Cd
The Chris Joris Experience - 'Marie’s Momentum' (W.E.R.F., 2010)
Opname: 2009/2010
Wanneer je het nieuwe album, 'Marie’s Momentum' van Belg Chris Joris beluistert, denk je niet direct aan het werk van een drummer en percussionist. Want Joris, die ook in het buitenland een goede reputatie heeft, toont zich op zijn nieuwe album als een kundig componist en arrangeur. Hierbij valt op dat zijn stukken uiteraard niet alleen ritmisch sterk in elkaar zitten, maar vooral sfeervolle en warme melodieën bevatten.
De drummer lijkt eerder als blazer te denken, mede vanwege een serie sterke riffs en thema's voor de blaassectie met nieuwe bandleden saxofonist Frank Vaganée, trompettist Nico Scherpers en saxofonist Eric Person, die tevens meeschreef op de bonustracks. De blazers krijgen dan ook veel vrij spel en vullen dat in met subtiele solo's tot soms experimentele uitspattingen, zoals bij 'The Call'.
Het unieke van Chris Joris, die in 2003 de Belgische Klara Prijs won en bekend staat om zijn gebruik van een breed instrumentarium - van batas, likembé, balaphone, congas tot drums en kookpannetjes - is dat hij een moderne Europese sound combineert met Afrikaanse invloeden. Het geeft zijn muziek een geheel eigen klank. Overigens is 'Marie’s Momentum' een afwisselende plaat, met swingende uptempo, soms bebop-achtige stukken als 'Green Thumb' (Part 1 & 2) en prachtige ballads zoals het gelijknamige titelstuk, '4Steps For Yvie en 'Alfonsina Y Ej Mar', met een mooie vocal feature van Kimberly Dhondt.
'Marie’s Momentum' is een Belgische parel, die absoluut erkenning verdient en met Chris Joris als frontman een boeiend collectief vormt.
Deze recensie verscheen eerder in Jazz Magazine.
Meer horen?
Klik hier voor geluidsfragmenten van een drietal nummers van deze cd: 'Marie’s Momentum', 'Naked Raku' en 'Alfonsina Y Ej Mar'.(Angelique van Os, 16.10.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Oren uitspuiten met The Thing
zondag 10 oktober 2010, Grand Theatre, Groningen
Zo nu en dan is het goed, je oren uit te laten spuiten. Daarvoor was je zondag in het Grand aan het goede adres. De powerjazz van het Zweedse trio The Thing, aangevuld met de noise gitarist Otomo Yoshihide raasde door je hoofd als een toom stieren door Pamplona. Het begon natuurlijk heel subtiel, dat zul je altijd zien, met een serene, bijna gefluisterde ouverture op tenorsax door Mats Gustafsson, vol boventonen en aanpalende geluiden. Een beetje als een jachthoorn aan de overkant van de toendra. Maar net als je je eens lekker in je zeteltje wilt nestelen, om breeduit te gaan genieten van een kristallijnen recital dat tot hogere gedachten noodt, bleekt de pleuris uit.
Drummer Paul Nilssen Love zet grimmig koers richting zwaar weer en is daar vervolgens niet meer weg te slaan. Gast Yoshihide ontrolt à la Cecil Taylor (!) guirlandes, serpentines en banieren, bassist Ingebrigt Haker Flaten probeert er donkere noten tussen te wurmen en Gustafsson krijst zich een ongeluk, waarbij het totale volume tamelijk constant op krap 100 dB gehouden wordt. Je krijgt het idee dat je in zo'n moderne film zit, waarin de tijd misschien niet zozeer stilstaat, als wel het moment alsmaar doorgaat. Er zijn oosterse technieken waarmee je een orgasme bijna eindeloos kunt laten preluderen. Nou, zoiets dus.
Natuurlijk werd er ook gas teruggenomen, soms, even. Dan liet de bassist zijn instrument ritselen, mompelen en kraken, Gustafsson toonde zich van zijn zuchtendste Ben Webster-kant, de drummer nam een slokje mineraalwater en Yoshihide, ja, die moest zijn gitaar natuurlijk laten gieren als een tandartsboor op maandagochtend om half negen.
Dit verhaaltje zit, merk ik, weer eens vol metaforen. Dat krijg je, zondags.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Willem Schwertmann.
(Eddy Determeyer, 15.10.10) - [print]
- [naar boven]
Interview
Ahmad Jamal
"Als je geluk hebt, blijft je muziek in beweging. Als je dat niet hebt, keer je terug: constant blijft het nooit. Je gaat óf vooruit, óf achteruit. Dat gaat nooit met horten en stoten. De enige die een komeetachtige carrière maakt is een komeet. Alles speelt zich volgens mij procesmatig af, is evolutionair. Maar de dingen gaan wel veel sneller dan we denken. Neem leeftijd: op een dag word je wakker en ben je zestig, terwijl je gisteren nog vijftien was. Het lijkt een langzaam proces, maar dat is het niet. Het leven gaat zeer, zeer snel. Dus ook graduele veranderingen gaan snel. Maar wat kun je ertegen doen? Je krijgt een keer een kans en dat is het dan."
Weinig jazzpianisten waren zo invloedrijk als Ahmad Jamal. Van zijn platen verkocht hij miljoenen exemplaren, maar zijn typische stijl - spaarzaam, maar ook orkestraal - was zeker zo spectaculair. In een uitgebreid interview met Eddy Determeyer vertelt de Amerikaanse pianist over zijn beweegredenen, ervaringen en successen.
Lees hier het volledige interview.
Meer weten?
Klik hier om meer interviews te lezen.
(Maarten van de Ven, 14.10.10) - [print]
- [naar boven]
Vooruitblik / The Jazztube
Duchess of Swing brengt ode aan all-girl bigbands
Op zondagavond 7 november brengt de Bredase bigband Duchess of Swing 'a tribute to all-girl bigbands in history' in Theaterdinersalon De Avenue in Breda. In een spectaculaire show met gastzangeres Joke Bruijs zal tevens hun nieuwe cd gepresenteerd worden. Het voorprogramma wordt verzorgd door het saxofoonkwartet Double Espresso. De presentatie van de avond is in handen van Debbie Peeters. Aanvang: 19.00 uur.
Duchess of Swing is de enige bigband van Nederland met een uitsluitend vrouwelijke bezetting en dit is bijzonder. In de jaren dertig waren er in Amerika een paar 'vrouwen-bigbands'. Vanaf de Tweede Wereldoorlog is er in de jazzgeschiedenis niets meer te vinden over deze unieke bigbands. Twintig jaar geleden echter kwam hier verandering in met de oprichting van Duchess of Swing!
Klik hier voor de website van Duchess of Swing.
Bekijk de Jazztube!
In 1939 formeerde trompettiste Consuela Carter de Piney Woods Country Life School Big Band. Piney Woods ligt 35 km ten zuiden van Jackson Mississippi en het ging hier dus om een 'zwarte' band. De meisjes waren 14 tot 19 jaar oud. De band maakte zich in 1941 los van de Piney Woods School en gingen verder onder de naam International Sweethearts Of Rhythm, met Anne Mae Winburn als dirigente. "The most prominent and probably best female aggregation of the Big Band era" had in de jaren veertig een aantal van de beste vrouwelijke muzikanten uit die tijd in haar gelederen, zoals trompettiste Ernestine 'Tiny' Davis. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog maakten de Sweethearts een tournee door Europa. In deze Soundie uit 1946 twee nummers: 'She’s Crazy With The Heat' en 'Jump Children', waarin Winburn laat horen dat ze ook kan zingen. Klik op de linker afbeelding om de Jazztube te starten.
Labels: jazztube
(Maarten van de Ven, 13.10.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Een verwoestende bulldozer
Full Blast & Ken Vandermark, zaterdag 9 oktober 2010, Bimhuis, Amsterdam
Je weet wat te verwachten. Je vermant je, zet je schrap, zoekt het zwaartepunt van je lichaam op om je te kunnen verzetten tegen de frontale aanval die gaat volgen. Helaas, het mag niet baten: tegen de brute power van Full Blast is niets of niemand opgewassen.
Bijna zeventig is hij intussen, Peter Brötzmann, het 'Monster van Wüppertal', de monsterlong van de Europese free jazz, die als geen ander het fysieke aspect van de improvisatie belichaamt. De confrontatie met de beperkingen van het lichaam, maar ook de ravage die een muzikant met een doel voor ogen en agressie op overschot kan aanrichten. In de loop van de voorbije vier decennia heeft hij afdoende bewezen dat hij meer is dan zomaar een power player, dat hij in mooie dialogen kan treden, ingetogen routes verkennen. Maar niet met Full Blast, want die band speelt hardcore jazz.
Het heeft het manische van Zu en de duistere rand van Painkiller, maar het heeft vooral de lichamelijke impact van Last Exit, de legendarische noisejazzband waarmee Brötzmann de liefhebbers van cocktailjazz de gordijnen in joeg in de jaren tachtig en negentig. Full Blast volgt een vergelijkbare aanpak: een elektrische bassist (Marino Pliakas) die vingervlug een in beweging blijvend modderfundament legt, een drummer (Michael Wertmüller) die ontketend loos gaat als de bastaardzoon van Ronald Shannon Jackson en Slayer's Dave Lombardo en dan Brötzmann, die hier, net als bij Hairy Bones, zweert bij de eenheidsmaat van de ademstoot: inhaleren, blazen tot de longen leeg zijn en opnieuw inhaleren en blazen. Gáán! En dat steeds opnieuw, tot de ogen bloeddoorlopen zijn.
Wie de band al aan het werk zag of de albums 'Full Blast' en 'Black Hole' in de kast heeft staan, die zal niet verrast worden door nieuw stijlen of speeltactieken. Binnen Full Blast wordt resoluut gekozen voor het geweld en de voornaamste interactie is vaak niet die tussen de muzikanten, maar tussen de verschillende intensiteitsniveaus. Het gaat van gespannen en dreigend, tot manisch, hysterisch en ronduit bezeten. De enige afwijking die zich deze keer voordeed, en dat is dan meteen eentje van formaat, was de aanwezigheid van de Amerikaanse rietblazer Ken Vandermark, die al meer dan een decennium deel uitmaakt van Brötzmanns Chicago Tentet en ook daarbuiten al vaak aan de zijde van de goeroe stond.
Vandermark is een gerespecteerd componist die er een onwaarschijnlijk intensief werk- en tourschema op nahoudt en mag, net als een Mats Gustafsson, gerekend worden tot de navolgelingen van de meester, die hij weerwerk mocht bieden op baritonsax en klarinet. Tegen alle verwachtingen in bleek het werken, met het kleine instrument succesvoller dan de kolos. Door zijn ronkende toon ging het baritongeblaat immers regelmatig verloren tussen de donderende bas en waanzinnige basdrums. De schellere klarinetsound contrasteerde dan weer duidelijk met het vuurwerk van Brötzmann, die het zelf deed met zijn indringende tarogato, tenorsax (in de eerste set) en altsax (tweede set).
De Amerikaan leek aanvankelijk wat geïntimideerd door het geweld en het volume van de band, maar gaandeweg leek hij zijn plaats te vinden en zelf meer initiatief te nemen. Er volgde een heftig saxduel, maar het wijvengekwetter van de tweede set, toen klarinet en tarogato het gingen uitvechten, was zo mogelijk nog indrukwekkender. En Brötzmann, hij braakte haast onmenselijke uithalen, scheurde, gierde en richtte verwoesting aan, joeg de intensiteitsmeter zó sterk het rood in dat het ding eenvoudigweg explodeerde. Er stond, zoals gewoonlijk, geen maat op 's mans inzet. Spelen op leven en dood.
Kortom: geen stijlvolle trip voor de vingerknip, geen feest van subtiele interactie of voorzichtige vriendschap op een podium. Full Blast is een verwoestende bulldozer, een razende machine die alle interactie gebruikt in functie van de rauwe emotie en het muzikale kannibalisme. Hard, bruut, genadeloos.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Geert Vandepoele.
(Guy Peters, 13.10.10) - [print]
- [naar boven]
Cd's
Corrie van Binsbergen – 'Over De Bergen' (Brokken Records, 2010)
Orkater – 'Ik Beloof Dat Ik Onvoorzichtig Zal Zijn' (Starling, 2010)
Bij audio-opnamen van muziektheater weet je dat je per definitie de helft van de voorstelling mist. Vaak is dat niet echt een bezwaar; de meeste opera's kunnen zonder mise-en-scène heel goed op eigen benen staan. Zo ook 'Over De Bergen', een productie van gitariste en componiste Corrie van Binsbergen, onder auspiciën van Muziektheater Transparant, die nog tot en met 27 oktober op tournee is door Nederland en België.
Het verhaal, voor zover er sprake is van een verhaal, behelst de gevoelens van verlangen die een dromende natuur kan hebben: ligt aan gene zijde van de bergen Shangri-La, of zullen we daar toch weer een bergketen of een gletsjer treffen? Het gevoel wordt vertolkt door acteur Josse De Pauw, die evocatieve, spitse en humoristische teksten heeft vervaardigd. De lokkende sirenes zijn sopraan Claron McFadden en de onvolprezen zusjes Van der Poel, Vera en Beatrice. Dan is er nog Sean Bergin, een soort Vadertje Tijd, die toevallig ook heel best op de tenorsax kan scheuren.
Het 'wezen' van de hoofdrol heeft iets van Kaspar Hauser, de negentiende-eeuwse onbevlekt en onbevangen ontvangen Duitse vondeling die ons de wereld door ongebruikte ogen liet zien. Hier wordt hij geabstraheerd tot een soort stromen, een fluïdum. Alsof je receptoren met twintig miljard mijlpalen in het heelal verbonden zijn.
Van Binsbergen zelf blijft als soliste op de achtergrond. Haar grote voorbeeld Frank Zappa heeft haar geholpen bij het structureren – lees: compartimenteren – van haar verhaal. Doch er zitten eveneens minimal-invloeden in haar muziek en in Akte III meen ik de elegante gestalte van Duke Ellington te ontwaren. Hier vinden we ook een intrigerende samenspraak van fagot, klarinet en trombone.
Aanzienlijk minder chocolade kan ik, vrees ik, bakken van Arend Niks' en Mick Pauwes muziek voor 'Koud Meisje' en 'Ik Beloof Dat Ik Onvoorzichtig Zal Zijn', Orkater-producties uit respectievelijk 2007 en 2010. De stenogrammatische liedjes, in lengte variërend van één tot drieënhalve minuut, worden niet of nauwelijks uitgewerkt en zijn weinig spiritueel. Is hier humor in het spel? Ik weet het niet, hoor. De zang is amateuristisch. Maar misschien is deze cd een aardig souvenir voor de mensen die de voorstellingen hebben gezien.
Klik hier voor meer informatie over 'Over De Bergen'.
Meer zien?
Klik hier voor een fotoverslag van de première van 'Over de bergen' in Brugge door Cees van de Ven.
Labels: cd
(Eddy Determeyer, 13.10.10) - [print]
- [naar boven]
Concert
Cry Baby draait om twee assen
vrijdag 8 oktober 2010, USVA Theater, Groningen
Met het oog op de nakende barre tijden hadden de Groningers vrijdag alvast het zekere voor het onzekere genomen en waren massaal weggebleven bij het concert van Dick de Graafs Cry Baby. Waarschijnlijk zaten zij in kaarsverlichte keldertjes complotten te smeden en ontwrichtingen te prepareren. Je bent een links bolwerk of je bent het niet. Op de terugweg naar huis meende ik een schim met een dievenmaskertje een steegje in te zien schieten, maar het kan ook zijn dat mijn verbeelding hier een loopje met me nam.
Hoe dan ook, ze misten een hecht bandje met een eigen signatuur. Je zou kunnen zeggen dat het kwartet om twee assen draait, die van saxofoon-gitaar en bas-drums. Dat de formule saxofoon-gitaar in de frontlinie heel goed kan werken weten we van het historische voorbeeld Sonny Rollins-Jim Hall. Met name wanneer Dick de Graaf zijn saxofoongeluid met behulp van een listig knopje verdubbelde, stond de weg open voor een orkestrale alliantie met de elektrische gitaar van Jerome Hol. Die laatste lijkt minder met Jim Hall te hebben dan met Bill Frisell en, in zijn meer extraverte momenten, John Scofield. Een fris en feestelijk geluid, dat ook de blues een extatisch tintje kan geven.
De Graaf heeft een gezandstraalde sound en hij kan aansprekende liedjes schrijven. Wat de relatie met de surrealistische cultfilm van John Waters precies is, werd mij niet geheel duidelijk. De muziek, zou je kunnen zeggen, is post-bop en post-funk en greep in 'Delta Men' ongegeneerd terug naar New Orleans, waarbij drummer Erik Kooger zich uit kon leven in een swingende street beat. Dat kwartet en publiek daarbij meetbaar omhoog gingen, verbaasde geen mens. Harry Emmery funkte ondertussen zoals alleen hij op een contrabas kan funken, waarbij hij zijn voorkeur voor een helder, hoog geluid boven modderig gegrom in het laag duidelijk uiteenzette.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Willem Schwertmann.
(Eddy Determeyer, 13.10.10) - [print]
- [naar boven]
Voorbeschouwing
Follow The Sound Festival 2010
Het Follow The Sound Festival (in 1973 al gestart als het Free Music Festival) is intussen tot aan zijn 37e editie en trekt naar goede gewoonte de kaart van de geïmproviseerde muziek. Vier dagen lang, van woensdag 13 tot zaterdag 16 oktober, zullen luisteraars verrast, geconfronteerd en op het verkeerde been gezet worden in De Singel, Antwerpen.
De naam van de gebeurtenis, die oorspronkelijk uit de grond gestampt werd door Fred Van Hove en het W.I.M.-kollektief, verwijst naar een uitspraak van free-jazzlegende Ornette Coleman: "Follow the sound and we'll all be in the same room." Geen voer voor liefhebbers van voorspelbare muziek dus, al zal het zonder twijfel ook regelmatig leiden tot mooie en beklijvende resultaten met een diverse line-up.
Vanavond stelt Matt Darriau met zijn Paradox Trio een nieuwe soundtrack bij Eisensteins 'Pantserkruiser Potemkin' voor, waarbij improvisatie hand in hand zal gaan met allerhande volksmuziek. Daarnaast is er ook een optreden van het Matthew Bourne Trio, dat aan de slag zal gaan met de Brusselse trompettist Laurent Blondiau (Mâäk's Spirit) en de Nederlandse rietblazer Ab Baars.
Donderdag wordt het een iets breder programma, met als opener het internationale trio van Vincent Courtois (F), Kris Defoort (B) en Wolter Wierbos (NL). Ze hebben een totaal verschillende achtergrond en geen mens kan voorspellen waar dit toe zal leiden. Ze worden gevolgd door het duo Ernst Glerum/Annegien Haselager, die gaan werken met livemuziek, samples en beelden. Afsluiter is een kwartet rond trompettist Axel Dörner, een van de vaandeldragers van de Duitse improvisatie, die hier ongetwijfeld zijn fenomenale techniek en creativiteit zal kunnen botvieren.
Het weekend wordt op vrijdag 15 oktober veelbelovend ingezet met vier onderdelen: eerst is er een concert van de Franse culttrompettist Jacques Coursil, die in de clinch gaat met drie jonge kerels. Zij worden gevolgd door een opmerkelijk duo: de jonge saxofonist Håkon Kornstad, een van de boeiendste jonge Noren, en zangeres Sidsel Endresen. Met Huntsville blijven we vervolgens in Noorwegen. Hun aanwezigheid laat horen dat het niet altijd moet gaan over 'moeilijke' muziek; deze band speelt repetitieve drones, die deze keer aangevuld zullen worden door een klarinettist en andere geluidsexperimenten. De hele dag door zullen er ook projecties getoond worden van Tony Oxley, de legendarische drummer (vorig jaar nog in Antwerpen aan de zijde van Cecil Taylor), die zich ook opmerkelijk manifesteert als visueel kunstenaar.
De dag waar wij het meest naar uitkijken is de slotdag, zaterdag 16 oktober. Naast het werk van Oxley worden ook creaties getoond van percussionist Gerry Hemingway met videokunstenares Beth Warshafsky. Bovenop dat retrospectief zal er ook een live-performance zijn, waarbij percussie, elektronica en beeld hand in hand gaan. De afsluitende knaller is 'B3 Meets Tarfala', een ontmoeting van twee trio's die bassist Barry Guy gemeen hebben. Aan de ene kant met Fred Van Hove en Wilbert de Joode, aan de andere kant met Mats Gustafsson en Raymond Strid, een wisselwerking die ongetwijfeld vuurwerk gaat opleveren!
Pas op het einde toegevoegd aan het programma die dag: een eerbetoon aan de onlangs overleden trompettist/componist/docent en schilder Bill Dixon. De muziek wordt uitgevoerd door Barry Guy en drie (!) trompettisten die met de meester werkten of sterk door hem beïnvloed zijn: opnieuw Jacques Coursil, de Oostenrijker Franz Koglmann en de uit de Verenigde Staten overgewaaide Stephen Haynes, die jarenlang aan de zijde van Dixon stond en nog meewerkte aan diens recente magnum opus 'Tapestries For Small Orchestra' (2009), een sleutelwerk in 's mans oeuvre.
De intrigerende line-up is internationaal, divers en gefundenes Fressen voor muzikale avonturiers. Naast de concerten zullen er ook diverse stands met cd's/lp's zijn, alsook DJ-sessies met de aanwezige muzikanten (op vrijdag en zaterdag). Voor meer informatie en tickets kunt u terecht op de website van het festival.
Dit artikel verscheen eerder op Goddeau.com
(Guy Peters, 13.10.10) - [print]
- [naar boven]
Nieuws
Roerige tijden voor Concertgebouw Jazz Orchestra
Het Concertgebouw Jazz Orchestra bevindt zich op een ingewikkeld kruispunt van tegenstellingen. "Gevoelsmatig worden we hevig door elkaar geslingerd", beaamt dirigent-arrangeur-componist Henk Meutgeert (62). "Het gaat muzikaal en creatief wérkelijk fantastisch met de band. We spelen veel en voor vaak uitverkochte zalen. Eerlijk gezegd is het nog nooit zo goed geweest. Anderzijds is onze toekomst in eigen land momenteel best onzeker door subsidieproblemen en weten we, eerlijk gezegd, niet hoe het straks verder zal moeten."
Echter aan de andere kant van de wereld, in het Theatro Municipal in de Chileense hoofdstad Santiago de Chile, kreeg de Nederlandse bigband van achttien musici gisteravond een minutenlange staande ovatie. Daar trad het orkest op aan het begin van een drie weken durende wereldtournee langs vier Zuid-Amerikaanse landen: naast Chili ook Argentinië, Brazilië en Mexico, waarna de band doorreist naar China.
Afgelopen zaterdag vertrok het gezelschap vanaf Schiphol naar Zuid-Amerika, na twee dagen daarvoor te zijn genomineerd voor een jazz-Edison. Kanshebber dus voor deze prestigieuze Nederlandse jazzprijs. Dit voor het jongste dubbelalbum 'Blues For The Date', een intrigerende bandregistratie, nagenoeg geheel gewijd aan Peter Beets, sinds 1997 vaste pianist-componist van de bigband.
Het album en ook de tournee werden mede mogelijk door een tweejarige projectsubsidie van het Fonds Podiumkunsten. Deze subsidiegever heeft nu een negatief advies verstrekt voor de nieuwe aanvraag van de bigband voor 2011. De jazzband van het Concertgebouw is evenwel niet de enige getroffene van de verregaande beknotting van de Nederlandse cultuur.
Henk Meutgeert beseft dit: "Maar snap je het gevoel? Het voelt allemaal een beetje als een aai over je bol en een klap in je gezicht. Want aan de ene kant word je opgehemeld, staan mensen letterlijk op de stoelen in het Concertgebouw van Amsterdam tijdens ons concert met de klassieke pianist Ronald Brautigam, maak je kans op een jazz-Edison, is het publiek laaiend enthousiast tijdens ons optreden in het Bimhuis met de vermaarde Amerikaanse saxofonist Benny Golson, geven we bij elkaar tien concerten in Zuid-Amerika en China... én krijgen dan - 'om technische' redenen – nee te horen op een subsidieaanvraag."
Volgens Henk Meutgeert gaat het om een beperkt verzoek om financiële steun (100.000 euro) dat van wezenlijk belang is voor de dagelijkse bedrijfsvoering van het orkest. Hij voegt daaraan onmiddellijk aan toe dat het orkest, door een nieuwe zakelijke leiding, inmiddels driekwart van het budget zelf verdient via concerten, cd-verkoop en andere activiteiten.
Maar tot eind van deze maand geeft The Jazz Orchestra of the Concertgebouw, zoals de naam formeel is, zijn Nederlandse visitekaartjes af in het Teatro Coliseo in Buenos Aires, Argentinië (woensdag 13 oktober), om onder meer door te reizen naar Córdoba, Rio de Janeiro, Sao Paulo, Mexico-Stad en Uruapan, en Macao in China. Laatste nieuws: eind december en de eerste dagen van januari 2011 is de Concertgebouw Bigband uitgenodigd voor concerten in New York met de even excentrieke als legendarische Hammondorgel-speler Dr. Lonnie Smith.
Dit artikel verscheen eerder in De Telegraaf.
(René Steenhorst, 12.10.10) - [print]
- [naar boven]
Cd
Tobias Delius 4tet - 'Luftlucht' (ICP, 2010)
Opname: 2009
Je kan het experimenteren zó ver doordrijven dat je, zoals sommigen, enkel nog onvoorbereid gaat musiceren met onbekenden. Dat kán spannende resultaten opleveren, maar zelden leidt het tot de warme cohesie die gecreëerd wordt door muzikanten die elkaar door en door kennen. Dat laatste is het geval op 'Luftlucht'.
Hoewel het kwartet niet bepaald een grote naam is in de internationale wereld van de geïmproviseerde muziek, bestaat het intussen al twee decennia in dezelfde bezetting. Saxofonist Tobias Delius maakt al ruim vijfentwintig jaar deel uit van de Nederlandse scene, al is vooral zijn lidmaatschap van het beruchte ICP Orchestra gekend. Ook drummer Han Bennink en cellist Tristan Honsinger maken daar deel van uit, al zijn ook zij bekender van talloze andere projecten. Hetzelfde geldt voor bassist Joe Williamson, die zich langzaam maar zeker heeft opgewerkt tot een gerespecteerd musicus. Het leverde al drie eerdere albums op, waarvan de laatste intussen toch al dateert van 2001.
Hoog tijd dus om een nieuwe stand van zaken mee te geven. 'Luftlucht' laat horen dat het kwartet al lang geleden zijn eigen sound gevonden heeft. Dat doet nu en dan denken aan The Vandermark 5, maar ook aan Clusone 3, ook al met Bennink. Die laatste drukt natuurlijk zijn stempel op de plaat, maar te dominant of carnavalesk is het niet. Hij kan zich speels vermaken met kleine geluiden, als een klein kind dat in een hoekje een nog onbekend stuk speelgoed ontdekt, maar hij kan net zo goed de drijvende kracht achter meeslepend groepsspel zijn. Zijn bijdrage doorheen dit concert (opgenomen in 2009 in het Bimhuis) is een belevenis om aan te horen. Nu eens uitpakkend met een quasinonchalant potten- en pannengeluid, dan weer swingend, opjuttend en aanmoedigend (inclusief de verbale uitspattingen).
Nochtans is het geen onemanshow, niet van Bennink en evenmin van de bescheiden leider, die met zijn warme saxofoonklank vaak de gids van dienst is. Het eerste, uit vier delen bestaande stuk, laat meteen horen tot wat dit kwartet in staat is: van gevatte call & response-spelletjes in de traditie van de Europese improvisatie, tot rumoerige, in de jazztraditie gewortelde passages, het zit er allemaal in. De muzikanten laten ruimte voor elkaar en hebben er geen probleem mee om even toe te kijken hoe hun collega's weerwerk bieden. Opmerkelijk is vooral hoe natuurlijk alles evolueert.
Soms zingt de cello haast romantisch en speelt Delius een luchtige melodie, terwijl Bennink tezelfdertijd een marsritme lijkt aan te houden. Iets later ben je zo opgezogen door die wisselwerking tussen Honsinger en Delius, dat het je gewoon ontgaan is dat Bennink er van onder gemuisd is om langzaam maar zeker aan een spanningsboog te beginnen. Sommige nummers nemen hun tijd om een verhaal te vertellen, andere houden het weer bij gevatte statements. Het meest succesvol is het kwartet echter wanneer het vanuit een schijnbare willekeur een weg naar buiten zoekt, meerdere stijlen en ritmes aandoet, terwijl de goesting ervan afdruipt.
Al bij al gaat het om vrij klassieke invloeden, maar dan erg speels verpakt met een kleurrijk lint er rond. Als Bennink erbij betrokken is, dan is de swing nooit ver weg, en ook nu zijn er meerdere passages die muziek uit de jaren veertig koppelen aan moderne improvisatie. Door de aanwezigheid van de drummer en de wat opmerkelijke instrumentatie is Williamson degene die wat minder opvalt, maar intensieve beluistering laat horen dat hij een opmerkelijk wendbaar anker vormt. Op die manier werd 'Luftlucht' een oerdegelijke plaat, bij elkaar gespeeld door een band die heel goed weet wat zijn troeven zijn en zich overduidelijk amuseert. En het lijkt allemaal zo gemakkelijk.
Deze recensie verscheen eerder op Goddeau.com
Meer horen?
Op de website van Subterranean Music kun je van dit album een gratis mp3 van het nummer 'Guest Room/Luftlucht' downloaden.(Guy Peters, 12.10.10) - [print]
- [naar boven]
Nieuws
Genomineerden Edison Jazz/World bekend
De nominaties voor de Edison Jazz/World zijn bekend. De prijzen, onderverdeeld in zes categorieën, worden uitgereikt op donderdag 11 november in het Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven. 's Lands meest prestigieuze muziekprijs viert zijn vijftigjarig jubileum.
In de categorie Jazz Nationaal zijn de volgende albums genomineerd: 'Shades Of Brown – A Tribute To Clifford Brown' van trompettist Ruud Breuls & The Metropole Orchestra Strings, 'Blues For The Date' van het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw featuring Peter Beets (piano) en 'The Traveller' van saxofoniste Tineke Postma. Op internationaal niveau is de keuze gevallen op 'Yesterday You Said Tomorrow' van Christian Scott en 'Jasmine' van pianist Keith Jarrett en bassist Charlie Haden. Het rijtje wordt gecompleteerd door het album '54' van oudgediende John Scofield & The Metropole Orkest.
In de categorie Jazz Vocaal koos de jury voor: Dee Dee Bridgewater met het album 'Eleanora Fagan: To Billie With Love From Dee Dee', een hommage aan Billie Holiday, 'Dedicated To You' van Kurt Elling en 'For All We Know' van José James en Jef Neve. In de categorie World zijn geselecteerd: 'Oyo' van Angélique Kidjo, 'El Encuentro' van Dino Saluzzi en Anja Lechner en 'Mwaliko' van Lionel Louéké.
Drie albums/albumboxen maken kans op de titel Bijzondere uitgave van Historische Aard, te weten: 'Side Steps' van John Coltrane, 'Manoir De Ses Reves' van Django Reinhardt en 'Jazz: Highlights Blue Note – A Groove Selection By Hans Mantel', een compilatie van diverse artiesten van het legendarische jazzlabel. Daarnaast kiest de vakjury de beste jazz/world-dvd van het jaar. Kanshebbers zijn 'Ray Charles – The Genius Of Soul' over de blinde pianist/zanger, 'Jon & Jimmy' over de turbulente muzikale relatie tussen Jon Larsen en Jimmy Rosenberg en 'Acoustic Trio' van Richard Galliano.
Tijdens de prijsuitreiking op 11 november zullen diverse winnaars onder leiding van Vince Mendoza en het Metropole Orkest repertoire ten gehore brengen. Het programma na de pauze wordt volledig ingevuld door Chaka Khan, winnares van de oeuvreprijs 2010. Klik hier voor meer informatie en reserveringen. Het evenement wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 6.
Meer weten?
Onze recensie van 'Yesterday You Said Tomorrow' van Christian Scott.
Onze recensie van 'The Traveller' van Tineke Postma.
Onze recensie van 'Blues For The Date' van het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw feat. Peter Beets.
Onze recensie van 'For All We Know' van José James en Jef Neve.
(Maarten van de Ven, 12.10.10) - [print]
- [naar boven]
Cd
Marc Scholten – 'The Blindfold Test' (eigen beheer, 2010)
The Blindfold Test – tja, wie spelen er hier en wat wordt er gespeeld? Misschien moet je denken aan de Houdini's, ook twee saxen, een trompet-annex-bugel en ritme in de neo-bopsfeer. Als je dat denkt bij het nummer 'Get In Lane' ben je warm. Want de componist en bugelsolist is hier Angelo Verploegen, die ook bij de Houdinio's het hoogte woord had. Die vage verwijzing naar 'Anthropology' zal ook wel zijn idee zijn geweest.
Nee, het betreft hier een band rond saxofonist en componist Marc Scholten. Die speelt ook in het Metropole Orkest en iets van het keurige dat dat ensemble kenmerkt vind je hier terug. Het is allemaal net even te glad. Dat neemt niet weg dat er voldoende memorabele momenten zijn. Zoals in de ballad 'The Right To Remain Silent' – voor de goede orde: dit is opgenomen negen maanden vóór het proces tegen de doorgaans zo kwebbelgrage verdachte W. De bugel opent het requisitoir, gevolgd door een duet met de tenor van Leo Janssen en een driespraak met de sopraan van de leider erbij. Dat levert een fraai staaltje contrapunt op. Opgemerkt moet worden dat de sopraansax van Scholten vol en zuiver klinkt – iets dat je niet van elke bespeler van dat lastige instrument kunt zeggen.
Leo Janssen, die zich op dit schijfje in lijkt te houden, laat zich in 'Before The Jump' van zijn gepassioneerde kant horen, maar het feestelijkst klinkt 'Afriko', een stuk van drummer Florian Hoefnagels, dat met balafon en duimpiano wordt ingeleid. Wat grappig is, daar de compositie eerder naar Zuid-Afrikaanse kwela neigt dan naar West-Afrikaanse highlife. De leider bewijst hier dat ook hij wel degelijk uit zijn dakje kan gaan.
Meer horen?
Op de website van Marc Scholten kun je samples beluisteren van een drietal tracks van dit album: 'Before The Jump', 'La Mancha' en 'Song For Stephanie'. Je vindt ze onder het kopje 'Hoor'.Labels: cd
(Eddy Determeyer, 11.10.10) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...