Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Audiocenter
De inspiratie van het moment
Trio BraamDeJoodeVatcher & Bart Maris, donderdag 19 maart 2009, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

Onlangs was het Trio BraamDeJoodeVatcher te gast in JazzCase Dommelhof. Zonder een van tevoren afgesproken setlist en enkel gewapend met een dertigtal composities van de hand van Michiel Braam, stapte het trio in Neerpelt het podium op. Avontuurlijk en spannend zou het worden, want deze drie heren staan geboekstaafd als Nederlands meest eigenzinnige musici, voor wie muzikale vrijheid en avontuur voorop staan.

Deze dertig cues vormden de basis, de sleutels voor het muzikale avontuur, voor het overige was alles vrij en open, waardoor het concert alle richtingen uit kon. De aanpak van het trio is om elkaar improviserend te vinden en één van de dertig composities aan te reiken, waarop de anderen dan spontaan kunnen inhaken. Welke van deze composities, de volgorde waarin en hoe deze aan elkaar zouden worden gesmeed; dat bleef ook voor de muzikanten een verrassing. De enige leidraad hierbij was de inspiratie van het moment zelf.

Als toeschouwer was het even wennen aan deze manier van musiceren, waarbij improviserend van de ene naar de andere de stapsteen werd overgegaan, wat een muzikaal patchwork van wisselende melodieën, sferen en ritmes opleverde. Vaak was de matching van de cues perfect, maar soms was het aarzelend zoeken en aftasten van de muzikanten om in een bepaalde cue terecht te komen voelbaar, en werd de spanning tussen de opeenvolgende cues net iets te lang aangehouden. Een spanningsveld dat vaak verrassend was in de wendingen die het zoeken aannam en de richting die het uitging. Niet altijd even gemakkelijk voor de toehoorder, omdat voortdurend verwachtingspatronen doorbroken werden. Als je meende in de groove te zitten en het ritme van de swing beet te hebben, werd deze ook weer even abrupt door het trio verlaten.

De eerste set van het concert bestond uit drie uitgesponnen en titelloze werkstukken, die ruim veertig minuten duurden. Het openingstuk werd meteen hectisch en heftig ingezet met een stevig ritme en een melodie aangegeven door Braam op piano, die Vatcher met strakke en droge percussie en De Joode op contrabas in alle heftigheid deden aanzwellen. Deze stevige groove werd afgewisseld met meer melodieuze passages die soms naar het swingende toe neigden.

Het aanvankelijk bizar aandoende bladeren in de partituren, het opgestoken vingertje of het door de muzikanten roepen van het nummer van een bepaalde cue, bleek al gauw een volwaardige part-of-the-show-gimmick te zijn, waar je al verwachtingsvol naar uitkeek als een bepaalde melodie dreigde vast te lopen en je hoopte op nieuwe riffs met nieuwe spannende wendingen.

Bij cue 22 herinner ik me een spanning opbouwende ritmische beat, bluesy en bovenal erg toegankelijk. Tot het stokte en ontspoorde met een expressieve en geanimeerde drumsolo van Vatcher, die je volledige aandacht opeiste. Via de tussenstops, waar het zoeken en aftasten was welke richting het uitkon, werd overgeschakeld op een trager ritme met een andere klankkleur.

Als toeschouwer ben je zo geconditioneerd, dat je verwacht dat de muzikanten na improvisatieuitstapjes terugkeren naar de basismelodie. Hier gleed het trio vlotjes, maar ook soms met horten en stoten, van de ene melodie over in de andere, wat soms een totale stijlbreuk meebracht en waardoor de werkstukken collages van afzonderlijk gecomponeerde muziekstukken werden.

Bij elk concert nodigt het trio voor de tweede set een gast uit de regio uit. In JazzCase was dit trompettist Bart Maris. Aan de toog, tijdens de pauze, vertrouwde hij me toe zenuwachtig te zijn, omdat hij niet alle cues ten volle kende. Maar eenmaal op het podium was een uiterst alerte Maris prominent aanwezig. Hij zat er meteen helemaal op, wat voor een aantal kippenvelmomenten zorgde. Rustig beginnend, met stukjes free jazz, met een grappige muzikale conversatie met contrabassist De Joode, ingetogen en subtiel in de melodieuze passages, waanzinnig fragiel en mooi. Maar ook in de meer swingende en ritmische stukken was het genieten.

Als gastmuzikant is het erg belangrijk de cue-hints te herkennen wanneer ze worden aangegeven, er op in te pikken en er iets creatiefs mee te doen. Dit vergt naast het elkaar naadloos muzikaal aanvoelen vooral veel lef en werkt alleen in een sfeer van wederzijds vertrouwen. Maris wist zich gedragen door een subliem trio en voelde zich als een vis in het water, wat hem toeliet voluit te gaan. Dat zorgde voor hemelse momenten.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven. En hier kun je het gehele concert van Trio BraamDeJoodeVatcher & Bart Maris beluisteren.

Meer horen en zien?
Als extraatje kun je via de nuvolgende links een groot deel van dit concert ook nog eens bekijken! Er zijn mooie videoregistraties van de eerste set van Trio BraamDeJoodeVatcher ('Part I' - klik 'hier' en van de tweede set met gastspeler Bart Maris ('Part I' - klik 'hier' en 'Part II' - klik 'hier'.)

(Robert Kinable, 29.5.09) - [print] - [naar boven]





Giovanni Guidi - 'Indian Summer' (CAM Jazz, 2007)
Opname: 2006

Af en toe zijn er mainstream piano-ensembles die albums van een verbluffende schoonheid brengen, zoals 'If' van Myriam Alter, 'Le Pas Du Chat Noir' van Anouar Brahem of 'L’Arbre Pleure' van Nathalie Loriers. Dit album ligt in dezelfde lijn: een kamermuziekachtige sfeer, sterke melodieën, strakke composities, spanning door knappe arrangementen, emotionele diepgang, veel variatie, en dit alles dicht bij huis, zonder pretentie. Dit is wat Amerikanen typische Europese jazz zouden noemen, maar zonder in het vaak breedsprakerige ECM-idioom terecht te komen.

Ik ben niet dikwijls gewonnen voor jazz die netjes binnen de lijnen kleurt, maar de esthetiek van dit album overstijgt dit gebruikelijke euvel. Guidi is creatief genoeg om sterke composities te brengen én die fris uit te voeren, ook als het covers zijn zoals Ornette Colemans 'Round Trip'. Guidi wordt vergezeld door Dan Kinzelman op klarinet en tenorsax, Francesco Ponticelli op bas en Joao Lobo op drums. De muziek is soms visueel intens en speels ('Il Campione'), droevig ('September Never Comes') of dreigend ('Windmill'). Knap, fris.

Meer horen?
Op de
website' van Giovanni Guidi kun je van de volgende tracks van dit album beluisteren: 'Shadows', 'Il Campione', 'Begatto Kitchen', 'September Never Comes', 'O.C.E.R.' en 'Don’t Change A Hair For Me'. Je vindt ze door even naar beneden te scrollen op de subpagina Discografia.

(Stef Gijssels, 29.5.09) - [print] - [naar boven]





Klez-Edge intrigerend en ongemakkelijk
donderdag 21 mei 2009, De Burcht, Leiden

De Amerikaans-Nederlandse pianist Burton Greene is sinds de jaren zestig, toen hij tot de voorhoede van de New Yorkse avant-garde jazz behoorde, altijd een vreemde eend in de bijt geweest. Zijn manier van spelen - een onorthodoxe, percussieve stijl die slechts deels uit de jaztraditie put - is altijd controversieel geweest. De laatste jaren houdt zich hij zich in groepsverband bezig met zijn Joods-Europese roots, met bands als Klez-Thetics, Kklezmokum en nu Klez-Edge.

Laatsgenoemde band heeft voor het langdurige project van de New Yorkse muziekactivist John Zorn, Radical Jewish Music, vorig jaar nog op Zorns label Tzadik het album 'Ancestors, Mindreles, NaGila Monsters' uitgebracht. Een deel van dat repertoire was donderdagavond in de Burcht te horen in een kwartetbezetting.

Klez-Edge, kennelijk referend aan een ongemakkelijk rafelrandje, bestaat naast Greene uit Lior Kuperberg op sopraan- en tenorsax, Larry Fishkind op tuba en Roberto Haliffi op drums. Het programma is samengesteld uit nieuwe en oude stukken met duidelijk herkenbare klezmer-elementen. De nieuwe stukken zijn gecomponeerd door Silke Rollig en Greene, terwijl de oude stukken bewerkingen zijn van traditionals uit Oost-Europa. Een drietal stukken is gebaseerd op traditionele liederen uit Moldavië, de wortels van zijn moeders kant. Met zijn band Klezmokum liet Greene ons kennismaken met de geografische rijkdom van de joodse muziek van Oost-Europa, de Balkan en Noord-Afrika. Ditmaal is de meest exotische associatie die met Guayaquil in een gelijknamige compositie van de Amerikaanse pianiste Jill McManus, waarin Ecuadoriaanse elementen worden gekoppeld aan jazz en klezmer.

De eerste set klinkt in de matig gevulde ruimte van het café nogal rommelig. Percussionist Haliffi heeft, rekening houdend met de nagalm, voor de zekerheid een zeer kleine drumset zonder hihats meegenomen, maar de ritmische accenten van de pianist lijken soms niet aan de rest van de band besteed. Fishkind en Kuperberg laten zich hierdoor niet van de wijs brengen. Kuperberg is op beide saxen een ontspannen fraserende improvisator die niet uit is op effectbejag. Fishkind lijkt zowel als ritmisch anker als solist een musicus die zijn eigen plan trekt, zonder dat het ten koste gaat van het collectief. Mooi solowerk van de blazers horen we in 'Mindrele', en 'Ire Moldovenesc', de twee Moldavische traditionals voor de pauze.

Na de onderbreking klinkt de band minder geforceerd zodat er meer ruimte ontstaat voor onverwachte nuances en accenten. Greene blijft een onconventionele stilist, die op zijn piano steeds op zoek is naar verschuivende ritmische accenten, alsof hij dansers begeleidt. Uitdagend en prikkelend is ook zijn solowerk, waarin de melodie telkens gefragmenteerd wordt in ritmische modules. In combinatie met het beperkte bereik van het overigens puntig bespeelde slagwerk van Haliffi krijgt de band een metalige klank die zelfs aan elektronische muziek doet denken. De volgens jazzconventies afwijkende Oost-Europese dansritmiek klinkt in de handen van deze musici echter nooit onnatuurlijk. Het hoogtepunt is het gedragen 'Lamentation', opgedragen aan dichter en jazzpromotor Greg Foster, dat vooral door het sonore tenorspel van Kuperberg extra diepte krijgt.

Ik ben benieuwd hoe Klez-Edge in een meer genaakbare context klinkt.

(Ken Vos, 28.5.09) - [print] - [naar boven]





Jazz op verzoek #8
Jazz in Duketown 2009


Jazz is hip. Vooral de mengvormen waarbij pop, soul en blues een rol spelen doen het erg goed. En daar speelt Jazz in Duketown op in, vanaf vrijdag 29 mei tot en met zondag 1 juni. Het festival is dé ontmoetingsplaats voor liefhebbers van jazzmuziek, maar zeker ook voor liefhebbers van de Brabantse gezelligheid. Bekende en minder bekende artiesten passeren de revue en zullen de vele podia in de binnenstad van 's-Hertogenbosch vullen met oorstrelende jazzy klanken. Jazz in Duketown richt zich in zijn programmering op een breed publiek. Je hoort er natuurlijk jazz, maar ook wereldmuziek, soul en funk. Dit alles gemaakt en/of bedacht op Nederlandse bodem. Daarmee onderscheidt het festival zich van zijn grote broers North Sea Jazz en The Hague Jazz.

Op het programma prijken grote namen als Wouter Hamel, Benjamin Herman, Tineke Postma en Leona. Maar er is niet alleen maar nieuwe en hippe jazz. Ook 'ouderwetse' jazz en het meer experimentele werk is in overvloed te beluisteren. Zo kunnen we dit jaar gaan kijken en luisteren naar de Amerikaanse tenorsaxofonist David Schnitter. Hij speelde jaren in de Jazz Messengers van de legendarische drummer Art Blakey. Schnitter is zondag 31 mei te gast bij pianist Edgar van Asselt en zijn kwartet op de Parade.

Vooral het programma in de Toonzaal, dat in samenwerking met de VPRO is samengesteld, is interessant. Onder de noemer VPRO ToneJazz Festival spelen op vrijdag, zaterdag en zondagavond iedere avond twee groepen, waaronder Jasper Blom Quartet, Jef Neve Trio, Moscow Art Trio en Andy Bruce & Rigidly Rightous. Op andere locaties zijn er optredens van onder anderen Alexander Beets featuring Rik Mol, The Trumpack met Philip Harper, Michael Varenkamp en Eef Breen, Ronald Snijders Extended Funk Band, Lavalu en het Brabants Jazz Orkest.

Op Jazz in Duketown is, net als de afgelopen jaren, zowat elke smaak vertegenwoordigd. Klik hier voor uitgebreide informatie.

Zoals ieder jaar maakte de VPRO-radio tijdens de editie van 2008 opnamen van de concerten in de Toonzaal. Via het programma Jazz@VPRO zijn de volgende "zes concerten voor fijnproevers" (presentatrice Vera Vingerhoeds) on demand te beluisteren (klik op de namen om de betreffende pagina's te openen): Fidan, Carsten Daerr Trio, Mona Lisa Overdrive, Matthias Schriefl 'Shreefpunk', Wolfert Brederode Quartet en Estafest.

Meer horen?
Luister naar een voorbeschouwing op het VPRO ToneJazz Festival bij VPROJazzLive. Klik hier
.

(Donata van de Ven & Jacques Los, 28.5.09) - [print] - [naar boven]



Natalie Cole verlaat ziekenhuis

Jazzzangeres Natalie Cole is ontslagen uit het ziekenhuis. De 59-jarige Amerikaanse verliet zondag, vijf dagen na het ondergaan van een niertransplantatie, het hospitaal om thuis verder te herstellen. Dat bevestigde haar woordvoerder in het Amerikaanse tijdschrift People.

Cole wilde maandag de herdenkingsceremonie bijwonen van haar zus Carol, die aan longkanker overleed op de dag dat de Grammy-winnares haar nieuwe nier ontving. Volgens de woordvoerder van de zangeres maakt ze het 'naar omstandigheden goed'.

Cole, dochter van overleden jazzlegende Nat King Cole, maakte vorig jaar bekend dat ze aan hepatitis C lijdt. Om de leverziekte - waarschijnlijk veroorzaakt door drugsgebruik in het verleden - te bestrijden, onderging ze chemotherapie. Die therapie zou de nierproblemen hebben veroorzaakt.

De zangeres heeft de komende drie tot vier maanden ingeroosterd om te herstellen. Haar zomertournee in Amerika wordt daarom opgeschort.

Bron: Trouw

(Maarten van de Ven, 27.5.09) - [print] - [naar boven]





Interview Robin Verheyen

Hij mag dan pas 26 zijn, de jonge Belgische saxofonist Robin Verheyen leidt nu al drie groepen en is zijn eigen manager: "Ik organiseer alles zelf. Ik boek hotels, vliegtuigtickets en concerten. Ik run mijn eigen reisbureau, ja. Dat is puzzelen, daar ben ik elke dag mee bezig. Ik waak erover dat er genoeg werk is voor mijn groepen."

Karel Van Keymeulen, journalist van de Vlaamse krant De Standaard, zocht de geïnspireerde saxofonist op in New York en vroeg onder andere hoe diens dagen daar verlopen. Klik hier om het te lezen.

Meer weten?
Lees hier onze recensie van de cd 'Painting Space' van het Robin Verheyen International Quartet.

(Maarten van de Ven, 27.5.09) - [print] - [naar boven]





De toekomst van de jazz
Nationaal Big Band Concours, zaterdag 16 mei 2009, Meer Jazz Festival, Hoofddorp

"In het verleden heb ik mijn hart wel eens vastgehouden wanneer ik over de toekomst van de jazzmuziek nadacht," zei jurylid Henk Meutgeert tijdens het orkestenconcours van het vijftiende Meer Jazz Festival. Die vrees heeft in de loop van de laatste jaren evenwel plaatsgemaakt voor vertrouwen. "Jazz zal nooit uitsterven. Het niveau neemt met het jaar toe."

Dat was ook de indruk van de overige juryleden. Frits Landesbergen roemde het enthousiasme en de bevlogenheid van de door hem en Ruud Breuls beoordeelde orkesten. De Allotria Big Band had jurylid Loet van der Lee in de loop der jaren onder leiding van Herman Nijkamp zien groeien "van een lokaal dansorkest tot een volwaardige bigband. Alle muzikanten zijn betrokken bij de swing van het orkest." Allotria draaide mee in de 'Topklasse' van het concours, waarin de Zwollenaren finalist werden. In 'The Jody Grind' liet Allotria horen hoe je een bigband een combo-feel geeft, maar de meeste indruk maakte toch het originele, speelse arrangement dat pianist Martijn van Limbeek op het aloude 'All The Things You Are' had geschreven.

De andere finalist in deze klasse was het Utrechts Jazz Orkest. De jury prees de 'fantastische arrangementen' van dirigent Konrad Konselleck, die de band een eigen gezicht geven. Vorig jaar nam Konselleck het stokje over van Kurt Weiss, wiens stukken bluesier en aardser klinken.

Het Fraggle Jazz Orchestra van de Muziekschool Twente en de Windmill Big Band uit Alblasserdam stoomden door naar de finaleplaatsen in de 'Eerste Klasse'. 'Fris' en 'goede timing' noteerde Meutgeert betreffende Fraggle. Count Basie is duidelijk favoriet daar in Twente. Dus kwam de onvermijdelijke Sammy Nestico voorbij, maar gelukkig ook Neil Hefti en zelfs het onverwoestbare 'Jumpin’ At The Woodside'.

"Fantastisch," oordeelde Breuls over de Windmill Big Band. Hij wees altsaxofonist Louis Sloot en drummer Julian Schulz ("hij droeg de band") als individuele uitblinkers aan. "Ja, die is goed," had je in de wandelgangen al over Schulz kunnen horen. Want het concours is ook een marktplaats waar amateurmuzikanten elkaar ontdekken. Daarnaast doet iedereen zijn en haar stinkende best, want het is en blijft natuurlijk tevens een strijd. "Heb je al een speech voorbereid, voor het geval dat?" klonk het achter me.

Onder de 28 (!) bigbands zaten heel wat orkesten die niet in de prijzen vielen, maar beslist werk van niveau leverden. Zoals ook Meutgeert opmerkte, de tijd dat je overwegend orkestjes hoorde die zich piepend en rammelend door Glenn Miller en Count Basie (lees: Nestico) ploegden, ligt ver achter ons. Neem zo'n Persi Swing Collection, het jazzorkest van Harmonie De Volharding uit Steenbergen. Het gezelschap swingt, vormt een eenheid en is behoorlijk veelzijdig. De solisten leveren coherente bijdragen die functioneel zijn binnen het geheel. Als het koper nog een tikje puntiger gaat werken, zien we deze bigband nog wel eens terug in de topklasse.

Of anders de Big Band Blast! uit Sliedrecht. In Stan Kentons 'Artistry Jumps' laten de vijf trompetten maar weer eens voelen hoe het is om tegen een ouderwetse wall of sound te knallen. Met trompetten stook je vuurtjes, vrienden. Geen wonder dat deze scheurijzers ook zelfstandig aan allerhande projecten en sessies meewerken. Timing en dynamiek: dik in orde. Zelfs de vertederende Junior Big Band, waarvan de gemiddelde leeftijd niet boven de elf zal hebben gelegen, heeft een eigen geluid. De combinatie van de twee fluiten en de drie altsaxofoons geeft de Juniors onmiskenbaar iets engelachtigs.

Inderdaad, over die toekomst hoeven we ons geen overdreven zorgen te maken.

(Eddy Determeyer, 25.5.09) - [print] - [naar boven]





Trio BraamDeJoodeVatcher op tour in VS en Canada

Tussen 11 juni en 4 juli geven Michiel Braam (piano), Wilbert de Joode (contrabas) en Michael Vatcher (drums) twaalf concerten in de Verenigde Staten en Canada. Ze spelen samen met grote namen als Fred Anderson en Mats Gustafsson.

Het trio presenteert het programma 'Trio BraamDeJoodeVatcher Quartet', dat in maart in Slovenië in premiere is gegaan en waarmee het trio verder nog in Nederland, België en Frankrijk heeft opgetreden. Voor dit programma schreef Michiel Braam dertig nieuwe composities, die op alle mogelijke manieren en op elk gewenst moment gespeeld kunnen worden. De musici hebben daarbij allemaal een gelijke mate van vrijheid en verantwoordelijkheid. Om de muziek in nieuwe richtingen te sturen en het avontuur verder te vergroten, worden voor een aantal concerten gasten uitgenodigd, daarmee het trio uitbreidend tot een kwartet.

In Chicago speelt het trio in de legendarische Velvet Lounge met eigenaar/tenorsaxofonist Fred Anderson, één van de oprichters van de AACM, die onlangs zijn tachtigste verjaardag vierde. Op het jazzfestival van Vancouver zijn te gast Mats Gustafsson uit Zweden (sax) en François Houle, Canada's beste klarinettist. Verder speelt het trio met Taylor Ho Bynum en Magus Broo (Atomic), beiden op trompet.

Tourschema:
11/6, Discover Jazz Festival, Burlington VT
12/6, Firehouse 12, New Haven CT - met Taylor Ho Bynum (trompet)
14/6, The Timucua White House, Orlando FL
15/6, Suoni per il Popolo festival, Montreal QC
16/6, The Rex Hotel, Toronto ON
17/6, Kerrytown Concert House, Ann Arbor MI
18/6, Elastic, Chicago IL
19/6, Velvet Lounge, Chicago IL - met Fred Anderson (tenorsax)
20/6, Frick Fine Arts Auditorium, University of Pittsburgh PA
30/6, Vancouver Jazz Festival, Roundhouse - met Mats Gustafsson (sax) en François Houle (klarinet)
1/7, Vancouver Jazz Festival, Ironworks
4/7, Ottawa Jazz Festival, 4th Stage

Binnenkort op deze site een uitgebreide recensie met geluids- en filmopnamen van het JazzCase-concert dat Trio BraamDeJoodeVatcher op donderdag 19 maart 2009 gaf in Cultureel Centrum Dommelhof te Neerpelt. De gastspeler was toen Bart Maris.

(Maarten van de Ven, 25.5.09) - [print] - [naar boven]





Charles Mingus - 'Charles Mingus' (Columbia Jazz Profiles, 2007)
Opnamen: 1959

Het jaar 1959 was voor bassist Charles Mingus wel héél vruchtbaar. In dat jaar verschenen de elpees 'Mingus Ah Um' en 'Mingus Dynasty', monumenten van swingende eigenzinnigheid. In de serie Jazz Profiles van Columbia treffen we deze compilatie van gezichtsbepalende nummers van die releases.

Mingus staat aan het hoofd van fikse combo's met grootheden als Booker Ervin, Benny Golson, Horace Parlan, James Knepper, Danny Richmond en John Handy. Op het programma staan fel swingende, avontuurlijke stukken waarin collectieven en improvisaties naadloos in elkaar overgaan. Van de tien stukken zijn er negen van de meesterbassist zelf, het tiende is 'Things Ain’t What They Used To Be' van Duke Ellington, dat van Mingus en zijn mannen een veel gedrevener interpretatie krijgt dan van The Duke zelf.

Gedrevenheid is misschien wel het sleutelwoord als we de muziek van Mingus willen omschrijven. Een andere mogelijkheid is 'urgentie'. Op dt album staan eigenlijk alleen maar hoogtepunten van urgentie, maar het meest in het oog springend zijn legendarische stukken als 'Goodbye Pork Pie Hat' en 'Better Git It In Your Soul'.

Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

(Anoniem, 25.5.09) - [print] - [naar boven]





Tussen jazz en klassiek
Maurice Horsthuis Elastic Jargon & Mark Feldman, vrijdag 15 mei 2009, Bimhuis, Amsterdam

De muziek van Elastic Jargon doet niet zelden denken aan het Zapp String Quartet: muziek die het midden houdt tussen jazz en klassiek. Uitgangspunt zijn uitgeschreven composities van blad, waarbij individuele leden uitgebreid mogen soleren. Anders dan bij het Zapp String Quartet is er een uitgebreide bezetting, die door Horsthuis volledig wordt benut in de verschillende composities die het programma vormden in het Bimhuis op deze vrijdagavond.

Zo klonk er aan het eind van de eerste set een langzame blues, maar de muziek ging alle kanten op. Dan weer klonk de er een jazz-ritmesectie onder leiding van de uitstekend spelende bassist Brice Soniano, dan weer klonk er een klein strijkorkest dat zich aan romantische filmmuziek waagde. Als gastmuzikant was Mark Feldman vertegenwoordigd.

Feldman speelt tegenwoordig veel in de downtown scene rondom John Zorn. Hij toerde zelf als bandleider van een uitmuntende jazzband met de cd 'What Exit' op ECM. Bij Horsthuis speelde hij mee als volwaardig bandlid en bracht een aantal prachtige, korte solo's, die de muziek meteen op een hoger plan tilden. Voor Feldman was het een routineklus, dat kan niet anders met zoveel podiumervaring. Zichtbaar genoot hij van andere partijen.

(Eric van Rees, 23.5.09) - [print] - [naar boven]





Column Jo Dautzenberg
Don't explain


"Vanaf de brede trap daalt in een glinsterende avondjurk gehuld een zwarte dame op het dakterras neer. Billie Holliday. Ze legt haar hand op de schouder van Claudius. "Hi, little Falky..." Claudius lacht verlegen. Ze wijst op de immense basklarinet: "Play 'Don't Explain' for me and don't explain it, just play it." Getrapt en gewenteld, maar zeker niet verslagen, zet de muzikant aan en ja hoor: ruimte, rust, diepte... kunst. Het behoeft allemaal geen nadere uitleg. Het is goed, het is klasse, het is Claudius."

Frank Zappa, Billie Holiday en Claudius Valk komen samen in een cryptische column van Jo Dautzenberg. Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.

(Maarten van de Ven, 23.5.09) - [print] - [naar boven]





Stoelen aan de kant
Artvark, donderdag 2 april 2009, JIN, De Lindenberg, Nijmegen

In het kader van de serie 'Musician in residence' (dit seizoen tenorsaxofonist Mete Erker) presenteerde stichting Jazz & Impro Nijmegen deze donderdagavond een concert waarin Erker cum suis van Artvark 'salsa-tamboer' Udo Demandt ontmoetten. Demandt deed zijn eindexamen voor latin percussie en drums in 2000 aan het Rotterdams Conservatorium. Hij is een virtuoos op het gebied van Braziliaanse muziek. Artvark-saxofonist Bart Wirtz en Demandt spelen ook samen in Monsieur Dubois.

Artvark is een saxofoonkwartet helemaal van nu. Bewogen door muzikale tradities. Vanavond speelde het kwartet overwegend nog niet uitgebrachte muziek. Immers, zesendertig uur na het concert in de Lindenberg zou Artvark de studio ingaan voor de opname van hun tweede cd in Duitse Osnabrück, Duitsland.

De vier saxofonisten kwamen, in het pak gestoken en rustig blazend, één voor één het podium op met een voorzichtige, nieuwsgierige blik in hun ogen. Speels en creatief namen Mete Erker, Rolf Delfos, Bart Wirtz en Peter Broekhuizen improviserend steeds een andere positie in tijdens het spel. Ze zochten elkaar voortdurend op voor sterk gevarieerde unisono's in duo-, trio- en tuttispel. Er werd door de heren enthousiast meegeklapt, meegestampt, en geknipt met hun vingers.

Het nummer 'Jezus Be A Fence' was een romantisch, opzwepend stuk met invloeden uit de gospel en soul. Altsaxofonist Delfos nam het voortouw in dit nummer en stond tijdens zijn solo tegenover zijn drie toelachende collega's, zoals een bevlogen voorganger tegenover zijn congregatie. Delfos en Broekhuizen zorgden voor een mooi harmonische saxpartij. 'Shake Your Ass A La Cali' van Broekhuizen sprong eruit. Op zijn baritonsax speelde hij swingende, stuwende baslijnen. Demandt gaf een relaxte, doordachte solo ten beste en toonde zich ritmisch sterk op zijn cajón, dat hij afwisselde met percussiewerk achter zijn drumstel. Zijn Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Oosterse ritmes waren een heerlijke ontdekking en aanvulling voor Artvark.

Wat een bewogen spel! Vanaf het moment van opkomst van Artvark werd het publiek geboeid, wat zich uitte in een lach op ieders gezicht. De humoristische manier van presenteren naar het publiek toe sprak erg aan. En de weldoordachte overtuigende stukken en precieze riffs bleven het hele optreden boeien. Zwoel, hmm...

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten van de Ven.

Meer weten en horen?
Op 28 mei geeft Mete Erker in de Lindenberg in Nijmegen een masterclass 'Solist versus ritmesectie' aan studenten van het conservatorium. De masterclass is gratis voor publiek toegankelijk. Deelname aan de masterclass kost 10 euro. 's Avonds geeft Erker als musician in residence een optreden met pianist Jeroen van Vliet en zangeres Kristina Fuchs. Klik hier voor meer informatie.

(Josien Lucassen, 21.5.09) - [print] - [naar boven]





John Surman - 'The Spaces In Between' (ECM Records, 2007)
Opname: 2006

John Surman is er altijd in geslaagd om een perfect evenwicht te vinden om zijn muziek toegankelijk en emotioneel te houden, zonder in het ravijn van goedkope sentimentaliteit te vallen. De toon van zijn sax is uit de duizenden te herkennen, of het nu in een gewoon jazzkwartet is, of in een meer vrije omgeving zoals met Jack DeJohnette, of met elektronische ondersteuning, of met een klassiek strijkkwartet zoals hier.

Op dit album speelt ook Chris Laurence mee, een bassist die thuis is in zowel jazz als klassiek, waardoor het geheel iets uitgebalanceerder is. Zoals de titel al suggereert, is de muziek zeer open, een vredevol maar intense geluidsomgeving creërend. Ik ben geen echte fan van jazz waar ook strings in voorkomen, want ofwel is het té melig, ofwel pretentieus, in de zin van 'zie eens hoe belangrijk ik nu wel ben geworden'. Gelukkig is er niets van dit alles op dit album, de strijkers spelen immers een vooraanstaande rol in de muziek, bouwen die mee op, of bepalen die zelfs volledig, zoals in het titelnummer, dat enkel bestaat uit solo viool en één van de hoogtepunten van de cd is.

De muziek varieert tussen jazz, modern klassiek, barok en romantiek. Er zijn duidelijke verwijzingen naar Bach ('Wayfarers All') en naar Ravel ('Mimosa'), maar toch blijven de composities ook typisch Surman; zo doet de finale van het tweede nummer heel erg denken aan zijn 'Edges Of Illusion' uit de vroege jaren tachtig. Op 'Mimosa' is de muziek ook Arabisch geïnspireerd, zowel in de melodie als in de accentuering van het thema door de violen. Ook de moods variëren gedurende het album: van melancholisch ('Winter Wish') en speels ('Now See!') tot somber ('Leaving The Harrow').

Een prima album, met uitstekend solowerk van Surman, of het nu is op baritonsax, sopraansax of basklarinet. Zijn techniek, de opbouw van zijn solo's, de variatie in zijn spel en de helderheid van zijn toon zijn verbluffend. Surman heeft altijd gezocht naar zijn eigen romantische esthetiek, en die vindt hij hier, voor een groot deel dankzij de strijkers. Dit is geen jazz in de traditionele betekenis, maar het is schitterende muziek.

Labels:

(Stef Gijssels, 21.5.09) - [print] - [naar boven]





Een groot plezierig feest
Uitreiking VPRO/Boy Edgar Prijs aan Ernst Glerum, maandag 11 mei 2009, Bimhuis, Amsterdam

Een groot plezierig feest was het in het Bimhuis: de uitreiking van de VPRO/Boy Edgar Prijs aan bassist Ernst Glerum. Met behulp van zijn zoon, basgitarist Jim Glerum, die met zijn sample-based formatie Truly Pheasant de entr'acte verzorgde, werd vanaf de opening (20.00 uur) tot het middernachtelijke uur een zeer gevarieerd programma uitgevoerd. De muziekgroepen waarin Glerum een prominente rol speelt, kregen dik twintig minuten de gelegenheid een miniconcert te geven.

Begonnen werd met Glerums eigen Glerum Omnibus, waarin hijzelf piano speelde met bassist Clemens van der Feen en drummer Owen Hart. Glerum speelt niet onverdienstelijk. Hij is duidelijk geïnspireerd door Thelonious Monk en Herbie Nichols. Dus: beperkt virtuoos, een pittige aanslag en een eigenzinnige notenkeuze. Als gast vertolkte tenorsaxofonist J.C. Tans - weliswaar met een mooi donker geluid, maar zeker niet indrukwekkend - de ballad 'I Surrender Dear'. De sax heeft bij hem lang in de kast gestaan. Het ICP Orchestra vervolgde met een prachtige, welhaast klassiek medium swingende compositie van Michael Moore. In het korte tijdsbestek werd door zanger Ruben Hein de smartlap-klassieker 'De Sprong O Romantiek Der Hazen' van Mengelberg gloedvol - zij het helaas niet al te goed versterkt - gezongen.

Na het wat hilarische ICP-optreden volgde de prijsuitreiking. Wouter Veening - in de tachtiger jaren maakte hij evenals Ernst Glerum deel uit van de Rockets van J.C. Tans – thans voorzitter van het Insitute for Environmental Security overhandigde de laureaat middels een zeer humoristisch onderkoeld betoog Jan Wolkers' (wissel)plastiek en het geldbedrag van 12.500 euro.

Nadien volgden drie miniconcertjes van pianotrio's. Als eerste het succesvolle trio Bennink/Borstlap/Glerum. Al improviserend werd gedrieën geïnspireerd en meer dan bekwaam lekker swingend gemusiceerd. Het volgende trio, JanssenGlerumJanssen, imponeerde met frisse en knap gearrangeerde composities. Vooral 'One Bar' maakte indruk vanwege de razendsnelle melodische lijnen en complexe ritmestructuur. Het laatste trio Transatlantic Issues (pianist Etienne Stadwijk, drummer Henry Wijnhard en Glerum) was een klassiek pianotrio, waarin een niet al te gezond ogende Sean Bergin een bescheiden gastrol vervulde en soulful Abdullah Ibrahims 'Beautiful Love' vertolkte.

De tweede klapper (JanssenGlerumJanssen de eerste) was het sluitstuk: een enerverend optreden van het Benjamin Herman Quartet. Het ritmeduo – Glerum en drummer Joost Patocka – onverstoorbaar relaxed swingend en de twee adhd-topmusici (lees: onstuimig bewegend op het podium) altist Benjamin Herman en gitarist Anton Goudsmit furieus solerend. Een feest voor oog en oor. Een dynamischer einde van een gevarieerd geprogrammeerde jazzavond had Ernst Glerum zich niet kunnen wensen.

Klik hier voor een fotoverslag van deze avond door Cees van de Ven.

(Jacques Los, 20.5.09) - [print] - [naar boven]



Jazz Vibes in Hoogeveen

Helaas, er is weinig jazz in het noorden des lands. Uitzonderingen zijn onder andere Groningen (Grand Theater, Oosterpoort, ZomerJazzFietsTour), de concerten van Hothouse Redbad in Leeuwarden en Veendam (de woonplaats van pianist Rein de Graaff).

Inmiddels gaat Hoogeveen daar wat aan doen. Op 6 juni vindt daar de tweede editie plaats van een bescheiden doch ambitieus festival: Jazz Vibes. Programmeur Angelique van Os heeft een interessant programma samengesteld onder de noemer 'Jazz & Words'.

Deelnemers zijn onder anderen Fay Claassen & Ilja Reijngoud, Klatwerk 3, Candy Dulfer & Band, de in 2008 internationaal doorgebroken Amerikaanse zanger José James, Wicked Jazz Sounds, 'From Miles To Chet' met onder meer John Engels en Jean-Louis Rassinfosse, en het Anne Guus Teerhuis Trio. In het kader van 'Jazz & Words' is er 's middags een zangworkshop met internationale en nationale topartiesten.

Klik
hier voor uitgebreide programma-informatie.

(Jacques Los, 20.5.09) - [print] - [naar boven]





De vampjes van Tineke Postma
maandag 11 mei 2009, USVA Theater, Groningen

Wat is dat toch met jazzmuzikanten die allemaal eigen stukken moeten spelen? Afgezien van het economische aspect – elke keer dat je eigen werk in een openbare gelegenheid uitvoert, krijg je daar royalty's voor: componeren is een vak. En niet elke muzikant is een Ellington of een Monk. Of, om dichter bij huis te blijven, een Mengelberg of een Figarova.

Een goede muzikant componeert ter plekke: improvisaties over thema's of akkoordenschema's zijn immers instant composities. Echt hele grote jongens – en meisjes! – zal het worst wezen of ze op 'Kortjakje' of 'Der Ring Des Nibelungen' improviseren; die hebben voldoende in hun mars en mouwen zitten wat daar op elk gewenst moment uitgeschud kan worden.

Maar evergreens blijven niet voor niets voor altijd groen. Behalve aansprekende melodietjes bevatten die vaak slimme modulaties. Daar hebben zowel interpretatoren als luisteraars baat bij. Die standards bieden de luisteraar houvast en de uitvoerende een uitdaging.

Nu zal ik de laatste zijn die pleit voor al die doodgespeelde Real Book-deuntjes, die je uitentreuren tijdens elke jamsessie hoort. Maar in het pakhuis van het Great American Songbook liggen honderden zelden of nimmer gehoorde pareltjes te verstoffen.

Tja, dat was dus het gevoel dat mij bekroop tijdens het optreden van het Tineke Postma Kwartet. Nu heb ik van Postma ook wel eens interessant eigen werk gehoord, doch daarvan was in het USVA Theater eigenlijk geen sprake. De gespeelde stukken waren in feite niet veel meer dan uitgewalste vampjes. Doodzonde, want de muzikanten hebben stuk voor stuk ruimschoots voldoende in huis. Zo'n pianist als Marc van Roon heeft iets van een barokke romanticus in zich – die zou ik wel eens in 'Polka Dots And Moonbeams' willen horen. Of alleen maar 'Moon Dreams', dat is ook wel voldoende.

Postma heeft de sopraansax ver boven het niveau van het dunne valse gepiep getild waarmee dat lastige instrument vaak geassocieerd wordt. De sopraan heeft nu eenmaal de makke dat Sidney Bechet, de eerste grote jazzsolist, de lat meteen onbereikbaar hoog heeft gelegd. Het meest opmerkelijke aan het groepsconcept was, dat het viertal zo speels met het ritme bezig was. Terwijl de puls onverstoorbaar doorging, leek de band een roedel jonge honden die met de ritmische accenten aan de haal gingen.

Twee dagen later speelde het Tineke Postma Quartet in het SJU Jazzpodium te Utrecht. Klik hier voor een fotoverslag door Maarten Jan Rieder.

(Eddy Determeyer, 18.5.09) - [print] - [naar boven]



IJAZZ 2009

Op 5, 6 en 7 juni vindt de tweede editie van het Amsterdamse IJAZZ plaats. De locatie is de NDSM-werf in stadsdeel Noord. Vorig jaar trok dit festival zo'n 30.000 bezoekers. IJAZZ heeft de ambitie om Amsterdam ook over de grenzen op de kaart te zetten als jazzy hoofdstad.

Drie dagen lang biedt het festival op zes podia een keur aan beroemde en bekende jazzartiesten, zowel nationaal als internationaal. Om enkele namen te noemen: Erik Truffaz, The All Star Jazz Crusaders, Deodato, Gare du Nord, Stefano di Batista, Wouter Hamel, Benjamin Herman, Eric Vloeimans, Kyteman, Tineke Postma en Monsieur Dubois.

Klik
hier voor uitgebreide informatie.

(Jacques Los, 18.5.09) - [print] - [naar boven]





Begeleidingstrio als drijvende kracht
Tomasz Stanko Quartet, vrijdag 8 mei 2009, Bimhuis, Amsterdam

Trompettist Tomasz Stanko, die in Polen aan de wieg heeft gestaan van de free en avant-garde jazz in de jaren zestig en zeventig, heeft zich vooral vanaf de negentiger jaren toegelegd op melodieuze en sfeervolle moderne jazzmuziek. Debet hieraan is zijn contract met het Duitse ECM-label. Met zijn huidige kwartet - bestaande uit pianist Marcin Wasilewski, bassist Slawomir Kurkiewicz en drummer Michal Miskiewicz – heeft Stanko hiervoor al enkele zeer succesvolle albums opgenomen ('Lontano', 'Soul Of Things' en 'Suspended Night').

De muziek van het Stanko Quartet op de zorgvuldig – ook wat de sound betreft – geproduceerde ECM-albums klinkt erg aangenaam en sfeervol, en is vooral het beluisteren waard als de avond al wat lengt en de wijnfles is opengetrokken. Op het toch ook wel sfeervolle BIM-podium, live, viel het toch enigszins tegen.

Stanko is geen spectaculair technische trompettist. Met gebruik van valse lucht blaast hij inderdaad sfeervol en grotendeels, enkele uithalen in de hoge regionen daargelaten, in het middenregister. Zijn improvisaties zijn qua notenkeus sober en niet al te origineel. Imposante en originele lijnen behoren niet tot zijn bagage. In die zin is hij schatplichtig aan Miles Davis en Chet Baker, waarbij deze laatsten wel unieke, bijzondere en originele interpretaties realiseerden. Niet alleen Stanko's trompetspel is enigermate basic; dat geldt ook voor zijn composities. Kort en tamelijk eenvoudig. Vooral bij de enkele ballads en het daarbij gepaard gaande sobere trompetspel veroorzaakte dat een heftige intensiteit.

De ritmesectie die ook als zelfstandig trio opereert (onder de naam Simple Accoustic Trio) is daardoor bijzonder goed op elkaar ingespeeld. Eigenlijk zijn zij de kracht waar het kwartet op drijft. Qua muzikaliteit ontstijgen zij hun leider. In het bijzonder pianist Wasilewski blijkt een uitzonderlijk talentvol muzikant te zijn. Hij soleert zeer gedoseerd qua opbouw en virtuositeit. Zijn notenkeus is logisch, zeer gevarieerd en swingend. Qua begeleiding is hij zeer gedienstig aan Stanko en zijn vele intro's zijn op zich juweeltjes. Kurkiewicz en Miskiewicz completeren op meer dan adequate wijze de ritmesectie. Beiden excelleren in zowel solo's als begeleiding. Zonder goed begeleidingstrio zou Tomasz Stanko's ster niet zo prominent flikkeren.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

(Jacques Los, 17.5.09) - [print] - [naar boven]





Cd / The Jazztube
Flat Earth Society - 'Cheer Me, Perverts!' (Crammed Discs, 2009)

Opname: 2008

Een nieuwe plaat van de Flat Earth Society die klinkt als een echte FES-plaat, betekent dat more of the same? Ja, maar hier ook meer én beter. Meer dan ooit klinkt het vijftienkoppige orkest onder leiding van klarinettist Peter Vermeersch als een bigband die er geen is. De muzikale kwaliteit en discipline van de grote jazzorkesten vindt op 'Cheer Me, Perverts!' haar weg naar een universum waarin de band weinig collega's, laat staan concurrenten heeft.

Funky grooves, wisselende thema's in de traditie van Frank Zappa ('Rearm, Get That Char!'), een dreunende wals, jazz uit oude zwart-witfilms, de groepsgeest van een Balkanband en hier en daar een klein streepje elektronica: het parcours van FES zit nog steeds vol bochten en hellingen. Toch zet het album 'Cheer Me, Perverts!' de evolutie voort waarbij het zuiver eclectische en de gekte (niet de humor of het dubbelzinnige) die er vaak mee samenhangt steeds meer ten dienste van de muziek staan. De verschillende stijlen en de humor worden hier beter dan ooit geïntegreerd in een heel eigen geluid. Het orkest klinkt hechter en de composties waren nog nooit zo doordacht. De balans tussen compositie en improvisatie is heel stabiel; solistische passages passen beter in het geheel en worden goed omkaderd door het arrangement. In deze arrangementen laat Vermeersch horen dat hij oor heeft voor de individuele kleur van instrumenten. Bovendien kiest hij meer dan eens voor een gelaagde opbouw, waardoor de stukken niet alleen blijven boeien, maar ook extra stevig op hun poten staan.

Een voorbeeld van hoe uitgewerkt de stukken op deze plaat kunnen zijn, is 'Bad Linen', waarbij elke solist een andere begeleiding meekrijgt. Door het gebruik van verschillende thema's, grooves en instrumentkleuren klinkt deze compositie als een ontmoeting van het exotische van Ravels 'Bolero', funk, jungledrums en bigbandblazers. Vermeersch weet deze verschillende invloeden tot een organisch en logisch geheel te smeden, waarbij contrasten niet nodig zijn om de aandacht van de luisteraar vast te houden. Wanneer de extremen dan wel opgezocht worden, is het effect maximaal. Zo opent 'Too Sublime In Sin' traag, breed en met een weemoedige ondertoon à la Antony And The Johnsons. Wanneer het hele orkest in blok binnenvalt, wordt het roer bruusk omgegooid: eerst in korte, knallende stoten, later in een pompend ensemblespel. Het resultaat is een ontlading die perfect gekanaliseerd wordt en die menig concertganger zal uitnodigen om de stoelen uit de vloer te sleuren.

Het muzikale vocabularium van FES is indrukwekkend en gevarieerd, waardoor een breed publiek aangesproken kan worden. Wat daarbij eerbetoon is en wat parodie, is bij momenten erg vaag. Dat is op deze plaat niet anders, zeker wanneer er uit het klassiek vaatje van de jazz getapt wordt. In 'Flatology' – met een ontketende drummer Teun Verbruggen – knipogen Vermeersch en FES zowel naar de klassieke bigbandstijl als naar swingjazz. Of de springerige melodie daarbij een grijns of een milde glimlach wil zijn, is niet helemaal duidelijk, maar net deze onduidelijkheid is een van de dingen die van FES een uniek orkest maken. En van 'Cheer Me, Perverts!' een hoogtepunt in hun oeuvre.

Wanneer je op bovenstaande afbeelding links klikt, kun je een liveopname bekijken van 'Bad Linen'. Het is afkomstig van een optreden van Flat Earth Society tijdens het Festival Músicas do Mundo 2008 in Sines, Portugal.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

Meer weten en horen?
Bezoek de
MySpace-pagina en de website van Flat Earth Society.

Labels:

(Koen Van Meel, 17.5.09) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord
Duizend bommen en granaten


"In dit knollenland doet de ene helft van de bevolking onderzoek naar de andere. Ook de muziek die vandaag de dag onder de meestal niet terechte noemer 'jazz' wordt gerangschikt valt hier met enige regelmaat aan ten prooi. Nu zijn het weer Buma Cultuur, Bureau Promotie Podiumkunsten en Muziek Centrum Nederland die een uitgebreid en verfijnd onderzoek door Elsbeth Meijjer Cultuuronderzoeken geïnitieerd hebben."

Herbert Noord toont zich in zijn nieuwe column niet verbaasd over de conclusie van dit onderzoek: de jazzsector heeft een ernstig toekomstprobleem. "Deze jazzliefhebber haalt zijn schouders op en zegt: na ons de zondvloed." Klik op bovenstaande button om zijn column te lezen.

(Maarten van de Ven, 17.5.09) - [print] - [naar boven]





De Muzen lieten zich gelden in Kasteel Vilain XIIII
Muhal Richard Abrams, dinsdag 5 mei 2009, Kasteel Vilain XIIII, Leut

Componist, arrangeur en pianist Muhal Richard Abrams hypnotiseerde de aanwezigigen van de eerste tot de laatste minuut van zijn solo-optreden. Als medeoprichter van de Association for the Advancement of Creative Musicians (AACM) in 1965 staat hij te boek als vernieuwer en erudiet veelzijdig kunstenaar. De opstelling in de concertzaal van dit bijzondere podium was zodanig gekozen, dat alle aanwezigen een vrije blik hadden op de pianist, om zodoende optimaal getuige te zijn van een concertavond zonder weerga. Abrams kwam naar Europa voor een drietal soloconcerten. Het eerste concert hier in Kasteel Vilain, de volgende dag in Wenen en ten slotte zaterdag een concert in het Bimhuis in Amsterdam. Zijn laatste soloconcert in België was in 1992!

Het was een voorrecht om getuige te zijn geweest van dit adembenemend optreden met ruim anderhalf uur onafgebroken onaards pianospel. Vanaf de eerste seconde tot de laatste noot van de toegift was het pure improvisatie. Het Kasteel werd vanavond bevolkt door talrijke muzen en ze waren Abrams extreem goed gezind! De 79-jarige meester nam plaats achter de Steinway-vleugel en zette meteen de toon voor wat nog volgen zou. Een ferme aanslag, een single note uit de onderwereld van het klavier, het sustainpedaal volledig ingedrukt, liet hij deze uitklinken en de boventonen resoneren tot er absoluut niets meer te horen was dan een oorverdovende stilte. De schrik van zoveel impact sloeg eenieder om het hart, en daar bleef het niet bij.

Abrams presteerde het om ruim vijftien minuten lang zijn spel te concentreren op slechts twintig centimeter toetsen aan de linkerkant van het klavier. Maar dit beperkte gebied was voor hem ruimschoots voldoende voor sinistere orkestrale blokakkoorden en contrasterend percussief pianospel. Een spannend geplaatste single note of staccato dissonantakkoord werd afgewisseld met lang doorklinkende en aangehouden varianten, die het publiek ruimte boden om het gehoorde te bevatten en volledig op zich te laten inwerken.

Als een architect speelde hij met licht, ruimte, tijd en vorm. Het resultaat was overweldigend. De tegenstelling van forte versus piano en zijn gebruik van de kracht van de stilte waren verbluffend, doeltreffend en onvergetelijk. Soms gebruikte hij voor zijn muzikale bouwwerk details van repeterende snelle riffs, die hij als een ambachtsman uit het klavier hamerde, om op andere momenten arpeggio's in het hoge register als klaterende watervallen te laten neerdalen.

Hij nam het risico om dissonantakkoorden forte aan te zetten en soms een minuut lang te laten doorklinken, zonder dat je behoefte had aan een vertrouwde consonante oplossing. De bevrijding van deze geplaatste en indringende dissonanten zat hem juist in de geboden gelegenheid qua tijd om ze als volstrekt normaal te accepteren.

Abrams linkerhand was stevig en kon een groove prominent vasthouden, terwijl de rechterhand zich zonder resticties en conventies uitleefde in toegepaste, zinvolle detailleringen. Ritmisch en vrij van ritme, kortstondig melodieus, maar meestal atonaal. Een enkele keer rolden niet zijn vingers maar handpalm en -rug over de toetsen om hun klankkleurende werk te doen. Onverklaarbare resultaten van het fascinerende proces dat improvisatie heet, waren het gevolg. Creaties van de geest die in onmeetbaar korte tijd via de vingertoppen en toetsen gestalte kregen.

Zo bouwde Abrams onder aandachtig gehoor een avond lang aan een fascinerend en oorverblindend muzikaal bouwwerk, gebaseerd op creativiteit en integere emotievolle expressiviteit, waarin hij het publiek als bij een open huis dag als gulle gastheer ontving. Iedereen heeft met ontzag en eerbied kennisgenomen van de genialiteit van deze aimabele grote mijnheer.

Hij putte vanavond uit zijn veelzijdige en rijke muzikale reservoir, maar toonde zich vooral de kunstenaar die uitdagingen zocht, risico's nam en elke vorm van automatisme, routine of gemakzucht afwees. Muhal Richard Abrams solo moet je hebben gehoord, gevoeld, beleefd en ondergaan. Hij liet niemand onberoerd en het slotapplaus klonk dan ook net zoals de eindeloos doorklinkende eerste toon van dit concert: lang, geestdriftig en oprecht, als dank voor zoveel ontvangen schoonheid.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

(Cees van de Ven, 16.5.09) - [print] - [naar boven]



Strijd om vrijgekomen jazzfrequenties begonnen

De strijd om het vrijgekomen landelijke frequentiekavel voor klassieke muziek en jazz lijkt te zijn losgebarsten. Het Commissariaat voor de Media gaf 21 april drie uitzendlicenties uit voor bedrijven die commerciële jazzradio willen starten. Meest in het oogspringend is de uitzendlicentie die Radio 538 heeft gekregen voor de radiozender RTL Jazz. Daarnaast hebben het Amsterdamse bedrijf Radio Jazz BV (voor Radio Jazz) en Media & More Factory BV uit Lage Vuursche (voor de radiozender Smooth Jazz FM) ook uitzendlicenties verkregen voor exploiteren van een commerciële radiozender.

In maart kwamen de frequentie van Arrow Jazz FM beschikbaar, omdat de eigenaar de jaarlijkse licentiekosten voor langere tijd niet had betaald. Hierdoor worden het frequentiekavel waarop deze radiozender uitzond in de komende maanden weer aan een nieuwe partij vergeven. Deze mag dan tot en met 2011 op de beschikbare frequenties gaan uitzenden. Arrow Jazz FM gebruikte een geclausuleerd kavel, waarop alleen klassieke muziek en jazz mag worden uitgezonden. De eerste belangstelling daarvoor was zeer gering. Maar mede door de lage prijs, iets meer dan 100.000 euro voor de uitzendlicentie voor de komende twee jaar, is er nu toch belangstelling voor dit kavel.

In de komende maanden beslist het Ministerie van Economische Zaken, in samenspraak met het Agentschap Telecom, welke bedrijven de uitzendvergunningen voor de twee vrijgekomen frequentiekavels verkrijgen.

(Maarten van de Ven, 16.5.09) - [print] - [naar boven]





Een geslaagd gerecht dat naar meer smaakt
Boek 'Go man, go! - In de coulissen van de jazz' door Jeroen de Valk

Natuurlijk kocht ik 'Go Man, Go!' omdat er een hoofdstukje aan mijn partner in crime Rinus Groeneveld gewijd was. Een legitieme aanschaf dus. Vooralsnog moet ik bekennen weinig tot niets met Nederlandse jazzcritici op te hebben. In de loop der tijden is mij gebleken, dat deze groep meestal slecht geïnformeerd is, zich heeft voorzien van een ontmoedigend aantal vooroordelen, hokjesdenken propageert, 'kijk mij eens belangrijk zijn' uitstraalt en - niet in de laatste plaats - bij hoge uitzondering weet waarover het gaat. In mijn optiek zijn er maar drie uitzonderingen op deze regels geweest: Michiel de Ruyter, Rudy Koopmans en Jeroen de Valk. Van deze laatste is onlangs 'Go Man, Go!' op de markt gekomen: een verzameling interviews voorzien van een beknopt voor- en nawoord en gesubtiteld als 'In de coulissen van de jazz'.

De twintig interviews zijn gerangschikt op geboortedatum van de geïnterviewde. Omdat accordeonist Johnny Meijer in 1912 is geboren, mag die de spits afbijten. Om meteen alle misverstanden uit de weg te ruimen: ook ik vind Meyer een improviserende jazzmuzikant en - helaas voor hem en voor ons - een nooit optimaal via plaat of cd geboekstaafd talent. Dit in 1987 genoteerde vraaggesprek - de meeste overigen vinden in de negentiger jaren plaats - zet meteen de toon.

Jeroen de Valk is geen zuigende ondervrager, die er op uit is de hoofdpersoon een gewiekste quote te ontlokken. De interviewer, zelf bassist, laat doorschemeren vanuit zijn eigen ervaringen oprecht geïnteresseerd te zijn in wat de 'ster' met ons wil delen. De Valk kan goed luisteren en zich indien nodig verplaatsen in de situatie van de geïnterviewde, zonder daar meteen de credits voor te willen innen. Visueel beklijvend zoals hij het middagje met Johnny Meijer ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag beschrijft. Het knappe van De Valks schrijven is, dat hij de beelden van de geïnterviewde overtuigend weet op te roepen en daarmee tevens de muziek in zijn juiste context plaatst.

In het interview met Tommy Flanagan voel je inderdaad dat dit geen halleluja-pianist is die gelovigen de kerk binnenlokt, maar een peinzer die ballads bijna filosofisch op de piano vertolkt. Ook een ontmoeting in 1998 met de dan al 78-jarige Dave Brubeck is fascinerend, omdat De Valk - zelf behorend tot de critici - het aandurft Brubeck te vragen naar zijn intense hekel aan deze groep. Onthullend is het antwoord van de pianist: "Muziekjournalisten laten zich beïnvloeden en vergeten te luisteren. Ze hebben een hekel aan populariteit. Ze zien het liefst dat je alleen maar speelt in duistere keldertjes en dat je je platen in het geheim uitbrengt. Als je mij afkraakte, werd je geprezen om je goede smaak."

Zo staat dit 174 pagina's tellende werkje vol met verhalen die je als echte jazzliefhebber graag wilt lezen en weten. Het is als met een uitzonderlijk geslaagd gerecht; het smaakt naar meer.

En hoewel meer dan de helft van de geïnterviewden helaas niet meer onder ons is, kan ik in ieder geval verzekeren dat Rinus Groeneveld nog springlevend is. De saxofonist is in volle glorie overal in het land te horen in allerlei combinaties. En kun je niet wachten tot hij in de buurt is, dan biedt YouTube uitkomst: er staan voldoende clipjes op.

Jeroen de Valk - 'Go man, go! - In de coulissen van de jazz' / Uitgeverij van Gennep, Amsterdam / ISBN 9789055150847

(Herbert Noord, 16.5.09) - [print] - [naar boven]





Gatecrash op dreef in het SJU
zaterdag 2 mei 2009, SJU Jazzpodium, Utrecht

De avond van 10 december 2005 staat me nog zeer helder voor de geest. Het was de eerste keer dat ik Gatecrash hoorde, ook in het Utrechtse SJU Jazzpodium. Dat concert maakte diepe indruk. Deze groep van trompettist Eric Vloeimans verraste door de enorme kwaliteit en eigenzinnige manier waarop wegen van jazz met elektronische invloeden werden betreden. Van jazzrock tot jazzfunk, en alles wat ertussen ligt.
Op 2 mei was het opnieuw prijs in het SJU. Voor een uitverkochte zaal gaf Gatecrash een daverend concert.

Nieuwe stukken werden afgewisseld met bestaand repertoire. Een van de bestaande stukken was 'Prince Of Darkness', een eerbetoon aan Miles Davis. Een sterk groovend nummer, waarbij Vloeimans met een behoorlijke drive soleerde op gedempte trompet. Het swingde als de neten! Het deed denken aan de latere periode van Miles, albums als 'Tutu' en 'Amandla'.

Een prominente rol in de groep heeft toetsenist Jeroen van Vliet. Inmiddels een Fender Rhodes-specialist. Hij liet zijn Rhodes grommen, grooven, stuwen, en aangesloten met elektronica wist hij fantastische soundscapes te produceren. Zoals in een nieuw nummer van zijn hand, 'Snow'. Van Vliet was duidelijk in zijn element en overtuigde met zijn spel. Vloeimans speelde een prachtige sferische melodielijn, alsof een echo over de bergen schalde. Een soort transcendente, haast meditatieve werking had 'Parade'. Vloeimans blies met zijn bekende fluweelzachte toon melodielijnen die aan mantra's doen denken. Zo intens!

Zeer sterk was het spel van Pascal Vermeer op drums. Hij verving de vaste drummer Jasper van Hulten. Dit deed hij zeer bekwaam en muzikaal. Dat verdient een compliment; het zijn niet de meest eenvoudige thema's en ritmes - met name in de wat meer uptempo stukken - die hij voor de kiezen kreeg. In de tweede set zette hij een indrukwekkende solo neer. Dat Van Vliet en Vermeer al meer dan twintig jaar muziekmaatjes zijn, was goed te horen. Je merkte het bijvoorbeeld aan de mooie interactie bij het plaatsen van accenten en changes. De twee voelen elkaar feilloos aan.

Bassist Gulli Gudmunddson is de bindende factor in het geheel, hij blijft alert met een mooie toon onopvallend goed aanwezig. Heel strak zowel op de basgitaar zoals in het funky nummer Maceo (uiteraard genoemd naar altsaxofonist Maceo Parker) als op de contrabas. Hij soleerde prachtig in 'Song Of Gods', een nummer van zijn hand.

Kortom, Gatecrash wist op deze avond in mei opnieuw te overtuigen en te boeien. Na de cd 'Gatecrashin’' (2007) en 'Hyper' (2008) zal verwachtingsvol uitgekeken worden naar de nieuwe release, die in september zal uitkomen.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

(Koen Scherer, 15.5.09) - [print] - [naar boven]



Meer Jazz Prijs 2009 voor Edwin Rutten

Edwin 'Ome Willem' Rutten krijgt aanstaande zondag de Meer Jazz Prijs 2009. De tv-presentator en zanger presenteert die dag tijdens het Meer Jazz Festival in Hoofddorp zijn nieuwe cd 'To Keep You Warm', die hij samen met muzikant Frits Landesbergen heeft gemaakt. Burgemeester Theo Weterings van gemeente Haarlemmermeer reikt de jazzprijs zondag uit aan Rutten.

(Maarten van de Ven, 15.5.09) - [print] - [naar boven]





Jazz op verzoek #7
Marc van Vugt's Bizar Habit Revisited


Het radioprogramma VPROJazzLive (elke vrijdagavond van 22.02 tot 24.00 uur op Radio 6) bracht in april het concert dat Bizar Habit op zondag 22 februari jl. gaf in het Bimhuis, Amsterdam. Oprichter Marc van Vugt (gitaar) trad aan in een sterke bezetting: Paul van Kemenade (altsax), Mario Pavone (bas) en Michael Sarin (drums) voor een concert vol gepassioneerd en toegewijd spel, met vaak zeer subtiele en fraai verklankte solo's. Impressionistische jazz, waarin invloeden uit andere muzikale disciplines mooi doorsijpelen.

Over het concert dat Bizar Habit een paar dagen eerder gaf in het Utrechtse SJU Jazzpodium schreef onze recensent Josien Lucassen: "Bizar Habit Revisited unisono: opbouwend en experimenteel, geïmproviseerde vrije jazz. Ritmisch sterk ontwikkelde, onverwachte stukken samengebracht. De groep zorgde voor nieuwsgierig en aansprekend spel, dat direct binnenkwam bij het aanwezige publiek en grote indruk maakte."

Marc van Vugt: "Het idee om in deze bezetting met Mario Pavone en Michael Sarin te spelen gaat al jaren terug. Vreselijk leuk om uiteindelijk dan ook met hen te spelen. Uitgangspunt was om vanuit minimaal thematisch materiaal zoveel mogelijk aan het improviseren te zijn. Tegelijkertijd wilde ik als componist toch ook een grote lijn uitzetten. De mate waarin je dat kunt verwezenlijken vraagt een open oor van je medespelers en betekent dat je in feite het onvoorspelbare wilt sturen. Naar mijn idee zijn we daarin goed geslaagd. En gezien de reacties van het publiek is het ook zo overgekomen. Wat mij betreft horen de concerten van Bizar Habit Revisited, naast de concerten van Big Bizar Habit tot de hoogtepunten van dit jaar".

Klik hier om het concert te beluisteren. In het programma begint Bizar Habit na 8 minuten en 50 seconden.

Meer weten?
Lees hier onze recensie van het concert van Bizar Habit Revisited op zondag 22 februari 2009 in het SJU Jazzpodium. En klik hier voor een fotoverslag.

(Maarten van de Ven, 13.5.09) - [print] - [naar boven]



Radio 6 wint Jazz Media Award

De Jazz Media Award 2009 gaat naar Radio 6. Dat is vrijdag bekendgemaakt tijdens de Jazzdag in Amersfoort. De prijs bestaat uit 1500 euro en een object gemaakt door juweelkunstenaar Gert Hovius.

Uit het juryrapport: "Radio 6 weet ondanks het ontbreken van een FM-frequentie een grote groep liefhebbers van de betere muziekgenres - en in het bijzonder de jazz - aan zich te binden in een tijd waarin jazz op radio en televisie steeds meer tegenwind krijgt. Denk aan het verlies van Eurojazz een aantal jaren geleden, het beëindigen van het jazzprogramma van Hans Dulfer voor BNR Nieuwsradio, de teloorgang van de Concertzender en nu weer het verlies van de FM-frequentie voor Arrow Jazz FM."

De erkenning is voor mediavertegenwoordigers die jazz op de kaart weten te zetten. Ook moet de prijs een aanmoediging zijn om over jazz te publiceren.

Bron: ANP

(Maarten van de Ven, 13.5.09) - [print] - [naar boven]





Bart Wirtz – 'Prologue' (Challenge Records, 2009)

Bart Wirtz' debuutalbum 'Prologue' heeft een wel heel bescheiden titel. Wirtz, in 2002 cum laude afgestudeerd in Rotterdam, heeft immers al aardig wat ervaring als lid van Monsieur Dubois, de Young Sinatras, het Artvark Saxophone Quartet en het Rotterdam Jazz Orchestra. Stuk voor stuk zijn dat bands die redelijk wat belangstelling hebben gekregen de afgelopen tijd. Het zijn ook zeer verschillende ensembles, wat er nog maar eens aan herinnert dat anno 2009 niemand meer alleen maar 'free' of 'straight-ahead' of 'bop' is. Niets weerhoudt een muzikant er meer van om af en toe van stijl te veranderen als de situatie daar om vraagt. Heel gezond is dat.

Met dit kwartet, dat naast Wirtz (altsax) uit Jasper Soffers (piano), Jeroen Vierdag (bas) en Joost van Schaik (drums) bestaat, wordt vooral de vrijere hardbop van de jaren vijftig en zestig nieuw leven ingeblazen. Met name Jackie McLean is terug te horen in Wirtz' spel, maar ook de invloeden van Monk, Coltrane en Cannonball Adderley. Toegegeven: dit betekent dat de muziek niet al te zeer zal verbazen, maar dat wil niet zeggen dat er niets te ontdekken valt. Wirtz soleert namelijk vol vuur en beheerst de altsax over het hele register. Dit stelt hem in staat als een echte inside-outside player te raspen langs de randen van de akkoorden die de begeleiding voor hem neerlegt. Zoiets blijft, ook vijftig jaar nadat het werd bedacht, urgent klinken.

Daarnaast weet Wirtz ook in de ballads de spanning vast te houden. Zijn heldere, vrijwel vibratoloze toon maakt het kalme 'Your Eyes', dat een verwerking van Coltrane's 'Naima' lijkt, tot een zelfverzekerde ballade vol drama en harmonische complexie. 'Op J Minus No' geeft gitarist Tim Eijmaal een subtiel gastoptreden dat dit album een randje funk meegeeft. Daardoor wordt het geheel nét weer een slag actueler.

Misschien is het geen mijlpaal in de ontwikkeling van de muziek, maar 'Prologue' is een goed voorbeeld van hoe hardbop ook nu nog de basis kan zijn voor muzikanten om muziek te maken die relevant is en toch vasthoudt aan zijn wortels.

Meer horen?
Op de
MySpace-pagina van Bart Wirtz kun je luisteren naar vier tracks van dit album: 'Hasty Hand', 'J Minus No', 'Prologue' en 'Honque Honque'.

(Sybren Renema, 12.5.09) - [print] - [naar boven]





Bruisend concert met drie gezichten
João Bosco Quintet, vrijdag 1 mei 2009, Bimhuis, Amsterdam

Blij verrast waren de aanwezige toehoorders; het concert van het João Bosco Quintet begon exact om half negen met een ovationeel applaus. Origineel en solo startte leider João Bosco (de Freitas Mucci) met ingetogen zang- en gitaarspel. Lekker relaxed zittend op een kruk, met een kratje voor de met gympen getooide voeten, opende hij dit concert met twee stukken vol tempowisselingen en met zijn sympathieke, vaak warme stemgeluid.

De faam van deze Braziliaanse zanger, gitarist en componist was hem duidelijk vooruit gesneld, want een meer dan vol Bimhuis hing direct aan zijn lippen. Opvallend veel vrouwelijk schoon overigens, meewiegend op het hypnotiserende spel van Bosco, die in voorgaande concerten het publiek volledig in de ban van zijn unieke muziek wist te brengen. En dat is niet verwonderlijk, want deze in 1946 geboren Braziliaanse singer-songwriter bezit een legendarische status in zijn geboorteland en inmiddels ook in het Bimhuis.

Bosco is ook bekend geworden van de bekende songs die hij voor Ellis Regina in de jaren zeventig heeft geschreven. Duidelijk nog in de tijd waarin Braziliaanse (pop)muziek aan censuur onderhevig was vanwege de toen aanwezige militaire dictatuur. Zijn 'O Bêbado E A Equilibrista' werd dankzij de uitvoering van Regina zelfs een nationaal protestlied.

Vanaf het derde nummer werd João Bosco terzijde gestaan door vier collega-musici en werd de rol van ieder lid uit deze kwintetbezetting duidelijk. Een percussieduo, waarin Kiko Freitas - een virtuoze, louter in latinstijl excellerende drummer - spectaculair terzijde werd gestaan door Armando Marcal met ongelooflijk opzwepende ritmes. Daarvoor een gitaartrio bestaande uit de leider, Ney Conceicao op basgitaar en de enige echte jazzspeler in dit kwintet: gitarist Nelson Fario op sologitaar.

Solospel met zang en uiterst swingend emotioneel spel bleken de eerste twee gezichten van dit concert te zijn. Totdat een droom van de Nederlandse zangeres Josee Koning werkelijkheid werd; ze werd door Bosco geïnviteerd voor een duet in 'Memorea Del Peli'. Koning deelde overigens mee dat dit niet haar eerste optreden met deze groep was, want indertijd heeft ze ook opnamen met dit kwintet gerealiseerd. Jammer genoeg bleek dit gemeenschappelijke zangoptreden geen verrijking van het concert; het kwam maar niet echt uit de verf. Ondanks dit feit viel haar toch nog een luid applaus ten deel.

Met de goed geoliede basis van basgitarist Cinceicao en drummer Freitas, de wervelend spelende percussionist Marcal en de glashelder klinkende sologitaar van Faria bereikte dit concert een opzwepend hoogtepunt en stond de zaal op zijn kop. Een toegift bestaande uit maar liefst drie stukken kon dan ook niet uitblijven.

(Rolf Polak, 12.5.09) - [print] - [naar boven]





Tineke Postma in Amerikaanse jazzserie

Saxofoniste Tineke Postma is als enige Nederlandse muzikant te zien in het laatste deel van een Amerikaanse tv-serie over jazz. De makers reisden met een filmploeg naar Nederland om een concert van Postma te filmen. De aflevering werd afgelopen maandagavond in de Verenigde Staten uitgezonden.

In de serie figureren ook jazzgiganten als Herbie Hancock, Richard Bona, Terence Blanchard, Dianne Reeves, Wayne Shorter, Wynton Marsalis en Jamie Cullum. Het is nog niet bekend of de serie 'Icons Among Us' ook in Nederland wordt uitgezonden.

Postma is vorige week door het North Sea Jazz Festival genomineerd voor de Paul Acket Award. Begin mei verscheen haar nieuwe, in New York opgenomen cd 'The Traveller'. Die komt ook uit in de Verenigde Staten, Canada, Duitsland, Frankrijk en Japan.

Bron: De Telegraaf

(Maarten van de Ven, 12.5.09) - [print] - [naar boven]





Mooi opgebouwd programma met opzwepende impro
Paul van Kemenade: 'Two Horns And A Bass', zondag 1 maart 2009, SJU Jazzpodium, Utrecht

In het kader van een cd-presentatietour deed altsaxofonist Paul van Kemenade met zijn gevolg het SJU Jazzpodium aan. Alle muzikanten die meespeelden op zijn uitstekende album 'Two Horns And A Bass' waren deze middag van de partij, op pianist Michiel Braam na.

De middag begon meteen al goed met het duo Harmen Fraanje-Paul van Kemenade. Zij brachten twee nummers ten gehore, die beide zijn terug te vinden op de cd die deze middag in de schijnwerpers stond. In 'Nyumbani' werd overtuigend geïmproviseerd door Fraanje. De pianist zette stevige trillers in, maar wisselde dit mooi af met intiemere klanken. Zijn pianolijnen vormden een ideale springplank voor het gevoelige spel van Van Kemenade. In het tweede nummer 'Goodbye Welcome' speelde Van Kemenade met veel lucht, waarmee hij een intense klank wist neer te zetten. Het subtiele spel hield de aandacht vast; de combinatie tussen de twee was erg spannend.

Het daaropvolgende trio met Eric Vloeimans (trompet) en Wiro Mahieu (contrabas) begon met helder en scherp samenspel tussen Van Kemenade en Vloeimans in het titelnummer 'Two Horns And A Bass'. Met name Van Kemenade's 'What Are You Sinking About' sprong eruit. Het nummer verkreeg zijn naam door een mop die een Zuid-Afrikaanse man Van Kemenade vertelde over een boot die met problemen voor de kust van India voer; "mayday mayday, we are sinking!", waarbij de kustwacht antwoordde met "what are you s(th)inking about?". Mahieu bracht hier goed beheerst en snel spel, waarbij hij ook zijn strijkstok gebruikte. Hij speelde zo intens gedreven dat hij om zijn bas stond te dansen. We hoorden invloeden uit de folkmuziek. Het klonk allemaal erg overtuigend. Vloeimans' trompetgeluid was weer bezwerend als altijd. Een mooie combi.

Na een korte pauze werd het podium betreden door een kwintet, waarin Van Kemenade zich omringd wist door louter klinkende namen: drummer Han Bennink, bassist Ernst Glerum, gitarist Frank Möbus en trombonevirtuoos Ray Anderson. De toon werd meteen gezet door een vrij, uptempo openingsstuk, waarin Anderson met behulp van een mute in zijn beker krakende geluiden produceerde. Het overweldigend melodische 'Longa Cacao', een compositie van Glerum, begon met een intro door de bassist. Strijkend haalde hij een bezwerende cello-achtige sound uit zijn bijzondere instrument - klein, maar met een mooie volle klank.

Daarna volgde 'Pet Shop', een zacht, mooi opbouwend, spannend stuk van Möbus. Diens gitaarspel was vaak subtiel effectief, met een goedgekozen gebruik van effecten, zoals de E-bow, waarmee hij een meeslepend zingend geluid aan zijn snaren ontlokte. 'Call', een pakkend lyrisch stuk van Van Kemenade met mooie unisono's van altsax en trombone, bracht het publiek in vervoering met een opzwepende free solo van Anderson en de zalvende melodieuze frasen van Van Kemenade. Bennink speelde strak, krachtig en stimulerend. Deze middag bleek eens temeer hoe uitmuntend zijn timing is.

Een volle zaal met belangstellenden, waaronder verschillende muzikanten, zorgden voor een warme bedding in het SJU, waar het podium gevuld was met muzikanten en bezettingen om U tegen te zeggen. Opzwepende en fascinerende impro, die je zintuigen deden stuiteren van genot.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Toon Verweij.

(Josien Lucassen & Maarten van de Ven, 11.5.09) - [print] - [naar boven]





Royal Hartigan – 'Blood Drum Spirit' (Innova, 2004) 2 CD
Opname: 1993-1994

Dubbel-cd's zijn tegenwoordig een zeldzaamheid, maar drummer Royal Hartigan komt ermee weg. De Amerikaan verkent met een klein ensemble Arikaanse en Aziatische invloeden, maar de term 'wereldmuziek' is niet van toepassing: jazz blijft de basis.

De meest onregelmatige maatsoorten worden over elkaar heengelegd alsof het niets is, terwijl de rest van de band alle ruimte krijgt voor lange improvisaties (slotstuk 'Eve' klokt op bijna 29 minuten!). De muziek is opgewekt, melodieus en aanstekelijk, waarbij de trio-albums van Aldo Romano met Henri Texier en Louis Sclavis als aanknopingspunt kunnen dienen.

Een drukke boel wordt het nergens, maar je hoort heerlijke, relaxed gespeelde jazz, die je niet koud zal laten. Vooral cd 2 is een juweeltje.

Bezetting: David Bindman (tenorsaxofoon, dwarsfluit), Kevin McNeal (gitaar), Wes Brown (contrabas), Royal Hartigan (drums, percussie).

Meer horen?
Luister
hier naar geluidsfragmenten van dit album.

(Eric van Rees, 10.5.09) - [print] - [naar boven]





Interview Eric Vloeimans

Wie Eric Vloeimans wel eens heeft zien en horen spelen, weet hoe groot zijn toewijding voor de trompet is. Soms lijkt het wel alsof hij compleet één wordt en versmeld met zijn instrument. Klankkleur, dynamiek en melodie staan altijd centraal in zijn spel.

"Als je het voor jezelf zo goed mogelijk maakt, zonder je überhaupt om het publiek te bekommeren, dan betekent dat, dat je voor jezelf de beste keuze hebt gemaakt in je composities. Dat betekent dat je voor jezelf zo goed mogelijk trompet speelt, omdat het gewoon heerlijk is om jezelf als een vis in het water te voelen met je eigen instrument. Het betekent ook dat je voor jezelf de beste microfoon hebt gekocht, dat je de beste musici hebt gezocht die jou het beste laten klinken. Maar als zij mij goed laten klinken, laat ik hen ook weer goed klinken. Als die mensen daar dan op dezelfde manier in staan als ik, dan heb je dat energetische veld wat ronddraait en wat overslaat op het publiek."

Donata van de Ven had een interview met deze gedreven trompettist. Klik hier om het te lezen.

Meer weten?
Lees hier onze recensie van Eric Vloeimans' Fugimundi-cd 'Live At Yoshi’s'.

(Maarten van de Ven, 10.5.09) - [print] - [naar boven]





Improviseren op melodielijnen, gehoor en intuïtie
Lee Konitz & Minsarah, donderdag 29 april 2009, Bimhuis, Amsterdam

Inmiddels is altist Lee Konitz een levende legende. Eén van de laatste oude 'jazzers'. Meer dan zes decennia speelt hij een hoofdrol in de jazzscene. Furore maakte hij met compagnon-tenorist Warne Marsh bij pianist en avant-gardist van het eerste uur Lennie Tristano, in Miles Davis' 'Birth Of The Cool'-band en als stersolist in de band van Stan Kenton. Later speelde hij met onder meer Paul Bley, Martial Solal, Charlie Haden, Jimmy Giuffre, Jim Hall, Sal Mosca en Michel Petrucciani. Zijn plaatopnamen op labels als Verve, Steeple Chase, Soul Note, Evidence, Philology zijn welhaast niet te tellen.

Nu, op 82-jarige leeftijd, liet hij zich omringen door het uiterst gedienstige en subtiele begeleidingstrio Minsarah, bestaande uit pianist Florian Weber, bassist Jeff Denson en drummer Ziv Ravitz. Bescheiden, maar alert en zeer muzikaal lieten deze jonge lieden alle ruimte aan Konitz' avontuurlijke exploraties in een programma van louter standards, uitgevoerd in een eigen hedendaagse kamermuziek-interpretatie, ingezet door Konitz of Weber. Flarden, fragmenten van de oorspronkelijke song. Herkenbaar, uitnodigend om mee te zingen, maar hoe heetten die songs ook alweer?! Het complete American Songbook kwam langs, ook in de improvisaties, met nummers als (met dank aan mijn Haagse jazzvrienden) 'All The Things You Are', 'Just Friends', 'I’ll Remember April' en 'Cherokee'.

Kenmerkend voor Konitz' speelwijze is het improviseren op de melodielijnen en op gehoor en intuïtie. Dat komt meer voor, denk aan Chet Baker, Sonny Rollins en Von Freeman. Het omspelen van de melodische contouren en het ontleden tot op het bot van de song. Bedachtzaam door Konitz aangezet met een warme, softe toon (wisselend met een doek in de beker spelend om – naar alle waarschijnlijkheid - een sound, contrast te creëren). Bij vlagen zeer geïnspireerd, vooral in de prachtig gespeelde ballad 'Polka Dots And Moonbeams', en op andere momenten wat aarzelend en zoekend naar de goede ideeën.

Pianist Weber is van de spaarzame noten. Hij heeft een lichte klassieke aanslag. Zijn begeleiding is zeer passend en subtiel in dit kamermuziekgenre. Bassist Denson is aanwezig en efficiënt, en zijn solo's zijn competent, doch niet bijster spectaculair. Daarentegen is drummer Ravitz van het trio de meest expressieve. Uit het niets zet hij regelmatig een sprankelende groove neer. Met vingers en – veelal - met brushes. Hij is een drummer die stuwt en swingt, en qua volume (gelukkig) niet domineert.

Er werd - een verademing - onversterkt gemusiceerd. Een invoelbaar trio. Een fraai klinkende sax. Een ademloos luisterend publiek. Zen in het Bimhuis. Heerlijk!

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Fred van Wulften.

(Jacques Los, 9.5.09) - [print] - [naar boven]





Programma North Sea Jazz 2009 bekend

Vanaf vrijdag 10 juli tot en met zondag 12 juli kunnen de jazzliefhebbers en (vele) niet-jazzliefhebbers weer in Rotterdam terecht om zich te laven aan de sterren van de jazz en evenzovele andere muzieksoorten. Jan Willem Luyken, festival director, is trots het programma voor de 34ste editie in de folder te presenteren. Hij opent met de constatering "in tijden van crises zitten de theaters vol". Welnu, dat zal hem wel lukken. Popi sterren als Jamie Cullum, B.B. King, Duffy, Lang Lang, Dianne Reeves, Randy Crawford en Burt Bacharach met Trijntje Oosterhuis krijgen de tent wel vol. Alhoewel de entreeprijs aan de gepeperde kant is. Gelukkig is de programmering nog niet zo commercieel als het concurrerende The Hague Jazz. In dat festival heeft circa 40% van de optredens helemaal niets met jazz van doen.

Nu dan de Rotterdamse jazzprogrammering. Het getuigt van moed om als 'artist in residence' te kiezen voor John Zorn. Bij insiders en serieuze jazzliefhebbers zeker geen onbekende, maar bij het grote publiek is deze multi-instrumentalist (met altsaxofoon als hoofdinstrument) totaal onbekend. In diverse formaties (zoals Massada Sextet, Bar Kokhba en in trio met Bill Laswell en Milford Graves) treedt hij gedurende alle dagen tweemaal daags op. Voor de fijnproevers een goede kans Zorn in levende lijve mee te maken. Erg interessant zijn ook de 'Japanse' avonden op vrijdag in de Yukon-zaal en zondag in de Missouri zaal. Er zijn dan optredens van de groepen Quasimode, Kyoto Jazz Massive, de inmiddels bekende Soil & Pimp Sessions, Satoh Masahiko & Saifa, Fujii Satoko Ma-Do en Otomo Yoshihide's New Jazz Orchestra.

Overige vermeldenswaardige jazzoptredens zijn onder meer: Hank Jones Trio, Joshua Redman Trio, Chris Potter Underground, Fred Hersch Trio + 2, Cecil Taylor, Lee Konitz met Brad Mehldau, Charlie Haden en Jorge Rossy, Avishai Cohen Aurora Quintet, McCoy Tyner Trio, Roy Haynes Trio en Anthony Braxton met Diamond Curtain Wall Trio.

Natuurlijk ontbreken Nederlandse jazzvedetten niet, met onder anderen Eric Vloeimans, Han Bennink, Benjamin Herman, Yuri Honing en Jasper Blom. Op vrijdag belooft het een feestje te worden met 'Casey's Tenor Madness' in de Missouri-zaal: Cees Schrama op Hammond B3-orgel en de tenoristen Alexander Beets, Boris van der Lek en Hans Dulfer.

Voor uitgebreide informatie klik hier.

(Jacques Los, 7.5.09) - [print] - [naar boven]





More Michael Moore!
Fragile, maandag 12 januari 2009, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

Hij behoort tot dat handjevol jazzmusici, waarvan je nooit genoeg kunt krijgen en die je nooit teleurstellen: Michael Moore is zijn naam. Geboren in Arcata, Californië, USA, maar sinds 1978 geworteld in Nederland. Een bijzonder musicus/componist. Excellent in alle gezelschappen waarin hij speelt en waarop hij nadrukkelijk zijn stempel drukt. Het zijn er nogal wat. De belangrijkste op een rijtje: ICP Orchestra, Guus Janssen Septet, Available Jelly, Sean Bergin's MOB, Trio Clusone, Gerry Hemingway Quintet, Eric Boeren Quartet, Achim Kaufmann Quartet, Frank van Bommel Quintet, Jewels & Binoculars en last but not least Fragile.

Met deze formatie, die verder bestaat uit Harmen Fraanje (piano), Clemens van der Feen (bas) en Michael Vatcher (drums), speelde hij vanavond in café Wilhelmina. Het werd een memorabel concert en misschien dat het door Jazzpower opgenomen concert nog eens op cd verschijnt op Moore's eigen label Ramboy. Fraanje, die wat mij betreft ook behoort tot het eerder genoemde 'handjevol jazzmusici', stak hier in bijzondere vorm. Hoe sterk was het verbond tussen het verrukkelijke klarinetspel van Moore en het fijnzinnige en lyrische pianospel van Fraanje. Om er in een adem het sublieme spel van bassist Van der Feen en percussionist Vatcher aan toe te voegen.

Melodieus en met fraaie toon blies Moore op altsax, klarinet en basklarinet gevarieerde composities. Uitmuntend basismateriaal dat door het kwartet subliem werd uitgewerkt en vormgegeven. Vatcher etaleerde zijn kwaliteit bijvoorbeeld aandoenlijk in Moore's 'Troubadors': simpel, zonder pathos, maar zonneklaar! Fraanje completeerde zijn solo met oorstrelende akkoorden die de lading dekten. En zulke hoogtepunten waren er te over. Zoals de vertolking van het melodieuze 'Paint As You Like'. Een weldaad die helaas maar acht minuten duurde.

Het werd een concert dat niemand van de aanwezigen had willen missen. Daarom is het zaak om er regelmatig op uit te gaan. Dan kan het zo maar gebeuren dat je op het juiste moment op de juiste plaats getuige bent van iets bijzonders, zoals vanavond. Het gevolg van deze ervaring is dat Fragile op 21 januari 2010 te horen zal zijn in JazzCase in Neerpelt België. Na dit concert is er alle aanleiding om Fragile grensoverschrijdend onder de aandacht te brengen. More Michael Moore!

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

(Cees van de Ven, 7.5.09) - [print] - [naar boven]





The Jazztube
Duke Ellington - 'Perdido'


Het is een grote ergernis bij concerten: je gaat helemaal op in de muziek, terwijl er voor je iemand langzaam begint te knikkebollen. Na twee nummers is de bewuste persoon verder weggezakt en hoor je een zachtje ronkje, dat aanzwelt in crescendo's en decrescendo's en voor je het weet uitbarst in monumentale tandenknarspartijen, compleet met paukenslagen van gesmak en gesnurk.

Wat te doen? Het is onbeschaamd iemand wakker te porren, maar je wilt het concert ook niet laten verpesten door zo'n ongeïnteresseerde etterbak die blijkbaar niet om de muziek geeft. Alleen de ergernis al verpest de avond.

Zo moet de blazerssectie van Duke Ellington zich ook gevoeld hebben. Tenorist Paul Gonzalves, grotendeels verantwoordelijk voor Ellingtons populairiteit in de late jaren vijftig en zestig, slaapt achtereenvolgens door het openingsstatement van 'Perdido', een klarinetsolo (Jimmy Hamilton), een trompetsolo (Ray Nance), een tenorsaxsolo (wederom Hamilton), weer wat groepswerk, een drumsolo (Sam Woodyard) en de groots aangezette slotakkoorden heen.

Niemand probeert hem wakker te maken. Zijn collega's kijken niet eens verbaasd. Zelfs van ergernis is, behalve bij de altijd chagrijnig kijkende Johnny Hodges, geen spoor te zien. Zou Gonsalves – een hevig drank- en drugsgebruiker, die geweldig speelde als hij nuchter was – dit soms vaker hebben gedaan?

Deze Jazztube betreft een opname gemaakt tijdens een concert in het Falcon Theater te Kopenhagen op 31 januari 1965. Klik op bovenstaande afbeelding om hem te bekijken.

Labels:

(Sybren Renema, 6.5.09) - [print] - [naar boven]



Dianne Reeves krijgt Edison Jazz Oeuvreprijs 2009

De Amerikaanse zangeres Dianne Reeves is de winnaar van de Edison Jazz Oeuvreprijs 2009. De prestigieuze prijs zal op 18 november aan haar worden uitgereikt in het Muziekcentrum Frits Philips te Eindhoven. De 52-jarige Reeves komt de prijs hoogstpersoonlijk in ontvangst nemen, meldde de organisatie woensdag.

De zangeres uit het Amerikaanse Detroit maakt al ruim dertig jaar albums. Ze groeide op met de muziek van Ella Fitzgerald en Billie Holiday, maar haar voornaamste inspiratiebron is nog altijd Sarah Vaughan. De nicht van toetsenist George Duke heeft vier Grammy's op haar naam staan. Daarmee behoort ze volgens de Edison-jury tot de absolute top van de vocale jazz.

(Maarten van de Ven, 6.5.09) - [print] - [naar boven]





Het geluid van Hank Roberts
Roberts/Ducret/Black, donderdag 23 april 2009, Bimhuis, Amsterdam

Vorig jaar stonden Roberts, Ducret en Black op het Utrecht Jazzfest, nu in het Bimhuis. Cellist en componist Hank Roberts heeft veel gespeeld met Bill Frisell en Tim Berne, maar heeft ook gewerkt met bijvoorbeeld Marilyn Crispell en John Zorn. Zijn band speelde vanavond verschillende werken van hun cd 'Green' (2008). Enkele daarvan zijn Roberts' bewerkingen van Native-American melodieën.

Roberts' composities zijn tegelijk aandoenlijk en krachtig, onheilspellend en melancholisch, platteland en donder, een stuk blik dat door de wind over een leeg erf wordt geblazen, een klapperende schuurdeur, losbarstend onweer en schuilen onder plaatstaal, kaarslicht en praten met de ogen. Het is country, folk, rock en free jazz, het is – gelukkig - niet echt te plaatsen, het is veelomvattend.

Dat past ook bij de achtergrond van de muzikanten. Gitarist Marc Ducret bijvoorbeeld, die ook veel met Tim Berne speelt, heeft ervaring in een breed areaal van muzikale stijlen, van punkrock tot blues. Hij was heel helder in de interactie met Roberts en Black en speelde een paar fantastisch kokende solo's. Roberts zelf afwisselend woest tokkelend op de cello en mooie melodielijnen strijkend, soms begeleid met zang. Hij heeft een warme, soms wat ijle, integere stem, waarmee hij overtuigde en een intieme sfeer creëerde.

En als je dan even een paar mindere goden hebt gehoord, realiseer je je des te meer weer wat een geweldige drummer Jim Black is. Enkele weken geleden was hij ook in het Bimhuis met zijn eigen band (AlasNoAxis). Black speelt lekker open en intuïtief, is origineel en heeft geen fratsen nodig. En hij speelt spannend en strak, waarbij je af en toe de rockinvloeden hoort. Daarnaast is hij meestal - ook deze avond - bezig met elektronica, waarmee hij met soundscaping de muziek heel goed inkleurde, in hechte samenwerking met vooral Ducret.

Er zitten geen grote ego's in deze band. Iedereen luistert echt goed naar elkaar, laat elkaar voldoende ruimte en werkt heel sensitief samen. Daardoor is alles prachtig in balans. Roberts zag de toegevoegde waarde van een extra afsluiting en kwam nog terug met 'Azul' (ook van cd 'Green'), een gevoelig stuk met zang van Roberts. Aan het eind stierven de klanken langzaam weg en hing er even een adembenemende stilte in het Bimhuis, waarna het uitzinnige publiek van zich liet horen.

(Margretha van den Bergh, 6.5.09) - [print] - [naar boven]





Ferdinand Povel & The Rob Madna Trio - 'Live At Café Hopper' (Daybreak, 2007)
Opname: 2000

De opnamen van een concert door tenorsaxofonist Ferdinand Povel met het trio van pianist Rob Madna (met Marius Beets op bas en Eric Ineke op drums), gemaakt in het Antwerpse jazzcafé Hopper in 2000, waren eigenlijk bestemd voor release in de cd-serie rond Nederlandse jazzpianisten 'En Blanc Et Noir'. Maar ze bleven liggen; er werd destijds gekozen voor opnamen die waren gemaakt in café Upstairs in Hilversum.

Het is mooi dat ze nu toch beschikbaar zijn gekomen, zeker gezien het feit dat Madna in 2003 is overleden en er eigenlijk nooit genoeg opnamen van hem zijn gemaakt. Het gaat hier om een geïnspireerde sessie, die zes flink uitgewerkte stukken opleverde, met naast enkele standards ook twee composities van Rob Madna zelf ('Sleepless City' en 'Choctaw').

Povel klinkt zelfbewust, maar met behoud van zijn mooie toon en elegante frasering, en Madna is niet alleen een haast ideale begeleider, maar solerend vooral ook een mooie stilist. Een goed voorbeeld is zijn ingetogen interpretatie van 'Stella By Starlight'. De ritmetandem van bassist Marius Beets en drummer Eric Ineke zet een betrouwbare basis neer. Als bonus horen we aan het eind nog even 'The Theme', het beroemde afscheidsdeuntje uit de jaren vijftig.

Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

(Anoniem, 5.5.09) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.