Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Concert
Muzikale poëzie

Ben Sluijs & Christian Mendoza, woensdag 10 april 2013, Poëziecentrum, Gent

Het duoconcert van saxofonist Ben Sluijs en Christian Mendoza op Fender Rhodes was een bijzondere belevenis. Zij waren te gast op de fraaie zolder van het Poëziecentrum tijdens een jazzoptreden georganiseerd door Opatuur. Het Toreken op de Vrijdagsmarkt in Gent was in de vijftiende eeuw het gildenhuis van de Huidevetters en herbergt onder het dak de oudste zolder van Gent. Een droomlocatie voor intieme concerten.

Opatuur opteert altijd voor bezettingen zonder drums. Minder is meer, zal zijn overweging zijn. Maar het is frappant dat in zo'n ongewone setting soms bijzondere muzikale momenten ontstaan. Dat bleek ook vanavond weer. Zelfs twee musici die elkaar door en door kennen waren op hun hoede en volop creatief en interactief. In Ben Sluijs' formatie 3/4 Peace is bassist Brice Soniano het ankerpunt en vangnet voor de improvisatorische escapades van Sluijs en Mendoza. Juist zijn afwezigheid kwam in dit kwetsbare duo de alertheid en creativiteit ten goede.

Vanaf het moment dat programmator Tuur zijn traditionele attentiebelletje liet klingelen stond het concert bol van schoonheid en muzikaal vakmanschap. Mendoza, de bescheidenheid zelve, maakte een sober gebruik van de Fender Rhodes, maar strooide rijkelijk met fraaie improvisaties en relevante begeleidingen en oorstrelende akkoordzettingen. Sluijs' altsaxofoontoon was als altijd om te zoenen. Met hetgeen hij muzikaal te vertellen had, bezorgde hij iedereen rode oortjes.

Genoeg woorden voor het moment. Neem gerust de proef op de som en klik hier voor een fotoverslag en hier voor drie simpele videootjes en het zal u duidelijk worden waarom dit intimistische concert zo bijzonder was. En aan de wand van de poeziëzolder sloeg het portret van Hugo Claus met instemming deze muzikale poëzie gade.

Labels:

(Cees van de Ven, 31.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Ab Baars-Ig Henneman - 'Autumn Songs' (Wig, 2013)

Opname: 30 november 2012

Ab Baars (rieten) en Ig Henneman (altviool) zijn zó lang bij elkaar en spelen al zó lang samen, dat ze zingende zusjes zijn geworden. Die stemmen versmelten per definitie harmonisch – een genetische kwestie. Het geldt voor zowel de klarinet als de tenorsax en de shakuhachi. In dit tiental op internationale herfstgedichten gebaseerde liedjes luisteren ze intens naar elkaar en versmelten ze mijmerend. Daarbij evoceert Baars' adem die van de wind.

Het geheel is opgezet in zachte grijstinten. Slechts een enkele keer ('It Bends It Sways') dreigt er even een novemberstorm op te steken. De muziek is weemoedig, maar allesbehalve week. Verfijnd, maar niet blasé. Saxofonist Baars is als een goede reus die er angstvallig voor waakt op de herfstbloemen te treden.

Er zijn melodietjes ('The Heavy Cargo') die je na drie keer luisteren mee kunt neuriën. Het laatste nummer, 'Rain Curtains', lost geluidloos op in de mist. Deze cd groeit met het draaien.

Meer weten en horen?
Voor meer informatie over de tracklisting van deze cd klik
hier. Op deze pagina kun je tevens 'Rain Curtains' beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 31.5.13) - [print] - [naar boven]





Festival
Amersfoort Jazz Part 2

zaterdag 18 mei & zondag 19 mei 2013, diverse locaties, Amersfoort

Het min of meer weggesubsidieerde Global Village Festival heeft op zaterdag een podium gekregen op Amersfoort Jazz. Vanaf de namiddag waren er optredens van wereldmuziek-ensembles op het grote buitenpodium op het plein Lievevrouwekerkhof. Liefhebbers van uitheemse klanken konden genieten van onder andere The Nordenians met de VPRO/Boy Edgar Prijs-winnaar violist Oene van Geel en de Amsterdam Klezmer Band.

Voor de 'jazzers' bleef er deze lange dag nog genoeg te beleven. In de middag was het aankomende zeer jonge tenorsaxtalent Tim Wes te beluisteren. De tweede held van het festival. Nog geen twintig is deze jongen en nu al blaast hij de sterren van de hemel. Hij haalt een vol en warm geluid uit zijn sax en laat zich inspireren door hippe saxofonisten als Junior Walker, Clarence Clemons, Grover Washington, Hank Crawford en David Sanborn. Hij manifesteert zich dus in de moderne entertainmentjazz. De housemuziek, hiphop, soul en funk zijn hem niet ontgaan en vormen de inspiratie voor zijn speelwijze en spelopvatting. Een groot talent dat nu al zeer succesvol is. Wat moet dat nog worden!

Festivaldirecteur Alexander Beets heeft er goed aan gedaan jong talent ruimte te geven op het festival. Na het Nationaal Jeugd Jazz Orkest en Tim Wes was het volgende jonge talent: gitarist Reinier Baas, die met zijn formatie The More Socially Relevant Jazz Music Ensemble het meest hedendaagse en interessantste concert gaf. Met eigentijdse, variabele ritmische patronen en originele melodische lijnen, vertolkt door de altsaxofonisten Ben van Gelder en Maarten Hogenhuis. Beiden zijn net als Baas jonge talenten en instrumentalisten die het moderne improviseren – vrijheid met behoud van harmonie – uitmuntend beheersen.

Tot aan het eind van de avond viel er nog te genieten van stabiele mainstreamjazz door een kwartet onder leiding van drummer Eric Ineke met de Amerikaanse tenorsaxofonist Grant Stewart. Stewart is een uitstekende moderne saxofonist, die op Gerry Teekens' Criss Cross-label een drietal albums onder eigen naam en eenzelfde aantal als co-leader met collega Eric Alexander heeft uitgebracht. Een gedegen stylist en idem dito concert.

De afsluiting van de avond was het optreden van de Houdini's. Muziek in het hardbopidioom, strak gearrangeerd en even strak en vakkundig uitgevoerd. Met Houdini-van-het-eerste-uur altsaxofonist Rolf Delfos, trompettist Angelo Verploegen en trombonist Ilja Reijngoud heb je natuurlijk een fantastische blazerssectie in huis. Vooral Reijngoud soleerde zeer boeiend. Zowel de collectieven als het solowerk werden door de ritmesectie – pianist Erwin Hoorweg, bassist Marius Beets en drummer Bram Wijland – stuwend en vakkundig ondersteund.

Ook op zondag – de laatste dag – viel er nog veel te beleven. Op het grote hoofdpodium werd de 75ste verjaardag van bassist Ruud Jacobs gevierd. Zijn muzikale gasten waren onder meer tenorist Ferdinand Povel en gitarist Martijn van Iterson. Geen revolutionaire muziek, maar de bekende realbook jazzstandards. Er werd dan ook ingezet met de klassieker 'Pennies From Heaven'. In ieder geval was te horen dat Jacobs het bassen niet is verleerd en dat Povel niet onderdoet voor veel Amerikaanse mainstream-saxofonisten.

Ondertussen was in theater De Lieve Vrouw het festival De Muzen VIII aan de gang. Op het eind van dit middagfestival, waarin diverse formaties en vrienden van pianist Stormvogel musiceerden, was helaas te constateren dat de geluidsbalans niet optimaal was. Door de over-versterkte elektronica kon de fysiek tekeer gaande tenorsaxofonist - Remko Smid Stalenhoef? - met geen mogelijkheid boven het kabaal uitkomen. Bij het verlaten van de zaal – na een half uur – zaten de oren dan ook potdicht.

Met de International Jazz Summit werd het festival beëindigd. Eén grote jamssesie, die reminiscenties opriep aan de 'Jazz At The Pilharmonic'-concerten uit midden jaren veertig, waar vooral de tenorsaxofonisten Illinois Jacquet, Jack McVea, Charlie Ventura, Flip Phillips en Lester Young elkaar van het podium afbliezen. Met een razendsnel ingezette 'Lester Leaps In' deden de saxofonisten Ben van den Dungen, Alexander Beets, Karen Devroop en Koh Mr. Saxman oude tijden herleven. De andere Beets Brothers waren ook nu weer van de partij: Marius op bas en Peter op piano. Het was een tornado van saxofoongeweld. Echte ouderwetse no-nonsense jazz. De beste saxofonist wint. Ze hebben alle vier gewonnen. Een goede afsluiting van vele dagen gevarieerde jazz en andere varia. Volgend jaar weer!

Labels:

(Jacques Los, 31.5.13) - [print] - [naar boven]





In Memoriam
Mulgrew Miller


De in 1955 geboren pianist Mulgrew Miller is op 29 mei jongstleden aan een hartaanval overleden. Slechts 57 jaar is hij dus geworden. Op zesjarige leeftijd begon hij al piano te spelen. Na op lokaal niveau in diverse r&b- en dansbandjes te hebben gespeeld, startte hij zijn professionele carrière in het orkest van Duke Ellington, dat toen door diens zoon Mercer werd geleid.

Het is midden jaren zeventig. Mulgrew is dan nog erg beïnvloed door de pianisten Bud Powell en Oscar Peterson, doch al spoedig bewondert hij Coltrane's pianist McCoy Tyner en wordt hij een prominent exponent van de swingende modale en hardbop jazz.

Na de 'Ellington-periode' wordt hij de begeleider van zangeres Betty Carter en speelt hij in de groepen van Woody Shaw, Art Blakey en Tony Williams. In de platenstudio's is hij inmiddels geen onbekende. Tot aan het eind toe heeft hij op talloze (meer dan vijfhonderd) platen meegespeeld. Als sideman met onder anderen Benny Golson, Kenny Garrett, Freddie Hubbard, Woody Shaw, Joe Lovano en Charles McPherson. Als leider heeft hij op labels als Landmark, Novus en Jazz Max meer dan vijftien albums opgenomen.

In 2000 toerde hij met bassist Niels Henning Ørsted Pedersen en drummer Alvin Queen in Europa. In 2006 werd hij 'director of jazz studies' aan de William Paterson University in New Jersey. In juli 2011 was hij nog te zien op het North Sea Jazz Festival in Rotterdam als pianist van het Pharoah Sanders Quartet.

Op het Duitse In And Out-label is onlangs het album 'Sebastian' verschenen van Ron Carter's Golden Strike Trio, waarop de laatste pianosolo's van Mulgrew Miller te beluisteren zijn.

Labels:

(Jacques Los, 31.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Tim Berne – 'Snakeoil' (ECM, 2012)

Opname: januari 2011

Tim Berne, een van de enfants terribles van de jaren tachtig, lijkt op zijn middelbare leeftijd rustiger vaarwater te hebben opgezocht. Op 'Snakeoil', zijn eerste album op het ECM-label, zijn de krankzinnige energie en uitbundigheid van Bloodcount, Big Satan en andere Berne-vehikels vervangen door compositorische diepgang. Dat levert een dubbel gevoel op. Snakeoil is een uitstekende bewijsvoering voor het argument dat avant-gardisten ook een gevoelige kant hebben, maar voelt tegelijkertijd wat gereserveerd, alsof de stalorders waren om vooral niet te ver uit de band te springen. Het resultaat is een spannende plaat, die tegelijkertijd soms aanvoelt als een papieren tijger.

De grote troef op 'Snakeoil' is de ongewone bezetting. Door de afwezigheid van een bassist in een kwartet - dat verder bestaat uit piano, drums, sax en klarinet - ontstaat een harmonische ruimte, die ingevuld kan worden door de rietblazers en de pianist. Met name de harmonieën tussen Berne en klarinettist Oscar Noriega geven 'Snakeoil' een zeer eigen klankkleur. Soms slaat de band de plank mis, zoals in het kitscherige jaren-tachtig thema van 'Spare Parts'. Op andere momenten is de zoektocht naar onversneden schoonheid just zeer overtuigend, zoals in het gedragen opbouwende 'Simple City'.

Een minpunt is de neiging tot lange, repeterende unisonopassages, die voortkomen uit de collectieve improvisaties. Na ongeveer een halve cd begint deze methodiek enigszins doorzichtig te worden, zodat 'Snakeoil' in begint te zakken. Daar staat tegenover dat de improvisaties zelf juist erg spannend zijn, vol onverwachte dialoog en subtiel samenspel. Wanneer Berne op 'Spectacle', het laatste nummer, zijn remmingen vergeet, breekt bovendien de zon door in het toch wat stijve ECM-keurslijf. 'Snakeoil' mag dan geen onverdeeld succes zijn, het is een bewijs dat Berne zich nog steeds voorwaarts beweegt.

Meer horen?
Klik
hier om van deze cd het nummer 'Scanners' te beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 29.5.13) - [print] - [naar boven]





Festival
Amersfoort Jazz Part 1

donderdag 16 mei & vrijdag 17 mei 2013, diverse locaties, Amersfoort

Het pinksterweekend is al sinds geruime tijd hét weekend voor de jazzliefhebbers. Er vinden dan een viertal redelijk kwalitatieve festivals plaats. In de middelgrote plaatsen Enschede, Den Bosch, Middelburg en Amersfoort valt er te dansen en te sjansen op de syncopetische jazznoten.

Eén van de aardige festivals is het Amersfoort Jazzfestival dat dit jaar zijn 34ste editie beleeft. Op de druk bezochte daverende opmaat op woensdag de vijftiende gaf pianist Peter Beets met broer Marius op de bas en drummer Ineke voor de pauze een voorproefje op zijn op vrijdag geplande cd-presentatie 'Portrait Of Peterson'. Qua techniek en vlammend pianospel doet Peter Beets beslist niet onder voor zijn illustere voorbeeld. Het enthousiaste spel van het trio moet tenorsaxofonist Alexander Beets, die na de pauze het trio aanvulde, hevig geïnspireerd hebben. Het kwartet speelde een felle, heftige en swingende moderne mainstream set, waarin Alexander flink uithaalde in zowel het lage als flageoletto register. Een staaltje van honken en screamen op hoog niveau.

Op donderdagavond ging het festival officieel van start met een concert door het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw met zangeres Madeline Bell in de Amersfoortse schouwburg De Flint. Een avond voor vooral de sponsoren van het festival met aanhang. Door de sympathieke presentatie van Bell werden ze gemakkelijk overgehaald om en masse staand Ray Charles' hit 'On The Road Jack' mee te zingen. Groot feest dus in de schouwburg. Vooral vanwege de aanstekelijke zang van Bell en enkele vurige pianosolo's van de gedurende het gehele festival aanwezige Peter Beets was het een aangename en swingende opening, exemplarisch voor het zeer publieksvriendelijke festival.

Op de vrijdagavond zorgde het Nationaal Jeugd Jazz Orkest onder de bezielende leiding van trompettist Eric Vloeimans voor een verrassend concert. Het verrassende zat hem vooral in de bijzondere composities van Vloeimans, die navenant waren gearrangeerd door Martin Fondse, Johan Plomp, Rob Horsting en Izidor Leitinger. Voeg daar dan ook nog eens aan toe de altijd knappe en sfeervolle solo's van Vloeimans en de stuwende en swingende ritmesektie, waarin vooral drummer Niek de Bruijn de dynamische kracht was, en het resultaat is originele en eigentijdse bigbandmuziek.

De als highlight aangekondige organist Dr. Lonnie Smith gaf een niet al te sterk en beetje plichtmatig optreden. Ook zijn beleidende band – de Jazzinvaders, met zeer respectabele muzikanten als Rolf Delfos, Guido Nijs en Berthil Busstra – kon het niveau niet opkrikken. Enigszins debet aan het geheel waren de geringe vocale kwaliteiten van zangeres Linda Bloemhard.

Dan was het beter toeven in de theaterzaal van De Lieve Vrouw waar – daar is die weer – Peter Beets met zijn New York Trio zijn Oscar Peterson-cd presenteerde. Beets is werkelijk een fenomeen. Zijn techniek, zijn timing en swing zijn weergaloos. Wellicht zou de 'noten-lawine' zo nu en dan wel eens getemperd kunnen worden. Met zijn Amerikaanse ritmesectie, drummer Greg Hutchinson en bassist Reuben Rogers, werd een subliem concert geleverd. Genieten op het puntje van de stoel. Met nog twee dagen te gaan kan Beets al wel gerekend worden tot de held van het festival.

Maarten Jan Rieder maakte een fotoverslag van het concert van The Jazz Orchestra Of The Concertgebouw featuring Madeline Bell. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Jacques Los, 28.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Charlie Parker - 'Intégrale Vol. 5: Parker’s Mood' (Frémeaux & Associés, 2012)

Opname: 1947-1949

Het Franse label Frémeaux & Associés is bezig Charlie Parkers complete oeuvre op drie-cd boxen uit te brengen. Alle studiosessies, compleet met de valse starts en de alternate takes, de radio-uitzendingen en de 'betere' privéopnamen. Deel vijf beslaat de periode december 1947 – januari 1949 en overlapt daarmee voor een belangrijk deel de 'Complete Royal Roost Broadcasts', die een paar maanden geleden door Jazz Dynamics op de markt werd gebracht.

Opvallend is dat Parker tijdens die radioshows wel eigen nummers speelde, doch niets van het spul dat hij tijdens de daaraan voorafgaande platensessies had vastgelegd. 'White Christmas' was een te verwachten verzoeknummer op eerste kerstdag – tijdens de aankondiging door 'Symphony Sid' Torin had de altsaxofonist al wat jingle bells door de herkenningsmelodie laten klingelen. Ach ja, zo'n 'White Christmas' was voor Parker even bruikbaar als 'On A Slow Boat To China', een populair deuntje van die dagen, of 'Chasin’ The Bird', een eigen compositie in contrapunt.

In 1948-49 bevond Charlie Parker zich op zijn creatieve hoogtepunt. Zelfverzekerd en soepel neemt hij alle door hemzelf opgeworpen hindernissen, wipt over een slootje, rolt over een muurtje. Bovenmenselijk gaat hij tekeer in een snel nummer als 'Merry-Go-Raund'. Hij bewijst ook, dat hij de ultieme jazzblues ('Parker’s Mood') kan blazen. Musici en producer leggen de lat hoog: het duurt acht takes voordat 'Marmaduke' er naar tevredenheid opstaat.

Het geluid van de onderhavige radio-opnamen is gewaagd aan dat op de eerdere Royal Roost-box. En het hoog van de studiosessies is rijker dan op bijvoorbeeld 'The Small Group Sessions' (Brilliant), een box die een paar jaar geleden werd uitgebracht.

Meer weten?
Lees
hier onze recensies van twee andere verzamel-cd's van Charlie Parker: 'Complete Royal Roost Broadcasts' en 'Bird And Diz'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 27.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
Een openbaring

Gilad Hekselman Trio, donderdag 9 mei 2013, Bimhuis, Amsterdam

De vraag of doorontwikkeling heilzaam is op het moeilijk begaanbare pad van het jazzgitaartrio, moet na het horen van Gilad Hekselman positief beantwoord worden. Het spel van de jonge gitarist spreekt niet alleen gitaarstudenten of gitaarfreaks aan. Het effect dat uitgaat van zijn herkenbare stijl is van een verfijnde schoonheid, mede vanwege het vermijden van brute kracht. De gitarist is een lyrische verhalenverteller met een warme, zingende, kristalachtige toon. De helderheid van zijn speelstijl en de griezelig nauwkeurige articulatie staan ten dienste van het resultaat. Het is volkomen wars van ook maar enige vorm van effectbejag. Het subtiel geweven tapijt bestaande uit uitgebreide improvisaties wordt mogelijk gemaakt door de natuurlijke harmonie, in samenhang met de ritmetandem van sterdrummer Jeff Ballard en de warme klanken van de contrabas van Joe Martin.

Voor de niet-ingewijden: Hekselman is een gitarist oorspronkelijk afkomstig uit Israël en momenteel woonachtig in New York. Sinds 2004 heeft hij voornamelijk als freelancer het podium gedeeld met onder andere Chris Potter, Anat Cohen, Avishai Cohen, Ari Hoenig, Jeff 'Tain' Watts en Tigran Hamasyan. Recentelijk is zijn vierde cd 'This Just In’ verschenen. Opvallend genoeg bespeelt de jonge Israëliër een relatief kleine semi-hollow gitaar (Victor Baker) met een genuanceerde, licht akoestische klank.

Ondanks het ontbreken van gitaarkrachtpatserij weet Hekselman wel degelijk dynamiek in zijn spel te aan te brengen. Ragfijne snelle melodische lijnen als het moet, zacht delicaat waar nodig. Bijtijds wordt op natuurlijke wijze de versnelling of de vertraging gezocht. Hij combineert dissonante akkoorden met aaneengeregen notenvariaties.

Zijn repertoire en het besef van beeldende composities zorgt voor een weldadige variatie aan gespeelde stukken. Van meditatief tot aards en van romantisch tot bevlogen. Maar altijd in een optimistische mood.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 26.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Iman Spaargaren Undercurrent – 'In The Moment' (Eyman, 2013)

Opname: 18 & 21 december 2012

Iman Spaargaren behoort tot de nieuwe lichting van actieve jazzsaxofonisten. Ingevolge decimering van de subsidieverstrekking dienen alle mogelijke activiteiten te worden ondernomen om tot speelmogelijkheden te komen en het hoofd financieel boven water te houden. Daardoor speelt Spaargaren naast zijn formatie Undercurrent ook nog in de groepen Thelonious4, European Union Quartet en Captain Hook. In 2012 maakte zijn kwartet deel uit van de Young VIPs Tour.

Een bezige man dus, die niet gespeend is van uitmuntende muzikale kwaliteiten, als instrumentalist én componist. Op zijn nieuwste album zijn alle elf composities van zijn hand. De stukken zijn van een welhaast natuurlijke eenvoud en klinken dankzij de bezetting en het hoge muzikale niveau van Spaargarens metgezellen – gitarist Guillermo Celano, bassist Cord Heineking en drummer Jasper van Hulten – transparant en ruimtelijk. Het is prettige luisterbare hedendaagse harmonieuze jazz, waarin met allure gesoleerd wordt door tenorsaxofonist – soms ook op de basklarinet – Spaargaren en gitarist Celano.

Op een drietal nummers, 'Dream' (je zou het qua titel niet zeggen), 'Raskolnikov' en 'The Vibe', worden de elektronische registers enigszins opengezet en wordt het rocken niet geschuwd. Toetsenist Franz von Chossy en trompettist Dirk Beets spelen ook mee op enkele nummers.

Helaas was Spaargaren niet te zien en te horen op de vier (Amersfoort, Den Bosch, Enschede en Middelburg) jazzfestivals tijdens de pinksterdagen. Een behoorlijke omissie van de desbetreffende organisatoren.

Meer horen?
Op de luisterpaal van Radio 6 is deze cd momenteel te beluisteren: klik
hier.

Labels:

(Jacques Los, 26.5.13) - [print] - [naar boven]





Reportage
Jazzgeschiedenis komt tot leven

Vriendendag Nederlands Jazzarchief, zaterdag 18 mei 2013, Bethaniënklooster, Amsterdam

"Ik ben wel bij Theo Uden Masman thuis geweest. Dan werd er goed voor je gezorgd, was hij de liefste gast. Als dirigent was hij een Louis van Gaal." Een uitspraak van Ado Broodboom (90), geïnterviewd door Bert Vuijsje. Broodboom gold in de jaren vijftig als de beste jazztrompettist van Nederland; hij voerde vier jaar de poll van het blad Rhythme aan. Behalve met The Ramblers speelde hij met onder meer Piet van Dijk, Wally Bishop, Kid Dynamite en Ger van Leeuwen.

Ter illustratie laat Vuijsje 'Coupe Negresco' horen, van The Ramblers-en-petit-comité anno 1960. Daarin growlt Broodboom à la Cootie Williams; hij heeft altijd een voorkeur gehad voor het demperwerk. "Een trompet moet je beschouwen als een onwillige vrouw," luidt zijn verklaring. Het minst trots is hij op het stuk dat Bert Paige voor hem schreef, waarin hij twee trompetten tegelijk bespeelde en dat kunstje tot vervelens toe moest opvoeren. "Dat was het minst muzikale gedeelte van mijn loopbaan – maar wèl het meest succesvolle."

Het openbare interview is onderdeel van de eerste Vriendendag van het Nederlands Jazzarchief. Na de opheffing van het Muziekcentrum Nederland heeft het archief onderdak gevonden bij de Universiteit van Amsterdam. Dat is een voorlopige redding, maar uit het oogpunt van toegankelijkheid niet de meest ideale situatie. Vandaar dat het Jazzarchief blijft werken aan een definitieve oplossing en een Vriendenkring in het leven heeft geroepen die de collectie en haar beheer financieel ondersteunt. In het Bethaniënklooster zijn ruim honderd Vrienden verzameld (maar er is nog ruimte voor nieuwe: info@jazzarchief.nl).

Erik van den Berg verhaalt van het geluk dat hij had bij het schrijven van Han Benninks biografie 'De Wereld als Trommel': zijn hoofdpersoon leefde niet allen nog volop, hij had ook jarenlang een uitgebreid dag- annex plakboek bijgehouden. Een paginagroot artikel in de Volkskrant over Joop Korzelius, de zwerver die ooit de beste bopdrummer van Nederland was, had Bennink ("voor mij was hij de allergrootste") ertoe bewogen, Van den Berg voor de biografie te vragen.

Zeventig studenten heeft jazzprofessor dr. Walter van de Leur onder zijn hoede, voor wie hij soms zendelingenwerk moet verrichten wanneer hij ze naar een jazzconcert stuurt. Lang niet iedereen blijkt wel eens in een jazzclub te zijn geweest... Een van de pijlers van zijn onderzoekswerk betreft de ontvangst en betekenis van de jazz in Europa: in hoeverre spelen nationale elementen en achtergronden een rol in de productie en consumptie van die muziek? Geen overbodige luxe, aangezien zelfs de UNESCO jazz nog altijd als een Amerikaanse kunstvorm ziet. 'Rhythm Changes' is in dit verband een transnationaal project, waarbij musicologen en andere wetenschapsmensen periodiek bijeenkomen om zich over bepaalde onderwerpen te buigen. Amsterdam is de gaststad voor de komende editie.

Bassist en presentator Hans Mantel werkte achttien jaar voor de Wereldomroep. In die periode ontdekte hij in het archief van die omroep talloze pareltjes. In de legendarische Studio 11 werd met grote regelmaat Nederlandse jazz opgenomen, aanvankelijk uitzendingen van een kwartier, later complete concerten. Aangezien de Wereldomroep een volcontinu bedrijf was – als de uitzending voor Nieuw-Zeeland eruit was, was het alweer de beurt aan Indonesië – werkten de technici bijzonder efficiënt. De microfoons werden neergezet en ingeregeld en hup, spelen maar. "Dat materiaal is beter dan 'Jazz behind the Dikes'," aldus Mantel.

Hij verhaalt dat hij ooit een kast in de catacomben van de Wereldomroep ontdekte, van toen die nog Happy Station heette, met daarin tienduizend nagelnieuwe 78-toeren platen. "De eerste die ik pakte was Meade Lux Lewis met Albert Ammons op Blue Note. Die was sinds 1945 niet meer gedraaid." Op systeemkaarten werd bijgehouden wie er welk nummer op welke datum hadden gespeeld en wie dat had opgenomen. Niet altijd was de documentatie op orde. Mantel vond een doos die 'Indias trio' was gelabeld; bij nadere inspectie bleek het om een opname uit 1957 van sitarspeler Ravi Shankar te gaan. Een andere tape was voorzien van de uitleg 'Negerband in Scheveningen'. Dat was dus John Coltrane.

Labels:

(Eddy Determeyer, 25.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
Een verpletterende mokerslag

The Bureau Of Atomic Tourism, maandag 15 april 2013, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

Soms komt het voor dat een concert je bij de kladden pakt, om je vervolgens niet meer los te laten. Na het het onvermijdelijke einde voel je je dan compleet door elkaar geschud en volgeladen met nieuwe energie. Zo liep ik café Wilhelmina uit na het optreden van The Bureau Of Atomic Tourism (BOAT).

Het was niet niks, wat Stichting Jazzpower deze maandagavond op het podium had staan: een sextet uitstekende improvisatoren bij elkaar, waarbij iedereen gericht was op de gezamenlijke effort, die zijn weerga niet kende. Drummer Teun Verbruggen bouwde The Bureau Of Atomic Tourism in feite op uit een carte blanche die hij in 2011 bij het Antwerpse Follow The Sound-festival had gekregen. De bezetting in De Singel was bijna dezelfde als het zestal dat aantrad in Eindhoven, met dien verstande dat bassist Trevor Dunn (die wel meespeelt op het nieuwe album 'Second Law Of Thermodynamics') voor deze tournee werd vervangen door Jasper Stadhouders.

De jonge bassist kweet zich overigens uitstekend van zijn taak. Uit zijn Rickenbacker haalde hij een lekker smerig, vol en soms donker geluid. In combinatie met Verbruggen en gitarist Marc Ducret zette hij ook lekkere grooves neer, waarop de blazers Andrew D'Angelo (sax en basklarinet) en Nate Wooley (trompet) en toetsenist Jozef Dumoulin heerlijk tekeer konden gaan. Met name D'Angelo had de geest: hij speelde de longen uit zijn lijf, als door de duivel bezeten. Eigenlijk is dat natuurlijk ook een beetje zo; hij overwon een hersentumor en het lijkt wel alsof hij sindsdien alleen maar intenser is gaan spelen, het leven celebrerend in het besef dat elke dag de laatste kan zijn. Ook deze avond toonde hij zich in zijn praatjes tussen de nummers door strijdbaar en uitdagend. Zijn mantra? Met een stalen wil en door te vechten kun je tegenslagen zoals ziekte te boven komen. Misschien iets te kort door de bocht allemaal, maar het klonk overtuigend, net zoals zijn furieuze spel.

Verbruggen was als de spin in het web; met zijn alomvattende drumwerk zette hij lijnen uit, om ze vervolgens weer af te breken, en stuwde hij zijn kompanen in hun solo's tot grote hoogten. Dumoulin zien spelen is als het kijken naar een alchemist; door zijn effectkastjes en -knopjes kan hij een verrassend arsenaal aan klanken oproepen uit zijn Rhodes. Als je zwaar vervormde gitaarnoise voorbij hoorde komen, moest je niet verbaasd opkijken dat het uit de klankkast van de toetsenist kwam. Mooi om te zien: toen Dumoulins verbindingen even haperde en hij het gewenste geluid dus niet kon produceren, speelde Ducret daar geniaal op in. Hij haalde zijn stekker uit de gitaar en drukte erop, zodat er een krakend geluid klonk, geheel aansluitend op de gemankeerde sounds uit Dumoulins toetsenbord. Zoiets kan alleen als je als een team opereert en goed naar elkaar luistert.

The Bureau Of Atomic Tourism is een intrigerende formatie, met veel vrijheid voor energieke improvisaties, zowel individueel als collectief, maar toch ook de nodige rustpunten, hoewel dat een relatief begrip is bij BOAT - er kan immers zomaar een uitbarsting op volgen. Met bedwelmende grooves en melodische passages bracht de band het aanwezige publiek in zijn ban. De toegift bracht het hoogtepunt, met een alles verzengende compositie van D'Angelo: 'Meg Nem Sa', dat is opgebouwd rond een riff die je na een keer horen nooit meer vergeet. Het optreden eindigde met een stagedive van D'Angelo. Mission accomplished.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Maarten van de Ven, 24.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Chris Corstens Quartet - 'Treiffel' (De Platenbakkerij, 2013)

Opname: 9 september 2011

Was het tenorist George Adams die zei: "You've got to be a good ‘in’ player in order to be able to play ‘out’"? Het wordt op deze cd bewezen. Want pianist Oscar Jan Hoogland en cellist Harald Austbø, bekend van de anarchistische Ambush Party, laten hier horen zich ook in een meer traditionele omgeving als vissen in het water te voelen. Wat heet: Hoogland hanteert Ellington-figuurtjes in zijn begeleiding in het nummer 'Zakken En Balen'. Ook '3 Vliertjes' voelt met Austbø gestreken partijen aan als een klassieke jazzballad.

Met het titelnummer 'Treiffel', waarmee de cd opent, draait de band meteen op volle toeren. Alle hens zijn aan dek en de cellist laat horen waarom Pietje Bel zijn favoriete historische figuur is. Leider Chris Corstens, op tenor- en sopraansaxofoon, heeft mooie melodietjes geschreven, die dus met gretigheid worden uitgevoerd. In 'Kappertjes' laat hij zich verleiden tot Breukeriaanse uitbarstingen en ook in 'Kdoelekkewaa' wijkt hij af van de gebaande paden. Hier laat de band het ritme vieren en haalt het weer aan, maar het gebodene behoudt vorm en melodie.

Labels:

(Eddy Determeyer, 24.5.13) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Oeuvreprijs voor Toots Thielemans


Bij de uitreiking van de ECHO Jazz-prijzen vandaag, 23 mei, in Hamburg zal de Belgische muzikant Toots Thielemans een prijs voor zijn gehele oeuvre krijgen.

Volgens de jury heeft Thielemans de mondharmonica naar een hoger niveau getild. Hij heeft "de mondharmonica zijn underdogimago ontnomen, een nieuw zelfbesef gegeven en deuren geopend zodat het (instrument) zelfs in onverwachte klankruimtes als de flamenco zijn plaats heeft gevonden. Het instrument verkende nieuwe horizonten en vond zijn ingang in heel wat muziekstijlen."

De ECHO Jazz is een Duitse prijs voor persoonlijkheden en producties binnen de jazz. Sinds 2010 wordt hij uitgereikt in 31 nationale en internationale categorieën.

Labels:

(Maarten van de Ven, 23.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
Een elektronische Odyssee

Electro Acoustic Sessions met Cor Fuhler/Jerome Noetinger/Martin Schmickler, Renger Koning, Jozef Dumoulin & Noisia, vrijdag 10 mei 2013, Grand Theatre, Groningen

Tureluurs – kent u die uitdrukking? Dat je hoofd finaal om- en overloopt van de ongehoorde klanken. Het rare van ongehoorde klanken is dat ze na een minuut of twintig gaan vervelen. Dat lijkt immers wel het laatste dat je mag verwachten van een avondje abstracte Electro Acoustic Sessions – meer el dan ac, overigens. Maar ik kan me niet langer dan een goed kwartier concentreren op dit soort gepiep en geruis.

Dat leek pianokunstenaar Cor Fuhler te beseffen, toen hij ons met een delegatie van het MIMEO Orchestra zo'n twintig minuten had vergast op tonen die ontstaan en weer afscheid namen, fluisterzacht getinkel, korte overstuurde uitbarstingen, bijna onhoorbare radiosignalen uit 1937, uit de buurt van Howland Island, driftig op de snaren dansende supermagneetjes die de vleugel uit volle borst lieten zingen en flarden van soundtracks voor jaren-vijftig sciencefictionfilms. Zo'n beetje alle onomatopoëtische werkwoorden waren de revue gepasseerd: tikken, ritselen, tinkelen, sissen, fluiten, brommen, klappen, loeien. Maar net toen we hadden uitgevogeld welke muzikant van het trio voor welk geschraap verantwoordelijk was, maakte Fuhler met fors, agressief gebeuk van klauwen en onderarmen een eind aan de idylle.

Pianist Jozef Dumoulin had zijn Fender Rhodes verstopt in lagen elektronische kastjes en pedalen. Hij laat er noten mee aanzwellen, blaast ze op en laat ze weer wegsterven, zodat je het idee krijgt, naar een stuk te luisteren dat achterstevoren wordt afgespeeld (of andersom, dat kan natuurlijk ook). Massieve geluidsklompen klotsten als zeekastelen in een nauwe haven.

In dit metier dien je alle toetsen, knopjes, schuiven en pedalen blind uit je hoofd te kennen. In die coördinatie van handen en voeten leek Dumoulin nog het meest op een traditionele organist. Hij boorde frequenties aan waarvan je schoenzolen – ongelogen! – mee gingen vibreren en soms was het, alsof je na een avondje stevig stappen met je wazige kop op onverklaarbare wijze in een ochtendlijke plaatwerkerij was beland, waar de arbeid net een beetje op gang begon te komen. Dit was een Odyssee kortom waar we monsters, goden en toverkollen moesten zien te trotseren. Zonder kompas, op gegist bestek.

Labels:

(Eddy Determeyer, 22.5.13) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord / In Memoriam
Melvin Rhyne


"Ik vroeg hem vroeg of hij thuis ook een Hammond had staan. Dat bleek niet het geval. Thuis speelde hij piano. Maar had hij dan ergens anders een Hammond om op te spelen? Nee, helaas niet. Wel had hij een B3 gehad. Had hij die dan verkocht? Nee, dat niet. "You know", zei Melvin, "I’m divorced and my wife took my organ". Van die dingen dus."

Op 5 maart overleed op 76-jarige leeftijd organist Melvin Rhyne. Herbert Noord haalt herinneringen op aan deze organist, die vooral bekend werd door zijn aanwezigheid in het Wes Montgomery Trio in de jaren 1959-1963.

Klik op bovenstaande button om zijn nieuwe column te lezen.

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 20.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Michael Formanek – 'Small Places' (ECM, 2012)

Opname: december 2011

Toen Michael Formanek enkele jaren geleden zijn ECM-debuut '
The Rub And Spare Change' presenteerde, werd hij overladen met lof van critici. De cd haalde menig oudejaarslijstje en hielp Formanek zich eindelijk te ontdoen van zijn imago als degelijke, maar onzichtbare bassist. Met 'Small Places', het vervolg op dit succes, levert Formanek een opname af die in het verlengde van zijn voorganger ligt. De band, naast Formanek bestaand uit Tim Berne (sax), Craig Taborn (piano) en Gerald Cleaver (drums), is samengesteld uit de hoogste regionen van de progressieve mainstream en stelt dan ook niet teleur.

Formaneks composities zitten vol unisono's en kleine thema's, die achteloos aan elkaar geregen worden. Vaak trekken Berne en Taborn samen op en worden zij door Formanek en Cleaver voorzien van contrasterende bewegingen. Berne laat zich meer gelden dan op zijn onlangs verschenen en stilistisch verwante 'Snakeoil', zodat de spanning van scheurende altissimo's en gespleten noten over ingetogen thema's prominent aanwezig is. Hier en daar voelt dit wat overdadig, maar tegelijkertijd is het een logische conclusie van de muziek, die bol staat van de ritmische en melodische contrasten.

De inbreng van Taborn, die in 2011 met 'Avenging Angel' een uitstekende trioplaat afleverde, is ook vermeldenswaardig. Slim gekozen liggingen, heldere klankkleuren en attente begeleidingen maken hem bijna onzichtbaar, maar tegelijkertijd een integraal onderdeel van het bandgeluid. Hetzelfde geldt voor Formanek, die af en toe met een sterke solo op het juiste moment zijn leiderschap bevestigt.

Met bijna zeventig minuten is het grote minpunt van 'Small Places' de lengte. Zoals wel vaker op ECM, leiden de overdadige productie en hang naar verstilling tot enige mate van vermoeienis. Dat, in combinatie met de duur van het album, maakt 'Small Places' tot een ietwat lange zit. Dit neemt echter niet weg dat de opnamen van hoog niveau zijn. Formanek bevestigt met 'Small Places' de ambities van zijn vorige album, evenals de kwaliteiten van zijn leiderschap.

Meer horen?
Klik hier om het titelnummer van deze cd te beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 20.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
Gemengde gevoelens

Henry Threadgill & Zooid, woensdag 8 mei 2013, Bimhuis, Amsterdam

Door de jaren heen is componist, arrangeur en multi-instrumentalist Henry Threadgill als een haas van de ene working band naar de andere gesprongen. Te denken valt aan ensembles als Henry Threadgill Sextet, Very Very Circus en Make A Move. Inmiddels lijkt Threadgill met Zooid in de comfortzone te zijn beland. Met marginale line-up wijzigingen door de jaren heen, speelt de bandleider van het ensemble op fluit, basfluit, en alt, Liberty Ellman op akoestische gitaar, Jose Davila op trombone en tuba, Christopher Hoffman op cello en Elliot Humberto Kavee op drums. De avant-garde jazz, niet te verwarren met free jazz, oogt dus paradoxaal genoeg stabiel. Deze avond brengt een mix van onvoorspelbare, bevlogen composities met geraffineerde kamermuziek.

Zooid is overigens een cel die in staat is zich onafhankelijk te bewegen van het grotere organisme waartoe zij behoort. Dit zou een passende omschrijving moeten zijn van de muzikale taal die Threadgill voor deze band heeft ontwikkeld. Het systeem moet volgens Threadgills zienswijze binnen het muzikale kader ruimte bieden voor de open dialoog binnen de groep. Muzikanten daarin stimuleren te zoeken naar een nieuwe improvisatiewijze, onafhankelijk van akkoordenschema's, toonladders of muzikale clichés. Waarvan akte!

Binnen de complexe harmonieën en verschuivende ritmes ontstaat een gedenkwaardige en groovende flow, in combinatie met geconstrueerde moderne muziek. Deze wordt ontsloten door opvallend veel monumentale en bevlogen (bas)fluitpassages. Pas in de vierde track hanteert de leider zijn altsax, in een fragmentarisch, hartverscheurend, maar zoekend solowerk.

Wanneer binnen de filosofie van Threadgill sprake kan zijn van uitblinkers, dan geldt dat voor Liberty Ellman. De gitarist pronkt met zijn ontwikkeling als solist door fantasierijke, vloeiende lijnen aan te leggen, ook al speelt hij naar klassieke muziek neigende akoestische gitaar. Ellman is permanent in staat zich te onderscheiden binnen het groteske groepsgeluid. Niet in de laatste plaats gestalte gegeven door de dubbelrol van Jose Davila. Deze neemt niet alleen een aantal inventieve, brommende en stormachtige solo's op trombone en tuba voor zijn rekening, maar vult - vanwege de afwezigheid van een bassist - een deel van de de gezichtsbepalende ritmesectie in. De minder opvallende drummer Kavee brengt voortdurende fijnmazige verschuivingen in het groepsgeluid. Juist op die momenten waarin de stemming omslaat naar macabere suspence-achtige sferen, toucheert cellist Hoffman het sacrale. Daarentegen accentueert Hoffman het mystieke van een magisch-realistische compositie in een sitar nabootsende solo.

Het collectief werkt na een spanningsvolle eerste set enigszins laid-back drie mooie, maar jammer genoeg gelijksoortige door fluitspel gedomineerde stukken af. De multi-instrumentalist toont slechts eenmaal, als afsluiting van het concert, zijn meesterschap in een bijtende, stekelige in full speed door r&b aangedreven altspel.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 19.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Cactus Truck - 'Live In USA' (Tractata/Eh?, 2013)

Opname: 26 oktober & 7 december 2012

Volledig vrij improviseren is alweer een tijdje helemaal terug. Een jonge generatie heeft de draad opgepakt waar die rond 1980 zoekraakte. Cactus Truck, een stekelig trio, is een vaandeldrager van de nieuwe free jazz.

Spil van de groep is de luidgevooisde tenorist John Dikeman. Albert Ayler is duidelijk ziin grote inspiratiebron. Dikemans raspende geluid suggereert een soort eeuwigdurende staat van orgasme. Want anders dan Ayler – en Coltrane – opteert Dikeman niet voor een melodische spanningsopbouw. Ik bedoel, in het openingsnummer 'Prairie Oyster' zou je flarden 'Ascension' kunnen ontwaren, maar dan zonder die golvende opwaartse beweging. Checkt die Dikeman wel regelmatig zijn bloeddruk, tussen twee haakjes?

Het duurde even voordat ik gitarist Jasper Stadhouders in de kolkende massa had gespot. Dat kwam ook omdat hij zich soms beperkte tot een soort gedreun.

'Live In USA' is in Wilmington, NC, Louisville en New York opgenomen. In Wilmington was trombonist Jeb Bishop gast, in New York trompettist Roy Campbell. Bishop ging op de Johnny One Note-toer en Campbell leek een deel van de set zonder mondstuk te spelen. Stadhouders zorgde voor rustpunten, voor ogen in de orkaan waar het goed toeven was en de gasten duetten aangingen met de gitarist, al dan niet geprepareerd.

Meer horen?
Klik
hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 16.5.13) - [print] - [naar boven]





Festival
Doek Festival ontkomen aan subsidiekaalslag

vrijdag 4 mei & zaterdag 5 mei 2013, Bimhuis, Amsterdam

"Het klapstuk van het festival was het sprankelende optreden van de Available Jelly Big Band. De muziekstandaards werden op het podium gezet en voorzien van uitstekende arrangementen. De groep werd deze avond aangevuld met een viertal Zweden. De thema's behelsden vrolijke fanfaredeunen, adembenemende ballads, bigbandswing-interpretaties en collectieve improfragmenten. Er werd adequaat gesoleerd, waarbij, zonder de anderen tekort te doen, in het bijzonder het robuuste geluid en de solo's van trombonist Áleklint in het oor sprongen. "

Jacques Los bezocht de laatste twee dagen van het Doek Festival #11. In het Bimhuis zag hij concerten van het Monitor Trio, Duo Loevendie/Gorter, Dikeman/Kugel/Van der Weide & Roy Campbell + Peter Jacquemyn, Oscar Jan Hoogland & Han Bennink, SKEIN en de Available Jelly Big Band.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Klik hier voor een fotoverslag van het Doek Festival door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 12.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Rara Avis – 'Mutations/Multicellular Mutations' (dEN, 2013)

Opname: juni 2012

Het Italiaanse label dEN is misschien een jaar oud, maar heeft al een indrukwekkende lijst van muzikanten verzameld die geloven in de experimentele houding van het label. Het laatste product van deze zoektocht naar originaliteit is Rara Avis, een kwintet met twee saxofoons, piano, bas en elektronica. Door de afwezigheid van drums is er veel meer ruimte voor klankvelden en heeft de muziek iets abstracts, ontdaan van de ritmiek als zij is. Enig minpunt is dat 'Mutations/Multicellular Mutations' met twee cd's iets te veel van het goede is voor de gemiddelde luisteraar. De overdaad fungeert echter wel als een manifest en laat zien dat het deze muzikanten menens is in hun zoektocht naar een eigen elektro-akoestisch geluid.

Aangezien alles geïmproviseerd is, zijn de titels op 'Mutations' grotendeels onbelangrijk en is het moeilijk aan te geven waar de grenzen tussen de verschillende stukken liggen. Hoewel Rara Avis met Ken Vandermark een echte heldentenor in huis heeft, blijft de muziek ingetogen en pastoraal. Luisteren is het devies. In zijn liner notes onderstreept Vandermark, primo inter pares, dit nogmaals door te melden dat de band een echte coöperatie is. Zoals gezegd is dit met name te danken aan de aanwezigheid van elektronica. SEC_, een jonge Napolitaanse elektronische muzikant, is meer geïnteresseerd in feedback en live-processing dan in beats. Wanneer de muziek in intensiteit toeneemt, blijkt dit zeer goed te werken met het traditionelere idioom van de andere muzikanten. De combinatie van Vandermarks imposante baritonsaxgeluid met een flinke dosis kosmische ruis op 'Gene Flow' is bijvoorbeeld uiterst verfrissend.

De tweede cd, 'Multicellular Mutations', is een korte verzameling van kleinere ensembles die zijn samengesteld uit de band. Deze muzikale celdeling staat een nog grotere zoektocht naar detail toe en bevat een aantal van de beste momenten van de dubbelaar. Doordat de verschillende samenstellingen soms flink contrasteren, is er ruimte om de grote variëteit van de band te overdenken. Opnieuw zijn het met name Vandermark en SEC_ die de show stelen, zoals op 'KM', een duet voor rieten en elektronica. dEN-platenbaas en tweede rietblazer Stefano Ferrian spreekt ook nog een aardig woordje mee in twee geïnspireerde duetten met Vandermark en een trio met SEC_ en bassist Luca Pissavini. Het blijft allemaal wat veel, maar in de juiste doses is 'Mutations/Multicellular Mutations' een uitermate sterke en intrigerende opname van een contrastrijke en intelligente band.

Labels:

(Sybren Renema, 11.5.13) - [print] - [naar boven]





Nieuws
De wedergeboorte van een legendarisch label: OKeh


Het platenlabel OKeh (uitgesproken als 'okee') werd opgericht in september 1918 door Otto K.E. Heinemann, toen hij zijn eigen opnamestudio en grammofoonplatenperserij startte. De initialen van de oprichter vormen de naam van het platenlabel OKeh.

Aanvankelijk begon het label met het uitgeven van populaire liedjes, dansnummers en vaudeville sketches, wat vergelijkbaar was met de koers van andere labels, maar Heineman wilde ook releases uitproberen met muziek voor publieksgroepen die door de grotere platenmaatschappijen genegeerd werden. Zodoende produceerde OKeh opnames in het Duits, Tsjechisch, Pools, Zweeds en Jiddisch voor de allochtone gemeenschappen in de VS.

In 1920, werden de opnames door Ralph Peer van de Afro-Amerikaanse blues zangeres Mamie Smith tot ieders verbazing een gigantische hit. En zo boorde het bedrijf de potentie van de nog vrijwel onaangebroken markt voor blues en jazz met Afro-Amerikaanse artiesten voor het eerst aan. Louis Armstrong, Duke Ellington en Bix Beiderbecke zijn slechts een paar namen van de jazzgrootheden die zijn uitgebracht op het label.

Columbia Records nam het label in 1926 over en exploiteerde het tot in de jaren zestig, met jazz en R&B-opnames. In 1994, werd het label na decennia van stilte opnieuw leven ingeblazen door Sony Music, die het doorstartte als een blueslabel van de nieuwe generatie. De eerste nieuw getekende artiesten bij OKeh waren onder meer Keb 'Mo, Popa Chubby, en Little Axe.

In 2000 trok Okeh zich terug, maar in 2013 blaast Sony Music OKeh weer nieuw leven in en is het terug als jazzlabel. En wel met zeer gerenomeerde internationale jazzartiesten, zoals onder meer John Medeski, Michel Camilo, Bobby McFerrin, Bob James & David Sanborn en Bill Frisell. Op het komende North Sea Jazz Festival zullen ook een aantal OKeh-artiesten te zien zijn, waaronder Medeski Martin & Wood en James & Sanborn (beide op 12 juli).

Labels:

(Maarten van de Ven, 10.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Teddi King - 'The Storyville Sessions 1954-1955' (Fresh Sound, 2012)


Nadat er decennia niets van zangeres Teddi King (1929-1977) op de markt was, kwam het Engelse Avid vorig jaar met de dubbel-cd 'Four Classic Albums Plus', die ik op deze plek recenseerde; inmiddels heeft het Spaanse Fresh Sound twee lp's uit dezelfde jaren vijftig op een cd gezet. Een paar nummers doubleren.

We horen haar hier met een kleine bezetting, waarin ze beter tot haar recht komt dan met de wat suffige strijkorkestjes waarmee ze doorgaans in de studio stond. Ik vermoed dat trombonist Bob Brookmeyer de vier tracks met extra blazers karig en sonoor arrangeerde. Trompettist Ruby Braff is een voorbeeldige begeleider en ook de ritmesecties opereren smaakvol en subtiel.

De zangeres zelf straalt warmte en intimiteit uit; ze is ('Old Folks') een echte verhalenverteller, wars van aanstelleritis. Soms slist ze een tikje en dat is bepaald charmant. In 'I’m In The Market For You' glipt het 'you' er net naast, wat ze vliegensvlug oplost door de syllabe gesofisticeerd even in hoogte te alterneren.

Het materiaal mag er wezen. Geen rommel, des te meer pareltjes als 'I Didn’t Know About You' en 'Fools Fall In Love'. Je zou alleen tegen kunnen werpen dat haar timing soms niet echt jazzy is en dat ze de neiging heeft sommige nummers wat vlak te zingen. Ik zou wel eens live-materiaal van Teddi King willen horen, met een combootje in een kleine club. Ik bedoel, ik heb Doris Day hoog zitten, maar Teddi King was aan haar gewaagd. En in de ballads zelfs misschien wel superieur.

Labels:

(Eddy Determeyer, 10.5.13) - [print] - [naar boven]





Festival
Elfde Doek Festival begint intrigerend en wisselvallig

'De Nek van Narcissus', woensdag 1 mei 2013, OT301, Amsterdam & 'Blue Rascal Cinema', donderdag 2 mei 2013, De Slang, Amsterdam

"De tweede avond van het festival staat in het teken van multidisciplinariteit. Nu wordt een combinatie aangegaan met een eclectische selectie films, uitgezocht door curator Jeffrey Babcock, die er ook een heldere uitleg bij geeft. Deze avond is een pool van zes musici aanwezig, die in verschillende bezettingen op de films reageren. De musici hebben de beelden niet eerder gezien en worden dus geacht ter plekke samen te improviseren. Dat reageren is noodzakelijkerwijs secundair, zeker als je niet in je eentje bent. "

Ken Vos bezocht de eerste twee dagen van het Doek Festival #11. In OT301 en De Slang zag hij concerten van Available Jelly, Andy Moor & Colin McLean, Supercity, Richard Barrett, Frank Gratkowski, Roy Campbell, Klaus Kugel, Peter Jacquemyn en Okkyung Lee.

Klik hier hier om zijn festivalverslag te lezen.

Labels:

(Maarten van de Ven, 10.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd-boxset
Quincy Jones – 'More Than 100 Legendary Recordings 1955-1960' (Intense, 2013)


Van huis uit is orkestleider en producer Quincy Jones een bigband-man. Hij kon nog net de Grote Vier (Ellington, Lunceford, Calloway en Basie) live horen, startte zijn carrière als trompettist en arrangeur van het Lionel Hampton Orchestra en leidde tussen 1955 en 1965 eigen bigbands.

In deze 10 cd-box is fascinerend materiaal van zijn legendarische orkest uit 1959-60 bijeengebracht, plus enkele sessies die daaraan voorafgingen. Het bewuste orkest was onderdeel van de jazzopera 'Free And Easy', die op tournee door Europa jammerlijk flopte. Met de moed der wanhoop en veel kunst- en vliegwerk lukte het de jonge orkestleider zijn band nog een paar maanden op de been te houden, maar daarna viel het doek en moest Jones aan de slag om de schulden weg te werken.

Kenmerkend was de royale ruimte die zijn sterren kregen. Zo is de fantastische hoornist Julius Watkins hier goed vertegenwoordigd, wat de catalogus van die laatste in één klap aanzienlijk verruimd heeft. In 'Blues In The Night' (1959) horen we al een voorbericht van de funk van Q's toekomst.

Labels:

(Eddy Determeyer, 7.5.13) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Doek valt voor Jazz at the Crow


Na tien succesvolle jaren stopt Cees van de Ven met het organiseren van de Jazz at the Crow-concerten in het Eindhovense café Kraaij & Balder. Een teruglopend bezoekersaantal en het stopzetten van de gemeentelijke subsidie hebben hem tot dit besluit gedwongen. Maar enthousiast kijkt hij terug op tien succesvolle jaren.

"Kraaij & Balder is een buitengewoon plezierige plek om jazzconcerten te houden", vindt Van de Ven. "Het is er goed toeven in het intieme kleine huiskamercafé. De ambiance is er zo mooi, omdat het publiek dicht op de muzikanten kan zitten." In tien jaar Jazz at the Crow hebben de meest gerenommeerde artiesten uit de Nederlandse jazzscene er opgetreden. "Doordat de groepen er zelf wilden spelen, hebben we een mooi programma neer kunnen zetten."

Aanvankelijk was het de opzet om bekende jazzmusici te laten optreden met de betere regionale jazzmuzikanten. "Zo is Jazz at the Crow ook begonnen", licht Van de Ven toe, "maar omdat we met capabele jazzmuzikanten uit de regio al snel elke keer bij dezelfde mensen uitkwamen en er dus te vaak dezelfde artiesten op het podium stonden, zijn we hiermee gestopt." Van de Ven ging toen over op het programmeren van gerenommeerde artiesten. "Voor sommige musici was de zaal te klein, zoals die keer dat Hans Dulfer optrad in 2001. Ook het optreden van Greetje Kauffeld in 2002 werd erg goed bezocht."

Jazz at the Crow had een klein budget voor de kwaliteit die geboden werd. "Musici wisten dat, maar zij waren zo enthousiast over het podium en het publiek, dat ze het ervoor over hadden om voor een lagere prijs op te treden." Van de Ven was onderscheidend met zijn programmering. Hij probeerde niches te vinden en andere artiesten te boeken dan Axes Jazzpower, eveneens uit Eindhoven. "We waren additioneel, geen concurrenten", is Van de Ven van mening. Jazz at the Crow kent vele muzikale hoogtepunten, zoals het optreden van CRAM met Corrie van Binsbergen, de drumclinic van John Engels, de masterclass van pianist Harmen Fraanje en Martijn Vink, maar ook het energetische concert van Susanne Alt. Muzikale dieptepunten waren er niet. Het enige dieptepunt dat Van de Ven noemt is dat er af en toe een lage opkomst was, terwijl er toch een formatie van hoog niveau op het programma stond.

Jarenlang heeft Van de Ven voor zijn stichting subsidie gekregen vanuit de gemeente en bijdragen van het Thuiskopiefonds. De laatste jaren ontving het podium ook een SKIP-subsidie vanuit het Fonds Podiumkunsten. Aangevuld met wat sponsoring was dat voldoende om het jazzprogramma te kunnen laten draaien in Kraaij & Balder. "De stichting sluimert door. Als er gegadigden zijn die een goed idee hebben om de stichting nieuw leven in te blazen, hebben ze mijn steun. De tijden veranderen ook, dus misschien is er over enkele jaren wel weer budget beschikbaar vanuit de gemeente."

Bron: ZondagNieuws Eindhoven

Meer zien?
Klik
hier om fotoverslagen te zien van de Jazz at the Crow-concerten, van het optreden van Michael Moore op 1 februari 2002 tot en met het laatste concert van het Michiel Stekelenburg Quartet op 7 mei 2013.

Labels:

(Maarten van de Ven, 7.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
Scandinavische landschappen

Kuara Trio, vrijdag 26 april 2013, Paradox, Tilburg

De uit Finland afkomstige percussionist en drummer Markku Ounaskari en pianist Samuli Mikkonen vormen samen met de uit Noorwegen afkomstige saxofonist Trygve Seim het Kuara Trio. Hun muziek klinkt ingetogen, bijna meditatief en roept beelden op van Scandinavische landschappen, uitgestrekte vlaktes en besneeuwde bergtoppen.

Het trio opent het concert met 'Garden Of Diverting Paths'. De muziek klinkt al net zo poëtisch als de titel. In een lang intro laat Seim zijn gebogen sopraansax ijl en klagend klinken, met lange buigingen en trage zuchten. Mikkonen neemt je verder mee op reis met zoekende tonen en eenzame akkoorden op de piano. Drummer Ounaskari maakt het plaatje af met veel ruimtelijke accenten.

Invloeden van Finse volksmuziek horen we duidelijk terug in de 'Karelian Folk Song', waarin Ounaskari met de bassdrum de toon zet en de sopraansax van Seim klinkt als de schreeuw van een Eskimo. Dat het trio niet alleen lyrisch, maar ook heel aards kan klinken, bewijst het jazzrock-achtige 'Sol’s Song', waarin Seim de tenorsax bespeelt.

Al met al een sfeervol concert, waarbij aangemerkt moet worden dat er in de tweede set niet veel verrassends meer gebeurde.

Klik hier voor foto's van dit concert door Monique van der Lint.

Labels:

(Monique van der Lint, 5.5.13) - [print] - [naar boven]





Cd
Simon Toldam Trio - 'Sunshine Sunshine Or Green As Grass' 
(ILK, 2012)

Opname: 20-22 september 2011

Simon Toldam kent men in Nederland vooral als pianist van het Han Bennink Trio. In deze hoedanigheid heeft hij de zware taak om de tandem Mengelberg-Bennink te doen vergeten, hetgeen iets is waar hij wonderwel in slaagt. De verwachtingen voor zijn solowerk liggen dan ook hoog. Gelukkig vervult Toldam deze met verve.

Vrijwel alle composities op 'Sunshine Sunshine Or Green As Grass' bestaan uit flarden van schijnbaar verschillende stijlen, die niet alleen als pastiche aan elkaar geplakt zijn, maar ook een logisch geheel vormen. De achteloze manier waarop dit gebeurt duidt op een groot spelplezier en inzicht in de materie. De voorbeelden hiervan zijn legio. Zo doet het titelnummer denken aan een zomerse calypso, die geperverteerd wordt door het onverwachte drumgeweld van Knut Finsrud. 'Schwung', met twee minuten verreweg het kortste stuk, heeft een repetitieve pianopartij, die het midden houdt tussen Cecil Taylor en een door Thelonious Monk geschreven vingeroefening. Hier omheen profileren zich de bas en drums. Echter, zodra de piano ophoudt en er een muzikale ontwikkeling verwacht wordt, blijkt het stuk te zijn afgelopen. De verwarring bij het publiek in de zaal is hoorbaar in de lange stilte voor het applaus en typisch voor de ontregelende neiging van het trio.

Een meer gedragen aanpak, geënt op de impressionistische toets van Bill Evans of Chick Corea, is de inspiratie voor een nummer als 'Syng Lyng Syng'. Door het uitblijven van humoristische bokkensprongen gaat de band hier onmiddellijk de diepte in. Dat Toldam en de zijnen hiertoe in staat zijn, bewijst dat de heren meer zijn dan alleen intelligente humoristen. Dit maakt 'Sunshine Sunshine Or Green As Grass' een van de fijnste opnamen van een pianotrio van het afgelopen jaar, waarin emotie, humor en verstand om voorrang vechten.

Meer horen?
Klik
hier om het titelnummer van deze cd te beluisteren, 'Sunshine Sunshine Or Green As Grass'.

Labels:

(Sybren Renema, 4.5.13) - [print] - [naar boven]





Concert
De blik onverminderd op Texas

Boris van der Lek Trio, donderdag 25 april 2013, Jazzcafé Alto, Groningen

Ja ja, dat gaat mooi niet door. Een eenvoudige shuffle blues bij wijze van opening willen spelen en dat stuk vliegensvlug 'Blues For Eddy' dopen omdat uw verslaggever juist op dat moment het etablissement betreedt. Dat schreeuwt om een buitengemeen strenge beoordeling.

Zo gek veel is er niet veranderd aan de speelwijze van tenorsaxofonist Boris van der Lek, sinds hij dertig jaar geleden als achttienjarige naast zijn idool Buddy Tate in het Groninger Jazzcafé De Spieghel stond. Eind jaren tachtig leek het er even op dat hij zijn oriëntatie op de Texas Tenors ging verbreden richting King of Cool Lester Young, maar in café Alto schoof hij toch weer vertrouwde Texaanse licks in 'There Is No Greater Love'. Buddy Tate, Arnett Cobb en Illinois Jacquet hangen nog altijd boven zijn bed.

Niets nieuws dus onder de zon – maar onder die zon werd het behoorlijk heet. Het publiek liet zich gewillig, om niet te zeggen gretig meevoeren in de mêlee van bluesen en ballads, zodat het bier tijdens de pauze al behoorlijk lauw werd geserveerd. Wat altijd een goed teken is, als je het mij vraagt.

Drummer Jeroen van Olphen had aanvankelijk enige moeite zich naar deze simpele, elementaire aanpak te schikken. Zijn stijl is wat te hip (lees: te druk, te modern) voor het genre, maar dat duurde gelukkig niet lang. Wanneer hij de sticks de sticks liet en de vellen met zijn handen beroerde, bleek zijn approach eerder Afrikaans dan Latijns-Amerikaans. De djembé wordt subtieler bespeeld dan de congatrommel; de afzonderlijke vingers spelen een grotere rol. Bovendien bleek Van Olphen bereid, in zijn solo's tot het gaatje te gaan.

De saxofonist maakte indruk door in 'Oleo' twee melodische lijntjes met elkaar te vervlechten, met grote intervalsprongen. Een langzame blues in C werd met een langgerekte hoge schreeuw ingezet, zodat het barvolk meteen bij de les getrokken werd. En de 'Blues March' bleek uit te monden in 'Doxy', zonder dat iemand iets als een naad had gespot.

Boris heeft zijn wildste (Brood)haren verloten: hij leeft weer clean en wordt na de zomer zelfs vader. Voorts speelt hij tegenwoordig op de Selmer Serie II, die ooit aan Johnny Griffin behoorde. En nee, hij is er niet sneller door geworden – die grap wordt al aardig baardig. Wél gaat hij nog even ruig en bezield tekeer als vroeger, zoals hij ook met de Deeldeliers laat horen, de nieuwe combinatie van performing poet Jules Deelder en toetsenspeler Bas van Lier.

Nog meer goed nieuws: in verband met de crisis is de geplande verbouwing van Alto in de ijskast gezet. De maandelijkse jazzconcerten rond bassist Bert van Erk gaan vanaf september dus lekker door. Tof hè, die crisis.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 2.5.13) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.