Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert
Nimfen en Sirenen

Mudita / Under The Surface, woensdag 18 december 2019, De Bussel, Oosterhout

Vorige week sloot ook Liever in de KluiZ dan ThuiZ 2019 af. Het Oosterhoutse (Noord-Brabant) jazzpodium, huizend in Theater De Bussel, weet al dertien jaar interessante musici te programmeren en gaat daar ook volgend jaar vrolijk mee door. Maar dit laatste concert was extra bijzonder. Een duo concert met Sanne Rambags als verbindende factor. Voor de pauze Mudita, na de pauze Under The Surface. Dat was pas één keer eerder gebeurd, zo verzekerde Rambags ons, tijdens haar eindexamen aan het Tilburgse conservatorium in 2016.

In mei 2017 was ik de eerste die op deze blog over Rambags schreef. Begin van dat jaar was het eerste album van Under The Surface bij Challenge Records verschenen, een trio dat ze vormt met percussionist Joost Lijbaart en gitarist Bram Stadhouders. In 2019 verscheen de tweede, 'Trinity'. Ook over dat andere trio, Mudita, dat Rambags vormt met trompettist Koen Smits en pianist Sjoerd van Eijk, schreef ik naar aanleiding van een concert in Breda eind vorig jaar, terwijl collega Koen Scherer het bij ZenneZ verschenen 'Listen To The Sound Of The Forest' - dat eerder dit jaar een Edison kreeg - recenseerde. En het archief door struinend valt mij op dat niet alleen Scherer en ondergetekende de vocale kunsten van deze zangeres kunnen waarderen.

Het zal aan de tijd van het jaar liggen, waarin we feesten vieren gebaseerd op mythes en verhalen, dat ik daags na het concert dacht aan de Loreley. Daar stokte echter mijn herinnering. Het blijkt hier te handelen om een rots in de Rijn, bij Sankt Goarshausen, die daar ook nog eens een scherpe bocht maakt. Een berucht punt waar nogal eens schepen vergingen, iets dat tot legenden leidt. In dit geval die van de nimfen, de Rijndochters. Ze spelen een rol in Richard Wagners 'Der Ring des Nibelungen' en in de legende van Lorerey. Die nimf zong zo prachtig, hoog bovenop die rots gezeten, dat de schippers volledig in vervoering pardoes op de rots voeren. Waar hebben we dat eerder gehoord? Juist, de Sirenen, Griekse halfgodinnen. Ze werden het meest bekend door Homerus 'Odyssseus', waarin de hoofdfiguur zichzelf aan de mast liet vastbinden - hij wilde deze gezangen horen zonder in gevaar te komen - en de bemanningsleden hun oren dicht liet stoppen met was.

Terug naar de realiteit. Sanne Rambags als hedendaagse nimf of Sirene? Goed, we zaten niet op een schip deze woensdag en rotsen waren er niet. Maar verder, het publiek in vervoering brengen kan ze als geen ander. Al doet ze dat zeker niet in haar eentje. De vier klankmagiërs die ze meebracht leverden daar zeker ook een groot aandeel in. Smits bouwt prachtige klanksculpturen met zijn trompet en een batterij aan effectpedalen en Van Eijk verrast iedere keer weer aangenaam met harmonische akkoorden, zo vorm gevend aan het breekbare melodische materiaal. Prachtig ook hoe de samenwerking tussen deze drie jonge musici verloopt. Aan alles is te merken dat ze het heerlijk vinden om samen te musiceren.

Klankmagiërs Lijbaart en Stadhouders leveren op hun beurt een grote bijdrage aan het geheel andere geluid van Under The Surface. Maalstromen van geluid, soms van postrock-achtige allure. Meeslepend en enerverend, met een krijsende Rambags. Op andere momenten kun je echter spelden horen vallen. Rammelt Lijbaart met een klokje, strijkt Stadhouders over de snaren en horen we Rambags ietwat lispelen. Het is maar goed dat er geen rotsen zijn.

Liever in de Kluiz dan Thuis organiseert iedere derde woensdag van de maand een concert in Theater De Bussel. Op 15 januari is het podium voor Martin Fondse, Kika Sprangers en Jörg Brinkmann.

Concertfoto's: Gerard Kievits

Labels: ,

(Ben Taffijn, 31.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd's
40 jaar Leo Records Part 2

Simon Nabatov - 'Readings - Gileya Revisited' (Leo, 2019)
Opname: 7-8 december 2018
Simon Nabatov - 'Readings - Red Cavalry' (Leo, 2019)
Opname: 7-8 december 2018

In dit tweede deel van het portret gewijd aan Leo Records belichten we twee cd's van pianist Simon Nabatov, waarvoor hij zijn inspiratie haalde uit de Russische literatuur, iets wat hij overigens al drie keer eerder deed. Nu met als basis een kwartet bestaand uit rietblazer Frank Gratkowski - eveneens veel te vinden op dit label - drummer Gerry Hemingway, Marcus Schmickler op elektronica en natuurlijk Nabotov zelf. Verder vinden we op beide albums een andere vocalist. Op 'Readings - Gileya Revisited' is dat Jaap Blonk en op 'Readings - Red Cavalry' schuift Phil Minton aan. Nabotov, hij was 20 toen hij met zijn ouders de Sovjet-Unie verliet om via Italië en de Verenigde Staten uiteindelijk in Keulen te belanden, groeide op met deze teksten.

'Gileya' was de naam van een groep schrijvers en dichters die rond 1910 deel uitmaakte van de beweging van de Russische Futuristen en verwantschap vertoonde met het Duitse Dada, het Franse Surrealisme en het Italiaanse Futurisme. Stuart Broomer citeert Nabatov in het begeleidend schrijven bij de cd als volgt: "I loved the idea of these guys, full of bustling energy and irreverence and the talent to back it all up! It gave me a very liberating feeling! I would say, among other factors, this helped me to cross from preinstalled piety for classical music... to the world of improvisation, jazz, fooling around, getting free from the burden of trying to be a part of a heavy legacy."

Beginnen doen we met het door Blonk gelezen 'Manifesto', begeleid door morsesignalen. "Of course I had to start there", merkt Nabatov op. "In my youth Morse code announced something cryptic and important, a kind of 'Attention, Attention', a call in a secret language." De combinatie Russische Futuristen en Jaap Blonk is een gouden combinatie, zo blijkt al snel. Het absurdistische element is bij hem in goede handen. In 'Kho-Bo-Ro' klinkt hij als een Rus met iets te veel wodka achter de kiezen, overigens prachtig begeleid door een fel blazende Gratkowski. Prachtig ook de taalcapriolen in 'The Heights', vormgegeven als een soort vreemdsoortige dialoog.

Maar het is niet alleen Blonk die deze materie uitstekend aanvoelt. In 'Spring' horen we Nabatov zelf met een voor hem typische prachtig abstracte solo, terwijl we hem in 'Shokretys' van zijn klassieke kant horen, overigens samen met een repeterend patroon van Gratkowski, die even daarvoor, in 'Intermission 2', zijn saxofoon nog binnenste buiten keerde. In 'Intermission 3' speelt Schmickler een grote rol in het combineren van originele geluidsopnamen met verontrustende noise, gevolgd door een onrustige solo van Hemingway.

Als basis voor 'Readings - Red Cavalry' diende het gelijknamige boek van Isaac Babel, de vermaarde Russische, maar ook Joodse schrijver en dichter. Joden werden weliswaar niet vervolgd in de Sovjet-Unie, maar evenmin verwelkomt. Iets dat ook Nabatov, eveneens Joods, aan den lijve ondervond. Het voornemen om iets te doen met Babel leefde dan ook al langer, maar was tot nu toe een brug te ver. Hij zegt er zelf over: "One of those elephants in the room is my Soviet-Jewish background, something I never accentuated much, and not all in music. After all, what was or is there to accentuate? Like most of 'us', I was not given any proper religious or historic education in that direction, and yet I was firmly attached to being Jewish, as seen by the majority in the Soviet Union, which is more or less clearly antisemitic in its core." Wat Nabatov aantrekt in 'Red Cavalry' is de wijze waarop Babel hier het gegeven thematiseert dat de communistische droom geen ruimte laat voor andere denkwerelden. Zoals Nabatov zelf aangeeft, heeft dit album wel iets van een hoorspel.

In 'Crossing The River Zbrucz' worden originele opnamen van Russische volksmuziek vermengd met de musici en de stem van Phil Minton. Pure hectiek, afgewisseld met fijnzinnige details. In 'The Church Of Novograd' horen we Minton de tekst voorlezen, om dat af te wisselen met getormenteerde stemklanken. Huilend, krijsend. Krachtig, staccato slagwerk kenmerkt het begin van 'Intermezzo 1', gevolgd door een puntig spelend kwartet. 'Gedali' klinkt intiem, met een intense klarinetsolo van Gratkowski en verstilde noten van Nabatov. Hemingway horen we zacht op de achtergrond, terwijl Minton zijn tekst uitspreekt. In 'The Tachanka Theory' speelt Gratkowski eveneens een hoofdrol. Op klarinet beweegt hij mee met Minton, terwijl Nabatov krachtige accenten plaatst. Tot slot van deze bijzondere set cd's horen we Schmickler en Nabatov in 'After The Battle' met een klankspel in het hoogste register, Minton flankerend.

Tot eind van dit jaar is een groot deel van de catalogus van Leo Records extreem goedkoop in het kader van The Sale of the Century.

Foto: Cees van de Ven

Labels: ,

(Ben Taffijn, 29.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Niet-werkende computers en andere ongemakken

Felicity Provan Quintet, zaterdag 14 december 2019, PlusEtage, Baarle-Nassau

In het aan de Europese free jazz gewijde 'Northern Sun, Southern Moon' staat Mike Heffley uitgebreid stil bij de verschillen tussen Europese en Amerikaanse free jazz, maar ook bij de verschillen in de jazz tussen de Europese landen onderling. Floris Schuiling, die onlangs 'The Instant Composers Pool and improvisation beyond jazz' uitbracht - dat hier nog uitgebreid besproken zal worden - refereert aan hem als hij duidelijk maakt wat uniek was en is voor Nederland. Heffley: "The Dutch were the louder anarchists, the humourists, the ironists, the rugged individualists and musical gamesters / tricksters, radicalized around their own folk and music theatre traditions." Schuiling citeert ook nog 'Tetteretet - Interviews met Nederlandse improviserende musici' van Bas Andriessen, waarin de meeste geïnterviewden de humor als kenmerkend beschouwden, naast de link met hedendaags gecomponeerde muziek.

Ik moest hieraan denken bij het optreden van het Felicity Provan Quintet in de PlusEtage, Baarle Nassau, ook al hebben vier van de vijf leden van dit kwintet, waaronder trompettiste/vocaliste Felicity Provan zelf, hun wortels elders. Ze zijn onmiskenbaar besmet met het Nederlandse virus zoals hierboven beschreven. Neem 'Soundblaster Incompatible', net als bijna alles vanavond een stuk van Provan. Het handelt over de stress die technologie Provan oplevert als het allemaal niet werkt. Herkenbaar. Maar voor mij wel typisch Nederlands. Ik zie Peter Brötzmann geen stuk schrijven over een niet-werkende computer! Maar wat heerlijk origineel is dit, met name het begin waarin we cellist Harold Austbø in het Noors, drummer Michael Vatcher in het Engels en saxofoniste Ada Rave in het Spaans allerlei teksten van hun telefoon horen voorlezen. Provan gooit er passende trompetklanken doorheen en stemkunstenaar Han Burhs leest een soort van gedicht voor. Als aansluitend iedereen is overgestapt op het instrument horen we Burhs nog woorden eruit gooien: "floppydisk", "firewall". Als dat geen humor is.

Of neem 'Let’s Cook - Song For Ciska', dat begint met de vijf leden die de namen van allerlei gerechten scanderen, en dan natuurlijk niet geheel in de maat. Gaandeweg nemen de instrumenten het over. Wat blijft is het puntige staccato ritme, dat een prima voedingsbodem levert voor een knallende solo van Rave op tenorsax. Nog een voorbeeld: 'Flutter Clutter', door Provan geschreven naar aanleiding van het zwerfvuil in de Amsterdamse straat waar ze woont. Ze trakteert ons op een log, slepend ritmisch patroon. Het biedt structuur aan Buhrs' stemkunst, die continu het midden houdt tussen zang en het produceren van ondefinieerbare geluiden, waardoor het onbestemde, bevreemdende, maar ook ietwat melancholische van dit stuk volop de ruimte krijgt. Dan krijgt Austbø het podium voor een opmerkelijke solo waarin de triestheid doorklinkt. Steeds hogere noten produceert hij, een hoog dat je bij de cello maar zelden hoort, tot we eindigen met wat nog het meest wegheeft van een piepend scharnier.

Maar het is zeker niet alleen de humor en het licht theatrale dat dit kwintet bijzonder maakt, waarmee en passant het begrip 'liedje' in een heel ander daglicht wordt geplaatst. Er wordt ook gewoon zeer goed gemusiceerd door deze vijf musici, gezichtsbepalende actoren in de nog steeds vernieuwende Amsterdamse jazzscene. Vatcher blijft een bijzondere slagwerker, die niet alleen zeer ritmisch kan spelen, maar ook - mede met behulp van een prachtig percussiearsenaal - een interessante klankwereld weet neer te zetten. Austbø noemde ik reeds, met Vatcher vormt hij menigmaal een prachtige ritmetandem - de bas wordt geenszins gemist - maar ook als solist vormt hij een factor van formaat. Rave, hier op tenorsax en op klarinet en Provan op trompet trekken regelmatig samen op met frisse harmonieën. Rave draagt daarnaast een aantal keren bij met spetterende solo's, terwijl Provan met haar zang regelmatig de samenwerking met Buhrs aangaat. Laatstgenoemde is niet alleen vocalist, maar zeker ook vijfde instrumentalist, menig ondefinieerbaar geluid producerend. Een feestelijke afsluiting van 2019 in de PlusEtage, wat wil een mens nog meer.

Foto: Geert Vandepoele

Labels: ,

(Ben Taffijn, 28.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Soul met strijkers

'Spirits of Soul' door het Nederlands Studenten Jazz Orkest, dinsdag 17 december 2019, Simplon, Groningen

'Spirits of Soul' is een soort overzicht van een halve eeuw soulmuziek. De 2019-editie van het Nederlands Studenten Jazzorkest heeft er de tanden ingezet en Groningen beleefde de première.

Bijzonder was het aandeel dat de tien strijkers hadden. Strijkers zijn of waren op zich niet ongebruikelijk in de soul. Veel hits van de Philly Soul-scene uit de jaren zeventig werden opgetuigd met violen en al eerder, rond 1960, hadden The Drifters en Dinah Washington wat dat betreft pionierswerk verricht. Maar soul revues die met strijkers op pad gingen, ze zullen er wel zijn geweest, maar ik ken ze niet. Doorgaans was ook de begeleidende bigband uit economische overwegingen teruggesnoeid tot een viertal blazers. In Simplon hoorden we zoals het ook kan, met vijf trompetten, vier trombones, vijf saxen, een ritmesectie van vijf man en drie vocalisten, plus dan die strijkinstrumenten. Dat resulteerde in een aanstekelijke show; het speelplezier spatte ervan af en sloeg over op het publiek.

Het openingsnummer, 'It’s A Man’s, Man’s, Man’s World', opende met een soort Third Stream-ouverture die de oortjes deed spitsen. Maar al snel daalden de muzikanten af naar aardsere dreven. De potpourri van klassiekers van James Brown, Aretha Franklin, Stevie Wonder, The Three Degrees en andere idolen ging erin als koek, pardon, als grits and gravy. Terwijl het toch voor een groot deel muziek betrof uit de tijd van de ouders, ja, van de grootouders van de aanwezigen.

Zo'n uitstapje naar het soulvolle verleden staat of hangt met een deugdelijk functionerende ritmesectie. Welnu, die stond als een huis. Met name bassist Berend van Deelen fungeerde als de al even spreekwoordelijke rots in de branding. Trompettist Jan van Duikeren was de stersolist van het spul. Paar jaartjes ouder dan de collega's - maar ach, een beetje muzikant blijft zijn leven lang student, nietwaar. Van Duikeren, van vele markten thuis, is in principe een sectieman, maar excelleerde in Simplon in trefzekere en functionele solo-exercities. Bijna macho. In het nummer ‘Perugia’ was het eerste violiste Cuun Koek die met een onmogelijk hoog candenza de aanwezige bekken deed openvallen. Een onvervalst en overtuigend stukje hedendaagse hot jazz.

Dat een afvaardiging van het orkest op de tonen van 'Lady Marmalade' de zaal introk hielp zeker de algehele feestvreugde op te stoken. En dan was er de falset van David Dam, die het repertoire de gewenste kleur gaf. In de Michael Jackson-medley liet hij zelfs een helemaal niet onverdienstelijk staaltje moonwalking zien.

Jammer dat de tournee van het Nederland Studenten Jazzorkest tegen de tijd dat u dit leest alweer afgesloten is.Hier in Groningen hadden we er nog veel meer pap van gelust.

Concertfoto's: Ejam Maail

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 27.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd's
40 jaar Leo Records Part 1

Pago Libre - 'Cinémagique 2.0' (Leo, 2018)
Opname: april 2000
John Wolf Brennan - 'Nevergreens' (Leo, 2018)
Opname: juni 2019

Als Leo Feigin, geboren in 1938 in wat toen nog Leningrad heette, in 1979 Leo Records opricht, kan hij niet bevroeden dat het label zal uitgroeien tot een van de belangrijkste labels voor de vrije improvisatie. Illustere namen als Marilyn Crispell, Cecil Taylor, Anthony Braxton, Eugene Chadbourne, Evan Parker, William Parker, Joëlle Léandre, Simon Nabatov en Ivo Perelman weet hij aan zich te binden. Maar bovenal is Feigin in die eerste jaren een pleitbezorger van jazz uit Oost-Europa, toen nog de andere kant van het IJzeren Gordijn. Voor ons totaal onbekende musici als Sergey Kuryokhin, Valentina Pomomareva en Sainkho Namtchylak bracht hij onder de aandacht, gevolgd door de 1989 uitgebrachte monumentale box 'New Music From Russia'. Slechts één ding geldt daarbij voor Feigin, zoals hij begin dit jaar zei tegen Peter Margasak van DownBeat: "The origin of the music is not important, what is important is the originality of the music." Zet deze quote naast de inmiddels zeer uitgebreide catalogus en u weet genoeg. Tijd dus om deze man, die inmiddels 40 jaar in het vak zit, ook op deze blog eens uitgebreid in het zonnetje te zetten. Dat doen we door het bespreken van recente cd's van Simon Nabatov en Ivo Perelman, die hier reeds eerder aan bod kwamen, maar ook door het bespreken van in onze contreien wat minder bekende musici.

Zo zag ik Pago Libre nog nooit live, al bestaat dit kwartet inmiddels 30 jaar en brachten Arkady Shikloper, Tscho Theissing, Daniel Patumi en John Wolf Brennan inmiddels tien albums uit - het merendeel bij Leo Records - waarvan de laatste, 'Cinémagique 2.0' hier centraal staat. Bekijken we dit kwartet wat nauwkeuriger, dan vallen een paar zaken op. Allereerst is dit een echt Europees kwartet. Shikloper, te horen op hoorn, cornet en alphoorn, komt uit Rusland, violist Theising is een Oostenrijker, toetsenist Brennan is half Iers, half Zwitsers en bassist Patumi is een Italiaan. Ten tweede, u heeft het wellicht reeds opgemerkt, bevat dit kwartet geen slagwerk! Iets dat we niet vaak tegenkomen. Verder valt op dat alle vier de leden naast hun instrumenten ook nog over vocale kwaliteiten beschikken. Op 'Cinémagique 2.0', dat de band uitbracht om hun 30-jarig jubileum te vieren - maar met opnames uit 2000, komt dat allemaal bij elkaar. Zoals de titel aangeeft vinden we hier muziek, die soms lijkt geïnspireerd door een film, op andere momenten klinkt als soundtrack voor een niet-bestaande film en heel soms ook voor een echt bestaande film.

Zet 'Enciting' op en er valt nog een vierde aspect op: dit is allesbehalve 'zuivere' jazz. Dit is een puur Europees mengelmoesje van klassiek, folk, jazz en wat we nog meer kunnen bedenken. Kortom, we hebben hier te maken met een aanstekelijke pastiche van stijlen. Maar wel direct met een klinkend en zeer ritmisch duet van viool en bas. 'A Bout De Souffle' refereert natuurlijk aan de gelijknamige film van Jean-Luc Godard, iets dat je alleen al hoort aan het meeslepende ritme. Welluidend en welhaast klassiek klinkt Shiklopers cornet in 'Synopsis', met klaterende noten begeleid door Brennan, terwijl Theissing en Patumi het geheel stofferen. Ook 'Nostalgia' is geïnspireerd door een bestaande film, de gelijknamige van Andrej Tarkovsky. De solo van Shikloper klinkt passend intens, terwijl we duistere basklanken op de achtergrond waarnemen. En dan Theissings viool, die exact de sfeer van deze film weet te treffen. De diversiteit van dit kwartet herkennen we ook in 'Entr’actes Le Tango d’E.S.' en 'Folk Song', dat die voor Europese jazz zo typische mix van jazz en folk bevat en waarin Shikloper en Theissing elkaar solerend afwisselen. Maar ook in het zeer ritmische 'Little Big Horn', met een prachtige blaaspartij van Shikloper. In 'Sonatina', met een hoofdrol voor Brennans toetsen, hoor je dan weer de invloed van de klassieke muziek terug.

John Wolf Brennan, de van oorsprong Ierse pianist van Pago Libre (maar al heel lang woonachtig in de Zwiserse Alpen) is ook solo actief. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig bracht hij een drietal albums uit, die ook bekend staan als de 'Blue Trilogy', gevolgd door drie albums uit de jaren nul van deze eeuw, die samen de 'Yellow Trilogy' vormen. Voor 'Nevergreens', het twaalfde album dat hij uitbrengt bij Leo Records, putte Brennan uit deze twee cycli. Dierbare stukken die hij opnieuw speelde in een nieuwe, frisse context, dwars door de beide cycli heen. Twintig, relatief korte stukken, waarin Brennan ons meeneemt op een muzikale reis - de stukken ontstonden tijdens zijn omzwervingen door Europa - door zijn schatkamer. Onderhoudende stukken waarin melodie, maar vooral ritme een grote rol spelen, maar waarin ook ruimte is voor experiment. Een album om met grote regelmaat te draaien. Wegdromen gegarandeerd.

Tot eind van dit jaar is een groot deel van de catalogus van Leo Records extreem goedkoop in het kader van The Sale of the Century.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 27.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Fado krijgt vleugels

Maria Mendes feat. John Beasley, zaterdag 14 december 2019, Paradox, Tilburg

De in Portugal geboren, maar in Nederland wonende Maria Mendes wil liever niet in een hokje geplaatst worden. Haar een fadozangeres noemen zou haar zonder meer tekort doen. Toch kun je fado en Mendes niet los van elkaar zien. Door haar afkomst en moedertaal zijn ze onherroepelijk met elkaar verbonden. Het is een genre waarin heimwee, nostalgie en verlangen opgesloten ligt. Mendes' beleving - en daardoor uitstraling - is zo intens, die kun je met recht hieronder scharen. Er naar luisteren alleen is ook niet genoeg, dat verlangen moet je voelen. Op haar cd's kom je veel fado tegen. Niet vreemd natuurlijk, het is het fundament van haar muziek. Maar daarmee is lang niet alles gezegd.

Mendes is een perfectioniste pur sang. Een real diva op het podium, alles tot in de puntjes verzorgd. Ze heeft een beminnelijk charisma en vertelt met liefde over de achtergrond van de composities en de verhalen uit haar leven. Empathisch is ze zeer sterk, je moet haast wel van haar houden. Haar nieuwe album 'Close To Me' is een mooie afspiegeling van haar persoonlijkheid en unieke muzikaliteit. Haar stem is hoog en zuiver, vrij en wendbaar in alle registers. Ze tikt soms extreem hoge noten aan, maar kan ook heel intiem, klein en kwetsbaar klinken.

Mendes wil met dit album dicht bij zichzelf blijven én de diepte in, al bouwend rond de fado. Haar muziek ontstaat doordat ze de ruimte neemt om die te herontdekken, de jazz van Maria Mendes. Ambitieus als ze is heeft ze hiervoor de beste musici om zich heen verzameld. Het prachtige Metropole Orkest, de Amerikaanse pianist, arrangeur én producent John Beasley (Miles Davis, Herbie Hancock, James Brown, Steely Dan) en de Nederlandse topmuzikanten Karel Boehlee (piano), Jasper Somsen (bas), Jasper van Hulten (drums) en Vincent Houdijk (vibrafoon).

Bij dit concert in Paradox mochten we de synergie meebeleven tussen Beasley en Mendes en de momenten waarop de muziek tussen hen beiden een wonderlijk verbond sloot. En het gaat niet meer alleen over bestaande verhalen en songs met woorden, verteld of gezongen. Ook woordeloos gezongen klanken worden in samenspel tot melodieën gesmeed. Die fabuleuze stem danst dan weer op de poëtisch rondzingende klanken van Somsens bas, of is verwikkeld in een vurig duel met de percussie van Van Hulten: grenzen worden opgezocht en overstegen. Zo krijgt Mendes' muziek vleugels en worden nieuwe verhalen gecreëerd. Fado met de onbegrensde vrijheid van jazz.

Klik hier voor foto's van dit concert door Donata van de Ven.

Labels: ,

(Donata van de Ven, 24.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Tricycle - 'Zoom' (eigen beheer, 2019)

Opname: juni 2019

De Belgische accordeonist Tuur Florizoone heeft in Nederland enige bekendheid verworven door zijn deelname aan Oliver's Cinema, een van de groepen van trompettist Eric Vloeimans. Daar maakt hij deel van uit samen met cellist Jörg Brinkmann. Florizoone kan vanzelfsprekend meer, bijvoorbeeld met zijn eigen trio Tricycle dat zijn twintigjarig jubileum viert en onlangs 'Zoom' afleverde, waarmee het trio de komende maanden door België en Nederland trekt. In Tricycle laat Florizoone zich vergezellen door de eveneens in Nederland niet al te bekende saxofonist/dwarsfluitist Phillippe Laloy en bassist Vincent Noiret. Alle drie de musici hebben een zeer eclectische achtergrond en zijn zowel actief binnen de jazz, als binnen de folk, de filmmuziek en het Franse chanson.

Die mix van stijlen horen we ook zeker terug op dit 'Zoom', een allesbehalve klassiek jazzalbum. In de dertien zeer melodieuze stukken op dit album, alle van de hand van Florizoone, klinkt evenveel folk als jazz en is het lied, ook al wordt er geen noot gezongen, nooit ver weg. Noiret speelt een centrale rol, met een mooi versterkte bas structuren creërend, waar Florizoone en Laloy hun sprekende en zeer sfeervolle melodieën tegen afzetten. Bijzonder mooi is daarbij hoe de twee elkaar op luisterrijke wijze aanvullen, bijvoorbeeld in het innemende 'Cherbourg'. In het ritmische 'Craft' is de invloed van folk goed terug te horen. Florizooone en Laloy dansen hier om elkaar heen. De bassolo in 'Oakland' is eveneens meer folk dan jazz, knap hoe melodisch Noiret hier klinkt.

Florizoone heeft fijne luisterliedjes geschreven, die door dit trio op wonderschone wijze voor het voetlicht worden gebracht. Geëxperimenteerd wordt er niet, dwarse noten klinken er niet. Daar is dit de muziek niet naar. Als dit poëzie is, dan betreft het sonnetten en geen vrije verzen. Maar wel heel mooie sonnetten, over het leven. Daarbij past welluidendheid, fijnzinnigheid en een scheutje melancholie. En halverwege het titelnummer 'Zoom' maken we weer even een dansje, het doet heel even denken aan die jazzclubs van de jaren 20 van de vorige eeuw. Een aangenaam intermezzo.

Verreweg het beste stuk is 'Symphony for E.L. (In Memory Of Eva Leirman)'. Je hoeft niet te weten wie Eva Leirman was - een nicht van Florizoone die in april 2017 op vijftigjarige leeftijd zeer onverwachts een einde aan haar leven maakte - om te voelen dat hij hierdoor getroffen was. De melodie die Laloy hier blaast op zijn sopraansax is doortrokken van weemoed en de noten die Florizoone op de achtergrond speelt snijden door de ziel, net als de duistere grepen van Noiret. En als Florizoone dan zelf de melodie ter hand neemt, klinkt dit met een intense tederheid. Hier, waar de intensiteit het grootst is, klinkt dit trio op zijn best. Ook 'Still', een innemende ballade, is bijzonder vanwege zijn ritmische basspel en de wijze waarop Laloy hier op zijn altsaxofoon omheen danst. 'Welgezind' is waar we mee eindigen. Een toepasselijkere titel is moeilijk denkbaar voor deze vrolijk deinende melodie en perfecte afsluiter.

Tricycle is de komende maanden op diverse podia te zien. Klik hier voor de speeldata.

Foto: Cees van de Ven

Labels:

(Ben Taffijn, 24.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Portret Joe McPhee Part 3

Universal Indians feat. Joe McPhee, vrijdag 13 december 2019, De Singer, Rijkevorsel

We zijn ongeveer op driekwart van het concert als Joe McPhee plaatsneemt op de rand van het podium en half pratend, half zingend het woord tot ons richt: "I want to tell you a story, another kind of story. About another life, another way of learning", zijn woorden afwisselend met melodieuze, intense frases op zijn tenorsax. Dan stapt hij voor de tweede keer die avond de zaal in, mengt zich tussen het publiek en wisselt zijn spel af met een vraag die hij op dringende wijze steeds weer herhaalt: "Can you hear me?" Een ontwapenend moment, waarbij we wederom getuige zijn van McPhee's maatschappelijke bewustzijn. Dat wordt nog versterkt als hij er na het stuk even bij stilstaat dat we in roerige tijden leven, zich nog maar net kan inhouden om niet over Trump te beginnen - doet me denken aan die prachtige zin in 'The Fire Each Time' dat in deel 2 van dit project voorbij kwam: "Nation Time for real this time (in this error of Trump)" - en tot slot stelt: "Art is in fact an act of resistance." Het valt in goede aarde hier in Rijkevorsel, want juist in België hebben de kunsten nu te maken met zware kortingen op subsidies, Nederland was ze net voor.

Drie kwartier eerder was het John Dikeman die aftrapte, samen met de bassist van Universal Indians: Jon Rune Strøm. Rustig beginnend, iets dat dit duo nooit lang volhoudt. En zeker niet als drummer Tollef Østvang aansluit en we in een ritmische stroom terechtkomen en Dikeman horen in die voor hem typische stijl: tumultueus, niets ontziend en meeslepend. Mede dankzij de ritmesessie die het vuur hier hoog opstuwt. Dan is het de beurt aan McPhee, met een geheel andere toon dan Dikeman. De basis mag melodieus zijn, in de uitwerking bedient hij zich hier van een scala aan creatieve technieken, dynamische wendingen en het gebruik van stilte. Dan sluit Dikeman aan en horen we ineens een geheel andere kant van deze musicus, mooi. Tot hij ook hier een ontsnappingskans ziet en er wederom knetterend vandoor gaat.

Dan stapt McPhee voor de eerste keer van het podium, "This will never happen again" zingt hij, gevolgd door een intense solo, prachtig ondersteund door Strøm, die zijn bas bespeelt met de strijkstok en door Østvang, die hiervoor een set gongs ter beschikking heeft. Ook hier loopt uiteindelijk de spanning op, verankerd in een stevig ritme en ontwaren we, die zin van McPhee in het achterhoofd, een zekere dramatiek. En ook nu zijn we weer getuige van een paar prachtige duetten van de blazers. Bijzonder is ook de drumsolo van Østvang iets verderop. Bijzonder, omdat die nu eens niet knalt, maar zich bevindt aan het andere spectrum. Met zijn vilten stokken beroert hij de trommels en bekkens, eindigend met zijn belletjes.

En dan zijn we bij dat verhaal van McPhee, wat de opmaat vormt voor een lang slotakkoord. Een zeer ritmisch slotakkoord, met als basis de blues. Strøm zet hier de toon, Østvang plaatst de accenten. Dan volgen de blazers en krijgen we een aantal uitmuntende solo's en duo's. Een prachtige afsluiting van een enerverend concert. Na afloop spreek ik John Dikeman nog even en ik vraag hem of dit concert deel uitmaakt van een tour, er van uitgaande dat dit zo is. Een musicus in de klasse van McPhee komt tenslotte niet voor één concert naar België! Maar wat schetst mijn verbazing, van een tour is geen sprake. Niet dat de muzikanten zelf dat niet wilden; er waren gewoon geen zalen, niet in België en niet in Nederland, die dit kwartet konden programmeren! "Ja," verzucht Dikeman, "het zijn moeilijke tijden".

Foto's: Cedric Craps

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 22.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Surfen met een vette knipoog

BRUUT! & Anton Goudsmit, vrijdag 13 december 2019, Paradox, Tilburg

Terwijl het buiten pijpenstelen regende stond BRUUT! samen met Anton Goudsmit (gitaar) op het podium van een vol Paradox. Voor de gelegenheid waren er alvast flink wat stoelen en tafeltjes weggehaald. Er werd dansbare muziek verwacht. Verder viel op dat het podium was opgeleukt met fraai ontworpen verlichting op basis van wat later barbecueschalen bleken te zijn en ook nog een mooie blauwe neongolf. Niet gebruikelijk in Paradox, die neiging tot entertainen die hieruit sprak. Eerlijk gezegd: ik vond het verfrissend.

Het gezelschap opende meteen vol gas met 'Baha Ree Ba!'. De heren van BRUUT!, zoals gebruikelijk strak in het zwarte pak met das, contrasteerden mooi met de in een stoer jack gehulde Goudsmit. Dat was ook in de uitvoering van de stukken zo. Briljante vondst om samen met Goudsmit de surfmuziek te gaan verkennen. Vertrekkend bij het repertoire van de dit jaar overleden Dick Dale (81) werd uit een zee van muziek het een en ander opgedoken en meegenomen op de surfplank van dit gezelschap. De hele entourage en zeker ook het tentoongespreide enthousiasme gaven me afwisselend het gevoel op de kermis te zijn, dan weer in een gezellige spiegeltent. Naast standards als 'Surfer Girl' werden we getrakteerd op vakkundig 'versurfte' muziek van Mingus (!), Dolly Parton en een aantal eigen composities.

De klasse van BRUUT! als eigenwijze, bijzonder strakke band met Maarten Hogenhuis op sax en Folkert Oosterbeek op hammondorgel behoeft nauwelijks nog toelichting. Hun benadering creëerde een prachtige muzikale zee waarop Goudsmit naar hartenlust mocht surfen. Altijd dynamisch, spannend, creatief en risico's nemend met ongelooflijke snelheid. Samen met de diverse even spannend en gedreven uitgevoerde bijdragen op sax en de ritmische begeleiding, akkoorden en solo's vanuit de Hammond leverde het geheel een prachtig passende klankkleur op bij de gekozen stukken.

Tja, Goudsmit speelde zoals het lefgozertje dat je op een surfplank verwacht. Met branie, bravoure en een ontembaar enthousiasme. In rap tempo werkte het gezelschap twee verrassende sets af, niet alleen qua repertoirekeuze, maar ook door hun interpretatie ervan.

Ik had nooit verwacht de Dolly Parton-classic 'Jolene' nog eens in Paradox te horen, met een mooie gedragen intro op sax door Hogenhuis, vervolgens overgenomen door Goudsmit op gitaar en gaandeweg vakkundig verbouwd. Ik meende zelfs een referentie naar Morricone's thema van 'The Good, the Bad and the Ugly' te horen.

Normaal gesproken zie je surfers relatief snel kopje onder gaan. Hier niet, het volledige gezelschap bleef het gehele concert zwierig op de been en had ook nog een passende toegift in huis: het thema van 'Hawaii Five-0'.

Hogenhuis prees het publiek van Paradox en vond dat het zich kranig had geweerd, waarmee hij aangaf dat dit repertoire de grenzen van de jazz nogal oprekt. Verfrissend vakmanschap gekoppeld aan ongebreideld speelplezier, een dijk van een concert.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

Labels: ,

(Johan Pape, 21.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Luís Vicente & Vasco Trilla - 'Brighter Side Of Darkness' (Clean Feed, 2019)

Opname: 27 februari 2018

Trompettist Luís Vicente liet voor het eerst echt van zich horen aan het begin van dit decennium. In de jaren daarna is hij uitgegroeid tot een van de belangrijkste jonge musici in het veld van wat we gemakshalve maar even free jazz noemen, de tak waarin vrije expressie hoog in het vaandel staat. Dat doet hij in samenwerking met de nog immer groeiende Portugese jazzscene - zijn website noemt alleen al zeven vaste projecten, nog uitgezonderd de eenmalige samenwerkingen - maar ook ver daarbuiten. Zo treffen we Vicente ook regelmatig in onze contreien. Vorig jaar nog op een cd van Zwerv, 'Music From Any Moment', samen met Dirk Serries en Martina Verhoeven op het album 'Ideal Principle' en met Seppe Gebruers en Onno Govaert op het album 'Live In Ljubljana'.

Bij Vicente lijkt het primair te gaan om het creëren van een verrassende geluidswereld, getuige het eerder dit jaar verschenen 'Brigher Side Of Darkness', dat hij opnam samen met percussionist Vasco Trilla. De experimentele wijze van spelen is daarbij een middel om dit doel te bereiken. Zo hebben we in 'Untold Stories' eigenlijk in het geheel niet door dat we hier met een trompettist en een percussionist van doen hebben; het had net zo goed elektronica kunnen zijn. Want hoe Trilla die donkere klankwolken creëert, geen idee. Bij Vincente is het duidelijker, het is zijn trompet waarmee hij spookachtige klanken tevoorschijn tovert. Een normale noot spelen is er hier niet bij, maar spannend is het zeker. Gaandeweg wordt Vicentes toon wat scherper en herkennen we ook de percussie, maar ook dan blijft de geluidswereld allesbehalve voor de hand liggend. Het geheel doet industrieel aan, ietwat mistroostig, duister, zo verwijzend naar de titel van het album. Vicente sputtert, blaast met een afgeknepen toon, alsof zijn mondstuk verstopt zit. Verderop krijgen we dan toch een melodie, wordt een van die 'Untold Stories' verteld, begeleid door een waar spervuur van Trilla.

In 'To Angels And Demons' produceert de trompettist een bijzondere monoloog, middels een scherpe, pregnante en relatief hoge toon. De engelen? Dan staat het donkere geluid dat Trilla op de achtergrond produceert, een soort van onweerswolken, in verband met die demonen. Al mag u het wat mij betreft gerust ook omdraaien, temeer daar de scheiding verderop steeds minder duidelijk wordt en Trilla aan het eind excelleert met een waar klankfestijn aan belletjes, terwijl nu Vicente de duisternis opzoekt. Het vormt in ieder geval een boeiende tegenstelling in klanken en andermaal een bewijs van de bijzondere kwaliteiten van deze twee musici, die ook hier weer weten te verrassen. Met 'Where You Belong' zijn we weer terug bij de onbestemde klankwereld die ook 'Untold Stories' kenmerkte. Trilla creëert pure noise, met een drone die veel weg heeft van een op hol geslagen machine en ook Vicentes toon klinkt hier redelijk ontspoord.

In de Jazztube zie je Luís Vicente en Vasco Trilla live aan het werk. Helaas hebben wij niet kunnen achterhalen waar en wanneer deze opname is gemaakt.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 20.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Verstilde improvisaties

Ernst Reijseger & Harmen Fraanje, zondag 15 december 2019, Jacobuskerk, Feerwerd

Afgezien van een bescheiden murmelend herfstbriesje was het doodstil, zondagmiddag op het Groninger land. Vanuit die roerloosheid ontstond heel geleidelijk, subtiel en organisch een dialoog tussen pianist Herman Fraanje en cellist Ernst Reijseger. De wat 'natte' akoestiek van het dertiende-eeuwse Jacobuskerkje stond garant voor een goed gedefinieerd geluidsbeeld.

Voor de jaarlijkse ZomerJazzFietsTourfietsers zijn de plavuizen van het godshuis vertrouwde grond. De serie 'Jazz in Feerwerd' is dan ook te beschouwen als de liefdesbaby van de Tour. Vrijwel elke maand worden er gedurende het seizoen concerten met jazz en impovisatiemuziek gegeven. En aan de opkomst en het enthousiasme van het publiek zou je niet aflezen dat Feerwerd niet veel meer dan driehonderd inwoners telt.

Voor improvisatiemuziek waren we bij het duo aan het goede adres. Afgezien van één standard ('Ida Lupino') werden er uitsluitend improvisaties of kersverse, nog naamloze eigen composities gespeeld. Wie daaruit mocht concluderen dat het gebodene maar een slordig incoherent zootje was, had het mis. Integendeel, er waren momenten dat de instrumentalisten versmolten tot een hecht pocketorkest.

De muzikanten hadden hun eigen wortels voor het stoofpotje meegebracht. Reijseger heeft mij al eens op het verkeerde been gezet toen ik een van zijn composities voor een mij onbekende cellosuite van Johann Sebastian Bach hield (!). Ook in Feerwerd voerde hij barokstukken uit, waarbij hij zich begeleidde op een schattig klein formaat (Indiaas?) blaasbalg-voetenharmoniumpje. Van Harmen Fraanje stel ik me voor dat hij in zijn jonge jaren niet vies was van pianostilisten als Abdullah Ibrahim en Keith Jarrett. Hij stelde zich in Feerwerd bescheiden op, liet de toetsen spreken, neuriën en lispelen.

Dit zijn voor ons de krenten in de pap, zo karakteriseerde Reijseger het recital.

In de loop van de vele restauratiebeurten verdwenen de muurschilderingen en fresco's, waarvan ik vermoed dat die de wanden van het gebedshuis ooit gesierd hebben. Overgebleven zijn hagelwitte wanden. De ondergaande zon projecteerde afbeeldingen van vensters naast de tegenoverliggende ramen. Klinkt kitscherig, ik weet het, maar ik vond het een geslaagde actie.

Foto's: Marije Tempel

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 18.12.19) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik
Stranger Than Paranoia 2019


Aan jazzfestivals tegenwoordig geen gebrek. Ieder stadje dat enigszins wil meetellen organiseert er tegenwoordig wel een. Het trekt bezoekers, zet de gemeente op de kaart en brengt de nodige gezelligheid. Dat de kwaliteit daarbij zo nu en dan nogal in het geding komt, mag de pret niet drukken. Opvallen binnen die overvloed wordt daarbij natuurlijk wel steeds lastiger. Je met je festival onderscheiden helpt in zo'n geval. Paul van Kemenade, de organisator van Stranger Than Paraonia slaagt daar ieder jaar weer in. Ten eerst doordat Van Kemenade inmiddels ook wel wat ervaring heeft, het festival bestaat sinds 1993. Ten tweede doordat het festival plaatsvindt rondom de kerstdagen, nu niet bepaald een moment waarop er op de Nederlandse podia veel te beleven valt. De derde reden dat dit festival aandacht verdient - en wat ons betreft de belangrijkste - is de goede neus die Van Kemenade heeft voor talent. Dat hij zelf musicus is, helpt daar natuurlijk bij. Maar deze saxofonist beperkt zich duidelijk niet tot het type jazz dat hij zelf speelt; hij streeft ieder jaar weer naar een bijzonder uitgebreide programmering.

Bezien we de vier avonden, drie in het Tilburgse Paradox - de thuishaven van Van Kemenade - en één in het Nijmeegse Brebl, dan springt de grote diversiteit aan optredens direct in het oog. Zo horen we op 23 december in Tilburg allereerste MixMonk, een project van de Vlaamse saxofonist Robin Verheyen, landgenoot en pianist Bram De Looze en de Amerikaanse drummer Joey Baron. Zoals de naam reeds aangeeft spelen zij stukken van Thelonious Monk, ze ontstonden in 2017 toen de man zijn honderdste geboortejaar werd gevierd, maar ze beperken zich daar niet toe. Als hun titelloze debuutalbum voorspellende waarde heeft, mogen we een mooie intieme, melodieuze set verwachten. Trio PicaTrix, bestaande uit stemkunstenares Greetje Bijma, pianiste Nora Mulder en violiste Mary Oliver gaat ons geheid op een geheel andere, veel experimentelere wijze verrassen. Tot slot vinden we die avond El XYZ de Son Bent Braam, een 13-koppige bigband onder leiding van Michiel Braam die ons in Zuid-Amerikaanse feeststemming gaat brengen. Een dag later, op kerstavond, staat de karavaan in Brebl. Wederom met MixMonk en El XYZ de Son Bent Braam, maar nu aangevuld met Van Kemenade zelf in duo met de Zuid-Afrikaanse pianist Stevko Busch. Ze brengen werk van een nieuw album dat tijdens dit festival officieel wordt gepresenteerd: 'Double Solo'. De twee kennen elkaar inmiddels goed, brachten in 2015 'Dedication' uit en hebben eveneens de nodige concerten achter de rug. Wie de beide musici een beetje kent, weet dat dit een bijzonder concert kan gaan worden, waarin ritmische passages en een grote mate van subtiliteit elkaar ontmoeten.

De dag na kerst staat Van Kemenade weer in Tilburg. Op 27 december horen we allereerst Stranger Than Four Baritons, met Jan Menu, Niels Bijl, Ties Mellema en Nils van Haften. Alle vier, u raadt het al, bespelen de baritonsax. Naast ook hier het duo Van Kemenade-Busch treedt op deze avond Peter Beets met zijn Electric Band aan, waarmee het 25-jarig bestaan van de Beets Brothers wordt gevierd. De drie broers, saxofonist Alexander, pianist Peter en bassist Marius, laten zich hier vergezellen door drummer Tim Hennekes en trompettist Ruud Breuls. Zaterdag 28 december biedt jazz van over de grenzen. Uit Spanje komt het Iberjazz Trio, terwijl FAVO bestaat uit Duitse en Belgische musici. Vocalist Sander de Winne deelt hier het podium met de rietblazers Volker Schlott en Falk Breitkreuz. Zoals gebruikelijk wordt het festival feestelijk en swingend afgesloten. Dit keer met het zeer internationale Serigne Gueye All Stars.

Foto's: Cees van de Ven & Marjan Smeijsters

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 17.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Hoe fans de jazz vooruithelpen

Grünen, woensdag 11 december 2019, Paradox, Tilburg

Hoe kan het dat een van de betere Duitse pianotrio's, bestaande uit drie van de meest actieve musici in de scene van de experimentele jazz, Grünen, nog nooit eerder in Nederland optrad? Het betreft hier nota bene musici uit ons buurland. En zoals gezegd, de leden zijn niet de eerste de besten. Pianist Achim Kaufmann, bassist Robert Landfermann en drummer Christian Lillinger hebben hun sporen inmiddels meer dan verdiend, en niet alleen in Duitsland. Het is dat een fan van dit trio, iemand die met grote regelmaat de Loft in Keulen frequenteert, de moeite nam om het Tilburgse Paradox over te halen dit trio te boeken, anders waren we verschoond gebleven van een meer dan bijzonder optreden.

Toen ze in april 2009 hun eerste album opnamen, in de Loft, deden ze dat nog onder hun eigen namen en kreeg het album de naam 'Grünen'. Blijkbaar beviel de samenwerking, want de opnamen die het trio in oktober 2012 en mei 2013 wederom in de Loft maakte, verschenen in 2014 onder de naam 'Pith & Twig', terwijl het trio zich nu ook Grünen noemde. Vreemd genoeg verscheen nadien geen nieuwe album, iets dat wel weer eens tijd wordt. Want spelen kunnen de drie als geen ander.

Kaufmann, die overigens van 1996 tot 2006 in Nederland woonde, heeft zowel een talent voor het lyrische, bijna klassieke, als voor het meer abstracte. Zijn spel kenmerkt zich door een grote mate van trefzekerheid. Landfermann, hier minder bekend, valt met name op door zijn zangerige manier van spelen, zijn ritmegevoel is perfect, maar hij weet net zo goed wonderschone melodieën uit zijn bas te halen. Tot slot hebben we Lillinger, die enige jaren geleden nog te gast was tijdens het Doek Festival, en zijn hoekige, spontane stijl van spelen. Het lijkt hem allemaal aan te komen waaien, maar niets is minder waar. Hij is iemand die met een perfecte timing de luisteraar weet te overrompelen met explosieve golven van klank.

Hier in Paradox speelt het trio twee sets, zonder enige vorm van pauze tussen de nummers. Naadloos wordt alles aaneengeregen. Het is dat er stijlbreuken zijn, anders zou je de overgangen niet eens doorhebben. Wat ze dus exact gespeeld hebben? Geen flauw idee. Maar als ik naderhand 'Pith & Twig' nog eens opzet, herken ik wel het een en ander.

Beschouwen we het geheel, dan vallen een aantal zaken op aan dit trio. Allereerst de rolverdeling: Grünen past in een trend waarbij de pianist niet langer de allesbepalende factor is. Op menig moment is dit eerder een drum- of een bastrio dan een pianotrio. Ten tweede is de samenwerking tussen deze drie musici zeer hecht, iets dat met name opvalt in de vrij stevige, ritmische passages, waarin deze mannen een krachtige stroom produceren. Bijzonder zijn verder de rustige passages, als er met elkaar wordt gewerkt aan een soort van geluidssculptuur. Als voorbeeld noem ik het laatste deel van 'Foliage Misconstrued' van 'Pith & Twig', waarin Lilinger zijn drumstel met allerlei voorwerpen bewerkt, Landfermann subtiel de strijkstok hanteert en Kaufmann onbestemde noten laat weerklinken. Prachtige momenten zijn het, waarop het experiment hoogtij viert en we aangenaam verrast worden.

Fantastisch dus dat dit trio nu eens bij ons klinkt, Keulen is tenslotte niet naast de deur. En dan te bedenken dat er nog veel meer van die uitstekende musici rondlopen die we hier nooit horen. Dat mag echt anders.

Concertfoto's: Eddy Westveer

Labels: ,

(Ben Taffijn, 15.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd
MixMonk - 'MixMonk' (Universal, 2019)

Opname: 5-6 oktober 2018

MixMonk zag het levenslicht in oktober 2017, toen het Brusselse Bozar aan saxofonist Robin Verheyen en pianist Bram De Looze vroeg om iets te doen met de honderdste geboortedag van Thelonious Monk. Samen besloten ze als drummer de New Yorker Joey Baron te vragen. Nu heeft Verheyen warme contacten met Baron, aangezien hij sinds 2006 deels in de VS en deels in België verblijft, dus dat was zo gepiept. Dat ene concert liep uit op een kleine tour, waarna de heren zodanig de smaak te pakken hadden dat begin dit jaar besloten werd om ook maar een album uit te brengen.

En dat is een bijzonder innemende en stemmige geworden, met natuurlijk een aantal covers van Monk, maar gelukkig ook een aantal eigen stukken in de geest van. Tot de eerste categorie hoort 'Oska T', met mooi bluesy pianospel van De Looze, aangevuld met zwoele lijnen van Verheyen en zeer bescheiden accenten van Baron. Verheyen speelt subtiel, met een warme klank, maar zo nu en dan ook mooi rafelig, iets dat prima past bij dit stuk. De ballade 'Fifty Fifty' behoort tot de andere categorie en komt uit de koker van Verheyen en De Looze samen. Een intieme melodie, gespeeld op de sopraansax, waait ons tegemoet. Dan horen we De Looze in een prachtige, fantasierijke melodie, waarin jazz en klassiek elkaar ontmoeten.

'Boo Boo’s Birthday' is weer typisch Monk, met zijn beklijvende melodie en zijn ondertoon van pure blues, vooral mooi vormgegeven in het krachtige en puntige duet De Looze-Baron. Maar ook Verheyen laat zich hier, wederom op de sopraansax, niet onbetuigd, door vibrerende hoge noten te blazen. De blues is er ook in het intiem slepende 'Monk’s Mood'. Zowel Verheyen als De Looze weten hier in hun solo's een gevoelige snaar te raken. De wijze waarop Verheyen op tenorsax de melodie vormgeeft getuigt van grote klasse en De Looze kiest ook hier voor een uiterst genuanceerde aanpak.

Dan volgen drie stukken van eigen makelij. 'Mind Mirror' van De Looze en 'The Flood' en 'Dance' van Verheyen. Aan de uitgebreide, zeer fijnzinnige pianopartij in het eerste stuk horen we dat De Looze het componeerde. Het is een mooi voorbeeld van dat balanceren tussen twee stijlen. Ook mooi hoe het nummer langzaam tempo maakt, met scherpe hoeken en gerichte drumslagen van Baron, om aansluitend weer terug te keren naar het begin. In 'The Flood' horen we Verheyen weer op sopraansax, vederlicht en zeer innemend en in 'Dance' op tenorsax. In beide gevallen met die mooie, romige toon die we inmiddels van hem gewend zijn.

De laatste twee stukken zijn weer covers. In 'Ugly Beauty' herkennen we in het puntige, maar zeer melodieuze pianospel de meester, terwijl het trio in 'Bye-Ya' op prachtige wijze het ritmische, springerige karakter weet te vangen. Vooral de dialoog tussen De Looze en Baron, Barons korte solo's en Verheyens springende sopraansax maken van dit nummer de perfecte hekkensluiter.

MixMonk is bezig aan een tournee in België en Nederland. Klik hier voor de speeldata.

Foto: Cees van de Ven

Labels:

(Ben Taffijn, 14.12.19) - [print] - [naar boven]



Evenement / Concert
Een vervroegd heerlijk avondje

Uitreiking Buma Boy Edgar Prijs 2019 aan Jasper Blom, woensdag 4 december 2019, Bimhuis, Amsterdam

'Het heerlijk avondje' kwam dit jaar op 4 december. Er heerste een mooie spanning bij de uitreiking van de Boy Edgar Prijs in het Bimhuis. Wat zou Sint Jasper voor ons meegebracht hebben? Na de eminente winnaar van vorig jaar, Jasper van 't Hof, was het nu de beurt aan Jasper Blom. Met 54 jaar op de teller een relatief jonge winnaar. In het juryrapport staat het volgende te lezen:

'Jasper Blom kan gezien worden als een filosofische realist, een denker én doener. Hij is zich bewust van zijn kracht als instrumentalist maar ook van zijn plek in de wereld. Hij staat niet op het podium om indruk te maken maar om een verhaal te vertellen. Als luisteraar wordt er van je verlangd dat je écht luistert om de diepere betekenis en gelaagde verhaallijnen van zijn composities te bevatten en te voelen. Hij doet niets uit effectbejag en gaat al dertig jaar lang heel integer zijn eigen gang in diverse stromingen binnen het jazzidioom. Zijn toon wordt nooit echt ruig maar is altijd spannend en enerverend, als een warme wervelwind waarvan je niet weet wat het gaat opwoelen.'

De laureaat had een aantrekkelijk en interessant generatie overstijgend programma samengesteld om dat nog eens te illustreren. De zaal zat vol en was enthousiast. De avond startte met een optreden van het Jasper Blom Quartet, deze keer met als gast solist Pablo Held op piano. Enigszins onder de indruk van de prijs en een tikje zenuwachtig betrad het gezelschap het podium, om een mooi en ingetogen stuk af te leveren. Al snel was er geen spoor meer van zenuwen en op de stevige en creatieve basis die werd gelegd door Martijn Vink op drums en Frans van der Hoeven op bas werd fraai gesoleerd door Blom, Held en Jesse van Ruller op gitaar. In de opening van 'Knor' blies Blom de resterende spanning van zich af.

Vervolgens betrad Zilt het podium. De band is genoemd naar een kroeg op de Amsterdamse Zeedijk, waar Blom maandelijks optreedt met studenten van het Amsterdamse conservatorium waar hij docent is. Een van hen, trompettist Ian Cleaver, kwam met een aantal stukken van Mischa Mengelberg. Mooi aan deze opbouw van de avond om hier de docent samen met studenten te zien musiceren. Later zou Blom overigens zelf nog met zijn oude mentor Dick Oats optreden. Zilt leverde een prachtige ontmoeting op tussen generaties in Mengelbergs "mooiste ballad": 'De Sprong, O Romantiek Der Hazen'. Met de toekomst van de Nederlandse jazz lijkt het wel goed te zitten als je naar dit gezelschap kijkt. Afgewogen dynamiek in het spel van drummer Wouter Kühne, een mooi uitgebalanceerde solo van Cas Jiskoot op bas en het prachtige samenspel tussen Blom en Cleaver zorgden voor kippenvel.

Om in sinterklaassfeer te blijven werden daarna een aantal gedichten van Emily Dickinson uitgevoerd door Jasper Blom en een tentet dat volledig uit studenten bestond. De gedichten zijn door Blom en Rob Horsting op muziek gezet. Anna Serierse, heerlijke warme omfloerste stem en groot bereik, trad als zangeres aan in het gezelschap. Er volgden twee stukken: 'Possibility' en 'Musicians Wrestle Everywhere'. In deze bigband-achtige setting ging Blom helemaal los op sopraansax. Hij voelde leek zich volledig op zijn gemak en leverde een aantal sprankelende solo's af. De band stond als een huis en dat zegt ook iets over zijn kwaliteiten als bandleider.

Wilfried de Jong was gevraagd de prijsuitreiking te doen en dat bleek een perfecte keuze te zijn. De twee kennen elkaar vanuit Bloms studententijd in Rotterdam. Op de geleende grammofoon scatte De Jong magistraal mee op een supersnelle solo van Johnny Griffin. Hij wilde beleven wat het betekent als een saxofonist een snelle solo speelt: "mondstuk tussen de lippen en onderstuk tegen je zak"; hoofd en onderbuik. Dat moet gelukt zijn! Bovendien leverde hij een sterke speech af doorspekt met mooie humor. Ik heb zelden zo'n leuke uitreiking gezien.

Als klapstuk van de avond speelde Blom in een wel heel bijzondere bezetting, met Dick Oats op alt, bassist Mike Boone en zijn 14-jarige zoon Mekhi Boone op drums. Over generatie overstijgend gesproken. Het mooiste cadeau was voor het laatst bewaard. Ontdaan van alle spanning excelleerde Blom met doorleefde solo's, aangemoedigd en uitgedaagd door Oats. Ondertussen leverde de bijzondere ritmesectie behalve een stevig en gevarieerd fundament ook gave solo's af. Kortom FEEST.

Klik hier voor een fotoverslag van deze avond door Cees van de Ven.

Kijk de hele avond terug op Bimhuis TV.

Labels: , , ,

(Johan Pape, 14.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd-box / Jazztube
Portret Joe McPhee Part 2
DKV & Joe McPhee - 'The Fire Each Time' (Not Two, 2019)

Opname: 13, 15 & 16 november / 27-28 december 2017

McPhee's carrière ging langzaam. In Amerika kwam hij maar moeizaam op gang en jarenlang gebruikte hij zijn vrije dagen - hij werkte tot 1981 in een fabriek - om in Europa te kunnen optreden. Hij voelde zich er thuis, na in de jaren 60 een deel van zijn diensttijd in Duitsland te hebben doorgebracht. Daar zaten ook zijn fans, met als meest belangrijke de Zwitser Werner X. Uehlinger, die in 1975 een nieuw platenlabel oprichtte om 'Black Magic Man' uit te kunnen brengen. Het zou het eerste album worden van het fameuze Hat Hut. Zes jaar later kreeg McPhee de leiding over het kantoor in de VS, waarna hij weer vier jaar later volledig de overstap naar de muziek kon maken.

Teug naar die muziek. Het uitbrengen van de verrichtingen tijdens de kleine tour van het DKV Trio - ofwel drummer Hamid Drake, bassist Kent Kessler en rietblazer Ken Vandermark - met McPhee is in alle opzichten een gouden greep te noemen. Zelden hoor je spel op dit hoge niveau. Een ritmetandem die zonder meer tot de beste van dit moment behoort en twee blazers die juist door hun zeer verschillende stijl elkaar perfect aanvullen.

Direct in het eerste concert, opgenomen in Parijs op 13 november 2017, horen we waar dit toe kan leiden; luister naar de melodische en zeer ritmische stroom noten in 'Le Select - Chicago Defenders - Nation Time', culminerend in een zeer energieke solo van Drake, of naar de prachtige bassolo van Kessler, fijnzinnig ondersteund door Drake in 'Rue De Tournon' en u weet genoeg.

Twee dagen later speelde het kwartet in Poznan. McPhee en Vandermark maken in hun versie van Thelonious Monks 'Circumstantial Evidence' indruk met zeer intens en getormenteerd spel, dat uitmondt in een prachtige melodische frase. Eenzelfde indrukwekkende behandeling krijgt George Gershwins 'Summertime'. Dan is er die meesterlijke, zangerige solo van Kessler met de strijkstok en die van Vandermark op klarinet, zeer swingend begeleid door Drake op '137 West 71st Street'. Een duet dat eindigt met een solo van Drake, die andermaal getuigt van zijn ongelofelijke gevoel voor ritme. Een dag later staan ze in Pardubice, Tsjechië en spelen ze een superstrakke en zeer opwindende versie van 'West 128th Street'. Prachtig, die zeer ritmische en enerverende combinatie van wederom 'Circumstantial Evidence', maar nu gekoppeld aan 'Nation Time'. Beslist een van de hoogtepunten van deze box. Een tweede komt daar overigens direct achteraan: McPhee op zijn zaktrompet. Blazend, sputterend en pratend werkt hij zich een weg door de eerste minuten van 'Impressions Of Knox'.

In deze box een boekje met twee teksten. De eerste heeft de prachtige titel 'Tell me, how long has Trane been gone' en staat natuurlijk stil bij de dood van John Coltrane. Door de mensen die hij ontmoette bij de begrafenis - waaronder Ornette Coleman, Charles Moffatt, Billy Higgins en Jimmy Garrison - een in meer dan een opzicht belangrijk moment in het leven van McPhee, zoals blijkt uit eerder genoemd interview in The Wire Magazine (nr. 420). De tweede tekst handelt over de positie van de zwarte Amerikanen, 'Nation Time for real this time (in this error of Trump)' luidt het veelzeggend, refererend aan de titel van McPhee's eerste album uit 1971, 'Nation Time'. Beide teksten spelen een rol in deze muziek, die niet alleen overduidelijk wortelt in de traditie van McPhee's grote voorbeelden - naast Coltrane ook Eric Dolphy, Ornette Coleman en Albert Ayler - maar ook nog eens impact heeft. Op menig moment maakt dit kwartet met intens en energiek spel duidelijk dat dit muziek is met een boodschap.

De tweede helft van de box bestaat uit concerten in Milwaukee (27-12, cd 4) en Chicago (28-12, cd 5 en 6). Groots hier: Vandermark met een stomende solo op baritonsax, geflankeerd door het strakke ritme van Drake en Kessler in 'L’Abbaye', op de vierde schijf. Je had erbij willen zijn. Aansluitend horen we Kessler in 'P.S.' met een schitterende solo, gevolgd door een van folk doortrokken duet met Vandermark. Maar de grootste verrassing blijft die baritonsax. We horen hem ook in een prachtige, pompende solo op 'Les Deux Magots'. Een aanwinst vormen ook zeker de bewerkingen van standards. Hoorden we eerder 'Summertime', dit concert bevat een prachtige versie van 'Ol’ Man River' met een intens spelende McPhee. En dan hebben we in het zeer ritmische 'Leukerbad' weer die knetterende baritonsax en een ritmetandem die de platen uit het plafond speelt. Met een knipoog naar New Orleans. En weer horen we 'Impressions Of Knox' - sommige stukken komen we meerdere keren tegen in deze box - maar nu nog net een fractie intenser dan de vorige keren. Hoogtepunt van de laatste cd is zonder meer 'Saint-Paul-de-Vence', vanwege de manier waarop het ritme hier wordt opgebouwd en vanwege de spetterende drumsolo van Drake en de zeer verstilde, intense bassolo van Kessler. Eindigen doen we deze set, heel toepasselijk, met een vibrerende versie van 'Nation Time'.

In de Jazztube zie je een deel van het concert dat het DKV Trio & Joe McPhee op 11 november 2017 gaven in Manghha, Krakau.

Op vrijdag 13 december treedt Joe McPhee op met Universal Indians (saxofonist John Dikeman, bassist Jon Rune Strøm en drummer Tollef Østvang) in De Singer, Rijkevorsel.

Foto: Cees van de Ven

Labels: , ,

(Ben Taffijn, 12.12.19) - [print] - [naar boven]



Cd's
Portret Joe McPhee Part 1

Joe McPhee / Paal Nilssen-Love - Song For The Big Chief' (PNL, 2019)
Opname: 9 december 2017
Joe McPhee / John Edwards / Klaus Kugel - 'A Night In Alchemia' (Not Two, 2019)
Opname: 20 oktober 2018
Susan Alcorn, Joe McPhee & Ken Vandermark - 'Invitation To A Dream' (Astral Spirits, 2019)
Opname: 13 september 2017

"Keep putting one foot in front of the other, test the ground to see if it is secure, then keep on keeping on!", zo vatte Joe McPhee onlangs zijn levensovertuiging samen in een interview met Daniel Spicer voor het Britse The Wire Magazine (nr. 420). Vorige maand werd hij tachtig, een leeftijd die je hem geenszins geeft als je hem op het podium aan het werk ziet, iets dat binnenkort weer kan in De Singer te Rijkevorsel. McPhee begon op zijn achtste op de trompet, onder andere door lessen van zijn vader, die eveneens trompettist was. Na het horen van Don Cherry combineerde hij het instrument in 1963 met de zaktrompet en in 1968 besloot hij onder invloed van Albert Ayler om de saxofoon erbij te nemen. Niet bepaald gewoon, maar wel een combinatie waarmee McPhee zou gaan excelleren.

Actiever dan ooit speelde de man alleen al dit jaar op acht(!) nieuwe albums mee, waaronder het prachtige en zeer enerverende, uit liefst zes cd's bestaande 'The Fire Each Time', waarop een zestal concerten uit november en december 2017 zijn verzameld van McPhee met het DKV Trio. Verder nam hij een album op met drummer Paal Nilssen-Love en liggen er twee albums van trio's, de een met bassist John Edwards en drummer Klaus Kugel, de ander met rietblazer Ken Vandermark en pedalsteel-virtuoos Susan Alcorn. We gaan ze in twee recensies uitgebreid bespreken.

Twee albums getuigen van de sterke connectie die McPhee altijd heeft gehad met Europa, in het verlengde van zijn diensttijd die hij deels in het Duitse Würzburg doorbracht. Het eerste, 'Song For The Big Chief', bevat de opnames van een concert dat hij in december 2017 - midden in de tour met het DKV Trio, waarop we uitgebreid ingaan in de tweede recensie - gaf in het Londense Café Oto, samen met de Noorse drummer Paal Nilssen-Love. De twee kennen elkaar sinds 2001, toen het eerste album van The Thing 'She Knows...' verscheen, waar McPhee op meespeelde. Vele duo-optredens volgden, waarvan een belangrijk deel is vastgelegd op de bij PNL Records verschenen box 'Candy'. Een dag voor het concert waar we het hier over hebben, overleed een van de meest spraakmakende drummers uit de geschiedenis van de jazz: Sunny Murray. Het maakte het concert tot een hommage en geeft duiding aan de titel, verwijzend naar het klassieke album van Murray uit 1969, 'Big Chief'. En dus beginnen we met de titeltrack 'Song For The Big Chief, McPhee's intense bewerking van de Kern & Hammerstein-klassieker 'Old Man River'. Na vijf minuten valt Nilssen-Love in, met de vilten stokken een rollend onweer veroorzakend. We herkennen al snel deze drummer met zijn dichtgemetselde patronen en zijn enorme, overrompelende tempo, dat ook McPhee opzweept tot grote hoogten. En de drumsolo verderop, met een prachtige frase voor bekkens, vormt zonder meer een prachtig eerbetoon aan Murray. Dan volgt McPhee's 'Knox', waarin hij met behulp van Nilssen-Love de ritmische melodie subtiel uitbouwt.

In 2018 verscheen het eerste album van het trio McPhee/Edwards/Kugel, 'Journey To Parazzar', daarmee refererend - ondanks het feit dat de opnames in Zaporozhye, Oekraïne werden gemaakt - aan de jazzclub in Brugge en aan de kort daarvoor overleden Rik Bevernage, voormalig concertprogrammeur en labelman van W.E.R.F. Records. Onlangs verscheen het tweede album, 'A Night At Alchemia', met opnames gemaakt in de gelijknamige club in het Poolse Krakau. Het zijn Edwards en Kugel die beginnen in 'Burden Of Proof', een van de vier stukken die hun titels danken aan het gelijknamige gedicht van Laura Winter. Intens, ietwat melancholiek en zeer zorgvuldig opgebouwd. McPhee doet zijn intrede op tenorsax, doorleefd en met een rauw randje. 'Just To Wait' opent met een getormenteerde, zeer intense solo van Edwards, zoals alleen hij dat kan, waarna het vuur in het trio wederom ontbrandt. Kugel soleert verderop, met een veel ingetogenere, beheerstere stijl dan Nilssen-Love, maar duidelijk de sfeer bepalend.

Terug naar de VS, waar we McPhee vinden naast rietblazer Ken Vandermark (die McPhee, afkomstig uit Poughkeepsie, iets ten noorden van New York, eind jaren 90 introduceerde in de Chicago-scene) en Susan Alcorn. 'Invitation To A Dream' heet het album. Meest bijzondere is hier natuurlijk Alcorn, die de pedalsteel bespeelt, een instrument dat we nog altijd zelden tegenkomen in de jazz. Twee blazers en een steelgitaar dus, waarmee je prima microtonale klanken kunt voortbrengen, iets dat hier ook doorlopend gebeurt. Resonerende, abstracte wolken van klank horen we, waardoor dit album geheel anders van karakter is dan de overige die hier voorbijkomen. Al is dat andere er ook. Zo gaat in het titelstuk Vandermark gelijk op met Alcorn, bovengenoemde wolken producerend, terwijl McPhee op zijn zaktrompet hier knettert, sputtert en door zijn instrument praat - en zo de boel grandioos op scherp zet. 'I Am Because You Are' bevat een soortgelijke aanpak. Prachtig is ook 'Bing Says Ming', vanwege de betoverende klanken die Alcorn hier met haar instrument weet te creëren. Een zeer bijzonder album.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 9.12.19) - [print] - [naar boven]



Concert / Jazztube
Op het scherp van de snede

Atomic, donderdag 21 november 2019, JazzCase, Dommelhof, Pelt

De Noors-Zweedse band Atomic was te gast in JazzCase Dommelhof. Al ruim twintig jaar behoort de groep tot de voorhoede van de Scandinavische en Europese moderne jazzscene. Het was uitkijken naar de anarchistische vrijheid en free jazz waarmee Atomic geassocieerd wordt.

Een free-jazzconcert is in de eerste plaats een live ervaring, en niet altijd in woorden te vatten. Free jazz roept vaak weerstand op, omdat het niet de meest voor de hand liggende muziekvorm is met zijn vele improvisaties en vaak uitgebreide solo's.

Geen spoor hiervan bij Atomic. Op het podium stond een hechte solide band met muzikanten die perfect op elkaar waren afgestemd. Een band die ontspannen en met veel speelplezier haar nummers bracht. Geen vervelende solo's, maar vooral een mooi samenspel in functie van het globale groepsgeluid. Dit zorgde ervoor dat het concert geen moment verveelde.

Atomic is een voldragen band, wars van alle routine en musicerend op het scherp van de snede. Naast de composities van de hand van pianist Håvard Wiik en saxofonist Fredrik Ljungkvist sprongen ook de bewerkingen van de composities van Edgar Varèse en Steve Lacy in het oog, nummers die terug te vinden zijn op hun meest recente cd 'Pet Variations'.

Een concert waarbij ingetogen melodische nummers werden afgewisseld met explosieve en inventieve uptempo nummers met verrassende wendingen. In de korte eerste set werd ik stil van 'Un Grand Sommeil Noir', een melodisch en ingetogen compositie van Varèse. Heel ontspannen gebracht met uiterst subtiele percussie van Hans Hulbækmo, Ingebrigt Håker Flaten met de strijkstok op contrabas, het kleine pianospel van Håvard Wiik en het sublieme samenspel van sax en trompet van Fredrik Ljungkvist en Magnus Broo.

De tweede set was uitbundiger, met als hoogtepunt 'Art' een compositie van Steve Lacy. Meeslepend en traag, ingehouden gebracht. Met het magistrale bisnummer 'Louange à l’Éternité de Jésus', een compositie van Olivier Messiaen, werden we warm uitgeleid.

Een concert als een ontdekkingstocht door de eigenzinnige vrije wereld van Atomic, waarbij vrijheid en op Amerikaanse free jazz geïnspireerde improvisatie hand in hand gingen en uitmondden in een evenwichtig en inventief groepsgeluid. Een subliem concert.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

In de Jazztube hierboven zie je Atomic in JazzCase met 'Un Grand Sommeil Noir'. Met dank aan Wim Mollen.

Labels: , ,

(Robert Kinable, 6.12.19) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.