Cd
XLJAZZ 2009 o.l.v. Martin Fondse – 'Martian Art' (Buitenkunst, 2010)
Opname: 2009
Met 'Martian Art' heeft Martin Fondse zijn status als meest getalenteerde componist van de huidige Nederlandse improvisatiemuziek weer geconsolideerd. Voor dit project kreeg hij de beschikking over XLJAZZ, een monsterverbond van overwegend jonge, minder bekende musici, dat klinkt als het baldadige broertje van het Metropole Orkest. Elk jaar nemen ze een ander thema onder de loep – zo werd er in het verleden onder anderen gestudeerd op Charles Mingus, Frank Zappa en Thelonious Monk. Afgelopen jaar waren het dus de composities van Fondse die een XL-behandeling ondergingen.
Net als het merendeel van de avant-gardisten is de componist uit Arnhem een traditionalist. Filmmuziek van de laatste zeventig jaar of daaromtrent, met haar frequente tempo- en sfeerwisselingen, kan zich in zijn warme belangstelling verheugen, maar ik hoor hier ook cameo-rollen van Juan Esquivel, Sun Ra, Mingus en andere lieden die al in de jaren vijftig niet wilden deugen. En in het nummer 'Christiania Pusher', waarin de secties opvallend fraai integreren, lijkt een bonkig Jazz Composers Orchestra op werkbezoek bij de Deense hippies, of wat daarvan over is.
Het werk van Fondse wordt gekenmerkt door een grote innerlijke logica. Voor 'No, Not Huppert' heeft de componist de rieten mooi breed uitgestald, van basklarinet tot sopraansaxofoon. Hoewel het 27-koppige orkest goed ingespeeld en in dynamisch opzicht geraffineerd klinkt, heeft dit nummer toch een niet onaangename rafelige kwaliteit. En ik heb geen idee wat de werkzame stof is van 'Fragrant Moondrops' (track tien, het betreft een cactusvariant) en of het wellicht aan Wouter Hakhoffs in echo gedompelde trompet lag, maar na 11 minuten en 37 seconden was ik ver heen.
Deze muziek krijst overigens om live-uitvoeringen.(Eddy Determeyer, 22.4.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Gitarre trifft Gitarre
6 Handen Doen Dromen Huilen, zaterdag 3 april 2010, Brabants House, Helmond
Es ist nun etwas mehr als zwei Jahre her, da tourte ein Trio namens Flamix!, bestehend aus zwei Gitarristen unterschiedlicher musikalischer Genres und einem Geiger/Perkussionisten durch die Niederlande. Genau dieses Gitarrenunternehmen schmiedete neue Pläne und ist, diesmal mit einem Melodica spielenden Pianisten ausgestattet, unter dem Motto: 6 Handen Doen Dromen Huilen unterwegs. In erster Linie drehte es sich hier aber immer noch um die Gitarre und die Konstellation versprach Intensität und Anspruch. Eric Vaarzon Morel Flamencogitarrist spielte unter anderem mit Eric Vloeimans und Harry Sacksioni. Mit Gijs Scholten van Aschat ging er auf Theatertournee. Er genießt den Ruf, einer der besten Flamencogitarristen zu sein.
Gegenpol bildete Jazzgitarrist und Komponist Jesse van Ruller, der durch viele Projekte auf sich aufmerksam macht. Bis einschließlich 2009 über viele Jahre hinweg treues Mitglied des Jazz Orchestra of the Concertgebouw und schöpferischer Geist der Band Mona Lisa Overdrive, ist nun Raum für neue Wege. So zum Beispiel die Premiere beim Nederlands Kamerorkest mit Mark-Anthony Turnage's Bearbeitungen einiger Scofield Kompositionen, wobei Van Ruller - wer auch sonst? - den Scofield Teil übernahm. Eher traditionelle Töne findet er mit dem Rein de Graaff Trio, die moderneren mit dem Jasper Blom Quartett. Als Talentförderer, mit begnadeten Nachwuchsmusikern wie Joris Roelofs und Clemens van der Feen, oder auch als Mitglied der Band The Painkillers, die den singenden Hans Teeuwen begleitet, ist er dieses Jahr auf Tournee.
Der Dritte im Bunde war Pianist Martin Fondse, der sich als Komponist und Arrangeur einen Namen gemacht hat. Auf Zusammenarbeiten mit George Duke, Peter Erskine und Pat Metheny kann er zurückblicken. Seine eigenen vielfältigen Projekte sind unter anderem Starvinsky Orkestar, und die Duos mit Wolfert Brederode und Claudio Puntin.
An diesem Abend war schnell klar, dass es sich hier um eine Lehrstunde der Gitarre handelte. Auf beinahe wissenschaftliche Art und Weise wurde groβer Wert auf komplexe Elemente der Musiklehre, wie Rhythmik in 'El Cojo', und auch die Auseinandersetzung in 'Ottomania' mit der oktatonischen Tonleiter, die im Flamenco, aber auch neben Ravel und Strawinsky von Skrjabin angewandt wurde, gelegt. In Kompositionen wie 'Jesseric' kamen deutlich die stilistischen Unterschiede der Gitarren zur Geltung. Der temperamentvolle, dominante, ja beinahe energisch anmutende Flamenco Stil, der einen Hauch spanischen Flairs verbreitete, und im Gegensatz dazu die frei improvisierende Spielweise des Jazz: Feinsinnig zurückhaltend und durch warme Klangfarbe und Intonation magisch tief berührend.
Martin Fondse, ganz Arrangeur, bot dieser Gitarrengewalt das passende Umfeld. Unaufdringlich und doch präsent schuf er einen harmonischen Rahmen. Damit aber nicht genug. Zugleich zeigte er, dass swingendes Jazzpiano und spanische Gitarre eine wunderschöne Kombination sein kann. Ja und dann die Melodica. Steinerweichend und sehnsüchtig lud es zum Träumen ein, wie auch der große Klassiker 'Concierto de Aranjuez' von J. Rodrigo.
Zu dieser Stimmung hätte noch Van Ruller's Version von 'Touch Her Soft Lips And Part' (William Walton) gepasst. Zugegeben, es handelte sich damals um ein Bandoneon und eine akustische Gitarre; wäre hier aber dennoch ein schönes Exempel aus dem Jazz gewesen.
Alles in allem ein Konzert der leiseren Töne und vor allem für Gitarrenliebhaber. Hier dann auch der kleine Wermutstropfen: Durch relativ wenig Dynamik und Abwechslung war es nicht ganz einfach, konsequent bei der Sache zu bleiben.
Träumen? Aber ja!
Heulen? Aber nein!
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.
(Sabine Fleig, 20.4.10) - [print]
- [naar boven]
Interview
Simin Tander
"Ik zong altijd heel intuïtief, zoals in mijn eerste band. Ik had daar de vrijheid ervaren. Toen kwam ik op school. Dan krijg je cijfers en je gaat je toch vergelijken met anderen. En dan krijg je te horen van docenten: dat is goed en dat is slecht. Het klopte niet, het had niks met elkaar te maken voor mij. De vrijheid die ik in de muziek had ervaren... en dan in één keer zit je in een dogma vast van 'je moet dat doen en dat is goed en dat niet'. Weinig docenten kunnen zeggen: 'het is goed, natuurlijk is het nog niet af, maar daar kunnen we aan werken.' Er wordt vooral gelet op wat je niet kan."
Koen Scherer interviewde het veelzijdige jonge aanstormende talent Simin Tander, een Duits-Afghaanse vocaliste die zich kwetsbaar durft op te stellen op het podium, teneinde mensen mee te nemen met haar muziek, "om ze te raken en te openen".
Klik hier om het te lezen.
Morgenavond treedt Simin Tander op in Musis Sacrum met PLoTS, waarin ze samenspeelt met drie andere vrouwelijke muzikanten: violiste Tessa Zoutendijk, pianiste Laia Genc en altsaxofoniste Esmée Olthuis. Het optreden, dat plaatsvindt in café-restaurant Mahlerei, begint om 21.00 uur en is gratis toegankelijk.
(Maarten van de Ven, 19.4.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Multidimensionale democratische inslag
WHO Trio, RED Trio & Jason Stein, Utrecht Jazz Fest, donderdag 11 maart 2010, Rasa, Utrecht
In het kader van het vijfdaagse Utrecht Jazz Fest 2010 speelden vanavond het WHO Trio en het RED Trio. Het thema van dit festival, 'jazz with a bite’, bleek een treffende typering voor deze trio's. In Rasa wordt doorgaans veelal wereldmuziek gespeeld. Tijdens dit festival werd er ruimte gemaakt voor top impro van platenmaatschappij Clean Feet Records uit Lissabon.
De nieuwste cd van het WHO Trio heet 'Less Is More'. Dat zegt tevens iets over het wezen van dit innovatieve trio. Pianist Michel Wintsch, bassist Bänz Oester en drummer Gerry Hemingway halen het optimale uit hun instrument. Vol passie en subtiliteit. Subtiel in de gekozen noten, waar geen mens aan gedacht zou hebben ze ooit zo neer te zetten. Door hun trance-achtige muziek vol mysterie wordt de aandacht vastgehouden. Ritmisch is het trio erg sterk, wat ook richtinggevend is voor hun bijzondere, emotievolle thema's. Voor een uitgebreide recensie van dit trio verwijs ik naar een eerdere bijdrage.
Het RED Trio manifesteert zich als een hechte drie-eenheid. De muzikanten lijken te zijn verbonden in gevoel, beleving en doelgerichtheid. Verrassend, indringend, gedetailleerd, verontrustend, intens, fascinerend en experimenteel, zoals je nooit eerder hebt gehoord. Maar waar moet je beginnen met luisteren?! Het is af en toe misschien iets té overweldigend. Het dynamisch bereik van de drie is enorm, van bezwerend fluisterzacht naar bombastisch heftig. Het komt meteen binnen; je wordt als luisteraar meegezogen in de verschillende sferen die ze weten neer te zetten.
Het staccato pianospel van Rodrigo Pinheiro heeft veel body en is bedwelmend. Hij speelt veelal in het middenregister van de piano. Ook maakt hij veel gebruik van boventonen, wat een metaalachtig geluid oplevert. Door in de klankkast de snaren te bewerken, weet hij het geluid te verlengen, wat soms het effect geeft van een steelgitaar. Gabriel Ferrandini is een echte sounddrummer; hij benut alle klankmogelijkheden van zijn drumkit. Met een strijkstok haalt hij ijle tonen uit zijn bekken. Maar een cimbaal kan hij evengoed op zijn kop op de snare leggen, om hem zo te bespelen. Piepend, krassend, schurend. Het geeft een filmisch effect. En als anker van het RED Trio is daar de immer onverstoorbaar ogende contrabassist Hernâni Faustino, die opvalt met zijn warme, 'houten' geluid.
Gastmuzikant is Jason Stein op basklarinet. Hij speelt vaak met veel lucht, waarbij hij de circular breathing-techniek gebruikt. Af en toe lijkt zijn geluid op dat van een vogel. Het lijkt erop dat hij zichzelf telkens moet opladen voor een nieuwe solo, om boven het muzikale geweld uit te komen. Jammer genoeg vallen zijn bijdragen vaak weg in het geheel.
Wat de trio's van vanavond delen, is technische professionaliteit en een bijzonder hoog muzikaal kwaliteitsniveau. Beide ensembles brengen creativiteit, intensiteit en originaliteit, in sterke eigen composities, waarbij iedere muzikant een gelijkwaardige inbreng heeft. Er is veel te horen en te zien. Het vergt echter wel veel inspanning om er optimaal van te kunnen genieten, zeker wanneer je - net zoals ik - na een vermoeiende werkdag aan het concert begint.
Klik hier voor een fotoverslag van het concert van het RED Trio door Maarten van de Ven.
(Josien Lucassen, 18.4.10) - [print]
- [naar boven]
Robin Verheyen - 'Starbound' (Pirouet Records, 2009)
De ontwikkeling van de nog steeds jonge Belgische saxofonist Robin Verheyen (Turnhout, 1983) kent een stormachtig verloop. Sinds hij zijn domicilie naar New York heeft verlegd, lijkt zijn spel er alleen maar beter op geworden. Zijn studie en de vele gigs in the Big Apple leggen hem bepaald geen windeieren. Daarvan getuigt de tweede cd van zijn internationale kwartet; die is namelijk nóg beter dan zijn toch al niet te versmaden vorige cd 'Painting Space' uit 2008.
In vergelijking met die plaat is de Franse bassist Remi Vignolo vervangen door het Belgische supertalent Nic Thys, die een mooie diepe en ronde toon uit zijn contrabas weet te halen. Daarmee is de internationale inbreng van het kwartet teruggebracht tot pianist Bill Carrothers. Wie zijn fluwelen en vaak tot melancholie stemmende toucher ooit heeft gehoord, weet dat die evenwel in goede handen is bij deze Amerikaan. Over drummer Dré Pallemaerts kunnen we kort zijn; de man speelt met een enorme subtiliteit en inlevingsvermogen, zijn drumspel is in alle facetten boeiend, zonder expliciet de aandacht op te eisen.
Die aandacht mag voorbehouden blijven aan de voortreffelijke composities op dit album, op twee na alle afkomstig uit de koker van Robin Verheyen. Van de happy uptempo opener 'On The House' en het bezwerende 'Lamenting' via het spannende miniatuur 'Waves' en het klassiek-achtige kleinood 'Tree Line' naar de intieme afsluiter 'I Wish I Knew' (de enige standard op deze cd). In liefst negen van de elf nummers verkiest Verheyen de sopraansax boven de tenorsaxofoon. En inderdaad, juist op dat instrument klinkt hij zo prangend mooi, steeds op zoek naar die ultieme noot. Soms voorzichtig kietelend, dan weer overtuigend en meeslepend.
'Starbound' is een meesterlijke proeve van bekwaamheid. Een cd vol hedendaagse vrijzinnige jazz, die je kunt blijven draaien, al was het maar om 55 minuten lang even in de waan van het geluk te kunnen verkeren.
Meer horen?
Op de MySpace-pagina van Robin Verheyen kun je luisteren naar twee tracks van dit album: 'On The House' en 'Waves'.
(Maarten van de Ven, 17.4.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Kaja Draksler: simpel, klassiek
maandag 12 april 2010, De Spieghel, Groningen
Tot de tanden gewapend met techniek en brille worden ze door de conservatoria uitgebraakt, de pianowelpen, -leeuwen en –leeuwinnen. En dan komt daar zo'n Kaja Draksler (Kranj, Slovenië, 1987). Kouwe drukte, heet vuurwerk, niets van dat alles. Gewoon lekker simpel, ouderwets, geen nootje teveel. Maar wel alles pats op z'n plaats. Zo won ze vorig jaar de Deloitte Award. Zodat ze een paar maanden lekker datgene kon doen waar ze zin in had: naar New York gaan, muziek maken zonder zich erom te bekommeren wat het betaalde.
'Monk’s Mood' bracht ze alsof ze zich op blote voeten op een kiezelpad voortbewoog. En in 'Stormy Weather' speelde ze heel gedegen stride. Toen ik haar na afloop vertelde dat ik heel wat Hank Jones en James P. Johnson voorbij had horen komen, leek ze oprecht gevleid.
Nou was het niet uitsluitend ouwelullenmuziek wat de klok sloeg. Onder haar eigen nummer 'Cows', een eenvoudig drienoten-motiefje, was een elektronische drone gemonteerd en hier speelde haar groep Acropolis zó vrij, dat ze bijkans uit elkaar viel. De piano intussen was dermate vals, dat ik een vol half nummer in de veronderstelling verkeerde dat ze speciaal geprepareerd was.
Jazzclubs lopen leeg en het residu bestaat uit wat kalen en grijzen, hoor je vaak klagen. Gelukkig loopt Groningen wat achter; De Spieghel was tot de nok gevuld met twintigers, helemaal niet slecht voor een maandagavond, en gedurende driekwart van de avond was ik de enige grijze. Tot een ouwe gabber, die ik hier N. zal noemen, naast me plaatsnam. Niet alleen is hij timmerman in de plaatselijke hoerenbuurt, waar hij geboren en getogen is (we kregen het dus al snel over de discipline die je in je werk dient te betrachten, of je nu klust, neukt, muziek maakt of daarover schrijft), maar hij kan ook op zijn vingers fluitend je precies het verschil laten horen tussen een lijster en een merel. Wat hij tijdens de trompetchorussen van Dominykas Visniuskas luid & duidelijk demonstreerde.
Nadat N. had uitgelegd dat rugby, schaken en jazz eigenlijk hetzelfde zijn, bleek hij ongelukkigerwijs ook nog in het bezit van wat Maroc - kom daar nog maar eens om - zodat we het volgend moment heel sneaky à la seventies die joint zaten te consumeren. De lezer zal begrijpen dat de rest van de avond, die geleidelijk overging in een jamsessie, een wazig karakter kreeg. Zodat ik me niet precies herinner in welk nummer ('Four'? zoiets, in ieder geval) pianist Tarek Yamani en gitarist George Dumitriu, ondersteund door de voortreffelijke drummer Kristijan Krajncan, een Bach-achtige 'Invention' aangingen.
Onderweg naar huis nog geprobeerd als een lijster te fluiten. Het hoog behoeft nog wat oefening.
(Eddy Determeyer, 16.4.10) - [print]
- [naar boven]
Column Herbert Noord
Muzikale grabbelton
"Het avontuurlijke pakketje van een aan de weg timmerende muziekmaker bestaat minimaal uit funk, latin, Balkan, musical, klassiek, cabaret, liefst aangevuld met een dj. Wil je een echte queeste naar perfectie uitstralen, dan ontkom je niet aan de toevoegingen swing en jazz. Het muzikale Nirwana is dan binnen handbereik, eeuwige roem gloort."
In zijn nieuwe column constateert Herbert Noord dat zelfs een topformatie als het Metropole Orkest het pad der muzikale verloedering niet altijd weet te vermijden. Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.
(Maarten van de Ven, 16.4.10) - [print]
- [naar boven]
Nieuws
Pierre Courbois 70: boek en tour
Op vrijdag 23 april 2010 wordt drummer Pierre Courbois 70 jaar. Als drummer staat hij al sinds 6 november 1957 op het podium. Zijn eerste compositie schreef hij al in 1953! Een en ander gaat het hele jaar gevierd worden met zijn kwintet, dat per 'blokje' van samenstelling zal verwisselen.
In 2008 won Courbois de VPRO/Boy Edgar Prijs. Het juryrapport roemde de drummer: 'Pierre Courbois is één van de belangrijkste vormgevers van de moderne Nederlandse jazz, een vooraanstaand ambassadeur daarvan in het buitenland, en een belichaming van de creatieve geest die de muziek kenmerkt. Zijn gebruik van aan andere culturen ontleende oneven maatsoorten heeft het ritmische vocabulaire van de Nederlandse jazz en geïmproviseerde muziek aanzienlijk uitgebreid.'
Op zijn verjaardag (23 april) treedt Courbois met zijn kwintet op in Kunsthuis 13 te Velp, een dag later staat de groep in de Stadsschouwburg te Arnhem en op vrijdag 7 mei staat een concert gepland in de Tor te Enschede. Tijdens deze optredens bestaat het Pierre Courbois Quintet uit: Toon de Gouw - trompet, Jan Menu - bariton en sopraansax, Willem Kühne - piano, Egon Kracht - contrabas en Pierre Courbois - composities en drums.
Zaterdag 24 april wordt overigens een speciale dag voor Courbois. In de Stadsschouwburg te Arnhem presenteert Pauline Krikke (burgemeester van Arnhem) het boek 'Révocation' (genoemd naar de gelijknamige cd van zijn 5/4 Sextet), dat handelt over het leven van deze sympathieke drummer. Een heel scala aan gasten werkten hieraan mee: Paul Kusters, Titus Schulz, Remco Takken, Bert Vuijsje, Gunter Hampel, Manfred Schoof, Martin Fondse, Polo de Haas, Jeroen de Valk, Rein de Graaff, Jacques Los, Ken Vos, Jasper van 't Hof, Theo Loevendie, Ton Verbeeten, Loek Dikker, Ilja Reijngoud, Jasper Blom, Niko Langenhuijsen, Heribert Wagner, Egon Kracht, Jos Janssen, Peter Krijnen, Martin Hogeboom, Leo van Oostrom, Colin Seijdel en vele anderen.
Kijk voor meer informatie op de website van Pierre Courbois.
Meer weten?
Klik hier voor een interview met Pierre Courbois.