Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


In memoriam
Geri Allen


Op 27 juni overleed de Amerikaanse pianiste Geri Allen op 60-jarige leeftijd. Zij groeide op in Detroit en kreeg op 7-jarige leeftijd pianolessen en studeerde in 1979 af op Washington's Harvard University met een 'Bachelor of Arts degree in Jazz Studies'.

In 1982 vertrok ze naar New York en toerde met de Motown's Supremes. In de jaren 80 en 90 kwam haar carrière goed op gang. Ze had haar eigen trio, projecten en werkte samen en maakte opnamen met onder anderen Oliver Lake, Dewey Redman, Steve Coleman, Ornette Coleman en Betty Carter. In haar trio's speelden onder meer de bassisten Anthony Cox, Dave Holland, Charlie Haden en drummers Andrew Cyrille, Paul Motian en Jack DeJohnette. In 1993 werd ze door DownBeat uitgeroepen tot 'Top Talent Deserving Wider Recognition'.

Ze maakte plaatopnamen voor belangrijke labels als Blue Note, Verve en Telarc. In de recente jaren speelde zij met bassiste Asperanza Spalding en ook in drumster Terrilyne Carrington's 'The Mosaic Project' met altsaxofoniste Tineke Postma. Ook maakte ze deel uit van het succesvolle Tineke Postma International Quartet. Samen met Carrington en saxofonist David Murray vormde zij het succesvolle Power Trio, dat vorig jaar zomer nog te zien was op Jazz Middelheim.

Begin dit jaar toerde ze nog door Europa met pianist McCoy Tyner, die voor haar, naast Cecil Taylor en Herbie Hancock, een grote inspiratiebron is geweest.

Pianist Kenny Barron, met wie zij tijdens haar studie op de Harvard University in New York studeerde en in 1994 een pianoduo-concert gaf, zei naar aanleiding van haar overlijden: "Geri is not only a great musician, composer and pianist, she is a giant and will be sorely missed."

Foto: Cees van de Ven

Labels:

(Jacques Los, 30.6.17) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Kika Sprangers en Sebastiaan van Bavel verkozen tot Young VIPs 2018


Jaarlijks kiezen de programmeurs van de jazzpodia van Nederland de meest veelbelovende talenten uit, die zelf hun eigen muziek schrijven. Dit jaar viel de keuze op Kika Sprangers en Sebastiaan van Bavel; zij zijn de Young VIPs van 2018. In het voorjaar van 2018 zullen zij met hun ensembles langs de clubs en festivals van Nederland touren.

Saxofoniste Kika Sprangers (1994) rondde vorig jaar met een '9 met onderscheiding' haar Bachelor of Music aan het Utrechtse conservatorium af, waar ze studeerde bij Marc Scholten en Toon Roos. Intussen laat ze er geen gras over groeien: in een volle Cloud Nine in TivoliVredenburg presenteerde Kika haar Large Ensemble, een uitbreiding van haar kwintet met drie vocalisten en een blazerssectie, in februari verscheen haar eerste EP en ze treedt regelmatig op. Zowel op alt- als op sopraansax wisselt Sprangers prachtig fluisterspel af met soepele, lyrische jazzlicks, terwijl de strak groovende band akoestische en elektronische klanken stijlvol met elkaar verweeft. Inspiratie haalt ze uit diverse stijlen. Ze noemt artiesten als Seamus Blake, Joshua Redman, Brad Mehldau en Maria Schneider als voorbeeld. Op haar zestiende zette Sprangers al haar eigen 19-koppige orkest op waarmee ze popzaal Doornroosje uitverkocht en de afgelopen jaren tourde ze door Nederland als leider van de saxofoonsectie van het Nationaal Jeugd Jazz Orkest. Daarmee werkte ze ook samen met het Metropole Orkest.

Pianist Sebastiaan van Bavel (1992) is duidelijk een muzikant én componist met visie. Zijn opvallende talent - in zowel jazz als klassiek - levert hem op jonge leeftijd al een flink aantal onderscheidingen op en zijn liefde voor beide genres is overduidelijk terug te horen in zijn muziek. Met overtuiging mengt Van Bavel verschillende genres. Voor het debuut met zijn trio mag hij in 2014 direct een Edison ontvangen. 'As The Journey Begins' blijkt een toepasselijke albumtitel, want er volgt een tour langs de podia met als hoogtepunt een optreden op North Sea Jazz samen met het Metropole Orkest. Als vervolg is er nu het bijzondere 'Cosmic Dance', een album gebaseerd op teksten van de Indiase poëet Sri Aurobindo. De verbindende werking tussen poëzie en muziek, waarbij structuren uit de Westerse klassieke muziek en melodische en ritmische concepten uit de Indiase klassieke muziek samenkomen, is diepgaand en opwindend. De jazz blijft het vertrekpunt, wat een enorme vrijheid oplevert voor de muzikanten.

De Young VIPs Tour is een initiatief van de Vereniging van Jazz- en Improvisatiemuziek Podia (VIP), een samenwerkingsverband van 25 Nederlandse jazzpodia. In 2017 bestaat de Young VIPs Tour 20 jaar. Al sinds 1997 mogen jonge jazztalenten op tour door Nederland om ervaring op te doen en zichzelf in de kijker te spelen. Eerdere Young VIPs waren onder anderen Martin Fondse, Izaline Calister, Harmen Fraanje, Joris Posthumus, Reinier Baas, Kapok, Vincent Houdijk, Rogier Telderman en in 2017 Xavi Torres en Genzo Okabe.

Klik hier voor meer informatie over de Young VIPs.

Labels:

(Maarten van de Ven, 29.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Nicolas Kummert - 'La Diversité' (Edition, 2017)

Opname: oktober 2016

Tenorsaxofonist Nicolas Kummert mag zijn nieuwe album gerust 'La Diversité' noemen. Want een veelzijdig mens betoont hij zich. Vergelijken we de laatste twee albums waarop hij uitgebreid te horen is met dit nieuwe album, dan horen we niets dan verscheidenheid. 'Liberté' uit 2014 was een album waarop zang in al zijn vormen uitgebreid aan bod kwam, maar waarin Kummert ook een maatschappelijk statement maakte. Op 'Flow' uit 2015, een album van Drifter, waarvan Kummert samen met de Finse pianist Alexi Tuomarila de motor vormt, stond heel duidelijk het groepsgeluid voorop, wat resulteerde in overtuigende harmonische samenhang.

En nu dus 'La Diversité', waarvoor Kummert ook een geheel nieuwe band samenstelde. Bassist Nicolas Thys hoorden we weliswaar reeds op 'Liberté', maar drummer Karl Jannuska en gitarist Lionel Loueke zorgen duidelijk voor een geheel andere sfeer op dit album. Toch is dit weer onmiskenbaar een album van Kummert. Ook dit album bevat weer een aantal bekende en tegelijkertijd voor een jazzartiest onverwachte covers, het bevat ook weer talloze delicaat geblazen frases. En ook met dit album maakt Kummert een statement, waarmee hij als het ware voortborduurt op 'Liberté'.

Haal de schijf uit het doosje en de woorden worden zichtbaar: 'Purity doesn’t exist, it is an evolutionary dead-end. Diversity is reality, it is the only path we can follow.' Niet toevallig staan links de zwarte Loueke en rechts de blanke Kummert. Als broeders in de muziek. Want de diversiteit zit in het werk wat hier wordt gepresenteerd en in de overtuigingen van de mensen erachter. En dus vermengen Loueke's Afrikaanse roots zich met Kummerts Belgische tot een ware melting pot. Het levert ons 'Harmattan' met zijn aantrekkelijke gitaarspel, 'Lighthouse' met fragiel spel en gesproken intermezzo's van de beide heren, 'La Terre Ne Ment Pas', waarin de West-Afrikaanse muziek duidelijk doorklinkt en natuurlijk 'Diversity Over Purity', waar het allemaal mee begon. Opvallend is 'Liberté', het titelnummer van het eerdergenoemde album. Het krijgt hier een nieuwe bewerking, ingetogener, met meer blues.

Bijzonder zijn ook de covers op dit album. Kummert en zijn kwartet brengen een ode aan Leonard Cohen middels 'Hallelujah', dat zelfs twee keer is opgenomen en coveren twee stukken van de vroeg twintigste-eeuwse Franse componist Eric Satie, diens overbekende 'Gnossienes'. Die het overigens in een jazzjasje prima blijken te doen. Alles bij elkaar levert Kummert wederom een interessant album af, waarmee hij zijn veelzijdigheid andermaal bewijst. We zijn reeds benieuwd welke nieuwe wegen hij hierna zal inslaan.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Nicolas Kummert treedt op zondag 6 augustus op tijdens Jazz Middelheim. Hij geeft dan meerdere concerten in wisselende samenstellingen op de Clubstage.

Labels:

(Ben Taffijn, 28.6.17) - [print] - [naar boven]



Interview
Ramón Valle: 20 jaar in Nederland


De klassiek geschoolde Ramón Valle was al een sensatie in Cuba toen hij in 1997 naar Nederland emigreerde. Zijn doel: dichter bij de avontuurlijke Europese jazzwereld zijn, als speler én luisteraar. En met succes: zijn open, virtuoze spel verblufte grote festivals als North Sea Jazz.

"Het grootste talent onder onze jonge pianisten", dat zei Grammy-winnaar Chucho Valdés over Ramón Valle. En met 'ons' bedoelde hij Cuba. De expressieve pianist speelt moeiteloos over de grensvlakken van jazz, klassieke muziek en latin. Inmiddels woont en werkt de van oorsprong Cubaanse pianist Ramón Valle alweer 20 jaar in Nederland. En in die tijd heeft hij een hoop geleerd over de verschillende manieren waarop mensen muziek maken én beleven.

"Nederlandse musici zijn vaak rationeler ingesteld. Bij repetities wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld 'Ok, hoe gaan we dit doen', terwijl Cubanen gewoon beginnen te spelen," zegt de pianist lachend. "Cubaanse musici zijn heel fysiek ingesteld. Ze denken er niet over na. Je speelt gewoon en wanneer het misgaat, speel je gewoon nog een keer en nog een keer en nog een keer... totdat het goed is!" Cubanen gaan volgens Valle in die zin spontaner met muziek om. Het gaat over het voelen, luisteren en al spelende ontwikkelen. Europeanen denken er meer over na en praten er meer over.

Hiermee wil Valle beslist niet zeggen dat het een beter is dan het ander. Het is gewoon anders en hij heeft juist ook veel van Nederlandse musici geleerd. Met name in zijn samenwerkingen met diverse Nederlandse jazzgrootheden, zoals Jesse van Ruller en ook het Metropole Orkest. "Het kan ook goed zijn dingen rationeel te benaderen, te analyseren en dan te verbeteren," zegt Ramón, "en tegenwoordig probeer ik ook wel vanuit ideeën te werken en die te vertalen naar het lichaam." Op de vraag wat hij daarmee bedoelt zegt hij: "In muziek en eigenlijk alles gaat het er uiteindelijk om het ego los te laten en dan datgene wat er is, te ervaren."

Foto: Willem Schwertmann

Op vrijdag 4 augustus viert Ramón Valle zijn jubileum met een concert met zijn trio in het Koninklijk Concertgebouw, Amsterdam.

Labels:

(Sabina Vissers, 28.6.17) - [print] - [naar boven]



Jazzradio
Jazz Rules #127-128


In aflevering 127 van Jazz Rules komt drummer en componist Jelle Van Giel zijn nieuwe album 'The Journey' voorstellen in de studio bij Dirk Roels. De Jelle Van Giel Group bestaat naast de drummer zelf uit trompettist Carlo Nardozza, de saxofonisten Bart Borremans en Tom Bourgeois, gitarist Tim Finoulst, pianist Bram Weijters en bassist Janos Bruneel.

Er is nieuwe muziek van de Duitse trombonist Nils Wogram, die met zijn band Roots 70 het album 'Luxury Habits' uitbracht. Van Nordmann verschijnt in september de opvolger van 'Alarm'. Je hoort alvast een eerste track uit het nieuwe album 'The Boiling Ground'. Ook nieuw werk van STUFF., de band van onder anderen Dries Laheye en Lander Gyselinck.

En The Milk Factory is een gloednieuw project van onder meer Edmund Lauret (Nordmann), Kobe Boon (Steiger), Jan Daelman en Thijs Troch (Keenroh). Zij spelen komende zondag op het Copacobana Festival in Gent.

Klik hier om Jazz Rules #127 te beluisteren.

Jeroen De Weder, programmator van Jazz in 't Park, komt in Jazz Rules #128 toelichting geven bij het programma van het festival. Dat vindt dit jaar plaats van 31 augustus tot en met 3 september in het Gentse Zuidpark. Er wordt heel wat nieuwe muziek voorgesteld, onder meer van Orchestra Exotica en DelVita. Ook het Bart Defoort Quintet, Steven Delannoye & Nicola Andrioli en de Jelle Van Giel Group spelen er. Het slotconcert wordt een tribute aan Paul Feyaerts, de voormalige cafébaas van jazzcafé Het Damberd.

In het tweede uur ontvangt Dirk Roels de 72-jarige trompettist Patrick De Groote in de studio. De Groote heeft net een nieuwe cd uit, samen met contrabassist Paul Van Gysegem en percussionist Chris Joris. 'Boundless' verscheen op El Negocito Records. De Groote was eind jaren zestig een van de organisatoren van de Gravensteenconcerten. Hij stopte 33 jaar met jazz spelen en maakte nadien zijn comeback. In Jazz Rules het verhaal van Patrick, doorspekt met veel free jazz en impro.

Klik hier om Jazz Rules #128 te beluisteren.

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 27.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Lionel Beuvens & MOTU - 'Earthsong' (Igloo, 2017)


Soms blijven mooie cd's wat onder de radar, maar dan krijg je plots een exemplaar onder de neus en merk je een groepsbezetting op om U tegen te zeggen. Zoals hier met drummer Lionel Beuvens, bassist Brice Soniano, pianist Alexi Tuomarila en trompettist Kalevi Louhivuori. Kenners met een goed geheugen herinneren zich bij MOTU de cd 'Trinité', die er kwam nadat Beuvens carte blanche kreeg op het festival van Gaume in 2011. Toen hij daar in 2015 een tweede keer vrij spel kreeg, had hij met Jozef Dumoulin aan de piano een variant voor ogen van het kwartet van toen, versterkt met zang door Emilie Lesbros en Guilhem Verger op sax. Op de nieuwe cd horen we opnieuw het kwartet van 'Trinité', op enkele nummers aangevuld met zangeres Natashia Kelly en saxofonist Verger.

Een titel als 'Earthsong' wijst op een betrokkenheid met de planeet aarde in tijden van klimaatveranderingen, waarbij de rol en de houding van de mens niet eenduidig zijn. MOTU komt dan niet aanzetten met militante uithalen, wel met muziek die getuigt van positieve kracht. Titels verwijzen naar mensen, bomen, een plek, een verhaal. Er valt hier en daar ook een dromerig stuk te noteren, maar de groep laat zich niet associëren met geitenwollen sokken of zweverige, heilzame sfeerschepping. We horen hier muzikanten die, met de voeten stevig op de grond, op een technisch behoorlijk hoog niveau spelen en heldere muzikale ideeën vertolken. Zonder er veel woorden aan vuil te maken straalt MOTU een gezonde samenhang uit - en dito verstand.

Woorden duiken een enkele keer op in 'Earthsong II', het middelste deel van de titeltrack die bestaat uit drie delen. Die tellen af van III naar I en bogen op slimme tempowisselingen, waarbij de sax van Guilhem Verger op een heel natuurlijke manier het kwartet aanvult. In deel II draagt Natashia Kelly een prikkelende tekst voor van Gertrude Stein, Amerikaans schrijfster in de eerste helft van vorige eeuw. Dit zorgt voor een krachtige vertelling in het instrumentale verhaal. Behalve daar vallen er slechts stemmen te horen in 'Song Of Ive' en op 'Adage'. Dat laatste is het nummer dat de cd traag uitleidt met knappe trompetklanken, die licht bewerkt worden met een elektronisch effect. Misschien wil de muziek daarmee langs de sterrenhemel op de hoes de kosmos intrekken, maar tegelijk nodigt het uit om de cd opnieuw van vooraf aan te beluisteren.

Op dit album komen invloeden samen uit verschillende achtergronden en ervaringen die zich niet beperken tot jazz. De muziek schrijft zich wel complexloos in bij hedendaagse en toegankelijke jazz. Al gauw groeit de indruk dat MOTU zich kan meten met sommige groten die op prestigieuze festivals spelen. Soms weten die live minder magie teweeg te brengen dan je zou hopen – dan kun je daar wel over meespreken natuurlijk en je hebt die dan daar gezien, in dat bepaalde jaar. Op opener 'Fable' doet de Finse trompettist Kalevi Louhivuori al meteen de oren spitsen. Hier en verderop toont hij zich krachtig en bevlogen als een Freddie Hubbard, terwijl hij elders aan Miles Davis herinnert. Bij 'Song Of Ive' komt Kelly met louter klanken sterk voor de dag als gastzangeres.

Voor heel de cd geldt dat het kwartet als band en Beuvens als componist heel sterk naar voor komen. Brice Soniano doet altijd meer dan louter ritme spelen en laat ook in deze bezetting de contrabas geïnspireerd meezingen. Alexi Tuomarila is niet de meest avontuurlijke pianist, maar meermaals springt hij meer dan aangenaam in het oor met een directe en vlotte aanpak. Je zou er soms zelf lyrisch van worden. Lionel Beuvens, de oprichter van MOTU, kennen we vooral en al jaren als sideman bij onder anderen Tuur Florizone, Sabin Todorov, Steven Delannoye, Koen De Cauter, zus Eve Beuvens en Soo Cho. Deze zomer is hij nog te zien aan de zijde van Bram Weijters en Frank Vaganee, met Three Men In A Boat ook. Hij is een drummer die eerder onopvallend altijd geweldig in de muziek zit, ongeacht de stijl of de stemming. Hij zorgt met frisse ideeën en een warme uitstraling steevast voor passende ritmische ondersteuning en begeleiding - in het geheel van MOTU dus opnieuw voor leiding - en een cd om op repeat te zetten.

Klik hier om te luisteren naar 'Earthsong I'.

MOTU siert het affiche van Copacobana Festival in Gent (2 juli) en is ook live te zien in Theatercafé Tienen (30 juni), in Cellule 133a in Brussel (1 juli) en op Jazz Geraardsbergen (2 september).

Labels:

(Danny De Bock, 26.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Cannonball Adderley - 'One For Daddy-O' (Nederlands Jazz Archief, 2016)

Opname: 19 november 1960 / 3 juni 1966

Wie het affiche van het Jazz At The Philharmonic-evenement dat op 19 november 1960 neerstrijkt in het Concertgebouw in Amsterdam bekijkt, krijgt stante pede kippenvel. Optredens van Dizzy Gillespie, J.J. Johnson en Stan Getz, een jamsessie met niemand minder dan Coleman Hawkins, Benny Carter en Roy Elridge en als klap op de vuurpijl het kwintet van Cannonball Adderley. Hoe zit het eigenlijk met dat tijdrijzen? Gaat dat nog eens wat worden? Of moeten we ons blijven behelpen met opnames, zoals die van de set die Adderley gaf en die vorig jaar werd uitgebracht door het Nederlands Jazz Archief in de serie 'Jazz At The Concertgebouw'?

Cannonball Adderley had de wind mee, eind 1960. Van zijn eerder dat jaar verschenen album 'The Cannonball Adderley Quintet In San Francisco' waren maar liefst 80.000 exemplaren verkocht en van de single 'This Here' eenzelfde aantal. En de single 'Work Song', een nummer van broer Nat en verschenen op opvolger 'Them Dirty Blues', was een regelrechte hit in de jukebox. De verwachtingen van het publiek in Amsterdam waren dan ook hoog gespannen, vooral omdat Adderley met zijn bijna volledige kwintet kwam. Naast broer Nat op cornet bestaande uit bassist Sam Jones en drummer Louis Hayes. Alleen pianist Bobby Timmons was eerder dat jaar vervangen door Victor Feldman.

Het kwintet zette in met 'Exodus', een nummer van Feldman dat onbekend was voor het publiek, maar door zijn aanstekelijke ritmiek zal dat geen probleem hebben gegeven. Opvolger 'One For Daddy-O' van broer Nat kende een deel van het publiek wel. Het komt van het inmiddels klassieke album 'Somethin’ Else', dat Adderley in 1958 uitbracht en waarvoor hij Miles Davis als sideman wist te strikken, na zelf te hebben meegespeeld op diens 'Milestones' en 'Kind Of Blue'. 'One For Daddy-O' kent een zeer aantrekkelijke melodie en geeft Adderley de gelegenheid om heerlijk te scheuren op zijn altsax. Na 'This Here', aangekondigd als representatief voor de stijl soul jazz, klinkt nog Oscar Pettifords 'Bohemia After Dark', het nummer waar Adderley overrompelend mee debuteerde in juni 1955 in Café Bohemia, New York. In deze razend moeilijke compositie komt Adderley's veelzijdig spel op bijzondere wijze naar voren. Met grote souplesse speelt hij de ene razendsnelle frase na de andere. Maar let zeker ook op de solo van broer Nat en het razende slagwerk van Hayes.

Op 3 juni was Adderley wederom in Nederland, nu alleen. In Theater Bellevue, Amsterdam gaf hij een concert met Nederlandse muzikanten, zoals toen wel vaker gebeurde. We vinden de broers Jacobs, Pim en Ruud, gitarist Wim Overgaauw en drummer Cees See aan zijn zijde. Adderley speelt tijdens deze set een aantal bekende nummers, waaronder 'Work Song', de klassieker 'Stella By Starlight' en Miles Davis' 'Tune Up'. Dit concert mist de vibe van het optreden in het Concertgebouw, maar is niettemin een bijzonder moment in Adderley's discografie. De Jacobs broers zijn een meer dan adequate begeleiding en stuwen Adderley naar grote hoogten. Bijzonder zijn 'Work Song', dat hier een bijzonder swingende uitvoering krijgt met een regelmatig uit de bocht vliegende Adderley en een overrompelend spelend kwartet, en 'Stella By Starlight', waarin Pim Jacobs opvalt met lichtvoetig pianospel.

Foto: Dave Brinkman (ANEFO)

Labels:

(Ben Taffijn, 25.6.17) - [print] - [naar boven]



Concert
Met de precisie van de nanotechnologie

Tim Armacost, Joris Teepe & Steve Altenberg, dinsdag 20 juni 2017, De Smederij, Groningen

Ze stonden er nu eens niet als docenten of als begeleiders, maar als drie aan elkaar gewaagde jazzcoryfeeën. "Vanavond gaan we met elkaar praten," stelde tenorist Tim Armacost vast. Het trio dateert van 1995, maar speelt slechts incidenteel samen. "Als we elkaar twee jaar niet gezien hebben, spelen we het zó weg," aldus nog steeds Armacost, doelend op de niet bepaald zwakzinnige compositie 'Solitaire' van bassist Joris Teepe. De samenspraak verliep zonder haperen. Soms was er sprake van hardop uitgesproken gedachten en gedachtesprongen. Wanneer drummer Steve Altenberg even compleet loos ging en volledig buiten alle structuren verwijlde, kwam hij als door een magneet aangetrokken toch weer exact in het schema terug. De saxofonist, die rond 1990 aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium doceerde, heeft een gefocust, hard geluid, met daarin altijd de schreeuw van de blues.

Ook in de standard 'Three Little Words' leek het trio gebruik te maken van telepathische technieken. Buiten de nanotechnologie tref je dit soort precisiewerk niet bepaald frequent aan.

De Smederij zou De Smederij niet zijn wanneer programmeur Diederik Idema geen verrassing voor ons in petto had. De surprise kwam in de persoon van pianist Dolf de Vries, na jaren weer terug op het oude nest. In twee nummers was hij van de partij en de spreekwoordelijke intensiteit van zijn spel en zijn speelplezier waren nog helemaal intact. Zijn bebop-chops etaleerde De Vries in 'I Didn’t Know What Time It Was'. Dat hij gewend is vocalisten te begeleiden zag en hoorde je aan de manier waarop hij zangeres Suzana Lascu de woorden uit de mond keek. Precies de juiste akkoorden eronder, de loopjes die hout sneden.

Labels:

(Eddy Determeyer, 24.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Evan Parker/ John Edwards / Steve Noble - 'PEN' (Dropa Disc, 2017)

Opname: 24 januari 2015

In de werelden van de geïmproviseerde muziek zijn de Britten Evan Parker, John Edwards en Steve Noble heren met een respectabele staat van dienst, maar van dit samenwerkingsverband was nog niets op plaat of cd verschenen toen Sound In Motion in maart op het zelf opgerichte label Dropa Disc de cd 'PEN' uitbracht. Dezelfde organisatie had voor een optreden van deze drie grote mijnheren gezorgd in januari 2015. Nu is er de cd die de happy few kan laten zeggen dat zij erbij waren en waardoor ook de afwezigen – die ongelijk hadden, zoals dat dan heet - kunnen genieten van tenminste een paar flinke brokken uit het concert.

Meer dan 'Track 1' (20'52") en 'Track 2' (17'52") staat er niet op dit schijfje, dat stijlvol is verpakt in een matzwarte kaft met in gouden letters PEN op de front cover, maar dat volstaat ruimschoots om indruk te maken. Het hoesje slaat open met drie luiken die met fijne lijnen portretten weergeven van de drie muzikanten. Het grafische werk (artwork: Pascal Cools) sluit knap aan bij de bewegingen die de muziek maakt – het vormt en bevat een visitekaartje voor improvisatie die stevig aan elkaar hangt, ook al trekken de muzikanten op het eerste gezicht niet de hele tijd dezelfde kant uit. Zeker, soms is de logica in de opeenvolging van bewegingen in geïmproviseerde muziek verre van duidelijk, soms wel en andere keren voel je echt dat het een aan het ander kleeft, dat de samenhang onmiskenbaar is. Dat laatste is het geval op deze cd, hier kan je bijna zeggen dat zowat alles perfect bij elkaar aansluit. Je moet er natuurlijk open voor willen staan, wat soms makkelijker is (om te volgen) en tegelijk spannender als je de muzikanten bezig ziet. Van het trio Parker, Edwards en Nobel mag je vrije muziek verwachten, waarbij het vruchteloos wachten zou zijn als je op zoek bent naar instapklare, uitgesponnen melodieën of als je swingend wilt vingerknippen. Hier hoor je de spontane ontwikkeling van ideeën die soms melodisch zijn, maar snel evolueren of in een eigenzinnige kronkeling ronddraaien. Je hoort de kunst om deze ideeën opwindend te maken en te houden, om meer dan onderhoudend te zijn, want ook overtuigend zonder dat je de muzikanten bezig ziet.

De tracks op 'PEN' startten bassist John Edwards en drummer Steve Noble, wat later viel saxofonist Evan Parker hen bij. Ze deden er geen minutenlange intro over om samen stevige sporen te trekken die als bewegende rails de tenorsax uitnodigden om mee vooruit te stomen. En dan waren ze vertrokken voor een avontuurlijke vaart in de muzikale ruimte tussen hemel en aarde, stijgend en dalend, soms vooruit sjezend, elders draaiend en dan weer dralend. Met volle noten, trekken aan snaren, tikken, slaan en wrijven op cymbalen, vellen en andere percussiemiddelen, grillige lijnen blazend, zowel hoekige figuren trekkend als met mooie rondingen, eventueel in circulaire ademhaling. Samen in een creatief proces dat op verschillende momenten dankzij een ritmische drive in combinatie met een neiging naar abstractie een kunstige tegenhanger ophangt voor swingende jazz. Met een sound en een gedachtegang die na een paar beluisteringen al een zekere herkenbaarheid en vertrouwdheid oproept. Dit trio geeft de intussen klassieke trioformule van sax, bas en drums waar een Sonny Rollins in 1957 mee speelde en zich live mee uitleefde bij thema's en melodieën, een heel persoonlijke invulling. Rond minuut vijf en opnieuw rond 10'25" op 'Track 2' lijkt Parker trouwens een paar keer te verwijzen naar Sonny Rollins' 'Striver’s Row', live in The Village Vanguard zestig jaar geleden...

Klik hier voor een impressie van dit album.

Deze recensie verschijnt ook op Jazz'Halo.

Labels:

(Danny De Bock, 23.6.17) - [print] - [naar boven]



Festival
Amersfoort Jazz 2017


"Van Kemenade's Three Horns And A Bass is al sinds lange tijd een constante in de hedendaagse jazzscene. Composities van Paul van Kemenade werden veelal meerstemmig subliem en glashelder uitgevoerd en naast de altsaxsolo's van Van Kemenade waren ook die van trompettist Angelo Verploegen, trombonist Louk Boudesteijn en – de eenmansritmegroep – bassist Wiro Mahieu van een navenant niveau. Eveneens aangenaam waren de komische, literaire aankondigingen van leider Van Kemenade."

Van donderdag 8 t/m zondag 11 juni bezocht Jacques Los het festival Amersfoort Jazz. Hij zag optredens van Houston Person, Modiga/Dyer/Sikhakhane, Subtext, Vuma Levin Quintet, Stormvogel & Leo Janssen, Paul van Kemenade's Three Horns And A Bass, IdeMo Quintet, Fuensanta Mendez Quintet, Antisia Machneva Quartet, Xavi Torres Trio, Sisters Of Invention, Okabe Family en Licks & Brains.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Klik hier voor foto's van Amersfoort Jazz 2017 door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Maarten van de Ven, 22.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Anthony Braxton - 'Quintet (Basel) 1977' (Hatology, 2016)

Opname: 2 juni 1977

Anthony Braxton heeft er tijdens zijn lange carrière - hij maakte zijn eerste opnames in 1967 - regelmatig op gewezen dat hij zichzelf in eerste instantie ziet als componist en niet als jazzmuzikant. Dat zijn muzikale taal door de jazztraditie is beïnvloed doet daar niets aan af. Sterker nog, hij wijdt het gebrek aan erkenning als componist in zijn thuisland, de VS, voor een groot deel aan het feit dat hij zwart is. En zwarten zijn jazzmuzikanten en geen componisten. Dat neemt niet weg dat ook daar de appreciatie van zijn werk aan het veranderen is, mede door de komst van de Tri-Centric Foundation die over zijn erfenis waakt.

Dat Braxton niet altijd primair als componist werd gezien, komt overigens ook omdat zijn stijl van componeren gedurende decennia nu niet bepaald volgens de standaardmethode plaatsvond, die van de uitgeschreven partituur die door anderen wordt gespeeld. Braxton heeft altijd gewerkt met wat hij zelf noemt multi-structural logics. Stukken van de composities zijn uitgeschreven, soms in noten, maar ook heel vaak op een grafische manier, terwijl andere stukken louter aanwijzingen bevatten of bestaan uit ingecalculeerde ruimte voor improvisatie. Deze wijze van componeren vinden we heden ten dage bij meer componisten terug, maar was zeker in de jaren zeventig nog zeer ongewoon.

Onlangs bracht Hat Hut opnames opnieuw uit die Braxton met een kwintet opnam in 1977 in Basel. Bijzondere opnames, omdat het kwartet waarmee Braxton tot op dat moment veel had gewerkt - Braxton op rieten, trompettist Kenny Wheeler (en de laatste twee jaar trombonist George Lewis), bassist Dave Holland en drummer Barry Altschul - uit elkaar was gevallen. De combinatie die we hier horen is dan ook goed te definiëren als een gelegenheidsformatie. Met George Lewis, dat wel, en met pianist Muhal Richard Abrams. De twee werkten niet vaak samen, maar waren zeker geen onbekenden voor elkaar. Het was op een album van Abrams dat Braxton in 1967 zijn debuut maakte en ook in de jaren daarna troffen ze elkaar regelmatig. Maar zijn verschijnen hier in Basel is ook een bijzondere, omdat Abrams toen reeds - maar nu nog steeds - een van de belangrijkste vernieuwers was binnen de hedendaagse muziek. Verder vinden we bassist Mark Helias en drummer Charles 'Bobo' Shaw. Musici waar Braxton niet veel vaker mee heeft gespeeld.

Vier stukken telt dit album, met de voor Braxton kenmerkende naam 'Composition', gevolgd door een nummer: 69 J, 69 N/G, 69 M en 40 B. In 'Composition 69 J' horen we vooral Lewis, met vibrerende uithalen, geflankeerd door stevig slagwerk van Shaw. In eerste instantie in een vrij heftige setting, uitmondend in een verfijnde solo waarin goed te horen is hoezeer Lewis zich thuis voelt bij Braxtons idioom. Aansluitend horen we Braxton zelf in een uitzinnige solo op sopranino saxofoon en Abrams en Shaw in duet, de eerste uitzinnig strooiend met clusters noten. In het ruim 26 minuten durende '69 N/G' gaat het er aanvankelijk een stuk ingetogener aan toe. Bijzonder hoe de vijf musici elkaar hier aanvullen, ieder met zijn eigen klankrijkdom. Verderop slaat de sfeer weer om richting up tempo, met als hoogtepunt de solo van Braxton op altsax. 'Composition 40 B' is het enige stuk op dit album dat iets van een melodie in zich heeft, meesterlijk geblazen door Lewis. En ja, het pianospel van Abrams is hier niet te versmaden.

Klik hier om het album te beluisteren.

Muhal Richard Abrams geeft op zondag 9 juli tijdens het North Sea Jazz Festival een soloconcert.

Labels:

(Ben Taffijn, 21.6.17) - [print] - [naar boven]



Festival
Swingin' Groningen 2017


"In 'Cariñoso De Pixinguinna' omwikkelde contrabassist Andrea Caruso van Human Music zijn toehoorders met bedwelmend geurende sluiers. Dus toen ik mijn ogen weer opendeed zag ik de hele ruimte voor het podium gevuld met innig in elkaar verstrengelde dansparen. Maar mooi niet dus! Groningen is dansvrij. Afgezien van de obligate anderhalve halve gare danst er hier niemand."

Van donderdag 15 tot en met zaterdag 17 juni bezocht Eddy Determeyer in de binnenstad van Groningen de 23ste editie van het festival Swingin' Groningen. Hij zag optredens van Human Music, EVA, Berkman-Teepe-Altenberg, Lex Jasper Trio & Marjorie Barnes, Elektra en concerten in het kader van de Northern European Jazz Talent Contest.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Foto: Zoltan Acs

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 20.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Mete Erker Trio – 'Live' (Sympathetic Vibrations, 2016)

Opname: 2-3 juni 2015

De live-cd van het Mete Erker Trio, die in 2015 werd opgenomen in Stella by Starlight in Arnhem, bruist van de dynamische, hedendaagse jazz. Wellicht heeft de locatie en het dicht op het publiek zitten daar eveneens toe bijgedragen. Maar natuurlijk zijn het de musici die het eclatante resultaat hebben opgeleverd.

Erkers kompanen, bassist Johan Plomp en drummer Makki van Engelen, swingen en stuwen welhaast ongekend in onder andere Monks 'Evidence'. Ook in de andere nummers wordt het constante groovy ritmische niveau gehandhaafd. Het veroorlooft Mete Erker dan ook zeer expressief te soleren op zowel zijn eigen composities als die van onder meer Carla Bley, Pharoah Sanders en Johan Plomp.

In Sanders' 'Greetings To Idris' en Erkers eigen 'Mamita Rica' raast, tiert en giert (in de goede zin van het woord) de saxofonist door en over het thema met inachtneming van al de mogelijkheden die de 'free jazz saxofoon' te bieden heeft. Reminiscenties aan de freejazzers van weleer als Archie Shepp, Albert Ayler, de latere John Coltrane, Pharoah Sanders dus en de Europeanen Peter Brötzmann en Willem Breuker zijn dan ook zeer nabij.

Inclusief Erkers warme tenorgeluid en technisch vaardige en geïnspireerde improvisaties en de uitermate competente ritmetandem is dit een cd van grote klasse, die besloten wordt met een subtiele, melodieuze 'Mediocre Blues' van Mete Erker.

Klik hier om drie tracks van deze cd te beluisteren: 'Greetings To Idris', 'Papillon' en 'Mamita Rica'.

Labels:

(Jacques Los, 19.6.17) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik
North Sea Jazz Festival


Op 7 juli aanstaande start in het Rotterdamse Ahoy alweer de 42ste editie van het North Sea Jazz Festival. En na 30 jaar in Den Haag is dit intussen de 12e editie in Rotterdam. Inmiddels een begrip in binnen- en buitenland biedt het festival ook deze keer voor iedere liefhebber van jazz en aanverwante stijlen een rijk programma. Zo rijk, dat in het bestek van deze voorbeschouwing slechts een aantal verwachte hoogtepunten aan bod kunnen komen.

Een van die onbetwistbare hoogtepunten is zonder meer de komst van niemand minder dan de inmiddels 75 jaar oude Chick Corea in de rol van 'artist in residence'. Maar liefst drie concerten gaat deze pianist verzorgen, op iedere dag één. Op vrijdag speelt hij met zijn Electric Band, op zaterdag met banjospeler Bela Fleck – met wie hij al twee albums opnam - en op zondag met het Noorse Trondheim Jazz Orchestra. Maar vanzelfsprekend is Corea niet de enige oudgediende die acte de présence geeft op 7, 8 en 9 juli. Het is Wayne Shorter die op vrijdag het spits mag afbijten met zijn huidige kwartet, waarin we verder Danilo Pérez, John Pattitucci en Brian Blade vinden en dat zich hier tevens ondersteund weet door het Casco Philharmonic. Op zaterdag optredens van George Benson, Herbie Hancock (solo) en Diana Reeves. En tot slot op zondag een bijzonder concert van het McCoy Tyner Trio met als speciale gasten de pianisten Craig Taborn en Geri Allen en een solo-optreden van een van de belangrijkste vernieuwers uit de jazz, pianist Muhal Richard Abrams.

Vaste waarden sinds jaar en dag zijn de uitreiking van de Paul Acket Award, die dit jaar wordt uitgereikt aan saxofonist Donny McCaslin en de compositieopdracht, die ieder jaar wordt gegeven aan een veelbelovende Nederlandse jazzcomponist. Dit jaar viel hoornist en componist Morris Kliphuis die eer te beurt. McCaslin werd bij het grote publiek bekend door zijn medewerking aan het laatste album van David Bowie, 'Blackstar', maar hij is al veel langer actief binnen de jazz. Hij maakte deel uit van Steps Ahead en speelde in het orkest van Maria Schneider. Hij zal zondag het slotconcert in de Hudson verzorgen. Kliphuis timmert eveneens al geruime tijd aan de weg. Met Kapok, maar steeds vaker ook met composities op het snijvlak van jazz en hedendaags gecomponeerd. Hij zal dan ook ongetwijfeld op vrijdag, zowat het eerste concert op het festival, de toon gaan zetten.

Jazz leeft is de boodschap van dit festival en de jazzmuzikanten van nu laten zich niet altijd meer vastpinnen op een stijl of een richting. De nieuwe lichting ziet jazz veeleer als een middel om zich te uiten, al dan niet maatschappelijk bewust. Heilige huisjes worden dan ook regelmatig omvergeschopt en hokjes opgerekt. Zo gebruiken zangeressen als Solange en Mavis Staples hun teksten om aandacht te vragen voor de rassenongelijkheid die in de VS nog steeds aan de orde van de dag is en rapt Mick Jenkins eveneens over deze wantoestand. Maar ook anderen laten zich horen. De boodschap van Kamasi Washington klonk vorig jaar reeds luid en duidelijk, nu is hij terug met nieuw materiaal. Muzikanten als Yussef Kamaal, Marquis Hill en Shabaka & The Ancestors passen in ditzelfde rijtje.

'Dedicated to the innovative', zo prijst het in New York gevestigde platenlabel PI Recordings zichzelf aan. Het is een terecht statement, want met muzikanten als Jonathan Finlayson, Henry Threadgill, Steve Lehman, Tyshawn Sorey, Muhal Richard Abrams, Mark Dresser en nog heel veel meer in de kaartenbak mag je wel zeggen dat je je onderscheidt. North Sea Jazz zet het label op zondag uitgebreid in het zonnetje. Middels vier concerten in Darling, waaronder het eerder genoemde met Abrams, treedt een keur aan innovatieve musici voor u op.

Foto's: Cees van de Ven & Louis Obbens

Labels: ,

(Ben Taffijn, 19.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Mats-Up - 'The Nature Of The Blues' (Unit, 2016)
Opname: 19-20 december 2015 / 20 februari 2016

Afgaande op het eerste nummer van het nieuwe album van de Zwitserse trompettist Matthias Spillmann en zijn kwintet Mats-Up verwacht je een zeer ingetogen album van een trompettist die schildert met klank. Hij is daarbij met name geïnteresseerd in de kleinste nuances van klankkleur, zoals die gestalte krijgt tussen de noten en in de zogenoemde boventonen. 'Alpsegen' bevat dan ook lange ijle geblazen lijnen. Als je tegelijkertijd naar de foto op de binnenhoes van het album kijkt, waarop een eenzame figuur over een gletsjer ploetert, begrijp je meteen wat Spillmann wil zeggen.

'The Nature Of The Blues' heet het album waarop Spillmann en de zijnen een tribuut brengen aan dit oergevoel. Want die ijle inleiding waarin de trompettist zo mooi met klank schildert, zegt niets over het vervolg van het album. Reeds in het tweede stuk, 'Balubarumba', wordt al uit een ander vaatje getapt. Wat blijft is Spillmanns ijle trompetklank waarmee hij zo mooi tussen de noten door laveert. Wat erbij komt is de rest van het kwintet: een heerlijk drummende Dominic Egli, die in zijn eentje al voor de blues kan zorgen, een ontspannen plukkende Raffaele Bossard achter de bas, Marc Méan op de virtuele piano en Reto Suhner op zowel altsax als altfluit.

Die stomende blues is wat de rest van het album kenmerkt. Al horen we in 'Melt The Stone' aanvankelijk wederom Spillmann zoeken naar de nuance in de klank, nu begeleid door zacht repetitief slagwerk en de vreemde klanken die Méan uit zijn kastjes tovert. Alleen dit nummer blijft allesbehalve ingetogen; ook hier kruipt de blues weer naar binnen en het kwintet stookt het vuurtje aardig op. In 'Paris-Dakar IV' horen we allereerst weer Méan met een geluid dat het midden houdt tussen een Fender Rhodes en een overstuurde gitaar. En dan Spillmann, nu met een wat traditioneler trompetgeluid, gevolgd door weer Méan met een solo die thuishoort in de psychedelische rock, of blues zo u wilt. In 'Paris-Dakar V' en 'VI' dient de Afrikaanse muziek zich aan, zeg maar het Dakar-deel. Het leidt tot een aantrekkelijk ritmisch nummer, waarop je zo weg kunt dansen.

Al met al een lekkere, ritmische plaat, een prima cross-over tussen jazz, blues en rock. Maar die andere kant van Spillmann, zeg maar die van de klankschilder, blijft jammer genoeg wat buiten beeld. Alleen afsluiter 'Verkehrserziehung' heeft er nog iets van.

Klik hier voor een compilatie van 'The Nature Of The Blues'.

Labels:

(Ben Taffijn, 18.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Wild Man Conspiracy - 'Short Stories' (Clazz Music, 2016)

Opname: 22 mei / 18 december 2015

Zeg nou zelf, bij een naam als Wild Man Conspiracy stel je je toch een bende ongure sujetten voor, die plannen beramen om alle jonkvrouwen uit Oud-Zuid te schaken en in onderaardse gewelven bijeen te drijven om er niet nader te noemen handelingen mee te verrichten? Ik wel, hoor. Maar dat is het grappige van de onderhavige Wild Men: die doen precies wat je niet verwacht. Die vertellen elkaar in hun rovershol verhalen over hoe trompettist Miles Davis in 1980 besloot de coke te kicken en serieus rijk te worden. Wat hem voor de helft lukte.

'Short Stories' lijkt inderdaad een eerbiedig eerbetoon aan de prins der duisternis. Helemaal, wanneer Gerard Kleijn een Harmon-demper in zijn trompet plaatst. Zoals in het openingsnummer, 'Song In D(avis?)'. Ook dat typische stokkende ritme wijst in die richting. Zo hebben de overige tracks eveneens iets berustends, om niet te zeggen plechtstatigs. 'Gollem II', net als 'Song In D' van de hand van gitarist Guillermo Celano, begint bedachtzaam, maar ontwikkelt zich gaandeweg tot een opgewekt, levenslustig opus. 'Nobody Knows The Trouble I’ve Seen' heeft een al even gedragen begin, met Joost Kesselaar die zich met behulp van brushes moeizaam voortsleept. Vervolgens opent Kleijn het thema, waarbij Celano een lome dans om hem heen uitvoert. Aarzelend waagt de eerste maagd zich op de dansvloer.

Klik hier om vier tracks van 'Short Stories' te beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 17.6.17) - [print] - [naar boven]



Jazzradio
Jazz Rules #125-126


In speciale uitzending #125 van Jazz Rules kom je alles te weten over het Gent Jazz Festival. Dat vindt dit jaar plaats van 6 tot en met 15 juli op de Bijlokesite in Gent. Dirk Roels ontvangt festivaldirecteur Bertrand Flamang. Die loodst je door het programma, vertelt alle laatste nieuwtjes over het festival en geeft duiding bij een aantal artiesten.

Uiteraard hoor je veel muziek van de muzikanten die naar het festival komen, waaronder Kamasi Washington, Makaya McCraven, Herbie Hancock, LABtrio, Hoera, Shabaka And The Ancestors, Tomasz Stanko en nog vele anderen.

Klik hier om Jazz Rules #125 te beluisteren.

Presentator Dirk Roels ontvangt in aflevering 126 zangeres, pianiste en componiste Lori Van Gremberghe. In de herfst neemt ze een eerste album op met haar band Raekrm. Die bestaat uit contrabassiste Anneleen Boehme (LABtrio), gitarist Geert Hendrickx (Gizmo) en drummer Simon Raman (Steiger). Raekrm heeft momenteel een crowdfundingcampagne lopen in samenwerking met Gent Jazz/Jazz Middelheim, JazzLab Series en De Werf.

Er is livemuziek vanop de Ham Sessions met het concert van Thunderblender. Dat is het trio van de Ierse saxofonist Sam Comerford, pianist Hendrik Lasure (SCHNTZL) en drummer Jens Bouttery. Ze brengen avontuurlijke geïmproviseerde muziek.

Verder aandacht voor het Michel Bisceglia Trio, dat 20 jaar bestaat en onlangs een compilatiealbum heeft uitgebracht.

Klik hier om Jazz Rules #126 te beluisteren.

Labels: , ,

(Maarten van de Ven, 17.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Wolter Wierbos / Jasper Stadhouders / Tim Daisy - 'Sounds In A Garden' (Relay Recordings, 2016)

Opname: 17 april 2016

Op 20 april 2015 maakten we kennis met het trio Wolter Wierbos, Jasper Stadhouders en Tim Daisy in de gitaarstudio van Jaspers vader Walter. Gitaarleraar in Tilburg en de man die zijn twee zoons, Jasper en Bram, de liefde voor dit instrument met die befaamde paplepel toediende. Het werd een knotsgekke zondagmiddag, waar niemand die deze heren kent verbaasd van zal staan.

Inmiddels heeft het trio ook een album uitgebracht, 'Sounds In A Garden', waarop het trio al even flamboyant klinkt als toen op die zondagmiddag. Wierbos, onze kunstenaar op de trombone, presenteert ook hier weer zijn befaamde combinaties van losse, bijna terloopse klanken en romantisch aandoende melodietjes. Terwijl Stadhouders, ook hier zoals tegenwoordig vaker zowel te horen is op elektrisch gitaar als op basgitaar, en Daisy zorgen voor de onderliggende structuur. Als er van enige structuur sprake is, want dat is bij dit trio natuurlijk lang niet automatisch het geval.

Zo loopt 'Happy To Play', ach, what's in a name, al snel uit in creatief gepiel en gesputter. De heren, heerlijk op dreef, creëren de ene wonderbaarlijke reeks klanken na de andere. Met dat speelplezier zit het dus wel goed. Maar er is meer, want al het speelplezier gaat geenszins ten koste van de kwaliteit. We hebben het hier over improvisatie op het allerhoogste niveau, waarbij de drie laten horen dat ze elkaar perfect aanvoelen. Zo is het langste nummer van dit album, het ruim 22 minuten durende 'Loose Cannon', een eindeloze en extatische aaneenschakeling van muzikaal vernuft. En wat doet die wesp daar nu weer helemaal aan het eind?

En wel eens een grizzly beer tevreden horen grommen? Het kan nu. Als we onze vrienden in 'The Grizzly Purr' moeten geloven klinkt dat in ieder geval heel relaxed, met name dankzij Wierbos' vloeiende bewegingen en Stadhouders' riffs.

Klik hier om de albumtrack 'Loose Cannon' te beluisteren.

Klik hier voor de recensie van het concert van Wierbos / Stadhouders / Daisy op 20 april 2015 in de gitaarstudio van Walter Stadhouders in Tilburg.

Labels:

(Ben Taffijn, 16.6.17) - [print] - [naar boven]



Boek
Stef Slembrouck (redactie) - 'Meer dan Jazz' (Acco, 2017)


In de eerste helft van 2015 werd er in het Gentse Blandijn een academische lezingencyclus georganiseerd over jazz in brede zin. Deze lezingen zijn inmiddels onder redactie van Stef Slembrouck, hoogleraar taalkunde aan de Universiteit Gent en groot jazzliefhebber, gebundeld onder de veelzeggende titel 'Meer dan Jazz'. Veelzeggend inderdaad, want uw recensent interpreteerde de titel al direct anders dan de redactie bedoelt. Het boek gaat namelijk niet over jazz als brede muziekvorm met alle vormen van cross-over. Het meer dan jazz moet anders worden opgevat. Dit boek is geen chronologische geschiedenis van deze muziekstijl, maar een bundel artikelen waarin jazz onder andere wordt geconfronteerd met sociologie, psychologie, film en literatuur. Meer dan jazz dus.

Nadeel van dit soort bundels is dat de stukken heel divers zijn en dat de onderlinge samenhang vaak onduidelijk is of simpelweg ontbreekt. Dat neemt niet weg dat dit boek een aantal interessante bijdragen bevat. Vooral voor de liefhebber die de geschiedenis van de jazz en de diverse stijlen daarbinnen grofweg wel kent. De schrijvers gaan daar namelijk meestal wel van uit. Bijzonder is bijvoorbeeld het stuk van Matthijs de Ridder over de receptie van jazz na de Eerste Wereldoorlog. En hoe die voor Europa nieuwe muziekvorm werd ge- versus misbruikt vanuit politieke en maatschappelijke overtuigingen. Zo werd de heropening van de Alhambraschouwburg in Brussel door de Belgen die voor de instandhouding van België als eenheid waren, aangegrepen om België op te stuwen in de vaart der volkeren. De Mitchell's Jazz Kings werden geprogrammeerd, het eerste jazzconcert in België om te laten zien hoe modern België was. In Frankrijk werd de jazz echter heel anders gepercipieerd. Daar liet de Ligue contre le Jazz-band, een ultrarechtse beweging, weten niets te moeten hebben van deze nieuwe muziekstijl. Het pamflet eindigde met de denigrerende zinssnede: "Parijs is Timboektoe niet!"

Wij kunnen ons nu natuurlijk niet meer voorstellen dat jazz zo veel losmaakte. Op zijn best wordt jazz nu gezien als onschuldig tijdverdrijf van een elite. Dat was in het verleden dus wel anders! Dat leert ook het stuk over muziek in met name de Amerikaanse film van de jaren 40 en 50 door Pascal Vandelanoitte. Het stuk heet niet voor niets 'Verderf en vertier'. De schrijver maakt overduidelijk dat jazz door veel regisseurs heel bewust werd ingezet om moreel en seksueel verval te illustreren. Deugdzame mensen luisteren klassiek en slechte mensen jazz, zo was wel ongeveer de boodschap. Verder kwamen zwarte muzikanten er in de film ook al niet al te best van af in die jaren. Zo mochten deze muzikanten nooit in één beeld met een blanke worden gezien.

Een leuk hoofdstuk is ook dat over de jazz en technologie van Matthias Heyman. Hier gaat het vooral over de opnametechniek. En die is natuurlijk niet altijd zo geavanceerd geweest als hij nu is. Zo kon tot 1925 louter akoestisch worden opgenomen, waarbij trillingen in een wasplaat werden gegrift. Een drummer opnemen was daarbij onmogelijk; de naald zou te veel schokken. Voor plaatopnamen werd dan ook uitgeweken naar een tuba en naar klein slagwerk als woodblocks. Gevolg was dat men in Europa, zo gaat het verhaal, louter op basis van de platen dacht dat jazz zo gespeeld moest worden en dus helemaal geen drums meer gebruikten. Die platen - ook de latere 78 toerenplaten - hadden verder als nadeel dat ze bijzonder kort waren, maximaal vier minuten per kant en dat er dus geen lange solo's op konden. Die mogelijkheid kwam pas in de jaren 50 met de komst van de 45 toerenplaat. Ach, allemaal zaken waar wij nu niet meer door worden gehinderd met onze cd's, streams en downloads.

'Meer dan Jazz' bevat verder een aantal hoofdstukken over de jazz als muziek. Stuk voor stuk interessante bijdragen, al wordt niet geheel duidelijk waarom juist voor dat specifieke stuk is gekozen. Waarom een bijdrage over de jazz in Londen vanaf eind jaren 60 tot de eeuwwisseling? Christopher Hall was erbij en dat geeft een interessante invalshoek. Maar waarom Londen is gekozen wordt niet duidelijk. Of waarom een tweetal portretten, een van Andrew Hill en een van John Zorn? Het is op zich prijzenswaardig dat er niet gekozen is voor de 'standaard' iconen als Miles Davis en John Coltrane, maar deze keuze roept wel vragen op. Andrew Hill is weliswaar een belangrijk pianist geweest, maar niet echt voor de ontwikkeling van de jazz. En bij John Zorn kun je je afvragen of het überhaupt jazz is.

Maar goed, dit zijn slechts een paar kritische noten bij een verder zeer interessante bundel artikelen. Zeer welkom ook, want Slembrouck stelt terecht dat het op wetenschappelijke wijze naar jazz kijken in Vlaanderen achterblijft. Overigens, wat ons betreft geldt dat zeker ook voor Nederland. De lezingencyclus in Gent en dit boek zijn dan ook belangrijke stappen voorwaarts.

Foto: Francis Wolff

Labels:

(Ben Taffijn, 14.6.17) - [print] - [naar boven]



Festival
Waanzinnig en wezenloos workshopwerk

Jazz te Gast, zaterdag 10 juni 2017, diverse podia, Zuidhorn

Het concept voor deze tweede editie van Jazz te Gast, een openluchtfestival in de tuinen van acht villa's, was simpel. Zet een stuk of twaalf jonge en wat oudere improvisatiemuzikanten bij elkaar in een inspirerende omgeving en kijk wat daar uitrolt. Wel, het zal niemand verbazen dat het resultaat van deze snelkookcursusjes nogal uiteenliep. Van saaie improsoepzooi tot opmerkelijke vondsten en klankcombinaties. Noordpool Brass, een koperkwartet van Groninger azen, zorgde voor een gespreid bedje voor de onaardse gitaar van Reinier Baas. Luttele minuten later nam het op een belendend tuinpodium deel aan een geleide improvisatie met Michael Moore, Ben van Gelder en Joris Roelofs. Daarbij fungeerde trombonist Pavel Shcherbakov als stoorzender én als baken, door op gezette tijden lekker hard door het ensemble te knetteren. Het gezelschap reageerde als een kikkerkoor dat na de schorre liefdeskreet van brulkikker numero uno heel even stilvalt. 'Murmurs' heette het stuk toepasselijk.

Janne Schra zong, geschraagd door de Noordpool Troupe, van haar recente album 'Vasalis' enkele gedichten van de noordelijke poet laureate. Afwisselend teder aaiend en voluit schreeuwend gaf ze de teksten nieuwe dimensies.

Bij wijze van contragewicht voor de vrije improvisaties putte het trio TBA in de tuin van De Kolk uit het Great American Songbook. Hier hoorde je meteen het fundamentele verschil tussen in workshops gebrouwen combinaties en een ingespeeld trio. TBA staat voor Tobias (Nijhuis, contrabas)-Borislav ('Bobby' Petrov, drums)-Anne (Guus Teerhuis, elektrische piano). Deze alumni van het Groninger Prins Claus Conservatorium functioneerden als een orkest. Te vergelijken met hoe pianist Ahmad Jamal zijn muzikanten inzet – al houdt de vergelijking in stilistisch opzicht daarmee ook gelijk op. De goed op elkaar ingeslepen muzikanten hebben hun eigen gewoonten om bekende standards te fileren en te frituren. Zo'n 'Body And Soul' krijgt met al die elkaar kruisende ritmische lijnen een uiterst ingrijpende facelift. Het speelplezier van bassist en drummer in 'All Blues' was niet gespeeld.

Na het noenmaal aan houten tafels langs De Gast, de weg waar de podiumvilla's honderd jaar en langer geleden werden opgetrokken, was het aan het Noordpool Orkest van Reinout Douma om het festival af te sluiten. Net als hun alter ego, het Metropole Orkest, gaan de noorderlingen geen genre uit de weg. En zo hoorden we opera en bigbandswing en zo'n beetje alles daartussenin. Vergeleken met twee jaar geleden waren blazers en strijkers aanmerkelijk beter in balans. Zo kwam 'Rope Dancer' van Joris Roelofs, met zijn intrigerende vloeiende versmelting van de secties, optimaal tot zijn recht. In de pianissimo passages mochten de residerende vogels meedoen. In de gauwigheid telde ik een zevental verschillende stemmen, maar de echte vogelaars onder de bezoekers hoorden er ongetwijfeld meer.

Klik hier voor foto's van Jazz te Gast door Janette Hamminga.

Labels:

(Eddy Determeyer, 14.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd's
1982 - 'Chromola' (Hubro, 2017)

Opname: 11-12 mei 2016
Trio Kimmig-Studer-Zimmerlin & John Butcher - 'RAW' (Leo, 2016)
Opname: 25 januari 2015
Staub Quartet - 'House Full Of Colors' (JACC, 2017)
Opname: 11 september 2015

Strijkers in de jazz. Het blijft een zeldzaamheid. Blazers genoeg, maar strijkers - en dan ook nog in een hoofdrol - treffen we minder aan. Op drie recente cd's is dit echter wel het geval.

Het Noorse trio 1982, dat inmiddels 10 jaar bestaat, koppelt op 'Chromola' de viool en de Hardangerviool, beide in handen van Nils Økland, aan het drumstel van Øyvind Skarbø en afwisselend aan een harmonium en een kerkorgel, waar Sigbjørn Apeland voor tekent. Het trio levert hallucinerende klanken op zeven titelloze nummers. In het tweede bijvoorbeeld legt Skarbø een sloom repetitief patroon neer, waar Økland ronduit hemels op varieert. En dan klinkt Apeland op dat majestueuze orgel in het kerkje in Bergen, waar dit album is opgenomen. Het verleent het nummer een onverwachte intensiteit, een duistere kant. Hetzelfde horen we in het vijfde stuk. Daar klinkt Skarbø's slagwerk echter nog pregnanter, als in een mars. Al heeft dit stuk ook wel iets weg van de muziek bij een volksdans. Bijzonder subtiel is het derde stuk. We horen Apeland op de achtergrond met lange, ijle lijnen en Øklands bijna voorzichtige, breekbare spel op de Hardangerviool. Hier, en dat geldt voor meer plaatsen op dit album, raakt de muziek van 1982 qua stijl meer aan hedendaags gecomponeerd dan aan vrije improvisatie.

Het Zwitserse trio van violist Harald Kimmig, bassist Daniel Studer en cellist Alfred Zimmerlin, hier samen met saxofonist John Butcher, blijft dichter bij het idioom van de geïmproviseerde muziek. Maar wat op dit album wellicht nog het meest opvalt is hoe goed Butchers saxofoonklank, vooral als hij zijn tenorsax inzet, past bij de drie strijkinstrumenten. Het zegt veel over Butchers uitgebreide klankpalet, waar we onlangs reeds aan refereerden naar aanleiding van een concert met het Portugese RED Trio. Dat zal dit trio eveneens aangesproken hebben. Na enige jaren als trio besloten ze eind 2014 gasten te gaan uitnodigen. Eén daarvan was John Butcher en getuige 'RAW' was dit treffen succesvol. In vier nummers met opvallend poëtische titels maakt het kwartet ons deelgenoot van dit samenzijn. Niet dat die titels altijd zo logisch overkomen. De muziek in 'Cloudless Sky And The Sun' klinkt eerder als druk razend verkeer bij een kapot verkeerslicht dan als die spreekwoordelijke wolkeloze hemel. Wat dat betreft dekt 'Morning Star Shining On Hydrangea' de lading beter. Hier klinkt dit kwartet overeenkomstig subtiel. Overigens net als in afsluiter 'Croaks Of Frogs At Midnight Under The Milky Way'.

Het Portugese Staub Quartet, dat met 'House Full Of Colors' zijn debuut uitbrengt, beperkt zich tot louter snaren. Naast meesterviolist Carlos Zingaro horen we gitarist Marcelo dos Reis, cellist Miguel Mira en bassist Hernani Faustino, tevens bassist van het hierboven genoemde RED Trio. De link met moderne kamermuziek ligt hier voor de hand. Niet alleen qua instrumentarium, maar zeker ook muzikaal. In opener 'Quiet Arcs' zijn het Faustino, Mira en Dos Reis die voor een dwingend ritmische structuur zorgen, waar Zingaro zangerig op varieert. In 'Red Curtains' en 'Knots Of Light' gaat het er onstuimiger aan toe, al is ook hier de ritmische structuur een constante. Dat geldt eveneens voor 'Opacity Rings', dat nog het meest wegheeft van een slepende dans.

Beluister hier een track van 'Chromola' van 1982.

Labels:

(Ben Taffijn, 11.6.17) - [print] - [naar boven]



Festival
10 jaar JazzCase


"Misschien zaten het mooie weer en familiale aangelegenheden er voor iets tussen dat de opkomst bij JazzCase in de zaal wat tegenviel; aan het programma mag het niet gelegen hebben. De affiche was voor deze verjaardag samengesteld in samenwerking met het Gentse Citadelic-festival, dat ook aan zijn tiende editie toe was. Als alles goed gaat, komt daar nog meer van, in de release van liveopnamen uit de JazzCase-reeks door El Negocito Records. Nu is er alvast een vrij lijvig fotoboek '10 jaar JazzCase', vol prachtig beeldmateriaal van programmator en fotograaf Cees Van de Ven, knap samengesteld door Gerda Boel."

Op 2 en 3 juni vond in Dommelhof Neerpelt een festival plaats ter gelegenheid van het tienjarige jubileum van het plaatselijke JazzCase-podium. Robert Kinable en Danny De Bock waren respectievelijk op vrijdag en zaterdag getuige van de concerten van Osama Abdulrasol, het Paul Van Gysegem Trio, Llop, Moker en het Samuel Blaser Trio. Danny doet tevens verslag van een jazzy boswandeling langs visuele partituren in het Klankenbos, dat aan Dommelhof ligt. Contrabas-ensemble Bassss en contrabassist en beeldend kunstenaar Paul Van Gysegem interpreteerden daar enkele hedendaagse visuele partituren van Belgische componisten.

Klik hier om het festivalverslag te lezen.

Klik hier voor foto's van dit festival door Cees van de Ven.

Labels:

(Maarten van de Ven, 9.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd
Portugal, Van Kemenade & Van 't Hof - 'Daytime Sketches' (KEMO, 2017)

Opname: 14 & 17 februari 2017

Vergeleken met vorige projecten en bands, zoals Three Horns And A Bass, is het trio waarmee altist Paul van Kemenade zich hier presenteert een losse, om niet te zeggen losbandige boel. De muziek van Three Horns etc. was opgetrokken uit strak gearrangeerde elementen en sequenties waarin de muzikanten elkaar trefzeker niet op de tenen dansten. Aan 'Daytime Sketches' is weinig gearrangeerd. Ja, in 'Dry Four' en 'Dance On The Water' zijn passages uitgeschreven, maar voor het overige vertrouwen de musici op hun ervaring, instincten en reflexen.

De losse sfeer daalt gelijk in het eerste nummer, 'Prime Time Serenade', over je neer. Van Kemenade herinnert je er en passant aan, dat hij een van de meest gepassioneerde en lyrische altsaxofonisten benoorden Goirle is. Goed om Jasper van 't Hof achter de toetsen te treffen. Ook een vrije geest – maar pas op: there's a system in his madness. Een noot volgt altijd logisch op haar voorgangster. In het titelnummer horen we het keyboard van Van 't Hof vertrouwd ritmisch borrelen en golven. Intrigerend als vanouds.

Over intrigerend gesproken: hoe zit het met die drummer Mariá Portugal? In de duetten en trio's klinkt ze alsof ze aardig getalenteerd is, doch net bezig – of omgekeerd. Maar luister naar haar timing in 'Dance On The Water' en je moet concluderen dat ze een natuurtalent is met reeds enige ervaring. Die gewoon elk loopje en alle noten als nieuw beschouwt. (Moet ik haar niet eens gaan googlen? Straks, eerst die cd op repeat.)

Klik hier voor geluidsfragmenten van dit album.

Labels:

(Eddy Determeyer, 8.6.17) - [print] - [naar boven]



Cd's
Michael Moore Fragile Quartet - 'Live In Chicago' (Ramboy, 2016)

Opname: 19 april 2014
Michael Moore - 'Felix Quartet' (Ramboy, 2016)
Opname: 22 augustus 2014

Twee recente albums van rietblazer Michael Moore laten horen wat een veelzijdig vakman deze musicus is. Want de twee kwartetten waar Moore in speelt verschillen van elkaar, mede door zijn medemusici, als dag en nacht. Zo melodieus en ingetogen als het Fragile Quartet klinkt, zo dwars en onstuimig gaat het eraan toe bij het Felix Quartet.

In het Fragile Quartet vinden we naast Moore, op beide albums op klarinet en altsax, drie meesters in het zachte en ingetogene: pianist Harmen Fraanje, bassist Clemens van der Feen en slagwerker Michael Vatcher. Opener 'Tryptich' op het live in Chicago opgenomen album zet direct de toon. Dit is zeer melodieuze en zorgvuldig opgebouwde kamerjazz. Opvallend is hier de hammer dulcimer die Vatcher hanteert, met zijn metalige geluid dat wel wat weg heeft van de klavecimbel. En natuurlijk het geluid van Moore. Weinig klarinettisten hebben zo'n prachtige warme en ronde toon als Moore. Hier zet hij hem vol in. Moore is een troubadour, een verhalenverteller, hij zingt met zijn instrument. En misschien wel nergens zo mooi als in 'A Wall / Shrink'. Met speelse, bewegelijke klanken, als in een dans. Wat Moore kan op zijn klarinet en sax, kan Fraanje op piano. Ook hij is een verhalenverteller, getuige 'Boogie Man'. En ook hij zoekt het graag in de fijnzinnige nuance en de fraaie toon. Verderop in het nummer mogen we overigens ook de ingetogen kunsten van Van der Feen uitgebreid bewonderen. Een ander hoogtepunt is het heerlijk deinende 'Sonora', waarop andermaal Moore's warme klarinetgeluid de aandacht vraagt, naast Fraanje's puntige pianospel.

Bij het Felix Quartet waait een wat andere wind. Gezien de bezetting is dat ook niet meer dan logisch. Vatcher is wederom van de partij, maar die heeft al vaker bewezen net zo veelzijdig te zijn als Moore. Verder treffen we Wilbert de Joode op bas en Wolter Wierbos op trombone, beiden musici die de meer experimentele vormen van improviseren hoog in het vaandel hebben staan. Het klinkt hier dan ook allemaal wat minder gepolijst, wat minder fijnzinnig. Hier wordt onderzocht, verkent. En dat kan tot een mooie melodie of een mooi ritme leiden. Dat kan, maar evengoed gebeurt dat niet, dan leidt het zoals in het eind van opener 'Ramses' tot weirde capriolen van Wierbos, of tot een soort van vreemd vertraagd klinkend orkest in 'A Drubbing'. Of tot hondengehuil in - ja, hoe kan het ook anders - 'Big Dog'. Maar hier klinkt ook de blues, zo'n vette meedein-blues. Die blues zit ook in 'Cry', maar dan meer als gevoelswaarde. Ach, wat janken de blazers hier lekker...

Labels:

(Ben Taffijn, 6.6.17) - [print] - [naar boven]



Concert
Boeiende reis door oeuvre Loevendie

Theo Loevendie's Wellingtonians, donderdag 1 juni 2017, Bimhuis, Amsterdam

De inmiddels 86-jarige Theo Loevendie heeft zich nooit wat aangetrokken van muzikale stijlen, vakjes en do's en dont's. Hij heeft een indrukwekkende carrière achter de rug als componist van hedendaagse muziek en is daarin nog steeds even actief als vroeger. Maart 2016 bracht Erik Bosgraaf samen met Holland Baroque nog de première van zijn nieuwe blokfluitconcert, 'Reflex', en onlangs verscheen het album 'Strides', waarop Ralph van Raat Loevendie's composities voor piano vertolkt.

Maar evengoed is Loevendie sinds de jaren vijftig actief in de jazz en geïmproviseerde muziek, al gaat hij ook met deze definities weer speels om. Tijdens het concert in het Bimhuis met de Wellingtonians refereert hij er nog aan. Is het nieuwe 'Lazy Ted' eigenlijk wel jazz, vraagt hij zich af. Het had er bijna toe geleid dat het stuk niet gespeeld zou worden. Althans, dat wil Loevendie ons doen geloven. Uiteindelijk blijkt het allemaal reuze mee te vallen, ondanks de kabouters die Loevendie bij het horen van de klanken door het bos ziet wandelen. Het stuk had dan ook bijna 'Kabouters Wandelen Door Het Bos' geheten, maar dat vond hij weer iets te veel van het goede, dus dan maar 'Lazy Ted'. Dit vanwege het ballad-karakter. Qua stijl had het zo uit het American Songbook kunnen komen.

De naam Wellingtonians is niet afgeleid van de hoofdstad van Nieuw-Zeeland, Wellington genaamd, en evenmin van de eerste Engelse hertog van Wellington die Napoleon in 1815 bij Waterloo definitief versloeg. Nee, de naam Wellingtonians heeft een prozaïscher oorsprong. Het refereert aan het café in Amsterdam-Zuid, Welling, waar dit kwintet zijn thuisbasis heeft. En om de zo veel tijd staan ze als kwintet in het Bimhuis, samen met een gast. Dit keer Angelo Verploegen op flügelhorn, of zo u wilt de bugel. Familie van de trompet, maar dan met een wat melancholieker geluid, volgens Loevendie.

Ze maken jazz, met een zeer flinke scheut blues, ongeveer 40% van alle nummers voldoet aan die kwalificatie. Ze staan bol van de melancholie, nog versterkt door het gitaarspel van Maarten van der Grinten. Zijn stijl, vooral als hij zijn dobrogitaar met de slidetechniek hanteert, doet ons overigens vaak meer denken aan Americana en country dan aan jazz. Maar zoals reeds gezegd: bij Loevendie maakt dat niets uit. En voor ons evenmin. Wat telt is dat dit sextet ons op een zeer boeiende wijze een avond muzikaal op sleeptouw neemt. Met veel passie en speelplezier leiden ze ons door het oeuvre van Loevendie, waarbij zowel nieuw werk passeert als het uit de eind jaren vijftig stammende 'Finch Eye', waarmee Loevendie verwijst naar de toen zeer controversiële dichter Simon Vinkenoog (waarbij overigens opvalt hoe ver Loevendie zijn tijd toen vooruit was).

De beide blazers, Verploegen en tenorsaxofonist Gideon Tazelaar, vullen elkaar perfect aan met aantrekkelijke solo's, drummer Joost Lijbaart en bassist Mark Haanstra zorgen voor de in de muziek van Loevendie zo belangrijke en kleurrijke ritmes en Van der Grinten stookt regelmatig het vuurtje hoog op. Loevendie is daarbij duidelijk de leider. Hij verzorgt de praatjes, geeft aanwijzingen en komt op de meest onverwachte momenten met mooie loopjes op de piano. Van die 86 jaar is intussen niets te merken. Dit kan nog jaren zo doorgaan, zoveel is wel duidelijk. En wat ons betreft is dat geen enkel probleem.

Foto's: Geert Vandepoele & Cees van de Ven

Labels:

(Ben Taffijn, 5.6.17) - [print] - [naar boven]



Jazz Class-X
Charles Mingus - 'Tijuana Moods' (RCA Victor, 1962)

Opname: 18 juli / 6 augustus 1957

Een van de meest memorabele bassisten in de jazz is Charles Mingus. Toen zijn 'Tijuana Moods' in 1962 uitkwam, noemde hij het – hij schreef zelf het grootste deel van de liner notes - de beste plaat die hij ooit maakte. Hij had er toen al aan vele meegewerkt en onder eigen naam enkele essentiële platen uitgebracht. In 1956 had hij met 'Pithecanthropus Erectus' de deur mede opengezet voor het begin van de free jazz. In 1959 was 'Mingus Ah Um' verschenen, met onder meer de onsterfelijke 'Fables Of Faubus', 'Better Git It In Your Soul' en 'Goodbye Pork Pie Hat'. Een van zijn meest ambitieuze lp's, 'The Black Saint And The Sinner Lady', zou in 1963 volgen.

De opnamen van 'Tijuana Moods' dateren van 1957, het jaar waarin ook 'The Clown', 'Mingus Three', 'East Coasting' en 'A Modern Jazz Symposium Of Music And Poetry' werden opgenomen (en wel uitgebracht). Drummer Dannie Richmond is naast Mingus de grote constante. Hij was toen nog maar kort van tenorsax naar drums overgeschakeld en zou voor meer dan twintig jaar Mingus' vaste drummer blijven. Behalve op de trioplaat waren ook trombonist Jimmy Knepper en saxofonist Shafi Hadi er in 1957 telkens bij. Met trompettist Clarence Shaw vormden zij een schitterend blazersfront, tot Shaw na een heftige ruzie met Mingus de muziekwereld de rug toekeerde.

'Tijuana Moods' was het muzikale reisverslag van Mingus, die wegvluchtte omdat het was uitgeraakt met zijn toenmalige vrouw. Onderweg naar Tijuana herschreef hij alvast 'Woody ‘n’ You' van Dizzy Gillespie tot 'Dizzy Moods'. Hij verwerkte er zijn verwachtingen in op basis van wat hij al had gehoord over de wilde stad in Mexico. Zo anticipeerde hij met andere woorden op een stapje in de wereld onder invloed van een of ander. Met zijn allen leggen de muzikanten een stevige bodem, swingend en elkaar het woord gevend, om dromerig te soleren. De latin touch die al in de lucht hangt, materialiseert bij 'Ysabel’s Table Dance' in de castagnetten van Ysabel Morel, die onder andere met haar beweeglijke handen de band opjut en een heftige scène in een stripteasebar in het leven roept. Daarbij springen vooral de verbazend soepele Knepper op trombone, Hadi op altsax en de immer passionele bassist naar voren. Het is een dans die uit verschillende bewegingen bestaat en zowel een patroon volgt als improvisatie behelst.

Het is ook lol trappen in de 'Tijuana Gift Shop', maar niet zo lang als in de bar of op straat met 'Los Mariachis'. Dit stuk begint wel vlot en bijna zo snel als 'Tijuana Gift Shop' werd aangedaan, maar het bedrukte gezicht van de toerist die Mingus was moet boekdelen gesproken hebben. Dit stuk lijkt te verhalen hoe de straatmuzikanten hem vlotjes wilden benaderen, maar verkozen om behoedzaam op zijn gemoedstoestand in te spelen en dan naargelang zijn reacties geestige dingetjes af te wisselen met blues. De piano wordt er als een externe verteller bijgehaald, een rol die de obscure Bill Triglia met glans opneemt. Bij 'Ysabel’s Table Dance' en 'Los Mariachis (The Street Musicians)' horen we hoe goed het kon worden als Mingus zijn groep aanstuurde en zijn bandleden in een gezamenlijke roes boven zichzelf wilde laten uitstijgen. Enerzijds wou hij de controle, anderzijds hield hij van collectieve improvisatie. Tegelijk sloot hij aan op de muzikale geschiedenis - check New Orleans, swing, Duke Ellington - én werd hij gedreven door een vurige vernieuwingsdrang. In die jaren zocht hij volop wegen om compositie en improvisatie te verbinden en was hij dan ook mee met de modale jazz en de zogenaamde Third Stream. Dat laat zijn sporen na op 'Tijuana Moods', maar deze plaat is meer een gevoelsmatig en warmbloedig verhaal.

De lp sloot indertijd af met een fijne, instrumentale versie van het liedje 'Flamingo'. In 1941 een hit voor Duke Ellington, met een zanger en orkest, in 1957 voor Mingus en zijn groep een vehikel om met beheerste timing en articulatie emotioneel uit te bollen. Op cd-uitgaven kwam er later 'A Colloquial Dream (Scenes in the City)' bij, opgediept uit de originele opnamen van de Tijuana-sessies in 1957. Lonnie Elder is daarop verteller van dienst, een levendig voorbeeld van Mingus die muziek met poëzie wilde versmelten – een project waar hij ook bij zou zijn in 1958 was 'The Weary Blues With Langston Hughes' – schrijver en exponent van de Harlem Renaissance.

Op 18 juli 2017 zijn de opnamen van 'Tijuana Moods' 60 jaar oud. Nog altijd zijn ze goed voor een warm en begeesterend reisje in de jazzgeschiedenis.

Labels: ,

(Danny De Bock, 2.6.17) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.