Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert
Door de wringer en in de centrifuge

Baas Van Gelder & Downes, 23 januari 2019, Brouwerij Martinus, Groningen

Kit Downes (32), pianist uit Londen, was een nieuwe naam voor mij. Niet voor altsaxofonist Ben van Gelder, die vertelde dat hij al op zijn negentiende op Downes was gestuit, een jaar of elf geleden dus. Downes deelde het podium met niet de minsten: Joe Locke, Gerard Presencer, Seb Rochford, Iain Bellamy. Hoe dan ook, in een uitpuilend Martinus konden we vaststellen dat de Engelsman zich niet bepaald beperkt tot één stijlopvatting of geloofsovertuiging. Met een zestal composities, van eigen hand of van Ornette Coleman, opende hij solo de avond.

Gelijk in het eerste stuk, zijn eigen 'Pinwheel', onthaalde hij ons op een smakelijke collage-stew van bopharmonieën, een geval van George Shearing meets Keith Jarrett. Grotere brokken kregen we voor onze kiezen in de daaropvolgende 'Mob Job' (van Coleman). Meer energie, ook. In 'Ashani' (als ik zijn handschrift goed heb ontcijferd) viel Downes' geraffineerde pedaalgebruik op. Hier was de pianist spaarzaam en introvert. Alsof het 'Requiem' van Lennie Tristano door de centrifuge en de wringer was gehaald - of omgekeerd, natuurlijk. Elders gaf Downes je de sensatie van de allereerste keer in de Octopus - maar dan zonder de bijbehorende kots.

Nog spannender werd het toen gitarist Reinier Baas zich naast de piano zette. Innig versmolten gloeide het duo als een dovend vuurtje - maar dan achterstevoren. Kwestie van negatieve entropie of zoiets. En voordat we het in de gaten hebben betreden we daarmee het domein van de imaginaire getallen, waar het uitkijken geblazen is.

In duo met Van Gelder demonstreerde Baas alle tot dusver bekende technieken en stijlen van de jazzgitaar. De dynamische contrasten waren groot. Op een gegeven moment leek Reinier zelfs te citeren uit het uit de vijftiende eeuw stammende Handtboeck der Spaensche Guitarre en dan driemaal versneld. Tussen neus en lippen door schoof het tweetal ook nog even nonchalant een klassiek klinkende ballad tussen de geluidsweefsels. En dan allemaal heel bescheiden, doorgaans. De elektrische gitaar overschreeuwde de onversterkte altsax eigenlijk nergens. Of het moest zijn toen Baas een soort staande golf in de concertruimte genereerde.

In de sound van de ogen- en orenschijnlijk flegmatieke Ben van Gelder zit altijd een soort juichkreet verborgen. Listig gecamoufleerd met zuivere (in de zin van pure) noten. Soms zijn zijn solo's opgetrokken uit verrassende permutaties van noten en frasen. Bij dit alles was opvallend hoeveel ruimte de muzikanten elkaar gunden.

De bezoekers verlieten de Brouwerij in een euforische stemming. Niemand die in de sneeuw uitglibberde.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 30.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Michael Varekamp - 'Elektra' (Sound Of Arts, 2018)

Opname: mei 2017

Miles Davis. Jimi Hendrix. Als je dergelijke grote namen noemt als inspiratiebron voor je muziek, leg je de lat wel heel erg hoog. Trompettist Michael Varekamp doet het gewoon. Hij trok met een aantal muzikanten de studio in. Behalve de vraag wat er zou zijn gebeurd als Davis en Hendrix ooit hadden samengespeeld, was er niets. Het album is dus in zijn geheel geïmproviseerd.

Varekamp, als adoptiekind uit Trinidad opgegroeid in Nederland, heeft al een behoorlijke staat van dienst en speelde onder meer met Lester Bowie, Scott Hamilton en David Murray, produceert daarnaast theatervoorstellingen (MILES!, Billie! en I'm A Soulman) en is ook nog actief als beeldend kunstenaar. Varekamp verplaatst zich hier in de rol van Davis, terwijl Jerome Hol zich inleeft in Hendrix. Het duo wordt ondersteund door Wiboud Burkens op toetsen, Harry Emmery op contrabas en Erik Kooger op drums. Blijkbaar was er veel inspiratie, want het project is uitgebracht op een dubbel-cd met negen stukken.

'Tales In Time' opent cd 1 met psychedelische klanken en de vervormde trompet van Varekamp, een lekker stuwend ritme op de bas en slaggitaar van Hol. Het thema op trompet blijft zich herhalen in allerlei variaties. Hol gaat halverwege het nummer tegengas geven op gitaar en dat leidt tot een spannende interactie. Het ritme wordt verder opgezweept door Emmery en Kooger. Het nummer dooft langzaam uit en gaat via spacy geluidseffecten naadloos over in de titelsong 'Elektra', die zo'n 30 minuten duurt. Burkens en Varekamp produceren een hallucinerende soundscape, waarin goed getimede baselementen en flarden gitaar weerklinken als tegenwicht voor de improvisatie op trompet. De bijdrage op gitaar klinkt wel erg braaf en na 10 minuten word ik toch wat ongeduldig, maar dan hebben we nog 20 minuten te gaan. Ergens in de dertiende minuut wordt er een kabbelend ritme onder gelegd door bas en drums en lijkt het stuk op gang te komen. Varekamp heeft zijn trompet inmiddels van een demper voorzien en het ritme wordt alsmaar steviger. Er sluipt een heerlijk orgeltje in en ook Hol laat van zich horen met mooie improvisaties. De titel van het nummer is evident door de hoeveelheid gebruikte elektronica. 'Miles From Here' begint met een lome dialoog tussen trompet en gitaar, waar de bas zich na een paar minuten bijvoegt. Burkens volgt op toetsen, het tempo gaat langzaam omhoog en de improvisaties worden wat uitbundiger. Maar het nummer komt pas echt op gang in de zestiende minuut, als Varenkamp over een stevig gespeeld patroon voortdurend twee langgerekte tonen speelt. Het wordt verder uitgewerkt met toevoeging van elektronische effecten om over te gaan naar 'In Orbit', een elektronisch outro op basis van een hartslag.

'Space Cowboy No I' opent cd 2 met een jankende gitaar van Hol tegen de achtergrond van een grommend hammondorgel. Met enkele geplaatste noten voegt Varekamp er zijn trompet aan toe, om over te gaan in 'Black Madonna', dat stevig wordt geopend door Hol, die hier lekker zijn gang gaat. Ook Varekamp gaat op deze track lekker los en het nummer komt het dichtst in de buurt bij wat ik me voorstel bij een ontmoeting Davis-Hendrix. Mooie improvisaties ondersteund door een sterke ritmesectie, met een glansrol voor Emmery op bas. 'Space Grease' sluit hier via elektronische effecten op aan. Ook nu weer een erg uitgesponnen nummer van ruim 14 minuten, waarbij ik mezelf erop betrap het tellertje in de gaten te houden. De muzikanten zoeken, maar vinden niet echt, hoewel er mooie passages zijn als er eenmaal een thema wordt gevonden, dat uptempo wordt uitgewerkt. Wat volgt is 'Americana'. Hol opent met een mooi thema, waarna Varekamp weerwoord komt bieden. Halverwege is er een sterke improvisatie van Emmery, die de opmaat is voor een dialoog tussen trompet en gitaar, die langzaam toewerkt naar een climax en vervolgens overgaat in het slotnummer 'The Sun & The Moon', dat begint met lieflijk getingel op keyboard. En met een paar subtiel geplaatste noten van Varekamp op trompet wordt het kaarsje uitgeblazen.

Zoals gezegd, het was een uitdagend project. Er wordt soms voortreffelijk gemusiceerd, daar niet van. Wat mij betreft is het heel erg veel Miles en (te) weinig Hendrix. Ik kan me voorstellen dat de methode van de studio ingaan zonder afspraken of schema's goed werkt. Daar is deze plaat het bewijs van. In die zin is het een interessant document. Wellicht was het beter geweest als Varekamp er nog een slag overheen had gegooid en het beste materiaal had gecombineerd tot composities die op 1 cd passen.

In de Jazztube zie je Michael Varekamp en zijn band in het tv-programma 'Tijd voor MAX' met een uitvoering van de Miles Davis-klassieker 'So What'.

Labels:

(Johan Pape, 28.1.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Dichte mist in gedoemde (?) Cantina

Nebula & Austeja Zvirblyte, zaterdag 19 januari 2019, Atelier Il Sole in Cantina, Groningen

Eerst het goede nieuws dan maar. Het optreden van de groep Nebula trok zaterdagnacht een volle bak in Atelier Il Sole in Cantina. Nu is een volle bak in de Cantina snel gepiept: met een mannetje of veertig is het dringen geblazen in het souterrain. En wie dus dacht dat de band wel op tijd zou beginnen, zo'n half uur, drie kwartier na de aanvangstijd, stuitte op een stugge muur van winterjacks en hoofden.

Volledige improvisatie, dat is het uitgangspunt van Nebula. Zo waarden we rond in soundscapes van wisselende dichtheid en textuur. Soms had het wel iets van een clubje lammen die met een delegatie blinden rondtastten in een dichte mist bij min zeven. Het kon er stevig tekeergaan, maar even zo vaak gingen de stormen weer liggen. Dan ontspande een nummer zodanig dat het bijna knapte.

Daarbij viel de instrumentale aanpak van vocaliste Austeja Zvirblyte op. De repeterende frasen van de gastvocaliste bleken uitstekend te mengen met het gitaarwerk van Stanimir Lambov. Austeja was dan niet zozeer een toevoeging aan het trio (met rietblazer Yasar Kan en drummer Aleksandar Skoric), als wel een volledig geïntegreerd lid van Nebula.

Het slechte nieuws is dat de Cantina wel eens op haar laatste benen zou kunnen lopen. Aan de horizon doemt namelijk een nieuwe eigenaar van het pand op. Tot mei voeren de Groninger Sicilianen onder Leonardo Grimaudo nog de regie, daarna is het beeld zwart. Je zou kunnen aanvoeren dat de ruimte ongeschikt is voor bewoning en evenmin erg aantrekkelijk als opslagkelder. Ja, een rijtje weckflessen, dat zou nog net kunnen. En die zeventiende-eeuwse plavuizenvloer, kan die niet op de monumentenlijst? Voor gesprekken met de gemeente en het conservatorium lijken de komende weken mij uitstekend geschikt.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 26.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Oriol Roca Trio - 'Mar' (El Negocito, 2017)

Opname: 18 februari 2017

De namen van bassist Manolo Cabras en pianist Giovanni Di Domenico verbond ik al langer met boeiende muziek. Toen ik vorig jaar deze 'Mar' hoorde, kwam de naam van drummer Oriol Roca als een ontdekking. Als een mooie herinnering aan 2018 breng ik daarom graag nog even dit fijne schijfje onder de aandacht. Voor vijf van de zeven nummers tekende Roca. Cabras en Di Domenico voegden er elk een aan toe.

Op de hoes staat een foto met zeezicht in blauw en wit. Uit de zee steekt, onder de horizon en donker tegen de einder, iets wat lijkt op de top van een mast of een vuurtoren. Het water rondom is in beweging.

Meer dan van een postkaart heeft de afbeelding wat weg van een kader om aan een muur te hangen. Een werkstuk om de ogen over te laten dwalen en eventueel weg te dromen. Iets vergelijkbaars valt te zeggen over de muziek op deze cd. Je kan je er auditief in onderdompelen en gedurende de meestal rustige nummers genieten van de bewegingen die zich afspelen, of je kan je gedachten laten afdwalen.

Vooral de kunst van het gevoelige pianotrio krijgt hier fijne uitwerkingen. Nummers als opener 'Straight Line' en verderop 'Canço Sense lletra', 'Heart’s Hiccups' en 'Canço De Bressol' schuiven traag verder, terwijl onder het oppervlak heel wat emotie leeft. Je kan je dan rustig mee laten voeren door de delicate zin voor melodie van drie Zuid-Europese muzikanten en misschien wel diep geroerd raken.

Voor mezelf was met de zee als titel de link met een vakantie of een keer uitwaaien aan zee gauw gelegd. Maar dat is maar een invalshoek. Als alternatief voor een ontspannende en verkwikkende strandwandeling kan deze cd tot op zekere hoogte dienst doen, maar je wordt er natuurlijk anders op je zintuigen door aangesproken. Je kan er rust bij vinden en behalve eb is er ook vloed, zoals in de rollende drums van 'In Dyotta'. Ergens tussendoor vind je al speelse prikkels, die heel elegant blijven ('What’s Next?'). Op het eind komt een energieke afsluiter, getiteld 'You’re Not Maurice Chevalier'.

'Mar' rept met geen woord over de betekenissen die de zee voor het Oriol Roca Trio heeft, maar indrukken van harmonie, schittering en diepe banden en verbanden geeft dit album werkelijk heel fijn mee.

In de Jazztube hierboven een liveopname van 'In Dyotta' door het Orial Roca Trio tijdens Mercat de Música Viva de Vic 2017.

Labels: ,

(Danny De Bock, 23.1.19) - [print] - [naar boven]



Festival
Better Get Hit


Nadat toetsenist Cory Henry op vrijdagavond met een bevlogen concert in Paradox het festival geopend had, was zaterdag 12 januari de dag dat het nieuwe festival zijn bestaansrecht moest gaan bewijzen. Urban Soul & Jazz was de ondertitel dat Better Get Hit had meegekregen van de organisatoren Toine Hultermans, Linda van Berkel en Eric van der Westen. Breed programmeren was de boodschap en met namen als Caro Emerald, Cory Henry, Fresku, Jay-Way, Sarah Jane, Laura Vane, het Paul van Kemenade Classic Sextet en het Metropole Orkest op het affiche zag je dat dit serieus genomen was. In het cultuurcomplex Theaters Tilburg, waar een aantal grote en kleine zalen en foyers mooie podia bieden en makkelijk met elkaar verbonden zijn, begon het programma om kwart over drie met Sanne Rambags om ver na middernacht te eindigen met Michelle David & The Gospel Sessions.

Als een echte plus op het programma was er in een iets te kleine zaal een literair programma neergezet waar schrijvers Jules Deelder, Christine Otten, Ellen Deckwitz, Kees van Kooten, Babs Gons en Ronald Giphart kruisbestuivingen aangingen met gerenommeerde muzikanten als Boris van der Lek, Corrie van Binsbergen, Martin Fondse en Remy van Kesteren. Slim om een portier bij de deur te zetten die alleen mensen toeliet als er nog ruimte was in de zaal. Dit gaf de rust die nodig was, maar leidde ook tot een flink aantal wachtenden voor de deur.

Ruim 1400 bezoekers waren erop afgekomen en dat was een mooi aantal. Het zorgde voor goed gevulde zalen, een mooie ambiance en vooral ook een relaxed gevoel van Brabantse gemoedelijkheid. Ook de catering, niet onbelangrijk tijdens een festival, verliep vlekkeloos en was van goede kwaliteit. Het leuke van zo'n brede programmering is dat er een heel divers publiek verschijnt: van jong tot oud, met uiteenlopende levensstijlen. De programmering daagt uit om kennis te maken met minder voor de hand liggende muziekstijlen en dat is zeker ook een kracht van het festival. Zelf ben ik niet direct iemand die een kaartje koopt voor rappers. Toch raakte ik bij Jay-Way en Fresku onder de indruk van wat deze artiesten live neerzetten.

Natuurlijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan en zocht ik ook Cory Henry op, die samen met het Metropole Orkest een imponerende set speelde in de prachtige Concertzaal. Eerder al had het Metropole een concert gewijd aan het werk van Charles Mingus, waar natuurlijk zijn 'Better Get Hit In Your Soul' werd gespeeld. And the public got hit, right between the eyes!

Helaas kampte het concert van Defunkt-frontman Joseph Bowie met Licks And Brains met geluidsproblemen. Als krachtige bühnepersoonlijkheid hield de trombonist het toch nog knap overeind.

Caro Emerald vervulde haar rol als publiekstrekker met verve in de Schouwburgzaal. Alle hits en nieuw werk werden met enthousiasme professioneel uitgeserveerd. De zaal raakte er terecht opgewonden van. Er was een overlap met het concert dat Sarah Jane met haar band gaf in de Studiozaal. Ook zij ging er helemaal voor en creëerde een bijzondere sfeer met onvervalste soul. Puur en met kracht en humor gebracht. Even later stond in dezelfde zaal Judith Hill, protegee van Michael Jackson. Ook deze zangeres bracht een gepassioneerd concert voor een enthousiaste zaal die deels bevolkt werd door mensen die speciaal voor haar gekomen waren.

Zoals bij elk festival moet je keuzes maken en kun je niet alles meemaken. Soms is dat jammer en blijk je achteraf misschien verkeerde keuzes te hebben gemaakt. Hoe dan ook, er werd een rijk menu geserveerd met voldoende keuze uit gerechten van hoge kwaliteit. Ik verliet het festival met een voldaan gevoel en zoals met een voortreffelijke maaltijd wel vaker gebeurt; het gevoel iets te veel gegeten te hebben omdat het zo lekker was. Waarschijnlijk mede veroorzaakt door de variatie die geboden werd. Je wilt alles op zijn minst even proeven.

Better Get Hit is een mooi festival dat zeker een vervolg verdient. Een nieuwe parel op de concertagenda.

Klik hier voor een fotoverslag van dit festival door Johan Pape.

Labels:

(Johan Pape, 22.1.19) - [print] - [naar boven]



In memoriam
Joseph Jarman


Multi-instrumentalist Joseph Jarman, vooral bekend als lid van The Art Ensemble Of Chicago, stierf op 9 januari aan een hartaanval.

Jarman werd geboren in Pine Bluff, Arkansas, op 14 september 1937. Hij groeide op in Chicago en volgde DuSable High School, waar hij drumles kreeg van Walter Dyett, een van de meest prominente muziekpedagogen van de stad. In 1955 verliet Jarman de middelbare school en ging hij het leger in, waar hij dienst deed als parachutist in de 11e Airborne Division. Lang voordat de VS formeel Vietnam binnenviel, werd hij ingezet in Zuidoost-Azië en raakte gewond bij een inval in een dorp, die resulteerde in de dood van 18 Amerikaanse soldaten. Jarman bracht de rest van zijn diensttijd door in West-Duitsland, waar hij saxofoon en klarinet speelde in de concertgroep van zijn divisie.

Na zijn diensttijd keerde hij terug naar Chicago en ging naar het Woodrow Wilson Junior College, waar hij in 1961 Roscoe Mitchell ontmoette. Andere studenten in die tijd waren onder meer bassist Malachi Favors en saxofonisten Anthony Braxton en Henry Threadgill. Samen met Mitchell en Favors trad Jarman toe tot de experimentele band van pianist Muhal Richard Abrams. Hij speelde daarnaast ook in een hardbop-sextet met Mitchell. In mei 1965 was hij een van de oprichters van de Association for the Advancement of Creative Musicians (AACM), een sleutelmoment in de geschiedenis van de Amerikaanse avant-garde. Niet alleen omdat het een platform bood voor creatieve en educatieve projecten, maar ook omdat het gestuurd werd door de muzikanten zelf.

IVoor het Delmark-label nam Jarman twee van de vroegste albums op die zijn gekoppeld aan de AACM: 'Song For' (1967) - met daarop het 14-minuut lange 'Non-Cognitive Aspects Of The City', waarin hij een gedicht reciteert tussen instrumentale solo's - en 'As If It Were The Seasons' (1968). Het AACM-platform vormde ook het startpunt voor de groep waaraan dit platform zijn faam vooral te danken heeft: het Art Ensemble Of Chicago, met naast Joseph Jarman onder anderen rietblazer Roscoe Mitchell, trompettist Lester Bowie en bassist Malachi Favors. Hun geïmproviseerde muziek kenmerkt zich door vrijheid. Melodielijnen duiken kortstondig op, om weer net zo snel te verdwijnen. Harmonie en ritme zijn de basiselementen van de improvisaties die, anders dan een eerste kennismaking doet vermoeden, wel degelijk uit gecomponeerde stukken voortkomen. Jazz was voor hen als term te beperkend; ze speelden leentjebuur bij andere muziekstijlen en noemden hun muziek zelf liever Great Black Music.

Kort na de release van 'As If It Were The Seasons' trad Jarman toe tot wat toen bekend stond als het Roscoe Mitchell Art Ensemble. Toen de groep in 1969 naar Parijs vertrok, voegde een promotor 'Of Chicago' toe aan de naam van de groep, en die bleef hangen. Jarman bracht theatrale en multimedia-elementen in het Art Ensemble. Zo trad hij op in kleurrijke Afrikaanse gewaden en met gezichtsverf, terwijl Mitchell eruitzag als halve professor en Bowie zich hulde in een witte laboratoriumjas. Daarnaast bracht Jarman ook zang en gedeclameerde poëzie in de groep. Jarman was in sommige opzichten het meest politieke en confronterende lid van het Art Ensemble; zo stripte hij wel eens tijdens een concert.

Gedurende de laatste twee decennia was Jarman minder actief met muziek bezig en richtte hij zich vooral op andere bezigheden, met name als boeddhistische priester en aikido-instructeur. Maar hij bleef ook optreden en opnemen. Zo vormde hij samen met AACM-violist Leroy Jenkins en pianist Myra Melford het trio Equal Interest en speelde hij met musici als Marilyn Crispell, Scott Fields, Reggie Workman en Lou Grassi.

Labels:

(Maarten van de Ven, 20.1.19) - [print] - [naar boven]



Concert
De inauguratie van een echte Steinway!

Feestelijke Steinway Estafettemiddag, zondag 13 januari 2019, Paradox, Tilburg

Sinds 1998 droomt pianist Jeroen van Vliet van een echte Steinway in het Tilburgse jazzpodium Paradox. Op een zeer gedenkwaardige, mooie, ontroerende en regenachtige zondagmiddag gaat deze langgekoesterde wens eindelijk in vervulling. De oude vleugel was overigens wel aan vervanging toe. Vlak voor het jaar waarin het jazzpodium zijn 40-jarig jubileum gaat vieren is door een succesvol verlopen crowdfundingproject het benodigde bedrag ruimschoots binnengehaald. Muzikanten, publiek en vrijwilligers hebben hiervoor de handen ineengeslagen. Binnen no time heeft een kleine 300 donaties ervoor gezorgd dat een amper 5 jaar oude Steinway B-211 concertvleugel kon worden geplaatst. De piano ontleent haar naam aan de lengte (211 centimeter) en bestaat uit zo'n 12.000 verschillende onderdelen en bijna 250 snaren. Elke Steinway-piano is met veel toewijding geproduceerd en heeft een individueel, eigen geluid. Ieder stuk hout zorgt voor een unieke trilling; het zeer genuanceerde klankbeeld wordt dan ook door professionals geroemd. De oude Yahama-vleugel, waar gelauwerde pianisten de toetsen van hebben beroerd, verdwijnt niet. Deze vleugel zal in de nabije toekomst dienst blijven doen op de bovenverdieping van Paradox. Deze verdieping gaat onderdak bieden aan de muzikale broedplaats, waar talenten zich kunnnen ontwikkelen en professionals worden ondersteund in hun creatieve proces. Het mes snijdt zogezegd aan twee kanten.

In een volledig uitverkocht Paradox, met een zeer opgetogen publiek, laat (klassiek) pianist Hanneke van Overbeek eerst het verschil tussen de oude en de nieuwe vleugel horen, om zich daarna te laten omringen door een violist en een cellist. Na het het optreden van Draai om je oren-oprichter Erno Mijland, die een aantal jazzy gedichten voorleest uit zijn gedichtenbundel 'Een olifant sla je niet dood tegen de muur', wordt de middag ook muzikaal een doorslaand succes.

Wolfert Brederode, Martin Fondse, Harmen Fraanje, Rembrandt Frerichs en Jeroen van Vliet nemen in een daverende estafette steeds het stokje van elkaar over. Aangevuld met prominenten uit de jazzscene - trompettist Erik Vloeimans, altsaxofonist Paul van Kemenade, altviolist Oene van Geel, contrabassist Eric van der Westen en zangeres Sanne Rambags - worden 10 duostukken als een aaneengeregen spektakelstuk over het voetlicht gebracht. Zwaar aangezet, rafelig, teder en twinkelend worden de 88 pianotoetsen liefdevol en majestueus bediend. Vaak lyrisch, soms mysterieus en bij vlagen ritmisch. In volledige harmonie met Vloeimans rijke trompetgeluid, Van Kemenades bluesy altsax, Van der Westens warme basklanken, Van Geels zingende viool en Rambags volleerde stemkunsten vliegt deze estafette als een zinderende en muzikale sneltrein voorbij. Na de duostukken treden alle muzikanten nog eenmaal gezamenlijk op. De compositie van Jeroen van Vliet vormt een weergaloze apotheose. Met quatre-mains op de oude en de nieuwe vleugel, Martin Fondse op harmonium en Oene van Geel op percussie, gecompleteerd met zang en blazers. Gedenkwaardig, feestelijk en historisch.

In de nabije toekomst zullen klaviertijgers die lyriek omarmen, expressionisten, onvoorspelbare improvisatoren of percussief ingesteld pianisten hun proeve der bekwaamheid afleggen in Paradox. Allen onlosmakelijk verbonden met de sprankelende klankwereld van de Steinway. We kijken er reikhalzend naar uit!

Klik hier voor foto's van deze middag door Louis Obbens.

Labels: , ,

(Louis Obbens, 19.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd
Mephiti - 'Mephiti' (El Negocito, 2018)

Opname: 2-3 december 2016

Mephiti is een Vlaams/Europees sextet rondom saxofonist Erik Bogaerts, met verder de broers Bert en Stijn Cools, Ruben Machtelinckx, Indrė Jurgelevičiūtė en Brice Soniano. Hun debuutalbum kwam onlangs uit in bij El Negocito.

Wie deze musici kent - en dat zou zo maar kunnen, ze zijn immers allen in meerdere samenstellingen actief - weet dat de muziek op dit album van een ingetogen karakter zal zijn, harmonisch en voorzien van meer dan vleugje folk. Alleen al de instrumentatie waarin de snaren zijn oververtegenwoordigd duidt hierop. Met twee gitaristen, Bert Cools en Machtelinckx, bassist Soniano en Jurgelevičiūtė op kanklès (een soort zither) zijn zij ruim vertegenwoordigd. Dat gegeven geeft een geheel eigen karakter aan de muziek en vooral die kanklės is daarbij natuurlijk vrij ongewoon.

Klinkt 'Shilly' nog wat verstild en ingetogen, in 'Hymne I' krijgen we boeiende ritmische patronen, voorzien van spannende wendingen. Het bijzondere geluid van de kanklès met zijn wat droge klank komt mooi tot zijn recht in het ritmische patroon van 'Hanneke', dat Bogaerts een prima achtergrond biedt voor een verhalende saxsolo. In 'Krevelstraat' kabbelen de klanken in een rustig tempo op mooi slagwerk van Stijn Cools en puik basspel van Soniano. Ingetogen klanken ook in het tweede deel van 'Hymne'. Hier valt met name het samenspel tussen de twee gitaristen op, subtiel en uiterst harmonieus.

Naast de 'Krevelstraat' komt ook de 'Oude Steenweg' aan bod. Cools verklankt met zijn slagwerk de stenen, alsof hij ze op maat aan het hakken is. Tot slot krijgen we nog 'Kat Kreupel'. De associaties die je bij zo'n titel hebt, worden gelukkig niet waargemaakt.

Klik hier om vier tracks van dit album te beluisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 19.1.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Springen in het diepe

DUETS, vrijdag 4 januari 2019, Willem II Concertzaal, Den Bosch

DUETS, waarmee de Bossche Willem II Concertzaal het nieuwe jaar opent, begint zo langzamerhand een traditie te worden. Ook nu weer treedt een keur aan improvisatoren aan om met elkaar in het diepe te springen. Niels Broos mag aftrappen, van achter het orgel. Dat we op dat moment naar een leeg podium staren is de eerste paar minuten nog hoorbaar aan een ietwat rumoerig publiek. Broos' zachte orgelklanken dwingen echter al snel tot luisteren; je hoort de wind waaien. Dan worden de hoge orgelklanken vergezelt door al even hoge zang, het eerst duet is begonnen. Want zie hier de formule: de eerste speelt iemand vijf minuten solo, om dan een duo te vormen en na vijf minuten het stokje weer door te geven, waarna als in een estafette de rest volgt, tot helemaal aan het eind de laatste na vijf minuten soleren er een einde aan breit.

Greetje Bijma en Broos, het is een wonderlijke combinatie. De ene keer heft deze zangeres een aria aan, de andere keer pruttelt ze vreemde klanken, ijselijk hoog, maar soms ook diep laag. Samen met Jasper Blom al evenzo, al doet door Blom hier de lyriek zijn intrede. Een lyriek die hij vasthoudt als de Vlaamse pianist en opkomende ster Bram De Looze zijn intrede doet. De Looze begeleidt aanvankelijk redelijk spaarzaam; het is hier Blom die met een fraaie melodie op tenorsax de toon zet. Anders wordt het met Kika Sprangers op sopraansax. De rollen zijn nu gelijker verdeeld en er ontvouwt zich een avontuurlijk duet. Pianist wisselt met pianist en terwijl De Looze nog net het pedaal ingedrukt kan houden, schuift Wolfert Brederode achter het klavier. Maar vergissen kunnen we ons niet, want deze twee pianisten verschillen wel degelijk van elkaar. Zo jazzy als De Looze klinkt, zo klassiek speelt Brederode. We krijgen krachtige, stuwende akkoorden, wederom lyriek en een mooi duet met Sprangers, maar vooral met Diamanda Dramm, die na vijf minuten haar plaats overneemt.

Een beetje een vreemde eend in de bijt vanavond: Dramm is immers in eerste instantie een violist die zich profileert binnen de hedendaagse gecomponeerde muziek, improviseren doet ze zelden. Maar de twee vinden elkaar hier. Ze legt een lange golf van klanken neer als een onderlegger voor de sprankelende noten van Brederode. Echt spannend wordt het als hij vervolgens onder de klep van de vleugel duikt en ze beiden het hoog aftasten. Maar helaas, de vijf minuten zijn om en trombonist Louk Boudesteijn neemt het stokje over. Het duet dat volgt - het lijkt wel een gesprek - heeft iets komisch, maar komt niet echt op gang. De twee vallen regelmatig stil en het geheel is helaas een van de zwakkere momenten van de avond. Beter gaat het samen met gitarist Prashant Samlal, al komt ook deze beter tot zijn recht bij bassist Eric van der Westen, die met een paar ferme slagen op zijn snaren aangeeft dat Boudesteijns tien minuten erop zitten. Samlal en Van der Westen kiezen de blues als lijn en bouwen een spannende set. Meesterdrummer Teun Verbruggen start aansluitend het klassieke ritmetandem op en de twee creëren menig spannend en zeer ritmisch moment.

Echt experimenteel was het tot op heden nog niet, maar daar brengt Achim Zepezauer nu wel verandering in. Gezeten achter een berg elektronica gaat hij direct onstuimig van start. Nu weten we dat Verbruggen daar niet heet of koud van wordt, zie zijn samenwerkingen met musici als Jozef Dumoulin en Keiji Haino. Creatieve geluidsstormen worden dan ook ons deel in een zinderende partij. Zepezauer mag verder bouwen met drummer Jamie Peet, maar de magie die hij had met Verbruggen ontstaat hier niet opnieuw; daarvoor doen de twee te veel hun eigen ding. Peet is dan ook het best in de laatst vijf minuten als hij mag soleren. Een waardig slot van een wederom boeiende avond duetten.

Foto's: Donata van de Ven & Cees van de Ven

Labels:

(Ben Taffijn, 17.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Sly & Robbie meet Nils Petter Molvaer feat Eivind Aarset and Vladislav Delay - 'Nordub' (OKeh, 2018)

Opname: 13-15 november 2016

Sly & Robbie, een roemrucht Jamaicaans reggaeproducersduo dat bestaat uit drummer Sly Dunbar en bassist Robert Shakespeare en al actief is sinds de jaren 70, komt hier normaal gesproken niet aan bod. Dat dit nu wel zo is heeft alles te maken met een album dat vorig jaar verscheen bij Okeh Records, 'Nordub' geheten, waarop het duo de samenwerking zocht met trompettist Nils Petter Molvær, gitarist Eivind Aarset - beiden bekend uit de Scandinavische jazzscene - en een keur aan artiesten die zich hebben onderscheiden in de wereld van de experimentele elektronica, zoals Vladislav Delay, Erik Honoré en Jan Bang.

De reggae-achtergrond van Sly & Robbie zit er natuurlijk in: het lome, wiegende ritme horen we direct in 'If I Gave You My Love' - Dunbar met het stokje op de rand van de trommel. Het fragiele, ijle geluid van Molvær past er perfect bij, evenals de veldopnames die Honoré maakte. Een innemende opener. In 'How Long' is het ritme nadrukkelijker aanwezig, ondersteund door met behulp van elektronica gecreëerde klankwolken. In 'White Scarf In The Mist' zitten we weer midden in de lome reggae, alleen nu een paar tandjes hoger. Robbie legt een heerlijk patroon neer met zijn bas en we horen Molvær andermaal in schitterend trompetspel.

Aarset speelt een grote rol in 'Was In The Blues'. Een stevig, rock-georiënteerd nummer, waar deze gitarist zijn snaren flink aanspant, maar waarin we tevens de nodige experimentele elektronica tegenkomen. Met 'European Express' is het aansluitend weer back to basics, tot we met 'Politically KKKorrrekkkttt.' afsluiten we in stijl en geleidelijk naar het einde deinen.

'Nordub' doet zijn naam alle eer aan. Het muzikale gedachtengoed van Sly & Robbie wordt hier in een nieuw, fris jasje gestoken. Reggaeliefhebbers doen er goed aan dit album eens te beluisteren, evenals avontuurlijke jazzgeesten. Puristen kunnen deze schijf maar beter laten liggen.

In de Jazztube hierboven kun je kijken naar een concert van Sly & Robbie met Nils Petter Molvær, Eivind Aarset en Vladislav Delay tijdens de Summer Jazz Days in Warschau op 12 september 2015.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 15.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd
Jazz Orchestra of the Concertgebouw - 'Crossroads' (Challenge, 2018)

Opname: 30-31 oktober 2017

Een dubbelaar gevuld met tien composities van leden van het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw (JOC). Allemaal origineel en nieuw werk, waarin het orkest een staalkaart van zijn kunnen presenteert. En dat is nogal wat. Het orkest is een verzameling topmuzikanten, die elk hun sporen ruimschoots verdiend hebben.

Het album opent met 'Shortcut', een compositie van gitarist Martijn van Iterson, waarin niet alleen door hem gesoleerd wordt, maar ook door Sjoerd Dijkhuizen op tenorsax en Hans Vroomans op piano. Een heerlijk uptempo en swingend nummer met een catchy thema, dat knap wordt uitgewerkt naar het orkest op volle sterkte, waarna de solo van Vroomans een rustpunt vormt. Langzaam sluipt het orkest weer binnen om naar een geweldige climax toe te werken. 'Oliver’s Dance' van saxofonist Simon Rigter wordt lekker puntig gespeeld en bevat lyrische solo's van Rigter op tenor, Jan van Duikeren op trompet en Sjoerd Dijkhuizen op tenor. De ritmesectie van Marcel Seriese op drums, Vroomans op piano en Frans van Geest op bas levert een stevig en strak fundament.

'English Heart' is een mooie gedragen ballad van Ilja Reijngoud. Je waant je al snel in een ballroom, zeker als Reijngoud op trombone warme en subtiele tonen laat horen, direct gevolgd door een prachtig uitgesponnen solo van Jorg Kaaij op sopraansax. Knap ook hoe mooi de Amerikaanse dirigent Dennis Mackrel het orkest heel gedoseerd inzet. Het nummer eindigt met een subtiele interactie tussen de inmiddels gedempte trombone en de altsax. Jorg Kaaij componeerde 'Jane St. 2 AM', waarin we een ontmoeting van de alt van Jorg Kaaij en de trombone van Bert Broeren te horen krijgen. Er ligt een stevige swing onder van het orkest, dat op gezette tijden lekker komt opzetten om samen met de solisten naar diverse hoogtepunten te werken. Ook Vroomans laat op piano een perfecte solo horen.

Martijn van Iterson leverde met 'Sixmas' en 'Swarms' nóg twee composities waarmee het eerste schijfje eindigt. Hij laat zien een goed ontwikkeld componeertalent te hebben met catchy melodieën en een geweldige opbouw, waarbij de verschillende secties van het orkest onnavolgbaar ingezet worden. Voeg daaraan toe de virtuositeit van solisten als Van Iterson zelf op gitaar, Jan van Duikeren op trompet en Simon Rigter op tenor en je hebt bigband van wereldklasse.

Rietblazer Joris Roelofs vult zo'n 27 minuten op de tweede cd met drie composities: 'Para Poli', 'Ataraxia' en 'The Ninth Planet', waarin zijn prachtige beheersing van de basklarinet te beluisteren is. Een ondergewaardeerd instrument, dat hier in zijn volle glorie knap in het zonnetje wordt gezet. In deze nummers wordt het bigbandgenre verder opgerekt in de richting van de free jazz en ontstaan er verrassende combinaties met solo's van Martijn van Iterson op gitaar en Martijn Vink op drums en niet te vergeten de geweldige solo van Ruud Breuls (trompet) op het ietwat zware en gedragen 'Ataraxia'.

Nog één keer komt het orkest tot al zijn kracht in het mooie 'A Minor Confusion', goed gekozen als slot van de plaat. Alle secties schitteren nog een keer en Breuls en Rigter leveren prachtige solo's af.

'Crossroads' is een mooi uitgebalanceerde plaat geworden met een perfecte volgorde van de nummers, waarin het hele spectrum van meer traditionele bigband naar de interpretatie van het JOC goed te beluisteren is. Het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw heeft met deze plaat bigband opnieuw gedefinieerd en dat is een stevig compliment waard.

Op de Soundcloud-pagina van het JOC kun je 'Crossroads' beluisteren.

Labels:

(Johan Pape, 14.1.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Tegendraads zeilen naar de zon

Boundless Trio, donderdag 13 januari 2019, Citadelic, S.M.A.K., Gent

Samen met mijn gezellen Patrick en Chris
maak ik deze wonderbare reis.
Tegendraads
scherp aan de wind
zeilen we naar de zon.
En onverhoeds,
verschijnt een regenboog en een
palet van kleuren,
terwijl duizend klankflarden
de hemel vullen
met nieuwe geluiden, tekens
en eeuwige gebaren.


Woorden van schilder, beeldhouwer en bassist Paul Van Gysegem bij 'Boundless', het album dat deze Vlaamse pionier van de vrije muziek in 2017 uitbracht met collega's Patrick De Groote (trompet, bugel) en Chris Joris (drums, percussie). Het is meteen ook een mooie samenvatting van de opmerkelijke synergie die plaatsvond; eentje die, net als bij andere bezettingen die steek houden, actie en reactie in evenwicht houdt, zowel zinspeelt op een creatieve daad (de muzikanten maken de reis, en ze doen dat bewust), als op de rijkdom die zich gaandeweg aan hen openbaart en betekenis krijgt. Er leken een paar afspraken te zijn, maar dat ging dan meer over wie zou starten met wie, en op welk instrument, dan over een stilistische koers of een opgelegde structuur. De vrijheid regeerde.

De eerste improvisatie, meteen goed voor een kloeke twintig minuten (terwijl de stukken op het album varieerden tussen drie en acht minuten) eindigde zoals ze startte: met de gestreken bas van Van Gysegem. Die kreeg al snel gezelschap van De Groote, die vaak gebruik maakte van dempers, wat zijn insteek een intieme, lyrische flair gaf. Hier geen bruut geklieder, maar een meer genuanceerd beeld, waarin soms wel kwieke spurtjes of abrupte wendingen opdoken. Het is ook altijd even wachten hoe de akoestiek van een ruimte reageert op de muziek, maar daar werd verstandig op ingespeeld, ook door Joris, die zich aanvankelijk vooral focuste op de cimbalen en die langzaam liet zinderen door de ruimte. Het werd een muzikaal gesprek met Van Gysegem als voortrekker, waarin soms verrassende harmonieën opdoken, terwijl Joris beweeglijk door en rond de interactie borstelde.

Dat je te maken had met ervaren muzikanten bleek ook uit het geduld dat tentoongespreid werd. Hier geen drang om te epateren, de luisteraar te bedelven onder een onophoudelijke stroom van ideeën. Integendeel: Joris ging af en toe eens op wandel en De Groote zette een stap opzij. Dat gaf de muziek regelmatig een soberheid, bijna op het ascetische af, die van het concert een soort van ritueel maakte, zeker wanneer Joris die statigheid ook liet horen via een stel schaaltjes of drumwerk dat de interactie van (en met) zijn kompanen op een elegant verhoogje plaatste.

En zo slalomde het trio van ingetogen, haast etherische momenten (zeker wanneer De Groote de zachtere bugel bespeelde), naar woeliger zones met ruwere, expressieve vegen, een grillige potten- en pannensound of een mooie wending, zoals toen Joris een dialoog aanging met Van Gysegem op een Afrikaanse handtrom. De bassist hanteerde zijn instrument als klankkast, waardoor het een percussieduet was tot de terugkeer van De Groote.

Ook hier geen exacte wetenschap en geen hoogtechnologische acrobatie, maar interactie van mensen met een eigen temperament die in het onbekende duiken ('boundless', inderdaad), zich bewust van de risico's, maar ook van de momenten vol verrassingen en die 'regenboog' waar Van Gysegem het over had, die meer dan eens een halve cirkel van minstens zeven kleuren door de ruimte trok. Een mooie start van het concertvoorjaar.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Labels: ,

(Guy Peters, 12.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd's
Frame Trio - 'Luminária' (FMR, 2018)

Opname: 28 november 2017

Het Portugese Frame Trio kent een bijzondere bezetting: gitaar, trompet en contrabas. De leden zijn bekenden in de vrije improvisatie. Trompettist Luís Vicente en gitarist Marcelo dos Reis zijn belangrijke spelers in de Portugese scene en de Belgische bassist Nils Vermeulen kennen we onder andere van Kabas en Jukwaa. Ze zijn op 'Luminária', hun debuut, aan elkaar gewaagd.

Zes titelloze stukken bevat het album, waarin de drie musici hun interesse in buitengewone klanken volop etaleren. Reeds in het eerste stuk valt Vincente op met een wat afgeknepen geluid, een delicate melodie blazend, terwijl we op de achtergrond Dos Reis en Vermeulen in een lyrische dialoog tegenkomen. In het tweede stuk horen we Vicente fluisterzachte, ietwat schurende klanken produceren, terwijl Dos Reis en Vermeulen bescheiden akkoorden aanslaan. Dan klinkt ineens een vol en mooi transparant trompetgeluid, terwijl zijn twee kompanen hun snaren wat intensiever beroeren, overlopend in een ietwat broeierig ritmisch patroon. En wie maakt dat vreemde, ritmische geluid in het derde stuk? Aangezien we eerst Vermeulen horen in een boeiende solo en aansluitend Vicente, moet dat Dos Reis zijn. Hoe hij het doet, geen idee, maar het klinkt smakelijk.

Verontrustende, maar ook zeker spannende bas- en gitaarklanken in 'Luminária IV'. En ook hier is het geluid van Vicente weer meer dan bijzonder; het lijkt meer op fluiten dan op blazen. Mooi is ook het melodische patroon dat Dos Reis verderop ten gehore brengt, het fijnere snarenwerk. Soms, zoals in het vijfde stuk, doet de muziek denken aan folk, met name door de ritmische structuur die Dos Reis en Vermeulen hier neerzetten en waar de trompettist met een hoge, ijle klank op varieert. In het afsluitende 'Luminária VI' valt allereerst de gitaarsolo van Dos Reis op, transparant en zeer ritmisch. Vermeulen valt bij met ietwat weemoedig basspel en Vicentes klank zit al even vol van melancholie.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 11.1.19) - [print] - [naar boven]



Festival
Spannende muziek gemixt met mooie poëzie

Brokkenfestival, zondag 30 december 2018, Bimhuis, Amsterdam

Corrie van Binsbergen is er wederom in geslaagd een bijzondere mix van optredens aaneen te schakelen in de tiende editie van het Brokkenfestival. Als een rode draad liepen er muzikale sculptuurtjes, zoals hij ze zelf noemt, van Tom "Sammie" America (die we nog kennen van zijn band MAM) door het festival. Een drietal werd via een videoprojectie uitgeserveerd en één werd door America zelf op het podium verzorgd. Zo begon het festival met een compositie die hij baseerde op een interview met Renate Dorrestein: Als een wandelaar. Dit concept werkte heel goed, omdat het hele programma een geslaagde mix was van bijzondere improvisaties en spoken word.

Dit werd in de opening van Half Playstation 3.0 ook verder uitgewerkt door de voortreffelijke ritmesectie van Playstation aangevuld met Roosmarijn Tuenter op viool, Rogier Hornman op cello en Toto Wesselo en Luc Laport die overtuigend het spoken word voor het voetlicht brachten. 'Wat wil je later worden' was een van de stukken die uitgevoerd werden en wederom was de interactie tussen voortreffelijk improviserende topmuzikanten en gepassioneerd vertolkte teksten uniek te noemen. Er ontstond ter plekke een zichzelf versterkende synergie tussen deze kunstvormen.

Sanne Rambags, die een dag eerder nog op het Stranger Than Paranoia-festival een gedenkwaardige en adembenemende samenwerking was aangegaan met Capella Pratensis stond nu met haar project Under The Surface op het podium. Ondersteund door Joost Lijbaart op drums en percussie en Bram Stadhouders op gitaar ontstond er een gebalanceerde wisselwerking tussen het trio. De 25 minuten die het drietal gekregen had werden gevuld met delen uit het eerdergenoemde album. Geconcentreerd en ingetogen werd met veel subtiliteit een aantal soundscapes neergezet, die goed voelbaar maakten dat Rambags zich laat inspireren door de sereniteit van de Noorse natuur.

De performance van de Antwerpse stadsdichteres Maud Vanhauwaert samen met Albert van Veenendaal op geprepareerde piano en Alan Purves op percussie en allerlei dingen (!) pasten perfect in het programma. Ook hier weer verrassende effecten door spontane improvisaties en met passie gebrachte teksten, die op zichzelf al zeer de moeite waard zijn. Het drietal daagde elkaar uit, zweepte elkaar op en bracht het geheel aldus naar topniveau.

Na de pauze werd nog een sculptuur van America vertoond en trad hij ook zelf nog op met een geslaagde compositie. Het paste allemaal prachtig in elkaar deze middag.

Het slotakkoord was toebedeeld aan Indian Askin, een band die sinds 2015 in deze samenstelling speelt en al een flinke staat van dienst heeft op festivals en in het club circuit met nu-punk. De band leverde ook hier een mooie set af, hoewel een aantal mensen uit het publiek de zaal voortijdig verlieten. Ongetwijfeld bedoeld als een mooi groot en feestelijk slot van het festival viel het ook wel een beetje uit de toon bij de zorgvuldig opgebouwde lijn in het programma. En dat was jammer, niet in de laatste plaats voor de band zelf.

Al met al een bijzonder geslaagde editie van het Brokkenfestival. Gelukkig gaf Van Binsbergen zelf aan de komende jaren het festival te blijven organiseren. Zij noemde het in het programma 'een prikkelend feest der verkenning met een grote variëteit aan stijlen, contrasten, genres én leeftijden'. En dat was het ook!

Klik hier voor foto's van het Brokkenfestival door Johan Pape.

Labels:

(Johan Pape, 9.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd's
Espen Berg Trio - 'Bølge' (ODIN, 2018)

Opname: 5-7 april 2017
Bobo Stenson Trio - 'Contra La Indecisión' (ECM, 2018)
Opname: mei 2017
Brad Mehldau Trio - 'Seymour Reads The Constitution!' (Nonesuch, 2018)
Svein Finnerud Trio - 'Plastic Sun' (ODIN, 2018)
Opname:6 februari 1970

Hier maar weer eens aandacht voor een van de oervormen van de jazz: het pianotrio. Met drie recente cd's van bekende en minder bekende trio's en een heruitgave van een klassiek album.

Laten we eens met een wat onbekender trio beginnen, dat van de Noorse pianist Espen Berg, dat hij vormt samen met zijn landgenoten, bassist Bárður Reinert Poulsen en drummer Simon Olderskog Albertsen. In 2015 zag 'Mønster' het licht en werd alom bejubeld, nu ligt er 'Bølge'. Opvallend bij dit trio zijn het dynamische, melodische geluid en het zeer harmonische samenspel. Hier geen leider en volgers, maar een geoliede machine waarbij het geluid van de drie instrumenten prachtig in elkaar overloopt. 'Maetrix' getuigt hiervan. Evenals 'XIII', waarin het trio weet te verrassen met een krachtige ritmische structuur en met een stevige solo van Berg. Prachtig is ook het titelstuk 'Bølge', een ballade voor een winteravond, één zoals alleen Noren dat kunnen. 'Cadae' wijkt wat af van door zijn experimentele opzet en hoekige ritme. Een verfrissende, lekker tegendraadse zet. Prachtig is ook het stomende 'Bridges’, met als klap op de vuurpijl een zeer pittige solo van Albertsen, ondersteund door Bergs akkoorden. Zeer de moeite waard dit album.

Het trio van Bobo Stenson gaat al wat langer mee. In 1987 verscheen het eerste album, 'Very Early' bij ECM Records, onlangs voegde hij 'Contra La Indecisión' toe aan de reeks. In die dertig jaar is het trio wel wat gewijzigd qua samenstelling, maar bassist Anders Jormin en drummer Jon Fält vergezellen Stenson toch al weer enige tijd. De muziek van dit trio moet het niet hebben van dynamische uitbarstingen en stevige ritmes. Integendeel, hier gaat het om klankkleur, om sfeer. We zijn tenslotte bij ECM. De composities zijn grotendeels van Jormin en van klassieke componisten, slechts eentje ('Alice') is van Stenson zelf. Toch is hij wel degelijk de leider van dit trio met zijn subtiele, melodische spel, bijvoorbeeld in Jormins 'Doubt Thou The Stars'. Bijzonder zijn de klassieke covers. In 'Wedding Song From Poniky' van de Hongaarse Béla Bartók horen we diens passie voor de Hongaarse volksmuziek terug en Stenson bewerkte de oorspronkelijke melodie tot een prachtig jazznummer. Opvallend is de aanwezigheid van 'Elégie' van Erik Satie. Boeiend hoe Stenson een geheel eigen draai aan deze klassieker geeft. Het harmonische resultaat dat Stenson, Jormin en Fält hier bereiken is groots. Bijzonder is ook zeker 'Canción Y Danza VI' van Frederic Mompou. De zangerige melodie wordt door Stenson met veel raffinement neergezet, iedere noot is raak en de begeleiding geeft net dat extra cachet dat hier nodig is.

Het Brad Mehldau Trio, dat voor het eerst van zich liet horen in 1997 met 'The Art Of The Trio, Volume 1', wordt algemeen gezien als een van de meest invloedrijke pianotrio's van de laatste decennia. Met het laatste album 'Seymour Reads The Constitution!' bouwt Mehldau gestaag door aan zijn omvangrijke oeuvre. Mehldau is een lyricus met een feilloze techniek en een perfecte timing. Vernieuwend is het allemaal niet wat deze man doet, maar overtuigen doet hij nog steeds. Het samenspel met bassist Larry Grenadier, die er reeds vanaf het begin bij is, is zeer hecht. De groove van deze bassist is fenomenaal en vormt voor Mehldau een prima startpunt voor zijn muzikale uitweidingen. De drums - tot 2005 in handen van Jorge Rossy en sinds die tijd voor rekening van Jeff Ballard - spelen bij het trio van Mehldau altijd een wat minder grote, meer ondersteunende rol. In het titelstuk trekken Mehldau en Grenadier dan ook samen op en vormt Ballard de stationair draaiende motor. Mehldau is een meester in het op geheel eigen wijze vertolken van klassiekers. 'Almost Like Being In Love' van Alan Jay Lerner en Frederik Loewe vormt met de prachtig gespeelde melodie een van de hoogtepunten van het album en de vet ritmische versie van 'De-Dah' van Elmo Hope is niet te versmaden. Let daarbij zeker ook eens op het swingende spel van Grenadier.

Het Svein Finnerud Trio bestaat drie jaar als het in februari 1970 'Plastic Sun' opneemt. Het album krijgt goede kritieken en het trio wordt uitgenodigd voor het Warsaw International Jazz Festival in oktober van dat jaar. Inspiratie haalt het trio, dat naast pianist Finnerud bestaat uit bassist Bjørnar Andresen en drummer Espen Rud, bij het trio van Paul Bley (met Kent Carter en Barry Altschul) en bij Ornette Coleman. Bley eren ze met twee covers van Anette Peacock, zijn toenmalige echtgenote: 'Cartoon' en 'Touching', stukken die Bley zelf ook speelde. Van Coleman horen we 'Dee Dee'. Dat dit album, ook al is het de oudste van de vier, tevens het meest experimentele is, zal u wellicht niet verbazen. Zo bestaat 'Cartoon' uit een aantal willekeurige muzikale verkenningen, van elkaar gescheiden door stiltes. Inderdaad alsof je in een stripverhaal van plaatje naar plaatje gaat. Van melodie is hier geen sprake, van harmonie evenmin, louter klank is wat resteert. Colemans 'Dee Dee' pakt het trio al even experimenteel aan, met een opwindend pandemonium aan geluiden. 'Alnafat Street' en titelsong 'Plastic Sun' laten echter horen dat dit trio ook een geheel andere kant heeft: stuwende, repeterende ritmes krijgen we in deze twee veel te korte stukken. En dat is wellicht het enige dat echt aan te merken is op dit album: het duurt slechts ruim een half uur; er was dus ruimte genoeg om een aantal stukken wat verder op te rekken. Een en ander neemt niet weg dat dit een interessante heruitgave betreft.

Klik hier voor een uitvoering van 'Tredje' door het Espen Berg Trio.

Labels:

(Ben Taffijn, 8.1.19) - [print] - [naar boven]



Festival
Avontuurlijk festival blijft verrassen

Stranger Than Paranoia, zaterdag 29 december 2018, Paradox, Tilburg

Een goed gevuld Paradox zat vol vertrouwen klaar om zich te laten verrassen op de slotavond van het 26ste Stranger Than Paranoia-festival. Een trotse en enigszins vermoeide organisator Paul van Kemenade keek even terug op roemruchte avonden uit het verleden met opmerkelijke combinaties. Gelukkig maakte hij ook duidelijk dat hij op weg is naar de 30ste editie, dus voorlopig kunnen we gerust zijn dat deze jaarlijkse parel op de concertagenda blijft staan, zelfs met internationale ambities. Dat bleek ook deze editie, met een Poolse en een Italiaanse avond.

Deze laatste avond werd geopend door het Duitse duo Gerd Dudek op tenor- en altsaxofoon en Stefan Heidtmann op piano. Als gerenommeerde exponenten van de free jazz maakten zij er een sterke opening van met sublieme solo's van Dudek, ondersteund door ritmisch en sprankelend pianospel van Heidtmann. Er werd door beide heren stevig op los geïmproviseerd en gaandeweg raakten ze steeds meer op dreef en op hun gemak. Zo nu en dan zou een ritmesectie een toegevoegde waarde hebben gehad, hoewel Heidtmann bewonderenswaardig deze rol ook op zich nam.

Een volstrekt unieke combinatie beklom vervolgens het podium: vier zangers van Capella Pratensis, die een ijzersterke reputatie hoog te houden hebben met het a capella zingen van renaissancemuziek. Voor de gelegenheid versterkt door Sanne Rambags, die in het jaar na haar afstuderen een stevige positie heeft verworven als jazzzangeres met een unieke stijl, gekenmerkt door fijnzinnige improvisaties. Voorwaar een unieke samenstelling, die een subliem concert opleverde.

De zaal was muisstil en liet zich vervoeren door het loepzuivere gezang en de prachtige improvisaties. Bovendien leerden we dat Gregoriaanse liederen eigenlijk ook improvisaties op een basisschema zijn. Voor velen was dit waarschijnlijk het verrassende hoogtepunt van de avond. Ik hoop dat deze samenwerking een vervolg krijgt en tot een opname leidt.

Daarna werd het podium letterlijk te klein om het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw te herbergen en werd de saxofoonsectie op de eerste rij in de zaal geplaatst. Het 18-koppige orkest was gekomen om een selectie te laten horen van hun onlangs verschenen album 'Crossroads' (een uitvoerigere recensie hiervan volgt binnenkort).

Tja, daar zat een verzameling topmuzikanten bij elkaar die als grootste uitdaging heeft het bigbandgenre in volle glorie te laten horen en met een vernieuwende benadering van een frisse glans te voorzien. Speciale aandacht was er voor Joris Roelofs (altsax, basklarinet en klarinet), die een tweetal door hem gecomponeerde stukken mocht laten horen. Heel bijzondere composities die rondom de basklarinet gebouwd zijn en verrassende interacties met de andere secties laten horen.

Even bijzonder waren de composities van gitarist Martijn van Iterson. Het publiek liet zijn waardering ruimschoots blijken. Het gezelschap leverde een overtuigende set af.

Deze slotavond liet zien hoe knap Van Kemenade er telkens in slaagt een gevarieerde, spannende en verrassende programmering te realiseren. Natuurlijk willen we allemaal door naar de 30 en daarna 40 en 50 edities van dit bijzondere festival!

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivalavond door Johan Pape.

Labels: ,

(Johan Pape, 6.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Lynn Cassiers - 'Imaginary Band' (Clean Feed, 2018)

Opname: 9-12 december 2017

Lynn Cassiers is de laatste jaren uitgegroeid tot een van de meest interessante Belgische musici. Ze studeerde als jazzvocaliste af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en bouwde in de afgelopen tien jaar gestaag aan een eigenzinnige carrière als stemkunstenaar, aangevuld met live elektronica. Een veelvoud aan samenwerkingen en projecten kwam er in die tien jaar voorbij, met al even eigenzinnige collega's uit België en ver daarbuiten. Nu heeft ze de volgende stap gezet: haar eigen Imaginary Band, een septet. Het titelloze album verscheen mei vorig jaar bij het Portugese Clean Feed Records.

In '71%' horen we schermutselingen tot bassist Manolo Cabras en drummer Marek Patrman in het direct hierop volgende 'Water Fall' de boel bij elkaar trekken en we Cassiers' zang horen. Maar, wel zo leuk: op de achtergrond gaat het gepruttel onverstoorbaar verder. Saxofonist Sylvain Débaisieux en euphoniumspeler Niels Van Heertum sudderen nog even door. Gaandeweg krijgt het nummer echter steeds meer structuur. En terwijl Débaisieux verstrikt raakt in een gloedvolle solo horen we Cassiers al even uitgelaten zingen. Bijzonder hierbij is dat de klank van ver lijkt te komen, alsof ze achter de coulissen staat. In 'Korrels' horen we allereerst Patrman ritmisch met de vilten stokken in de weer, dan Cassiers met een soort van natuurgeluiden en verder een rustgevende klankmist culminerend in langgerekte akkoorden van de blazers, die haaks staan op het slagwerk. Het heeft allemaal iets heerlijk onbestemds. 'Busy Chick', waarmee Cassiers ongetwijfeld naar zichzelf verwijst, heeft eenzelfde karakter, alleen horen we haar nu half pratend, half zingend.

Dan zingt Cassiers ineens echt, in 'Gugu'. Ingetogen als in een slaapliedje, begeleid door al even ingetogen pianospel van Erik Vermeulen en de ritmesectie op de achtergrond. Tussendoor horen we Vermeulen in een delicate solo. In 'Kapitein Antonio & Toutes Les Gares' zit een mooie bijdragen van violiste Ananta Roosens. Haar klanken mengen met die van Vermeulen tot een stemmig geheel. Op de achtergrond horen we geruis, een spreekstem, het geeft het stuk iets betoverends. In 'We Talk' horen we wederom gesproken tekst, duidelijk elektronisch bewerkt. Het wordt gecombineerd met bijna terloopse muzikale bijdragen: een solo van Vermeulen, interrupties van Van Heertum, slagwerk van Patrman. De zang is terug in '7 Ways Of A Hermit'. Het stuk mag dan ingetogen melodisch aanvangen, gaandeweg ontspoort het volledig, met Débaisieux op sopraansax in een glansrol. 'Shelf' is de ideale afsluiter: delicate zang van Cassiers, spaarzaam begeleid met mooi spel van Cabras en Vemeulen, tot ook hier de chaos het uiteindelijk overneemt. Verfrissend.

In de Jazztube hierboven zie de videoclip van 'Water Fall'.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 5.1.19) - [print] - [naar boven]



Concert
Citaten die uit de hand lopen

All Ellington, vrijdag 28 december 2018, Bimhuis, Amsterdam

Het idee voor All Ellington begon een jaar of 25 (!) geleden, toen cornettist Eric Boeren werd gevraagd een speciaal onderwerp voor zijn wekelijkse sessies in het (oude) Bimhuis te bedenken. Dat werd dus een programma van uitsluitend Duke Ellington-werk. Drie van de lieden die er destijds bij waren maken nog steeds deel uit van All Ellington: Boeren zelf, trombonist Joost Buis en bassist Wilbert de Joode. Nou moet er bij gezegd worden dat er tussen 1993 en 2012 een hiaat van twintig jaar was. Maar sinds die tijd komt het gezelschap eenmaal per maand bijeen voor een optreden in Zaal 100 in Amsterdam en een keer per jaar is er een tableau de la troupe in het Bimhuis. Twee jaar geleden deed ik daar op deze plek al eens kond van.

Er worden altijd weer nieuwe composities ingestudeerd. Zo hoorden we bij wijze van opening 'The Gal From Joe’s', gezongen door Jodi Gilbert. Ik had geen idee dat er überhaupt een vocale versie van bestond. Gilbert is geknipt voor het Ellington-werk: in 'Strange Feeling' benaderde ze het idiosyncratische krijsen van hoge-noten-trompettist Cat Anderson.

De zes blazers en drie man ritme herinnerden aan de kleinere formaties die Ellington in de jaren dertig voor plaatopnamen gebruikte. Trouwens, zo rond eind-jaren twintig leidde de Duke zelf een qua bezetting vergelijkbaar orkest. Opvallend is de definitie van de onderscheiden stemmen in All Ellington. Hoed af voor de technici van het Bimhuis - en voor de akoestiek van de zaal.

Boeren komt elk seizoen met obscure stukken, naast de hits uit het schier onmetelijk oeuvre van de Duke. De vocale 'Gal From Joe’s' noemde ik al, een ander voorbeeld was 'Sweet Mama' uit 1928. Maar Ellingtons hits zijn niet voor niets hits geworden. Het gestopte koper speelde in 'Black And Tan Fantasy' een letterlijk citaat. Zo was het hele repertoire eigenlijk vormgegeven: als een potpourri van uit de hand gelopen citaten. Ver uit de hand gelopen, soms. We kennen de lange intro's van het Ellington-orkest voor 'Happy Go Lucky Local' uit de 'Deep South Suite'. Welnu, de mannen van Eric Boeren maakten daar een complete kermis van. Je hoorde het thema minutenlang dynamisch en rijkgeschakeerd aankomen en als in een voorspel dat maar niet wil eindigen werd de extase gevoed en opgevoerd. De intro van 'In A Mellotone' daarentegen was kundig gecamoufleerd. Hier was het saxofoontrio (Mo van der Does, Natalio Sued en Giuseppe Doronzo) een wolkje dat behoedzaam verscheen en net zo stilletjes oploste.

Qua cohesie en kleur maakten de rieten sowieso de meeste indruk. Zo zweefden ze meer voel- dan hoorbaar achter Gilberts vocal in 'Solitude'. Tijdens de solo van trompettist Jimmy Sernesky viel de band langzaam maar onafwendbaar uit elkaar, om met een riffje voor de rieten weer op te duiken. Zo ging 'East St. Louis Toodle-Oo', de oude herkenningsmelodie van het Ellington-orkest, ten onder in diverse melodische lijnen die elkaar zowel versterkten als verstrikten.

Twee solisten moeten ten slotte nog apart genoemd worden. Joost Buis, die als je het mij vraagt met zijn pure, geacheveerde solo's meer Tizol was dan Larry Brown en pianist Oscar Jan Hoogland, die zichzelf voor dit project heeft weten te temmen. Zijn ware aard kwam boven in de laatste maten van 'Main Stem', dat toch weer even ruw ontregeld werd.

En Ellington zelf? Die zou het prachtig hebben gevonden. Maar ja, die uitte nimmer een onvertogen woord jegens andere muzikanten en orkesten.

Voor wie niet kan wachten tot de volgende editie van All Ellington: de band heeft een cd uitgebracht op het Platenbakkerij-label.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 4.1.19) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Hans Dulfer & Cyril Directie - 'Duo Dulfer Directie' (Zip, 2018)

Opname: juni 2017

Het idee kwam van drummer Cyril Directie. Net op het moment dat hij en saxofonist Hans Dulfer voorlopig maar eens een punt hadden gezet achter twintig jaar samenwerking, kwam Directie oude opnames van een jamsessie op het spoor. Het idee voor dit album 'Duo Dulfer Directie' was geboren. Directie fungeert meestal als drijvende kracht achter de schermen en Dulfers laatste album dateert ook al weer van 2003. Maar nu dus dit album, waarbij Directie voor de ritmes zorgde waar Dulfer vrij op improviseerde. Na de sessies nodigde de slagwerker nog een scala aan andere musici uit voor gastbijdragen.

Maar het album begint met twee stukken als duo. Op 'Rollin’ In' horen we aftastend slagwerk van Directie en typische Dulfer-noten - romig, met een begin van swing. Dulfer is nooit een experimentele saxofonist geweest, maar een melodie blazen kan hij als geen ander. En in 'Bigger Fish To Fry' gaat er nog een schepje bovenop. Stevige uithalen, inzet van elektronica en vooral een stevig ritme, hier met Zuid-Amerikaanse invloeden. 'Desert Speed Of Sound', met een gastbijdrage van bassist Aram Kersbergen, is al even vrolijk gestemd. Een beetje belegen weliswaar, maar hier valt wel een leuk dansje op te maken. Op 'Riding West', met muzikale bijdragen van Henny Vrienten, krijgt u inderdaad het gevoel dat u op de rug van een paard zit; we wiegen door de muziek.

Op twee nummers mag dochter Candy meedoen en krijgen we het duo tenorsax-altsax. 'Waterside Walk' en 'Arab Spring Market' swingen allebei heerlijk weg en vooral het synchroon spel op Directies verslavende ritme in 'Waterside Walk' klinkt lekker. Al is 'Arab Spring Market' wel erg cliché-Arabisch. Het deinende paard heeft plaats gemaakt voor de kameel! Maar Dulfer senior scheurt weer lekker en daar gaat het om. 'A Story To Tell' is het rustpunt. Drums en bas leggen een mooie bodem voor wonderlijk warme klanken op sax. Wegdromen gegarandeerd.

De blazers van The Kaseko Newborns fleuren 'Casser Les Corps' op, een kruising van de begrafenismarsen van New Orleans en de Surinaamse volksmuziek. In 'Have You Ever Been To The Disco?', met een vocale bijdrage van trombonist Joseph Bowie, zijn we helemaal terug in de jaren 90, toen Dulfer furore maakte met 'Big Boy' en 'Dig!', waarmee hij de grenzen tussen jazz en pop slechtte. In die tijd was hij met zijn cross-overstijl hipper dan zijn dochter. Eindigen doen we met een variant op de begintune. 'Rollin’ Out' heet het nu. Wederom als duo. Het was even lekker.

In de Jazztube hierboven zie je een instore-optreden van Cyril Directie en Hans Dulfer bij Concerto Records in Amsterdam op 27 juli 2018.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 3.1.19) - [print] - [naar boven]



Festival
Paranoia brengt muzikaal vuurwerk

Stranger Than Paranoia: Hammond Sandwich - Trio Boris Andrianov/Leonid Vintskevich/Nick Vintskevich - De Raad Van Toezicht, zondag 23 december 2018, Paradox, Tilburg

In de vooraankondiging is aangegeven dat tijdens deze 26e editie, in tegenstelling tot eerdere jaren, de absolute publiekstrekkers ontbreken. Dit neemt niet weg dat ook in 2018 de niches van de geïmproviseerde jazz over het voetlicht worden gebracht.

Voorafgaand aan het optreden van Hammond Sandwich wordt door altsaxofonist Paul van Kemenade, organisator van het Stranger Than Paranoia-festival, een bevreemdende clip gepresenteerd met betrekking tot de release van zijn nieuwe plaat 'Stranger Than Paranoia'. Hierin wordt door een zeer breed gezelschap een uitgebreid muzikaal palet uitgeserveerd. Onder de vele gezelschappen en combinaties van muzikanten ook de groep Hammond Sandwich.

Samen met Van Kemenade, trompettist Jeroen Doomernik en drummer Chris Strik vormen de hammondspelers Arno Krijger en Carlo de Wijs de as van deze formatie. In krap veertig minuten tijd en op tamelijk ongecompliceerde wijze worden vier opzwepende stukken gespeeld. Het project blijft dicht bij de spelopvatting van de hammondvirtuozen uit het verleden. Ondanks de dominantie van de hammondorgels wordt ritmisch en met aanstekelijke groove de verbinding aangebracht met de blazerssectie. Met gepaste inzet van elektronica worden spacy accenten geplaatst bij de rijk gevarieerde, karakteristieke, scheurende en fluitende tonen. Het energetische optreden, met vurige solo's van Van Kemenade en Doomernik, vliegt in een orkaankracht voorbij. Dat smaakt naar meer!

Het optreden van het onorthodoxe trio Boris Andrianov/Leonid Vintskevich/Nick Vintskevich uit Rusland, met de klassiek geschoolde cellist Boris Andrianov, pianist Leonid Vintskevich en saxofonist Nick Vintskevich, is van een totaal andere orde. De twee rasimprovisatoren, vader en zoon Vintskevich, bundelen hun krachten in een al even verrassende als avontuurlijke reis met de stercellist.

Heel even lijkt een klassiek concert plaats te gaan vinden. De virtuoze techniek en de controle van de cello, in samenhang met de immense muzikaliteit van Adrianov, is verbluffend. Het stelt hem in staat om ook geheel solistisch aan te treden. Maar tijdens het optreden is het harmonieuze avontuur leidend. De combinatie van jazz en klassiek kent natuurlijk vele voorbeelden, maar wordt tijdens deze avond zeer boeiend voorgeschoteld. Als dan ook nog pianist Vintskevich en Nick Vintskevich solistisch hun hoogtepunten vinden is de muzikale overrompeling compleet!

De 12-koppige jazzband De Raad van Toezicht uit Arnhem is geen onbekend verschijnsel in het Nederlandse muzikale landschap. De band breekt in 2016 door en heeft gespeeld op belangrijke Nederlandse jazzfestivals, waaronder Jazz In Duketown, Music Meeting, Jazz International Rotterdam en North Sea Jazz. Ook bij DWDD heeft de formatie zich al regelmatig voor een groot (tv-)publiek kunnen manifesteren. Recent is het album '84' uitgebracht, als verwijzing naar de roman 1984 van George Orwell.

De Raad van Toezicht speelt ogenschijnlijk pakkende, laagdrempelige jazz-fusion, maar weet een eigen stempel te drukken op deze muziekvorm. De composities zijn van eigen hand en de bezetting van twaalf muzikanten is uniek en vraagt om een eigenzinnige aanpak. In Tilburg speelt de band met zijn tienen, omdat onder andere de dubbele drumbezetting ontbreekt. De smeuïge mix van vlotte jazzfunk, met stijlkenmerken uit de Caraïbische en Afrikaanse muziek en zelfs een wildwest-suspense, is retestrak en professioneel doordacht. En sterker nog: daar waar fusionmuziek ook clichématig en gladjes kan worden, musiceert De Raad van Toezicht oprecht en sprankelend! Het muzikale geloof straalt ervan af. In iedere track wordt het thema ook nog eens voorzien van spontaan, spetterend solowerk.

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivalavond door Louis Obbens.

Labels: ,

(Louis Obbens, 2.1.19) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.