Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Gato Libre - 'Nomad' (Nomansland Records, 2007)

De echtgenoten Natsuki Tamura (trompet) en Satoko Fujii (normaal piano, maar hier enkel op accordeon), hebben iets met katten (niet enkel bij Gato Libre, maar ook op enkele van hun andere cd's staan katten op het hoesje). Daarnaast zijn beiden muzikale duizendpoten. En hun Gato Libre-band kan niet verder verwijderd liggen van hun orkestrale of avant-gardistische werk. (Ik nodig iedereen met open oren en een sterk hart uit om eens te luisteren naar 'Hada Hada' van Tamura, de meest onwaarschijnlijk harde electronic industrial free jazz, een genre dat enkel op dat album voorkomt.)

'Nomad' situeert zich aan het andere uiterste van het spectrum: toegankelijke, op Europese muziek gebaseerde jazz, met Franse musette, Weense walsjes, Schotse dansjes, wat klezmer, een beetje flamenco, en dat alles vol melancholie en sympathie. De titel 'Nomad' houdt in dat op elk nummer een andere Europese stad wordt aangedaan, en een lokaal muziekje wordt dan keurig ingepakt met een strik eromheen, om teruggezonden te worden naar het vaderland.

De andere twee Europeanen van dienst zijn Kazuhiko Tsumura op akoestische gitaar en Norikatsu Koreyasu op bas. Dit is lichte, frisse, aanstekelijke kamermuziek, en de combinatie van de vier instrumenten, samen met de meersterlijke beheersing ervan door het kwartet, maakt dit een cd die ver uitsteekt boven de middelmaat van gelijkaardige projecten.

(Stef Gijssels, 30.11.07) - [print] - [naar boven]





Lady Bloem op de jazztoer
Jazz Impuls Dubbelconcert met Karin Bloemen & The Buzz Bros Band, vrijdag 2 november 2007, De Meenthe, Steenwijk

"Voor mij is het ook een unicum," sprak zangeres Karin Bloemen bij het begin van haar optreden. "Normaal zit de zaal helemaal vol."

Inderdaad, De Meenthe was voor een kwart gevuld voor het Jazz Impuls-dubbelconcert van de Buzz Brothers en Bloemen. De vocaliste was op het laatste moment ingevallen voor Berget Lewis, die wegens persoonlijke omstandigheden verstek moest laten gaan. Maar die Bloemen is toch helemaal geen jazzzangeres, hoor ik jelui reeds krijten. Klopt, maar dat geldt ook voor Lewis, die vooral bekendheid geniet in het gospel- en soulcircuit.

Bloemen is natuurlijk primair een theaterdier dat zingt en acteert en grappig is. Wanneer ze die ervaring loslaat op een typisch jazzrepertoire ('Lover Man', 'Summertime', 'All Of Me'), met woeste persiflages die geen aanwijsbare relatie hebben met de originele versies, knappen niet alleen je veters, maar splijten ook je zolen van het extreme krommen der tenen. Mijn buurvrouw verviel in een uitputtende slappe lach. Als dat humor is, treed ik in bij de Abdij van Chimay. Gelukkig bleek Lady Bloem, gezegend met een relatief 'kleine' stem, niet slechts bedreven in dit soort waanzinaria's. 'God Bless The Child' kwam vrijdagavond nog het meest in de buurt van een integer vertolkte jazzballad.

De Buzz Brothers, die de eerste helft van het concert vulden, zijn een jazzrock-kwartet met de nadruk op rock. Dat houdt in dat de leider, gitarist Marnix Busstra, de elektrische Miles Davis als ijkpunt heeft gekozen en overwegend legato speelt. Meer specifiek: new age muziek with a bite, zou je kunnen zeggen. Dansende walvissen, Ierse bouzouki's, dat soort handel. Opmerkelijk is dat Chris Strik uitsluitend met brushes speelt. Hij doet dat voorbeeldig, heeft een opvallend groot aandeel in de structurering van de liedjes en is nergens overheersend.

"Ga lekker een borrel nemen," suste Karin Bloemen na het laatste nummer. "Ik ga oefenen."

(Eddy Determeyer, 30.11.07) - [print] - [naar boven]





Zachtmoedige speelstijl van Ravi Coltrane
zondag 11 november 2007, Bimhuis, Amsterdam

Ravi Coltrane is er de persoon niet naar om zijn vaders stijl te willen navolgen. Zoekend naar zijn eigen signatuur in de modern jazz is hij rustig, maar zeker zijn eigen weg gegaan. Beïnvloed door intensieve samenwerking met saxofonist Steve Coleman heeft hij zich ontwikkeld van sideman tot bandleider. Inmiddels heeft hij in die rol vier albums uitgebracht, waarvan de laatste 'In Flux' (2005).

In zijn band heeft Ravi Coltrane overduidelijk zeer getalenteerde mensen om zich heen verzameld. Sinds enkele jaren werkt hij met deze bezetting, dezelfde van 'In Flux'. Hij is ook een aimabel bandleider. Meerdere keren verliet hij - letterlijk - even de spotlights en liet zijn muzikanten de ruimte om te excelleren in lange solo's. En dat deden ze.

De band ging vliegend van start na Ravi's introductie van het eerste nummer, geïnspireerd door de driewieler van zoon William. Opvallend was vooral de samenwerking tussen pianist Luis Perdomo en bassist Drew Gress, die in hun boeiende performance schitterend met elkaar kleurden en een sterke toon zetten voor de band als geheel.

De band werd ondersteund door de strakke grooves en het bijna scherp te noemen spel van EJ Strickland op de drums. Vooral in de snellere en swingende stukken komen zijn talenten goed tot hun recht. Met veel kracht zette Strickland enkele lange, gespierde solo's neer. Bijna adembenemend, alleen al door de lengte.

Ravi zelf was ook in zijn eigen spel heel comfortabel, maar wellicht wat minder geprononceerd, soms zelfs wat bescheiden. Zijn speelstijl is eerder zachtmoedig dan agressief te noemen. Dat liet hij echter duidelijk varen toen hij de sopraan sax bespeelde.

Als geheel was dit een geslaagde performance, het Bimhuis was happy.

Klik hier Hans Speekenbrinks fotoverslag van dit concert.

(Margretha van den Bergh, 27.11.07) - [print] - [naar boven]





Interview Saskia Laroo

"De muziek is voor mij het allerbelangrijkste; ik investeer in mezelf door te spelen en krijg er ook nog voor betaald. Door in zoveel landen te komen als artiest, kan ik ook over een breder perspectief beschikken, over allerlei standpunten. Als artiest probeer ik het over neutrale onderwerpen te hebben, zodat iedereen - waar ik ook kom - zijn eigen gedachten bij de muziek kan hebben. Ik neem het publiek heel serieus. Dat vind ik heel belangrijk! Zodat het publiek even van de dagelijkse beslommeringen verlicht wordt, en er na afloop van een concert weer verfrist uit komt. Ik probeer met mijn muziek de mensen in hun gevoel te raken, dat vind ik het belangrijkste. Dat er een soort atmosfeer ontstaat tussen het publiek en de muzikanten als een soort meditatie, en dat ik daar een sturende rol in mag vervullen, zodat het publiek zich ook gehoord voelt."

Koen Scherer sprak met de bevlogen trompettiste Saskia Laroo. Lees hier het complete interview.

(Maarten van de Ven, 27.11.07) - [print] - [naar boven]





Walter Davis Jr. - 'Davis Cup' (Blue Note, 2007)
Opname: 1959

"Tatum. Tatum. Tatum. And then Bud Powell." Zo beantwoordde de pianist Walter Davis Jr. (East Orange, New Jersey, 1932) de vraag van liner notes-schrijver Joe Goldberg wat zijn favoriete pianist was. Art Tatum dus, de man die een sterke, swingende puls gaf aan de jazzpiano. Swing stond ook hoog in vaandel van Davis Jr., die op 2 augustus 1959 onder auspiciën van Alfred Lion in de studio van Englewood Cliffs zijn debuut als leider maakte met het uitstekende album 'Davis Cup'.

Lion bracht voor de pianist een voortreffelijke band bij elkaar, bestaande uit trompettist Donald Byrd, altsaxofonist Jackie McLean, bassist Sam Jones en drummer Art Taylor. Tijdens een voorafgaande Europese tour met de groep van Byrd en Taylor had de pianist reeds de gelegenheid zijn composities voor dit album uit te testen en te verfijnen. Met als gevolg dat er die dag een zeer hecht klinkende groep muzikanten stond, die Davis' composities inch perfect wist te vertolken.

Het album opent meteen sterk met '’Smake It', waarin het strakke en empathische samenspel van McLean en Byrd meteen opvalt. Davis' krachtige toucher klinkt prettig zelfverzekerd; hij weet precies wat een stuk nodig heeft. Zo speelt de pianist sober maar trefzeker in het sfeervolle 'Sweetness'. Juist aan deze eenvoud en weldadige rust ontleent de ballad zijn kracht. Net als Tatum blijft Davis Jr. steeds in de buurt van de melodielijn. 'Rhumba Nhumba', dat met prettig stuiterend tomwerk van Taylor begint, voelt met zijn onweerstaanbare swing aan als een warm bad. Maar goed, met zo'n gelouterde en ingespeelde ritmesectie achter je, hoef je je wat dat betreft natuurlijk ook geen zorgen te maken. Davis was zo'n componist die 'het' in de vingers had; de composities op dit album munten uit door hun melodische en harmonische rijkdom, een feest voor het oor.

Walter Davis Jr. was een pianist die helaas vooral door zijn vakgenoten op zijn waarde werd geschat; zo speelde hij met onder anderen Art Blakey, Philly Joe Jones, Dizzy Gillespie en Sonny Rollins. Het grote publiek liet hem echter links liggen, met als gevolg dat de jazzwereld verstoken bleef van een vervolg op 'Davis Cup'. Zeker gezien de kwaliteit van het hiervoorliggende materiaal is dat eigenlijk onbegrijpelijk. Pas in 1977 kreeg Davis van het Japanse Denon-label weer gelegenheid om platen te maken. In 1990 overleed deze ondergewaardeerde pianist.

Gelukkig heeft Blue Note hem ditmaal op de juiste waarde weten te schatten met deze perfecte aanvulling in de reissueserie The Rudy Van Gelder Edition.

(Maarten van de Ven, 25.11.07) - [print] - [naar boven]





Geslaagde SuperJazzJam in Amsterdamse bieb
Trio Van Beeck–Engels–Van Kreeveld, zaterdag 3 november 2007, Centrale Bibliotheek, Amsterdam

In het kader van de Amsterdamse Museumnacht (Museumn8) vond voor het eerst in de spiksplinternieuwe Centrale Bibliotheek aan de Oosterdokskade de SuperJazzJam plaats, in het kader van de serie 'Jazz in de Bieb'.

Het is niet verwonderlijk dat Amsterdams bekendste contrabassist René van Beeck niet lang geleden de Feel Good Jazz Award heeft mogen ontvangen voor zijn consequente tomeloze inzet om de jazzmuziek te promoten in Groot-Amsterdam. Zo had Van Beeck ook voor deze bijzondere gelegenheid een aansprekende ritmesectie weten samen te stellen met pianist/componist Rob van Kreeveld en good ol' John Engels achter de glimmende bekkens.

In deze twee uur lang durende SuperJazzJam werden een tiental vocalisten en musici uitgenodigd om mee te doen op 14 verschillende stukken. Gelukkig verliep tijdens deze jamsessie, door het ontbreken van voorbereiding, alles heerlijk ongedwongen.

Als bijzonder goed excellerende rode draad door alle optredens heen trad één van de Harper Brothers op: Philip Harper, die met zijn karakteristieke aan Clifford Brown gelieerde speelstijl regelmatig succes oogstte. Diverse keren voegde altsaxofonist Thijs van Otterloo zich aan zijn zijde met veel jeugdig enthousiasme.

Het programma werd opvallend gevarieerd samengesteld. Zo bleek het ook mogelijk dat Van Kreeveld zijn 'Meisjes Van 13' geheel solo kon spelen (één van de vele nummers die hij voor Paul van Vliet heeft geschreven). Het leek net of hij deze compositie helemaal ging ontleden, om hem daarna weer prachtig in elkaar te steken.

Vocalist Dennis Kivit bleek een echte crooner en had met zijn aansprekende, zelfbewust neergezette swingende songs veel succes. De Amerikaan Ken Ard, gekleed in zwart kostuum en met bolhoed, stal enkele keren de show met een flitsend vocaal en vooral dansend optreden. Maar ook entertainer en pianist Maurits Fondse, tenorsaxofonist Emile Wienholts en de pianisten Christian Doepke en Rembrandt Frerichs mochten op veel enthousiaste respons uit de zaal rekenen, evenals de zangeressen Anne Chris en Esmée Bor Stotijn.

Opnieuw dus een zeer geslaagd initiatief van Van Beeck die, samen met zijn muzikale vrienden Van Kreeveld en Engels, overduidelijk genoot van het verloop van deze SuperJazzJam. Want super, dat was het!

(Rolf Polak, 24.11.07) - [print] - [naar boven]





'Jazz At The Pawnshop - 30th Anniversary' (Codaex/Proprius, 2007)
Opname: 1976

De opnamen die technicus Gert Palmcrantz op twee decemberavonden in 1976 maakte in de Stockholmse jazzclub The Pawnshop hebben een soort legendarische status verworven. In de dertig jaar van hun bestaan hebben ze niet alleen het voor jazzbegrippen unieke verkoopcijfer van rond een half miljoen exemplaren bereikt, maar hebben ze (waarschijnlijk) ook een record gevestigd in het aantal categorieën geluidsdragers waarop ze op de markt zijn gebracht. Op lp (in eerste instantie vier langspeelplaten), op verschillende kwaliteiten muziekcassette, op cd, op minidisc, op XRCD, op Gold Edition, op eigentijds vinyl, en nu, ter gelegenheid van hun dertigste verjaardag, op een driedubbele SACD, in twee edities.

Wat was er eigenlijk aan de hand met die opnamen? Om de muziek kan het nauwelijks gaan, met alle respect. Het kwintet dat die avonden was geprogrammeerd in The Pawnshop speelde weliswaar op een behoorlijk hoog niveau, maar het jazzwiel werd daar niet uitgevonden. Arne Dommérus (klarinet en altsaxofoon), Bengt Hallberg (piano - voor ons de meest bekende van het stel, onder meer van opnamen met Rita Reys), Lars Erstrand (vibrafoon), Georg Riedel (bas) en Egil Johansen (drums) borduurden gezellig en ontspannen voort op de stijl en kleur die dertig jaar eerder werden ontwikkeld door klarinettist Benny Goodman in zijn kleine swingformaties (met vibrafonist Lionel Hampton en pianist Teddy Wilson). Op het programma veel standards (tot uit de eerste jaren van Louis Armstrong) en stukken die we kennen van Duke Ellington, naast enkele stukken van wat latere datum (zoals 'Take Five' van Paul Desmond en 'Now’s The Time' van Charlie Parker); de heren mikken vooral op traditie en sentiment.

Daar is niets mis mee, maar het verklaart niet die opvallende records. Te oordelen aan de in de feesteditie meegeleverde toelichtingen gaat het dan ook vooral om de opnamekwaliteit. Palmcrantz was qua techniek een purist, die zo weinig mogelijk microfoons gebruikte, maar die zodanig plaatste dat hij een soort natuurlijke balans bereikte. Dat is uitermate goed gelukt; de opnamen klinken zeldzaam direct, en schijnen onder zijn vakgenoten heel lang te hebben gegolden als een soort referentie van hoe je (kleinschalige) jazz eigenlijk moet opnemen in een live situatie (klein podium, rommelige ambiance, funcionerende bar, dat soort dingen). Perfect gedaan.

De box bevat ook een dvd waarop overlevende bandleden herinneringen ophalen aan de concerten en aan de opnamen. Mooi detail: de marimba die we horen op de SACD was geen marimba, maar een vibrafoon met de hoes er nog overheen. Erstrand deed die er altijd snel overheen omdat het instrument ideaal is om drankjes op te parkeren, en toen zijn collega's na een korte pauze ineens weer begonnen te spelen was er geen tijd om de hoes weg te halen. Erstrand speelde toen dus even 'blind', zonder precies te kunnen zien waar de klankstaven zaten – hij raakte ze overigens wel perfect.

Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

(Anoniem, 24.11.07) - [print] - [naar boven]





Twaalf snaren en een stem
Paulien van Schaik & Hein van de Geyn plus Strings, zondag 21 oktober 2007, Porgy en Bess, Terneuzen

Het is inmiddels een traditie geworden in de Terneuzense jazzclub om ieder seizoen een 'artist in residence' uit te nodigen voor een drietal concerten. Bassist Hein van de Geyn valt de eer te beurt om daar dit jaar invulling aan te geven. Overigens komt Van de Geyn op 9 december nog een keer met Bert van den Brink in het kader van de VPRO/Boy Edgar Prijs.

Het eerste concert van het drieluik wordt door Van de Geyn ingevuld met jazzzangeres Paulien van Schaik, altvioliste Yvonne van de Pol en cellist Frans Grapperhaus. Van Schaik is één van de beste Nederlandse vertolkers van de songs uit het American Songbook. Na haar terugkeer uit Amerika, waar ze studeerde aan het Berklee College Of Music, startte een samenwerkingsproject met Hein van de Geyn. Dit resulteerde in twee fraaie cd's. Het gebrachte werk van deze middag beperkt zich overigens niet tot dit oeuvre. De playlist is
hier te vinden (met als aanvulling het openingsnummer 'Winter' en de toegift Summer).

Van Schaik weet je met haar stem te raken en probeert met haar intonatie en gevoel je bij de essentie van het lied te brengen. En dat is de tekst. Bij Kermit de Kikkers lijflied 'It’s Not Easy Bing Green' spreekt dat misschien wat minder tot de verbeelding dan bij de Consuelo Velázquez' afscheidslied 'Bésame Mucho'. En wie wil er niet 'Bésame Mucho' van Paulien van Schaik? Of wat te denken bij de schoonheid van het landschap in 'Moonlight In Vermont': "People who meet in this romantic setting, are so hypnotized by the lovely ev'ning summer breeze, warbling of a meadowlark, moonlight in Vermont...".

Ware pareltjes zijn ook de in het Portugees gezongen liedjes van Tom Jobim: 'Retrato Em Branco E Preto' en 'In Util Paisagem'. De bijdrage van altviool en cello leveren een mooi extra kleurelement, zoals in 'Blame It On My Youth' en als ouverture in 'Goodmorning Heartache'. Dit concert kan weer worden bijgeschreven als één van de juweeltjes in de geschiedenis van Porgy en Bess.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

(Eddy Westveer, 23.11.07) - [print] - [naar boven]





Gouden drummer Pierre Courbois drie dagen in Leiden

Na Paul van Kemenade (in 2005), Guus Jansen (2003) en Yuri Honing (1999) krijgt dit jaar Pierre Courbois drie dagen carte blanche. Als een der eersten in Europa experimenteerde hij met vrije geïmproviseerde muziek. Een halve eeuw later etaleert deze drummer met gouden handjes zijn muzikale verleden en heden met drie concerten in de Tuinzaal van De Burcht: vrijdag 30 november, zaterdag 1 en zondag 2 december 2007.

Deze trilogie biedt een unieke gelegenheid om meesterdrummer Courbois in al zijn vormen en uitingen mee te maken. Een musicus met een imposante conduitestaat, een rijk oeuvre en een grote reputatie in binnen- en buitenland. In Leiden was hij vaak te gast, vooral bij jazzpodium Hot House en Burcht Jazz. Zijn eerste optreden was 50 jaar geleden, op 6 november 1957. In 1961 werd hij leider van het toen in Europa unieke Original Dutch Free Jazz Quartet.

Hij speelde met Nederlanders als Rein de Graaff, Willem Breuker en Hans Dulfer. Met grootheden als Eric Dolphy, Ben Webster en Mal Waldron. Hij maakte deel uit van talloze internationale jazzensembles. In 1994 ontving hij op het North Sea Jazz Festival de Bird Award. Als winnaar van de door de Jazzdienst uitgeschreven prijsvraag 'Zoeklicht' voert hij momenteel zijn beste composities uit in verschillende bezettingen: het Kwartet Courbois/Kühne, het Pierre Courbois Kwintet, het Vijfkwarts Sextet en het Dubbelkwintet.

Meer weten?
  • Klik hier voor meer informatie over de Pierre Courbois Trilogie.
  • Lees onze recensie van de cd 'Révocation' van het Pierre Courbois Vijfkwarts Sextet.

    (Jacques Los, 23.11.07) - [print] - [naar boven]





    Jazz Orchestra Of The Concertgebouw - 'Riffs ’n Rhythms' (JOC Records, 2007)

    Eindelijk is er weer een nieuwe cd van dé Nederlandse big band verschenen. Na een hele tijd pr-stilte doet Angelo Verploegen, de nieuwe artistiek leider van het orkest, van zich spreken. Hij is voornemens deze big band weer volop in de kijker te plaatsen. Dat mag ook wel, want met deze live-opname uit het Bimhuis wordt overduidelijk wat voor een eminent orkest Henk Meutgeert al vele jaren onder zijn leiding heeft. Deze cd , met vele Meutgeert-originals geeft een goed beeld van de bijzondere compositorische gaven en arrangeerkwaliteiten van deze bescheiden musicus. Evenals het Brussels Jazz Orchestra uit België behoort deze big band tot de top van Europa.

    Het orkest had in het Bimhuis een onbedaarlijke energie en wist tomeloos te swingen. Een afwisselend programma van ballads, medium- en uptempo-stukken dat bigbandliefhebbers aanspreekt. En omdat er zoveel individuele kwaliteit in dit orkest zit, is er ook veel te exploiteren. Ruud Breuls, Jesse van Ruller, Bert Boeren, Martijn Vink, Frans van Geest, Jan Menu, Sjoerd Dijkhuizen, Peter Beets, Jorg Kaaij, Jan van Duikeren, Allard Buwalda, Martijn Sohier: zij komen allemaal als solist voorbij op deze smakelijke cd. En met een langere speelduur of een tweede cd zouden ook de bandleden Juan Martinez en Erik van Lier nog als solisten zijn toegevoegd.

    Bigband- en JOC-adepten kunnen twee vliegen in een klap slaan: de cd kopen en het orkest live ervaren. Het JOC gaat namelijk toeren langs een groot aantal podia.

    Meer weten?
  • Klik hier voor de speelagenda van het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw.

    (Cees van de Ven, 18.11.07) - [print] - [naar boven]





    CRAM verlegt grenzen in CROW
    vrijdag 9 november 2007, Jazz at the Crow, Kraaij & Balder, Eindhoven

    Er zijn er niet veel die zo zelfverzekerd dissonante akkoorden aanbieden, laten opbloeien en aanhouden alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, als Corrie van Binsbergen. Daar keek het publiek in Jazz at the Crow wel even van op. Hier werden grenzen verlegd op een podium waar toch vaker meer toegankelijke jazz op het menu staat. Maar deze improvisatoren wisten deze baanbrekende klus succesvol te klaren, zoals later zou blijken.

    Corrie van Binsbergen is al vele jaren een van Nederlands belangrijkste jazzvertegenwoordigers en heeft een groot aantal spraakmakende cd's en projecten op haar naam staan. Een bezoek aan haar website spreekt boekdelen. Haar muzikale stem is uniek en zeer persoonlijk. De gitaar en de reeks klankvormers aan haar voeten hebben voor haar geen geheimen. Ze staat boven de materie en kan op elk gewenst moment haar muzikale creativiteit in klanken omzetten, met of zonder distortion. Haar spel was expressief, verhalend en fascinerend van de eerste tot de laatste noot van dit concert.

    CRAM is een formatie met veel onderlinge chemie. En hun muzikale eensgezindheid en speelvreugde is hoor- en zichtbaar. De wijze waarop zij deze communiceren schept een band met het publiek. Voortdurend waren er onderling blikken van muzikale verstandhouding. Een boeiende melange van sferen, tempi en dynamiek kenmerkte het programma, waarbij het grondplan van de composities voldoende ruimte liet om vrijuit te gaan. En daar wist dit kwartet wel raad mee!

    Saxofonist Rutger van Otterloo was een openbaring. Vaak horen we hem in grote formaties zoals Corrie en de Grote Brokken, Big Bent Braam, Fra Fra Big Band en de Contraband. Vanavond stond hij er 'alleen' voor en dat ging hem goed af. Op sopraansax beschikt hij over een fraaie toon, hij speelt loepzuiver en dat is zelden synoniem voor sopraansax! Maar de baritonsax is hoorbaar het instrument waaruit zijn muzikale stem het beste tot zijn recht komt. Het ene moment klonk hij als mopperende knorrepot en een ander moment als een rondborstige Ollie B. Bommel, 'als u begrijpt wat ik bedoel'. Zijn improvisaties waren van hoge kwaliteit en perfect verstaanbaar.

    Arend Niks' drumwerk was inspirerend, hij nuanceerde met variabel dynamisch spel, grooves of fills die pasten bij het moment of hij speelde functioneel tegendraads. Pittig drumwerk versus minimale kleuringen of accenten, hij dialogeerde attent op de improvisaties van collega's, of bracht het geheel weer terug op het rechte pad. Van zijn hand speelde CRAM enkele composities, naast werk van Van Binsbergen en de fraaie ballad 'Down Under' van Mick Paauwe. Bassiste Paauwe past deze formatie als een handschoen. Zij stelde onder bewijs dat zij naast haar latin jazz-specialisme gewoon een uitstekende allround bassiste is.

    De charme van CRAM is hun avontuurlijkheid. Met name Corrie van Binsbergen zocht eigenzinnig de grenzen op van wat in de context van de compositie nog passend en 'toelaatbaar' was. CRAM ontspoorde en ontketende, maar er was ook structuur, ontlading en rust. En alles werd met zoveel overtuigingskracht en vakmanschap gepresenteerd, dat zij die vanavond horen wilden vielen voor deze prettig gestoorde, eigentijdse formatie. CRAM is een absolute aanrader voor programmeurs en publiek.

    Klik hier voor een fotoverslag.

    Meer weten?
  • De website van Corrie van Binsbergen.

    (Cees van de Ven, 16.11.07) - [print] - [naar boven]





    Fotoreportages Oliver Lake Trio & ICP Orkest

    Op woensdag 31 oktober concerteerde het Trio 3 van Oliver Lake in het Bimhuis in Amsterdam. Oliver Lake op altsaxofoon, Reggie Workman aan de bas en drummer Andrew Cyrille. Drie veteranen uit de tijd van de avant-garde jazz. De tijd van de 5-lp 'Wildflowers: The New York Loft Jazz Sessions'. De zeventiger jaren. Woelige jazzjaren waarin naast het bovengenoemde supertrio free jazzers als Cecil Taylor, David Murray, Hamiet Bluiett , Anthony Braxton, Sunny Murray, Byard Lancaster en David S. Ware een prominente rol vervulden. Fotograaf Govert Driessen was bij het concert aanwezig. Klik
    hier voor zijn fotoreportage.

    Op zaterdag 3 november speelde het ICP Orchestra in het SJU Jazzpodium in Utrecht. Het orkest bestaat 40 jaar en behoort tot de Nederlandse avant-garde jazz. Van de oprichters van het eerste uur van de Instant Composers Pool - Breuker, Bennink en Mengelberg – maken de laatste twee nog steeds deel uit van het orkest. Sterker nog, Misha Mengelberg is de leider van het vermaarde ensemble. Het succesvolle concert in de SJU werd bijgewoond door fotograaf Maarten Jan Rieder. Klik hier voor zijn fotoreportage.

    (Jacques Los, 16.11.07) - [print] - [naar boven]





    Frank Morgan krijgen ze er niet onder
    donderdag 1 november 2007, De Oosterpoort, Groningen

    'Old Folks', dat hij als toegift speelde, in een duo met pianist Rein de Graaff, was altist Frank Morgan (73) ten voeten uit. Een klein breekbaar vogeltje op een stoel dat het evangelie volgens Charlie Parker verkondigde. Een zware beroerte verlamde hem een paar jaar geleden voor een deel en artsen hadden hem al verteld dat hij nooit meer zou kunnen spelen. Dat zag hij absoluut niet zitten; een man met twintig jaar San Quentin achter de kiezen (drugs) laat zich niet zomaar door zo'n lullig hart in de hoek drukken.

    Nog altijd kan hij zijn rechterhand maar ten dele gebruiken en zijn spel is dan ook niet meer zo oorverblindend flitsend als in zijn beste dagen. Maar wat hij aan snelheid mist, compenseert hij met een wonderschoon geluid dat het patina der jaren met trots draagt. Ook met zijn timing is niets mis. En hij mengt prima met trompettist John Marshall, zodat oude krakers als 'All The Things You Are' en 'Star Eyes' als nieuw glansden. Een hoogtepunt was 'Parker’s Mood', waarin zijn fysieke beperkingen de emotionele zeggingskracht alleen maar leken te versterken.

    Marshall is een Gillespie-man, zonder diens spreekwoordelijke bereik en kracht. Daar staat dan weer tegenover, dat hij met één hand in de zak pleegt te spelen. Nu en dan dreigde hij met een onzuivere intonatie de mist in te gaan, maar dat herstelde hij dan weer dermate rap dat je niet eens de kans kreeg je wenkbrauwen op te trekken.

    "It's great to be alive", mompelde Frank Morgan in de microfoon. Toen stond hij op en slofte gebogen en nietig naar achter, waar het podium duister was.

    (Eddy Determeyer, 15.11.07) - [print] - [naar boven]





    Other Dimensions In Music - 'Live At The Sunset' (Marge, 2007)

    Voor wie Other Dimensions In Music niet kent: de band bestaat uit Roy Campbell (trompet), Daniel Carter (sax, fluit en trompet), William Parker (bas) en Hamid Drake (drums). Ze brengen free jazz op zijn best: spontane improvisaties vol ritme, empathie, met prachtige solo's en telepatisch samenspel. Deze vier muzikanten spelen al meer dan twintig jaar samen in bands waarvan het aantal niet meer bij te houden is, en het resultaat is er naar.

    Drake en Parker spelen alsof ze twee lichamen van dezelfde persoon zijn, en ze bewijzen nogmaals de beste ritmesectie van het moment te zijn, die de ritmische fundering legt voor de toonlandschappen die Campbell en Carter weven, die beiden niet alleen hun ongelooflijke muzikale bagage tentoonspreiden, maar bovendien beschikken over de zeldzame combinatie van diepe emotionaliteit, creativiteit en spiritualiteit.

    Er is veel variatie op dit album. Te beginnen bij de instrumenten: Parker speelt ook musette, de rietblazer die we kennen van Dewey Redman bij Old & New Dreams, die hij plots neerlegt om snel arco te gaan spelen, Drake speelt tevens snaredrums en zingt, en ook Carter laat zijn stem horen. De tweede afwisseling komt van de veelheid aan stijlen die in de improvisaties naar boven komen: blues, swing, bop, Afrikaanse en Midden-Oosterse muziek. De derde variatie wordt ingebouwd door het constant wisselen van de intensiteit, gaande van ingetogen en spiritueel tot hardblazend, energetisch spel, dat zelden chaotisch of overdadig is. Die intensiteitswissel is het best te vergelijken met hoge golfruggen op de oceaan die elkaar afwisselen, op-en-neer gaand in trage bewegingen, maar deel uitmakend van hetzelfde geheel.

    Maar het is niet enkel politiek of putten uit de muziekgeschiedenis; de essentie van hun muziek is spiritueel: "Multilayered music that is drenched in vision. Blues vision, world music vision, 21st century vision, it's the music called Black Mystery Music that comes from the deepest parts of Africa, Asia and Europe. Sounds that can be found in the furthest reaches of the cosmos.". Zo schrijft William Parker in het boekje, en hij gaat verder: "We never know what will happen from minute to minute in the music, but we are ready to go anywhere it wants to go, without being restricted by style". En dat is precies wat dit dubbelalbum te bieden heeft: uitstekende vrije muziek, zeer natuurlijk evoluerend, ritmisch, vol intensiteit, spiritualiteit en muzikale visie. Kopen!

    (Stef Gijssels, 15.11.07) - [print] - [naar boven]





    Een trio op basis van gelijkheid
    Veenendaal, Kneer & Sun, maandag 29 oktober 2007, Jazzpower, Wilhemina, Eindhoven

    Veelal heeft de piano in een gelijknamig trio de prominente rol. Bij Veenendaal, Kneer en Sun was dat niet het geval. De kwalitatieve en kwantitatieve inbreng van alle drie was goed in balans. Met uitzondering dan van de composities die als vertrekpunt golden voor de improvisaties; deze waren van Van Veenendaal en Kneer. Begrijpelijk, omdat dit koppel ook vaak als duo optreedt. Maar met Yonga Sun erbij is sprake van een belangrijke toegevoegde waarde. Deze ideeënrijke drummer, met een fraai klinkende kit en met zorg geselecteerd klein percussiespul, was een luistergenoegen. Hij is een drummer waarbij je oren tekort komt; zoveel is er bij hem te beleven!

    Het aardige aan dit optreden was dat elke compositie een fragiel framewerk kende, zodat naar hartelust kon worden uitgebroken. Een cruisecontrol, niet om het meest efficiënt tot het doel te komen, maar met alle vrijheid voor interessante sightseeing. Zo kom je dan wel mooi op fraaie, onverwachte plekjes. En van deze vrijheid werd dan ook volop gebruik gemaakt. Ging iemand buiten zijn boekje of vertoonde hij afwijkend muzikaal gedrag, dan stemde de ander daar met fraaie interacties, ondersteunend en onvoorwaardelijk mee in.

    Van Veendaal deed dit met oorstrelende harmonieën, soundscapes, alert geplaatste akkoorden of tegendraadse accenten en andere plaagstoten. Een absoluut oorspronkelijke pianist en daarom terecht alom gewaardeerd. In zijn compositie 'Van De Wereld Muziek' speelde hij gedurfde en spanningsvolle sustains, die het stuk geheel tot stilstand brachten, alsof een laatste adem werd uitgeblazen. Maar nog net op tijd kon Sun - met sticks die eruit zien als houten breinaalden - het stuk reanimeren met subtiel drumwerk op snaredrum en hihat. Vervolgens nam Kneer het woord. Hij is een rasverteller op zijn bas. Hij beschikt over een warme 'stem', heeft overtuigingskracht en neemt je makkelijk mee in zijn verhaallijn. Het stuk eindigde met een enkele pedaalnoot, die nu zonder harmonische of ritmische omspelingen eenzaam en uiterst langzaam achter de coulissen verdween.

    Dit is een trio van jazzmusici die oprecht plezier beleven aan elkaars creativiteit en eigenzinnigheid. Het klinkt en oogt niet alleen prettig, maar je bent deelgenoot en beseft dat in elk concert van dit trio weer nieuwe, onverwachte, spannende en creatieve zaken gebeuren. Dat het publiek dit alles waardeerde bleek wel uit de wens voor een toegift. Het werd 'Miniatures Tres Vite', een listig stuk vol abrupte stops en breaks, zodat het tempo telkens even stokte om vervolgens weer voort te razen.

    Dit concert had best langer mogen duren, want Veenendaal, Kneer en Sun lieten nog veel onbesproken. Een vervolgbezoek is daarom misschien een goede aanbeveling.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Meer weten?
  • De website van Albert van Veenendaal.

    (Cees van de Ven, 14.11.07) - [print] - [naar boven]





    Candy Dulfer - 'Candy Store' (Codaex/Heads Up, 2007)

    De tijden van saxofoonwonderkind en spraakmakende eregast bij fenomenen als Prince, Arethe Franklin, Van Morrison en Maceo Parker liggen al geruime tijd achter ons. Candy Dulfer moet zich nu op haar eigen merites handhaven. Bij haar nieuwe label Heads Up kwam deze zomer haar tiende cd sinds 1990 onder eigen naam uit, en de vraag is dan of Candy's specifieke mix van funk, soul, jazz en R&B in dat niet geringe aanbod nog wel zo boeiend is.

    Swingen doet het zeker, en Dulfers altspel wint nog steeds aan zelfbewustzijn, maar er zijn toch ook momenten dat je denkt 'Laat maar, dat weten we nu wel.' Als zo'n moment al in het tweede nummer valt, is er misschien iets mis. 'Summertime' dan maar eens proberen (track 6). Dat blijkt geen eigen visie op de Gershwin-klassieker, maar een 'gewoon' (eigenlijk saai) dancenummer met Candy als songwriter en solozangeres. Geen winst.

    Dragende sidemen zijn Ulco Bed (gitaar), Thomas Bank (toetsen), Chance Howard (zang en bas). Er is een gastoptreden van de (in mijn ogen nogal overschatte) Trijntje van Oosterhout.

    Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

    Meer weten?
  • Lees hier over het Amerikaanse succes van 'Candy Store'.

    (Anoniem, 14.11.07) - [print] - [naar boven]



    Bob Hagen (foto: Rodney Kersten)

    Jazz Impuls blikt vooruit met Showcase

    Dat je er in de moderne jazzwereld vroeg bij moet zijn, bewees Stichting Jazz Impuls op maandag 29 oktober. In de schitterend tot Philharmonie verbouwde Schouwburg van Haarlem werd namelijk voor een vijfigtal geïnteresseerde theatervertegenwoordigers, persmensen en radiovertegenwoordigers het programma voor het seizoen 2008-2009 gepresenteerd, alweer het vijfde seizoen in de theaters voor Jazz Impuls. Het seizoen 2008-2009 zal uit twaalf verschillende dubbelconcerten gaan bestaan.

    Nu de inhoud van de dubbelconcerten een zekere bekendheid heeft verkregen bij publiek en podia, zet Jazz Impuls voor het komende seizoen een volgende stap met de toevoeging van jong talent aan de concerten.

    Net als bij de klassieke muziek krijgt nu ook jong jazztalent de kans zich op serieuze podia te presenteren. Uiteraard is dit voor de ontwikkeling van dit jonge talent van grote waarde. Tijdens deze Showcase stelden al een aantal jonge musici, waaronder zangeres Kim Hoorweg, pianist Dimitar Bordurov, altsaxofonist Jasper van Damme en zangeres Esra Dalfidan, zich aan de aanwezigen voor.

    Hans Dijkstal, lid van het comité van aanbeveling, Jochem van Eeghen, directeur van het Prinses Christina Concours en Jaap Lampe, directeur van de Philharmonie Haarlem, hielden een kort betoog over het culturele belang van de jazzmuziek. Daarnaast prezen ze het initiatief van Mister Jazz Impuls Bob Hagen om jazzconcerten voor een groot(schouwburg-)publiek te programmeren.

    Meer weten?
  • De website van Stichting Jazz Impuls.

    (Rolf Polak, 13.11.07) - [print] - [naar boven]





    Brown vs Brown serveert stevige kost!
    Brown vs Brown met Wolter Wierbos, maandag 15 oktober 2007 , Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

    Dirk Bruinsma (altsax), Jeroen Kimman (gitaar), Viljam Nybacka (basgitaar), Gerri Jäger (drums) en Wolter Wierbos (trombone).

    Venijnig sax- en gloedvol gitaarspel versus een ronkende bas en retestrak drumwerk, dat is Brown versus Brown in een notedop. Een formatie die ook de jonge pop/jazzliefhebbers zal aanspreken. In 'For Dave' bijvoorbeeld etaleerde bassist Viljam Nybacka een forse basis. Bij tijd en wijlen was zijn geluid in je buik voelbaar. Als het podium hoger zou zijn geweest en het publiek iets jonger, was hier vast en zeker gestagedived! In 'Clock Of The Years' gebruikte Wierbos zijn stem simultaan met het aanblazen van zijn trombone en dat gaf een interessante meerstemmigheid.

    Kimmans 'Piazza Mazzini' was een stuk vol staccato frases. Puntig en repetitief van vorm met markante tempowisselingen. 'Bronson’s Gardening', gespeeld door het basiskwartet, was een compositie met goed unisono spel van sax en gitaar op een ritmische unisono onderbouw van Jäger en Nybacka.

    Je vervelen is er niet bij Brown vs Brown, daarvoor gebeurd er teveel op allerlei gebied; ritmisch, harmonisch en qua improvisaties. Het is een pittig gekruide formatie en met Wierbos, de 'Bennink' van de trombonisten, erbij slaat dan zeker de vlam in de pan! In 'Hilly Rock' liet Jeroen Kimman zijn gitaar janken als een hond met gevoel voor ritmiek. Heftig was het, ook qua volume, en soms snakte je naar adem of hoopte tevergeefs op enig pianissimo. Want ook al zag drummer Gerri Jäger uit Oostenrijk met zijn matrozenshirt eruit als een brave Wiener Sängerknab, hij geselde zijn trommels en bekkens met bijzonder harde hand. Wat zou een intimistische ballad toch als een verkwikkend intermezzo en constructief contrast zijn ervaren.

    Dirk Bruinsma schreef 'Point The Hose Up There'. Een hoekig stuk vol voetangels en klemmen. Kimman maakte hier wederom creatief gebruik van zijn ten dienste staande klankkastjes en andere zaken die er toe deden. Complexe riffs vol dissonanten hoorden we in dit stuk. Brown vs Brown kent niet een formule van lange improvisaties voor elk lid, maar legt de nadruk op het collectief en dat pakte heel goed uit vanavond. Het talrijke publiek was dan ook enthousiast en 'Illusive Glance' werd de toegift. Een showcase voor Wolter Wierbos.

    Een man van middelbare leeftijd die tijdens het concert een geheel eigen en energieke choreografie op de muziek danste, zette ook nog één keer aan. Even later verliet hij doodvermoeid, maar voldaan café Wilhelmina.

    Klik hier voor een fotoverslag

    (Cees van de Ven, 12.11.07) - [print] - [naar boven]





    Ben Webster - 'Live At The Haarlem Jazzclub' (Timeless/Limetree, 2007)
    Opname: 1972

    Een leuke toevalstreffer: het optreden dat de legendarische tenorsaxofonist Ben Webster in mei 1972 gaf in de Haarlemse Jazzclub, is opgenomen door de plaatselijke ziekenomroep. Je moet maar geluk hebben. Webster, een van de vele beroemdheden die de club in die jaren bezochten, was in topvorm, en had ondersteuning van een internationaal gezelschapje met Tete Montoliu (piano), Rob Langereis (bas) en Tony Inzalaco (drums). De informele clubsfeer van het concertje inspireerde tot levendige jazz, en lange improvisaties op hoog niveau.

    Een tweede gelukje is dat de apparatuur van de ziekenomroep ook in topvorm was, en de dienstdoende technicus iemand met goed gevoel voor balans. De opname is misschien niet in alle opzichten feilloos, maar geeft een heel bevredigend beeld van de fantastische jazz die die avond in Haarlem te horen was. Er is ooit een elpee van uitgebracht, maar die is al heel lang niet meer te krijgen. Deze cd-release (met ook nog het nummer 'Perdido' dat niet meer op de plaat paste) is heel welkom.

    Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

    Labels:

    (Anoniem, 12.11.07) - [print] - [naar boven]





    Uitreiking Edison Awards Jazz & World
    dinsdag 6 november 2007, Muziekcentrum Frits Philips , Eindhoven

    De eerste Edison in de categorie Jazz Nationaal was voor Eric Vloeimans en zijn Gatecrash-kompanen Jeroen van Vliet (Fender Rhodes), Gulli Gudmundsson (bas en basgitaar) en Jasper van Hulten (drums). Zij speelden met een letterlijk adembenemende uitvoering van 'V-Flow' het Muziekcentrum muisstil met 18-karaats jazz. En het was meteen hét muzikale hoogtepunt van de avond!

    Klik hier om het volledige verslag te lezen.

    (Cees van de Ven, 11.11.07) - [print] - [naar boven]





    Frisse jazz op het snijvlak van post-hardbop en free jazz
    Rudresh Mahanthappa 'Codebook', donderdag 25 oktober 2007, Bimhuis, Amsterdam

    Sinds 1996 spelen altsaxofonist Rudresh Mahanthappa en pianist Vijay Iyer al samen. Die samenwerking heeft inmiddels enkele indrukwekkende cd's opgeleverd: 'Raw Materials', een duo-album, 'Reimagining', 'Panoptic Modes' en 'Mother Tongue'. Beiden leiden een eigen kwartet waarin zij gezamenlijk deel van uitmaken. Zo speelde Iyers kwartet deze zomer op het VPRO-festival Jazz op het Dak, waar het een grote indruk achterliet, en nu - enkele maanden later - in het Bimhuis werd er onder de naam van Mahanthappa geconcerteerd.

    Ook thans werd er formidabel gemusiceerd. Beide muzikanten zijn een meester op hun respectievelijke instrumenten. Qua techniek kennen ze geen onvolkomenheden. Mahanthappa heeft een prachtig, warm en vol geluid op de altsax en blaast ingenieuze, mathematische, vingervlugge lijnen. Pianist Iyer is eveneens een solist van importantie. Zijn speelwijze doet erg denken aan die van McCoy Tyner in het befaamde John Coltrane Quartet; de klaterende en dwingende loopjes en de pulserende linkerhand.

    Deze avond werden vooral composities van Mahanthappa van zijn recent verschenen cd 'Codebook' gespeeld. De stukken zijn complex, met virtuoze, rekenkundig opgebouwde, melodische lijnen, terwijl de ritmische patronen veelvuldig wisselen en onderling verschuiven. Het resulteerde in frisse, aparte en interessante muziekminiaturen, waarbij de grens tussen harmonieuze structuren en free jazz in de solo's wordt afgetast.

    De stevige, eigenzinnig swingende, van tempo wisselende en veelal als duo solerende ritmesectie imponeerde. Fascinerend was het samen- en solospel van bassist François Moutin (bekend van Martial Solals trio) en drummer Dan Weiss (hij speelde met David Binney, Dave Liebman, Miquel Zenon, Uri Caine en Ravi Coltrane). Terecht dat deze ritmetandem de ruimte toegemeten kreeg om afzonderlijk en gezamenlijk te soleren.

    Naast de voortreffelijke kwartetstukken werden door Mahanthappa en Iyer nog twee duostukken vertolkt, materiaal van de cd 'Raw Materials'. Twee relatief ingetogen nummers, waarbij men als luisteraar, na de dynamische kwartetstukken, even op adem kon komen, om te constateren dat in deze summiere duobezetting transparant, uiterst muzikaal en adembenemend werd gemusiceerd.

    Klik
    hier voor Govert Driessens fotoverslag van dit concert.

    (Jacques Los, 11.11.07) - [print] - [naar boven]





    Dimami - 'Nearby Distances' (EWM, 2007)
    Opname: 2006

    Dimami slaat met deze cd de spijker op de kop en levert hier een spraakmakende productie. Miguel Boelens (altsax), Dion Nijland, (bas), Makki van Engelen (drums) krijgen ondersteuning van gastspelers Mete Erker (tenorsax en basklarinet) en Anton Goudsmit (gitaar).

    De opnamen werden gemaakt voor de VPRO-radio op 18 januari 2006 in het Bimhuis. 'Nearby Distances' overtreft de verwachtingen. Geen enkel saai moment te bekennen hier. Wel talloze staaltjes van intelligente en overtuigende improvisatiekunst.

    Hoewel er veelal vrij en ongebreideld op los wordt geïmproviseerd, is nergens sprake van egotripperij en wordt het harmonische groepsgeluid gerespecteerd. Afwisseling is er voldoende. Sterke melodische stukken worden afgewisseld met catchy nummers. Goudsmit toont zijn zachtaardige en ingetogen kant in 'View From Above'; met mooi sfeervol akkoordenspel onderbouwt hij samen met Nijland het serene spel van de saxofonisten Boelens en Erker, een ideaal saxofoonkoppel waar je met veel plezier naar luistert. Boelens sprankelende spel en fraaie toon is klasse.

    Goudsmit laat zich in 'All Black' heerlijk gaan, zoals we dat van hem kennen: weird, bevlogen, energiek en indringend. In 'Wijs' horen we Mete Erker met zijn malse en smeuïge geluid. Ook Nijlands solo mag er wezen. Alle stukken zijn groovy, hebben een stuwende puls en zijn melodisch van opzet. 'Balkanibalisme' is in aanvang een invitatie tot dansen, maar niet voor lang, want de compositie (deels gearrangeerd) ontwikkelt zich via improvisaties op riffs van de saxen en contra-riffs van bas en drums tot een showstopper van het zuiverste soort.

    Als deze formatie bij elkaar blijft, kunnen we nog veel moois tegemoet zien. Dimami is weer zo'n klinkend voorbeeld van wat Nederland aan boeiende formaties bijeen kan brengen. En terwijl je nog aan het nagenieten bent en denkt dat de cd is afgelopen, is daar plotseling nog een hidden track met Miguel Boelens en Makki van Engelen, die deze uitstekende cd wonderschoon volspelen.

    (Cees van de Ven, 10.11.07) - [print] - [naar boven]





    Concert des overvloeds
    Mose Allison Trio, woensdag 24 oktober 2007, Bimhuis, Amsterdam

    Zijn roem snelde de nu 80-jarige, bij leven al legendarische, jazzvocalist én pianist Mose Allison vooruit. Het Bimhuis bleek dan ook dubbel uitverkocht, want er werden bijna net zoveel staan- als zitplaatsen in gebruik genomen.

    De programmabrochure betitelt Mose Allison als de William Faulkner van de jazz. Net als Faulkner heeft hij velen beïnvloed. Zelfs diverse popmusici. Allison is autodidakt. Zijn spel en timing is in de praktijk gegroeid.

    De toehoorders konden zich schrap zetten. Met veelal snelle en vloeiende akkoordenreeksen, hamerend en repeterend gespeeld, vulde het trio (bassist Roy Babbington en drummer William Goodwin) de concertzaal met soepel spel, gecombineerd met aanstekelijk gezongen en puntig vormgegeven teksten.

    Bassist Babbington klonk bijzonder helder. Zonder franje en lekker swingend, rechttoe rechtaan spelend wist hij de show te stelen. Drummer Goodwin liet het aandachtige publiek er soms min of meer intuinen, door eerst subtiel met brushes te starten om daarna onverwachts over te gaan in druk ondersteunend spel met zijn drumstokken.

    Het repertoire bevatte een aantal swingend en bluesy vertolkte songs, die soepel werden gezongen en gespeeld. Verrassend was het na verloop van tijd echter niet meer.

    Wel is het wonderbaarlijk te kunnen constateren dat sinds bijvoorbeeld het verschijnen van zijn album 'Creek Bank' uit 1958, nu bijna vijftig jaren later, Mose Allison nog steeds dezelfde soepel spelende pianist en behendige vocalist is gebleven. In de loop der jaren is daar gelukkig niet veel aan veranderd.

    (Rolf Polak, 10.11.07) - [print] - [naar boven]





    November Music 2007

    November Music profileert zich als het belangrijkste eigentijdse muziekfestival van Nederland. Centraal staan 'de bedenkers van de muziek van nu'. Het accent ligt dan ook vooral op de hedendaags gecomponeerde muziek. Dat neem niet weg dat de jazz binnen deze interessante programmering een plek heeft gekregen.

    Zo gaat pianist en rasimprovisator Guus Janssen de uitdaging aan om vrijwel zonder repetitie op podium te staan in een improvisatiepool met onder anderen trompettist Jeroen Doomernik en de Amerikaanse bassist Mark Helias. Ook de jubilerende altist Paul van Kemenade en pianist Harmen Fraanje zijn van de partij in een internationale setting.

    Klik
    hier voor meer informatie.

    (Jacques Los, 9.11.07) - [print] - [naar boven]





    Exploding Customer - 'At Your Service' (Ayler Records, 2007)

    Dit is het derde album van de Zweedse band Exploding Customer op het Ayler-label, en tevens het eerste dat in de studio werd opgenomen. Dat is eigenlijk jammer, want het genre muziek dat deze jongens brengen, roept om een publiek omdat de onmiddellijke interactie met de zaal een verrijking betekent. Desondanks is hun soulvolle funky benadering van free jazz enthousiasmerend genoeg, al blijft het voor mij vreemd om na het einde van elk nummer geen applaus te horen.

    De band bestaat uit Martin Küchen op alt- en tenorsaxofoon, Tomas Hallonsten op trompet, Benjamin Quigley op bas en Kjell Nordeson op drums. Hun muziek is fun, levendig, slim en prima gebracht. Dit is geen grensverleggende muziek, maar je zal ervan genieten van het begin tot het eind, dankzij de prima composities, het prima samenspel, de afwisseling in de muziek, de bijna dansbare funk. Toch worden ook hart en geest niet vergeten, want de cd bevat ook enkele tragere, meer introspectieve stukken, zoals het lange en prachtige 'The Supply And Demand Of Love And Hate', en niet te vergeten de afsluiter, het ontroerende nummer 'Els Segadors' van Charlie Haden.

    Een aanrader voor wie houdt van technisch knappe, funky en gevoelige freebop zonder pretentie.

    (Stef Gijssels, 9.11.07) - [print] - [naar boven]





    Van Kemenade verkent grenzen en slaat bruggen
    Paul van Kemenade Quintet Plus met Feya Faku & Sydney Mnisi, donderdag 18 oktober 2007, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

    "Als 13-jarige begon ik als saxofonist bij de Valkenswaardse harmonie ONA (Ontspanning Na Arbeid) omdat ik als knaap opkeek naar mijn oudere broer die zo mooi 'Il Silencio' speelde." Een enthousiaste muziekleraar, die ook aanwezig was op het concert in Neerpelt, zette Paul van Kemenade op het spoor en bracht hem de liefde voor de saxofoon en de muziek bij, met alle gevolgen van dien. Dit jaar is Van Kemenade 30 jaar actief als musicus en 25 jaar met zijn kwintet. De aanleiding voor een reeks unieke concerten in het najaar met de altsaxofonist in diverse bezettingen in uiteenlopende projecten. Voor het concert in JazzCase was het kwintet uitgebreid met Feya Faku, Sidney Mnisi en Ferhan Otay.

    Vanaf de eerste noten van 'Soul’ Afrique' was het duidelijk dat deze musici naadloos op elkaar afgestemd zijn, met vloeiende solo's van Faku op flugelhorn, Van Kemenade op altsax en Boudesteijn op trombone en gedragen door een relaxed gitaargeluid van Otay. Een wondermooie melodie die breed uitwaaiert en gedrenkt is in een Zuid-Afrikaanse klankkleur. Het tempo werd opgedreven met het speciaal voor deze bezetting gecomponeerde 'South African Connection'. Een up-tempo nummer waarbij de blazers interactief voluit gingen.

    'Hela' (wat zoveel betekent als pay attention), een compositie van flugelhornspeler Faku, werd op ingetogen en subtiel beheerste wijze gebracht. Melodieus, lazy, kleurrijk en met een subtiele contrabassolo tot uiteindelijk enkel nog het geluid van vingerzettingen overbleef. Mooi. Met 'Please To Meet You' werd het eerste gedeelte van het concert afgesloten. Paul van Kemenade in een glansrol, met dat warme, smooth, rechttoe rechtaan altsaxgeluid, dat aanzwelt en uitbundig wordt, om naar het einde toe ingetogen en in een ruim klankenpalet te eindigen.

    In 'Major Down', een sterk melodieus nummer, was het genieten van het warme geluid van gitarist Ferhan Otay. Met 'Just Thinking' bewijst trombonist Louk Boudesteijn een begenadigd componist te zijn. Een melodieus, funky nummer, vol sfeer en met beheerst trombonespel, dat wordt afgewisseld met de altsax van Van Kemenade... een pareltje. In het aan Charles Mingus opgedragen 'Jajaja' laat Van Kemenade horen dat hij ook salsaklanken op een verbluffende manier in zijn muziek weet te integreren.

    Boeiend blijft Van Kemenades benadering van jazz en de wijze waarop hij de grenzen van het genre verkent en daarbij openstaat voor invloeden van andere muzieksoorten en voornamelijk wereldmuziek. Deze aanpak lijdt tot een specifieke eigen klankkleur, wat een verrijking en vernieuwing binnen de jazz oplevert. Paul van Kemenade en zijn kwintet slaan hier ongetwijfeld ook een brug naar een ruimer en jeugdig publiek.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    (Robert Kinable, 7.11.07) - [print] - [naar boven]





    The Jazztube
    Horace Silver Quintet - 'Señor Blues'


    Nadat pianist Horace Silver de Jazz Messengers van Art Blakey had verlaten, formeerde hij in 1956 zijn eigen hardbop kwintet. Veel van zijn composities waren gebaseerd op de blues en gospelmuziek, zoals de hit 'The Preacher'. Horace Silver heeft altijd een goede neus gehad voor pittige, catchy en funky composities. Wie kent niet 'Doodlin’', 'Opus De Funk', 'Sister Sadie' en zijn Cape Verdean/Bossa Nova-hit 'Song For My Father'. En dan te bedenken dat we niet eens al zijn composities gehoord hebben. Enkele jaren geleden zei hij in een interview met Down Beat dat hij nog talloze ongehoorde en niet uitgegeven composities in stock had.

    Deze opname van Silver dateert van 1959 en is opgenomen in de Singer Concertzaal in Laren. We horen en zien hem in deze Jazztube met het bekende 'Señor Blues' met tenorsaxofonist Junior Cook, trompetist Blue Mitchell, bassist Gene Taylor en drummer Louis Hayes.

    Klik op bovenstaande afbeelding om de video te bekijken en te beluisteren.

    Meer weten?
  • Klik hier voor een uitgebreide discografie van Horace Silver.

    Labels:

    (Cees van de Ven, 5.11.07) - [print] - [naar boven]





    Cocqolumn #10
    Een oude jazzvriendschap


    "In mijn vrije tijd was ik programmeur van de Utrechtse Jazz Liga, wij organiseerden wekelijks optredens van amateurmuzikanten in een werfkelder, en jaarlijkse jazzconcoursen. Hans de Wild, had ik gelezen, coördineerde de publicatie van concertgegevens van Nederlandse jazzclubs voor het blad Rhythme, in die dagen het enige Nederlandse tijdschrift dat iets aan jazz deed. Op een avond trok ik de stoute schoenen aan, wandelde van de Verbindingsschool naar het Oosterpark, waar Hans en Nel in een bovenhuis woonden, en meldde me bij hem aan als Utrechtse jazzorganisator, goed voor regelmatige levering van agendagegevens. Hans heette me hartelijk welkom, Nel zette koffie, en vanaf dat moment was een leuke vriendschap in de maak."

    René de Cocq over een jazzvriendschap in zijn nieuwe column.

    (Anoniem, 5.11.07) - [print] - [naar boven]





    Tyft doet niet aan energiebesparing
    maandag 22 oktober 2007, Jazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

    Het optreden van het trio Tyft bij Jazzpower was er zo een waarvan ik al bij de eerste klanken wist dat het goed zat - en dat dat tot het einde zo zou blijven. En inderdaad, de heren wisten mijn verwachting helemaal waar te maken. Ze speelden met een geweldige creatieve energie. Ze waren een hechte eenheid, zelfs op momenten dat ieder een eigen kant op schoot.

    Al deden ze weinig voor elkaar onder, de kracht die de muziek aanjoeg en de koppen na uitstapjes weer bij elkaar bracht lag vooral in handen van drummer Jim Black. Met zijn laptop zette hij baslijnen uit en liet hij zwevende klanken rondwaren, om met een paar onverwachte klappen op zijn trommels de koers richting ruige, dampende rock te dwingen. Gitarist Hilmar Jensson plaatste daar gruizige akkoorden tegenover, die hij afwisselde met glasachtige klankwolken en lange slingers van snelle noten.

    Saxofonist Andrew D'Angelo volgde hem daarin op de voet, maar schoot soms plotseling de hoogte in, alsof hij in zijn eentje uitdagingen naar de hemel wilde slingeren. Black riep hem weer tot de orde, versnelde het tempo een aantal keren. Dan sprongen de drie van de jazz halsoverkop in de hogedrukpan van rock op volle snelheid. Sloegen dan om in een stilte die de luisteraars verraste, voor ze losbarstten in een enthousiast applaus. Je kon D'Angelo nog na zien hijgen.

    Hier werd niet bespaard op energie - Jensson sloeg alweer de eerste akkoorden aan voor het volgende nummer, Black hield grijnzend zijn stokken in de aanslag, en de blazer blikte als bezeten rond. Zo ging het door tot de laatste noot, en toen was het ook gedaan. Geen toegift. Dit was wat ze te zeggen hadden. Daar hoefde niets meer aan toegevoegd te worden.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert.

    Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.

    (René van Peer, 4.11.07) - [print] - [naar boven]





    Paul Berner - 'Back Porch' (Twister Records, 2007)
    Opname: 2006

    De combinatie van rietinstrument(en), bas en gitaar is niet nieuw. Al in de jaren vijftig exprimenteerde klarinettist/saxofonist Jimmy Giuffre met dit format, met onder meer een legendarisch optreden op het Newport Jazzfestival van 1958 tot gevolg. De Amerikaanse bassist Paul Berner (levend en werkend in Nederland) brengt dit idee naar de 21e eeuw, met hulp van rietblazer Michael Moore (klarinet, altsaxofoon en klarinetfluit) en de twee gitaristen Ed Verhoeff en Peter Tiehuis.

    Het kwartet lijkt in de voorbereidingen van dit project goed naar Giuffre geluisterd te hebben; je hóórt gewoon diens 'The Train And The River' terug in de prachtige subtiele benadering van deze (relatief) jonge musici. Giuffre gebruikte destijds de term 'folk jazz' voor zijn nieuwe muziek; die kan nu zonder bezwaar weer worden toegepast. Berner en de zijnen produceren superieure sfeermuziek, instrumentale ballades met grote zeggingskracht, vooral als Moore op klarinet te horen is. In het bluesy 'Feelin’ Good' is de aanpak iets forser, met altsax en wat fellere gitaar, maar het blijft gemiddeld aangenaam ingetogen.

    Deze recensie was eerder te lezen in HVT Magazine.

    (Anoniem, 3.11.07) - [print] - [naar boven]



    Kort en bondig - Jazz en meer



    Beatriz Aguiar Sextet
    zondag 21 oktober 2007, Ochten

    Dutch First Lady Of Latin Beatriz Aguiar presenteerde met overtuiging haar vocale 'geloofsbrieven' in een concert met passie en soul dat ieders hart en ziel raakte.

    Met haar groot empathisch vermogen wist ze al vanaf de eerste noot de toehoorders aan zich te binden. Deze fascinatie zou nog het hele concert voortduren, omdat Anguiars stem de spiegel is van haar ziel.

    Jammer genoeg was haar alter ego en ritmische steun en toeverlaat Enrique Firpi er vandaag niet bij.

    Klik hier en hier voor fotoverslagen van dit concert.

    Meer weten?
  • De website van Beatriz Aguiar.



    Trio-B PLUS!
    vrijdag 12 oktober 2007, Jazz at the Crow, Kraaij & Balder, Eindhoven

    Het leek er even op of Jimmy Smith hier vanavond was gereïncarneerd in de persoon van Ronald van Driel. En Trio-B PLUS! heeft geen enkele moeite met deze vergelijking, want zij zochten zelf de confrontatie. Het kwartet, met tenorsaxofonist Jeroen Brokkelkamp, gitarist Vincent Koning en drummer Ben Schröder, maakte er een aardig potje van.

    Soepel swingende standards als 'Broadway', 'In A Sentimental Mood', 'Puttin’ On The Ritz', 'The Cat', 'Soul Eyes' en Smith's 'Back At The Chickensack' vlogen herkenbaar de oren in. Kortom een aangenaam klinkende reis naar vervlogen tijden.

    Klik hier voor een fotoverslag van dit concert

    Meer weten?
  • De website van Ronald van Driel.

    (Cees van de Ven, 2.11.07) - [print] - [naar boven]


    Lees verder in het archief...








  • Menupagina's:




    Cd van het moment:
    Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

    Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





    Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
    Mail de redactie.