Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert / Boek / Cd
Indra, een vertelconcert

Boek met muziek door Monique De Adelhart Toorop / Uitgeverij: Witte Tjiktjak, 2021
Gezien: Theater De Mess, Naarden, 27 maart 2022 / De Nijverheid in Utrecht, 1 oktober 2021

Soms krijg je als jazzrecensent te maken met een project dat breder is dan alleen jazzmuziek, maar dat zo goed in elkaar is gezet en getuigt van zo'n hoog niveau, dat je er eenvoudigweg niet omheen kan. Dat is het geval bij 'Indra', een project van Monique de Adelhart Toorop. Zij is niet alleen een uitstekend jazzvocalist, maar ook theatermaker, schrijver, componist en illustrator. Samen met pianist PieterJan Cramer van den Bogaart, met wie ze al langer samenwerkt, schreef ze de muziek voor dit project, aangevuld met bijdragen van bassist Dion Nijland en drummer Nout Ingen Housz. Een vertelconcert, wat ook in een prachtig vormgegeven boek met luister-cd is uitgebracht.

Dat jazz en het voordragen van een tekst door een schrijver een mooi concept is, weten we al van de samenwerkingen die Corrie van Binsbergen aanging met onder anderen Toon Tellegen en Kees van Kooten. Adelhart Toorop gaat nog een stap verder. Zij doet alle disciplines zelf in nauwe samenwerking met haar muzikanten. Het schrijven van de teksten en muziek, het zingen en vertellen, het uitgeven van het zelf geschreven verhaal 'Indra' in boekvorm met eigen vormgegeven illustraties tot en met het opnemen van al het materiaal met geïmproviseerde sounds en zorgvuldige editing. Wat een monnikenwerk!

Adelhart Toorop is op onderzoek gegaan naar haar Indische roots. Als beoefenaar van de penjac silat (een Indonesische vechtkunst) was ze al bekend met de oosterse tradities. Op basis van haar zoektocht ontstond 'Indra', een Javaans sprookje waarin het hoofdpersonage Indra, een 15-jarig jongetje, op zoek gaat naar zijn vader. In deze zoektocht ontmoet Indra grote meesters bij wie hij in de leer gaat. In zijn avonturen op zijn levenspad wordt Indra geconfronteerd met tegenslagen, maar wordt hij ook steeds wijzer. Het verhaal staat vol met symboliek en archetypes. Het is eigenlijk een soort van mythologisch heldenverhaal. Knap geschreven door Adelhart Toorop, het boek lees je in een adem uit.

Terug naar de muziek. Adelhart Toorop koos bewust voor de jazz en niet voor Indonesische muziek. Het geeft het geheel een extra dimensie en daarnaast is ze ook dicht bij zichzelf gebleven. Zowel bij het vertelconcert als bij het beluisteren van de cd geven de improvisaties een extra lading aan de verhaallijn, die als een qeeste (zoektocht) is geschreven. Jazz met improviserende frases leent zich hier bij uitstek voor. De stijlen variëren. Van pure jazz tot rap.

Het eerste liedje 'Vliegen' komt eigenlijk al meteen binnen. Heel intiem en dichtbij gespeeld en gezongen, Indra droomt heel harmonisch, vragend en onbevangen. Elke levensfase kent een frase. Pianist Cramer van den Bogaart speelt fraaie harmonische liggingen en soli, Nijland is trefzeker in zijn notenkeuze en ook zijn improvisaties zetten het verhaal kracht bij. 'Hati Hati' is een spannend opzwepend stuk, waarin Nout Ingen Housz flink uithaalt met ritmische roffels en stevige beats. Cramer van den Bogaart soleert vrijuit en gaat voluit. In 'Vragen' blinkt Nijland uit. Zijn sound en frasering zijn werkelijk prachtig en inspirerend in zijn melodische walking bass, maar ook interactief en ritmisch is hij sterk met het plaatsen van accenten en pulsen. Adelhart Toorop laat hier horen een uitstekend jazzzangeres te zijn. Warm en intens gezongen met een prachtige vocale geïmproviseerde solo. PieterJan Cramer van den Bogaart excelleert in 'Melati’s Song'. Hij bouwt zijn solo heel mooi op in verschillende lagen en harmonische liggingen. De jazzpuristen komen hier volop aan hun trekken. Zelfs rap komt voorbij in 'De Dojo', waarin de vechtkunst wordt uitgebeeld.

Het slotstuk 'De Inkeer' is met recht een slotstuk te noemen. Het is alomvattend. Alles komt bij elkaar, het is als een bevrijdend stuk geschreven in de verhaallijn. Ontzettend knap als je dat ook als zodanig muzikaal kunt vormgeven en uitvoeren, want dat gebeurt zowel op de cd als tijdens de liveuitvoeringen.

Het is zeer indrukwekkend wat Monique de Adelhart Toorop, omringd door voortreffelijke jazzmusici, hier neer weet te zetten. Zowel in concertvorm als in vertel- en schrijfkunst, composities, boekvorm en cd. Aan alles merk je dat 'Indra' een uniek project is waar met veel liefde en toewijding aan gewerkt is. Een bewonderingswaardige unieke artistieke prestatie!

Boek en cd zijn verkrijgbaar via de webshop van Corrie van Binsbergen.

Labels: , , , , ,

(Koen Scherer, 30.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert
In de geest van het origineel

Ed Verhoeff, Adam Nussbaum & Hein van de Geyn - Tribute to John Abercrombie, woensdag 23 maart 2022, Liever in de KluiZ dan ThuiZ, De Bussel, Oosterhout

Op 29 november 2017 zou de legendarische gitarist John Abercrombie optreden in De Bijloke, Gent. Ik zou hem eindelijk eens gaan horen en zien, het was er nooit eerder van gekomen. Het mocht niet zo zijn: enkele maanden daarvoor, om precies te zijn op 22 augustus overleed hij. Vijf jaar later durft gitarist Ed Verhoeff, die hem zo ongeveer al zijn hele professionele leven bewondert, het aan om een ode te brengen. Hij doet dat samen met twee musici die Abercrombie meer dan goed kenden vanuit een intensieve samenwerking: drummer Adam Nussbaum en bassist Hein van de Geyn.

En dat hoor je zonder meer terug. Nussbaum en Van de Geyn kennen iedere noot van Abercrombie's muzikale universum van buiten en Verhoeff laat zich evenmin onbetuigd. En van de makke waar tribute bands nogal eens aan leiden - het haalt het niet bij het origineel - heeft dit trio totaal geen last. Het speelplezier spat ervan af en Verhoeff vervalt met zijn pittige spel zeker niet in knip-en-plak-gedrag. Met veel respect voor de meester wordt hier een prachtig portret neergezet, waarin we een mooi beeld krijgen van de typische kwaliteiten van deze gitarist. Wellicht zijn de wat rustigere nummers daarbij wel het meest kenmerkend. Als geen andere gitarist-componist was hij in staat om de diepe zielenroerselen te verklanken. Met sterke melodieën, altijd voorzien van een ritmische onderstroom en zijn messcherpe gitaarklank, wist hij binnen de kortste keren moeiteloos door te dringen tot de kern. Met stukken als het in de tweede set gespeelde 'That’s For Sure' en 'Ralph’s Piano Waltz' kruipt hij zonder meer onder de huid. Maar mooier is wellicht wel dat Verhoeff dat ook kan, spelend met eenzelfde soort van intensiteit, maar wel in zijn eigen metier.

Andere stukken zijn wat feller en geven vooral Nussbaum en Van de Geyn mogelijkheden om te schitteren. Een vroeg stuk als 'Arcade' en het overrompelende 'Open Land' zijn daar treffende voorbeelden van. Verplaats je bij dat laatste stuk maar naar zo'n lege snelweg, midden door die uitgestrekte Amerikaanse vlaktes. Raampje open, maar pas op, rijd niet te hard. Abercrombie was componist, speelde geïmproviseerd, maar mocht ook graag standards spelen. Eén daarvan was het door hem geliefde 'Alone Together' van Chet Baker. Van de Geyn begint met een rustieke bassolo, Nussbaum voegt zich erbij en tot slot Verhoeff. En ook hier horen we Abercrombie's kwaliteiten weer terug, in de manier waarop hij gepolijst spel en groove naadloos met elkaar weet te verbinden, zonder een van beide uit het oog te verliezen. Het wordt nog duidelijker bij 'Sure Would', een stuk van Nussbaum en 'Mixed Up' van Van de Geyn. Beide prachtige stukken, de eerste richting de blues, met een heerlijke gruizige solo van Verhoeff, de tweede leunend tegen de rock, meer in de stijl van John Scofield dan van Abercrombie. Kwalitatief zeker hoogstand, maar wat beide stukken missen is die peilloze diepgang waar Abercrombie het patent op had en waar we weer eens een avond lang optimaal van konden genieten.

>Foto John Abercrombie: Cees van de Ven

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 27.4.22) - [print] - [naar boven]



Cd / Download
Bart van Dongen - 'Vrije Cirkel' (eigen beheer, 2021)

Opname: september 2020
Bart van Dongen - 'BlauwHout Geel' (eigen beheer, 2021)
Opname: 2019
Bart van Dongen & Stefan Jung - 'Wereldgemiddelde' (eigen beheer, 2021)
Opname: 12 juli 2021

Toetsenist Bart van Dongen kennen we van de onvolprezen groepen VLEK en Eddy & The Ethiopians en natuurlijk van het podium dat hij enige jaren geleden opzette in Eindhoven, het Podium voor Ongehoorde Muziek. Maar hij is in toenemende mate ook actief op Bandcamp, waar inmiddels twee soloalbums verschenen, 'Vrije Cirkel' en 'BlauwHout Geel' en een duoalbum met regisseur en acteur Stefan Jung, 'Wereldgebeuren'. Tijd dus om ons eens over deze markante musicus te buigen.

Het meest bijzonder is 'Vrije Cirkel', waarop we een drietal vrije improvisaties horen die Van Dongen speelde op het orgel van de gebroeders Smits, dat stamt uit 1852 en zich bevindt in de Sint-Servatiuskerk van het Brabantse Schijndel. We beginnen met 'Hé?', een prachtige en bijzonder transparante klanksculptuur, waarin repeterende motieven in het hoge register op aangename wijze worden vermengd met de donkere onderlaag, een combinatie waar Van Dongen prachtig spanning mee op weet te bouwen. En verderop in dat eerste stuk mondt het laag uit in een ware onweersbui. 'Wat?' begint met verrassend hoge klanken, die meer weg hebben van percussie dan van een orgel, gevolgd door een zeer subtiele drone. Verderop mengt onze organist er weer meer kleur in, trillende noten en ritmische figuurtjes. De drone in 'Wat?' loopt naadloos over in die van 'Hoezo?'. En ook hier vormt die drone een onderlegger voor krachtige interventies in het hoog en nog meer dan in de twee andere delen kun je hier plakjes snijden van de spanning. Zeer geslaagd dit album en Van Dongen mag wat mij betreft vaker achter het kerkorgel plaatsnemen.

Voor 'BlauwHout Geel' kroop Van Dongen 'gewoon' achter de piano in zijn Podium voor Ongehoorde Muziek. De zeven stukken noemde hij 'Mijmeringen', een terechte titel. Ongedwongen, speels en met een vleugje weemoed. Ik ben vooral enthousiast over de tweede mijmering, die strakke cadans van de linkerhand en die spaarzame noten op rechts. 'Mijmering 3' is weer wat melodieuzer, terwijl Van Dongen in 'Mijmering 4' het melodieuze met het meer experimentele combineert tot een boeiend en spannend geheel. Mooi is ook het vrij felle, maar zeer jazzy 'Mijmering 5'.

'Wereldgemiddelde', het meest experimentele album van de drie, is gebaseerd op de hermetische gedichten van Harry van Doveren. Ze worden uitgesproken, soms tegen zang aanzittend, door Jung, terwijl Van Dongen bijpassende klanken uit zijn piano tovert. Op een bepaalde manier levert dit een uit drie delen bestaande dialoog op tussen de stem van Jung en de piano van Van Dongen. Het grappige aan die gedichten van Van Doveren is dat er totaal geen betekenis in zit, het is een opsomming van bestaande en vooral niet bestaande woorden. Maar de manier waarop Jung ze voordraagt en de wijze waarop Van Dongen hier aansluiting bij vindt, doet je absoluut geloven dat hier wel degelijk een verhaal wordt verteld. In het tweede deel gaat het er rustiger aan toe, alsof het hier om een stemmige tekst gaat, behalve aan het eind waar we Van Dongen fel het hoge register aan horen slaan. Ook het derde deel klinkt stemmig, met name door Van Dongens gerommel onder de klep van zijn piano, maar zeker ook door Jungs voorbeeldige wijze van voordragen.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 26.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert / Jazztube
Het hobbelt, maar het swingt!

Pierre Courbois 3Gen3, woensdag 13 april 2022, Brouwerij Martinus, Groningen

Wat zo frappant is aan drummer-bandleider Pierre Courbois, die vandaag 83 jaar oud is geworden (!): hij speelt in elke maatsoort, maar swingen blijft hij altijd. Het zal wel eens eerder gezegd zijn; waarschijnlijk is hij ermee geboren.

Het openingsnummer, 'Lobelia' schakelde bijvoorbeeld van 5/4 naar 5/8. Bij Courbois beweegt het ritme zelf - het heeft een 'rollend' karakter. Ik kan het ook niet beter uitleggen. Ook mooi, hoe de contrabas van Wiro Mahieu glimmend van plezier versmolt met het gesis en gekrijs van bekkens en gongs. De drummer heeft zijn toms uitgerust met pedalen waarmee hij de spanning van de vellen en dus de toonhoogte kan variëren. (Hij bouwde zijn perspex kit vijftig jaar geleden eigenhandig en drums noch baasje vertonen tekenen van slijtage.) Door die wisselspanning kan hij zijn geluid kneden.

Mahieu, een generatie jonger dan Courbois, viel op met een bij vlagen 'metalig' geluid. Alsof hij niet een simpele, goudeerlijke contrabas bespeelde maar een basgitaar met alle vervorming van dien.

Tenorist Jesse Schilderink, een generatie jonger dan Mahieu, had praats voor tien. Geen brave acoliet, deze gast, maar een vastberaden ontdekkingsreiziger, die de kunst verstaat, thema's en frasen uit te melken. Niet negatief bedoeld, natuurlijk - hij beent de structuren gewoon uit tot op het bot. In 'Chocolati' (als ik het goed heb verstaan), een ballad in driekwartsmaat, speelde de jongeling een spannende, dynamische cadens. Soms hadden zijn improvisaties wel wat weg van de bovenloop van de Amazone, met al die toevoerstroompjes en vertakkingen.

Daarbij was opvallend, hoe goed de muzikanten naar elkaar luisterden. De leider ging bij sommige van de meer onstuimige solo's van met name zijn saxofonist even staan, genietend van zijn bandje.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

In de Jazztube hieronder zie je het concert dat het Pierre Courbois 3Gen3 op 9 januari jongstleden gaf in het Bimhuis, met als speciale gast Jasper van 't Hof.

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 23.4.22) - [print] - [naar boven]



Cd
Carate Urio Orchestra - 'Cosmos' (Klein, 2022)

Opname: 19-21 april 2021

Bijna vijf jaar na 'Garlic & Jazz' is Joachim Badenhorst terug met een grondig hertimmerd Carate Urio Orchestra en een conceptplaat die hem verder dan ooit wegvoert van duidelijke genres. Tegelijk kan er geen twijfel over bestaan wie er hier aan het roer staat.

Dat genrelabels er eigenlijk niet toe deden, was al duidelijk met debuut 'Sparrow Mountain' (2013), terwijl het tweeluik 'Lover' en 'Lubljana', verschenen in 2016, de boel nog verder opentrok. Er werd geplukt uit jazz, improvisatie, pop, (post)rock, elektronica, melancholische marsen en volks- en kinderliedjes zonder al te veel belang te hechten aan hiërarchie. En dat werkte ook, met een stel ruimdenkende vertrouwelingen die samen een bont muzikaal kleurboek samenstelden. Van de kernbezetting blijven Badenhorst, bassist Brice Soniano en drummer Sean Carpio over. Ze krijgen nu gezelschap van Bert Cools (gitaar), Simon Jermyn (gitaar/basgitaar), Jeremy Thal (hoorn/trompet) en Liz Kosack (synth).

Het klankbeeld wordt wat elektr(on)ischer en vooral ook, de titel geeft het al aan, spacier. En dat is toepasselijk, want op maat van het concept. Dat Badenhorst werkt met een stevig uitgewerkt verhaal, is niet nieuw. Samen met met Mógil maakte hij enkele jaren geleden de audiofilm 'Adventa', die gebaseerd was op een naturalistisch kortverhaal van Gunnar Gunnarson. 'Cosmos' gooit het over een andere boeg en vertelt - ga er even voor zitten - het verhaal van Doug, die samen met drie kikkers, twaalf varensoorten en dertien mossoorten in een moeras in een met glas omhulde biosfeer door de ruimte zweeft.

Het is een vorm van escapisme die om een ongebreidelde muzikale fantasie vraagt, en dat is exact wat je te horen krijgt in deze elfdelige vertelling. En dat kan je letterlijk nemen, want naast wat zangpartijen hier en daar krijg je met mondjesmaat ook het verhaal te horen via verteller Jeremy Thal, die niet alleen personages en setting voorstelt, maar ook de onderlinge samenhang van het album onderstreept. Die rode draad is er ook muzikaal, ondanks het feit dat het uitwaaiert in allerlei richtingen, van toonzetter 'Outer Space' tot de vele omzwervingen via grillige elektronische vervormingen, statige melodieën en zacht ontvouwende brokken lyriek.

Het had kunnen uitmonden in protserige bombast, maar die valkuil wordt behendig ontweken. Luister naar de manier waarop de ontbeende groove van 'A Tear Fell From The Forlorn Sky' dromerig dobbert en een kamerbrede grandeur neerlegt. Het herinnert aan de meeslepende liederen die regelmatig opduiken in de vorige albums en concerten van de band, momenten waarop je ineens beseft dat ze je te pakken hebben. Vergelijkbare tactieken duiken ook op in 'It Was Just The Beginning For Them', 'The Frog Choir', dat even klinkt alsof je twee songs door elkaar hoort en ineens verrassend funky wordt, of 'Some 100.000 Years', waarin Badenhorst zijn meesterschap op de klarinet laat horen.

Maar er valt zoveel te beleven op deze reis, die regelmatig iets heeft van een delirische trip, zoals in 'Little Floating Biosphere', dat verankerd is in de kosmische traditie van de jaren zeventig, het met huilende effecten gevulde 'Holy Book', of het kinderlijk startende 'Mechanical Pencils', dat in z'n tweede helft zowaar doet denken aan de ongebreidelde verbeelding en emotie van Robert Wyatts 'Rock Bottom'. Of 'Doug', iets tussen stuiterende indiepop en in duistere schaduwen gehulde soundscape met een energieke herneming van staccato steekspelletjes in de finale. Het slingerende 'Lil’ Doug' voert je weer naar het uitgelaten-melancholische fanfareterrein dat je zachtjes richting uitgang begeleidt.

'Cosmos' is misschien wel de moeilijkst te omschrijven Carate Urio Orchestra-plaat tot nog toe. Minder uitgesproken in z'n temperamenten en stilistische contrasten dan de vorige albums, maar net daardoor ook homogener dan ooit tevoren. Tegelijk bewaart ook dit septet de verwondering, openheid en breekbaarheid die eerdere gedaantes zo charmant maakten. Geen enkele band in deze contreien klinkt tegelijk zo spannend, sereen, statig en speels, zo far-out en zo persoonlijk, zowel surrealistisch als herkenbaar. Een album dat tijd en wat moeite vergt, maar die investering beloont met het besef dat er hier iets bijzonders aan de hand is.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Labels: ,

(Guy Peters, 20.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Stemmig muzikaal concept

Tania Giannouli Trio, vrijdag 8 april 2022, Paradox, Tilburg

Het trio, onder leiding van Tania Giannouli, heeft in 2020 het geprezen album 'In Fading Light' afgeleverd. Dit album wordt in Paradox (nagenoeg) integraal uitgevoerd. Niet zelden worden de stukken aaneengeregen en sterk uitgerekt gepresenteerd. De Griekse pianiste en componiste vervult als vanzelfsprekend een essentiële rol. In een niet-alledaagse bezetting bieden Andreas Polyzogopulos op trompet en Kyriakos Tapakis op ud ondersteuning aan het groepsgeluid. Hierbij moet worden aangetekend dat Polyzogopulos zijn complementaire rol met veel mysterieuze trompetpassages vervult en dat zorgt weer voor raffinement en verfijning.

Tania Giannouli sluit zich aan bij de heersende muzikale opvatting dat muziek genre-overstijgend moet zijn. Ze is klassiek geschoold met het accent op piano en compositieleer. De term 'mainstream jazz' is hoorbaar niet van toepassing, hiervoor is de verwevenheid met volks- en kamermuziek te groot. De muziek kenmerkt zich vooral door het vermogen te experimenteren met klankleuren en muzikale structuren. Hierbij wordt vooral melodieus gemusiceerd.

De samensmelting van piano, trompet en ud heeft ook een grote impact op de buitengewone klankkleur. Deze ontmoeting van drie akoestische instrumenten zorgt op het eerste gehoor voor een magische vermenging van piano met ud-klanken en trompetherhalingen. De sfeer die opgeroepen wordt past in het hedendaagse tijdsbeeld en is stemmig, meditatief en op het sombere af. Deze stemming wordt geaccentueerd door het regelmatig hanteren van pulserende hamerende gedempte en lage pianoklanken. De trompet fladdert, fluit, piept en blaast onheilspellend en vurig in de rondte. Kyriakos Tapakis op de ud heeft een niet opvallende, maar essentiële rol bij de totstandkoming van de overheersend oriëntaalse klanklandschappen.

De drie muzikanten beklemtonen het belang van een onderlinge, telepathische verbintenis. De melancholieke muziek is oprecht genereus, intens en empathisch van aard. De schoonheid van de verlatenheid is het overduidelijke leitmotiv van het muzikale concept. In twee strakke sets van elk 45 minuten vervalt het trio ook in herhaling en de stemmige muziek wordt heimelijk ietwat neerslachtig van aard.

De liveregistratie van het album brengt de luisteraar desondanks overwegend in een hypnotiserende trance en de klankcombinaties bieden uniciteit en harmonie.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: , , , ,

(Louis Obbens, 18.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert
In een oud-Finse zweefmolen

Trio AER (Harmen Fraanje, Mikko Perkola, Aino Peltomaa), zondag 10 april 2022, Jacobuskerk, Feerwerd

Het meisje naast me buigt zich naar me toe. "Kerstmis," fluistert ze. Ik knik. De abstracte esoterische klanken die rond onze oren zweven hebben wel wat van een oeroude kerstcantate. Maar, bedenk ik, het kan voor hetzelfde geld een scabreus liedeken uit het Finland van de veertiende eeuw zijn, waarin een boeredochter van haar diepste roerselen getuigt.

Dat de muziek van het internationale trio AER op deze zonnige zondagmiddag heel goed in het middeleeuwse kerkje paste, was niet zo raar. De melismatische vocalen van Aino Peltomaa wiegden de luisteraars richting trance-velden. Alles akoestisch, dat spreekt. Met stentorstem wist de Finse het godshuis moeiteloos te vullen, maar ook wanneer ze net boven de gehoordrempel vertoefde bleef alles kraakhelder. Wat je zegt, als op een ECM-album. De oriëntatie van het repertoire was oud-Fins. Een onherbergzame taal, zoals we weten.

Cellist Mikko Perkola was het recital met een drone-achtige sequentie begonnen, die als een fluwelen kussen onder zijn improvisaties bleef hangen. In dit geval niet echt akoestisch, moet ik toegeven: achter de bourdontoon zou je licht een draailier verwachten, doch het was gewoon een alledaagse elektronische loop. De natuurlijke galm van de kerk werd er door benadrukt.

Na de pauze zag ik een paar lege banken in het aanvankelijk goed gevulde kerkje. Waren de afwezigen inderdaad, zoals ik al uit een ooghoek had menen te zien, in de oud-Finse zweefmolen langs de zonnestralen naar buiten gevoerd, naar groene Groninger dreven?

Foto: Jan Tempel

Labels: , , , , ,

(Eddy Determeyer, 16.4.22) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik / Festival
Teus Nobel curator nieuw festival #trumpetstuff in Paradox

Het Tilburgse concertpodium Paradox en trompettist Teus Nobel presenteren een gloednieuw tweedaags festival: #trumpetstuff. Op 26 en 27 april treden in Paradox diverse groepen op waarbij de trompet schittert in diverse hoedanigheden. Het festivalprogramma van #trumpetstuff werd samengesteld door Nobel en uiteraard ontbreekt de trompettist zelf ook niet op het podium.

Door bekende muzikanten als Miles Davis, Dizzy Gillespie en Chet Baker zijn jazz en trompet onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar ook in de huidige tijd is het veelzijdige instrument nog alom aanwezig. Tijdens #trumpetstuff geeft Teus Nobel op 26 april een duoconcert met de bekende Belgische pianist Jef Neve, waarbij ze een ode brengen aan Toots Thielemans. Ook trompettist Koen Smits treedt die avond op met zijn trio, waar ook pianist Sjoerd van Eijck en gitarist Bram Stadhouders deel van uitmaken.

Een dag later op 27 april is er concert van trompettist Bram van de Glind met zijn kwartet met onder meer pianist Bert van den Brink. Deze jonge trompettist is een rising star in de Nederlandse jazzscene en won vorig jaar de Conservatorium Talent Award van Jazz in Duketown. Deze avond is er ook de première van de compositie 'Human First', die Nobel schreef in het kader van de Week van de Jazz. Deze compositie voert hij uit met zijn vaste Liberty Group, aangevuld met speciale gasten Jasper Blom op saxofoon en Teis Semey op gitaar.

Foto: Johan Paape

Labels: , , , ,

(Maarten van de Ven, 16.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert / Cd
Jaimie Branch - Fly Or Die Live

9 april 2022, Rewire Festival, Den Haag
Dave Gisler Trio with Jaimie Branch and David Murray - 'See You Out There' (Intakt, 2022)
Opname: 1-2 november 2021

Veel jazz klonk er niet op het laatste Rewire Festival. Het optreden van Jaimie Branch en haar kwartet, met de live-uitvoeringen van de albums 'Fly Or Die' en 'Fly Or Die II: Bird Dogs Of Paradise', vormde een uitzondering. Maar dan wel een die we ons nog wel even zullen heugen. De trompettiste is ook te horen op het vorige maand bij Intakt Records verschenen album van het Dave Gisler Trio, 'See You Out There'. Het 'Zürich Concert' uit 2020 smaakte duidelijk naar meer. Maar was er daar sprake van een kwartet, nu gaat het door de aanwezigheid van tenorsaxofonist David Murray om een kwintet.

Branch leek in 2017 met 'Fly Or Die' uit het niets te komen. Dat was geenszins het geval, maar buiten de experimentele jazzscene van New York en Chicago genoot ze niet veel bekendheid. Dat veranderde op slag met dit baanbrekende album, waarop ze jazz, funk, blues, soul en Afrikaanse muziek op grootse wijze met elkaar wist te verbinden. Twee jaar later verscheen de opvolger, 'Fly Or Die II: Bird Dogs Of Paradise', waar we Branch ook als vocaliste horen, met messcherpe, maatschappelijk bevlogen teksten. Tot slot kwam vorig jaar 'Fly Or Die Live' uit, net als de twee vorige albums bij de International Anthem Recording Company. Koop dat album en je hebt een aardige impressie van het concert op Rewire. Maar ook niet meer dan een impressie, want meer dan andere jazzmusici moet je Branch live horen. Haar zien dansen en bewegen over het podium, ze kan nog geen vijf seconden stil staan. Haar horen blazen, op het scherpst van de snede, haar horen zingen, praten, schreeuwen, met grote urgentie. En dan heb ik het nog niet gehad over bassist Jason Ajemian, cellist Lester St. Louis en drummer Chad Taylor, die al even enthousiast de zaal op hun kop zetten. Zonder meer een van de hoogtepunten van deze editie van dit onvolprezen festival.

En ja, de Zwitserse gitarist Gisler deed er dus goed aan om zijn trio, dat hij vormt met de bassist Raffaele Bossard en drummer Lionel Friedli, wederom te verrijken met Branch en er met Murray nog een krachtbron aan toe te voegen. Opener 'Bastards On The Run' laat direct horen dat dit een album wordt waar de vonken vanaf vliegen en waarin de vijf musici in een moordend tempo over elkaar heen buitelen. Hardcore jazz voor gevorderden. In 'Can You Hear Me?' zijn het met name Gisler en Branch die op het scherpst van de snede met elkaar de dialoog aangaan, op zware noten van Bossard en Friedli. Minstens zo bijzonder is het titelstuk 'See You Out There', dat nog het best is aan te duiden als een subtiele, maar bijzonder spannende geluidssculptuur. Het is tevens een mooi intermezzo op een verder bijzonder hectisch en stevig album, culminerend in fantastische solo's van Gisler en Murray in 'Medical Emergency'. Eerst Gisler - je weet direct waar die titel vandaan komt - en dan Murray, uitstekend in vorm en hier weer eens bewijzend dat een vos zijn haren verliest, maar zeker niet zijn streken. En schaar 'What Goes Up...' gerust onder de punkrock, met een Murray die ook hier volledig uit zijn dak gaat. 'High As A Kite' is het tweede wat rustigere intermezzo, waarna het in de twee laatste stukken, 'Get A Döner' en 'Better Don’t Fuck With The Drunken Sailor', weer losgaat.

Foto: Louis Obbens

Labels: , , , , ,

(Ben Taffijn, 13.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Geschiedenisles met de Dutch

'Ministry of Jazz' door Dutch Swing College Band & gasten, dinsdag 5 april 2022, De Meenthe, Steenwijk

In feite keert de Dutch Swing College Band met zijn programma 'Ministry of Jazz' weer terug naar zijn oorsprong. Want toen het orkest in 1945 werd opgericht was het onderwijs in jazzmuziek een van de doelstellingen. Vandaar dat 'College'. Dat klasje is nooit echt van de grond gekomen. Al snel hadden de muzikanten zoveel optredens en tournees dat de andere activiteiten (er waren ook plannen voor een eigen studio) moesten worden afgestoten.

Met 'Ministry of Jazz', dat ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan (de coronajaren rekenen we nu even niet mee) door het land gaat, wil de band een overzicht geven van de ontwikkeling van de klassieke jazz. Daartoe was trompettist en componist Menno Daams aangetrokken. Hij schreef voor de gelegenheid de '2020 Rag' en verzorgde de inleiding, met geluidsfragmenten en afbeeldingen van de pioniers. Zoiets kun je wel aan hem overlaten. Kleine kanttekening: de vroegste jazzbands in New Orleans (waarvan geen plaatopnamen bestaan) hadden vermoedelijk een meer orkestrale stijl dan een polyfone, solistische inslag. New Orleans was in de negentiende eeuw een garnizoensstad en marinebasis, met vrijwel dagelijkse parades van militaire kapellen. Daarnaast was er de traditie van de Franse salonmuziek door kleine snaarensembles. In de ragtimemuziek van die tijd hoor je die invloeden eveneens terug.

Ook de informatie van Koen Schouten, muzikant en auteur, die als spreekstalmeester optrad, was zinnig en zinvol. Hij had het archief van de band doorgespit en was daarbij gestoten op krantenartikelen uit de periode 1956-57. Dat waren de dagen van de film 'Rock Around The Clock' en optredens van het DSC werden regelmatig verstoord door al te enthousiaste vetkuiven. Wist ik niet. Ik bedoel, dat maak je niet zo vaak mee, dit soort toelichtingen die de dingen zo mooi op een rijtje zetten.

Het Dutch Swing College heeft in de loop der tijden sterke en zwakke periodes gekend. Logisch. De formatie zoals die momenteel op de planken staat is zeker niet een van de minste. De individuele muzikanten zijn, zoals we mogen verwachten, eersteklas. Dus toen trombonist Bert Boeren met de karakteristieke lange omhoogglijdende slur de herkenningsmelodie 'Way Down Yonder In New Orleans' inzette waren de verwachtingen hooggespannen. De aanwezigen waren voor een deel ouder dan het orkest zelf. Het eerste hoogtepunt was de oude getrouwe 'Dog House Blues', waarin de band qua cohesie en kleurenpracht het legendarische John Kirby Sextet benaderde. Van mij mogen ze meer van dit soort juweeltjes spelen. En van mij mag trompettist Keesjan Hoogeboom vaker breaks blazen zoals in 'I'll Fly Away'.

Als gasten had het orkest trompettist en zanger Leroy Jones en drummer Adonis Rose (New Orleans) uitgenodigd, plus Eiji Hanaoka (klarinet, Japan) en Puthorn Srikaranonda (saxofoons, Thailand). Jones dwong al gelijk respect af met een vertolking van 'When It's Sleepy Time Down South', de herkenningsmelodie van Louis Armstrong. Daarbij probeerde hij de grote man nu eens niet te imiteren, qua zang en qua trompetspel. Dat mag wel in de krant.

Zo kwam Hanaoka griezelig dicht bij zijn idool Benny Goodman en klonk Srikaranonda op altsax als een soort getemde versie van Pete Brown en op bariton als een verre neef van Harry Carney. De saxofonist speelde ook een compositie van Dhru Chaoyuhua Bhumpipol Adale, beter bekend als koning Bhumibol (1927-2016), heerser over Thailand. Die zelf een partijtje saxofoon speelde en graag met internationale gasten als Benny Goodman mocht jammen (voor het overige was de reputatie van sire niet echt vlekkeloos).

Foto's: Hammie van der Vorst

Labels: , ,

(Eddy Determeyer, 9.4.22) - [print] - [naar boven]



Cd
Fred Hersch - 'Breath By Breath' (Palmetto, 2022)

Opname: 24-25 augustus 2021

Fred Hersch heeft... een meditatieplaat gemaakt. Dat is dan de compacte versie. Het werkelijke verhaal is iets minder onheilspellend en sluit mooi aan bij 's mans discografie.

De 66-jarige pianist heeft een fragiele gezondheid, maar blijft vooralsnog productief bezig. Daarbij lijkt hij de klassieke exploratie even opzij gezet te hebben voor projecten die makkelijker haalbaar zijn in coronatijden of dicht aansluiten bij zichzelf. Lockdown-album 'Songs From Home' was een solo-release die vooral comfort wilde bieden via nostalgische covers en met 'Breath By Breath' doet hij het opnieuw, maar dan anders. Hersch bewandelt al decennia een traject dat regelmatig de grens tussen jazz en klassiek verkent. Al in de jaren tachtig arrangeerde hij muziek van onder meer Debussy en Ravel (voor 'The French Connection'), invloeden die bepalend zouden blijven in zijn hele carrière.

Dat de man ooit muziek zou schrijven op maat van een strijkkwartet was dus een kwestie van tijd. Op 'Breath By Breath' hoor je hem bovendien in de weer met een nieuw pianotrio. Of toch niet, want bassist Drew Gress staat al meer dan dertig jaar aan z'n zijde (en was jarenlang de bassist van diens working trio), en hij krijgt hier gezelschap van de Duitse drummer Jochen Rueckert, die vooral veel speelde met Nils Wogram, maar ook een aantal albums uitbracht onder eigen naam, waarvoor hij kon rekenen op de steun van onder meer Mark Turner. Dit trio wordt aangevuld met het Crosby Street String Quartet (violisten Joyce Hammann en Laura Seaton, altvioliste Lois Martin en celliste Jody Redhage Ferber).

We blijven voor de achtdelige 'Sati Suite' natuurlijk hangen in vertrouwd aanvoelende Hersch-wateren: 's mans piano dwarrelt subtiel parelend 'Begin Again' binnen en vormt de motor van een zacht schuifelend samenspel, waarin vooral de dosering opvalt. Het strijkkwartet verstrengelt innig met het trio om even later weer naar de achtergrond te verdwijnen, terwijl Hersch in een solopassage z'n jazz/klassiek-stempel drukt. Verderop blijft het elegant bewegen op het ritme van een regelmatige ademhaling. In 'Awakened Heart', een stuk voor piano en strijkers, neigt het even naar filmische aarzeling - meer Jan Swerts dan Fred Hersch, eigenlijk -, terwijl een ritmisch geplukte cello de hartslag vormt voor de titeltrack, waarin Rueckert subtiel ruist en ritselt en Hersch blijft hangen in ballade-modus.

Hier en daar worden een paar zijstappen gepermitteerd - 'Monkey Mind' is een tikkeltje speelser via stekelig geplukte snaren, in 'Mara' duikt er eenmalig sobere percussie op -, maar eigenlijk domineren de ingetogenheid en gaafheid. Met het wiegende 'Rising, Falling' en 'Know That You Are' voor de vier strijkers wordt vooral ingezet op muziek die comfort biedt. Het levendige slotstuk 'Worldly Winds' zorgt met wat pit voor een fijne opflakkering van energie. Bonus 'Pastorale', een hommage aan Robert Schumann die Hersch de laatste jaren regelmatig uit z'n hoed tovert, zalft voor een laatste keer.

Het maakt van 'Breath By Breath' een mooie plaat die duidelijk veel betekent voor Hersch. Het is misschien niet van het kaliber van soloalbum 'Open Book' of trioplaten 'Sunday Night At The Vanguard' en 'Live In Europe', maar wel een zijstap die steek houdt en nog maar eens benadrukt dat Hersch als geen ander elegant impressionisme binnensmokkelt in de jazz.

In de Jazztube hierboven vertelt Hersch meer over dit album en speelt hij 'Pastorale'.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Labels: , ,

(Guy Peters, 7.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert
Werelden van verschil

Duo Klomp & Simon Richter Trio, woensdag 30 maart 2022, Brouwerij Martinus, Groningen

Een wereld van verschil. Een duo dat grossierde in extraverte improvisatie-erupties en een trio dat introverte kamerjazz serveerde. Trombonist Ilja Reijngoud en slagwerker Lucas van Merwijk - alias Klomp - stelden het incasseringsvermogen van de aanwezigen danig op de proef. Het repertoire bestond voor een deel uit beproefde latin-evergreens als 'Bésame Mucho' en 'Perfidia'. Maar hier dus geen bolero's of rumba's, wat je misschien zou verwachten gezien Van Merwijks achtergrond (de vermaarde Cubop City Big Band). Hooguit gebruikte de drummer flarden van de oorspronkelijke ritmen in zijn avontuurlijke begeleidingspartijen en improvisaties.

De uitspraak van Max Roach, dat het drumstel een instrument is waar niet op gehengst dient te worden, maar dat met toewijding en smaak bespeeld moet worden, heeft Van Merwijk kennelijk ter harte genomen. Er zijn maar weinig percussionisten die hun kit binnen een of twee maten een vergelijkbaar aantal verschillende ritmen weten te ontfutselen. Maf hoor: een componist zou vier maanden nodig hebben om alle hier gespeelde structuren uit te schrijven, waarna een slagwerkgroep nog eens twee weken bezig zou zijn om het werk onder de knie te krijgen.

Het hielp natuurlijk dat de drummer over een stuk of zeven handen en een zeker zo groot aantal voeten beschikt. Nauwkeuriger gezegd: zijn linkervoet bediende een heel scala aan kleine onderdelen, zodat je een aantal malen geen flauw idee had wat de bron was van weer een nieuw ritmepatroon. Heel raar: ik kreeg het beeld door van een klassieke cochon de lait. Een speenvarken zoals dat in de binnenlanden van westelijk Louisiana een aantal uren boven een vuurkuil wordt geroosterd, waarna elk van de aanwezigen er om beurten onder het genot van een blikje Bud en een reefer zijn of haar stukje van afsnijdt. Net zolang tot je alle onderdelen, elke vezel van het dier geschat en gesavoureerd hebt. (Ja, zo wil iedereen wel varkensvlees eten.)

Met gemak bleef Ilja Reijngoud in deze barrages overeind. Met knopjes verbreedde hij het spectrum van zijn trombone. Met een daarvan creëerde hij een echo van zichzelf, zodat we ons allemaal in berg en dal bevonden, waar zoals bekend hoorngeschal klinkt. Met een ander knopje evoceerde Reijngoud een compleet bazuinkoor.

Na de branie van het duo excelleerde het trio van tenorist Simon Richter in smaakvolle interpretaties van selecties uit het Great American Songbook. Daarbij leek de lineariteit van de Lennie Tristano-school een leidraad. Dat resulteerde in songs met myriaden permutaties, waarbij met name gitarist Alexander Brott de grenzen van de melodieën opzocht. Daarbij waagde hij zich aan onmogelijke sprintjes en sprongetjes. Hier kwam, qua grip op het materiaal, niet zozeer een speenvarken als wel gitaargod Jimmy Raney in beeld.

Gedurende de uitvoering van de gruwelijk mooie ballad '’Tis Autumn' stapte een slanke, rijzige blondine met een breedgerande hoed en witte handschoenen tot de elleboog nippend aan een Martini op me af, of ik een vuurtje had.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels: , , , ,

(Eddy Determeyer, 3.4.22) - [print] - [naar boven]



Concert / Cd / Download / Jazztube
Rudresh Mahanthappa's Hero Trio live

zaterdag 26 maart 2022, Paradox, Tilburg
Rudresh Mahanthappa - 'Hero Trio' (Whirlwind, 2020)
Opname: 24 januari 2020
Rudresh Mahanthappa - 'Animal Crossing' (Whirlwind, 2022)
Opname: 22 november 2021

Juni 2020 bracht de saxofonist Rudresh Mahanthappa bij Whirlwind Records een opmerkelijk album uit, genoemd naar zijn nieuwe trio: 'Hero Trio', waarop hij samen met bassist François Moutin en drummer Rudy Royston een ode brengt aan zijn helden in de muziek. De bijbehorende tour bleef om welbekende redenen uit, vandaar dat hij pas op deze zaterdag in een karig bezet Paradox belandde. Inmiddels ligt er ook al een bescheiden vervolg, de digitale download 'Animal Crossing' met een viertal nieuwe covers.

Bijzonder aan die ode is dat het de brede smaak, maar ook de ontwikkeling die Mahanthappa als mens en muzikant doormaakte, laat horen. Zo zijn odes aan Charlie Parker, John Coltrane, Ornette Coleman en Sonny Rollins redelijk voor de hand liggend, maar geldt dat minder voor Keith Jarrett en nog minder voor Stevie Wonder, George Michael en Johnny Cash. Maar laten we vooral aanvangen met die jazzhelden, waarvan Mahanthappa in Tilburg Parkers 'Red Cross' laat horen en een combi van diens 'Barbados' met Coltranes '26-2', beide staan ook op de cd. Goed gekozen om te beginnen met 'Red Cross' en dus met een oeverloos tumultueuze solo, Moutin die graag meedeint met zijn hoofd kan het tempo maar amper bijhouden. Na uitgebreide verrichtingen van Mahanthappa, die zonder meer recht doen aan deze standard, is er uitgebreid ruimte voor Moutin en Royston, zowel in duoverband als solo, terwijl Mahanthappa ver van de microfoon vandaan wat ondersteunende lijnen blaast. Het is een patroon dat hij zowat in iedere compositie herhaalt, wat zorgt voor lang uitgesponnen stukken. Meer klassiekers volgen, zoals Ira Gershwins 'I Can’t Get Started', waarmee Mahanthappa teruggrijpt op Sonny Rollins' 'A Night At The Village Vanguard' uit 1957 en 'The Windup' van Keith Jarrett, dat Mahanthappa de uitspraak ontlokt: "Really great to play a Keith Jarrett tune without a piano". Het stuk komt van 'Belonging' en het was een van de twee lp's die de jonge Mahanthappa kon lenen bij de plaatselijke bibliotheek en die hem voedde in zijn honger naar jazz.

'Faith' van George Michael kwam met eenzelfde reden op de download 'Animal Crossing' terecht. In zijn vroege tienerjaren woonde hij door de baan van zijn vader een jaar in Londen en was toen nog een grote fan van Wham!. Net zo'n curiosum is 'Ring Of Fire' van Johnny Cash, ook niet bepaald een stuk dat je verwacht tijdens een jazzconcert. Maar het pakt zonder meer bijzonder goed uit, met name doordat Mahanthappa zich interessante zijstapjes veroorlooft en zeker in het laatste stuk biedt het Mountin en Royston een podium om eens flink los te gaan. Van cd/lp en download komen een vijftal stukken - allemaal jazzstandards - niet aan bod tijdens het concert, het had dan snel nog een uur langer moeten duren. Eén daarvan is een opmerkelijk pittige versie van Gene de Pauls 'I’ll Remember April', met krachtige bijdragen van Royston. De grote afwezige tijdens het concert is Ornette Coleman. Op de cd is hij echter wel aanwezig; Mahanthappa speelt het prachtige en zeer ingetogen 'Sadness'. Een stuk dat 's mans kwaliteiten als saxofonist scherp uitlicht, weinigen hebben zo'n fijnzinnige en prachtig geslepen klank. Tot slot moet hier Pat Metheny's 'Missouri Uncompromised' nog worden genoemd, terug te vinden op 'Animal Crossing', met name vanwege het stuwende basspel van Moutin en die overrompelende solo van Royston een juweel.

Foto: Auteursrecht: David Kelly Crow

Labels: , , , , , ,

(Ben Taffijn, 1.4.22) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.