Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Max Roach – 'Deeds, Not Words' (Original Jazz Classics, 1987)

Opname: 4 september 1958

Het eerste dat opvalt aan deze sessie uit 1958, is de zorg die aan het totaalgeluid is besteed. De toevoeging van tubaspeler Ray Draper, zeventien ten tijde van de opname, heeft geresulteerd in een unieke klankkleur. Draper is niet alleen een aanwinst in orkestraal opzicht, hij versterkt ook de bas- en ritmefuncties van het kwintet. Met name in het nummer 'Filidé', waarin de gestopte trompet en de bescheiden tenor van George Coleman door de tuba gesteund worden, wordt zo een spooky sfeertje gecreëerd. De arrangementjes zijn overigens heads, ter plekke door het collectief bedacht en uitgewerkt.

Verder speelt drummer Max Roach drie duetten met bassisten Art Davis (twee) en Oscar Pettiford (een), die geknipt lijken om een ballet te begeleiden. Het nummer 'Conversation' is daarentegen een monoloog, een drumsolo namelijk waarin de leider veel gevoel voor kleur en contrast heeft gelegd.

Trompettist Booker Little is op zijn best in de ballad 'Deeds, Not Words' – in de uptempo nummers heeft hij de neiging op standaardlicks terug te vallen, die hij naar mijn smaak te vaak herhaalt.

Labels:

(Eddy Determeyer, 30.1.12) - [print] - [naar boven]





Interview
Sam Most


"Ken je het verhaal hoe ik een fluit kreeg van Frank Sinatra? Ik werkte toen met vibrafonist Red Norvo in het Sands Hotel in Las Vegas. Frank Sinatra kwam daar kijken en toen hij langs me liep zei hij: 'Sam, you’re blowing your ass off.' Prima, toch? Op een gegeven moment zaten we aan het ontbijt en toen zei hij: 'Sam, ik moet je iets laten zien.' Hij diepte een handgemaakte fluit uit zijn zak op. Hij zei: 'Ik weet dat je haar mooi vindt – je mag haar hebben.' Ik heb die fluit nog steeds. Hij vertelde dat hij haar voor zijn adembeheersing gebruikte. Vermoedelijk alleen om noten lang aan te houden. Breath control. Ik heb ook begrepen dat hij graag veel zwom."

De 81-jarige fluitist Sam Most (81) was vijftig jaar geleden al een gevestigde naam in de jazz. Hij speelde met tal van grote namen, zoals Tommy Dorsey, Red Norvo en Buddy Rich. Hij was wat in de vergetelheid geraakt, toen pianist en bopkenner Rein de Graaff hem een paar maanden geleden tegen het lijf liep. Het kon niet uitblijven: als gast van het Rein de Graaff Trio toerde de veteraan vorig jaar in oktober en november door ons land. Eddy Determeyer had bij die gelegenheid een gesprek met Sam Most.

Klik hier om het interview te lezen.

Labels:

(Eddy Determeyer, 29.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd / The Jazztube
XLJAZZ 2011 o.l.v. Martin Fondse - 'Martian World' (Buitenkunst, 2011)


Een mooi initiatief, deze jaarlijkse exercitie van componist Martin Fondse met XLJAZZ, een 32-koppig gezelschap van semiprofs en jonge aanwas. Deze keer verkeren de dames en heren in latin-sferen. Niet dat er hier echt sprake is van een latinband: Fondse heeft dit ingrediënt slechts toegevoegd aan zijn avontuurlijke mix van hedendaagse kamermuziek, jazz en hier en daar een snufje Kenton. Pianist Ramón Valle is gastsolist; hij heeft zijn achtergrond in Cubaanse en klassieke muziek ingebracht.

Het moet mooi zijn om een stel competente geestverwanten te vinden die jouw compositie zó kunnen stapelen en kneden en uit elkaar kunnen trekken, dat er van die creepy mistflarden ontstaan als in 'Höllgrotten', met ergens hoog daarboven trompettist Wouter Hakhoff aan de trapeze. Solisten staan bij dit project overigens altijd in dienst van het geheel.

Fondse laat zijn geest breed uitwaaien en -waaieren. Zo is 'Consolacão' een impressie van een metrostation in São Paulo om vier uur in de zondagochtend en rijdt het gezelschap in 'A Mailman' luidruchtig rondjes, opgepropt in de bus van Fanfare Ciocarlio.

Het aardigst pakt de salade uit in 'Harry Bo', een compositie van trompettist Eric Vloeimans, waarin we flarden opvangen van een zwoele dansavond in de Tropicana, Havanna, 1941 en ook Ernesto Lecuona zelf nog even een kijkje komt nemen.

Bekijk de Jazztube!
Klik op de afbeelding linksboven om te kijken naar de opname van het nummer 'Levitando' voor dit album.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 28.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Puurheid, eerlijkheid en onbevangen idealisme

Soo Cho Quartet, donderdag 17 november 2011, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

Met 'Little Prince', het titelnummer van haar gelijknamige tweede cd, word je meteen ondergedompeld in het melodieuze klankenbad van het Soo Cho Quartet. Een warm bad dat erg aangenaam aanvoelt, mede dankzij het heldere pianospel van de Zuid-Koreaans Cho, dat wondermooi matcht met het zijdeglans bugelgeluid van Angelo Verploegen. Melodieus en ritmisch tegelijkertijd, terwijl ook de klassieke achtergrond van de pianiste nooit ver weg is.

'Little Prince', de titel van haar cd, zo blijkt uit haar biografie, heeft Soo Cho ontleend aan het poëtische sprookje 'Le Petit Prince' van de Franse schrijver De Saint-Exupéry. Een kinderboek voor volwassenen met een verhaal over puurheid en eerlijkheid vol onbevangen idealisme. En laat dat nu ook juist de woorden zijn die wonderwel Cho's muziek omschrijven.

Sterke melodielijnen, die met een ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid ronddwarrelen, zoals in het speelse uptempo en energieke 'Warrior', met het relaxte percussiewerk van Kaspars Kurdeko en het altijd aanwezige fluwelen bugelgeluid van Verploegen. De set was voornamelijk opgebouwd uit de songs van het eerdergenoemde album, maar ook nummers van haar eerdere cd 'Prayer' passeerden de revue. Of het nieuwe 'Tango Tango', dat voor de eerste maal werd gespeeld. Mooi breed en sensibel op piano, eerder klassiek dan jazz. Een tango met veel kleur, melodieuze piano, een uitgebreide en doeltreffende percussie en een mooie overgang op trompet. Met de standard 'My Funny Valentine' als bis werd het concert in schoonheid afgesloten.

De beeldschone Cho, ooit was ze nog fotomodel, heeft zich duidelijk een persoonlijke stijl eigen gemaakt met klassieke invloeden die verwijzen naar Bach en Chopin. Romantische en lyrische muziek, geschraagd op transparante en sterk gestructureerde composities. Niet baanbrekend of vernieuwend, maar mooi. Zonder hoekige kantjes en lekker als een snoepje dat blijft nasmaken ...en dat om meer vraagt.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Robert Kinable, 25.1.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
W.E.R.F.-Labelnight, een feest van de Belgische jazz


Het Brugse kunstencentrum De Werf bestaat 25 jaar en organiseerde vrijwel dag op dag 10 jaar geleden in het toen gloednieuwe Concertgebouw Brugge het eerste jazzconcert: het Brussels Jazz Orchestra met Bert Joris en Kenny Werner. Het werd een overdonderend succes, dat gepaard ging met de uitgave van de cd-box 'The Finest In Belgian Jazz', een mijlpaal in de geschiedenis van onze vaderlandse jazz en zonder twijfel ook de doorbraak voor het platenlabel van De Werf.

Op 18 februari staat, heel symbolisch, het releaseconcert van de 100e W.E.R.F.-label-cd op de affiche. Dit alles wordt feestelijk gevierd met een Ten Years After-concert van het Brussels Jazz Orchestra en Bert Joris, aangevuld met vele andere concerten van bands uit het W.E.R.F.-label, te weten Tuur Florizoone's Mixtuur-project, het Rêve D'Eléphant Orchestra, het Kris Defoort Trio, het Nathan Daems Quintet, het Nathalie Loriers New Trio en het Cezariusz Gadzina Quartet. Aansluitend is er nog een wervelende jamsessie.

Klik
hier voor meer informatie over dit concert.

Labels:

(Jacques Los, 25.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Abbey Lincoln - 'That’s Him!' (Original Jazz Classics, 1988)

Opname: 28 oktober 1957

Haar debuut van een jaar eerder, met een orkest onder leiding van altist en arrangeur Benny Carter, ken ik niet. Uit de onderhavige registratie kun je opmaken dat Abbey Lincoln in 1957 reeds tot de tanden gewapend in het jazzstrijdperk stond. De jonge (27) vocaliste lijkt allerminst geïmponeerd door het kaliber en de reputatie van haar begeleiders – Kenny Dorham, Sonny Rollins, Wynton Kelly, Paul Chambers en Max Roach, op trompet, tenor, piano, bas en drums respectievelijk. Integendeel: het lijkt wel of die reuzen zich wat inhouden in de begeleiding.

Tevens is duidelijk dat Billie Holiday haar grote inspiratiebron is. Inmiddels is het usance dat elke nieuwe ster aan het jazzfirmament, of het nu een supernova is of een onherroepelijk vallend meteorietje, automatisch met Lady Day vergeleken wordt. Maar hier horen we, twee jaar voordat die laatste overleed, een indrukwekkend tribuut aan Onze Lieve Lady der Smarten. Alleen al dat repertoire. 'Happiness Is Just A Thing Called Joe', 'My Man', 'I Must Have That Man', 'When A Woman Loves A Man', 'Don’t Explain', allemaal sterk geassocieerd met Holiday. Maar Abbey Lincoln geeft er een volstrekt eigen, superieure draai aan, waarbij timing, tekstbehandeling, vormgeving en bezieling de belangrijkste parameters zijn.

Labels:

(Eddy Determeyer, 25.1.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
VPRO/Boy Edgar Prijs 2012 voor Yuri Honing


De VPRO/Boy Edgar Prijs 2012 is toegekend aan saxofonist, componist en bandleider Yuri Honing. De prijs, de belangrijkste in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek, bestaat uit een plastiek van Jan Wolkers en een geldbedrag van € 12.500.

De VPRO/Boy Edgar Prijs 2012 wordt woensdag 16 mei 2012 uitgereikt tijdens een feestelijk programma in het Bimhuis te Amsterdam. VPRO-radio zendt de prijsuitreiking live uit op Radio 6 (20.00 tot 24.00 uur) én als videocast op het internet via VPROJazzLive.

Vanaf 17 februari 2012 maakt het Yuri Honing Acoustic Quartet een tournee langs de Nederlandse jazzpodia ter promotie van het nieuwe album 'True' (Challenge). Na de zomer wordt deze tour als VPRO/Boy Edgar Prijs Tournee voortgezet, waarbij de saxofonist behalve met zijn Acoustic Quartet ook met zijn elektrische groep Wired Paradise optreedt. Honing is dit jaar ook te vinden op de Nederlandse jazzfestivals. Daarnaast is hij met beide groepen op tournee in onder andere Ethiopië, Zwitserland, Duitsland, Engeland, Canada, China en de Verenigde Staten.

Uit het juryrapport:

Yuri Honing getuigt van grote muzikaliteit, vakmanschap en ambachtelijkheid en is op een creatieve, inventieve manier grensverleggend en grensoverschrijdend met zijn vak bezig. In het juryoverleg werd Yuri een 'veroorzaker genoemd. Hij realiseert ideeën die daarna ook een eigen leven gaan leiden, die navolging vinden en die de kiem vormen van nieuwe tradities. Yuri is een verklaard tegenstander van het in hokjes plaatsen van muziek. Hij heeft zich niet vastgelegd op één specifieke stijl of stroming. Hij zoekt de samenwerking met musici uit de Arabische muziek, pop, klassiek en dance. De jazz blijft in zijn werk echter altijd het referentiepunt. Hij beschikt over het vermogen om op een overtuigende manier zijn kunstzinnige ambities te realiseren en toont doorzettingsvermogen en cultureel ondernemerschap.

De jury bestond dit jaar uit: Aad van Nieuwkerk (programmamaker/presentator VPRO-radio), Hans Zuiderbaan (voorzitter Stichting Porgy & Bess), Friederike Darius (artistiek manager Jazz Academy Codarts), Paul Evers (hoofdredacteur Jazzism) en Annelies van Esveld (hoofd productie Bimhuis).

Meer weten?
In 2008 had Jacques Los namens Draai om je oren een interview met Yuri Honing. Klik hier om het te lezen.

Labels:

(Jacques Los, 23.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Met een vingerknip een knallende muilpeer

Atomic, zondag 10 december 2011, Kunstencentrum BELGIE, Hasselt

Van de Scandinavische geweldenaars wordt wel eens beweerd dat ze niet veel meer kunnen dan aan de slag gaan met de nalatenschap van Brötzmann, maar wie afgezakt was naar Hasselt werd geconfronteerd met een realiteit die veel rijker en genuanceerder is dan dat, al deed de ene het met finesse en de andere het met een botte hakbijl. De impact was er in beide gevallen niet minder om.

De line-up van Atomic verraadt belachelijk veel talent in één band. De vijf muzikanten zijn stuk voor stuk kleppers die in talloze contexten werkzaam zijn, waarvan er veel amper verwantschap vertonen met die van Atomic. De sound van het Zweeds-Noorse kwintet vastpinnen, is intussen ook geen eenvoudige opdracht meer. De traditionele bezetting en spetterende sound doen nu en dan denken aan een geslaagd evenwicht tussen de tweede gouden Blue Note-periode, in wisselwerking met klassieke free jazz, maar de beweging die de band maakte sinds zijn debuut uit 2002 is, zoals het recent verschenen 'Here Comes Everybody' bewees, eentje van steeds toenemende subtiliteit. Nochtans zorgde opener 'Milano' meteen voor een oplawaai van jewelste.

Het is dan ook een perfecte dwarsdoorsnede van waar de band zoal voor staat, met zowel catchy thema's en hecht samenspel als vrijere passages. Pianist Havard Wiik mocht meteen van jetje geven en profileerde zich als misschien wel de grootste ontdekking binnen het Atomic-verhaal. Rietblazer Fredrik Ljungkvist (tenor- en baritonsax en klarinet) liet ook meteen horen een indrukwekkend veelzijdig muzikant te zijn, een die vanuit het aangereikte basismateriaal kan variëren, met sprekend gemak de band leidt en een neus heeft voor onverwacht melodische ideeën en harmonische rijkdom. Hij baande zich een weg door vijf composities van 'Here Comes Everybody' en het iets oudere 'Green Mill Tilter', liet duidelijk verstaan de touwtjes in handen te hebben, maar gunde ook de nodige vrijheid aan zijn kompanen.

Kreeg trompettist Magnus Broo de kans om zijn sterk geaspireerde speelstijl te laten horen in 'Upflog' en kon drummer Paal Nilssen-Love in het titelnummer van de recente plaat uitpakken met zijn speelse versnellingen, vertragingen en rammelende cimbalengeweld, dan was Ljungkvist degene die ervoor zorgde dat 'Unity Toccata' in de tweede helft, waarvoor hij overschakelde van klarinet naar baritonsax, uitgroeide tot een knetterend, bevlogen hoogtepunt. De muziek van Atomic was bij momenten gespierd en virtuoos, maar werd altijd met zorgvuldigheid gebracht en subtiel uitgewerkt. Weinig bands zijn in staat om in een vingerknip een retestrakke en knallende muilpeer uit te delen, en toch bewust te kiezen voor de grotere uitdaging van het uitstel. Atomic zorgde voor het spektakel dat we stiekem de hele tijd verwachtten.

Deze recensie verscheen eerder op Goddeau.com

Op 1 december 2011 trad Atomic op bij de JIN in de Lindenberg, Nijmegen.
Klik hier voor een fotoverslag van dat concert door Maarten van de Ven.

Labels:

(Guy Peters, 22.1.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Den Haag krijgt nieuw jazzfestival: Jazzin' The Hague


Op 1 en 2 juni gaat het nieuwe Haagse jazzfestival Jazzin' The Hague plaatsvinden. Initiatiefnemer is Peter Beets, Hagenaar van origine en bezig met een bloeiende internationale carrière als jazzpianist. "Er moest gewoonweg wat gebeuren. Mijn geboortestad Den Haag heeft een rijke jazztraditie, die teruggaat tot ver in de vorige eeuw. Dat kunnen we niet zo maar uit onze handen laten glippen. Het faillissement van The Hague Jazz mag niet het faillissement van jazz in Den Haag betekenen", aldus Beets.

Onder leiding van Beets is er een team van betrouwbare professionals samengesteld om het alomvattende masterplan verder vorm te geven en uit te voeren. Met een enorme expertise van meer dan 30 jaar jazzfestivals, is het World Forum als partner ingestapt. Voor de organisatie en uitvoering van het festival is het Haagse evenementenbureau AT Events benaderd. Door de organisatie wordt ook nadrukkelijk ingezet op de inhoudelijke samenwerking met Haagse jazzpartners, zoals het Haagse jazz- en cultuurpodium Stichting Prospero en het Koninklijk Conservatorium.

Ook met het naast het World Forum gelegen Bel Air Hotel zijn er afspraken gemaakt. In het verleden vonden hier de alom bekende jazz afterparty's plaats. Het programma wordt samengesteld door een vakkundige programmacommissie onder leiding van Beets en zal binnenkort door de organisatie van Jazzin' The Hague bekend worden gemaakt. Naast internationale jazzgrootheden zal het programma bestaan uit veel Nederlandse top jazzgroepen en jong talent.

Op dit moment kan er al één naam bekend worden gemaakt, namelijk die van saxofonist en bandleider Hans Dulfer. Dulfer: "Ik ben nog altijd op diverse (jazz)fronten actief, dus is het voor mij een unieke kans om tijdens de twee festivaldagen nu eens verschillende opvattingen te presenteren in dezelfde ambiance. Wat het precies gaat worden weet ik nu nog niet, maar dat het een onvergetelijk feestje gaat worden staat vast!"

Labels:

(Jacques Los, 22.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Een pak ransel van Owen Hart

Jungha Lee Trio + sessie, maandag 16 januari 2012, De Spieghel, Groningen

Con Alma, zonder soul, kan dat? In De Spieghel speelde pianiste Jungha Lee het klaar. Haar optreden wilde maar niet van de grond komen, ondanks alle goede wil van alle betrokkenen – bassist Vassil Hadjigrudev en drummer Gene Jackson. Nu is Lee een artieste van de vierkante centimeter. Linker- en rechterhand verliezen elkaar nimmer uit het oog: met een toets of tien zou ze ook heel best uit de voeten kunnen. Pas in 'Cantaloupe Island' gingen de ritmes lekker wringen. Daar speelde de pianiste heel effectief blokakkoorden, wat haar stootkracht aanzienlijk vergrootte.

Na het optreden van het trio was het, zoals te doen gebruikelijk, een komen en gaan van gastartiesten. In een medium-tempo bluesje kwam er wat leven in de brouwerij, de zaak ging eindelijk swingen, de ideeën tuimelden over elkaar naar buiten. De handel ontspoorde zowaar in een stukje free jazz van de zwaardere soort, waarna de gelegenheidsformatie zowaar weer op het goede spoor raakte.

Alles goed en wel, maar wat een eersteklas drummer uit een stel eerstejaars conservatoriumstudenten kan halen werd maar weer eens duidelijk toen Owen Hart Jr. achter de kit plaatsnam. Het eerste gebod voor De Drummer ('Gij zult het tempo niet opdrijven noch laten zakken, want zoiets is de heer een gruwel') is er bij hem al op jeugdige leeftijd ingeramd en zoiets geeft een slagwerker paradoxaal genoeg veel vrijheid. Hart heeft bovendien als voordeel dat hij kennelijk veel meer dan de gebruikelijke twee handen en voeten tot zijn beschikking heeft. En dan die gortdroge knallen! Dat dat mag, zestien dagen na Nieuwjaar!

Zoals gezegd, de studenten stegen - voortgeranseld door Hart - boven zichzelf uit. Een fragiele tenorist schreeuwde zich schor. Na zijn gloeiende bijdrage kreeg hij een vriendschappelijke maar overenthousiaste por van een collega, zodat hij met saxofoon en al tegen de lambrisering kwakte. Nog lang zat hij ongelovig met zijn kop te schudden.

Groningen verkeert in de gezegende omstandigheid dat Owen Hart tegenwoordig in Beijum domicilie houdt, drie, misschien vier kilometer van de hot spots in de binnenstad. Doch hij liet doorschemeren dat hij overweegt terug te keren naar Italië. Ja hoor, alsof ze daar nog niet genoeg toffe muziek hebben.

Labels:

(Eddy Determeyer, 21.1.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Afscheidstournee Bik Bent Braam


Is het een uitvloeisel van de bezuiningswoede die in de kunstsector rondwaardt? Of was pianist/componist/bandleider Michiel Braam gewoon toe aan iets nieuws na 25 jaar Bik Bent Braam? Feit is dat hij deze geweldige impro-band met een big bang afscheid laat nemen met een compleet nieuw - maar dus tevens laatste - programma: 'Exit'.

Bij het schrijven van de muziek voor het 'Exit'-programma heeft Michiel Braam een aantal beperkende uitgangspunten genomen met het doel de creativiteit te stimuleren. Zo zal in de eerste set van elk concert uitsluitend gebruik worden gemaakt van stukken die een begin hebben, maar geen einde. Voor de tweede set zijn uitsluitend einden geschreven; het is wel duidelijk waar de stukken naartoe moeten gaan, maar de vraag hoe daar te komen ligt open. De muzikanten zullen hun weg moeten vinden door improvisatie.

Een laatste beperking die Braam zichzelf heeft opgelegd, is dat in de partituren geen C, E en G zullen voorkomen. Het weglaten van deze normaal gesproken veel gebruikte noten biedt vanzelf nieuwe mogelijkheden. Je moet als componist op zoek naar oplossingen van problemen die je eerst niet kende.

Dit is de line-up van de laatste editie van Bik Bent Braam: Frans Vermeerssen (sopraansaxofoon), Bart van der Putten (altsaxofoon), Peter van Bergen (tenorsaxofoon), Frank Gratkowski (basklarinet), Jan Willem van der Ham (fagot), Angelo Verploegen (trompet), Eric Boeren (cornet), Wolter Wierbos (trombone), Peter Haex (tenortuba), Carl Ludwig Hübsch (tuba), Michiel Braam (piano), Jörg Brinkmann (cello) en Michael Vatcher (slagwerk).

Speellijst
21/01 Plusetage, Baarle Nassau
27/01 Bimhuis, Amsterdam
28/01 Grand Theatre, Groningen
03/02 De Regentes, Den Haag
04/02 Hot House, Leiden
10/02 Muziekhuis, Utrecht
11/02 Jazzclub Mahogany Hall, Edam
12/02 De Lindenberg, Nijmegen

Kijk op de website van Michiel Braam voor meer informatie over Bik Bent Braam.

Labels:

(Maarten van de Ven, 20.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Het nieuwe Jef Neve Trio beroert oren, hart en geest!

vrijdag 13 januari 2012, Paradox, Tilburg

"Ken je dat gevoel? Je hebt zoveel herinneringen aan je plechtige communie, hoe je eruit zag, hoe groot je wel was... En dan kijk je twintig jaar later naar de foto's en niets blijkt nog te kloppen. Daar gaat 'Imaginary Road' over," weet pianist Jef Neve ons te vertellen. Door grappige anekdotes geeft hij uitleg hoe de composities tot stand komen. In België stond dit nieuwe project tijdens het Gent Jazz Festival 2011 al op de planken, maar voor Paradox is dit een primeur. Het meest opvallend in de bezetting ten opzichte van de formatie op de vier vorige cd's van Neve's trio is de vervanging van bassist Piet Verbist door de in New York wonende Ruben Samama, van Nederlandse afkomst. De verklaring hiervoor is volgens Neve vergelijkbaar met de gedachte alsof je op één januari in de spiegel kijkt en geconfronteerd wordt met iets dat er altijd was, maar beter had moeten zijn.

In het openingsnummer 'The Space We Need' horen we een zeer expressieve en gepassioneerde bassist die met jungleachtige oeh-oeh-klanken zorgt voor een inventieve start. Hij speelt met het hoofd diep voorovergebogen en is in innige omhelzing met zijn bas. Hij schept magische klanken en ondefinieerbare sounds, middels een loopstation of door de dubbele drumpartij van Teun Verbruggen. Deze compositie, door Jef Neve ondergedompeld in een bad van klassieke invloeden, doet denken aan het Esbjörn Svensson Trio.

In het fraaie 'Sofia' toont Samama groot cachet met een breed scala harmonieën. Hij danst met zijn bas, gebruikt afwisselend duim of strijkstok en tokkelt af en toe op de snaren van de piano. Hij zigzagt tussen de muzieklijnen van Neve. De pianist op zijn beurt geeft duidelijk erkenning aan het adres van Verbruggen, die met passend drumwerk Neve de kans biedt te excelleren. Dat het goed zit tussen de leden van dit trio, merken we aan het voortdurende oogcontact. Bij 'Colours And Shades' toont Neve de technische vaardigheid van zijn rechterhand en brengt hij met repetitieve motieven Verbruggen op tempo, die dit spel beantwoordt met rake accenten die Samama verrast doen opschrikken.

De drie verstaan elkaar met één noot, één juiste snaaraanslag, één drumslag en het spelplezier spat eraf. In de ballad 'Saying Goodbye On A Small Old Ugly White Piano', opgedragen aan Pascal Schumacher, is de homogeniteit van het trio maximaal. Je hoorde vroeger wel eens dat de pianist te veel noten speelde als demonstratie van zijn technisch kunnen. Maar dat is voltooid verleden tijd. Hij doseert akkoorden, single notes en arpeggio's spaarzaam, maar met onontkoombare zeggingskracht. Met name in deze ballad horen we de kracht van de stilte tussen de noten. Wat een spanning wordt hier gecreëerd als het tempo bijna tot stilstand komt! Het trio is hier wat betreft timing en samenspel in perfecte harmonie en eensgezind.

Ook in het verend ritme van 'For The People' blijft hun verstandhouding op peil, waarbij Neve rechtopstaand achter de vleugel zijn kracht en zijn intensiteit exposeert. Zijn zweetdruppels zijn metaforen voor parels van composities. Wonderboy Neve doet soms denken aan Mozart met zijn frivoliteit, zijn hoge manchetten, humor, speelsheid, maar ook met zijn genialiteit en zijn triomftocht op piano. Met 'Endless DC' (Da Capo) uit dit trio hun geloof in een nieuwe muziekgeneratie, de sounds of hope, en maken zij het publiek deelgenoot van hun persoonlijke zoektocht. In 'Imaginary Road' geven zij elke noot en klank een eigen betekenis.

De vernieuwing van dit trio is gelegen in de homogene en creatieve ritmesectie met Ruben Samama en Teun Verbruggen. Beiden zijn belangrijke mede beeldbepalende componenten van dit illustere trio, dat ieders oren, hart en geest weet te beroeren. En bovenal is er natuurlijk het grandioos pianospel en compositorische inbreng van Jef Neve zelf. Er staat vooralsnog geen maat op het moois dat hij ongetwijfeld nog in petto heeft!

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Gerda Boel, 18.1.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Rumor 68


Rumor is een festival voor avontuurlijke muziek. Centraal staat innovatieve muziek op de scheidslijn waar jazz, pop en gecomponeerde muziek samenkomen. Rumor wordt op onregelmatige basis georganiseerd in Utrecht. De gebruikelijke formule voor een Rumor-avond is: drie concerten op drie locaties, voor één prijs.

Grenzen zijn er niet per se om te doorbreken, maar om af te bakenen. Om duidelijkheid te scheppen. Ook als het om muziek gaat. Handig misschien voor wie muziek bij het publiek wil brengen. Voor wie het wil verkopen of uit wil leggen. Maar de muziek zelf heeft daar geen boodschap aan. Evenmin als de muzikanten. Vanuit die gedachte ontstond ooit eind 1995 Rumor, het Utrechtse muziekfestival dat net zo bewegelijk en plooibaar wil zijn als de muziek zelf.

Op 21 januari 2012 is er weer zo'n avontuurlijke avond. De groepen die deelnemen zijn: Tetzepi met als gasttrombonist Nils Wogram, de Zweedse supergroep Fire (met onder anderen Mats Gustafsson) en The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble.

Nils Wogram, hoewel nog betrekkelijk jong, kan gelet op zijn virtuositeit en gepassioneerde spel, aangemerkt worden als een van de beste trombonisten van Europa. Hij is ook een begenadigd componist, waarbij vaak complexe grooves de boventoon voeren: het avontuur staat voorop, maar de swing wordt nooit vergeten. Het orkest Tetzepi bestaat uit vogels van zeer diverse pluimage: pure jazzers, serieuze klassieke musici, zelfs een lid van het Willem Breuker Kollektief en een aantal avant-rockers, verbonden aan tegendraadse ensembles als Knalpot en Blast.

Uit de schijnbaar onuitputtelijke schatkist van de Scandinavische experimentele scene komt de nieuwste Zweedse supergroep Fire!, een trio uit Zweden met leden van The Thing, Tape en Wildbirds & Peacedrums. Ze creëren een mix van verwrongen versies van de hedendaagse experimentele muziek. Afgelopen zomer kwam de cd 'Unreleased?' uit, opgenomen in Japan met Jim O'Rourke op elektrische gitaar.

The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble (TKDE) is een project van Jason Köhnen (Bong-Ra) en Gideon Kiers (Telcosystems), opgericht om filmmuziek te maken bij bestaande en niet-bestaande films. Live mengt TKDE zoveel mogelijk analoog met digitaal. De combinatie van de traditionele bezettingen met bestaande en zelf ontwikkelde software, creëert, mengt en muteert in een organische en elektronische performance, ondersteund door visuals.

Klik hier voor meer informatie over Rumor.

Labels: ,

(Jacques Los, 18.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Zeer geslaagde combinatie van klassieke zang en saxkwartet

Claron McFadden & Artvark Saxophone Quartet, donderdag 12 januari 2012, Huis a/d Werf, Utrecht

'Sly meets Callas' is de werktitel van de samenwerking tussen de Amerikaanse sopraan Claron McFadden en het saxofoonkwartet Artvark. Het levert muziek op die een combinatie is van hedendaags gecomponeerde muziek en groovy, swingende moderne jazz met een vette knipoog naar de blues en de funk.

Het kwartet – de altisten Rolf Delfos en Bart Wirtz, tenorsaxofonist Mete Erker en op baritonsax Peter Broekhuizen – openden met een korte instrumentale set voor de pauze. Uit het repertoire van hun in 2010 uitgebrachte cd 'Truffles' werden onder andere 'Ornat King Coleman', 'Jezus Be A Fence' en 'Soundtrack' uitgevoerd. In een trefzeker en welluidend samenspel en met het vette en donkere geluid van de baritonsax werd verbluffende en swingende jazz geproduceerd. Daar kwamen dan ook nog eens de felle en geïnspireerde solo's van Wirtz, Delfos en Erker bij.

Na de pauze werd het kwartet aangevuld met de klassiek geschoolde zangeres Claron McFadden. Hoewel zij ook het jazz-zingen en improviseren uitstekend beheerst, is haar klassieke intonatie overheersend. Al met al is haar bijdrage een zeer aangename en verrassende aanvulling op het viertal saxofonisten. Ze is duidelijk 'one of the guys'. Zichtbaar inspirerend is haar invloed op het geheel. Haar vocale mogelijkheden zijn welhaast onbegrensd. Zij gilt, lacht, giert, schmiert, fluistert, scat, krijst, vertelt, zingt fraai en is zowel charmant als ondeugend naar de netjes gekapte en strak in het pak zittende heren toe.

In een programma bestaande uit originele composities van de vier saxofonisten en met teksten van McFadden, Edgar Allen Poe en Robert Burnes werd een fascinerend en avontuurlijk concert gegeven.

De organisator van deze avond, Gaudeamus Muziekweek (platform en aanjager van ontwikkelingen en initiatieven binnen de nieuwe muziek), mag in de onmiddellijke toekomst wel wat meer concerten organiseren van groepen die laveren op het vlak van klassiek en jazz. Suggesties desbetreffend zijn bijvoorbeeld Zapp 4 en Estafest.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 18.1.12) - [print] - [naar boven]





Terugblik
De beste jazzalbums van 2011 volgens Draai om je oren


De medewerkers van Draai om je oren is gevraagd naar hun vijf favoriete jazzalbums van het afgelopen jaar. Uit deze lijstjes is de onderstaande top 8 gedestilleerd. Om in aanmerking te komen voor een plaats in deze eindlijst, moest een album minimaal in twee lijstjes voorkomen, vandaar dat het onderstaande overzicht maar tot acht albums beperkt bleef. De albums van Ig Henneman en MOPDTK werden het meest genoemd in de lijstjes; beide platen staan genoteerd in drie verschillende jaarlijstjes.

1. Sylvie Courvoisier-Mark Feldman Quartet - 'Hôtel Du Nord' (Intakt)
2. Ig Henneman Sextet - 'Cut A Caper' (Wig)
3. Ambrose Akinmusire - 'When The Heart Emerges Glistening' (Blue Note)
    Peter Evans Quintet - 'Ghosts' (More Is More)
5. Atomic - 'Here Comes Everybody' (Jazzland)
    Mostly Other People Do The Killing - 'The Coimbra Concert' (Clean Feed)
7. Hybrid 10tet – 'On The Move' (BBB)
    Sonny Rollins - 'Road Shows Volume 2' (Doxy/Emarcy)

Klik
hier om alle eindejaarslijstjes van de Draai-medewerkers te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Siciliaanse impro in Cantina

Trio Leonardo Grimaudo, woensdag 11 januari 2012, Cantina, Groningen

De improvisatiemuziek in de Groninger Cantina kent vele gedaanten. Deze week was de kelder een paar keer extra geopend in verband met het Eurosonic-festival. Woensdag speelde er een trio onder leiding van gitarist Leonardo Grimaudo muziek die zijn veelzijdige achtergrond reflecteerde. De volksliedjes en de archaïsche hoofse dansen van zijn geboorte-eiland Sicilië, rock, klassiek, jazz.

Veelal heeft het strak vormgegeven amalgaam het karakter en de structuur van toonreeksen. De toon is introspectief, om niet te zeggen melancholiek. Ook drummer Carmello Graceffa, een en al oor, is een toonbeeld van beheersing. In de bas horen we de erfenis van Miles Davis' funkleveranciers, van Michael Henderson tot Marcus Miller, wat losse, dartele lijnen oplevert.

Beetje raar, Siciliaanse impro? Natuurlijk niet, gekkie. Al helemaal niet wanneer je bedenkt wat de Siciliaanse immigranten, naast de zwarte en de creoolse mensen, in het New Orleans van de laat-negentiende eeuw voor de plaatselijke dansmuziek in het algemeen en de ontluikende jazz in het bijzonder hebben betekend.

Labels:

(Eddy Determeyer, 18.1.12) - [print] - [naar boven]



  

Vooruitblik
As Guests with Strings presenteert cd in JazzCase


Aanstaande donderdag presenteert As Guests with Strings op het podium JazzCase in Dommelhof te Neerpelt de cd 'Universal Mind', die ze op 1 en 2 juni 2010 hebben opgenomen tijdens een artists in residence aldaar.

As Guests, het samenwerkingsproject van de Tsjechische vibrafonist Miro Herák en de Slowaakse pianist Michal Vaňouček, aangevuld met bassist Janos Bruneel en drummer Yonga Sun (drums). De band speelt in het herkenbare idioom van het legendarische Modern Jazz Quartet. Deze avond worden ze versterkt door een drietal strings, die hun sporen reeds lang hebben verdiend - onder meer in het ijzersterke strijkkwartet Zapp 4: Oene Van Geel (viool), Jeffrey Bruinsma (viool) en Jorg Brinkmann (cello).

De muziek van As Guests is altijd een evenwichtsoefening tussen verschillende stijlen en een vermenging van nieuwe sounds in combinatie met uiteenlopende instrumenten. Tegen hun klassieke- en jazzachtergrond brengen ze nu strijkers in het klankenpallet. Doel van het samenbrengen van deze muzikanten is om als een geheel muziek te creëren die toegankelijk is voor ieder publiek, waarbij in de gevarieerde composities en ritmes elke muzikant – zowel als onderdeel van het geheel dan wel als solist - naar voren komt.

Klik hier voor meer informatie.

Draai om je oren geeft 3 x 2 vrijkaartjes weg voor dit concert! Het enige wat u moet doen is de volgende vraag beantwoorden: wat is de titel van de eerste cd van As Guests? Mail het antwoord naar redactie@draaiomjeoren.com. De eerste drie goede inzendingen kunnen gratis naar het concert met een partner.

Meer zien en horen?
Klik hier voor een live-uitvoering van 'Solace Cells, Part 2' door As Guests with Strings.

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Vocalistenparade in De Smederij

Sessie met onder meer het Daan Kleijn Kwartet, dinsdag 10 januari 2012, De Smederij, Groningen

De verloren zoon was weer even thuis. Afgelopen zomer verkaste gitarist Daan Kleijn van Groningen naar New York om daar verder te schaven aan zijn techniek, kennis en opvattingen. Dinsdag konden we in De Smederij de balans opmaken van een semester in de Big Apple.

Wel, er was weinig van de spreekwoordelijke opgefoktheid van de grote stad in Kleijns spel te bespeuren. De tempi lagen laag, wat dat betreft was er (te) weinig afwisseling. (Altijd gedacht dat dat een mythe was, die Groninger nuchterheid.) Alleen 'Subconscious Lee' pakte wat pittiger uit. Hier trokken de gitarist en pianist Jorn Swart fraaie unisonolijnen door het thema. Daarvoor had Kleijn al laten horen dat zijn zin voor avontuur niet geleden heeft onder de emigratie. Zijn intro voor 'Reflections' was subtiel en spannend. Maar de grootste indruk maakte de gitarist tijdens het allerlaatste nummer van de avond, 'If You Could See Me Now', dat hij samen met zijn lief, vocaliste Roos Plaatsman, een doorleefde vertolking gaf.

Het was na de pauze trouwens een parade van vocalisten in De Smederij. Ellen Tackenkamp liet in 'On The Sunny Side Of The Street' horen dat ze over een jazzy timing beschikt – en dat is eigenlijk al meer dan je van nieuw vocaal talent mag verwachten. Even dacht ik dat ze uit zou gaan van Sy Olivers arrangement, maar dat bleek ijdele hoop. Rijzende ster Renske de Boer pakte 'Skylark' bij de lurfjes en deed dat met een aplomb alsof ze in het Scheveningse Kurhaus anno 1939 stond. Qua persoonlijkheid, présence en zelfverzekerdheid steekt De Boer heel wat collega's in de kontzak.

Intussen maakte gitarist Frank Wingold 'Skylark' en het daaraan voorafgaande 'Cherokee' met zijn fabuleuze wendingen en ontdekkingen puur vloeibaar. En dan waren daar de gebruikelijke nieuwe talenten. Trombonist Odei Al-Magut met zijn forse aanpak heb ik op deze plaats al eens genoemd. Drummer Eddie Jensen (lekker strak en stuwend, met mooie fills, maar nog geen echte solist) en een Koreaanse gitarist, die voorlopig June heet en boeiende verhalen kan vertellen, kunnen aan het lijstje met veelbelovende namen worden toegevoegd.

Labels:

(Eddy Determeyer, 17.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Ambrose Akinmusire - 'When The Heart Emerges Glistening' (Blue Note, 2011)

Opname: 20-22 september 2010

Wie de nieuwste releases bij Blue Note een beetje volgt, heeft de naam Ambrose Akinmusire zeker al horen vallen. De jonge trompettist is het nieuwe talent die door labelbaas Bruce Lundvall naar voren wordt geschoven als zijnde een van de meest beloftevolle musici van het moment. Akinmusire's debuutplaat voor Blue Note werd daarom luid aangekondigd en het gevaar bij een dergelijke hype is dat de trompettist de verwachtingen niet meer waar kan maken. Men sprak immers over een Miles Davis-achtige fluisterstem, een schitterend vermogen tot directe ontroering en een integratie van diverse popinvloeden.

Van al het bovenstaande is slechts een fractie waar: in 'My Name Is Oscar' plaatst Akinmusire een rap die zijn vermeende verwantschap met de hedendaagse populaire muziek verklaart, maar puur muzikaal houdt de parallel daar op. De algemene teneur van 'When The Heart Emerges Glistening' is dat Akinmusire een eerder conventionele opvolger is in de huidige school van trompettisten. Meer dan Miles Davis hoort men in het moderne geluid van dit kwintet invloeden van Roy Hargrove, Terence Blanchard en Christian Scott terug, niet toevallig trompettisten wier geluid dikwijls aan label Blue Note wordt gelinkt.

In tegenstelling tot saxofonisten, die dikwijls opteren voor een kwartetvorm, durven trompettisten de sound vaker opentrekken door een tweede solistisch instrument te confronteren met hun eigen geluid. Ook bij Ambrose Akinmusire is dat het geval: als tegengewicht in het kwintet vond hij tenorsaxofonist Walter Smith III, met wie hij inmiddels jaren lang bevriend is. De interactie tussen beide is inderdaad magisch en vooral in de meer furieuze nummers (zoals het weergaloze 'Confessions To My Unborn Daughter') durven ze elkaar met denkbeeldige zweepslagen naar een hoogtepunt duwen. Binnen dit compact musicerende kwintet treden bassist Harisch Raghavan en pianist Gerald Clayton anderzijds beduidend minder naar de voorgrond met intrigerende ideeën. Hun rol lijkt zich voornamelijk in de schaduw van Akinmusire te situeren en verder dan meedraaien als ritmesectie komt het zelden. Drummer Justin Brown laat zich vaker opmerken, maar ook hij is even vaak opvallend af- in plaats van aanwezig.

Het is kortom duidelijk waar de klemtoon ligt op dit Blue Note-debuut. Akinmusire vult het grote speelvlak dat hij zichzelf toebedeelt gelukkig met spitsvondige improvisaties, waardoor deze cd van begin tot eind een intrigerende rit is. Vooral de langere nummers, met gebald en explosief kwintetspel, doen een talentvol musicus vermoeden. Het zijn voornamelijk deze nummers die, ondanks hun elementaire principes van opbouw, kunnen ontroeren. Akinmusire overstijgt op de cruciale momenten immers de clichés en van de thema's gaat zo nu en dan een pretentieloze gezelligheid uit. Kortere nummers, zoals 'Far But Few Between' of de twee korte 'Ayneh’s', kunnen echter niet helemaal overtuigen. Ook de langere ballades, zoals 'Henya' en 'Tear Stained Suicide Manifesto' (waarvoor producer Jason Moran telkens Rhodes meespeelde), zitten te veel vast in hun conventionele stramien.

Hoewel Ambrose Akinmusire een begaafd en interessant muzikant is, moet men vaststellen dat 'When The Heart Emerges Glistening' weinig echt 'nieuws' bevat. De instrumentale power van een Christian Scott haalt Akinmusire bijvoorbeeld nog niet, hoewel zijn spel soms slimmer geconstrueerd is. Dit is dus een beloftevolle plaat van een beloftevol musicus, maar de belofte wordt hiermee nog niet helemaal ingelost. Het eigen geluid, dat Akinmusire naar eigen zeggen al helemaal gevonden heeft, mag zich in de toekomst nog meer uitgesproken ontwikkelen. Deze plaat is een uitstekende opwarmer van een vermoedelijk belangrijk oeuvre.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

Meer horen?
Via een
playlist op Hello.dj kun je enkele tracks van dit album integraal beluisteren: 'Confessions To My Unborn Daughter', 'Henya', ''My Name Is Oscar' en 'The Walls Of Lechuguilla'.

Labels:

(Jan-Jakob Delanoye, 17.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
In volmaakte formatie hemelwaarts

David Berkman Trio, maandag 9 januari 2012, De Spieghel, Groningen

Misschien dat het met wat meer repetitietijd beter had uitgepakt, opperde drummer Owen Hart jr. naar aanleiding van zijn optreden met multi-instrumentalist Franz Selka, twee dagen eerder in de Groninger Cantina. Misschien – maar ik betwijfel het. Soms liggen muzikale opvattingen zover uit elkaar dat een verzoening geen reële optie is.

Bij pianist David Berkman was sprake van meer chemie. Al in het tweede nummer glom des drummers schedel van het eerlijke zweet. De interactie, ook met bassist Vassil Hadjigruder, was dermate intens dat hier gerust gesproken kon worden van een geprolongeerd orgasme. Onder een steile hoek steeg dit trio in volmaakte formatie hemelwaarts.

Nochtans was dit geen vaste groep. Dat impliceerde dat er uitsluitend standards gespeeld werden. Met een vaste band meng je daar vanzelfsprekend meer eigen werk door en geef je aan die evergreens een eigen draai. Maar in dat geval hadden we wellicht de subtiele Billy Higgins-ode van Hart in 'When Will The Blues Leave' gemist. Slechts de brede smile van Higgins ontbrak hier.

Labels:

(Eddy Determeyer, 17.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Ongemakkelijke ontmoetingen ondergronds

Duo Franz Selka-Owen Hart, zaterdag 7 januari 2012, Cantina, Groningen

Halverwege het nummer legt drummer Owen Hart demonstratief zijn sticks neer en zegt geïrriteerd: "Hoe heet dit nummer, man? Het spijt me, maar ik ben van de old school. Kun je niet iets anders spelen?" Even is het stil, dan fluistert bassist annex toetsenman Franz Selka: "Goed, wat meer jazz" en zet iets in dat op 'Autumn Leaves' lijkt. Maar het blijft een meer wringende dan winnende combinatie, deze hyperswingende old school-drums met de poppy space keys – mij bekruipt meer en meer het gevoel, dat de artiesten elkaar vóór deze sessie nog nooit gezien hebben.

Eens in de week gaan de luiken open en stroomt het keldertje tegen het spookuur vol met jonge internationale ratten en rattinnen die via Facebook naar de Groninger N-straat gepijpt zijn. De activiteiten zijn letterlijk en figuurlijk ondergronds, zodat ik volsta met de mededeling dat het keldertje zich in de binnenstad bevindt en gegraven is in een tijd dat je met 1 m 60 al een hele Piet was. Her en der zijn wat ruwe gaten in de wanden gehakt, zodat je via trappetjes in belendende ruimtes terechtkomt en via die ruimtes weer in de bijbehorende woonhuizen. Het labyrint is welbeschouwd aardig uitgebreid. Op twee kleden staat het instrumentarium opgesteld; het publiek zit op een ratjetoe aan stoeltjes of rechtstreeks op de zeventiende eeuwse plavuizen. Voor het eerst sinds jaren zie ik de zo vertrouwde jazzrook weer naar het plafond kringelen.

In een haakse bocht van de rioolbuizen resideert Owen Hart, die stevige street beats onder de repeterende motiefjes van de twee laptops, de drie keyboards en de zessnarige basgitaar plaatst. De drummer klinkt ontspannen, maar zijn beat is retestrak. Soms strijkt hij de vamps van Selka lekker tegen de haren in. Als hij soleert schept hij er genoegen in het zwaartepunt van de beat door het ritmische patroon te laten meanderen. Dat patroon is doorgaans overigens een solide ching-chinka-ching. Dat het geheel nochtans niet gaat swingen ligt niet aan hem. De verrichtingen van Franz Selka hebben meer met diepe kniebuigingen van doen dan met soepele heupbewegingen. Swingen gaat het pas wanneer Leo Grimaudo zich met gitaar, pedalen en knopjes bij het duo meldt. Die heeft meer jazzfeel, weet dat een bas eigenlijk gewoon hoort te 'lopen' en genereert bliepjes en gejank waarmee Hart uit de voeten kan.

Een drummer uit het publiek wil weten of ik inderdaad Jim Chapin ben. Zeker, hier kun je iedereen tegen het lijf lopen. Ik deel hem mee dat mijn Nederlands beter is.

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Various artists - 'Anthology Of Dutch Electronic Music 1999-2010' (MCN/Basta Music, 2011) 2 CD

Opnamen: 1999-2010

"Elektronische en elektro-akoestische muziek zijn inmiddels een integraal onderdeel van het vooruitstrevende deel van de muziekwereld. Als zodanig is de ontstane traditie van het uitbrengen van verzamelingen met de meest interessante composities in dit genre een buitengewoon zinvolle activiteit. Het prachtig vormgegeven, tweedelige overzicht dat de 'Anthology Of Dutch Electronic Music 1999-2010' levert, geeft een goed beeld van wat er in dit genre allemaal gebeurt. Uitgegeven door het spoedig wegbezuinigde Muziek Centrum Nederland en met een uitstekende inleiding en beschrijving van elk stuk door specialiste Jacqueline Oskamp, is het duidelijk dat het hier slechts om het topje van de ijsberg gaat."

Sybren Renema over een verzamelaar, die "niet minder dan een verademing is".
Klik
hier om zijn uitgebreide recensie te lezen.

Meer horen?
Klik hier om twee tracks van dit dubbelalbum te beluisteren: 'Hysteresis (excerpt)' en 'Aether'.

Labels:

(Maarten van de Ven, 15.1.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Wat kun je met The Beatles, Sun Ra en Frank Zappa?

Uiteinden, met Lunapark, de Astronotes en The Wrong Object, vrijdag 30 december 2011, Grand Theatre, Groningen

Het thema van Uiteinden was dit jaar coverbands. Of, beter gezegd: bands die zich met het oeuvre van historische groepen bezighouden. De muziek van The Beatles, Sun Ra en Frank Zappa werd door respectievelijk Lunapark, de Astronotes en The Wrong Object op de korrel genomen.

Het verst ging Lunapark, dat zich verdiept had in het album 'Revolver' uit 1966. Het gezelschap kwam in ganzenmars op, wat ons uiteraard gelijk op het verkeerde been zette vanwege de associatie met 'Abbey Road’. Louis Andriessen schreef ooit 'klassieke' versies in uiteenlopende stijlen van Beatles-songs voor de in moderne muziek gespecialiseerde zangeres Cathy Berberian. Hier werden die Spielereien door sopraan Jennifer Claire van der Hart vertolkt. Het werkte eigenlijk pas goed wanneer de vocaliste het materiaal in de parodiesfeer trok, zoals bij 'Ticket To Ride' het geval was.

Daarna volgde een speurtocht voor de echte fans door een soort gefragmenteerd landschap van 'Revolver'-soundbites. Merkwaardig genoeg riep dat associaties op met seriële muziek uit diezelfde jaren zestig. Van Gavin Byars was '1, 2, 1-2-3-4', waarin de muzikanten via koptelefoons naar verschillende fragmenten luisterend daar hun eigen partijtjes aan toevoegden. Daardoor ontstond een Babylonisch weefsel dat, heel grappig, refereerde aan 'Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band' van een jaar later.

De Fab Four zelf zouden het heel vermakelijk hebben gevonden, schat ik zo in. Minder ingenomen zouden ze zijn geweest met de wat onbeholpen a capella opening en einde van het programma; die zang van The Beatles, dat was een serieuze zaak.

Ondertussen kun je je natuurlijk afvragen of de gevolgde werkwijze, indien toegepast op ander sterk repertoire, niet een soortgelijk resultaat zou opleveren. Ik maak me sterk dat het oeuvre van - pak hem beet - Earth, Wind & Fire, Duke Ellington of The Doors zich hier heel goed voor zou lenen.

Van verschillende kanten kon je horen dat men Zappa miste in Michel Delville's bewerkingen voor The Wrong Object. Goed, het was allemaal instrumentaal en de collageaanpak van de meester was er inderdaad niet in terug te vinden. Maar ik vond bijvoorbeeld de sound van het saxofoonteam van Grégoire Tirtiaux en Marti Melia aardig in de buurt komen van de Mothers.

Zo evoceerde de combinatie trombone (Joost Buis) en tenorsax (Toby Delius) op treffende wijze de Sun Ra van de jaren vijftig. We kennen de jazzmagiër natuurlijk primair van zijn grote Arkestra's, maar in de begintijd werkte hij met kleinere bezettingen. Hij zal ongetwijfeld met zo'n combinatie van trompet-trombone-tenorsax en ritmesectie gespeeld hebben.

Dat Ra zich als een van de eersten over Afrikaanse ritmes boog, demonstreerde slagwerker Michael Vatcher in het openingsnummer 'The Golden Lady'. Vatcher en bassist Wilbert de Joode, die vooral, hielden het ensemble op koers. Lekker strak en dan weer lekker vrij, al naar gelang de behoefte van het stuk. Soms creëerden ze een bonkige funk, die je ook op een album als 'The Night Of The Purple Moon' kunt horen.

De lead trumpet van Felicity Provan zorgde, in combinatie met de gestopte trombone en de tenorsax voor Ellingtonesque kleuren en Delius ging zich in 'Dancing Shadows' te buiten aan een ruige exercitie in breedsprakige statements, waarbij zijn gigantische sound de grote zaal van het Grand tot in de nok vulde.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
De zon hoog aan de hemelboog en een uitpuf-terras in de schaduw

Martin Fondse & Eric Vloeimans & Matangi String Quartet, zaterdag 26 november 2011, Cultura, Ede

Zet een piano, vibrandoneon, trompet en vier vioolachtigen bij elkaar en wat krijg je? Verrassend expressieve muziek, tenminste als Martin Fondse tekent voor de composities.

Langzaam druppelt het publiek de theater- annex concertzaal van Cultura, de nieuwe cultuurtempel in Ede, binnen. Het decor wordt gevormd door enkele stoelen met microfoon en links in de hoek een vleugel met open klep. Dwars daarvoor staat op de grond een klein houten koffertje precies in een hoek van 90 graden, de exacte opstelling van een pratoloog die vraagt 'wat vindt u er zelf van?'. Op het koffertje staat een gekrompen en platgeslagen piano met een eigenwijs blaaspijpje. Wie praat nu met wie?

Martin Fondse, componist en toetsenist, komt het podium op, gevolgd door de heren en dame van het Matangi String Quartet. Fondse laat de piano opwarmen. Een rustige melodie in variaties met her en der een dansend tussennootje. De violen gaan ervan glimlachen. Hun klanken klimmen hoger en hoger. Aan het einde vertelt Fondse meer over 'Testimoni', het centrale stuk van deze avond. Vijf jaar geleden, bij de opening van het cultureel seizoen in Den Bosch, heeft hij een stuk gecomponeerd voor de Matangi's, die bij die gelegenheid samenspeelden met trompettist Eric Vloeimans. Het was een klassiek stuk, met ruimte voor improvisaties. Het is aan de enthousiaste reacties te danken dat Fondse het stuk heeft bewerkt tot suites die het verstrijken van een etmaal verslaan, met ingetogen klanken (interiori) en een loflied op de expressie (exteriori). Een trompet steekt zijn kop tussen de gordijnen door als Fondse nog aan het praten is, gevolgd door het hoofd van Vloeimans. Tijd voor muziek.

Zachte snarengeruis, afgewisseld met snarengetokkel. Het ochtendgloren dient zich aan. Ritme trippelt de muziek binnen en de trompet gaat luider klinken. Fondse kruipt achter de piano voor minimale klanken, af en toe een dissonant loopje en dan weer lieflijke drieklanken. Net als bij andere concerten voelen Vloeimans en Fondse elkaar aan als muzikale soulmates. De sterk filmische klanken roepen beelden op van de zon hoog aan de hemelboog en een uitpuf-terras in de schaduw. Dan maakt de zon plaats voor de avond en doet dat vol vuur. Felle trompetstoten en woelig snarenwerk. De drank vloeit rijkelijk en de gesprekken worden luidruchtiger. Na uren valt de nacht en het terras raakt verlaten. Fondse blaast op de vibrandoneon rustige, sterk melodische klanken, Vloeimans laat trage, donkere tonen uit zijn trompet vloeien. De violen volgen. Of is het omgekeerd? Dan klinken alleen nog de geluiden van de nacht: duister uit de trompet, af en toe een hoge pianoklank en zacht ademende snaren. Op kousenvoeten schuifelt het publiek de pauze in.

Na de pauze geven de musici hun expressieve kant vrij baan in composities van Vloeimans en Fondse. Fondse speelt daarbij vooral op het 'my-little-pony-instrumentje', oftewel de vibrandoneon. Dit is een kruising tussen een mondharmonica en bandoneon, met een speelse en verrassend goede klank. Bij het stuk over een wijk in de Braziliaanse miljoenenstad Sao Paolo speelt de vibrandoneon de hoofdrol. Fondse vertelt met emotie in zijn stem dat hij toen de muziek heeft teruggevonden. Zijn spel vertelt hetzelfde verhaal; Fondse houdt de vibrandoneon koesterend op de arm en staat voor het eerst te swingen tijdens het spelen. Een hele andere uitstraling dan bij zijn gedegen pianowerk en uitgebalanceerde composities met - volgens kenners - geen noot te veel. Daardoor is er soms wel alle lucht uitgeperst, bijna als in zuurdesembrood. Ook bij het volgende stuk in Ede, een compositie over een albino-aap in de dierentuin van Barcelona en Ronald Koeman bij de voetbalclub van deze stad, spat het plezier ervan af. Het tempo gaat snel naar de hoogste versnelling en de akkoorden staan vol van Spaans temperament. Slaat de aap zich op de borst, of zijn dit de dribbelpasjes van een sterspeler die een briljant doelpunt heeft gescoord?

Ook al is de muziek nu veel uitbundiger, het publiek zit doodstil op de stoelen. Slaat de muziek aan of niet? Het overtuigende applaus vraagt wel om een toegift. Dat wordt een compositie van Fondse en Vloeimans bij 'De Auditie', een animatiefilm over een Joodse trompettist. Deze overleefde Auschwitz dankzij zijn trompet. Een stilmakende getuigenis.

Labels:

(Heleen van Tilburg, 13.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Klare/Platz/Kneer/Elgart – 'Modern Primitive' (Evil Rabbit, 2011)

Opname: 29 oktober 2010

Het label Evil Rabbit, dat sinds 2007 al 18 cd's heeft uitgebracht, specialiseert zich in het bijzonder in het produceren van impro-jazzmuziek. Zowel nationale als internationale improvisatoren hebben hun muziek al op het label vastgelegd. Naast werk van de initiatoren van het label – pianist Albert van Veenendaal en bassist Meinrad Kneer – werden cd's uitgebracht van onder anderen Mark Alban Lotz, Ab Baars, Fabrizio Puglisi, Eric Boeren, Jorrit Dijkstra, Gianni Lenoci en Esmee Olthuis.

Op 'Modern Primitive' hebben altsaxofonist/fluitist/klarinettist Jan Klare, gitarist Jeff Platz, Meinrad Kneer en drummer Bill Elgart zich verenigd in Bunker Ulmenwalt in Bielenfeld om ter plekke een impro-set op te nemen.

Het resultaat is een frisse en gevarieerde exercitie, waarin energieke free-jazz stukken worden afgewisseld met serene, doordachte klankjuweeltjes. Elk van de muzikanten beheerst het impro-metier voortreffelijk. Beheersing van hun respectievelijke instrumenten plus inzicht en muzikaliteit ten aanzien van het collectief improviseren; het vormt hier de garantie voor boeiende en kwalitatieve improvisatiemuziek met verstilde en heftige virtuoze momenten.

'Modern Primitive' is wederom een aanwinst in de bijzondere (ook qua lay-out) Evil Rabbit-collectie.

Meer horen?
Klik
hier om korte geluidsfragmenten van deze cd te beluisteren.

Labels:

(Jacques Los, 11.1.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Rabo Jazzfestival Heerde hecht verankerd

vrijdag 4 november 2011, Dorpshuis, Heerde

Gedijen jazzfestivals op het platteland beter dan in de grote stad? In een plaats als Den Haag verdwijnen ze, de een na de ander, maar buiten de brandhaarden lijken ze beter stand te houden, niet zelden tientallen jaren.

Het Rabo Jazzfestival Heerde was vorig jaar aan zijn 35ste editie toe. Ooit begonnen als een optreden van de Vale Ouwe Swingers ter gelegenheid van de opening van het Dorpshuis van Heerde, is het thans hecht verankerd in de plaatselijke en regionale gemeenschap. Misschien is dat laatste wel het geheim van het bestendige succes van dit soort evenementen.

Het is allang niet meer alleen maar dixieland wat de klok slaat. Die ooit zo mieterse stijl is nog wel vertegenwoordigd (deze keer door Dixieland Connection), maar er was ditmaal bijvoorbeeld ook plaats voor het Artvark Saxophone Quartet – niet direct de easiest listening muziek. En voor een fluitveteraan als Sam Most (80), ook niet bepaald een naam die heel Heerde bij voorbaat op zijn kop zal hebben gezet. Most, meer grijze ouwe bopper dan vale ouwe swinger, was degene die als eerste vocale effecten aan het fluitspel toevoegde. In het Dorpshuis demonstreerde hij, als gast van prof Rein de Graaff, zijn kunsten op de altfluit in het nummer 'I Can’t Get Started'. Hier, dames en heren, hadden wij de wortels van Rahsaan Roland Kirk te pakken. Een deel der aanwezige dames en heren had overigens wel wat anders dan wortels pakken aan hun hoofden; achter in de zaal werkten de netwerkers en de versierders zich een slag in de rondte.

De bescheiden fluitist bleek ook een charmante zanger in een jaren vijftig hipsters-idioom. Als tweede blazer had De Graaff trompettiste Ellister van der Molen uitgenodigd. Een goede keuze: deze dame behoort inmiddels tot de top en bewees dat met een fraai en logisch opgebouwde solo gelijk in het eerste nummer, 'Take The A-Train'. Als collega Valaida Snow nog had geleefd, zou ik de respectieve middenriffen van de dames wel eens aan een vergelijkend warenonderzoek hebben willen onderwerpen.

Tenorist Sjoerd Dijkhuizen had een all-star gezelschap in stelling gebracht. Qua fysieke lengte en timing is Dijkhuizen altijd schatplichtig geweest aan Long Tall Dexter Gordon, al moet gezegd worden dat hij het qua volume tegen zijn voorbeeld moet afleggen. Daar staat dan weer tegenover dat hij niet, zoals Gordon, aan citatitis in een vergevorderd stadium lijdt.

Zijn kompaan Bert Joris (niet te verwarren met Bart Joris, ook Belg, ook trompettist) spreidde zijn fluwelen toon ten toon in 'Round About Midnight' - in het bebopspectrum zit hij meer aan de kant van Art Farmer dan die van Fats Navarro. Wat ik in de blaascollectieven overigens miste waren krachtige punchlines.

De ritmesectie bood meer avontuur. De exuberante pianist Juraj Stanik liet (in Herbie Hancocks 'Driftin’') zijn solo met veel gesis en geratel ontsporen. Drummer Joost van Schaik, die 's middags kennelijk een vracht bomen bij de Galgenberg had neergehaald, had geen kans meer gezien zijn houthakkershemd voor een decent overhemd te ruilen, maar had daar wél mooie gedachten over drumsolo's ('Seven Steps To Heaven') aan overgehouden, terwijl hij evenmin moeite had met het subtielere ritsel- en rammelwerk.

"Vroeger waren wij jong en mooi, nu alleen nog maar mooi," mijmerde Edwin Rutten (68). Het is niet overdreven te stellen dat hij van vele markten thuis is. Maar een jazzzanger pur sang is hij ook nog altijd, getuige de bezieling die hij in 'Misty' legde. Terecht dat hij in Heerde de Schilperoort Award aan zijn collectie mocht toevoegen.

Klik hier voor een fotoverslag van het Rabo Jazzfestival Heerde door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Eddy Determeyer, 11.1.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Stranger Than Paranoia 2011 Part 2


"Of hij het zijn publiek niet erg lastig maakt door steeds van die uiterst gevarieerde concertavonden samen te stellen? Paul van Kemenade, programmator en organisator van Stranger Than Paranoia, vond van niet. Integendeel, want volgens Van Kemenade komt het publiek net voor die verrassingen. Zoals wel vaker in deze materie kreeg de saxofonist gelijk: met meer dan 150 bezoekers zat en bleef Paradox aardig vol gedurende de drie concerten."

Koen Van Meel bezocht de laatste avond van de 19e editie van Stranger Than Paranoia en zag drie even avontuurlijke als van elkaar verschillende bands aan het werk: Free Tallinn Trio, Tricycle en Giovanni Falzone Electric Quartet.

Klik hier om zijn uitgebreide festivalverslag te lezen.

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivalavond door Cees van de Ven.

Labels:

(Maarten van de Ven, 11.1.12) - [print] - [naar boven]





Users manual
Draai om je oren op de social media


Sinds enige tijd is Draai om je oren ook actief op de social media. Op Facebook hebben we inmiddels al meer dan 2000 volgers, op Twitter staat de teller op 176. Via beide kanalen blijf je op de hoogte van de nieuwste blogs op Draai om je oren en breaking jazznieuws. Onze accounts op beide social media worden beheerd door Christel de Krosse.

Klik hier om je aan te melden voor 'Draaioren' op Twitter en hier voor onze Facebook-account.

Labels:

(Maarten van de Ven, 11.1.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Leo Cuypers – 'Leo Cuypers' (MCN, 2011)

Opname: 1973

Een van de aangenaamste dingen aan een heruitgave is dat je als luisteraar waarschijnlijk al weet wat je te wachten staat. De kwaliteit zal hoog zijn, omdat slechte platen niet vaak opnieuw worden uitgebracht. Bovendien weet iemand die een bijna 40 jaar oude opname koopt waarschijnlijk ongeveer om wat voor muziek het gaat. Dat maakt een heruitgave over het algemeen een veilige aanwinst voor elke muziekverzameling en zodoende oninteressant om over te schrijven.

Toch zijn er uitzonderingen op deze regel, zoals Leo Cuypers' opname uit 1973, waarvan er niet eens 500 in omloop zijn gebracht en die zodoende dus alleen bij het allerselectste gezelschap bekend is. Onbekend maakt onbemind en dat is de grote tragiek van veel van Cuypers' carrière: door een combinatie van persoonlijke problemen, zelfverkozen isolement en het feit dat hij in de prehistorie van de Nederlandse improvisatiemuziek doorbrak, is veel van zijn muziek onvoldoende gehoord. Alleen daarom al is de heruitgave van dit album door het bedreigde Muziek Centrum Nederland alle aandacht waard.

Met zijn voorliefde voor grote stylistische contrasten, absurde titels en onvoorstelbare techniek is Cuypers een typisch exponent van zijn tijd. Een stuk als 'Cynisch Sjabloon Theater' is hiervan een goed voorbeeld: deze improvisatie omspant alles van een soort stride tot serialisme, impressionisme en atonaal gehamer. Door zijn gevoel voor contrapunt en feilloze aanslag draagt de muziek altijd een bluesgevoel in zich. Tijdens de meest extreme passages lijken we hier te doen te hebben met Cecil Taylor op klompen, terwijl ook beelden van een ranzige pianist in een rokerige biljartkroeg soms niet ver weg zijn.

Het aan zijn collega gewijdde 'Tristano Song' is, net als het in 1995 op 'Songbook' verschenen 'Jarrett', een ode aan een andere lyrische pianist. Dit zeer stemmige en betrekkelijk eenvormige stuk is een herinnering aan het feit dat de pianist Cuypers niet als complete eenling in de wereld staat, maar juist van alle kanten beïnvloed werd. Dit kan makkelijk vergeten worden van iemand wiens carrière zo vaak onderbroken is door pauzes en die bovendien vrijwel uit het niets de landelijke podia bestormde.

Wat deze heruitgave uitermate begerenswaardig maakt, is de toevoeging van ruim een half uur aan extra materiaal, dat is opgenomen in de Brakke Grond en een VARA-studio. Op de twee lange 'Medleys' is er volop plaats voor onderzoekingen die de kortere nummers van het originele album ontberen. Hierdoor is er ruimte voor een zeer interessante deconstructie van Paul Desmonds 'Take Five', die feilloos overgaat in 'Daar Was Laatst Een Meisje Loos', alvorens terug te keren naar de vijfkwartsmaat en vervolgens te ontsporen in een wervelstorm aan noten. Deze medleys voelen minder geconcentreerd aan dan het originele album, maar laten tegelijkertijd zien hoe lyrisch een concert van Cuypers wel niet zijn kon. Dat is, voor liefhebbers van een muzikant die helaas zo onzichtbaar is gebleven, een groot goed.

Meer horen?
Op de
website van het Muziek Centrum Nederland kun je Guus Janssen meerdere stukken van Cuypers horen spelen tijdens de cd-presentatie op 2 oktober 2011 in het Bimhuis, Amsterdam.

Labels:

(Sybren Renema, 10.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Geen kers op de taart ...of toch

Oleta Adams, Ruben Hein, Ferdinand Povel & Jazz Orchestra of the Concertgebouw, vrijdag 23 december 2011, Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven

Buiten gedragen de seizoenen zich niet meer zoals verwacht en je zou haast denken dat het lente is. In de zaal kondigt de kersttijd zich pas aan als het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw onder leiding van Henk Meutgeert een cocktail serveert van kerstliederen, waarbij verdienstelijke solisten zich laten opmerken zoals onder andere Jan Oosting, Joris Roelofs, Martijn van Iterson en Jan van Duikeren.

Er staat vanavond veel talent op het menu. Ruben Hein, die dit jaar nog genomineerd werd voor een 3FM Award in de categorie beste zanger, doet vele harten smelten met zijn warme volwassen stem. He makes us high to make us fly met zijn versie van 'Lazy Afternoon'. Met 'Deaf Dumb And Exposed', een nummer in vijfkwartsmaat, maakt Meutgeert aan het publiek duidelijk hoe je dit moet tellen. Hein houdt het hoofd koel en het wordt een zachte en aangename uitvoering.

Saxofonist Ferdinand Povel kreeg dit jaar niet voor niets de VPRO/Boy Edgar Prijs. Hij is het die vanavond de kers op de taart zet, onder andere met de zelfgekozen nummers 'Come Rain Or Come Shine' en 'For All We Know'. Met zijn fraaie toon en zijn vloeiende melodische lijnen brengt hij in beide nummers een prachtige vertolking in samenspel met bassist Frans van Geest.

Deze concertzaal mag dan wel de naam toegewezen krijgen van de beste concertzaal van Europa te zijn qua klank, maar aan de weergave van Oleta Adams stem schort er duidelijk iets vanavond. Van Adams, opgegroeid in de gospelmuziek, verscheen vorig jaar het album 'Let’s Stay Here'. Twee nummers van het duo Richard Rodgers/Lorenz Hart - 'Falling In Love With Love' en 'It Never Enteres My Mind' - brengen haar niet op niveau. Adams begint zwak en de nummers zijn qua geluidsniveau over de top. Ze kan het publiek niet echt overweldigen. Een rasechte soulstem krijgen we niet te horen en ook haar stemvastheid wankelt soms. 'After You’ve Gone' uit de tweede set wordt door haar na een innige intro van pianist Peter Beets té dramatisch vertolkt. Geen opmerking echter over de solist, trompettist Ruud Breuls, die het geheel nog boeiend weet te houden, zoals ook het indrukwekkende orkest dat het feestje verder opbouwt en waarbij de speelvreugde aanstekelijk werkt.

Na de pauze kondigt Meutgeert met enige trots aan dat het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw vermeld wordt als één van de vier beste bigbands van de wereld. "Je moet liefhebben om te kunnen spelen," zei Louis Armstrong ooit, en dat doet deze band ook. Beets met zijn snelle vingers, zijn swingende tempi, zijn boogiewoogie-stijl doet het feest in de zaal opnieuw losbarsten. Na een kerstmedley van Ruben Hein ('Winterwonderland/Let It Snow/Feelin’ Good/Santa Claus Is Coming To Town') en een paar duetten van Oleta Adams wordt deze kerstparade afgesloten met een dansje van Adams met Meutgeert.

Het zijn stuk voor stuk knappe bewerkingen en composities, voortreffelijk gebracht door topmuzikanten. En op de tonen van 'We Wish You A Happy New Year' en 'I’m Dreaming Of A White Christmas' krijgen we genoeg inspiratie mee naar huis om de kerstnacht morgen nog eens over te doen met een kers op de taart en een kalkoen in de oven.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Gerda Boel, 7.1.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Stranger Than Paranoia 2011 Part 1

Kurt Rosenwinkel & Paul van Kemenade International Quintet, Stranger Than Paranoia, donderdag 22 december 2011, Paradox, Tilburg

Het jaarlijks, rondom het kerstreces, terugkerende intieme jazzfestival Stranger Than Paranoia is bij uitstek dé gelegenheid om opmerkelijke en onderscheidende muziek te beluisteren. De ambities van organisator Paul van Kemenade reiken echter verder. Een aantal jaren achtereen is het streven geweest het festival op te rekken door het Poppodium 013 erbij te betrekken. Logischerwijs door voor een breder publiek een toegankelijke mix van meer dansbare muziek te programmeren. Vanwege een gebrek aan grote publieke belangstelling is dit experiment in 2010 ter zielen gegaan. Dit jaar is het initiatief genomen tot een beperkte schaalvergroting, door het vermaarde festival in vijf dagen tijd in drie Brabantse steden (Tilburg, Breda en Den Bosch) te laten plaatsvinden.

Kurt Rosenwinkel heeft buiten kijf de laatste jaren gedemonstreerd een van de meest opmerkelijke jazzgitaristen te zijn. Tijdens Stranger Than Paranoia doet Rosenwinkel hier nog een schepje bovenop. Hij waagt zich aan solo gitaarspel waarin voortdurend het avontuur wordt gezocht. Langs beweeglijke, melodische wegen zoekt de gitarist inzichtelijk, soms duister, naar delicate gitaarlijnen met een gevoel van onderdrukte passie. Zijn voorliefde voor hornlike spel en subtiele dissonanten zitten stelselmatig in het spel opgesloten. De lange uitgesponnen solo's vinden hun weg door middel van zowel standards als originelen. De stukken worden geheel uiteengerafeld en zijn laat herkenbaar, zoals bij 'Goodbye Pork Pie Hat'. Het geluid dat Rosenwinkel uit zijn Moffa-signature gitaar tovert, houdt wel heel nadrukkelijk het midden tussen een akoestische en elektrische gitaar. De gitarist wisselt, met een gemaskeerd genoegen, op ongedwongen wijze akkoorden en solo's af. Met zijn rechterhand beroert Rosenwinkel de zes snaren, zowel met plectrum als direct met de vingers en soms zelfs gelijktijdig. De gitaarexercitie duurt meer dan een uur, maar tendeert nooit naar een moment van verveling.

Zonder opkloppen kan worden geconstateerd dat de altsaxofonist en componist Paul van Kemenade aan het einde van 2011 een glorieus jaar besluit. Waar en in welke samenstelling dan ook: Van Kemenade weet ontroering en begeestering teweeg te brengen. In 2011 zagen twee uitmuntende cd's het licht: 'Who’s In Charge' en 'Close Enough'. De laatste werd in juli bekroond met een vijfsterren-beoordeling in het prestigieuze magazine DownBeat. Op 8 december 2011 kreeg hij de kans om vier muzikale disciplines - renaissance-vocalen (Cappella Pratensis), Afrikaanse ritmiek (Seringe C.M. Gueye), flamenco (El Periquin) en jazz (Stevko Busch & Paul van Kemenade's Three Horns And A Bass) - eindelijk live te laten samensmelten tijdens een gedenkwaardig optreden in de Concertzaal in Tilburg (klik hier voor een fotoverslag door Cees van de Ven).

Paul van Kemenade vermeldt bij aanvang van het optreden in Paradox dat de vaste gitarist Frank Möbus van zijn Internationale Quintet helaas in een ziekenhuis in Berlijn verblijft vanwege de behandeling van tuberculose. Het verhindert het kwintet echter niet om retestrak, met een touch in het verleden 'Who’s In Charge' in te zetten. Met een afwisseling van tegendraads en samensmeltend spel tussen Van Kemenade en trombonist Ray Anderson wordt het stuk uiteindelijk in een virtuoze vraag-en-antwoordspel geëindigd. 'Tune For N', opgedragen aan Van Kemenade's oude leermeester Niko Langenhuijzen, is vederlicht en openbaart zich in een losse swing. Het stuk 'Ass Yet' van Anderson refereert nadrukkelijk aan de mood van de fifties, mede door het doorklinkende thema van 'Salt Peanuts'. Moderniteit wordt aangebracht door de opzwepende en onruststokende swing van drummer Han Bennink. Als een cri de coeur daalt een ballad neer om plaats te maken voor de sneltrein suspense van 'Silver Nichols'. In een ademloze afwisseling van emoties cumuleert het aanvankelijke zwaarmoedige 'Song For Che' in een Zuid-Amerikaans strijdlied met de zo kenmerkende onderhuidse dreiging. Andersons trombone in 'Funkalific' klinkt al even extatisch-virtuoos als grensverleggend. In de gedaante van een boosaardige clown of een wispelturige tovenaarsleerling doemen ongelooflijk muzikale invallen uit het koper op. Het afsluitende korte walsje vormt het spreekwoordelijke slagroom op het toetje van een optreden dat elke gemeenplaats te boven gaat.

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivaldag van Stranger Than Paranoia 2011.

Labels:

(Louis Obbens, 6.1.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Cd-presentatie Talking Cows


Vanavond presenteren de Talking Cows - Frans Vermeerssen, Robert Jan Vermeulen, Dion Nijland en Yonga Sun - in het Bimhuis in Amsterdam hun nieuwe, derde cd 'Almost Human'. Een album dat laat horen hoe de groep zich in zeven jaar tot een hecht, flexibel en origineel ensemble heeft ontwikkeld. De aanvankelijk nog wat gescheiden stijlelementen (met als uitersten de vrije klankexploraties en de traditionele jazz) zijn samengesmolten tot een nieuwe blend. De composities van Vermeerssen en Vermeulen putten nog steeds uit de rijke geschiedenis van de jazzmuziek: van blues, rythmchanges, Ellington, impro tot funk. Maar alle stukken krijgen door de manier waarop de groep ermee aan de haal gaat een typische Talking Cows-sound.

Tevens wordt in het Bimhuis de samenwerking van Talking Cows met het Frysk Fanfare Orkest gepresenteerd, onder de titel 'Cows in Space'. Toen dirigent Jouke Hoekstra een jaar geleden in het tv-programma Vrije Geluiden een optreden van Talking Cows zag, hing hij na afloop meteen aan de telefoon met Vermeerssen en sprak: "Twee ensembles, twee componisten, jazz en fanfare, kunnen we daar niet iets prachtigs van maken?" Zo werd een spannend plan geboren: de combinatie van de intieme, hard swingende muziek van Talking Cows met het grootse en kleurrijke geluid van het Frysk Fanfare Orkest.

Het concert in het Bimhuis begint om 20.30 uur. De entree bedraagt € 16,00.

Labels:

(Maarten van de Ven, 5.1.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Succesvol impro-afscheid van het oude jaar

Brokken Oud & Nieuw Festival, zaterdag 31 december 2011, Bimhuis, Amsterdam

Champagne, oliebollen, kaasbrokjes, Bernadette van Beurtens docufilm 'Improvising Hands Improvisings Minds' en een gevarieerd impro-muziekprogramma, ziedaar de ingrediënten om op gepaste wijze de oudejaarsavond door te brengen.

Gitariste Corrie van Binsbergen, initiator van het festival, organiseert sinds 2006 in Zaal 100 (Amsterdam) op de laatste zondag van de maand bijzondere concerten. Vanaf 2008 worden de hoogtepunten van die concerten aan het eind van het jaar op het Brokken Festival in het Bimhuis gepresenteerd.

Het festival werd geopend met de vertoning van een smaakvolle en interessante documentaire, waarin een aantal impro-coryfeeën – onder andere pianist Albert van Veenendaal, fluitist Mark Alban Lotz, saxofonisten Ad Colen en Ab Baars en Corrie herself – toelichten en demonstreren hoe improvisaties tot stand komen en hoe dat werkt in hoofd en handen.

Daarna volgde de Oud & Nieuw Estafette. Tien minuten optredens van solisten en duo's brachten jolijt, vertier, serieuze impro en flamenco. Onder jolijt en vertier waren te rangschikken: Alan Purves met zijn plastic piep-speelgoedbeestjes, het zangduo Una Bergin & Stan Vreeken en zanger/fluitspeler Sean Bergin met harpiste Anne Koene. De serieuze impro- en gecomponeerde muziek werd door het duo Tatiana Koleva (vibrafoon,percussie) & Rutger van Otterloo (sopraansax) en het duo Jochem Braat (piano) en Wilbert de Joode (bas) uitgevoerd. Gitarist Eric Vaarzon Morel opende na de docufilm met spetterende flamencomuziek.

Na de estafette volgden twee voortreffelijke mini-concerten van elk een half uur door Toon Tellegen & Het Wisselend Toonkwintet en de 'Astronotes plays Sun Ra' onder leiding van Joost Buis. Auteur/verteller Toon Tellegen toonde zich als een vis in het water. Relaxed, haperloos en met een prachtige stem declameerde hij enkele gedichten en amusante dierenvertelsels, terwijl hij met een subtiele en strakke soft swing (vooral door toedoen van drummer Purves) door Corrie's kwintet werd begeleid. Trombonist Joost Buis speelde met een kleine bezetting Astronotes een prachtige, ingetogen en geconcentreerde set Sun Ra-muziek, waarin hijzelf en tenorsaxofonist Frans Vermeerssen sterk soleerden.

Tot aan het middernachtelijke uur werd het podium bezet met veel elektronica, sample-apparatuur, effectpedalen, stekkers en ontelbare snoeren. Het werd dus tijd het jaar uit te knallen met Knalpot, een duo bestaande uit Raphael Vanoli op gitaar en elektronica en Gerri Jäger op drums en - u raadt het al - elektronica.

Na de twaalf slagen werd het nog erg gezellig met champagne, oliebollen, kaasbrokjes en DJ Joost 'Plutones' Buis en een dansje!

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Joke Tijhuis.

Labels:

(Jacques Los, 5.1.12) - [print] - [naar boven]



Archie Shepp (foto: Cees van de Ven)

Artikel
Archie Shepp en de helden van de jazz


"Over het saxofoonspel van Shepp is niet iedereen even verrukt. Hij is geen saxofonist met een op de Franse leest gebaseerde saxofoontechniek. Hij is van huis uit dramaturg en zijn uitgangspunt is de menselijke stem. Geluiden als oef! en ah! zijn dus net zo waardevol als een op akkoorden gebaseerde melodielijn. Zijn muziek heeft een ontwikkeling doorgemaakt van vrije, abstracte muziek in de jaren zestig naar op traditie gebaseerde muziek in de jaren zeventig."

Mede aan de hand van persoonlijke ervaringen belicht Ton van Leeuwen 'de nestor van de free jazz', tenorsaxofonist Archie Shepp.

Klik hier om zijn artikel te lezen.

Labels:

(Maarten van de Ven, 5.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Originele reflecties en toekomstmuziek

Vijay Iyer & Dual Identity, zaterdag 17 december 2011, LantarenVenster, Rotterdam

De Stichting Jazz International Rotterdam is een netwerkorganisatie met als doel de realisatie van een volwaardig concertaanbod van jazz en improvisatiemuziek. In dit geval is de stichting, in samenwerking met het jazzpodium LantarenVenster, er in geslaagd de crème de la crème vanuit de vooruitstrevende en uiterst florerende Brooklynse jazzscene naar de Maasstad te halen. De twee samengebrachte optredens hebben veel gemeen. Zo leggen de geboren Amerikanen, Vijay Iyer en Rudresh Mahanthappa, een complexe symbiose aan tussen moderne creatieve westerse jazz, de Noord-Indiase klassieke (Hindoestaanse) muziek en de Karnatische muziek uit Zuid-India. Steve Lehman, instrumentalist en componist, beweegt zich eveneens in het volle spectrum van de moderne, experimentele muziek. In zijn werk en studie richt hij zich op de ontwikkeling van computergestuurde modellen voor improvisatie. Door een toon te analyseren worden uiteindelijk nieuwe harmonieën ontwikkeld.

De deels originele composities van Vijay Iyer worden tijdens diens gewaagde optreden afgewisseld door standards. Zijn rol als groot en vooruitstrevend vernieuwer wordt in zijn solowerk enigszins naar de achtergrond geschoven. Tijdens het optreden reflecteert de pianist op grootse wijze aan zijn Amerikaanse voorgangers en met name aan het percussieve en dissonante spel van Thelonious Monk. Overigens is het niet louter een eerbetoon aan de jazzhistorie. De pianistische uitwijdingen die Iyer spanningsvol aanbrengt in zijn spel zijn al even uniek als onorthodox. Vooral in de eerste drie, uitgesponnen, nummers transformeert hij voortdurend het ritme op subtiele wijze. De muzikale sferen die worden opgeroepen zijn wijds, warm impressionistisch en overwegend introspectief van aard. Bij vlagen monden ze uit in een vreugdevolle of dreigende, soms grillige, expressie. Maar het spel blijft flexibel, elegant en bezit een transparante complexiteit.

Het openingsnummer van Dual Identity is even veelzeggend als illustratief. Eerst zijn de twee in elkaar overvloeiende altsaxofoons te horen en na luttele minuten komt de ritmesectie op gang, in een melodieuze tegendraadsheid. Direct zijn de stijlverschillen tussen de altisten te herkennen. Mahanthappa, begenadigd met een warme, emotionele, ronde klank, en Lehman, met een kristalheldere, gortdroge toon. Beide muzikanten, voorzien van een technische perfectie, zoeken de improviserende wegen langs onheilspellende, kronkelige en vaak abstracte paden. Het risico van een volstrekt cerebrale aanpak ligt op de loer, maar wordt vermeden door gepassioneerd spel en een dualistische en avontuurlijke aanpak.

Het uitgevoerd materiaal is afkomstig van het album 'Dual Identity' uit 2010. De ritmische frontlinie, aangevoerd door drummer Damion Reid en bassist Rich Brown, zet een eigentijdse, zwaar aangezette groove neer. Gitarist Liberty Ellman zorgt voor verlichting binnen het labyrint aan ritmische en harmonische experimenten. Hulde voor de wijze waarop volstrekt eigenzinnig klinkende blazers, zowel qua toon als stijl, elkaar complementeren in muziek, die zijn schaduw vooruitwerpt in de toekomst.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

Labels:

(Louis Obbens, 3.1.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Genuanceerd klankenpalet

Bill Carrothers Trio, donderdag 15 december 2011, CC Maasmechelen

Ooit gehoord van Big Daddy, Wiggle, Goofball, Punkie en niet te vergeten de hond Fluffcicle? Ga dan maar eens een kijkje nemen op de website van Bill Carrothers en je komt binnen in een gekke wereld vol kinderlijke fantasie. Ten gevolge van de big deal van een week spelen samen met Nicolas Thys (bas) en Dré Pallemaerts (drums) in de The Village Vanguard in New York, werd dit jaar een dubbel-cd uitgebracht, 'A Night At The Village Vanguard', die ze vanavond komen voorstellen.

Een opwarming van de handen van deze muziekatleten is noodzakelijk voor de intro 'Junior's Arrival' van Clifford Brown. Volgens Carrothers verdient de muziek van deze trompettist meer aandacht en wordt hij te weinig gespeeld. Met als argument "my fingers are my best features" brengt hij hem zijn eerbetoon. Samen met de bassist, die meer volume verdient, en de drummer werd dit een intense en swingende start. Carrothers speelt met een fluwelen toucher. Mooi hoe hij in het nummer 'Time' als het ware zweeft over het klavier en daarbij een intieme, zachte klank weet voort te brengen, waarbij het publiek en zelfs het geprojecteerde logo van Motives For Jazz op de achtergrond niet meer durft te bewegen.

Als antwoord op dit pianospel haalt Pallemaerts als troef zijn fijngevoeligheid naar boven, af en toe met behulp van schelpjes of brushes. Altijd duidelijk op zijn gemak, soms met een kreet erbij, oogcontact zoekend met Thys of glimlachend naar Carrothers. Het lijkt allemaal zo eenvoudig. 'Delilah', dat klinkt als een eindeloze lange voettocht, die meditatief wordt ingeleid door Carrothers en vervolgens stap voor stap op tempo komt, om samen met Thys op wandel te gaan en tenslotte als trio te eindigen, is in één woord prachtig.

Gedurende de ganse set blijven de muzikanten zich gelijklopend voortbewegen in een relaxte sfeer, waarbij nauwlettend naar elkaar geluisterd wordt. Deze muziek klinkt en luistert heel toegankelijk vanwege de grote mate van muzikale chemie in dit trio. Het plezier dat ze weten te vinden in hun samenspel, is voor het publiek een aangename ervaring. Het genuanceerde kleurenpalet van hun muziek omvat het scala diep, triest, intens, gevoelig, lyrisch, emotioneel en spannend. Het Bill Carrothers Trio is zeer wel in staat om te boeien en te imponeren met sferische klanken. De perfecte samenwerking tussen deze sublieme muzikanten levert niet alleen een knap concert op, maar een al even knappe dubbel-cd.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Gerda Boel, 2.1.12) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.