Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert
Jeugdig en dampend engagement

The John Scofield-Joe Lovano Quartet, woensdag 11 november 2015, Bimhuis, Amsterdam

Gitarist John Scofield besluit in 1989 de relatief onbekende saxofonist Joe Lovano op te nemen in zijn nieuwe elektro-akoestische groep. De gitarist heeft dan al furore gemaakt in de working band van Miles Davis. De nieuwe groep van Scofield slaat live in als een bom. Er volgen succesvolle platen zoals het debuutalbum 'Time On My Hands' uit 1990, waarop ook Charlie Haden en Jack DeJohnette acteren. Lovano is een niet meer weg te denken saxofonist en heeft na zijn vertrek uit Sofields groep gestaag zijn imposante oeuvre uitgebreid. Inmiddels is, enkele decennia later, het reünie-album 'Past Present' verschenen, op het Impulse-label onder de naam van John Scofield. Tijdens de Europese tour speelt Ben Street op contrabas en completeert Bill Stewart het kwartet op slagwerk.

Hedendaagse jazz wordt gedomineerd door eclecticisme. Daarbij verdwijnen genres, vermengen stijlen zich en worden muzikale grenzen geslecht. Maar wat zich in het Bimhuis ontvouwt, is een afgevuurde pijl recht in het hart van de Amerikaanse jazz. De muziek is fris als de lentewind, de structuur helder als glas en de spelvreugde onovertroffen. De setlist bestaat bijna geheel uit tracks van Scofields hand en zijn afkomstig van het eerdergenoemde 'Past Present'. Slechts eenmaal wordt een ontregelde compositie ('Ettenro'), vol botsingen en tegengestelde krachten, van de hand van Joe Lovano gespeeld. Als eerbetoon aan de dit jaar overleden Ornette Coleman. De composities van John Scofield doemen op in allerlei gedaanten, maar zijn het best te scharen onder de noemer straight-ahead jazz. Zonder uitzondering zijn ze diepgeworteld in blues en R&B.

De harmonie tussen de gitarist en saxofonist is wellustig, maar transparant. De mengeling tussen het weelderige geluid van Scofield en de vurigheid van Lovano's saxofoongeluid getuigen van een diepliggende chemie, onder de aanhoudende ritmische golven van drummer Bill Stewart en bassist Ben Street. Het publiek is echter naar het puntje van de stoel geschoven bij het spervuur aan levendige solo's. De rauwe, venijnige, karakteristieke Scofield-passages worden steevast door Lovano van commentaar voorzien, urgent-swingend en messcherp of gruizig. Maar als een welkome afwisseling wordt ook de warme sensitiviteit niet uit het oog verloren. De watervlugge interactie op het nummer 'Past Present', met het opzwepend thema van 'Salt Peanuts' erdoorheen geregen, is creatief en klinkt doorgewinterd. De titel refereert aan de zoon van Scofield, die tijdens de afronding van het album veel te vroeg aan kanker is overleden, maar nog altijd doorleeft in de gedachten van zijn vader.

Deze reünie toont aan dat levendig engagement, met de historie van jazz in het achterhoofd, nog steeds jeugdig en dampend kan klinken. De revival van een oorspronkelijk maar vitaal concept van gierende elektrische gitaar en doordenderende saxofoonerupties.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 30.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd / Lp
Brad Mehldau - '10 Years Solo Live' (Nonesuch, 2015)

Opnamen: november 2004 - maart 2014

Eind jaren 90 brak Brad Mehldau definitief door met zijn 'The Art Of The Trio'-albums. Met die serie onderstreepte hij waar hij als pianist en muzikant stond. Met de piano als metgezel ging hij ook allerlei samenwerkingen aan, zowel met jazzmuzikanten als Pat Metheny en Mark Guiliana, als met klassieke zangeressen zoals Renée Fleming en Anne Sofie von Otter. Hij lijkt zijn carrièrestappen weloverwogen te nemen en de fases in zijn ontwikkeling te willen markeren.

Als je nieuwsgierig blijft naar de expressieve mogelijkheden van je instrument, is het onvermijdelijk dat je ook de uitdagingen van solo-piano opzoekt. En als je dat op scherpst van de snede wil doen, doe je dat live. Het vraagt een open geest, waarbij oog en oor attent zijn op het onverwachte, want anders val je snel terug op ingesleten routines. Je moet jezelf steeds weer fris kunnen herontdekken. En je moet in staat zijn je publiek deelgenoot te maken van jouw avonturen en daarmee weten te beroeren. Mehldau doet dat dit allemaal met verve.

Blijkbaar was de tijd rijp om met een album van vier cd's (c.q. acht vinylplaten) de kunst van live-solo-piano te definiëren met een bloemlezing van 32 opnames, geplukt uit zijn Europese concerten van de afgelopen tien jaar. Gerubriceerd rond vier thema's - Dark/Light, The Concert, Intermezzo/Rückblick, E Minor/E Major - schakeert hij vele typische Mehldau-pareltjes tot een episch palet. Het is geen retrospectief of een etalage voor zijn virtuositeit, maar veel meer een boeiend verslag van de ontdekkingen die je met melodie, ritme en harmonie achter een piano kunt doen.

Hij is nooit gemakzuchtig of op effect uit, eerder vorsend. Hij neemt niets voor lief en wil altijd de laag eronder aanboren en het reliëf vinden. Mehldau werkt graag met repertoire dat een zekere stemming of grondtoon vertegenwoordigt en legt dat onder de loupe. Zo interpreteert hij popsongs van bijvoorbeeld Nirvana, Radiohead, Massive Attack, The Beatles, maar vind ook aangrijpingspunten in klassiek en jazzstandaards. Soms start hij met het herkenbare riff ('Blackbird'), rafelt deze uit elkaar en zet die op andere wijze weer in elkaar. Een volgende keer begint hij abstract en werkt dan heimelijk naar de herkenning toe ('Smells Like Teen Spirit' en 'My Favorite Things'). Soms werkt hij die groot georkestreerd uit, dan weer met subtiele melodiecontouren. Kenmerkend is dat het altijd in elkaar overvloeit en nooit haakse wendingen kent. Dit album is een veelzijdig avontuur, dat allerlei richtingen op beweegt. Het geeft een vrij compleet beeld van waar Mehldau als pianist voor staat.

'10 Years Solo Live' laat zien dat Mehldau een intuïtief of instinctief speler is. Hij is niet van de puntdichten of anekdotes, hij vertelt graag meeslepend in lange klassieke lijnen. Dat geeft hem de ruimte om in een soort muzikale hypnose te komen, waarbij het spelen onbedacht uit zichzelf voortkomt. De melodie die een eigen leven gaat leiden en zijn eigen noodzaak onderzoekt. We kennen dat natuurlijk ook van pianisten zoals Keith Jarret, die daar in tegenstelling tot Mehldau veel meer een theatraal element van maakt.

Dit gevleugelde album wordt toepasselijk afgesloten met de Brian Wilson-symfonie 'God Only Knows'.

Klik hier om te luisteren naar een albumtrack: 'Waltz For J.B. '.

Aanstaande dinsdag 1 december treedt het Brad Mehldau Trio op in TivoliVredenburg.

Labels: ,

(Kees Schreuders, 29.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Een grootheid uit Chicago

Roscoe Mitchell & Mike Reed, donderdag 22 oktober 2015, Oorstof, Zuiderpershuis

Roscoe Mitchell is een speciaal geval. Altijd al geweest. Hoewel hij vaak in het vakje van de free jazz ondergebracht wordt, heeft zijn muziek - en zeker die van de eigen projecten - weinig van doen met het clichébeeld van de woeste chaos en extatische blueskreten van zijn generatiegenoten. Zijn muziek is niet de volkse onderbuikklaagzang van een Albert Ayler of de spirituele, hypnotiserende missie van een Coltrane. Mitchells muziek is cerebraler en hoekiger, maar vaak ook gematigder en rigider, met een sterkere nadruk op het gebruik van stilte en een verwantschap met de klassieke Europese traditie.

Dat neemt niet weg dat Mitchell soms ook behoorlijk pittig uit de hoek kan komen, en met een stevig in de traditie verankerde muzikant als Mike Reed, een vertegenwoordiger van een latere generatie binnen het AACM, heeft hij het ideale klankbord, zoals gehoord kon worden op 'Empathetic Parts' van Reed en zijn Loose Assembly, of 'In Pursuit Of Magic', een recente duoregistratie. Ook nu was Mitchell zijn onbewogen zelf. Hij speelde zijn strenge, in gedachten verzonken muziek, waarbij het niet zozeer ging om een levendige duoconversatie als wel om een stroom van geluid, die voortdurend een beetje bijgesteld werd.

Mitchell had daarvoor zijn sopranino-, sopraan- en altsax meegebracht, waarop hij vooral snelle en krachtige slierten speelde. Soms best wel fel en eigenlijk ook een stuk gevarieerder dan wat hij deze zomer liet horen aan de zijde van Jack DeJohnette & co. op Gent Jazz. Maar het blijft natuurlijk Roscoe Mitchell, en dan blijft het vaak passeren langs iele, schelle pieken en nukkige bochten. Improvisatie die niet doet aan pleziertjes, laat staan humor, woeste power of swing, maar zijn eigen koers en ritme volgt. Reed speelde hier ook iets abstracter dan hij bij bijvoorbeeld zijn band People, Places & Things, maar zorgde met die onophoudelijke roffels, accenten en fills, die soms weggegrepen leken uit heel andere muziek, voor een fijn contrast.

Ook hij bleef daarbij erg franjeloos spelen met de dunne ritselende en ratelende sticks. Soms wel met wat knappe, haast tribale geluidseffecten en een imposante controle over de vellen, maar zonder poeha. Op altsax klonk Mitchell aanvankelijk iets minder geïnspireerd, keerde hij na een aarzelende aanzet terug naar lang aangehouden tonen, dicht tegen een jammerende blues, maar door circulaire ademhaling creëerde hij daarna golven met een opmerkelijke intensiteit. Ook hier werd het belang van sound (niet voor niets de titel van Mitchells eerste album) benadrukt, veel meer dan thema's, akkoordenreeksen of andere structuurelementen.

Op het einde keerde Mitchell terug naar de sopranino, terwijl Reed er maar op los bleef roffelen, en dat had die muziek ook wel nodig, al zorgde het einde ineens voor een erg mooi stukje samenspel. Het was een erg korte set, die enkel nog aangevuld werd met een ingetogen toegift (samen goed voor 40 minuten) die even een aanzet leek naar een warmere uitstap, maar erg snel afgerond werd. Dit concert was geen openbaring, laat staan een overrompeling, maar het liet wel horen waarom Mitchell na een carrière van vijftig jaar nog steeds een categorie op zichzelf vormt. Bij momenten gortdroog, maar net zo vaak begeesterd van een eigenzinnige spirit die op zijn vijfenzeventigste nog maar weinig aan kracht en fascinatie heeft ingeboet.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Labels:

(Guy Peters, 29.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Op zoek naar vrijheid in jazz

Maria Mendes Quintet featuring Steven Kamperman, vrijdag 20 november 2015, Paradox, Tilburg

Wat de Portugese zangeres Maria Mendes met haar kwintet neerzet, is zonder meer een lust voor het oog en oor. Ze is een prachtige dame met een prachtige stem. Een stralende persoonlijkheid, die fier en zelfverzekerd haar mannetje staat en alles tot in de puntjes geregeld heeft. De muziek, het plaatje en het praatje. Het Portugese temperament in het algemeen, de bezieling: het heeft me altijd geraakt en dan heb ik het echt niet alleen over fado. Dat moet je ook niet zoeken bij Mendes, want ze kan en wil meer. Zoals ze zelf vertelt voelt ze fado niet echt van binnen, of althans niet genoeg om zich enkel daarmee bezig te houden. Nee, Maria Mendes zoekt juist de vrijheid op van de jazz. Dat is wat haar drijft en steeds prikkelt in haar liedjes en arrangementen.

Mendes presenteerde haar nieuwe cd 'Innocentia'. Een cd waaruit haar voorliefde voor mooie liedjes blijkt, maar ook haar gave om die met eigenheid te bewerken naar muzikale wondertjes, zoals 'Smile' (Chaplin), 'Fragile' (Sting) en het voor sommigen bijna uitgekauwde 'Over The Rainbow'. Het lijkt dan ook een bewuste keuze die Mendes maakte bij het samenstellen van haar kwintet voor dit concert: drummer Jasper van Hulten, pianist Karel Boehlee, bassist Clemens van der Feen en klarinettist Steven Kamperman. Een wijs besluit, want ze heeft hen nodig.

Bijvoorbeeld in 'The Summer Knows' (Legrand), waarin Kamperman – een virtuoos op klarinetten - met zachte frivole tonen, vrolijk dollend door het zomergras en Van der Feen, die met strijkstok de speelsheid van een viool verbindt met de diepte van de bastonen, die zomer tot leven brengen. Waar Boehlee een opvallend dienende rol inneemt, zijn het Van Hulten, Kamperman en Van der Feen, die juist de vrijheid van jazz aantikken. Ze dagen Mendes uit; verleidingen waaraan ze niet kan ontsnappen. In deze momenten ontstaat de jeu, wulpsheid haast, in de stukken.

Meestal schuiven mensen van opwinding van hun stoel als er in zang moeiteloos gelaveerd wordt tussen verschillende octaven of wanneer nét die hoge noot wordt gehaald. Het is natuurlijk een kunst en getuigt van hoogstaande techniek et cetera, maar hoe knap is het om juist in het midden en de lagere regionen vrij te kunnen manoeuvreren en zuiver te blijven? Daar ligt ook de kracht van Mendes, ondanks dat ze een imposant bereik heeft. In al die controle toont ze hierin haar breekbaarheid en raakt ze de gevoelssnaar. Daarnaast is haar stemkunst een traktatie. In 'O Ovo' (Pasqoal) soleert ze, speelt bas en percussie met haar stem en gaat unisono het gesprek aan met Kamperman, onder sublieme ritmische begeleiding van Van Hulten. Impressionante!

Klik hier voor foto's van dit concert door Monique van der Lint. En hier vind je een fotoverslag van Donata van de Ven.

Labels:

(Donata van de Ven, 28.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Daniel/Galichet/Metzger - 'Killing Spree' (Ayler, 2015)

Opname: 21-24 juli 2014

Dit Franse gelegenheidstrio maakt vrij stevige, soms zelfs aan metal rock gerelateerde free jazz. De sfeer is vaak bijbehorend duister en sinister, met name door het gebruik van de talkbox door Matthieu Metzger, waarmee hij stemmen produceert die wel uit het onderaardse afkomstig lijken.

De titel van 'This Song Begins Like A Hit' dekt de lading in zoverre, dat het begin nog wel zou kunnen passen bij een populaire melodie. Voor de tweede helft geldt dit echter allerminst. Na een ritmisch intro komen we terecht in een ongecoördineerde en razende maalstroom, slechts kort onderbroken door een minimalistische solo op sopraansax door Metzger. Echt bont maakt het trio het in 'The Brain Sucking Exercise'. Hier heerst de punk attitude en klinkt de band nog het meest als een volledig op hol geslagen flipperkast. In 'Our Endless Boring Loop' horen we Metzger in een overrompelende sopraansaxsol, terwijl slagwerker Grégoire Galichet en bassist Sylvain Daniel een zompige rockbeat producere, waar Metzger slechts met veel moeite bovenuit kan komen.

Het zeer korte 'Monde Froid' klinkt alsof we samen met het trio in een donkere grot zijn beland, waar ieder moment iets kan gebeuren wat we liever niet hebben. Een prima soundtrack voor een heuse thriller, met andere woorden. In de afsluiter 'Dismembered Carmen Vs Emma Peel' gaat het trio weer volledig los in een orgie van geluid. Het stevige slagwerk, de donkere groove, het is er allemaal, totdat het omslaat in een bijna lieflijke melodie, geblazen door Metzger en subtiel ondersteund door de ritmesecti, alsof het trio een Franse chanson begeleidt. Al snel gaan er echter weer een paar tandjes bij en hervinden de musici hun overrompelende stijl.

Klik hier om te luisteren naar een drietal tracks van dit album: 'Stinky Flower', 'The Brain Sucking Exercise' en 'Dismembered Carmen Vs Emma Peel'.

Labels:

(Ben Taffijn, 27.11.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Eerste Nacht van de Jazz


Nederland kent al jarenlang een Nacht van de Popmuziek en een Nacht van de Klassieke Muziek. Nu is er eindelijk ook een Nacht van de Jazz.

Op zaterdag 28 november wordt de eerste Nacht van de Jazz gehouden, waarin een aantal Nederlandse jazzclubs tegelijkertijd verschillende jazzartiesten programmeren. De nacht is live te volgen via een marathonuitzending van de VPRO op Radio 6, tussen 20.00 tot 03.00 uur.

Zomaar een greep uit het programma: in het Bimhuis is er een carte blanche voor trompettist Peter Evans. Jeroen van Vliet's Zeeland Suite is te zien in Mahogany Hall, Edam. In het Groningse Jazzcafé Alto staat een optreden van het Joseph Bowie Trio op het programma. En LantarenVenster brengt de Armeens-Amerikaanse pianist Tigran Hamasyan.

Klik hier voor het Nacht van de Jazz-programma bij jou in de buurt!

Labels:

(Maarten van de Ven, 27.11.15) - [print] - [naar boven]



Jazzradio
Jazz Rules #59


In deze aflevering van Jazz Rules livemuziek van de Canadese pianiste Kris Davis en de Belgische bassist Nathan Wouters. De twee speelden onlangs op Citadelic in het SMAK in Gent. Dirk Roels had een babbel met hen.

Ook muziek uit de nieuwe plaat van James Farm, de all-star band met onder anderen stersaxofonist Joshua Redman en de onvolprezen Matt Penman. Zij speelden vorige week nog in de Bijloke in Gent. Verder is pianist Seppe Gebruers studiogast. Hij heeft het over zijn verschillende projecten, zoals Bambi Pang Pang (met meesterdrummer Andrew Cyrille) en Ifa Y Xango. Daarnaast brengt hij ook een paar zelfgekozen platen mee.

Klik hier om de uitzending te beluisteren.

Foto: Cees van de Ven

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 27.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Op het slappe koord...

Cécile McLorin Salvant, zondag 15 november 2015, North Sea Jazz Club, Amsterdam

Lovende recensies. Diverse nominaties en prijzen. Amper 25 jaar. Dan spreek je van aanstormend talent. Na het North Sea Jazz Festival 2014 is dit haar tweede optreden in Nederland. Dat betekent hooggespannen verwachtingen in de uitverkochte Amsterdamse jazzclub. Ondanks de wat onrustige setting van een dinerconcert verschijnt een onverstoorbare Cécile McLorin Salvant op het podium.

Allereerst is er daar die bril, die geniale witte bril waarmee ze in één keer haar persoonlijkheid neerzet. En dan volgt de zang. Ongelofelijk dat zo'n jonge dame zo'n diep doorleefde bluesstem kan hebben. Ze moet een oude ziel hebben en minutieus haar voorbeelden hebben bestudeerd. Haar stem roept herinneringen op aan zangeressen die hun plek in de vocale canon al lang en breed verdiend hebben: Ella Fitzgerald, Bessie Smith, Sarah Vaughn, Billy Holiday, Abbey Lincoln, etcetera. Ze weet in lijn van die traditie op unieke wijze repertoire naar eigen beleving en betekenis te kneden.

Veel componisten uit het American Songbook passeren de revue, niet met hun standards, maar met nummers waarvan McLorin vindt dat ze daarin thuis horen. De thematiek draait vaak rond liefde, feminisme en sensualiteit. Met haar ragfijne dictie en mimiek weet ze melodie en teksten tot een kleine persoonlijke musical te ensceneren en orkestreren.

Het begeleidende trio van pianist Aaron Diehl, bassist Paul Sikivie en Lawrence Leathers op drums zorgt voor de hartslag met hun nadrukkelijk ritmisch en zoekend akkoordenspel. Een mooi contrast voor de ademende lijnen van de zang. De mannen krijgen veel individuele speelruimte. Het zijn de momenten waarbij Cécile stil, met binnenpret en gesloten ogen staat te luisteren.

McLorin Salvant heeft van oorsprong een klassiek getrainde stem. Ze wilde echter meer met de natuurlijke expressiviteit van haar spreekstem werken en stapte over naar de jazz. Ze zet ook haar lichaamshouding en ademhaling in om de zang van nog meer nuances te voorzien. Soms buigt ze voorover met haar kin op de borst om diep grommende en hese klanken te maken en dan weer met het hoofd achterover in de nek voor ijle falsettonen. Het wordt gelukkig nooit vocale kunstjes-acrobatiek. Zelfbewust, lichtvoetig en onverschrokken kiest en volgt ze haar eigen lijnen door de melodie heen. Met heldere frasering speelt ze met de ruimte rond de noten. De intentie achter tekst, klank en melodie, daar gaat het haar om.

In eerste instantie denk je dat zo'n optreden eigenlijk in een concertzaal thuishoort. Maar gaandeweg blijkt ze door haar onverschrokken houding stilte en aandacht - dwars door de onrust heen - af te dwingen. En dat zegt voldoende over haar overtuigingskracht.

Klik hier voor foto's van dit concert door Dave Stoker.

Op 8 maart 2016 is er weer een kans om deze charismatisch dame met tintelende persoonlijkheid te zien en horen in LantarenVenster.

Labels:

(Kees Schreuders, 26.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Gevoelige en subtiele noten

Bart Maris & Lode Vercampt + Serries/Troch/Daelman, dinsdag 17 november 2015, De Singer, Rijkevorsel

De Singer is een nieuwe samenwerking aangegaan met het Gentse platenlabel El Negocito. Deze samenwerking zal gaan resulteren in een aantal label nights, waarvan op 17 november de aftrap plaatsvond. Met direct voor deze avond een bijzondere double bill. De eerste helft bestaande uit een kersverse samenwerking tussen pianist Thijs Troch, fluitist Jan Daelman - die samen Keenroh vormen en op dit moment aan het toeren zijn met de XL-variant van deze combi - en gitarist Dirk Serries. De tweede helft is voor een bestaand duo, dat ook reeds bij het label de cd 'Krommekeer' uitbracht: trompettist Bart Maris en cellist Lode Vercampt.

Het eerste deel van de set die Troch, Daelman en Serries verzorgen, bestaat uit een zeer intense en subtiele klanksculptuur. Het is dat je voor je op het podium een pianist, fluitist en gitarist ziet zitten en je dus weet waar de klanken vandaan komen, maar wat je hoort klinkt allesbehalve vertrouwd. Het zijn wonderlijke, vaak ondefinieerbare klanken die het trio hier naar voren brengt. Aanvankelijk ogenschijnlijk zonder samenhang en structuur, tot het moment dat er spontaan iets ontstaat dat voor een melodie kan doorgaan, heel voorzichtig, waarin de musici elkaar nabij komen, maar tegelijkertijd ook weer afstoten. Vooral de bijdrage van Serries valt op in deze set, in die zin dat concerten van deze gitarist meestal de opbouw hebben van een langgerekte drone, die gaandeweg in heftigheid toeneemt. In deze set kiest het trio echter nadrukkelijk voor een geheel andere aanpak. Maar mooi om te zien en te horen hoe Serries zich ook hierbij prima thuisvoelt.

Bart Maris is een bijzondere trompettist, die luchtigheid en humor als geen ander kan verbinden met diepe ernst en tragiek. Wat dat betreft kunnen we Maris gerust een clown noemen en het is dan ook geen wonder dat de set begint met 'Popov & Jelena', waarin Maris met frisse speelsheid zijn prachtige partij blaast en waarbij sommige noten haarscherp klinken, terwijl andere gruizig en voorzien van veel lucht naar buiten worden geperst. Maar net als bij de clown Popov zit er in Maris' spel eveneens een gevoelig en melancholiek element.

Een element overigens dat perfect past bij het cellospel van Vercampt, die zijn instrument eveneens op gevoelige wijze bespeelt. Het hoogtepunt wat dat betreft is 'Pernambuco' dat Maris opdraagt aan David de Rudder. De Rudder was tot voor kort de eigenaar van de Hot Club de Gand in Gent, een van de belangrijkste podia in de stad. Op 1 november jongstleden stopte De Rudder ermee en triest genoeg overleed hij een dag later. Waarbij alles erop lijkt dat de depressies die hem teisterden hem te veel werden. De treurmars die Maris en Vercampt inzetten, want zo kunnen we dit nummer wel omschrijven, is een terecht eerbetoon. In 'Peze Wever' toont het duo aan perfect te kunnen swingen. Vercampt al drummend op de kast van zijn cello en plukkend aan de snaren en Maris in een smeuïge partij.

Foto's: Guy Van de Poel

Labels:

(Ben Taffijn, 25.11.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Metropole Orkest 70 jaar


Vandaag, woensdag 25 november, is het precies 70 jaar geleden dat het Metropole Orkest voor het eerst te horen was op de Nederlandse radio. Om dit heuglijke feit te vieren zullen verschillende radiostations vandaag een opname van het Metropole Orkest uitzenden. De meeste stations zullen dit doen om 20.15 uur, het exacte tijdstip van de eerste uitzending op 25 november 1945.

Directeur van het Metropole Orkest Marc Altink: "Wij zijn erg vereerd met deze aandacht voor de verjaardag van het Metropole Orkest. We vinden het bijzonder sympathiek dat de Nederlandse media onze lange geschiedenis op deze manier in het zonnetje zetten. Het mooie is dat juist dit orkest op vrijwel alle zenders te horen is: van de jingles van Langs De Lijn en 'Gute Nacht Freunde' op NPO Radio 1 tot aan de orkestrale remix van 'This Is What It Feels Like' op Radio 538. Daarnaast zijn we blij dat het Metropole Orkest sinds zijn verzelfstandiging in 2013 steeds meer impact lijkt te hebben in het muzikale landschap in Nederland en ver daarbuiten, want als orkest met de kleinste overheidsbijdrage bereikt het Metropole Orkest toch nog steeds het grootste, maar ook breedste publiek. We hopen dat ook de komende 70 jaar vol te kunnen houden!"

Op dinsdag 24 november was het voltallige Metropole Orkest te gast bij De Wereld Draait Door, waar het jubileum van het orkest samen met de 100ste geboortedag van Frank Sinatra gevierd werd. Klik hier om de uitzending terug te kijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 25.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Vlees noch vis

Yellowjackets, maandag 9 november 2015, Paradox, Tilburg

Naast de crème de la crème van de eigentijdse improvisatiemuziek brengt het podium Paradox regelmatig het neusje van de zalm op het gebied van de fusion. Dit seizoen zijn de Yellowjackets voor de eerste maal te bewonderen in een uitverkocht Paradox.

Oorspronkelijk is Yellowjackets een samenwerkingsverband tussen gitarist Robben Ford, toetsenist Russell Ferrante, bassist Jimmy Haslip en drummer Ricky Lawson. De groep start in 1977 als The Robben Ford Group, maar doordat Ford zelfstandig een platencontract aangaat, verandert de naam noodgedwongen in de Yellowjackets. Hierdoor wordt Ford op het debuutalbum uit 1981 genegeerd als lid van de vaste line-up, ondanks zijn dominante rol op de gitaar. In de afgelopen jaren maken de Yellowjackets furore, ondanks de vele personele mutaties. Momenteel is Ferrante het enige lid uit de originele bezetting. Bob Mintzer speelt echter al meer dan 20 jaar saxofoon bij de Jackets. Jimmy Haslip en Felix Pastorius zijn prominente bassisten uit het recente groepsverleden.

De vooraanstaande opstelling van de vleugel en de beperkte elektronische randapparatuur geeft voorafgaand aan het optreden de indruk dat de veteranen wellicht gaan verassen met een meer akoestische set. Dit lijkt aanvankelijk ook het geval. Oudgedienden Russell Ferrante en Bob Mintzer zetten de toon met relatief old-school standaard solowerk. Nadat deze eerste verrassing is verwerkt, valt te concluderen dat in deze melodieuze jazz, incidenteel voorzien van tegendraadse accenten, de noodzakelijke spanningsboog wordt gemist. Spelvreugde, enthousiasme en technische bagage zijn in meer dan voldoende mate aanwezig bij de muzikanten. Aan interactie met het publiek geen gebrek, toch een niet te onderschatten component bij een liveoptreden. Maar wat schets de verbazing? Wie gedacht zou hebben dat de akoestische exploratie tijdens het optreden meer en meer de overhand zou krijgen, komt van een koude kermis thuis.

Gaandeweg wordt duidelijk dat de Yellowjackets uit twee verschillende vaatjes willen tappen! De verdienstelijke, maar nauwelijks te onderscheiden, portie jazz wordt afgewisseld met het muzikale idioom waarmee de Yellowjackets groot zijn geworden. De hapklare jazzbrokken met de keurig afgepaste en feestelijke solo's worden als het ware ingeruild voor karakteristieke jaren 80-fusion. Ferrante grijpt naar zijn elektronische keyboard en Mintzer zet naast zijn tenor regelmatig de EWI in. Wanneer de nieuwe Australische bassist Dane Alderson zijn virtuoze, supersnelle spel op zijn vijfsnarige basgitaar hiermee vervlecht, is de toon gezet. Snel en vakbekwaam gespeelde power fusion, soms te duiden als zielloze plastic kitsch.

Het is een avond waarop met gemengde gevoelens kan worden teruggekeken. Een feest van herkenning voor de een, terwijl de ander zich zal hebben afgevraagd wat nu eigenlijk de kerncompetentie van de Yellowjackets is? De avond in Paradox biedt vlees noch vis. Talloze jazzgroepen zijn logischerwijs al mijlenver doorontwikkeld. Maar erger is dat steeds meer fusiongroepen, zoals FORQ, meer muzikale spanning en inventiviteit bieden dan de Yellowjackets.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 24.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Almeida/Duynhoven/Klein – 'Vibrate In Sympathy' (Clean Feed, 2015)

Opname: 1 december 2014

Met 'Vibrate In Sympathy' lijkt rietblazer Tobias Klein het pad naar de oorspronkelijke free jazz van de jaren zestig teruggevonden te hebben. Toen die muziek nog niet 'gecontamineerd' was door hedendaags-klassieke Europese en niet-westerse invloeden. Op deze cd gaat het er overigens redelijk rustig aan toe. Drie nummers verwijzen expliciet naar grote voorbeelden: 'Threadbare' (Henry Threadgill), 'Lakeish' (Oliver Lake) en 'Vibrate In Sympathy' (Ornette Coleman). Klein kruipt niet in de huid van deze blazers, maar schildert kleine portretten van hen. 'Threadbare' is een impressie van Threadgill in een impressionistische bui. Ook Lake wordt niet afgebeeld tijdens een van diens befaamde doodsnoodaria's; daarentegen is de bluesschreeuw van Coleman luid en duidelijk.

Niet vermeld is Eric Dolphy. Nochtans zweeft die, telkens wanneer Klein de basklarinet aan de lippen zet, rond zijn hoofd. Dat kan ook haast niet anders, zo lijkt het: misschien heeft Dolphy een nog grotere invloed gehad op alle basklarinettisten na hem dan Louis Armstrong op de trompettisten of Charlie Parker op de altisten.

De contrabasklarinet is een geval apart. Anthony Braxton is een van de weinige jazzblazers die er op enige schaal mee heeft gewerkt. In het nummer '20 Kilos' speelt Tobias Klein een effectief duet met zichzelf, waarbij hij hoge pure noten afzet tegen onderaards gereutel.

Tenslotte kunnen we vaststellen dat dit trio, hoe vrij de muziek soms ook uitpakt, lekker dicht tegen elkaar blijft opereren. Veel geoefend. Goed luisteren. Mooi om te horen dat drummer Martin van Duynhoven nog even fris en muzikaal speelt als toen ik hem voor het eerst zag, een halve eeuw geleden.

Klik op de afbeelding hierboven om Almeida, Van Duynhoven en Klein live te zien in Zaal 100 op 13 maart 2013.

Labels:

(Eddy Determeyer, 24.11.15) - [print] - [naar boven]





Concert
Weergaloze powerjazz

Hiromi: The Trio Project, vrijdag 13 november 2015, PaRaDoXaal, Concertzaal, Theaters Tilburg

Het verwachtingspatroon is haast oncomfortabel hoog wanneer pianist Hiromi Uehara, bassist Anthony Jackson en drummer Simon Phillips het podium betreden. Drie muzikanten, die zonder enige twijfel virtuoos zijn op hun instrumenten, en die hun sporen lang en breed verdiend hebben. Het eerste wat me opvalt is niet de muziek, maar hoe onwaarschijnlijk goed die klinkt in de Concertzaal van Tilburg! Ik kan me niet meer herinneren waar ik eerder van zo'n prachtige akoestiek heb mogen genieten.

Al tijdens 'Desire', van Hiromi's eerste trio-album 'Voice', staan mijn zintuigen in de houding. Jackson speelt het ene moment stuwende ritmes, het andere klimt hij aan boord van Hiromi's melodielijn, waarbij Hiromi's linkerhand en Phillips op drums naadloos de drive overnemen – en dat een paar keer over en weer. De bandleden buitelen over elkaar heen, draaien rondjes en improviseren alsof er geen einde aan hoeft te komen.

Simon Phillips is vanavond trouwens een onderwerp op zich. Ineens wordt duidelijk waarom hij zijn plaats achter het Toto-slagwerk na jaren afstond aan Keith Carlock. Wat moet de man zich hebben ingehouden! Het Hiromi Trio speelt live ieder nummer op unieke wijze, waarbij niet de opname leidend is, maar het moment en de chemie tussen de muzikanten. De perfecte voedingsbodem voor Phillips, en dat blijkt. Zijn drumkit -ook wel de 'USS Phillips' genoemd vanwege zijn enorme omvang - voorziet in voldoende klankkleuren en percussie-opties om net als Jackson afwisselend ritmisch, dan weer melodisch te spelen, en dat bliksemsnel afgewisseld.

Het hoge stemmetje en de buitengewoon nederige houding van Hiromi blijven aandoenlijk wanneer ze even later haar band voorstelt. De sympathieke Phillips klimt achter zijn kit uit en buigt met gevouwen handen respectvol naar het publiek. Met de gezondheid van Anthony Jackson is het niet goed gesteld; de Amerikaan moet blijven zitten en glimlacht zwaaiend naar het Tilburgse publiek. Zijn strijd lijkt, tussen de nummers door, haast van zijn gezicht af te lezen.

Daarna is het tijd voor 'Indulgence', een nieuw nummer waarin Hiromi subtiel flirt met de blues en Phillips de compositie draagt met een ontzettend lekkere shuffle, zo eentje waar in het verleden slechts een Gadd of Porcaro voor konden tekenen. De klankkast gaat hierna steeds verder open, met Phillips' Octobans en Hiromi's linker die een voor haar doen haast 'stoute', vette baslijn uit de Nord-synthesizer op haar piano trekt. Jackson gaat hier vol in mee, waardoor er een pompende groove ontstaat, gelardeerd met een krankzinnig snel spel door Hiromi's rechterhand.

Phillips verlaat het podium en voorheen deed Jackson dat ook bij het volgende nummer, maar het zat er gewoon niet in voor de man. Het doet duidelijk even pijn, maar de lichtengineer zet al snel de spot op Hiromi, die in opperste staat van concentratie voor wat komen gaat met het hoofd gebogen en de vingers op de toetsen in de houding zit – het is doodstil in de zaal. Uitgerekend op dat moment gaat er een iPhone af in het publiek. De eigenaar heeft grote moeite het toestel tot zwijgen te brengen, en moet de golf van plaatsvervangende schaamde die door het publiek schoot gevoeld hebben. Hiromi krimpt even ineen, maar verrast – niet in het minst de persoon met een rood hoofd - door spontaan de melodie van de ringtone mee te gaan spelen.

Met poging twee mag 'Place To Be' dan toch eindelijk ingezet worden. Tja, wat kun je hier nog over schrijven zonder in verdere superlatieven te vervallen? Hiromi zet één van haar bekendste solostukken neer alsof ze weet heeft van wat er op dat moment, een paar honderd kilometer naar het zuiden, aan de hand is. Het contrast tussen de schoonheid van dit stuk en wat zich in Parijs aan het voltrekken is kan eenvoudigweg niet groter zijn. Je oren raken verwend doordat de akoestiek echt élke noot, hoe zacht en subtiel ook gespeeld, haast op een dienblad naar je oren brengt. De Japanse is echt één met haar instrument, alsof er geen publiek in de zaal aanwezig is. Pianospel van het allerhoogste niveau.

Na een lang applaus wordt 'In A Trance' ingezet, halverwege onderbroken door een drumsolo, waarmee Simon Phillips bij diegenen die hem nog niet kennen een blijvende indruk achterlaat. Melodieus, zeer zacht, dan weer ontketend, maar altijd beheerst en doordacht. Hiromi, die met een flesje water enkele passen terug heeft gedaan, schuifelt langzaam terug richting het klavier, waarna Phillips een vleugje conga toevoegt aan zijn solo.
Heel even, zeer subtiel, reageert Hiromi met de opening van Miami Sound Machine's 'Conga', waarna het optreden langzaam tot een einde komt.

De toegift wordt ingezet door de pianiste, die klappend bij een van de microfoons op haar vleugel Jackson en Phillips vanavond een laatste maal uitdaagt. Het trio mag en kan rekenen op een minutenlange staande ovatie. Vanavond, ondanks het kwaad dat zich manifesteert in Parijs, is Tilburg Hiromi's place to be.

Foto's: Arjan Aelmans

Labels:

(Arjan Aelmans, 23.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Sputnik 3 - 'Orbits' (Mainland, 2015)


Sputnik 3 heet dit nieuwe pianotrio, of eigenlijk slagwerktrio. Want in tegenstelling tot wat we gewend zijn is hier de drummer de frontman. Het is weer eens iets anders. Raf Vertessen is zijn naam. In 2010 verhuisde deze Belg naar Amsterdam, om daar aan het conservatorium af te studeren in 2014. Voor zijn trio vroeg hij twee bekende Nederlandse jazzmusici: Loran Witteveen op piano en Stefan Lievestro op bas. Vertessen is overigens niet alleen de frontman, hij is ook nog eens verantwoordelijk voor alle composities, op één na.

En nog voor de schijf in de speler gaat, denk je dan: 'Oké, weer een pianotrio. Ik ben benieuwd of dit nog iets gaat toevoegen.' Welnu, het mag gezegd: zeker voor een debuut is dit een bijzonder interessant album geworden. De composities zijn weliswaar niet bijzonder vernieuwend, maar zijn wel mooi uitgebalanceerd en Vertessen verdeelt de diverse rollen op een goede en evenwichtige manier over het trio. Zelf is hij zeker aanwezig, maar hij gunt zijn collega's eveneens hun plek.

Sputnik 3 is op zijn best daar waar het kiest voor melodieuze, goed in het gehoor liggende, ritmische jazz. Nummers met een kop en een staart, maar ook muziek met een kloppend hart. 'Array' is dan ook een welluidende ballade, waar halverwege een aantrekkelijke beat inkruipt. De melodie die Witteveen hier speelt, ligt gemakkelijk in het gehoor en neemt je als luisteraar mee. Ook 'MRI' past prima in dit plaatje. Straf slagwerk levert Vertessen hier. En het ritme dat Lievestro en hij daarmee creëren, biedt een uitstekende voedingsbodem voor het melodieuze, klaterende pianospel van Witteveen.

Vermeldenswaard is ook het opzwepende 'Spleen', mede vanwege het staccato pianospel van Witteveen. Afsluiter 'Farewell Of Siam' klinkt ingetogen en weemoedig, zoals verwacht mag worden van een nummer met zo'n titel. Lievestro speelt hier een geweldig donkere, maar evengoed swingende solo en Witteveen trakteert ons op de ene na de andere fragiele frase. Het album wordt zo op een waardige manier afgesloten.

Via de website van Mainland Records kun je twee tracks van dit album beluisteren: 'Array' en 'Brains'.

Labels:

(Ben Taffijn, 23.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Kleurrijk en gedreven

Dimami - Trio & Quintet, donderdag 15 oktober 2015, JazzCase, Dommelhof, Neerpelt

Het trio Dimami met contrabassist Dion Nijland, altsaxofonist Miguel Boelens en drummer Makki van Engelen werd voor het concert in Dommelhof versterkt met tenorsaxofonist Mete Erker en trombonist Joost Buis.

Met 'Riddum' werd in de oorspronkelijke triobezetting het concert geopend. De mooie saxpartij van Boelens en de subtiele en lichtvoetige percussie van Van Engelen werden vlot overgenomen op contrabas door Nijland. Een mooie opener met het trio op zijn best en de muzikanten naadloos op elkaar aansluitend. In het hectische uptempo nummer 'Balkanibalisme' vermengde het trio op een aanstekelijke manier het exotische van Balkanklanken met de spontaniteit van jazz.

Het swingende 'Many Blessings', een compositie van Roland Kirk, dreef op de sterke ritmesectie met uiterst subtiel drumwerk door Van Engelen en een Nijland al even fijnzinnig solerend op contrabas, waarrond Boelens zijn sax voluit kon laten gaan. Speels en dartel, zo kunnen we het lichtvoetige 'Zacht En Opgewekt' het best omschrijven, waarbij Makki van Engelen kon excelleren. Het nummer was immers gewijd aan zijn drumleraar.

Het uptempo 'All Black', met een stuwende ritmesectie en bevlogen improvisaties van Joost Buis op trombone, was sterk, maar het hoogtepunt van de avond was voor mij ongetwijfeld de melancholische ballad 'View From Above', waarin Nijland het zicht vanaf zijn zolderkamer beschrijft. Een wat bevreemdend nummer met een mooie baslijn.

'Egirdir' beschrijft hoe een rustig Turks dorpje overspoeld wordt door toeristen. Een hectisch, vrolijk, speels en dartel nummer, met mooi gedreven saxpartijen van Miguel Boelens, sterk trombonespel en opzwepende percussie. Als bis werd het openingsnummer 'Riddum' hernomen, maar nu uitgebreid met de twee blazers, wat maakte dat het geheel voller klonk, meer power meekreeg en bovendien nog enkele mooie solo's opleverde.

Als slotsom kunnen we stellen dat het een kleurrijk en evenwichtig opgebouwd concert was. De uitbreiding van het trio, dat al ruim 15 jaar in deze bezetting samenspeelt, leverde een uiterst breed en warm klankenpalet op. Drie blazers, een sterke ritmesectie en gedreven speelplezier, dat zichtbaar van elke noot afdroop, leverde een gevarieerd concert met wisselende stemmingen, dit alles mooi harmonieus en melodieus binnen de lijntjes.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Robert Kinable, 23.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Meer melodie bij Charles Gayle

dinsdag 10 november 2015, Platformtheater, Groningen

Twee zaken vielen gelijk op. Waar Charles Gayle vroeger vooral tenorsax (en basklarinet) speelde, had hij nu een altsaxofoon bij zich. En: hij lijkt in rustiger vaarwater te zijn beland. In de jaren negentig was hij nog een waanzinnige wildebras, die met name de buitenste regionen van zijn instrumenten beproefde. Thans hoorden we een blazer die weliswaar onverminderd abstract tekeerging, maar voor wie naast spanning ook ontspanning hoort. Bovendien kwamen meer dan voorheen flarden van standards langs, als dolfijnen die vlak onder de zeespiegel voorbijflitsten. Een suggestie van 'Giant Steps', een 'Melancholy Baby' die als reddeloos moet worden beschouwd. Twee valse starts van met John Coltrane geassocieerde nummers ("Ach, dat kon immers alleen Coltrane spelen.") 'I Remember You', dat tijdens de onbegeleide toegift even de kop op kwam steken – maar in feite net zo goed 'I Didn’t Know About You' had kunnen zijn.

Maar 'I’ll Remember April' was wel degelijk 'I’ll Remember April'. Goed, het werd bedolven onder andere noten en frasen, maar die specifieke herinnering nam niemand hem of ons af. In een langzaam, uitgebeend bluesy stuk kreeg ik het beeld van Eddie Vinson, maar niet van de net- en trommelvliezen. Ook Gayle heeft, zo lijkt het, zijn wilde haren verloren. Ja, en hoe gaat Gayle over nog eens, pak 'm beet, twintig jaar klinken? Momenteel klinkt hij nog het meest als een Ornette Coleman die niet van ophouden weet.

Gayle's geest erkent geen grenzen of beperkingen: van alle mogelijke oplossingen en richtingen kiest hij elke nanoseconde de juiste, lees: die van hemzelf. Met hoofdbewegingen dirigeert hij zijn band, die hij een volgende groove instuurt eer je "yeah!" kunt roepen. En al is de muziek nog zo abstract, er zitten wel degelijk doorlopende ritmen onder. Al moest je daarvoor eerder op bassist Ksawery Wojcinski letten dan op drummer Roger Turner. De ritmische flow van Turner wordt op onvoorspelbare plekken opgebroken door explosies. Daarnaast maakt hij een wat stroeve indruk: zijn beats en breaks vormen geen mooie afgeronde statements, maar blijven stug. Wojcinski daarentegen imponeert met een techniek waarbij hij naar believen een, twee, drie of vier vingers van zijn rechterhand inzet. Zou hij vroeger gitarist zijn geweest? Daarbij legt hij een voorkeur aan de dag voor hoge, kristallen noten. Indien hij zou zingen, zou dat met een wonderschone kopstem zijn.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 21.11.15) - [print] - [naar boven]



Jazzradio
Jazz Rules #58


Pianist Michel Bisceglia won vorig jaar de World Soundtrack Award voor de film 'Marina' over het leven van Rocco Granata. Bisceglia heeft net een plaat uit met metalgroep Channel Zero, hij componeerde de slotceremonie van de Olympische Spelen in Sotschi en gaat nu op tournee met de film 'Bluebird'. Het Michel Bisceglia Trio zal de film live begeleiden met muziek. Redenen genoeg dus om Bisceglia naar de studio van Jazz Rules te halen voor een uitgebreid gesprek.

3/4 Peace, het trio van saxofonist Ben Sluijs, bassist Brice Soniano en pianist Christian Mendoza heeft een nieuwe plaat uit, 'Rainy Days On The Common Land'. Mendoza komt er over vertellen bij Dirk Roels. En gitarist Filip Verneert toerde onlangs door Vlaanderen met de Spaanse pianist EO Simon, met wie hij binnenkort een cd opneemt.

Klik hier om de uitzending te beluisteren.

Foto: Cees van de Ven

Labels: ,

(Maarten van de Ven, 21.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Spirituele souljazz

Kamasi Washington, donderdag 5 november 2015, Bitterzoet, Amsterdam

Na een reeks van heldere dagen is de namiddag van 5 november 2015 grijs en druilerig. De snelwegen in Nederland laten bovengemiddelde filelengtes zien. Zeker in de omgeving van Amsterdam met Europa League in de Arena en optredens van Bob Dylan in Carré, The Foo Fighters in Ziggo Dome en The Editors in de HMH, slippen de wegen dicht. Het aantal bezoekers in de intieme Bitterzoet levert hieraan slechts een minuscule bijdrage.

Bitterzoet is een bar en relatief onbekend als muziekpodium en theater. Met elke dag een andere programmering, variërend tussen dj's, bands en theaterproducties. In samenwerking met Paradiso is het concert van de jazzsensatie van 2015, de 34-jarige saxofonist en componist Kamasi Washington, al maanden geleden stijf uitverkocht. Een tot voor 2015 nauwelijks bekende saxofonist. Hij speelt niet een alleen een vooraanstaande rol in Kendrick Lamars 'To Pimp A Butterfly'. De drievoudige cd van bijna drie uur is immens verankerd met een 10-koppige jazzband, een 32-delig orkest en 20 koorleden, gedreven door groteske verbeeldingsdrang. 'The Epic' is een perfecte titel voor het album.

Het kleine podium blijkt net groot genoeg voor de acht leden van Washingtons touring band. Uiteraard zorgt de personele inkrimping, in vergelijking met het album, voor een aanpassing van het meeslepende, epische werk van de plaat. Het siert Kamasi Washington dat hij het kloppend personele hart dat acte de presence geeft op het album de oceaan heeft laten oversteken. Dat wat overblijft zorgt voor een imposant spektakel.

Al snel zal blijken dat de saxofonist solistisch het niveau haalt dat hij op 'The Epic' etaleert. Te horen zijn vele invloeden uit de rijke historie van legendarische saxofonisten. Steevast en vol hartstocht werkt Washington toe naar een bedwelmende extase. Soms met warme zachte hand, maar vaak ook rauw en meedogenloos gooit hij alle registers open.

In een ware jamsessie met nadrukkelijk ruimte voor tenorsax-improvisatie wordt ook muzikale ruimte geboden aan andere bandleden. Zangeres Patrice Quinn zingt passievol tussen de instrumentele climaxen door. Miles Mosley krijgt ruim baan voor electrifying solo op de contrabas en ook een drum battle ontbreekt niet. Het is livemuziek die te veel omvattend is om het goed te kunnen duiden. Het onoverzienbare palet aan stijlen rijkt van flarden energetische free jazz en stuwende soul-funk naar een groot gevoel voor melodrama en spiritualiteit. Gaat dat zien op de zomerfestivals en in de toekomst op de grote podia! Een ware coming-out als improvisator.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Zaterdag 21 november speelt Kamasi Washington op het festival Le Guess Who?

Labels:

(Louis Obbens, 20.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Indrukwekkende muzikale reis van Oost naar West

Near East Up North, donderdag 5 november 2015, TivoliVredenburg, Utrecht

Componist/dirigent Martin Fondse en saxofonist Mete Erker zijn de initiatoren van het multi-culti muziekproject 'Near East Up North'. Het is een negentig minuten durende 'symfonie' voor een orkest, in een wel zeer bijzondere bezetting, namelijk een standaard jazzkwartet (piano, bas, drums en saxofoon), het afgeslankte Asko|Schönberg Ensemble bestaande uit drie strijkers (viool, altviool, cello), dwarsfluit, hobo en klarinet, kopersectie (hoorn, trompet, tuba) en slagwerk. Inclusief vibrafoon en – prominent aanwezig – de Turkse muzikant Derya Türkan op de kemençe (knieviool).

Het muziekwerk omvat Fondse's vijfdelige compositie 'Karavansarai'. De tocht waarin Oosterse muziek gecombineerd wordt met hedendaagse jazz en gecomponeerde muziek, waarbij in alle secties van het ensemble de korte collectieve improvisaties niet geschuwd worden. Martin Fondse heeft een monumentale symfonie gecomponeerd, waarin alle bovengenoemde elementen breeduit een plek krijgen in het geheel. Om te beginnen was er al de weemoedig klinkende knieviool, waarna de Oriëntaalse klanken wegschoven in het totale ensemble. Behalve weemoedige, melancholische en gedragen fragmenten bevatte 'Karavansarai' ruimschoots expressieve, vrolijke en swingende passages.

Naast het gloedvolle kemençe-spel van Derya Türkan, was er solistisch een grote rol toebedeeld aan tenor- en sopraansaxofonist Mete Erker en pianist Jeroen van Vliet. Beiden zijn gepokt en gemazeld in de jazzscene. Zij zijn er prominente vertegenwoordigers van. In 2014 won Van Vliet nog de Boy Edgar Prijs. Beiden soleerden op hoog niveau in de context van zowel de ritmische als de meer melodieuze fragmenten. Bij Van Vliet viel vooral zijn helder en klassiek georiënteerde pianospel op en bij Erker excelleerde in het bijzonder zijn fraaie toonvorming. Ook het Asko|Schönberg Ensemble herbergde enkele impro-solisten, wat toch wel bijzonder is voor een 'klassiek' ensemble. Het betrof een op gestopte trompet gespeelde solo in een gevoelig langzame passage door Rutger Woudenberg en een in uptempo gespeelde solo door Tjeerd Oostendorp op tuba.

Ook vermeldenswaard is het swingende en zeer muzikaal technische drummen van Jarrod Cagwin. Martin Fondse heeft met zijn compositie 'Karavansarai' een meesterstuk geschreven. Hij heeft de diverse muziekwerelden aaneengeregen en er een sublieme eenheid van gemaakt. Dit project verdient een groter publiek en meer podiumplekken en theaterzalen dan de zeven die de tournee nu heeft opgeleverd.

Klik hier voor foto's van dit concert door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 19.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd
John Butcher & Andy Moor - 'Experiments With A Leaf' (Unsounds, 2015)

Opname: 26 oktober 2013

Een van de hoogtepunten van het verjaardagsfeestje dat The Ex onlangs gaf in het Bimhuis was het duoconcert van The Ex-lid Andy Moor met de Engelse saxofonist John Butcher. Het was een set waarin compromisloos werd geïmproviseerd door twee musici die volledig vergroeid zijn met hun instrument. Beiden zijn ze in staat om, op geheel eigen wijze, tot nieuwe en onverwachte klanken te komen. Hetzelfde procedé werd gevolgd tijdens een concert in de kathedraal van het Zwitserse Bern in oktober 2013, dat nu is uitgebracht onder de naam 'Experiments With A Leaf'.

'Five Eyes' begint met Moor die industriële klanken uit zijn gitaar trekt, bijna sinister klinkt het. En of dit nog niet genoeg is, gooit Butcher er nog een schepje bovenop. Hij maakt, middels zijn saxofoonklanken, het geheel nog spannender en onheilspellender. Aan alles merk je: dit gaat niet goed aflopen. Deze machine maakt het niet lang meer. En ja hoor, wild slaat hij op hol en knalt uiteindelijk uit elkaar, waarbij de bouten en moeren de luisteraar om de oren vliegen.

'Fantasy Downsize' is een enerverende klankcollage, waarin Butcher (ploppend) en Moor (plukkend) met elkaar een gedurfde dialoog aangaan tot het geheel uitmondt in een enerverend ritmisch, maar ook zeer dwars patroon. Het nummer eindigt echter even onbestemd als dat het begon. In 'Joy Is The Headlight' staat Butchers extatische en heftige saxofoonspel centraal, doorsneden door fel en beukend gitaargeweld van Moor. Een zinderende maalstroom van klanken valt ons ten deel.

In 'The Tongue Is A Flame' zijn we weer terug in onze werkplaats, waar de meest vreemdsoortige machines hun werk staan te doen en waarvan er zo nu en dan weer eens een ontploft. Maar in dit nummer zitten ook bijzonder ingetogen momenten, waarin de beide musici fluisterzachte klanken produceren alsof ze, conform de albumtitel, aan het experimenteren zijn met boomblaadjes.

Met het hectische en bijna overspannen klinkende 'The Toughest Four Ounces Of Life' eindigt dit album van maar net iets meer dan een half uur. Niet lang, maar wel zeer intens en met een grote klankrijkdom. Gewoon nog een keer spelen dus, dan vallen je beslist dingen op die je eerder niet hoorde.

Klik hier om een albumtrack te beluisteren: 'Five Eyes'.

Labels:

(Ben Taffijn, 19.11.15) - [print] - [naar boven]



Festival
November Music 2015

Two Rivers Ensemble, Maarten Altena, Lekkerkerker/Van Geel/Genovesi & Reinier Baas, zaterdag 7 november & zondag 8 november 2015, Den Bosch

November Music biedt traditiegetrouw ook voor de jazz- en wereldmuziek liefhebber veel moois, zo ook op deze editie. Voor de zaterdag nodigde de organisatie het Two Rivers Ensemble uit, een door de Irakees-Amerikaanse componist en musicus Amir ElSaffar geleid sextet.

De muziek wortelt met een been in de Arabische, lees vooral Irakese muziek en staat met het andere been in de jazz. Het levert een elegante mix van klanken op. Met Dafer Tawil op ud en traditionele percussie als de vaastrommel en Tareq Abboushi op buzuq, een soort luit, heeft ElSaffar twee musici die prima het meer traditionele Irakese geluid kunnen vertolken, terwijl Carlo DeRosa op contrabas, Stéphane Galland op drums en Ole Mathisen op tenorsax tekenen voor het meer jazz-georiënteerde gedeelte. ElSaffar zelf laveert hier tussendoor. Op santoor - een soort citer waarop met hamertjes wordt geslagen - zijn eigen zang begeleidend, klinkt hij typisch Arabisch. Als trompettist laat hij horen prima met jazz overweg te kunnen. Een en ander valt in het concert prachtig samen, al zijn de mooiste momenten van het trio Tawil, Abboushi en ElSaffar die op santoor.

Op zondag is er ieder jaar de KunstmuziekRoute. Voordeel van deze opzet is dat je volledig je eigen programma kunt samenstellen; een uitgelezen kans om eens iets nieuws te ontdekken. Soms levert dat prachtige momenten op en soms ook flinke tegenvallers. Het programma dat Maarten Altena opstelde valt helaas in de tweede categorie. Zijn eigen composities hebben vrij weinig om het lijf en zijn redelijk traditioneel van aard, maar echt onbegrijpelijk is de rol van slagwerker Paul Lovens. Hij komt in deze setting totaal niet tot zijn recht. Van de dertig minuten die het optreden in beslag neemt, is hij hooguit vijf minuten in beeld, met twee veel te korte solo's. Deze zijn op zich zeker de moeite waard, maar zijn hier, tussen de gecomponeerde muziek voor strijkkwartet en blokfluit, totaal niet op hun plaats.

Een stuk beter verloopt het concert van organist Jacob Lekkerkerker, altviolist Oene van Geel en elektronica-specialist Alfredo Genovesi. Voor deze gelegenheid aangevuld met Nathalie Forget op ondes-martenot - een oersynthesizer uit 1928, die we onder andere in de muziek van Olivier Messiaen terugvinden. Forget is toevallig toch aanwezig voor het daaropvolgende concert en kan dan net zo goed meedoen, vinden de heren. Een ideaal concert in een ideale ruimte: de Grote Kerk. Met Lekkerkerker op een kabinetorgel, Genovesi op het podium ernaast, Van Geel die door de kerk loopt en Forget die een eind verderop op een ander podium staat. De subtiele, fragiele soundscapes vullen de kerk op prachtige wijze. Een feest voor het oor. Het aansluitende soloconcert van Forget valt wat tegen. Het klinkt meer als een showcase van wat de onders-martenot allemaal kan dan als een serieuze compositie. Als solo-instrument is het ding minder interessant dan in een groepssetting. Maar echt bont maakt Forget het in het laatste stuk, waarbij zij zelf de ondes-martenot begeleidt door met een eetmes tegen een kopje en een glas te tikken. Niet in de maat en volstrekt overbodig.

Tot slot Reinier Baas. Hij kreeg van November Music een nieuwe compositieopdracht. Dat werd 'Music For Guitar and Horns', met bijdragen van Morris Kliphuis op hoorn, Jean-Paul Estiévenart op trompet, Jan Oosting op trombone en Martin van de Berg op bastrombone. Het is een vrij klassieke compositie met mooie harmonische partijen, die ingenieus op elkaar aansluiten. De ruimte voor solo's heeft hij zeer beperkt gehouden en de blazers trekken vooral met elkaar op. Het rebelse wat Baas' muziek normaal zo interessant maakt, blijft hier wat achterwege. Op zich is dat niet erg, want wat er klinkt is mooi, maar wellicht klinkt het wel iets té mooi. Echt schuren doet het nergens. Wat Baas en de zijnen hier wel parten speelt is de ongelooflijk slechte akoestiek van de Statenzaal van het Noordbrabants Museum. En dan staat de gitaarversterker ook nog eens te hard. Jammer.

Labels:

(Ben Taffijn, 18.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Universal Indians with Joe McPhee - 'Skullduggery' (Clean Feed, 2015)

Opname: 15 juni 2014

De veelgeprezen 'Oorstof'-serie die Koen Vandenhout en Christel Kumpen in België organiseren, komt regelmatig op dit blog voorbij. Het betreft dan echter altijd concertrecensies. Maar nu is het dan eindelijk eens de beurt aan een tijdens zo'n concert gemaakte opname. En wel van het concert dat het trio Universal Indians - bestaande uit John Dikeman op saxen, Jon Rune Strøm op bas en Tollef Østvang op drums - op 15 juni 2014 samen met legende Joe McPhee gaven in het Antwerpse Zuiderpershuis. Onlangs kwam deze cd onder de naam 'Skullduggery' uit op het fameuze Clean Feed-label.

Het begin van 'Yeah, And?' heeft nog het meeste weg van het geluid dat een radio maakt als je op zoek bent naar de goede zender. Als deze eenmaal gevonden is, loopt het uit op een scherpe dialoog tussen Dikeman en McPhee, gevolgd door een energieke triopassage waarin Dikeman met volle kracht zijn partij blaast - en wie Dikeman kent, weet dat dit heel wat is. De op elkaar volgende solo's van Strøm en Østvang laten horen dat we hier met een bijzonder tandem van doen hebben; het ritme spat ervan af. In het korte 'Dewey's Do', een hommage aan saxofonist Dewey Redman, klinken de blazers schrijnend en klagend als in een treurmars, terwijl we op de achtergrond Strøm zachtjes aan zijn bas horen plukken en Østvang zijn bekkens laat spreken. Ach, hoe weemoedig klinkt dit alles.

Ook het titelnummer 'Skullduggery' is een hommage, maar dan aan Niklaus 'Knox' Troxler. Troxler is de grondlegger en drijvende kracht achter het Zwitserse jazzfestival in Willisau en heeft hiermee een belangrijke stempel gedrukt op de moderne jazz in Europa. Ook in dit nummer valt op dat Dikeman en McPhee, ondanks het grote verschil in leeftijd en ervaring, niet voor elkaar onder doen. Integendeel, hier is sprake van volledige gelijkwaardigheid en een echte dialoog. Maar het hoogtepunt is de extatische, bijna tribale begeleiding die Strøm en Østvang hier bieden en die het nummer een wat duister karakter verlenen. Het nodigt de beide solisten uit tot een overrompelende serie solo's en duetten.

'Wanted' is het meest experimentele nummer op het album. McPhee tovert bizarre geluiden uit zijn zaktrompet, terwijl Dikeman hier onbestemde noten produceert met zijn tenorsax, dit alles subtiel ondersteund door de ritmesectie. Maar ook de hunkering, verborgen in de titel, klinkt in dit nummer door. Hunkering wellicht naar nog meer van dit soort muziek? Het zou zo maar kunnen.

Beluister hier een viertal albumtracks.

Labels:

(Ben Taffijn, 16.11.15) - [print] - [naar boven]



Festival
Autumn Jazz 2015


"Autumn Jazz heeft de goede gewoonte doorgewinterde oude-stijl ijzervreters te combineren met pril talent van het Groninger Prins Claus Conservatorium. Deze keer was de keuze gevallen op The Blue Quartet van de jonge Friese vocaliste Renske de Boer. Popliefhebbers kennen haar als de beeldbepalende spring-in-'t-veld van de neo-skaband Mr. Wallace. Maar die Renske heeft ook een heel andere kant."

Eddy Determeyer bezocht op zaterdag 7 november in het Assense Van der Valk-hotel het minifestival Autumn Jazz. Hij zag er concerten van The Blue Quartet, de Stable Roof Jazz & Blues Band en het Lodewijk Bouwens Combo.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Foto: Hans Mijsbergh

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.11.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Olanda In Due – 'Live At Novara Jazz Italy 2015' (icdisc.nl, 2015)

Opname: 4 juni 2015

Hoe belangrijk saxofonist, orkestleider en enfant terrible Willem Breuker ook geweest is voor de ontvoogding van de Nederlandse improvisatiemuziek, veel directe navolgers heeft hij eigenlijk niet gehad. Saxofonist Bo van de Graaf is een uitzondering. Diens orkest I Compani vertoont, ook qua filosofie, een meer dan vluchtige verwantschap met het Breuker Kollektief. En ook het extraverte spel van de leider, die niet bang is om op de rand van deze of gene afgrond te dansen, zou je kunnen herleiden tot de prettig gestoorde aanpak van Breuker. Er zijn lieden die beweren dat Van de Graaf ook fysiek steeds meer op de Amsterdamse onruststoker gaat lijken, maar dat vind ik een beetje ver gaan. Wat zegt u, en profil? Oké, en profil begint hij een beetje op Breuker te lijken.

Feit is dat de keuze voor een André Hazes-opus als 'De Vlieger' ook door Willem Breuker gemaakt had kunnen worden. De Nijmegenaar vertolkt het alsof hij vrijdagavond om kwart voor twaalf in café De Twee Zwaantjes aan de Prinsengracht, 115 kilometer ten noordoosten van de Canisiussingel staat te galmen. Daar, in De Zwaantjes, kunnen ze dat wel waarderen, zo'n heldentenor. 'De Vlieger' duikelt naadloos over in 'Memories Of You', waar pianist Michiel Braam huppelend doorheen draaft, zijn enkel zwikkend en steentjes keilend, waarbij hij er zorgvuldig voor waakt niet op de donkergrijze tegels te stappen. Braam houdt de vleugel wel aan het werk, met donderende arpeggio's en ratelend alternerende nootjes. Ook als begeleider is de pianist subliem; welke vormen de gekte rondom hem ook aanneemt, hij houdt het ritme onverstoorbaar vast.

De heren kennen elkaar van haver tot gort en zo slagen ze erin een aria van Giuseppe Verdi ('Pietá Ti Prenda Del Mio Dolor') op een smartlap te laten lijken en een smartlap van eigen makelij ('SMRTLP'/'TRJRKR') op een aria.

Laten we een ooggetuige het laatste woord geven. Alessandro Curini van de Corriere di Novara was erbij, zaterdag 6 juni in het Cantelli Auditorium van de Noord-Italiaanse stad Novara. Hij noteerde: "Ma anche per quanto riguarda gli altri pezzi eseguiti la partenza è stata sempre giocata su un nucleo centrale ben identificabile, e spesso di meravigliosa e dettagliatissima cesellatura melodica; poi, secondo uno degli schemi più classici, si sono aperte varie strade di interpolazione, in cui l'alchimia degli esecutori ha preso il sopravvento, regalando al pubblico una musica rubustamente partecipata, in cui la gentilezza del suono raramente è stata surclassata dal desiderio di fare 'sperimentazione' disordinata o altisonante." Zo kun je het natuurlijk ook zien.

Klik hier voor geluidsfragmenten van dit album.

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
De nuancering ontbreekt totaal

Spinifex Maximus, maandag 5 november 2015, Axesjazzpower, Wilhelmina, Eindhoven

Het ensemble Spinifex bestaat inmiddels tien jaar. Dat is op zich een geweldige prestatie. Een reden temeer een feestje te vieren. Dat hebben de leden van het kwintet dan ook gedaan middels de toevoeging van befaamde improvisatoren uit de diverse buitenlanden. Aan dit Spinifex Maximus gedoopte feest-initiatief is tevens een uitgebreide tournee verbonden. Op deze avond werd café Wilhelmina aangedaan, waar stichting Axesjazzpower al sinds jaar en dag avontuurlijke en experimentele jazz en aanverwante muziek programmeert.

De uitgebreide Spinifex-formatie – drie saxen, twee trombones, twee trompetten, één tuba, twee drummers en een zeer stevig versterkte basgitaar en elektrische gitaar – zette resoluut een robuust swingend brassbandnummer, maar dan op zijn Spinexs, in. De band schuwt de extremen in de impro-jazz niet en voegt daarnaast met groot gemak en groot enthousiasme ruimschoots hardrock- en heavy metal-elementen toe. In die geest werd het concert voortgezet.

Gedurende het concert lag, naast de uitgeschreven passages, het accent op collectieve improvisaties en dwingende en dominante ritmische patronen door slagwerkers Onno Govaert en Philipp Moser. Daarnaast werd er spaarzaam gesoleerd. Solo's die opvielen waren die van altsaxofonist Tobias Klein (amper te horen uit de begeleidende blaaspartijen), trombonist Jeb Bishop en tubaspeler Pascal Rousseau.

Het in zes keer fortissimo uitgevoerde concert had wel wat geluidnuancering kunnen gebruiken. Wellicht had ook één drummer al volstaan. Enfin, het is jammer dat in zo'n select en kwalitatief muzikaal gezelschap de nuance qua geluid totaal ontbrak. Mocht u een concert van Spinifex Maximus willen bijwonen, vergeet de oordopjes niet.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Jacques Los, 15.11.15) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik / Jazztube
100 jaar Boy Edgar


Ter viering van de honderdste geboortedag van Boy Edgar organiseren het Nederlands Jazz Archief (NJA) en het Bimhuis in Amsterdam op zondagavond 15 november een bijzonder concert, gewijd aan het muzikale erfgoed van deze iconische Nederlandse jazzmusicus. Onder meer David Kweksilber Big Band, Konrad Koselleck Big Band, Theo Loevendie en Gerrie van der Klei stukken spelen uit de rijke muzikale nalatenschap van Boy Edgar. Voorafgaand aan het concert: Talkin' Boy. Met unieke filmfragmenten, reflecties en gesprekken over leven en werk van Boy Edgar. Aan het woord komen journalisten, historici en musici die met Edgar gespeeld hebben.

Boy Edgar drukte in de jaren zestig en zeventig als componist en bandleider een belangrijke stempel op de Nederlandse jazz. Een van zijn grote inspiratiebronnen was Duke Ellington, naar wiens voorbeeld hij de mensen in de band als uitgangspunt nam en in zijn arrangementen veel ruimte creëerde voor solo's en improvisatie. Hij heeft gewerkt met toonaangevende musici uit binnen- en buitenland, onder wie Nina Simone, Ben Webster, Abbey Lincoln, Betty Carter en Eric Dolphy.

Naast bandleider en componist was Boy Edgar ook begenadigd pianist en trompettist. In december 1964 ontving Boy Edgar de Wessel Ilcken Prijs, de Grote Prijs van de Nederlandse Jazz die als eerbetoon aan Boy Edgar in 1980 werd omgedoopt tot de Boy Edgar Prijs, en onlangs tot de Buma Boy Edgarprijs.

In het Bimhuiscafé is de tentoonstelling '
Boy Edgar 100 Jaar!' te zien.

In de Jazztube zie je Boy's Big Band in het tv-programma 'Dédicace' met een tweetal nummers van Duke Ellington: 'Solitude' en 'Caravan'.

Labels:

(Maarten van de Ven, 15.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Christian Scott's midnight stretch

Christian Scott & The Jazz Orchestra Of The Concertgebouw, zaterdagnacht 7/8 september 2015, Concertgebouw, Amsterdam

Dennis Mackrel had er zin in, zoveel was tijdens de soundcheck al duidelijk. Ontspannen en breed lachend beende de nieuwe chef-dirigent over het podium, waar hij de laatste plooitjes gladstreek voor zijn eerste optreden in deze functie met het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw (JOC). Mackrel (1962) was pas 20 toen hij aantrad als drummer in de Count Basie Band, om er in 2010 terug te keren als bandleider. Het halve decennium daartussen spreekt verder tot de verbeelding: The Vanguard Jazz Orchestra, The Buck Clayton Swingband, The Carla Bley Very Large Band en de Dizzy Gillespie All Star Big Band.

Christian Scott, JOC's gastmuzikant tijdens het Nachtconcert in de Grote Zaal van het Concertgebouw, beweegt zich met hetzelfde gemak, professionaliteit en zelfvertrouwen rond die avond. Hij is een 'rijzende ster', zo schrijven veel media, en dat doen ze al jaren. Maar of dat na 2011, toen hij door Marcus Miller werd gevraagd de partijen van Miles op te nemen voor 'Tutu Revisited', nog terecht is, met toen al een Grammy nominatie en een Edison op zak...?

Scotts carrière is allesbehalve rechtlijnig en kenmerkt zich veel meer door de brede samenwerkingsverbanden die hij zoekt. Diepgang is er zeker, met name door een constante drang om vernieuwing, vergelijkbaar maar minder zwart-wit dan het geval was bij Miles, met wiens spel het zijne voortdurend vergeleken wordt. 'Stretch Music' heet zijn nieuwe album en dit is tevens de benaming die zijn muzikale kruisbestuivingen hebben gekregen: nieuwe richtingen kiezen, grenzen opzoeken en harmonieën vinden.

Met Christian Scott en zijn zevenkoppige band nog in de kleedkamer laat Mackrel het Jazz Orchestra openen met de Gillespie-standard 'Night In Tunesia'. De Grote Zaal, zijn perfecte akoestiek, de sound van dit wereldorkest en het besef van wat nog komen gaat, werken direct als een katalysator. 'Giant Steps' wordt lichtvoetig neergezet, mede door Mackrels actieve en fysieke manier van leiding geven. 'Blues For Pablo' van Gil Evans volgt, met een prachtige trompetsolo van Ruud Breuls.

Met veel enthousiasme en gepaste trots worden daarna de gasten aangekondigd. Als Scott en de zijnen de trap afdalen op weg naar het podium, zie je haast vanzelf de zoveelste kruisbestuiving ontstaan. Na een hartelijk applaus vanuit de zaal werd 'TWIN' ingezet, afkomstig van 'Stretch Music' en een verwijzing naar Scotts tweelingbroer Kiel en de Afro/Native American-achtergrond die ze delen. Het leverde een subtiele mix van Afrikaanse, Caribische en Indiaanse ritmes op, met mooie harmonieën tussen Scott en de 20-jarige fluitiste Elena Pinderhughes.

Via het ingetogen 'Perspectives' en 'Of A New Cool' belandden we bij 'West Of The West', dat het statige Concertgebouw op zijn grondvesten deed schudden. De combinatie van de drum battle tussen Corey Fonville en Joe Dyson Jr. en Mackrels voorliefde voor drums deed het Jazz Orchestra ontketenen en zorgde voor spectaculair geweld. Voor enkelen was dit iets te dol voor op de zondagochtend; zij zochten veiliger oorden op. Wellicht was het beter geweest beide drumkits onversterkt te laten; de akoestiek van de Grote Zaal heeft dit immers niet nodig. Bassist Kris Funn verklaarde na afloop dat het geluid op het podium terrible was.

Er werd besloten met 'The Last Chieftain', dat eveneens stevig werd neergezet, met de jonge Dominic Minix op gitaar. Een staande ovatie was wat dit optreden afdwong... en kreeg. De mensen die bleven zitten, werden even later nog getrakteerd op een wonderschoon 'Round Midnight', ditmaal met enkel Christian Scott en het JOC, waarbij de 'rijzende ster' met autoriteit bewees gevestigd te zijn.

Klik hier voor foto's van dit concert door Arjan Aelmans.

Labels:

(Arjan Aelmans, 14.11.15) - [print] - [naar boven]



In memoriam
Allen Toussaint: het fundament van de funk


Allen Toussaint, de toetsenspeler, componist en producent die in de jaren zestig New Orleans funk op de kaart zette, overleed op 9 november in Madrid aan een hartaanval. Hij was bezig met een Europese tournee en werd 77.

Toussaint werd in een muzikaal gezin geboren: zijn vader speelde in zijn vrije tijd trompet en zijn moeder piano. Hij groeide op in Gerttown, een zwarte wijk in het noorden van New Orleans. Van zijn oudere zus, die pianoles had, pikte hij de rudimenten van de techniek op; Albert Ammons, Lloyd Glenn en Ray Charles hoorde hij op platen. Maar zijn belangrijkste inspiratiebron was Professor Longhair, de plaatselijke pianobeul met zijn karakteristieke Caribische R&B-stijl. Een belangrijke invloed was ook de legendarische Ernest Penn, die volgens Toussaint de piano groter kon laten klinken dan de kamer en die op banjo zo mogelijk nog ongelooflijker tekeer ging.

Op de middelbare school deed hij zijn eerste ervaringen op ten aanzien van het spelen voor publiek. Gitarist van het schoolorkest The Flamingoes was Little Snooks Eaglin. Die school werd niet afgemaakt. Allen vond het verstandiger in de Dew Drop Inn rond te hangen en daar met allerlei blues- en jazzartiesten op te treden. Dat bleef niet onopgemerkt: Earl King vroeg hem voor een schnabbel in Alabama en Dave Bartholomew liet hem partijen van Fats Domino inspelen, terwijl de ster door Australië tourde. Na een maandenlange tournee met het duo Shirley & Lee wist Toussaint het zeker: liever werkte hij relaxt in een studio dan zich de ontberingen on the road te laten welgevallen. Decennia lang was de pianist met geen stok het podium op te krijgen.

Toen hij op zijn 25ste in dienst moest, had hij al grote hits geproduceerd voor Huey Smith, Lee Allen, Lee Dorsey, Ernie K-Doe, Benny Spellman, Aaron Neville, The Showmen, Irma Thomas, Clarence Henry en Chris Kenner. Nadat hij het militaire uniform weer had ingeruild voor zijn elegante maatkostuums - Toussaint maalde niet om geld, maar ervoer het als prettig om in z'n Rolls Royce boodschappen te gaan doen - nam de producer de draad weer op en de hits werden nu million sellers. De ritmesectie die hij achter vocalist Lee Dorsey gebruikte, ging zelfstandig verder als The Meters. Daarmee introduceerde Toussaint nieuwe dansritmen, gebaseerd op de street funk van de lokale brassbands en van hippe orkesten als dat van trompettist Wardell Quezergue. Jarenlang managede de producer zijn Sansui Studio, de best geoutilleerde opnameruimte van New Orleans, waar ook grote sterren als Paul McCartney, The Band, Ramsey Lewis, Etta James, Patti LaBelle en Lenny Kravitz gebruik van maakten.

Katrina zette daar in 2005 een streep onder. De studio werd weggevaagd, maar, zo verklaarde Toussaint twee jaar later tijdens het North Sea Jazz Festival: "De toekomst ziet er zonnig uit, it really is bright. Er is nog steeds veel dat verwoest is, maar we zien wat er inmiddels aan de gang is. Tot mijn huis weer op orde is zit ik in New York. Maar elke kans om terug te gaan naar New Orleans grijp ik aan, om de paar weken. En ik zie die vooruitgang, voortdurend, they're swingin’, they’re poppin’.”

Labels:

(Eddy Determeyer, 13.11.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Henri Texier Hope Quartet au Casino: faites vos jeux...

donderdag 6 november 2015, De Casino, Sint-Niklaas

Henri Texier kwam met zijn Hope Quartet afgezakt naar de relatief kleine concertzaal De Casino in Sint-Niklaas. Een ideale gelegenheid om de man van dichtbij mee te maken. Ondanks de sterke livereputatie van de groep liep het huis niet vol, maar dit lieten Texier en zijn kompanen niet aan hun hart komen.

Met ritmisch gerommel op de bassnaren en geroffel op de drums begon het concert, als leken de heren duidelijk te maken dat ritme en een onderhuidse groove die de spanning vasthoudt een handelsmerk zijn van hun muziek. Of Texier nu speelt in trio met Louis Sclavis en Aldo Romano, in kwintet met Bojan Z of in zijn bedwelmende Strada Sextet: telkens weet hij een wisselwerking te creëren tussen hypnotiserende ritmes en catchy melodieën met grote instrumentale zeggingskracht, die voorbijglijden als nummers uit de populaire muziek.

Eerder liet Texier zich inspireren door Afrikaanse muziek, met dit Hope Quartet ligt de nadruk op muziek van Indianen uit Noord- en Zuid-Amerika. Die invloed van Indianenmuziek vertaalde zich vooral in een 'oerritme', dat in gewijzigde vorm ook terug te vinden is in de Afrikaanse muziek die Texier brengt. De sterkte van de groep zat in de vanzelfsprekendheid waarmee over dat oerritme gesoleerd en gebalanceerd werd. Baritonsaxofonist François Corneloup en altist/klarinetist Sebastien Texier vormden een tweekoppig monster, die luisterend naar elkaar om beurten uithaalden.

Op alt vielen bebopinvloeden bij Sebastien Texier te horen, met een toon waarin iets van Jackie McLean doorklonk. Op klarinet neigde zijn geluid dan weer meer naar de folklore imagianaire die Louis Sclavis op zijn eentje uitvond. McLean en Sclavis zijn twee kompanen waarmee vader Texier optrok... François Corneloup musiceerde met een expressief geluid op bariton, niet opdringerig maar wel indringend.

Op het repertoire stonden twee hommages aan drummers, Elvin Jones en Paul Motian. Drummer Louis Moutin klonk als geen van beiden. Als componist wist Motian wel hoe je in een midtempo nummer de blazers een kans kunt geven om een wijds tableau te schilderen, iets wat de componist Henri Texier zeker niet ontgaan is. Moutin liet zich kennen als een drummer met een diepe groove en sterke focus, een klasbak wiens fysische impact live beter tot zijn recht komt dan op cd. Henri Texier is een innemende persoonlijkheid. Met zijn typische mutsje lijkt hij een beetje op een Bretonse visser, maar als een sjamaan wist hij met zijn volle basklank en aanstekelijke lijnen de gemoederen op te poken.

Het Hope Quartet speelde een straf concert. In de eerste set beperkte Sebastien Texier zich uitsluitend tot altsax en naar het einde van die set kwam even het gevoel dat de groep uitverteld was, maar in de tweede set focuste de rietblazer op zijn klarinetten en konden nieuwe verhalen verteld worden, waarbij de muziek alsmaar intenser werd. 'Dakota' was een ode aan Jacques Prévert. Texier voegde er aan toe dat de combinatie Dakota-Prévert weinig coherent was, maar boven een typische Sioux-roffel van de drums, zou perfect een gedicht van die iconische Franse dichter gedeclameerd kunnen worden. In het laatste nummer liet het viertal de boel op een onwaarschijnlijke manier ontploffen en plaatste als het ware een muzikaal uitroepteken achter het concert. Chauffe, chauffe, chauffe... opgewarmd tot het kookpunt.

Deze recensie verscheen eveneens op Jazz'Halo.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven. En klik hier voor foto's van dit concert door Cedric Craps. 

Labels:

(Iwein Van Malderen, 13.11.15) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.