Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Enthousiast jeugdig talent in de Badcuyp
Andreas Metzler Quartet, dinsdag 16 januari 2007, De Badcuyp, Amsterdam

Dit concert stond in het teken van de presentatie van hun nieuwe cd 'New Solutions'. In een wat ongebruikelijke bezetting speelde het nieuwe kwartet van contrabassist Andreas Metzler in het intieme muziekcentrum De Badcuyp in Amsterdam-Zuid. Inderdaad onge-bruikelijk, want hoe vaak kom je in de moderne jazz nog een samenstelling tegen van alt-viool, gitaar, contrabas en slagwerk? Ook bijzonder is het zich onderscheidende reper-toire, dat gebruik maakt van verschillende compositietechnieken, bewerkingen van stukken van Erik Satie en interessante improvisatieconcepten.

Dit jeugdige Zwitsers/Duits/Argentijns kwartet bestaat uit bandleider, componist en contrabassist Andreas Metzler, altviolist Benni von Gutzeit, gitarist Guillermo Celano en drummer Marcos Baggiani. Dit viertal heeft elkaar in de creatieve Amsterdamse jazzscene ontmoet en zij hebben, naast ook andere projecten, niet lang geleden dit kwartet gevormd.

Geopend werd met 'Formula One', een eigen stuk van Metzler, met de gitaar en viool unisono in de rustige vloeiende opening, vervolgens gecombineerd met lekker opjuinend drumwerk en de contrabas met lopende lijnen. Nou, dat beloofde het een en ander voor het vervolg van dit optreden. Het optreden werd vervolgd met 'D’Edriophthalma (Que C’est Triste)', een stuk van Satie, dat met een fijne gespeelde gitaarpartij begon. Veel galm en dubbelklanken vulden de kleine concertruimte. De brushes van Baggiani kwamen er subtiel onder, de contrabas en viool volgden. De viool nam hierna de solopartij over, waarna dit mooie stuk door Metzlers gestreken bas werd beëindigd.

'New Old Song' volgde, weer een eigen stuk, waarin Von Gutzeit zijn virtuositeit op de altviool goed kon tonen. En dat op pas 26-jarige leeftijd! Hij werd, zoals gebruikelijk, afgelost door een gitaarsolo van Celano, die tijdens het spelen wat krampachtig op zijn muziekpartituur bleef staren, daarbij ondersteund door een erg strakke, geconcentreerd gespeelde drumpartij. Baggiani bleek een strak ritme moeiteloos te kunnen vasthouden, afgewisseld met felle roffels. Maar ook stilistisch spel, met een aantal sterke melodische partijen, blijkt in het repertoire te zijn opgenomen, zoals in het stuk 'Retroactive'. In totaal werden zo zeven muziekstukken afgewerkt.

Dit kwartet met jeugdige musici moeten mijns inziens leren om solo's verder uit te bouwen. Alles kwam erg jachtig over, waarschijnlijk door de beperkte lengte van het concert. Het optreden bedroeg slechts een uurtje, waarin dit Andreas Metzler Quartet toch een zo breed mogelijke verscheidenheid van haar repertoire wilde tentoonspreiden. En dat is hen in ieder geval goed gelukt.

(Rolf Polak, 31.1.07) - [print] - [naar boven]





The Amstel Octet & Chet Baker - 'Hazy Hugs' (Challenge, 2006)
Opname: 1985

Trompettist Chet Baker was een rusteloos mens, speelde zelden lang met dezelfde musici, reisde veel en graag en lang over de wereld. Nederland speelde wel (los van het gegeven dat hij daar tragisch aan zijn einde kwam) een centrale rol voor hem. Hij speelde graag met Nederlandse musici, verbleef hier ook veel.

In 1985 reed hij op één dag heen en terug van Luik naar Loenen aan de Vecht om mee te spelen in een opname van het Amstel Octet, een formatie die met vijf blazers (Edu Ninck Blok op trompet, Evert Hekkema op baritonhoorn, Kees van Lier op altsax, Dick de Graaf op tenorsax, Jan Vennik op baritonsax) en een ritmegroep (Ben van den Brink op piano, Hein van de Geyn op bas, John Engels op drums) veelal uitgearrangeerde bebop-composities speelde.

De link was zijn vriendschap met Hekkema. De sessie leverde zes stukken op. Van de vier met Baker kende hij er maar één van tevoren ('Shifting Down' van Kenny Dorham), maar ook in de andere nummers speelt hij met zekerheid en autoriteit. De cd-heruitgave biedt behalve de zes tracks van de elpee van toen ook alternatieve takes van de stukken met Baker.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

(Anoniem, 31.1.07) - [print] - [naar boven]





Interview B.B. King

Indachtig onze slogan, Jazz en meer, richten wij ons vizier op een van de allergrootste bluesgitaristen ooit: B.B. King. Hij werd zaterdag uit het ziekenhuis in Galveston (Texas) ontslagen, waar hij verbleef nadat hij voorafgaand aan een optreden donderdagavond plotseling onwel was geworden. Wat de gitarist precies mankeerde is overigens niet bekend gemaakt. Maar na een antibioticakuur verklaarde de 81-jarige King zich weer 'helemaal de oude' te voelen.

Jean-Paul Heck had een uitgebreid vraaggesprek met B.B. King. Lees het
hier.

(Maarten van de Ven, 31.1.07) - [print] - [naar boven]





Mâäk's Spirit - '5' (W.E.R.F., 2006)

Mâäk's Spirit is een Belgische jazzband die al vele avant-garde avonturen heeft opge-zocht, met wisselend succes. 'Lives' en 'Le Nom Du Vent' waren de beste, hun samen-werking met Marokkaanse muzikanten en zangers op Al Majmaâ was minder gelukkig. Hun vierde cd bracht een combinatie van muziek en gesproken woord, iets waar ik allergisch voor ben, sorry.

Op dit album gooien ze het op een andere boeg: de verhalende stem blijft, maar de elek-tronica en de postproductie krijgen de bovenhand. Het geheel is uitermate gewelddadige muziek, noisejazz of violent jazz, als deze termen al bestaan. De cd begint met een big-band swing, die klinkt of hij rechtstreeks van de 78-toeren plaat uit een grammofoon komt. Maar dan neemt het geweld over, al dan niet met poëzie erbovenop, en het stopt niet tot het eind. Het laatste deel van de cd is opgenomen tijdens een live performance in Flagey in Brussel, die ik bijwoonde. Jean-Yves Evrard eindigde het laatste stuk met slechts één snaar op zijn gitaar, zo hard werd er geramd.

Vergis je niet, dit zijn alle zes klassemuzikanten, maar de chaos, de elektronische ver-vorming en het geweld smoren de muzikaliteit die slechts af en toe de kop opsteekt. Misschien dat ik ze nog een tiental keer moet beluisteren om er waardering voor op te brengen. Je moet hen wel nageven dat ze niet bevreesd zijn om nieuwe paden te be-wandelen, maar dit is mij net iets te veel.

Labels:

(Stef Gijssels, 30.1.07) - [print] - [naar boven]





Pakkende composities bij het Rembrandt Frerichs Quartet
vrijdag 12 januari 2007, Kraaij & Balder, Eindhoven

Jan Menu: tenor- en sopraansaxofoon / Rembrandt Frerichs: piano / Gulli Gudmundsson: bas / Joost van Schaik: drums.

Het kwartet communiceerde prettig, onderhoudend en boeiend met voornamelijk eigen composities van Frerichs. Dat was meteen ook een van de sterke punten vanavond. Rembrandt Frerichs is ondanks zijn jonge leeftijd (1977) een muzikant met een diverse staat van dienst. Zo was hij pianist van het Deep River Quartet en het European Jazz Youth Orchestra. En in 2003 trad hij op met de onlangs overleden saxofonist Michael Brecker.

Vanavond was een prominente rol weggelegd voor saxofonist Jan Menu. Hij zorgde voor menig vuur en avontuur. En schuwde niet zijn behendige en creatieve saxspel te larderen met eigentijdse klankvervreemdingen, flagioletten en buitensporige akkoordenescapades. In 'Impraha With Jan', een feature voor Menu op sopraansax, maakte Rembrandt Frerichs gebruik van een obscuur Indiaans instrument: de Shrutibox, een klein instrument waar-mee enkele tonen en ook akkoorden gespeeld kunnen worden als drones. Deze drones waren de basis waarover Menu zijn spel kon ontplooien. Met de bossanova 'There Will Be Sun On My Loveship', een aantrekkelijke Frerichs-original, besloot men de eerste set.

Een hoogtepunt deze avond was ongetwijfeld de spetterende uitvoering van 'The Foun-tainhead', een sterke compositie waarin het kwartet tot grote hoogte kwam. Joost van Schaik was hierin de drijvende en inspirerende kracht waardoor Menu en Frerichs konden exelleren. Een twaalf minuten durend swingend huzarenstukje, waarin ook bassist Gulli Gudmundsson zijn reputatie waarmaakte. Meer voortreffelijk basspel hoorde we van hem in 'Requiem' en het gestreken duet 'Impraha Met Gulli', met Frerichs wederom op de Shrutibox. Stevig en groot is zijn toon en je bent geneigd je voor langere tijd op zijn indringende spel te concentreren; zo aantrekkelijk is het om zijn keuzes en ideeën te volgen.

En dan was er nog de warmbloedig geblazen ballad 'How Long Has This Been Going On'. Deze uitvoering werd een mooi Menu-statement. In de toegift, een vrije blues in Bb, pak-te Van Schaik nog eens uit met een solo waarin hij zich wederom van zijn beste kant liet horen. Een cd-opname van dit kwartet is aanstaande en bij bezoekers van dit geslaagde concert is daarvoor vanzelfsprekend al belangstelling gewekt.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

Meer weten?
  • Klik hier voor de website van Rembrandt Frerichs.

    (Cees van de Ven, 30.1.07) - [print] - [naar boven]





    Gerard Kleijn - 'Le Flirt De Satie' (Boomerang Music Group, 2006)

    Zo om de twee of drie jaar maakt trompettist Gerard Kleijn een cd, met steeds iets wis-selende bezettingen. Vaste kern van de Gerard Kleijn Group van de laatste jaren waren bassist Paul Berner en drummer Joost Kesselaar. Die maken ook deze keer deel uit van Kleijns backing, samen met de Franse pianist Franck Amsallem. De vier zijn te horen in een registratie van een concert in een Zwitserse jazzclub, met een opmerkelijk program-ma, dat draait om de eigenzinnige pianomuziek van Erik Satie (1866-1925).

    Enkele van diens 'Gnossiennes' en een 'Gymnopédie' vormen de aanleiding voor knappe hedendaagse jazz, die overwegend ingetogen, zelfs bezonken van aard is (zoals die Satie-stukjes meestal ook). Maar hier en daar trekken Kleijn en zijn mannen ook wel wat forser van leer en kan het flink spoken. Rode draad is de mooie strakke toon van Kleijn zelf, op trompet en op bugel. Na vier cd's bij Munich (onlangs gestopt met eigen jazz-producties) heeft Kleijn nu onderdak bij de Boomerang Music Group (ook een BMG – niet te verwarren met de Duitse gigant Bertelsmann).

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 30.1.07) - [print] - [naar boven]





    Brabants Jazz Orkest & Paul van Kemenade brengen FREEDOM!

    Het Brabants Jazz Orkest speelt samen met jazzsaxofonist Paul van Kemenade werken van Charles Mingus, Charlie Haden, Carla Bley en Van Kemenade zelf, in arrangementen van Steve Slagle en Niko Langenhuijsen. Deze muziek is alles behalve alledaags en behoort dus zeker niet tot het standaard bigbandrepertoire.

    Wat de componisten Haden, Bley en Mingus bindt, is hun strijd voor vrijheid. Van Keme-nade sluit zich graag hierbij aan. Met hun composities en instrumenten hebben zij de wapens opgepakt en laten zij hun protest horen. Bij de één een strijd in de Spaanse burgeroorlog, bij de ander tegen de dictatuur in Chili en bij de volgende weer een protest tegen de gevestigde orde en onderdrukking. Destijds speelden grote tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen en geloofsovertuigingen een belangrijke rol. Ook nu, in onze huidige maatschappij is dit weer actueel. Ook de vermenging van stijlen is zeer actueel, getuige de vele cross-overprojecten die plaatsvinden.

    De werken zijn door Steve Slagle (altsaxofonist in bands van Haden, Bley en Mingus) en Niko Langenhuijsen (meester in de experimentele symfonische muziek) speciaal voor het Brabants Jazz Orkest en Paul van Kemenade herschreven naar deze tijd en in de klank-beelden van nu. De première van het project is op vrijdag 9 februari in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht.

    Klik hier voor meer informatie over dit project.

    (Jacques Los, 29.1.07) - [print] - [naar boven]





    Spannende jazzdialogen op piano en gitaar
    Jazz Impuls Dubbelconcert met Bert van den Brink, Jesse van Ruller en Francien van Tuinen, zaterdag 9 december 2006, Hanzehof, Zutphen. Herhalingen: Groningen 31/1, Gorinchem 17/2, Tiel 23/2, Apeldoorn 20/4, Den Haag 11/5.

    Het is op zich geen nieuwtje dat jazzmusici thema's uit de klassieke muziek gebruiken als uitgangspunt. Maar componisten als Satie, Shostakovich, Skriabin, Ravel en Brahms kom je toch niet elke dag tegen in jazzkringen. Arrangementen op thema's van hun hand, gemaakt door gitarist Jesse van Ruller en met nieuwe teksten van zangeres Francien van Tuinen, staan centraal in het project 'Muzyka', het tweede deel van dit dubbelconcert (een van de vele concerten in theaters en concertzalen waarmee de ambitieuze stichting Jazz Impuls aan de weg timmert).

    Gaat het hier om reguliere jazz? Niet helemaal. Het klinkt als jazz, het swingt als jazz (met hier en daar een snufje bossa nova), dat allemaal wel. Maar er wordt niet geïmpro-viseerd: Van Rullers arrangementen zijn hermetisch dichtgetimmerd, elke noot ligt vast, zelfs de instrumentale solo's tussen de vocals van Van Tuinen worden van blad gespeeld.

    Dat doet aan het luisterplezier weinig af: de Muzyka-band (met naast Van Ruller ook gitarist Maarten van der Grinten, bassist Jeroen Vierdag, drummer Sebastiaan Kaptein en percussionist Bart Fermie) staat als een huis, en Van Tuinen zingt haar partijen met een aangename jazzy timing en een prettig licht gevoileerde stem. Het meest markant zijn de stukken op basis van composities van Erik Satie, met interessante melodielijnen. Verder valt op dat het programma wat eenvormig is: bijna alles speelt zich in medium tempo af en is wat melancholiek gekleurd.

    Iets spannender is het 'halve' concert voor de pauze, een duo-set met pianist Bert van den Brink en gitarist Jesse van Ruller. De heren spelen een keuze uit hun net verschenen cd, met vooral stukken van Van Ruller. Ze inspireren elkaar tot interessante muzikale dia-logen, met Van den Brink (toch vooral befaamd om zijn gevoelvolle toucher) soms zeld-zaam explosief spelend. Indrukwekkend is vooral een eigenzinnige versie van het aloude 'House For Sale', in zevenkwartsmaat maar desondanks volstrekt natuurlijk swingend.

    Deze recensie verscheen eerder in dagblad De Stentor.

    (Anoniem, 28.1.07) - [print] - [naar boven]





    Kahil El'Zabar - 'Big M' (Delmark, 2006)

    Kahil El'Zabar is een klasse apart. Een directe discipel van de Association for the Advan-cement of Creative Music (AACM), de freejazz-beweging in Chicago, waar ook de Art Ensemble Of Chicago en Fred Anderson toe behoorden. Hij is altijd zijn eigen weg gegaan. El'Zabar is een fantastisch drummer en percussionist; de ritmes zijn dan ook uitermate belangrijk en zeer sterk geïnspireerd door Afrikaanse muziek.

    Zijn stukken zijn meestal thematisch zeer repetitief en komen bezwerend, hypnotisch over. De eenvoud van de thema's laat de solisten toe om voluit te gaan. Ik denk trou-wens dat zijn Ritual Trio het record heeft van het langste nummer: 1 uur 19 minuten 57 seconden, zeg maar 80 minuten (op 'Ritual Trio With Pharoah Sanders Live')! Het gaat hem dus niet om de complexe harmonische veranderingen, wel om de energie, de kracht van de improvisatie, het plezier van het samenspel, de spiritualiteit.

    'Big M' is opgedragen aan Malachi Favors Maghostut, de bassist van zijn Ritual Trio, die in 2004 overleden is. Kahil begon met het volgen van drumles op 14-jarige leeftijd na een optreden van het Art Ensemble Of Chicago, sterk onder de indruk van het baswerk van Favors. Ook Ari Brown op sax en piano maakt deel uit van dit trio. Ari Brown is zelf de vervanger van de eveneens overleden Lester Bowie. Malachi Favors wordt opgevolgd door Yosef Ben Israel, en het trio op deze cd wordt aangevuld met Billy Bang op viool.

    Dit is niet zijn sterkste album, maar zeker het beluisteren waard. De twee dagen eerder live opgenomen cd 'Live At The River East Art Center' is in mijn ogen net iets beter, iets intenser, iets energieker (maar moeilijker te vinden). 'Big M' biedt alles bij elkaar toch een uur luisterplezier (en dat voor zeven nummers!): de eindeloze creativiteit van El'Zabar op percussie, de warme, intense en vliegende sax van Brown en de krachtige bas van Ben Israel, die Maghostut waardig vervangt. Enjoy!

    (Stef Gijssels, 27.1.07) - [print] - [naar boven]





    Première Michiel Braam's Nopera in De Werf

    Vanavond gaat in Brugge (De Werf) een nieuw project van pianist/componist/bandleider Michiel Braam in première: Nopera. Morgenavond volgt de Nederlandse kennismaking in de Plusetage in Baarle-Nassau. Daarna voert een korte tournee de Nopera langs Parijs, Alkmaar, Nijmegen, Rotterdam, Amsterdam, Wenen, Middelburg en Groningen.

    Nopera is niet echt een opera. Er is muziek en er zijn zangers, maar het verhaal dat wordt verteld kan niet op papier worden weergegeven. De teksten zijn geschreven in een zelf ontworpen taal zonder betekenis, en de muziek bestaat niet uit één lange partituur, maar uit een aantal kleine composities die op allerlei manieren, en steeds in een andere volgorde, gespeeld kunnen worden. Het geheel zou een concertante uitvoering van een opera kunnen zijn.

    Nopera is eigenlijk een improvisatie-opera. De musici en zangers kunnen steeds een andere betekenis aan de muziek en aan de tekst geven. Ze kunnen die somber of op-gewekt, lief of agressief, harmonieus of chaotisch laten klinken. Wat dat betreft gaat Michiel Braam met deze Nopera net zo te werk als met zijn Bik Bent Braam.

    De volgende personen werken mee aan de Nopera:

    Lucia Meeuwsen is een klassiek geschoolde mezzosopraan die een grote naam heeft opgebouwd in de wereld van de hedendaagse gecomponeerde muziek. Vera Westera is thuis in veel verschillende muziekstijlen, met name jazz- en popmuziek. Ze is onder andere leadzangeres van de Groove Troopers. Sean Bergin, vooral bekend als saxofonist, zingt ook graag. In zijn werk klinken de muzikale tradities door van zijn geboorteland Zuid-Afrika en dat van zijn voorouders, Ierland.

    Het Zapp String Quartet speelt geïmproviseerde muziek, jazz, rock, wereldmuziek en alle mogelijke combinaties daarvan. Door hun groovende manier van spelen, waarbij de viool soms als een percussie-instrument wordt gebruikt, kunnen ze klinken als een rockband, een jazzgroep of een Bulgaarse feestband. Trio BraamDeJoodeVatcher bestaat uit drie eigenzinnige musici, die allen een volstrekt gelijkwaardig aandeel in de muziek hebben. Dat levert verrassende, originele en eclectisch muziek op, die alle kanten kan opgaan.

    Ellen Knops en Vincent van Roon improviseren met licht. Het lichtontwerp wordt beïn-vloed door het verloop van de muziek en door de eigenaardigheden van de plek waar de Nopera wordt opgevoerd.

    Meer weten?
  • Kijk voor meer informatie over Nopera op de website van Michiel Braam.

    (Maarten van de Ven, 26.1.07) - [print] - [naar boven]





    Alone together in het Bimhuis
    Sal Mosca, vrijdag 12 januari 2007, Bimhuis, Amsterdam

    De nu tachtigjarige, bij leven al legendarisch geworden pianist Sal Mosca, betrad onder een klaterend applaus via de lift om 21.15 uur het podium van het Bimhuis. Verwacht mocht worden dat de zaal uitverkocht zou zijn om naar een dergelijke grootheid te mogen komen kijken en luisteren, maar niets was minder waar. Een schamele honderd toeschouwers vulden de zaal. Waar waren bijvoorbeeld de Nederlandse (jazz)musici? Of hadden ze soms allemaal werk op deze winderige vrijdagavond?

    In ieder geval kan uw recensent nu al stellen dat de afwezigen een unieke mogelijkheid hebben laten lopen om het soloconcert van deze meesterlijke pianist Sal Mosca bij te wonen. Maar gelukkig was hij dus toch nog alone together met honderd verwachtings-volle en trouwe Bimhuisbezoekers. Een breekbaar mannetje eigenlijk deze Sal Mosca, die vriendelijk lachend eerst omstandig zijn pianokruk op de juiste hoogte ging instellen, voordat hij in de microfoon de hoop uitsprak dat zijn publiek een fijne avond tegemoet zou kunnen zien.

    Gestart werd met een opwarmertje, gevolgd door 'Some Of These Days', met weliswaar meer tempowisselingen, maar toch nog voorzichtig in de opbouw, al was zijn linkerhand wel lekker aan het lopen. En toen startte Sal Mosca 'I Got Rhythm', compleet in de stijl van zijn leermeester Lennie Tristano, met de linker- en rechterpartij soms contra, dan weer parallel lopend, dus veel lange baslijnen in combinatie met snelle passages in het hogere register.

    Het bijzondere aan dit solo-optreden was ook het feit dat Mosca, tijdens heel complexe gedeelten van zijn solo's, doodleuk uit het grote raam van het Bimhuis naar de voorbij-razende treinen en trams ging zitten kijken. In 'Let’s Dance', werd lekker snel gespeeld, met een schijnbaar ingehouden voelbare swing en harkerige aanslag, afgewisseld met mooie rollers en een soort klokkenspelaanslag, om daarna zeer ingetogen te eindigen. Dit in tegenstelling tot het vloeiend gespeelde 'Night And Day', dat in een soort bluesspel overging, om tot slot in een gecontroleerde chaos te eindigen.

    Maar het absolute hoogtepunt van dit optreden van Sal Mosca vormde een magistrale vertolking van Duke Ellingtons 'Caravan'. Na 'How High The Moon', met snelle loopjes en geraffineerd goed spel met veel blokakkoorden, en het soms het bewust gebruiken van dissonanten, werd daarna weer doodleuk het juiste pad gekozen en besloot Sal Mosca dit eerste deel van het concert.

    Na de pauze traden ook een altsaxofonist en trompettist aan, die later door altsaxofonist Joris Roelofs werden bijgestaan. Maar zij voegden eigenlijk niets toe aan het spel van Mosca, hoewel hij gezien zijn gevorderde leeftijd nu de gelegenheid kreeg om af en toe daadwerkelijk te kunnen uitrusten op zijn mooie vleugel.

    Een bijzonder enerverend concert, dat wat mij betreft niet langer had hoeven duren dan tot de pauze.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Hans Sirks.

    (Rolf Polak, 26.1.07) - [print] - [naar boven]





    Nancy Wilson - 'Turned To Blue' (Telarc, 2006)
    Opname: 2005-2006

    Qua leeftijd moet zangeres Nancy Wilson al wel zo'n beetje tot de AOW'ers onder ons behoren. Ze maakt al platen sinds de jaren vijftig, een snelle telling levert meer dan zeventig albumtitels op. Ze geldt als een topper, al heeft ze een groot deel van haar loopbaan natuurlijk in de schaduw gestaan van Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan. Haar recente album 'Turned To Blue' bewijst haar tijdloze klasse: sublieme timing, sterke dictie, prachtige stem, nog geen spoortje slijtage.

    De opnamedata bestrijken enkele maanden, verdeeld over verschillende locaties, met verschillende bezettingen. Kleine en grote ensembles, gastsolisten van grote naam als James Moody, Jimmy Heath, Hubert Laws, Tom Scott, Billy Taylor, Bob Mintzer (mooie bassolo van John Clayton in 'Just Once'). Hier en daar glijdt het programma even naar de rand van de kitsch, als er een closeharmony-koortje onder haar zang wordt gezet (in de titelsong bijvoorbeeld); wel goed gedaan maar daar moet je van houden.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 24.1.07) - [print] - [naar boven]





    Battle Of The Bands: Duke Ellington vs. Jimmie Lunceford

    Voor het eerst in meer dan zestig jaar zal er weer een 'Battle Of The Bands' plaatsvinden tussen de orkesten van Duke Ellington en Jimmie Lunceford. In de nacht van 30 op 31 januari 2007 trekken de bands – op de plaat – ten strijde. Dat zal tussen 2 en 7 uur ge-beuren op de Concertzender. Zoals dat destijds ook gebruikelijk was, bepaalt het publiek wie de winnaar is. Dat kan tijdens de uitzending telefonisch (035-6773118) of via email (eddydetermeyer@home.nl) gebeuren. Draai-medewerker Eddy Determeyer, Simon Korte-weg en Bert Vuijsje zijn de samenstellers van deze Battle.

    Initiatiefnemer is Determeyer, auteur van 'Rhythm Is Our Business: Jimmie Lunceford And The Harlem Express' (ISBN-13: 978-0-472-11553-2), dat bij Michigan University Press verschijnt. Het boek wordt woensdag 7 februari in het Amsterdamse Paradiso gepre-senteerd. De presentatie is onderdeel van de Streamlined Rhythm Revue, met leden van The Beau Hunks onder leiding van Robert Veen, die de originele arrangementen van het Lunceford orkest uitvoeren. De zang komt voor rekening van de Peeters Sisters en Sebastian Ohm, wiens velvet voice de tijden van de grote crooners zal doen herleven. Gedanst wordt er door de Cotton Club Lindy Hop Dancers.

    Het orkest van Jimmie Lunceford gold in de jaren dertig als gelijkwaardig aan dat van Duke Ellington. Lunceford was evenwel vooral populair bij de zwarte bevolking van Amerika, terwijl Ellington zich op de blanke markt richtte. In de Harlem Express van die eerste werden nieuwe instrumenten als de elektrische gitaar en de elektrische bas ge-introduceerd en Jimmie Lunceford was tevens de eerste bandleider die van elk optreden een visueel spektakel maakte. Zijn big band sloeg een brug tussen de vooroorlogse swing en latere stijlen als rhythm & blues en bebop.

    Meer lezen?
  • Twee artikelen van Eddy Determeyer over Duke Ellington en Jimmie Lunceford.

    (Cees van de Ven, 24.1.07) - [print] - [naar boven]





    Michael Bates & Outside Sources - 'A Fine Balance' (Between The Lines, 2006)

    In 2005 had Michael Bates, een Canadese bassist, al 'Outside Sources' uitgebracht, een veelbelovende cd. Zijn tweede 'A Fine Balance' staat in mijn top-10 van 2006. Outside Sources is nu de naam van de groep, die ook nog bestaat uit Quinsin Nachsoff op sax en basklarinet, Mark Timmermans op drums, en op deze cd nu ook Kevin Turcotte op trom-pet. Dit is jazz die put uit een veelheid van bronnen. Bates zelf vermeldt Shostakovich, Prokoviev, Miles Davis, Tony Malaby, Dave Douglas en muziek uit het Midden-Oosten.

    De muziek is wel 100% jazz, strak gecomponeerd met ruimte voor improvisatie. De toe-voeging van Turcotte op trompet geeft op dit album meer interactie en dus ook meer diepte en perspectief aan de muziek. Het is duidelijk dat Bates met zijn composities zoekt naar effect en schoonheid, en met succes. Het resultaat is avontuurlijke jazz, met in elk nummer voldoende bochten die je verrassen over het nieuwe zicht dat je, eenmaal de draai genomen, krijgt.

    (Stef Gijssels, 24.1.07) - [print] - [naar boven]





    Interview Loet van der Lee

    "Ik vond het heel belangrijk een goed geluid te hebben. Nog belangrijker eigenlijk dan virtuositeit. Hoewel, ik heb natuurlijk behoorlijk gebikkeld op moeilijke, technische etudes en zo. In die zin is Willem van Vliet – een klassiek trompettist – een belangrijk docent voor mij geweest. Hij heeft me de techniek van ademhalen bijgebracht. Hij werkte vanuit een soort Zen-meditatie. Alles wordt gestuurd vanuit het centrum van je lichaam."

    Aldus Loet van der Lee in een uitgebreid interview met Jacques Los. Lees het hier.

    (Maarten van de Ven, 22.1.07) - [print] - [naar boven]





    Van Lier/Nieuwerf/Ouwehand - 'Live At The Tor' (Maxanter Records, 2006)

    Het idee voor deze combinatie van trombone, gitaar en bas, gespeeld door Bart van Lier, Peter Nieuwerf en Ruud Ouwehand, dateert van 1991. Peter Huijts, programmeur van de Enschede jazzclub De Tor, bracht de drie samen in deze setting, en het was meteen een succes. In de afgelopen vijftien jaar hebben ze met enige regelmaat samengespeeld, maar tot een cd kwam het nooit. Tot nu.

    Huijts heeft dat net niet meer meegemaakt: hij overleed in de zomer van 2005. Vandaar dat het album aan hem is opgedragen. Een hoogst aangenaam concept, dit samenspel van deze drie ervaren muzikanten. Ze maken een soort kamerjazz, muziek die volstrekt helder en logisch is, op basis van de bebop, maar met een prettig soort intimiteit.

    Overigens zonder dat de dynamiek daaronder lijdt: het swingt hier en daar stevig. Van Lier, een fantastische trombonist, speelt (al dan niet met plunger) de sterren van de hemel, Nieuwerf levert tegenspel en harmonische ondergrond, Ouwehand is een solide basis. Raar eigenlijk dat het vijftien jaar moest duren voordat het tot een cd kwam.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    Meer weten?
  • Een interview met Bart van Lier door Eddy Determeyer.

    (Anoniem, 22.1.07) - [print] - [naar boven]





    Liever wat meer pit bij Catherine

    "De laatste keer dat de gitarist Philip Catherine een album uitbracht met een trio is meer dan 15 jaar geleden. Vrijdag 22 december stond hij weer met een trio in het Bimhuis, met Philippe Aerts op bas en Mimi Verderame op drums, waarmee hij ook een album zal uit-brengen. Het concert kwam nogal moeizaam op gang met enigszins 'saaie' jazz in de eerste set. De tweede set maakte dat echter helemaal goed."

    Lees hier de volledige concertrecensie van Alexandra Mientjes. En bekijk Hans Sirks' fotoverslag van dit concert.

    (Maarten van de Ven, 22.1.07) - [print] - [naar boven]





    Joe McPhee/Matthew Shipp/Dominic Duval - 'In Finland' (CIMP, 2005)

    Deze is er ook één van het eindejaarslijstje van beste cd's. Joe McPhee (sax, trompet) en Dominic Duval (bas) zijn oude getrouwen. Ze hebben samen met Jay Rosen (drums) jaren als Trio X rondgetoerd en opgenomen. Dit drumloos trio brengt drie lange stukken: 'Never Before', 'Never Again' en 'In Finland'.

    'Never Before' begint met een zes minuten durende donderende piano-intro van Shipp, die door McPhee plots tot rust wordt gebracht. Duval haalt meteen zijn strijkstok boven. De saxpartij van McPhee is heel lyrisch met vele langgerekte noten, wat Shipp dwingt om het rustiger aan te doen, maar dat is slechts tijdelijk. Het geheel ontploft in intens samenspel van de drie. Na twintig minuten krachtspel begint McPhee 'My Funny Valen-tine' aan te raken, en Shipp volgt meteen: traag, emotioneel en diep. Prachtig hoe ze dit half uur durende nummer tot een magistrale finale brengen.

    'Never Again' is een ode aan Monk, beginnend met 'Blue Monk'. Merkwaardig dat McPhee begint zoals op de cd van Trio X 'On Tour Toronto/Rochester' (2001) met zijn versie van hetzelfde nummer (en toevallig(?) was ook op dit optreden 'My Funny Valentine' van de partij). McPhee stotterend en stemloos blazend op zijn pocket trumpet, hortend piano-spel van Shipp en pulserend baswerk van Duval. Monk wordt uit elkaar gehaald in een chaotische verhaallijn, om plaats te maken voor nieuw opgebouwde schoonheid en kalmte, met McPhee op sax. Het laatste nummer gaat voort in dezelfde stijl: open, avontuurlijk, sterk afwisselend.

    Matthew Shipp is, ondanks zijn ongelooflijk pianospel, minder op zijn gemak in een volledige free omgeving. Dat bewees hij al op één van de cd's van Other Dimensions In Music. Maar op deze 'Live In Finland' lukt de combinatie meer dan aardig.

    (Stef Gijssels, 20.1.07) - [print] - [naar boven]





    Utrechtse rietenmagiër in vorm
    Gijs Hendriks Nonet, zaterdag 6 januari 2007, SJU Jazzpodium, Utrecht

    Het komt niet meer zo veelvuldig voor dat saxofonist Gijs Hendriks op de jazzpodia te beluisteren is. Dat is jammer. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was dat wel even anders. Je kon geen jazzagenda opslaan of de Hendriksgroepen speelden wel enige keren per week op prominente podia in den lande. Nu is inmiddels het podium-bestand aanzienlijk afgenomen. Het desastreuze subsidiebeleid heeft tot een enorme kaalslag geleid (dat heb je met een minister-president die 'Mamma Mia' tot zijn favoriete muziek rekent!).

    Na onlangs nog in het Bimhuis te hebben gespeeld, stond Hendriks met zijn nonet op het Utrechtse SJU Jazzpodium. Een nonet dat uitsluitend bestaat uit zeer competente musici. Musici uit vooral de hedendaagse mainstream, als pianist Rob van Kreeveld en trombonist Ilja Reijngoud. De uitzondering is altist en basklarinettist Michael Moore, een prominent exponent van de impro-scene. Deze variëteit in de bezetting is exemplarisch voor de muzikale opvattingen van Gijs Hendriks: geworteld in de jazztraditie én een ongebreidelde hang naar avontuur.

    Het repertoire bestond merendeels uit medium-tempo blues en ritmeschema's. Maar dan wel eigen composities en arrangementen van Hendriks (een belangrijk talent van hem). Melodieuze en tonale muziek, die aanleunt tegen de grenzen van hedendaagse gecomponeerde- en improvisatiemuziek.

    Hoewel eenieder in het nonet voldoende ruimte kreeg om te soleren, was Hendriks de meest prominente solist - naast voortreffelijk solowerk van Van Kreeveld, Moore, en, in het enige up-tempo stuk na de pauze, Reijngoud – en terecht. Vooral op tenor- en baritonsaxofoon vallen zijn toonvorming en eigenzinnige improvisatielijnen op. Elk register (van lage bes tot en met de flageoletto, zeer zuiver) wordt op beide instrumenten gelijk-waardig benut. Zijn volle juichende toon, vooral op tenor, is uniek. In het nummer 'Joy' soleerde Hendriks prachtig op de baritonsax. Hij is de oude meester op dit instrument. Jarenlang "bromde hij zijn partijtje" (zijn eigen woorden) in Charlie Nederpelts VARA Dansorkest. Hij is de kunst nog steeds niet verleerd. Zijn toon is warm en diep.

    De overige muzikanten – fluitiste Friederieke Darius, tubaïst Frans Cornelissen, gitarist David Golek, bassist Bas Rietmeijer en drummer Egbert Gruithuizen – soleerden en begeleidden adequaat. Het Gijs Hendriks Nonet is een verrassende en interessante formatie, die meer aandacht van de jazzprogrammeurs verdient.

    Klik
    hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

    (Jacques Los, 18.1.07) - [print] - [naar boven]





    Shebop - 'I Am Here' (Shebop 2, 2006)

    Wat een leuk bandje is dat, Shebop, ooit winnaar van het Nederlands Jazzconcours (1999). Het is geformeerd rond zangeres Linda Westera, en omvat verder vijf goed in het pak gestoken jongemannen: Harmen Jan Teule (sopraan-, alt- en tenorsaxofoon), Hein Jan van Vilsteren (trombone), Patrick Holleeder (toetsen), Pieter Althuis (bas) en Adriaan Stam (drums en percussie). Ze hebben ooit al eerder een cd uitgebracht onder de naam 'Shebop Moves' (2001), geproduceerd door niemand minder dan Jerry van Rooijen, en doen het nu helemaal zelf: de muziek, de productie en de distributie. Alleen de opname niet, daarvoor waren ze te gast in de legendarische Studio 44 in Monster.

    Het repertoire is merendeels van eigen hand: songs van Westera, arrangementen van Van Vilsteren. Die twee vormen ook de twee meest markante 'stemmen' van Shebop: de pittige vocals van Linda en de warme maar virtuoze trombone van Hein Jan. Stilistisch laat de band een overtuigende mix horen van funk en mainstream jazz.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 17.1.07) - [print] - [naar boven]





    Alice Coltrane overleden

    John Coltrane's echtgenote, pianiste Alice Coltrane, is op vrijdag 12 januari in het zieken-huis in West Hill op 69-jarige leeftijd overleden.

    Alice groeide op in een zeer muzikale familie in Detroit. Haar moeder zong en speelde piano en haar halfbroer Ernie Farrow was een relatief bekende bassist die onder meer bij saxofonist Yusef Lateef en vibrafonist Terry Gibbs gespeeld heeft. Zij begon op negen-jarige leeftijd piano te studeren. Als jonge vrouw speelde zij in de bands van Lateef, gitarist Kenny Burrell en saxofonist Lucky Thompson. In 1959 vertrok ze naar Parijs om bij Bud Powell te studeren. In die tijd werd haar stijl door criticus Don Heckman als volgt gekarakteriseerd: "At that time she played with a brisk, rhythmic style immediately reminiscent of Bud Powell."

    Begin jaren zestig ontmoette ze tijdens een tour met Terry Gibbs John Coltrane. In 1965 trouwden ze en werd Alice pianist in Coltrane's kwartet (McCoy Tyner had inmiddels het kwartet verlaten). Zij had zich van beboppianist ontwikkeld tot een 'vrij' spelende pia-niste. Vooral natuurlijk onder invloed van haar man. In een interview zegt ze daar over: "In other words, he'd teach me not to stay in one spot and play in one chord pattern. 'Branch out, open up... play your instrument entirely.' John not only taught me how to explore, but to play thoroughly and completely."

    Het huwelijk duurde niet lang. John Coltrane overleed in 1967. Nadien formeerde Alice haar eigen groepen met onder anderen Pharoah Sanders, Joe Henderson, Frank Lowe en Carlos Ward. Naast piano speelde zij orgel en harp. Op het label Impulse! bracht zij onder eigen naam succesvolle albums uit als 'Monastic Trio', 'Journey In Satchidananda', 'Ptah The El Daoud' en 'World Galaxy'.

    In 1975 richtte ze een Oosters spiritueel centrum op. Ze bad, mediteerde en compo-neerde Hindoestaanse muziek. Ook schreef ze boeken, zoals 'Monumental Ethernal' en 'Endless Wisdom'. Met haar zoons Ravi en Oran Coltrane formeerde ze een nieuwe jazz-groep. In 2004 verscheen haar laatste album 'Translinear Light', op het Verve-label, met onder anderen Charlie Haden en Jack DeJohnette.

    (Jacques Los, 15.1.07) - [print] - [naar boven]



       

    Dennis Gonzalez - 'Nile River Suite' (Daagnim, 2004)
    Dennis Gonzalez - 'No Photograph Available' (Clean Feed, 2006)


    Dennis Gonzalez is een ondergewaardeerde trompetist en zijn muziek is ook moeilijk te vinden. De cd 'Nile River Suite' was tot enkele maanden geleden op de website van Gonzalez gewoon gratis te downloaden, omdat hij uit voorraad was en niet meer opnieuw werd uitgegeven. En dat ondanks het feit dat deze cd in 2004 pas was uitgekomen!

    'Nile River Suite' is een prachtig album, met Gonzalez en Roy Campbell op trompet, Sabir Mateen op sax en fluit, Henry Grimes op bas en Michael Thompson op drums. De muziek is traag, kabbelend, met af en toe Midden-Oosterse melodische inslag, maar niet nadruk-kelijk, met heel veel ruimte voor de solisten, voortgedreven door de blazers, en een bij momenten hypnotische ritmesectie (Gonzalez kreeg ooit het verwijt de solisten té veel ruimte te geven, een verwijt dat hij nu gelukkig tot handelsmerk heeft gemaakt).

    De muziek geeft het gevoel ter plekke gecomponeerd te zijn, en dat lukt normaal met drie blazers niet echt altijd, maar dit kwintet luistert en volgt de initiatieven van de anderen om er dan zelf een eigen wending aan te geven. Zeer warme, avontuurlijke maar toegan-kelijke muziek. De cd is onlangs opnieuw uitgebracht. Het nadeel is natuurlijk dat je hem niet langer kan downloaden van de website van Gonzalez.

    'No Photograph Available' is voor mij één van de beste cd's van 2006, met Gonzalez op trompet, Charles Kohlhase op sax, Joe Morris én Nate McBride op bas, en Croix Gallipault op drums. Deze laatste is een 19-jarige leerling van Joe Morris. Ik ga hier niet veel over schrijven: kopen is de boodschap!

    (Stef Gijssels, 15.1.07) - [print] - [naar boven]





    Michael Brecker overleden

    Michael Brecker is zaterdag op 57-jarige leeftijd overleden. In zijn meer dan drie decennia omspannende carrière speelde de saxofonist op meer dan 900 albums en won hij liefst 11 Grammy Awards.

    Bij Brecker werd in 2005 MDS (het Myelodysplastisch Syndroom) geconstateerd, een voorstadium van leukemie. Een wereldwijde zoektocht naar een juiste match voor een beenmergtransplantatie leverde niets op. In mei ontving hij experimenteel een transplan-taat van zijn dochter Jessica, helaas zonder resultaat.

    Zijn breed uiteenlopende muzikale interesse en kwaliteiten als topklasse-improvisator verzekerde hem van een positie als een van de belangrijkste saxofonisten uit het post-Coltrane tijdperk. Zijn saxofoontechniek/-stijl is veel bestudeerd en gekopieerd. Pianist Herbie Hancock, die vaak met Becker samenwerkte, zei over hem: "He's so inventive and creative, and he's so smart and quick. He never runs out of ideas." Breckers muziek kenmerkt zich door technische perfectie; de moeilijkste passages weet hij moeiteloos te laten klinken.

    Brecker werd in 1949 geboren in Cheltenham, Philadelphia. Een telg uit een muzikale familie; hij was een zoon van een advocaat en amateur-jazzpianist (en broer van trom-pettist Randy Brecker). Zijn vader nam hem mee naar optredens van jazzlegendes als Miles Davis, Thelonious Monk en Duke Ellington. Brecker studeerde aanvankelijk klarinet en altsax, maar geïnspireerd door het werk van John Coltrane stapte hij over op tenorsax. Aan de universiteit van Indiana eind jaren zestig overwoog hij medicijnen te gaan studeren, maar uiteindelijk koos hij voor zijn passie, de muziek.

    Na een jaar studie aan universiteit van Indiana ging hij in de voetsporen van zijn oudere broer naar New York, waar hij al snel een reputatie verwierf in de jazzscene. Hij speelde met de R&B-zanger Edwin Birdsong, drummer Billy Cobham en zijn eigen jazz-rockband Dreams. In 1973 trad hij met Randy toe tot het Horace Silver Quintet. Een jaar later richtten de broers The Brecker Brothers op, een formidabele fusionband, die in 1975 veel opzien baarde met het krachtige debuutalbum 'Some Skunk Funk'.

    In de jaren tachtig fungeerde Michael Brecker regelmatig als gastmuzikant bij plaat-opnamen met enkele grote namen uit de wereld van jazz en pop, zoals Frank Sinatra, Bruce Springsteen, Frank Zappa, Steely Dan en Parliament-Funkadelic. Zijn solocarrière begon in 1987 met het verschijnen van zijn debuut op Impulse!, simpelweg 'Michael Brecker' getiteld. Het album werd meteen 'Jazz Album Of The Year' bij toonaangevende jazzmagazines als Down Beat en Jazziz.

    De saxofonist was een graag geziene gast op jazzfestivals overal ter wereld. Zo trad hij diverse keren op tijdens het North Sea Jazz Festival in Den Haag, met eigen formaties, maar ook met Herbie Hancock en Roy Hargrove.

    Een van zijn laatste wapenfeiten is de cd 'Wide Angles' uit 2004 van zijn Quindecet, met onder meer trombonist Robin Eubanks en bassist John Patitucci. Ondanks zijn ziekte slaagde de saxofonist er toch nog in om een laatste album op te nemen; twee weken geleden werd het voltooid.

    (Maarten van de Ven, 14.1.07) - [print] - [naar boven]





    Uit het Down Beat-archief: Albert Ayler

    Op 17 november 1966 publiceerde het toonaangevende jazzmagazine Down Beat een interview met een van de meest spraakmakende saxofonisten van de free jazz: Albert Ayler. Zijn ervaring in rhythm 'n' blues-bands en zijn krachtige toon, onontkoombare volume en enorme vibrato onderscheidden hem van tijdgenoten als Coltrane en Dolphy. Zijn album 'Spiritual Unity' (ESP-Disk, 1964), met bassist Gary Peacock en Sunny Murray, gaat als een klassieker de jazzannalen in.

    Aan de orde komen onder meer de ideologie achter zijn muziek en de belangrijkste muzi-kale invloeden, zoals New Orleans-jazz. Ayler: "We're trying to do for now what people like Louis Armstrong did at the beginning. Their music was a rejoicing. And it was beauty that was going to happen. As it was at the beginning, so will it be at the end."

    Albert Ayler verdween op 5 november 1970. Enige weken later werd zijn levenloze lichaam teruggevonden in New York City's East River. Ondanks steeds terugkerende geruchten over moord is het waarschijnlijker dat de saxofonist, die kampte met een depressie, bewust een einde aan zijn leven heeft gemaakt.

    Lees het interview op de site van Down Beat.

    Meer weten?
  • Een goed gedocumenteerde website over Ayler Ayler.

    (Maarten van de Ven, 13.1.07) - [print] - [naar boven]





    Ella Fitzgerald siert postzegel

    Postume postzegelhulde voor Ella Fitzgerald. De US Post geeft volgende maand een zegel uit met een beeltenis van de zangeres, gebaseerd op een foto die rond 1956 is gemaakt door de beroemde illustrator Paul Davis.

    Fitzgerald, die wordt gezien als een van de grootste jazzzangeressen uit de geschiede-nis, wordt ook wel The First Lady Of Song genoemd, om het grote bereik van haar stem. Die besloeg drie octaven. Gedurende haar carrière won ze veel prijzen, waaronder dertien Grammy Awards. In 1996 overleed ze op 79-jarige leeftijd aan de gevolgen van diabetes.

    Bron: Novum/AP

    (Maarten van de Ven, 13.1.07) - [print] - [naar boven]





    Benjamin Herman - 'The London Session' (Dox/Roach Records, 2006)

    Alleskunner Benjamin Herman is actief in allerlei ambiances, maar zijn gedreven altsaxo-foonspel bevalt mij nog altijd het allerbest in een bebop-ambiance. Vandaar dat ik erg veel plezier beleef aan zijn 'London Session', waarvoor hij samen met trombonist Bart van Lier naar een Londense studio trok om daar met veteraan-pianist Stan Tracey zeven stukken vast te leggen.

    Fantastische muziek op basis van vier thema's van Herman zelf en drie standards. Meest opvallende item in die laatste categorie is 'Mood Indigo' van Duke Ellington, dat hier een respectvolle nieuwe versie krijgt. De twee Nederlandse blazers worden ondersteund door een geweldig ingespeeld trio, met de haast legendarische Britse pianist Stan Tracey als leider, Clark Tracey (zijn zoon) op drums en Andres Cleyndert op bas. De vijf hebben er allemaal enorm veel zin in, en dat is in elke noot voelbaar. Het meest eigentijds is het slotstuk op de cd, nota bene op basis van het aloude 'Love For Sale' van Cole Porter; hier gaat Herman in het exposé van het thema behoorlijk loos.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    Labels:

    (Anoniem, 13.1.07) - [print] - [naar boven]





    Greetje Kauffeld viert vijftigjarig jubileum met Metropole Orkest

    Op 1 februari 2007 is het precies vijftig jaar geleden dat Greetje Kauffeld haar profes-sionele carriere begon als zangeres bij het radiodansorkest The Skymasters. Zondag-middag 14 januari viert ze dat gouden jubileum met een concert in Spant! te Bussum met het Metropole Orkest onder leiding van de Duitse dirigent Jörg-Achim Keller en solisten als zanger Humphrey Campbell, saxofonisten Piet Noordijk, Ferdinand Povel en Jan Menu, trompettisten Ack van Rooijen en Ruud Breuls en gitaristen Peter Nieuwerf en Maarten van der Grinten. Kauffeld is al enkele decennia docente aan Nederlandse conservatoria. Het is haar wens dat één van haar oud-leerlingen, Adriana Romijn, zondagmiddag ook optreedt met het Metropole Orkest.

    Greetje Kauffeld is één van de grote jazzzangeressen in Europa. Haar gouden jubileum is een unieke gelegenheid om dit feit te markeren met een groots concert in Bussum, dat door muziekkeuze en muzikale gasten tegelijk haar fantastische loopbaan illustreert. De zangeres, van wie onlangs in Duitsland de autobiografie 'Was für Tage...' verscheen, koos het Metropole Orkest als begeleiding van een 45 minuten durende selectie uit het werk van de Amerikaanse componist Harold Arlen. Rob Pronk en Jerry van Rooijen arrangeerden de muziek. Een feest der herkenning voor Kauffelds fans, want in 1975 maakte ze met hetzelfde orkest en dezelfde instrumentale solisten een radio-opname, die onlangs op dubbel-cd is uitgebracht. In het jubileumconcert laat Kauffeld zich verder horen met gitarist Peter Nieuwerf en saxofonist Jan Menu, met wie ze sinds 1986 een trio vormt. De NPS-radio zal dit programma uitzenden op dinsdag 30 januari, om 23.00 uur.

    Greetje Kauffeld is morgenavond al te horen op Cultura. Het nieuwe cultuurkanaal van de Publieke Omroep is 24 uur per dag, zeven dagen in de week te zien via digitale televisie en internet (www.cultura.nl). De avond begint om 20.30 uur met het Cultura Journaal. Presentator Andrew Makkinga praat hierin met NRC-redacteur Amanda Kuyper over Kauf-feld. Om 20.41 uur een documentaire die Jan Kelder in 2005 voor NPS Output maakte over de zangeres. In het programma 'Soundtrack: Greetje Kauffeld' om 21.23 uur speelt het Metropole Orkest onder leiding van Dolf van der Linden filmmelodieën, met de jubi-lerende zangeres.

    In januari, februari en maart zal Greetje Kauffeld in het land concerten geven met het trio van Cees Slinger.

    (Cees van de Ven, 11.1.07) - [print] - [naar boven]





    Bridge 61 - 'Journal' (Atavistic, 2006)

    Ken Vandermark behoeft geen introductie meer. In 1999 kreeg hij de MacArthur 'Genius' Grant, een eer die enkel de groten als Ornette Coleman, Cecil Taylor en Anthony Braxton ten deel waren gevallen, maar die hij sindsdien probeert waar te maken. Een ruwe schat-ting brengt me op meer dan 100 cd's waar hij sinds dan op heeft meegespeeld, in een dertigtal ensembles. Bridge 61 is één van de hoogtepunten van 2006, met Vandermark op sax en klarinet, Jason Stein op basklarinet, Nate McBride op bas en Tim Daisy of drums. McBride speelt ook bas in Spaceways Inc. en Tim Daisy is de drummer van dienst bij de Vandermark 5.

    Ondanks al deze veelspelerij blijft Vandermark boeien, en 'Journal' is daar een prima voor-beeld van. De nummers zijn gecomponeerd met veel ruimte voor improvisatie en het zoe-ken naar nieuwe effecten en klankcombinaties met een klein ensemble. Die kunnen gaan van aarzelend aftastend werk, zoals in 'Superleggera', over een meer bop-benadering in 'Atlas', tot funky werk als 'Nothing's Open', met McBride op elektrische bas. De sax en de klarinet zoeken elkaar, respecteren elkaar en vullen elkaar aan. Op het wondermooie trage '29 Miles Of Black Snow' krijgt McBride een lang solo, teder aangevuld door Vandermark en Stein.

    Op 'A=A/b=b' beginnen bas en klarinet met een ritmisch sterke intro, om na vier minuten het estafettestokje door te geven aan drums en baritonsax: hetzelfde thema, andere muziek. Na zeven minuten speelt de hele band tien seconden unisono het slot. In de afsluiter 'Shatter', opgedragen aan gitarist Sonny Sharrock, speelt McBride afwisselend vervormde en niet-vervormde basgitaar. Het stuk heeft noise-rock elementen, maar blijft beheerst en fris afwisselend. De vier muzikanten blijven de ganse cd hetzelfde hoge niveau halen. De composities zijn ritmisch sterk en melodieus afwisselend. Aanrader.

    Labels:

    (Stef Gijssels, 11.1.07) - [print] - [naar boven]





    Interview Diana Krall

    Jazzzangeres/pianiste Diana Krall schijnt een lastige, arrogante en afstandelijke vrouw te zijn. De diva is een superster die de jazzwereld na de dood van Ella Fitzgerald niet meer heeft gezien. De struise Canadese blondine verkoopt wereldwijd miljoenen platen en na haar huwelijk met popicoon Elvis Costello is ze dagelijks voer voor de Amerikaanse en Engelse paparazzi. In oktober 2006 werd hun tweeling Dexter Henry Lorcan en Frank Harlan James geboren.

    "Ik ben een vrouw en vind het prachtig om in mooie jurken te poseren voor topfoto-grafen. Wat is daar mis mee? Ik ben er erg op gefocust op wat voor manier mijn imago naar buiten wordt gebracht. Er komt geen publiciteitsfoto in de pers voordat ik die eerst heb gezien. Niemand wil toch met een lelijke snoet in de krant de wereld rond?"

    Diana Krall in gesprek met Jean-Paul Heck. Lees
    hier het complete interview.

    (Cees van de Ven, 9.1.07) - [print] - [naar boven]





    VPRO/Boy Edgar Prijs 2007 voor Bert van den Brink

    De VPRO/Boy Edgar Prijs 2007 is toegekend aan Bert van den Brink, pianist, componist, arrangeur, docent en producent. De prijs, de belangrijkste in Nederland op het terrein van de jazz en geïmproviseerde muziek, bestaat uit een plastiek van Jan Wolkers en een geldbedrag van € 12.500,-. Op woensdag 11 april 2007 wordt de prijs uitgereikt tijdens een feestelijk programma in het Bimhuis te Amsterdam. Later in het jaar volgt een lande-lijke tournee.

    De jury, bestaande uit Bob Hagen (voorzitter Stichting Jazz Impuls), Melchior Huurdeman (eindredacteur Vrije Geluiden, VPRO), Dirk Koppes (hoofdredacteur Carp), Rob van Loo (Jazzclub Jazz Affairs, Hoorn) en Lidwien Vork (directeur Beauforthuis, Austerlitz), ver-meldt onder meer in het juryrapport: 'Van den Brinks werk klinkt volkomen oorspronkelijk, iedere improvisatie een zoektocht naar nieuwe mogelijkheden.'

    'Zijn spel is direct herkenbaar, iets wat alleen de groten in de jazz weten te bereiken. Qua spel herkenbaar, qua stijl onherkenbaar: weinigen kunnen zich muzikaal zo als een kameleon tonen, zonder aan karakter en zeggingskracht in te boeten' en 'Van den Brink soleert niet vanuit een bepaalde stijl, maar vanuit de melodie. Altijd op zoek naar die ene noot die kan worden weggelaten.'

    Op zondag 14 januari is Bert van den Brink te gast in het programma Vrije Geluiden, om 10:30 op Nederland 1. De toekenning van de VPRO/Boy Edgar Prijs 2007 vindt plaats onder auspiciën van de VPRO en de Jazzorganisatie. De Jazzorganisatie is het samen-werkingsverband van het Nederlands Jazz Archief, de Dutch Jazz Connection en de Nederlandse Jazzdienst.

    Meer weten?
  • Uitgebreide informatie over de VPRO/Boy Edgar Prijs vind je hier.
  • De website van Bert van den Brink.
  • Onze recensie in woord en beeld van het concert van Jesse van Ruller en Bert van den Brink in café
        Hopper, Antwerpen op woensdag 5 oktober 2005.

    (Jacques Los, 8.1.07) - [print] - [naar boven]





    Weather Report - 'Forecast: Tomorrow' (Sony/Columbia Legacy, 2006) 3 cd's/dvd

    De legendarische formatie Weather Report, een van de meest vooraanstaande acts in de fusion, was eigenlijk een duo. Saxofonist Wayne Shorter en toetsenist Jo Zawinul troffen elkaar in de band van Miles Davis, en besloten samen het daar ontwikkelde concept (een virtuoze maar wat nerveuze mix van jazz en rock) verder uit te bouwen. Ze werkten daartoe samen met tal van gelijkgestemde musici (onder wie John McLaughlin, Herbie Hancock, Chick Corea, Dave Holland, Tony Williams, Sonny Sharrock, Miroslav Vitous, Jack DeJohnette, Jaco Pastorius, Peter Erskine), in almaar wisselende bezettingen.

    De onlangs uitgebrachte box 'Forecast: Tomorrow' biedt een brede blik op de historie van deze band, vanaf het begin rond 1970 tot het eind in 1986. Op drie cd's is een selectie opgenomen van tracks uit de albums (zoals 'Black Market', 'Heavy Weather', 'Mysterious Traveller', 'Night Passage'), en een dvd toont het concert dat Weather Report in 1978 in Offenbach gaf (met Pastorius op bas en Erskine op drums). In het bijgevoegde boek tekst en beeld en andere relevante info.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 8.1.07) - [print] - [naar boven]





    Finalisten YPF Pianoconcours Jazz 2007 bekend

    De Young Pianist Foundation (YPF) organiseert naast het bekende klassieke pianocon-cours voor het eerst een concours voor jonge talentvolle jazzpianisten. Voor de selectie-ronde hadden zich maar liefst zeventien jonge jazztalenten aangemeld. Zes deelnemers gaan door naar de finale op 14 januari 2007 in het Bimhuis in Amsterdam: Cesar Latorre Trabanco, Dimitar Bodurov, Pablo Gutierrez Calvo, Gideaon van Gelder, Rein Godefroy en Walter Wolff. Zij zijn onder andere afkomstig van de conservatoria van Den Haag, Amsterdam en Rotterdam.

    De uiteindelijke winnaar mag een cd opnemen bij het platenlabel Gramercy Park Music,
    die de cd internationaal gaat distribueren. De jury tijdens de finale staat onder leiding van Lodewijk Bouwens en bestaat verder uit Michiel Borstlap, Guus Janssen, Enrico Pieranunzi, Bobo Stenson, John Taylor en Wouter Turkenburg.

    Meer weten?
  • De website van het YPF Pianoconcours Jazz 2007.

    (Jacques Los, 8.1.07) - [print] - [naar boven]





    Nieuwe concertserie bij de SJU

    Een nieuwe flitsende concertserie op de zondagen in januari en februari bij het SJU Jazzpodum: U-ex(perimental), een initiatief van bassist Meinrad Kneer en multifluitist Mark Alban Lotz: eigenzinnige musici die nieuwe geïmproviseerde muziek creëren.

    De ad hoc samengestelde ensembles blinken uit in bizarre instrumentaties en spetterende of juist fragiele klanken. U-ex staat garant voor spontane ontmoetingen van musici die samen vrije en geïmproviseerde muziek spelen: instant composing / instant playing / instant listening. Met Mark Alban Lotz op fluit, Meinrad Kneer op bas en vele gasten uit 'Improvisatieland', waaronder Achim Kaufman, Jodi Gilbert, Jasper LeClerq, Xavier Lopez, Michael Baird, Ned Mac Gowan, Kristina Fuchs en Oene van Geel.

    Klik
    hier voor data van deze concertserie.

    (Jacques Los, 7.1.07) - [print] - [naar boven]





    Carlos Barretto - 'Lokomotiv' (Clean Feed, 2003)

    Da's eens iets anders. Free jazz uit Portugal. Carlos Barretto is een bassist die nog met Steve Lacy, Mal Waldron en Barry Altschull heeft gespeeld. Hij wordt op 'Lokomotiv' be-geleid door Mario Delgado op elektrische gitaar en José Salgueiro op drums. De Fransman François Corneloup speelt op de helft van de nummers mee op baritonsax. Helemaal free jazz is het ook niet, eerder 'modern creatief', wat dat ook moge betekenen. Door de gitaar van Delgado heeft het geheel nogal een fusiontintje, maar niet meer dan dat.

    Het gaat hier niet om technisch vertoon op de instrumenten, wel om de muziek. Het eerste nummer 'Lokomotiv' zet meteen de toon. Een sterke, (letterlijk) hijgende baslijn, een aarzelende gitaaraanzet, de drums die licht invallen en de bariton die dan het geheel op gang trekt en eenmaal op gang van ritme verandert, een korte break en de hijgende bas zet weer aan van bij het begin (oké, het is een locomotief). 'Eirò' is iets rustiger, opnieuw met een mooie en lange gecompliceerde baslijn, waar de gitaar sterk vervormd begint op te reageren, eerder met geluiden en klanken, na enige tijd ondersteund door de funkende drums, om dan open te barsten in een onverwacht pompende unisono gitaar/
    arcobas van het thema, om daarna weer redelijk free verder te gaan.

    Op 'Klinfrik' speelt Salgueiro framedrums, met een melodieuze saxpartij van Corneloup. Het vierde nummer begint dan weer met een Robert Fripp-achtige zenuwachtige gitaar-intro, gevolgd door trage arcobas en baritonsax, om dan te evolueren tot een funkduel tussen sax en drums, met de arcobas die het geheel komt ondersteunen. You get the picture. Veel verrassingen, veel contrasten, maar ze komen zelden als echt gezocht over. Luisterplezier van begin tot einde.

    Legaal te downloaden bij
    eMusic.

    (Stef Gijssels, 7.1.07) - [print] - [naar boven]





    Interview Bart van Lier

    Wat zou hij, met zijn veertig jaar professionele ervaring, een arme amateurtrombonist aanraden die zijn lippen op een lastige concertmars kapot blaast? Simpel: proberen of je de toon die je in je hoofd hebt ("de ultieme klank") ook kunt zingen en vasthouden, en vervolgens naar je toeter kunt vertalen. "Dus eigenlijk intuïtief handelen naar wens. Zoveel mogelijk meezingen met wat je speelt."

    Aldus veteraan-trombonist Bart van Lier in een interview met Eddy Determeyer. Lees het hier.

    Meer weten?
  • Klik hier voor een recensie in woord en beeld van een concert van het Bart van Lier Quartet in Bergen
        op Zoom, woensdag 28 september 2005.

    (Maarten van de Ven, 6.1.07) - [print] - [naar boven]





    Dizzy Gillespie All-Star Big Band - 'Dizzy’s Business' (MCG Jazz, 2006)

    Het geeft me altijd een wat onbehaaglijk gevoel, als ik hoor of lees van een orkest onder de naam van een al lang overleden bandleider. De orkesten van Glen Miller, Count Basie, Duke Ellington... ze gaan maar door. Met de Dizzy Gillespie All-Star Big Band ligt het ge-lukkig iets anders. Die is pas opgericht na Dizzy's dood, als een eerbetoon aan de grote beboppionier en trompettist. Geen probleem mee. Zeker niet als je onder de all-stars namen ziet als Randy Brecker, James Moody, Slide Hampton, Antonio Hart, Frank Wess, Jason Jackson, Jimmy Heath, Gary Smulyan, Mulgrew Miller. Grote kwaliteit, eeuwen van routine.

    Het orkest in kwestie is een messcherp en met veel plezier spelende big band, getuige de live-opnamen op dit album, met als eregasten trompettist Roy Hargrove en zangeres Roberta Gambarini. Op het programma Gillespie-klassiekers als 'Con Alma', 'Blue ’n’ Boogie' en 'Tour De Force', maar ook stukken van Thelonious Monk, Ernie Wilkins, Thad Dameron en de klassieker 'Stardust' (met Gambarini, die ook een vrolijk scatduel uitvecht met Moody in 'Blue ’n’ Boogie'). Jimmy Heath schreef de indrukwekkende hommage 'Without You No Me (To Dizzy)'.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 6.1.07) - [print] - [naar boven]



    Frank Wess niet in het Bimhuis

    Saxofonist/fluitist Frank Wess heeft voor het concert van aanstaande zondag 7 januari
    in het Bimhuis als gastsolist bij het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw moeten af-zeggen. Wess is na hartklachten onderzocht in het ziekenhuis en in overleg met de artsen is besloten dat het niet verantwoord is dat hij naar Europa komt dit weekend.

    Het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw heeft Lew Tabackin bereid gevonden om de rol van gastsolist van Wess over te nemen. Tabackin (1940) dankt zijn grootste bekend-heid aan de big band die hij samen met zijn vrouw Toshiko Akiyoshi leidde. Zijn tenorspel heeft aanrakingspunten met dat van Sonny Rollins: gestructureerd en spontaan tegelijkertijd.

    Meer weten?
  • Onze recensie van het optreden van het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw op 10 december jl. in
        het Bimhuis.

    (Jacques Los, 5.1.07) - [print] - [naar boven]





    Advanced Warning – 'Clear Sight' (Rare BLR, 2005) ****

    Het is maar goed dat producer én Hammondorganist Herbert Noord in augustus 2005 deze opnamen uit 1987 een superieure remastering heeft laten ondergaan. Want deze acht tracks bevattende schijf verdient het om opnieuw in de schijnwerpers geplaatst te worden.

    De groep bestaat uit een select gezelschap musici: Paul Weeden (gitaar en vocaal), Herbert Noord (Hammondorgel), Fred Leeflang (tenorsaxofoon), Charles Green (trompet) en Rick Hollander (drums).

    Na het vrij drukke openingsnummer 'Hand Made Blues' volgt een schitterend gespeelde ballad die Charles Green 'Never Will I Leave You' doopte en dat niet alleen, want hij speelt ook een hoofdrol in dit eigen stuk. Gevolgd door het aanstekelijke bluesnummer 'The Snuff Dipper' met vooral Paul Weeden sterk op zijn gitaar, gecombineerd met zang. En zo zijn eigenlijk alle acht nummers te bespreken, maar beluisteren vormt natuurlijk een heel andere belevenis!

    Met dit album 'Clear Sight' werd in 1987 eigenlijk de comeback ingeluid van Herbert Noord en op deze fijne plaat excelleert de groep, misschien wel hierdoor, met ongelooflijk veel speelplezier. En daar gaat het toch allemaal om? Eindelijk geen gestileerde muziek die veel te vaak door platenmaatschappijen wordt uitgegeven, maar lekkere recht voor zijn raap gespeelde pure jazzmuziek. Wat een verademing!

    (Rolf Polak, 5.1.07) - [print] - [naar boven]





    Cocqolumn #6
    Helden in bibberig zwart-wit


    "Mijn persoonlijke hoogtepunt in de serie is een concertregistratie van Art Blakey met zijn Jazz Messengers, uitgerekend in mijn favoriete bezetting met Lee Morgan op trompet, Benny Golson op tenorsax, Bobby Timmons op piano, en Jymie Merritt op bas. Dat er nu ook beeld blijkt te zijn met deze bezetting is een surprise van formaat. De fameuze op-nametechnicus Rudy Van Gelder zegt in het boekje dat hij verbijsterd is: "To see the Art Blakey band playing 'Moanin’' a month after I recoded them – it's like watching my own birth."

    René de Cocq beschrijft in zijn nieuwe column de dvd-serie Jazz Icons.

    (Maarten van de Ven, 4.1.07) - [print] - [naar boven]





    Rita Reys in concert

    Jazzdiva Rita Reys, winnares van de Oeuvre Edison, zal 19 januari a.s. een exclusief concert geven in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. Speciaal voor deze avond stelde Rita Reys een nieuw programma samen, bestaande uit de grote succesnummers uit haar carrière én nieuw repertoire. Het concert zal worden opgenomen voor tv en wordt eind maart 2007 internationaal uitgebracht op dvd. De begeleiding is in handen van het Quintet Ruud Jacobs: Ruud Jacobs (bas), Peter Beets (piano), Ferdinand Povel (sax), Martijn van Iterson (gitaar) en Joost Patocka (drums).

    Klik hier voor meer informatie en reserveringen.

    (Cees van de Ven, 2.1.07) - [print] - [naar boven]





    Keith Jarrett - 'The Carnegie Hall Concert' (ECM, 2006)

    Keith Jarrett heeft zich vanuit de periode van de hardbop en de fusion ontwikkeld tot zo'n beetje dé concertpianist van de jazz. De stapel cd-registraties van zijn solo-concerten op grote Steinway-concertvleugels (Wenen, Parijs, Milaan, Bregenz, Bremen, Lausanne, Keulen) is al bijna niet meer te overzien. Daar komt nu dit dubbelalbum bij, met de opname van een soort thuiswedstrijd, in het Isaac Stern-auditorium van de legenda-rische Carnegie Hall.

    Een programma van voornamelijk improvisaties, achtereenvolgens getiteld 'Part I' tot en met 'Part X', dan volgen vier eigen stukken (waaronder het voor deze gelegenheid geschreven 'The Good America') en het programma sluit met een standard, 'Time On My Hands' van Youmans. Het recept is bekend. Jarrett speelt onbekommerd leentjebuur in de klassieke muziek, van de romantiek tot en met het impressionisme, en om zijn (jazz-)publiek te behagen doet hij nu en dan wat blues of boogie, waarvoor de mensen dan op de stoelen klimmen. Prachtig pianospel, soms wat getormenteerd gekreun.

    Wonderlijk hoe het programma over de twee cd's is verdeeld: de eerste duurt 33 minu-ten, de tweede 76.

    Deze recensie werd eerder gepubliceerd in HVT Magazine.

    (Anoniem, 2.1.07) - [print] - [naar boven]


    Lees verder in het archief...








  • Menupagina's:




    Cd van het moment:
    Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

    Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





    Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
    Mail de redactie.