Bill Dixon, met wie hij ook verschillende albums opnam voor het Italiaanse Soul Note-label. Oxley werd Taylor's favoriete partner voor de rest van het leven van de pianist.

"I consider myself more a percussionist, in contrast to a jazz drummer who keeps time", vertelde Oxley aan Bert Noglik in het eerdergenoemde interview. "In the new improvised music, a percussionist can interrupt the flow of his playing without affecting the nature of his relationship to the other players." Als Petrus aan de hemelpoort Tony Oxley en zijn spullen zou moeten controleren, dan zou hij hem zeker niet voor een clown hebben aangezien, maar voor wat hij is: een van de grootste drummers van de afgelopen 60 jaar. De jazzband in de hemel kan naar hem uitkijken.

Tekst: Martin Schray, The Free Jazz Collective (met toestemming vertaald)
Foto's: Maarten Jan Rieder

In de Jazztube hieronder een concert van Tony Oxley met Cecil Taylor in Straatsburg, 2009.

Labels: , , , , ,

(Maarten van de Ven, 6.1.24) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.