|
Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
| |||
ConcertEen studie in bescheidenheid Bert van Erks Quadrology, dinsdag 24 september 2024, De Smederij, Groningen Bert van Erk is niet echt iemand die de neiging heeft zichzelf te promoten. Zijn vorige cd, 'Deining', verscheen 24 jaar geleden. Op 'Quadrology' komt zijn basspel beter tot zijn recht. Het nummer 'Glide For Duke' is daar een voorbeeld van - het getuigt ook van zijn onvoorwaardelijke liefde voor het werk van Ellington. Zijn arcospel in 'Brandold Song' is bepaald bedachtzaam en in 'A Bass Is A Tree - Mind Your State' speelt hij een ingetogen duet met drummer Jeroen van Olphen, die zijn vegertjes al even bescheiden laat cirkelen. Toch is dit geen slappe hap. Dit is kamerjazz van de bovenste plank. Dat bleek ook tijdens de presentatie van het nieuwe album in De Smederij. Vaak inspireert de sfeer en het intens luisterend publiek in dit eetcafé de muzikanten tot exuberante prestaties. Maar dinsdag was het vooral de subtiele interactie tussen de kwartetleden die de aanwezigen hypnotiseerde. De smaakvolle vibrafoon van René van Astenrode speelde een essentiële rol in het groepsgeluid. Doorgaans op de achtergrond - zoals elke muzikant in feite op de achtergrond speelde. Voor ego's was hier geen plek. Met een beetje overdrijving zou je kunnen stellen dat dit kwartet model zou kunnen staan voor een ideale samenleving, waarin dialoog en samenwerking belangrijker zijn dan ellebogenwerk en een grote bek. Weinig werd er aan het toeval overgelaten. Nergens dreigde het combo te ontsporen. De enige die de neiging vertoonde soms op één wiel door de bocht te gaan, was drummer Jeroen van Olphen. Maar ook zijn aanpak was dienstbaar aan het geheel. Ziel en zaligheid werden gelegd in 'Prelude To A Kiss'. Saxofonist Miguel Martinez speelde lyrisch, maar zijn geluid had wel degelijk vlees op de botten. Ik heb Bert van Erk op deze plek al eens de Nederlandse Paul Chambers genoemd. Een associatie, een tikje overdreven, meer niet. De Nederlandse Richard Davis of de Nederlandse Arend Nijenhuis had net zo goed gekund. Wanneer hij de strijkstok hanteerde had hij de neiging nét niet vals te spelen, wat zijn expressiviteit alleen maar indrukwekkender maakte. "Groninger jazzroyalty", zo karakteriseerde organisator en presentator Diederik Idema hem na de eerste set en de zaal kwam als één man overeind voor een staande ovatie. Bij mijn weten nog niet eerder vertoond in De Smederij. Foto: Eva Plaut Labels: Bert van Erk, concert, Jeroen van Olphen, Miguel Martinez, René van Astenrode, sep24 (Eddy Determeyer, 28.9.24) - [print]
- [naar boven] De nederige woorden op het hoesje stemmen tot nadenken. 'Ik kan niets nieuws vertellen over medelijden, maar ik hoop dat dit woord, naast de muziek geplaatst, een pleidooi en misschien inspiratie is om elkaar samen te vinden.' En dat mag je dan lezen van een van dé figuren die bepalend is voor de hedendaagse creatieve muziek. De eerste track dompelt je onder in een progressie van monumentaal pianistiek werk: een drukke, vullende linkerhand met brede, uitwaaierende, funderende akkoorden, met erboven en erin, naadloos geweven een melodieuze lijn, die versmelt met het geheel en die bijna niet meer te onderscheiden is van de begeleiding. Iyer wordt gesteund door fenomenaal bas- en drumwerk. Linda May Han Oh en Tyshawn Sorey krijgen ruimte op de plaat om hun soloskills te laten zien, maar zijn eigenlijk constant bezig hun virtuoze deelname aan de composities te bevestigen. Die zijn op de scene gegroeid, en dat hoor je: ze zijn een samenspel, een gezamenlijke constructie, een bouwwerk met stevige grondvesten dat je overdondert en tegelijkertijd aandachtig en nederig doet luisteren. Muziek die moeilijk in woorden te vatten is, niet omdat ze zo complex is, maar omdat er meer dan muziek uit straalt... Donker in de ernst, licht en transparant in de vormgeving. Magistraal. In de Jazztube zie en hoor je Vijay Iyer, Linda May Han Oh en Tyshawn Sorey met 'Tempest', een van de tracks op dit album. Deze recensie verscheen ook in Jazz&Mo' Labels: cd, jazztube, Linda May Han Oh, Tyshawn Sorey, Vijay Iyer (Marc Van de Walle, 24.9.24) - [print]
- [naar boven] De tweede dag van deze negende editie van het door Sound in Motion georganiseerde Summer Bummer-festival wijkt fors af van de eerste. Allereerst doordat er relatief weinig gerenommeerde namen aantreden. Jérôme Noetinger, Christophe Auger en Xavier Quérel horen daar zeker bij en ook Mats Gustafsson van het Fire! Orchestra, met zijn tweede optreden dit weekend, Heather Leigh zijn natuurlijk geen onbekenden. Maar verder zet Koen Vandenhoudt dit weekend vooral jong talent in de schijnwerpers. Het is zeker geen vorm van kritiek, integendeel zelfs, het is niet meer dan prima dat jonge musici op deze wijze een podium krijgen. Ik heb mij dan ook deze tweede dag geen seconde verveeld. Een tweede belangrijk verschil is de muziek als stijl: was dat vrijdag toch hoofdzakelijk freejazz, met het Ensemble Nist-Nah als grote uitzondering, nu is het palet veel diverser en horen we zo ongeveer alle stijlen wel voorbij komen, waarbij alleen het experiment de constante lijkt te zijn. Direct al in het begin in dat duoconcert van celliste Clara Levy en violiste Jasmijn Lootens, twee jonge musici die voor het eerst samen op het podium staan, worden we verrast op een lastig vast te pinnen klankwereld. Het begint en eindigt allemaal uiterst intiem met strijkbewegingen waarbij de twee de snaren amper raken, qua klank associeer ik dit eerder met experimentele elektronica dan met strijkers, waarna een eclectisch en spannend middendeel volgt. Een middendeel waarin ik invloeden van freejazz herken, maar evengoed van hedendaags gecomponeerd - waar beiden als uitvoerders ook actief in zijn - van folk, minimalisme en zoals gezegd, experimentele elektronica. Maar een boeiende set, waarin de twee onbegrensd experimenteren, zowel met speltechnieken als met klanken.
Wat ik vaker heb na zo'n overdonderend optreden is dat een volgend concert, zeker als dat qua stijl fors afwijkt, bij mij moeilijk aanslaat. In dit geval geldt dat voor het optreden van vocaliste Nadia Daou, tevens actief met een set ondefinieerbare instrumenten en elektronica en klarinettist Paed Conca - iemand die als geen ander een brug weet te slaan tussen Arabische muziek en freejazz. Een deel gaat langs me heen, maar dat laatste stuk vormt zonder meer een uitzondering. Prachtig hoe die intieme klanken van Conca hier samenvallen met Daou's elektronica. Christophe Auger, Xavier Quérel en Jérôme Noetinger vormen samen een collectief dat mij stevig bij de strot pakte: 'Cellule d’Intervention Metamkine'. Middels een met oude 16 mm-projectors en elektronica volgepakt podium levert dit trio een hallucinerende, maar in mijn optiek ook vrij beklemmende en beangstigende ervaring. Door de beelden, die - al zijn ze volledig abstract - bij mij associaties oproepen met vuur, explosies en oorlog, maar zeker ook door de muziek die invloeden kent van uiteenlopende stromingen binnen de elektronica als musique concrète, noise, dark ambient en techno. Qua sfeer wat fijner, al is de uitwerking op mij minder groot, is het optreden van percussionist Mauricio Takara en de met elektronica werkende Carla Boregas. Een set waarin bedwelmende ritmiek, natuurlijk vooral toe te schrijven aan Takara, hand in hand gaat met meer abstracte passages. Een set ook die je met dank aan Boregas' basklanken voelt tot in je ruggenmerg.
Ava Mendoza hanteert een gewone gitaar, dat weten we inmiddels van haar optreden met Nate Wooley's Columbia Icefield. Wat niet wil zeggen dat ze hier aan het eind van de avond niet weet te verrassen met een opvallend eclectisch en overrompelend solo-optreden. Haar zang plaatst haar meer in de richting van singer-songwriter, maar haar solospel verraadt de wereld van freejazz evengoed als die van blues en rock. En dan is er dat optreden van Fire! Orchestra CBA, waarbij die afkorting staat voor Community Based Activity. Een deels uit noodzaak geboren vorm. Aangezien touren met een compleet vaste line-up financieel niet haalbaar is, bedacht Gustafsson dit concept: touren met een vaste kern, bestaande uit de ritmesectie, zeg maar de ruggengraat van het orkest, bestaande uit bassist Johan Berthling, drummer Mads Forsby en pianist Alexander Zethson, aangevuld met een soort van eerste musicus voor de strijkers, violiste Anna Lindal en voor de blazers, trombonist Mats Äleklint. Gustaffson zelf dirigeert het volledige orkest en neemt de overige musici onder zijn hoede. Dat werkt prima, zo bleek ook gisterenavond weer. Mede ook door de opzet van de stukken, die allereerst alle leunen op een bijzonder strakke, ritmische structuur, vandaar die keuze voor de vaste ritmesectie - waarin overigens bassist Berthling de centrale figuur is, zonder Berthling geen Fire! Orchestra. Je bemerkt dan ook oplopende spanning als halverwege diens versterker het niet meer lijkt te doen. Verder is er een duidelijke structuur; zo is er afwisselend een soort van kernsolist die vanuit diverse kanten wordt aangevuld, op acties van Gustaffson. Waar spektakel kortom, hier vormgegeven met naast die ritmesectie een strijkerssectie bestaande uit twee violistes en vier cellistes, vier gitaristen, waarvan een ook op elektronica te horen is, de eerdergenoemde Daou op vocalen en elektronica, zes saxofonisten waaronder Gustaffson zelf, een klarinettist, twee koperblazers en dan nog accordeon en harp! Het betaalt zich uit en levert in die twee abstracte passages een tornado aan geluid op. Voor herhaling vatbaar, zeggen we dan. Foto's: Geert Vandepoele Labels: Ava Mendoza, festival, Fire! Orchestra CBA, Mats Gustafsson, Sakina Abdou, summer bummer (Ben Taffijn, 22.9.24) - [print]
- [naar boven] Ze bestaan dus. De platen waarop elke tik van de drumstick, elke noot en toon, van laag naar hoog, van de diepste bas tot de hoogste tinkel compositorisch van belang zijn én op een of andere manier je aandacht trekken. Complexe, ingenieuze composities (zes in totaal van de hand van de heren van stand Vermeersch en Vandenberghe) die de muzikanten vrijheid schenken, maar hen toch in een stramien houden dat je bijna voor onmogelijk houdt, zo geraffineerd is het allemaal geconstrueerd en geïmproviseerd. De hele cd biedt een veelkleurig surrealisme dat getuigt van kennis van de vele mogelijkheden die de hedendaagse creatieve muziek biedt. Deze plaat maakt je letterlijk stil door de vele ritmewijzigingen, tonale finesses, variaties van orde naar chaos. Kortom: in een wereld waarin alles sonoor mogelijk is, creëert deze uiterst getalenteerde groep muzikanten structuren die soms filmisch, soms beeldend, soms explosief, soms verstillend op je afkomen in een bijna onwezenlijk geordend geheel. Mooi is de onderliggende filosofische inslag van de plaat: naast dat éne en eenzijdige perspectief dat doorgaans de norm wordt genoemd, zijn er nog waardevolle mogelijkheden. En dat wordt hier muzikaal verklankt: hoe andere en verrijkende visies mogelijk zijn en samengelegd kunnen worden. Na de humoristische ernst van het Boggamasta-verhaal een sympathieke geloofsbelijdenis! Flat Earth Society mag zich zonder twijfel tot een van de beste bands van het ogenblik rekenen. Zowel muzikaal-technisch, compositorisch als structureel. Een intellectueel genot! Klik hier om dit album te beluisteren. Deze recensie verscheen ook in Jazz&mo' Labels: cd, Flat Earth Society, Peter Vermeersch (Marc Van de Walle, 20.9.24) - [print]
- [naar boven] Naast dat het Belgische Sound in Motion het hele jaar door, onder de titel Oorstof, concerten organiseert - er staan al weer de nodige aankondigingen op de website - organiseert het ook ieder jaar eind augustus het tweedaagse Summer Bummer, dit jaar voor de tweede keer in het Antwerpse Trix. 30 augustus was de dag van de saxofoon, althans dat is het label dat ik erop plak, want dat instrument was veelvuldig te horen, in tegenstelling tot het koper dat slechts een rol speelde in het allereerste concert, dat van Fire! Orchestra CBA Youth, waarover later meer. Mooi aan Summer Bummer is ook - en dat geldt zeker voor deze editie, dat programmeur Koen Vandenhoudt zowel gevestigde namen uitnodigt, met als hoogtepunt het befaamde trio Evan Parker–Barry Guy–Paul Lytton, als nog vrij onbekende musici zoals Heidi Kvelvane, Lia Kohl, Adia Vanheerentals en Ornella Noulet. Tot slot past bij een improfestival dat er boeiende gelegenheidsensembles worden gevormd, die nogal eens, zo leert ons de geschiedenis, uitgroeien tot langdurigere samenwerkingen. Mats Gustafsson ken ik vooral van de baritonsax, dat hij ook de dwarsfluit bespeelt heb ik nooit geweten. Gisteren zag en hoorde ik hem daar even op als onderdeel van het concert van Fire! Orchestra CBA Youth, waarin we een aantal musici, die vaak al jaren meedraaien in dit inmiddels roemruchte orkest - naast Gustaffson violiste Anna Lindal, trombonist Mats Äleklint, bassist Johan Berthling, drummer Mads Forsby en pianist Alexander Zethson - horen in gezelschap van kinderen tussen de acht en dertien jaar, met name de blazerssectie vormend. Het gaat niet altijd geheel zuiver en de muziek is natuurlijk geenszins te vergelijken met die van het 'echte' Fire! Orchestra, dat overigens zaterdagavond het festival afsluit, maar als geheel genomen is wat hier gebeurt zeker de moeite waard. En een aantal jonge musici springt er echt uit met gloedvolle bijdragen. Een prachtige manier om een nieuwe generatie kennis te laten maken met deze muziek, iets waar Gustaffson, meestentijds dirigerend, duidelijk plezier in heeft. Altsaxofoniste Heide Kvelvane zal als klein meisje wellicht ook ooit zo begonnen zijn. Inmiddels zijn er de nodige stappen gezet en presenteert ze zichzelf hier, omschreven in het programma als new kid on the block met iets geroutineerdere musici als bassist Nils Vermeulen en drummer Tollef Østvang. Die twee laatste poken het vuur gedurende de set flink op, waarin met name Vermeulen opvalt met naast ritmisch ook sterk melodieus spel, iets waar Kvelvane dankbaar gebruik van maakt. Ze blaast of haar leven ervan afhangt springerige, maar ook regelmatig mooi melodieuze patronen. Een naam om te onthouden.
Ook de Engelse tenorsaxofoniste Rachel Musson was voor mij een onbekende naam, iets dat niet geldt voor de ritmesectie bestaande uit bassist Olie Brice en drummer Mark Sanders, die in de afgelopen decennia hun sporen in de vrije improvisatie ruim verdiend hebben. Iets dat je hier zeker ook terughoort, met name Brice verrast op meerdere momenten met adembenemende solo's. Musson is echter zeker geen new kid on the block, ook zij is al ruim een decennium bezig en op Discogs zie ik dat ze ook al zeker twee handen vol albums op haar naam heeft staan en dus vraag ik me wel een beetje af waarom ik haar nooit eerder hoorde. Ze zijn in ieder geval aan elkaar gewaagd deze drie, die ook al vaker in wisselende samenstellingen met elkaar het podium deelden en leveren hier een puik staaltje impro af op het scherpst van de snede. Adia Vanheerentals en Ornella Noulet zijn eveneens musici die ik niet eerder kende. Hier is het echter wat minder vreemd, want deze twee dames staan nog aan het begin van hun carrière. Hier delen ze het podium met iemand voor wie dat allerminst geldt: Cel Overberghe behoort tot de weinige nog levende musici die aan de wieg stonden van de freejazz in België. Drie saxofonisten en alle drie starten ze op sopraansax. Ploppend, sissend, schurend, tot de eerste echte noten klinken, uiteindelijk perfect in elkaar hakend tot één geheel. Vanheerentals schakelt verderop soms over op de tenorsax, Noulet op de altsax, maar eindigen doen ze alle drie weer op die sopraan, een beetje zoals het begon. Daartussen horen we intrigerende combinaties en al even boeiende solo's. Dat Overberghe de nodige vlieguren achter zich heeft hoor je zeker terug, maar ook Vanheerentals en Noulet weten te overtuigen met hun bijdragen.
Een wat vreemde eend in de bijt tussen al die saxofonisten is het optreden van Will Guthrie's Ensemble Nist-Nah. Percussie en niets anders dan percussie. Bestaande uit de instrumenten die deel uit maken van een Javaans gamelanorkest, aangevuld met ander slagwerk uit Zuidoost-Azië, maar ook met een drumstel. Guthrie gebruikt de muziek van daar als basis en vermengt dat met gelijke delen minimalisme, kraut- en postrock tot één krachtig geheel. Een ook visueel bijzonder aantrekkelijk optreden, waarbij we de negen musici naadloos elkaar zien en horen afwisselen op een met een enorme diversiteit aan percussie volgepakt podium. Elke muzikant weet precies wanneer op te staan, waarheen te gaan en wat mee te nemen. Zo deelt de een nog even, reeds staand, de laatste slag uit op het bekken, terwijl de ander al plaatsneemt op de kruk achter het drumstel. Een welkome afwisseling op een festival dat zich ook dit jaar niets aantrekt van genres en grenzen. Foto's: Geert Vandepoele Labels: Barry Guy, Evan Parker, festival, Fire! Orchestra CBA Youth, Lia Kohl, Mark Sanders, Mats Gustafsson, Paul Lytton, Rachel Musson, summer bummer, Will Guthrie (Ben Taffijn, 17.9.24) - [print]
- [naar boven] "Alles begint met stilte en alles eindigt met stilte," zegt Marc Van den Hoof tijdens een van zijn laatste programma's voor Klara aan de vooravond van zijn pensioen, nu 13 jaar geleden, om 'Silence' van Charlie Haden af te kondigen. En nu is het echt stil geworden, want dé stem van de jazz in Vlaanderen is niet meer. Zijn plaat is afgelopen, we moeten hem definitief afkondigen, hoe graag we ook gehad zouden hebben dat zijn liedje nog veel langer had mogen duren. Vanmiddag [4 september] maakte zijn familie bekend dat Marc is overleden. Hij was al een tijdje ziek en is 78 geworden. Wel een mooie leeftijd: 78, zoals in 78-toerenplaat. Zo symbolisch, want daar is het allemaal mee begonnen, de liefde voor de jazz, de betovering van muziek op een dikke platte zwarte schijf. Toch? Maar nee, dat is gefantaseer. Nee, in zijn bundel 'Double Bill' (Uitgeverij Luster, 2011) vertelt hij het heel duidelijk: zijn initiatie in de jazz begon met de Nederlandse vertaling van 'Das Jazzbuch' van Joachim-Ernst Berendt. En met een bescheiden stapeltje plaatjes: gewoon 45- of 33-toeren, geen 78. Zo oud was hij nu ook weer niet. In 2011 ging Marc met pensioen. Toen maakte ik deze video voor cobra.be bij wijze van afscheid. Als ik het nu weer bekijk, vind ik het ook mooi als afscheid op deze trieste dag. En wat zegt hij in de laatste minuut? "We naderen het einde. (…) Je krijgt dan brieven en mails van mensen enzovoort. Maar dan denk ik altijd ja, veertien dagen, drie weken en alles is weer anders en je bent verdwenen in het vergeetboek. Dat is niet zo erg, dat is goed." Maar hoe kan ik je vergeten? Tot 2011 waren we collega's bij de openbare omroep geweest. Maar voor mij was je meer dan een collega: je was een voorbeeld, een vriend, een vertrouweling en een soort vaderfiguur vol verhalen en anekdotes. Voor mij is het bij de openbare omroep begonnen voor een groot deel dankzij Marc, toen nog bij Radio 3, waar we samenwerkten aan het jazz- en bluesprogramma 'Roots and Fruits' op zaterdagmiddag. Geregeld kwam Marc op zaterdagochtend bij mij thuis langs om muziek voor het programma te brengen, even een babbeltje te slaan, en nog een grapje met de kinderen uit te halen. Ze waren nog klein toen, maar kenden Marc (toen en nu) als 'de meneer die zo met z'n vinger in zijn mond een mooi, knallend plop-geluid kan maken'.
En nog veel later, heel recent nog, toen ik op Substack een blog en nieuwsbrief ben begonnen, is Marc altijd een van de eersten geweest om heel enthousiast te reageren op mijn berichten. Met een mailtje, een cd-tje, of ook een unieke versie van zijn 'De vijf sonnetten van de jongen en de radio'. Vijf sonnetten over zijn ontroering bij de ontdekking van de radio als toestel, van nonkels kristalontvanger tot de stereofone high fidelity van zijn ouders. Geschreven voor Omroep Brabant. In 1978. 78 weer. 78 is Marc geworden. Een veel te vroeg eindpunt. Ik moet er nog aan wennen dat hij er nu opeens niet meer is. Het is nog te vers. Herinneringen aan hem, aan momenten met hem, blijven komen. Meer dan ik hier wil of kan opschrijven. Misschien moet dat ook niet en is inderdaad stilte genoeg. Stilte, zoals na zijn klassieke programma-afkondiging op Klara: "Dank u voor het luisteren, misschien tot morgen en welterusten." Welterusten, Marc. Tekst: Jeroen Revalk, Toko Oen | Foto: Cees van de Ven | Illustratie: Pieter Fannes Labels: in memoriam, Marc Van den Hoof (Maarten van de Ven, 13.9.24) - [print]
- [naar boven] In december 2019 ondernamen de Noorse drummer Paal Nilssen-Love en de Amerikaanse rietblazer Ken Vandermark een tour naar Japan. De opnames van vijf concerten uit die tour vinden we (deels) terug in een zeven cd's tellende box, simpelweg 'Japan 2019' geheten, uitgebracht bij Nilssen-Love's eigen PNL Records. We horen het duo in wisselende samenstelling met de rietblazer Akira Sakata en de pianisten Masahiko Satoh en Yuji Takahashi. Degenen die deze musici kennen, weten: dit betekent muzikaal vuurwerk! Als aanvulling dient een tour-dagboek van Vandermark, als boekje in de box, een mooie blik achter de schermen biedend. We beginnen met de eerste cd, die bestaat uit een duet tussen Vandermark en Nilssen-Love, opgenomen op 4 december in Tokyo. De twee - we horen Vandermark op tenorsax - geven elkaar hier het eerste kwartier geen moment rust. Pas rond de zeventiende minuut komt daar verandering in, het krijgt gestalte in een wondermooie klarinetsolo van Vandermark. Na enige tijd sluit Nilssen-Love weer aan voor een opvallend rustig duet. Het tweede deel van de eerst cd vangt aan met een solo van Nilssen-Love, waarna Vandermark - weer op tenorsax - opvallend melodieus aansluit. Maar natuurlijk, ook hier loopt de spanning weer op en belanden we in een maalstroom van klanken, die eindigt in een bijzonder spannende en broeierige drumsolo. Op de tweede cd, opgenomen tijdens hetzelfde concert, krijgen de twee versterking van pianist Takahashi voor een bijzonder abstracte en dynamische set. De klanken schieten hier werkelijk alle kanten op. Pas halverwege neemt de muziek een andere wending en horen we Takahashi's klassieke achtergrond in ingetogen pianospel. Na wederom een tumultueuze frase is het de drumsolo die opvalt en dan met name de verstilde ritmiek.
Het laatste concert in de box was ook het laatste concert tijdens deze tour. Op 22 december speelden de twee als duo in Osaka. De opnames zijn van mindere kwaliteit dan de overige cd's, maar het muzikale spektakel is er niet minder om. De opnames zijn verdeeld in vier delen en het eerste fragment dat echt opvalt is die ritmische passage aan het eind van het eerste deel, met een bijzonder melodieus blazende Vandermark, waarna we hem aansluitend aan het begin van het tweede stuk solo horen, gevolgd door al even subtiele percussie van Nilssen-Love, met een grote rol voor gongs en bekkens. Verderop wordt het een duet, waarin de combinatie van deze metalen percussie en Vandermarks klarinet wondermooi uitpakt. Het derde stuk, met iets meer dan een half uur tevens het langste stuk, is weer helemaal waar dit duo zo bekend van is: overdonderend muzikaal vuurwerk. Overigens voorzien van een rustig intermezzo, dat qua sfeer sterk lijkt op dat begin van het tweede stuk, waarna de muziek weer in een stroomversnelling komt, straf slagwerk en repetitieve patronen worden ons deel. En dan rest nog het vierde stuk, iets meer dan vier minuten om bij te komen van al die muzikale overdaad. De complete box is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop. Foto's: Cees van de Ven Labels: Akira Sakata, cd, Ken Vandermark, Masahiko Satoh, Paal Nillsen-Love, Yuji Takahashi (Ben Taffijn, 10.9.24) - [print]
- [naar boven] "Voorbij, voorbij, o en goed voorbij. Als J.C. Bloem nog had geleefd en afgelopen zondag de laatste ZomerJazzFietsTour had verreden, had hij dit wellicht verzucht. De overige deelnemers zouden het hartgrondig met hem eens zijn geweest. Want de Laatste Etappe vond onder een uitzonderlijk gunstig gesternte plaats. Geen regen, geen koperen ploert en een matig tegenwindje. En muziek in alle soorten en maten, van salsa en souljazz tot extreme impro." Op zaterdag 31 augustus bezocht Eddy Determeyer in het Groningse Reitdiepdal de ZomerJazzFietsTour. Hij zag er optredens van De Jongens Driest, Zooe, Winfred Buma Trio & Johan Huizing, Damien Mehldau, Trio Mola Sylla / Harmen Fraanje / Ernst Reijseger, het Nationaal Jeugd Jazz Orkest o.l.v. Maite Hontelé en een dag eerder Kuhn Fu Special en Christophe Monniot/Didier Ithursarry tijdens de Proloog in Simplon. Daarnaast sprak hij met ZJFT-voorzitter Niels Smit Duyzentkunst over het unieke festival, dat dit jaar voor het laatst - in ieder geval in de huidige vorm - werd georganiseerd. Klik hier om zijn festivalverslag te lezen. Foto: Hammie van der Vorst Labels: festival, zomerjazzfietstour (Maarten van de Ven, 7.9.24) - [print]
- [naar boven] "Ik zou teruggaan naar New York, waar ik toen een tijdje woonde. Verder had ik niets omhanden. Ik moest op een bus of een trein wachten, die de volgende ochtend zou vertrekken. Dus toen kwam ik op een jamsessie terecht, met Charlie Parker. Op dat moment kon ik niets exceptioneels aan hem ontdekken. Hij speelde prima, hoor. Daar bestond geen twijfel over, hij speelde goed. But I was sharp. Ik had niet het gevoel dat ik weggespeeld werd. Ik moest me wel schrap zetten. Hij was de snelste gast van de stad." Op 24 september 1992 sprak Eddy Determeyer in Chicago met rietblazer Franz Jackson. Over gangsters, needle beer en de grote bek van Jelly Roll Morton. Klik hier om het interview te lezen. Foto: familiearchief Franz Jackson Labels: Franz Jackson, interview (Maarten van de Ven, 2.9.24) - [print]
- [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |