Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
I Compani - 'Garbo' (icdisc.nl, 2012)

Opname: 2011-2012

De fascinatie voor filmdiva's als Greta Garbo, Brigit Bardot, Mae West, filmmuziek (Fellini, 'Last Tango In Paris'), circusmuziek, de grote bilspier – gluteus maximus - en saxophone colossus Sonny Rollins blijkt uit het cd-oeuvre van Bo van de Graaf en zijn I Compani-orkest. Op het dubbelalbum 'Garbo... And Other Godesses Of Cinema' wordt op cd nummer 1 uitsluitend filmgelieerde muziek gespeeld, onder andere uit de film 'Et Dieu Crea La Femme', gearrangeerd door bassist Arjen Gorter, en stukken van de saxofonist zelf: 'Bardot', 'Diva Capriciosa', 'Garbo' en 'Mae West'.

Het ensemblespel overheerst op de eerste schijf. Vrolijke, uitbundige muziek spat je tegemoet. De arrangementen en orkestraties zijn effectief en optimaal, gelet op de uitzonderlijke bezetting (tenorsax, trompet, trombone, viool, cello, bandoneon, piano, bas en drums). Opvallende solobijdragen komen op deze schijf van pianist Christof Mac-Carty met een hilarische pseudo-opera vocale exercitie in Verdi's 'Danza Sacre', een vurige trompetsolo van Jeroen Doomernik in 'Ecco' en een onstuimige tenorsolo van Bo van de Graaf in 'Vamp', waarvan Rollins zeker zal glimmen.

De tweede cd – 'Tango And Impro' – is een concert ter nagedachtenis van Maria Schneider, die in de film 'Last Tango In Paris' de hoofdrol speelde. Deze cd is wat meer jazz- en impro-gericht, maar dan wel met relevante tangofragmenten.

Van de Graafs compositie 'Brand' is gebaseerd op een twee-maten basmotiefje van pianist Dollar Brand oftewel Abdullah Ibrahim. Hierin excelleert het orkest in impro-samenspel, improviseert zangeres Simin Tander prominent en welluidend, en speelt Bo van de Graaf een aangrijpende solo. 'Francis Bacon', een duo-impro van Tander en Van de Graaf, is exemplarisch voor de vrije aanpak van dit 'in memory concert'. Tander's vrije vocale improvisaties en de tenor-aanvullingen van Van de Graaf worden voortgezet in het weemoedige 'Why Did She Choose You', een compositie van de Argentijnse saxofonist Gato Barbieri, waarna het complete ensemble improviserend invalt en afsluit.

Daarna is er weer zo'n exaltische tenorsaxsolo met het geluid van Barbieri en de fraseringen van Rollins in Loek Dikkers 'No Tango 2' en in de finale van de 'Last Tango In Paris Suite' doet Bo van de Graaf dat nog eens over, maar dan op de sopraansax.

De saxofonist heeft met zijn I Compani wederom toegeslagen. Hij heeft ook nu weer een sublieme (dubbel-)cd afgeleverd. Een mengelmoes (in de gunstige zin des woords) van prachtige, emotievolle muziek: tango, impro, jazz, swing en voortreffelijke solo's.

Meer horen?
Op de
website van I Compani kun je fragmenten van deze cd beluisteren.

Labels:

(Jacques Los, 28.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Ravi Coltrane's New Quartet klinkt ingetogen en uitbundig

zaterdag 10 november 2012, Bimhuis, Amsterdam

Klein en intiem begint dit concert met '13th Floor' en 'Who Wants Ice Cream'. Kalm en ingetogen, dwingt saxofonist Ravi Coltrane zijn publiek om samen met hem concentratie te vinden die leidt naar de kern van zijn muzikale wereld. Een anticlimax die doeltreffend afleidt van alle kwaliteiten die hem in deze fase van zijn optreden in gedachten worden toegedicht, maar die associatief zijn verbonden met zijn beroemde vader. Plaatsvervangend is dit een duiding die poogt af te rekenen met vader John. Die focus blijft voor veel mensen toch even lastig als verschil maken tussen Jordi en Johan Cruijff. In dat kader: een saxofoon is in principe een instrument waar je muziek mee wilt maken. Met deze instelling brengt Coltrane junior een ode aan de schoonheid van zijn instrument.

In zijn New Quartet worden uiteenlopende ideeën met elkaar verbonden. Verbindingen zonder leiderschap en dominantie, die bijna terloops ontstaan, en ruimte geven aan persoonlijke inbreng. Naast rust en verkenning van muzikale vrijheid, is er veel ruimte voor versnelling en delicate extases. De dingen die gebeuren blijven goed in balans met elkaar en steeds in een mooie verhouding tot de muziek als het grotere geheel. In deze zetting functioneert de groep eerder organisch dan democratisch. Toch is Ravi Coltrane zelf de voornaamste muzikale leider van zijn groep, in een rol als spelverdeler zonder dwang of macht.

Zo het zich laat aanzien is Coltrane's muzikale missie een hoogtepunt aan het bereiken. Na te zijn opgegroeid in een uitermate muzikaal milieu heeft hij in zijn professionele loopbaan veel tijd genomen om zijn eigen muziek en zijn eigen instrument te ontdekken en op waarde te schatten. Een duurzame verkenning met de post-bop en de saxofoon als uitgangspunten. Een route die ging langs alle invloedrijke ontwikkelingen in de hedendaagse jazz.

Nu hij die muziek en zijn instrument optimaal beheerst, is er ook ruimte ontstaan voor de muzikale erfenis van zijn vader. Het is ontroerend om te zien hoe de zoon met een doorwrochte vertolking van 'Satellite' het werk van zijn vader oppakt en in eigen handen neemt. Integer en respectvol doet hij tunes herleven die al vijftig jaar voortleven in het collectieve jazzgeheugen van velen. Ook de manier waarop de groep 'Skippy' en 'Epistrophy' van Thelonious Monk speelt, bezorgd je kippevel. De stukken blijven volledig intact en klinken ook zoals zij dat willen: eigentijds, fris en volgens hun persoonlijke beleving van jazz.

Coltrane's New Quartet is een broedplaats voor jonge jazzmusici. Jongens met veel talent, die het aandurven om zich naast avontuur ook te bezinnen op de jazzcanon en klankcultuur. In de praktijk betekent dit gas terugnemen en je dienstbaar maken aan ensemblespel, conservering en behoud van het goede. Niets wijst erop dat ze zich vertillen aan die intentie. Als ware pleitbezorgers van hun instrument gaan ze voor klankschoonheid. In de uitverkochte zaal van het Bimhuis vindt deze benadering veel waardering en bijval.

In dit gezelschap is de uit Cuba afkomstige David Virelles een grote belofte. Zijn geboorteland zat jarenlang - tevergeefs - op slot voor westerse en vooral ook Amerikaanse culturele beïnvloeding. In combinatie met de eigen muziekcultuur en de hoge kwaliteit van het muziekonderwijs leidt dat nu tot een stroom van jonge talenten. Virelles pianospel biedt een groot palet aan mogelijkheden en hij mengt daarin ook minder gebruikelijke idioom en sequensen. Bassist Dezron Douglas en drummer Johnathan Blake vormen een sobere en soms heerlijk droge ritmesectie en geven daarmee blijk van veel inzicht in de historische rol van hun instrumenten. Minder is meer. Zonder opsmuk voorzien ze het muzikale idee van de benodigde kleur en diepte.

Zoals gezegd heeft Ravi Coltrane een artistieke top bereikt. Zijn complexe, maar zeker ook toegankelijke muziek staat op grote hoogte. Wie snel meer van zijn muziek wil horen, kan zich laven aan zijn nieuwste cd 'Spirit Fiction', die deze zomer uitkwam. Een boeiend concert van hoog artistiek niveau, dat vraagt naar een vervolg.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Unknown, 26.11.12) - [print] - [naar boven]


Boek: 'Big Easy Big Bands: Dawn and Rise of the Jazz Orchestra' - Eddy Determeyer



Boek
'Big Easy Big Bands: Dawn and Rise of the Jazz Orchestra'

Door: Eddy Determeyer / RhythmBusiness Publishing, 2012

Het onlangs verschenen boek 'Big Easy Big Bands' van auteur/jazzjournalist Eddy Determeyer [ook bij Draai om je oren, red.] is het logische vervolg op zijn eerdere publicaties 'Back Beat: De Gouden Jaren van de Rhythm & Blues' en 'Rhythm is our business: Jimmie Lunceford and the Harlem Express'. Met 'Big Easy' gaat Determeyer nu radicaal terug naar de bronnen van het ontstaan van de bigbandmuziek in de bakermat van de jazz, New Orleans.

Onder bigband wordt globaal verstaan een orkest dat groter is dan een zes-/zevenmans bezetting. Zo'n orkest is dan op zijn minst aangevuld met twee of drie saxofonisten. Ook wordt er gebruik gemaakt van uitgeschreven muziek (arrangementen).

In het eerste hoofdstuk 'The Brass Age' wordt uitvoerig en minutieus het ontstaan van de dans-, jazz- en bigbands beschreven. Het leidt tot een opzienbarende conclusie: niet in Storyville is de jazz ontstaan, maar in het gebied rondom Lake Pontchartrain. Vanaf het eerste tot en met het laatste hoofdstuk zit de vaart erin en wordt uitgebreid de bigbandhistorie zeer leesbaar uit de doeken gedaan. Exacte en uitvoerige beschrijvingen van musici, bands, periodes en talloze citaten uit interviews zuigen je het verhaal in. In de hoofdstukken wordt de historie chronologisch weergegeven en worden belangrijke musici extra belicht, waaronder John Robichaux, Sam Morgan, Fate Marable, Oscar 'Papa' Celestin, Clyde Kerr en Wardell Quezergue.

Om deze imposante geschiedenis op papier te zetten heeft Determeyer zich ingegraven in het Tulane University's Hogan Jazz Archive, diverse krantenarchieven doorgespit en tientallen musici geïnterviewd. Het resultaat is een overweldigend overzicht van meer dan een halve eeuw bigbandmuziek uit het verre zuiden van Amerika. Een geschiedenis die zicht geeft op het sociale leven, de danspartijen, de bigband battles en de gouden jaren van de 'grote' ensembles. Dit alles is beschreven met een zeer vaardige en vlotte pen en met een ongelimiteerde kennis.

Het boek waar historici, muziekliefhebbers en andere geïnteresseerden 'de vingers bij af kunnen likken', is uitgegeven onder eigen beheer – RhythmBusiness, Groningen – en te bestellen via de website www.eddydetermeyer.com.

Labels:

(Jacques Los, 26.11.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Ongeluk Marcus Miller


De Amerikaanse jazzbassist Marcus Miller is gisterenochtend in Zwitserland gewond geraakt bij een verkeersongeval, zo heeft de politie van het kanton Uri gemeld. De buschauffeur kwam om door de crash op de A2 nabij Schattdorf. De bus was om een onbekende reden in een linkerbocht van zijn traject afgeweken alvorens om te slaan. Er zou geen ander voertuig bij het ongeval betrokken zijn. De andere elf inzittenden, onder wie ook de tweede chauffeur, raakten gewond, maar niet ernstig, aldus de politie.

Miller (53), winnaar van talrijke Grammy's, was met tien bandleden onderweg naar Nederland. Komende week staan er optredens gepland in Hengelo, Tilburg en Utrecht. Of die concerten doorgaan, is nog niet bekend. Wel stonden ze zondagavond nog aangekondigd op de website van de bassist.

De bassist speelde in het verleden onder anderen met Miles Davis, Aretha Franklin, Herbie Hancock, David Sanborn, Frank Sinatra en Elton John. Hij beheerst ook de klarinet, gitaar en toetsen. Zijn laatste, van dit jaar daterend album, is 'Renaissance'.

Labels:

(Maarten van de Ven, 26.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Eric Boeren 4tet - 'Coconut' (De Platenbakkerij, 2012)
New Loet van der Lee Quartet - 'Basics' (Jazzshop, 2012)


Dat ook het New Quartet van trompettist Loet van der Lee naar het werk van Ornette Coleman smaakt, heeft direct te maken met de eigenzinnige composities van zijn bassist Johan Plomp. Want op zich speelt het Quartet een stuk traditioneler dan het viertal van kornettist Eric Boeren, een verklaarde Coleman-fan. Van der Lee heeft een glanzend trompetgeluid, hij neigt eerder naar Kenny Dorham dan naar Don Cherry. Boeren is niet vies van een rechtstreekse Cherry-lick of twee. Merkwaardig genoeg heeft de sound van zijn altist Michael Moore maar weinig van doen met Coleman, terwijl Bart Wirtz, die vuiler, expressiever en meer bluesy speelt dan leider Van der Lee, juist weer dichter bij het Amerikaanse icoon staat.

Genoeg vergeleken. Het kwartet van Boeren is sinds 1997 bij elkaar en speelt als één man. Er wordt gezamenlijk geïmproviseerd, de muzikanten vliegen in perfecte formatie, niemand speelt een noot te veel – en toch is het groepsgeluid onvoorspelbaar. Het ene moment horen we een spatgelijk team, het volgende spat de groep uiteen als een rijpe balsemien. Bij Van der Lee vinden we een meer doorgaande beweging. Maar wie die laatste echt in zijn element wil horen: check zijn Holland Big Band.

Meer horen?
Klik
hier om te luisteren naar het titelnummer van de cd 'Coconut'. En hier kun je kijken en luisteren naar een live-uitvoering van het nummer 'Untold Story', afkomstig van de cd 'Basics'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 25.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Een kamer vol aangename muziek

Wolfert Brederode Quartet, vrijdag 14 september 2012, Bimhuis, Amsterdam

In september speelde pianist Wolfert Brederode weer eens met zijn kwartet in het Bimhuis. "Daar zijn we blij om", zegt hij aan het begin van het concert. Dat staat bol van dromerige, ruimtelijke klanken en uitgesponnen melodieën. Je weet meteen weer waarom ECM de cd's van Brederode uitbrengt.

In het zwart gehuld en met zijn gezicht verstopt achter een wilde bos donker krulhaar spint Brederode zich in de muziek en begint met zacht slaan op de snaren: een waaiende wind en het begin van een melodie. Dan: diepe pianoklanken. De bas, klarinet en drums gaan ingetogen meedoen. Het concert is begonnen met het spel dat zo karakteristiek is voor Brederode: ingetogen, zorgvuldig gespeelde noten, ruimtelijke klanken en uitgesponnen melodielijnen. Oftewel kamerjazz, die een warme bries de ruimte in blaast.

In 'Inner Dance' zet Claudio Puntins klarinet de toon. Op een stevige klankbodem klinkt het ruisen van de zee in eb en vloed. 'Green' laat romantische, bijna klassieke klanken horen. Als de klarinet gaat meespelen, gaat het gras dansen en komen er komen lichte spikkeltjes in. Brederode slaat in 'Hybrids' een paar tonen aan op de piano, die hij laat uitklinken, terwijl hij via andere toetsen de boventonen laat horen. Opengeweven klanken, opgevuld met improvisaties van de andere heren van het kwartet. Er klinkt zowaar een kakofonietje, maar de noten hebben wel keurig met elkaar afgesproken wie eerst mag.

Na de pauze volgen meer nummers van de cd 'Post Scriptum', zoals 'Augenblick In Der Garderode Des Sommers'. Volgens Brederode staat de omschrijving bekend als de mooiste titel van ECM. Het kwartet waagt zich ook aan experimenten. In 'Sofia' zijn soundscapes te horen, vervreemdende geluiden als bubbels onder water. In een volgend nummer laat drummer Samuel Rohrer horen dat hij ook kan soleren. Er zijn ook nieuwe nummers, expressiever dan we van het kwartet gewend zijn, de blazers meer in de hogere regionen en de bas wat ruiger. Het servies is nog steeds van design, maar mag kapot. Hup, daar gaat weer een kopje.

Pas aan het einde van het concert, als de heren buigen voor het publiek, kan er een lachje af. Pfff, het is gelukt. Het toetje volgt snel. De piano en klarinet tekenen voor de aftrap, melodisch en vol fluweel. Dan schetst het kwartet bloemen op het fluweel en vogels in uitbundige kleuren. Het is de hele avond aangenaam vertoeven in deze kamer vol muziek, ook al is die vrijwel hetzelfde ingericht als vorige keren. Wie zou zich er niet door laten inspinnen?

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Heleen van Tilburg, 23.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Donald Fagen - 'Sunken Condos' (Reprise, 2012)

Opname: 2010-2012

Donald Fagen did it again. Wat heeft hij weer gedaan? Hetzelfde! Fagen, meer dan de helft van Steely Dan, heeft een vierde solo-cd laten verschijnen: 'Sunken Condos', een variant van de Dan en een mogelijke verwijzing naar verminderde potentie, (de man is 64).

Evenals de vorige drie is ook dit album muzikaal weer helemaal af. Fagen is een near-genius in het maken van liedjes die je op tenminste vier niveaus tot je kunt nemen. Je kunt geboeid de teksten volgen, dit keer – hoogst ongebruikelijk - veel over meisjes. Wel drie songs gaan daarover in de meest directe zin, waaronder het zoevende 'Miss Marlene'. De teksten zijn humorvol, vol met ongewone woorden (flatline attitude, dotcom slash live, goofy on the girlie), plaatsen (the island east of the Carolines, Castle Bravo, Planet d'Rhonda) en namen (Louis Dakine, Ivy King, the Weinberg Brothers) en behandelen onderwerpen waarvan je niet zou denken dat daar een liedje over te schrijven valt: over memorabilia, over de weersverwachting in je hoofd en over een planeet die er nog niet is.

Dan is er de muziek die je telkens weer verrast door rijke akkoorden en onverwachte akkoordwisselingen, door een eenvoudig minimaal georkestreerd motief, dat ineens als vuurwerk openvouwt in prachtige brede kleuren met blazers en vocals en zo even stil in de lucht blijft staan, alvorens weer uit elkaar te vallen en terug te keren naar de basis (zoals 'more light' in 'Slinky Thing'). Luister ook eens naar het bijna valse, telkens weer terugkomende piano-motiefje in 'Good Stuff'. Verslavend!

De fusie tussen rock en jazz die we van Steely Dan en Fagen gewend zijn, valt op 'Sunken Condos' nog meer uit in het voordeel van de jazz. Dat komt ondermeer door de geraffineerde blazerspartijen van Michael Leonhart (ook co-producer), die af en toe bijna eigenstandig door Fagens songs heenfietsen. Het is alleen jammer en behoorlijk onbegrijpelijk dat huisdrummers als Bernard Purdie of Keith Carlock plaats hebben moeten maken voor een automaat die Earl Cook Jr heet [waarschijnlijk gesequencede partijen uit de koker van multi-instrumentalist Leonhart, red.].

De cover van 'Out Of The Ghetto' van Isaac Hayes had voor mij niet gehoeven. Maar wél betekenisvol en knap hoe het nummer 'zwart' begint en door de blazers (klarinet) steeds Joodser gemaakt wordt tot het eindigt in bijna klezmer.

De derde manier is even gaan zitten om speciaal te luisteren naar de muzikaliteit en het spelplezier van ieder van de hoofdrolspelers: Jon Herrington op gitaar, Freddie Washington op bas, Walt Weiskopf op sax en Fagen zelf natuurlijk op toetsen (onder meer clavinet, B3 orgel, Fender Rhodes, minimoog en piano). Allemaal oudgedienden die het klappen van de Fagen-zweep kennen en die zich schijnbaar achteloos en vrij bewegen door de aangereikte complexe akkoordenschema's. Daarnaast zijn er gastbijdragen van gitarist Kurt Rosenwinkel en zangeres Catherine Russell.

Tenslotte kun je het plaatje ook gewoon opzetten als Schöner Wohnen-muziek, prettig klinkend op de achtergrond, en laat je de lagen de lagen.

Donald Fagen: he did it again! De kritiek is natuurlijk: 'niks nieuws' of 'varianten van hetzelfde'. Je kunt ook zeggen: je hebt een eigen stijl of niet. Er zijn maar weinig mensen die van Beethoven zeggen: "Als je één symfonie van hem gehoord hebt, heb je ze allemaal gehoord", tenzij je niet van Beethoven houdt.

Meer horen?
Op de
website van Donald Fagen kun je tracks van dit album beluisteren.

Labels:

(Unknown, 22.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Prachtig ingetogen concert door jonge garde

Ambrose Akinmusire Quintet, donderdag 1 november 2012, Bimhuis, Amsterdam

Het is deze maand een drukte van belang in het Bimhuis betreffende het aanbod van prominente en belangrijke Amerikaanse moderne jazzmusici. Om maar enkelen te noemen: Joshua Redman, Ravi Coltrane, Terence Blanchard, Kurt Elling, Fred Hersch, Billy Hart en Eric Alexander. Een selectie uit dat aanbod maken – een mens kan niet overal heen – zal niet meevallen.

De keuze voor het jonge aanstormende trompettalent Ambrose Akinmusire blijkt achteraf geen slechte te zijn. De in 1982 geboren Akinmusire heeft zich inmiddels gevestigd in de hoogste rang van de hedendaagse jazzgeneratie. In zijn recente kwintet bevinden zich eveneens jonge talenten van een groot kaliber: saxofonist Walter Smith III, pianist Sam Harris, bassist Harish Raghaven en drummer Justin Brown. De laatste twee creëerden een continue pulserende ritmische stroom zonder vaste beat. Ook door hun beheerste en subtiele speelwijze mengde de ritmesectie perfect met het ensemblegeluid en de solo's van de blazers en de pianist.

Akinmusire's composities waren ruimtelijk qua structuur en meer gebaseerd op flarden en fragmenten, niet zozeer melodieën gebaseerd op de traditionele maatschema's. Naast Akinmusire kregen dan ook Smith en Harris ruimschoots gelegenheid hun kwaliteiten in vrije improvisaties te etaleren. Vooral saxofonist Smith viel op door een sobere, doch warme toonvorming (het leek wel of hij een mondstuk, dat specifiek voor klassieke muziek bestemd is, op zijn sax had gezet) en veelvuldige toepassing van triolen en rapsodische lange lijnen. Akinmusire's spel was zowel enerverend – felle hoge noten – als uiterst sfeervol, door toepassing van bluesy vervormde tonen.

Het publiek, grotendeels bestaande uit een leeggelopen jazzafdeling van het conservatorium aan de overkant van het Bimhuis, luisterde aandachtig en ademloos naar een prachtig en ingetogen concert. Een speld kon je horen vallen. Hoe vaak komt dat voor tijdens een jazzconcert?!

Meer zien?
Klik hier voor een fotoverslag door Cees van de Ven van het concert dat het Ambrose Akinmusire Quintet eerder dit jaar gaf in het Bimhuis.

Labels:

(Jacques Los, 20.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Angles 8 - 'By Way Of Deception - Live in Ljubljana' (Clean Feed, 2012)

Opname: 1 juli 2011

In zijn liner notes bij 'By Way Of Deception' verwijst Stef Gijssels (oprichter van
Free Jazz Blog) naar Charlie Hadens Liberation Music Orchestra, een orkest dat net als Angles een duidelijke sociaal-politieke boodschap uitdraagt. Net als bij Haden situeert die zich bij Martin Küchen, saxofonist en leider van Angles, in het linkse kamp. Wie wil kan dat sociale ideaal gerust in het collectieve van de muziek terughoren, maar van een blinde, Sovjet-Russische eensgezindheid is geen sprake. Het groepsgevoel en bijbehorende geluid van Angles zijn er immers geen van volgzaamheid, maar van pluralisme, zodat het straatgehalte dat de band heeft nooit vulgair wordt.

In vergelijking met de vorige albums is de band gevoelig gewijzigd. Trompettist Magnus Broo werd vervangen door Goran Kajfes en met de komst van Alexander Zethson op piano en Eirik Hegdal op bariton- en sopraninosaxofoon is het sextet een octet geworden. Met deze extra muzikanten en de vibrafoon van Mattias Ståhl heeft de band een extra rijk palet aan kleuren ter beschikking.

Dat weerspiegelt zich in muziek die duidelijk in de improvisatietraditie staat, maar tevens echo's laat horen van Balkanfanfares, swing, Ornette Coleman-achtig zwevende melodieën, zwoele Bar Kokhba-fijnheid, episch brede popgrooves, maar ook radicale vrije improvisatie.

Qua solisten telt de band geen zwakke broertjes, al laten de verschillende muzikanten wel een eigen geluid horen. Trombonist Mats Äleklint zit op het randje van het scheuren en Hegdal weert zich als een duivel in een wijwatervat wanneer hij in 'Let’s Speak About The Weather' langs alle kanten belaagd en opgestuwd wordt. Bassist Johan Berthling opteert dan weer voor spokende flageoletten en ook Zethson kiest met voorzichtig verschuivende klankwolken van repeterende noten en akkoorden voor een abstracte benadering.

De stukken waar de acht muzikanten op losgelaten worden (allen van de hand van Küchen) kunnen rekenen op melodieën die de luisteraar urenlang blijven achtervolgen. Hoewel sommige fragmenten best eenvoudig zijn, krijgt simplisme geen kans. De steeds toenemende gelaagdheid door onder een solist extra lijnen of zelfs improvisatoren te plaatsen, geeft de muziek nog meer diepte en opbouw. Bovendien is er ook ruimte voor meer uitgewerkte fragmenten, zoals de twee- en daarna zelfs driestemmige canon in 'Today Is Better Than Tomorrow', en zijn de composities opgebouwd uit verschillende geledingen.

Het lijkt wel alsof de muziek uit deze structuur haar grote energie haalt, want naast de zachte kleuren en de kleinere formaties waarin de instrumenten aangewend worden, zijn het de grote, meeslepende climaxen die voor een catharsis zorgen. Wie de euforische eensgezindheid waarmee de nummers steevast eindigen kan weerstaan, moet van gewapend beton zijn. Vooral in 'Don’t Ruin Me' en 'Let’s Tear The Threads Of Trust' die samengevoegd tot een half uur de cd afsluiten, knalt de band als nooit tevoren. Na enkele beklijvende bewegingen richting een stevig hoogtepunt, moet op het einde het dak er helemaal af; verschillende solisten lopen door elkaar, her en der is de hoofdmelodie terug te horen en de piano mag als kroon op het werk over de hele groep donderen: een slot als vijf uitroepingstekens voor een album dat bijna een parallelle score waard is. En dat de luisteraar nog lang zal heugen.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

Meer horen?
Klik hier om te luisteren naar 'Today Is Better Than Tomorrow'.

Labels:

(Koen Van Meel, 20.11.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Brokkenfestival 2012


Sinds najaar 2006 programmeert gitarist Corrie van Binsbergen de maandelijkse Brokkenconcerten in het Amsterdamse Zaal 100. In die concertserie plaatst ze nieuw talent tegenover gevestigde namen en organiseert ze ontmoetingen tussen musici uit verschillende circuits. Het levert vaak verrassende, spannende en ontroerende concerten op.

De hoogtepunten worden aan het eind van het jaar gepresenteerd tijdens het Brokkenfestival in het Bimhuis. Op zondag 23 december, de vijfde editie van dit festival, wederom een prachtig amalgaam van altorock, impro, singer-songwriter, Turkse zang, zigeunermuziek, et cetera.

Het programma neemt 's middags om half vier een aanvang met de Losse Brokken, met onder anderen drummer Yonga Sun en saxofonist Mete Erker, vanaf 16.50 uur treden twee trio's op: Electric Strings (Frances Marie Uitti - cello, Nora Mulder - cimbalom, Corrie van Binsbergen - gitaar) en Trio Steven Kamperman (rieten), Sanem Kalfa (zang)en George Dumitrio (gitaar). Hierna, vanaf ongeveer 18.00 uur de groep Nosoyo en dan nog - na het buffet-diner in het café van het Bimhuis - Vasile Nedea & Friends.

Dit jaar krijgt het festival bovendien op vrijdag 21 december een preview in Nijmegen. Corrie van Binsbergen is daar dit seizoen 'artist-in-residence' bij het Nijmeegse Lindenberg Productiehuis. Zij stelde daarvoor een serie samen, getiteld 'Viermaal Van Binsbergen', waarin ze telkens een speciaal programma presenteert. Het Brokkenfestival in de Lindenberg brengt naast de première van de eerdergenoemde formaties Electric Strings en Trio Kamperman/Kalfa/Dumitrio ook Boi Akih, het 'gouden jaren-tachtig duo' Cellotape & Scotchtape van cellist Ernst Reijseger en percussionist Alan 'Gunga' Purves en een grootse afsluiting met de speciale formatie We Were Not Talking #2, een antwoord op Zappa's 'Shut Up And Play Your Guitar' met maar liefst vier gitaristen.

Voor meer informatie over het Brokkenfestival 2012 klik hier (Bimhuis) en hier (Lindenberg).

Labels:

(Jacques Los, 16.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Veranderlijk en wisselvallig verjaarsfeestje

Rein de Graaff's 70th Birthday Jazzparty, donderdag 8 november 2012, Bimhuis, Amsterdam

In het Bimhuis werd deze avond de zeventigste verjaardag van pianist Rein de Graaff gevierd. Met als hoofdgast de Amerikaanse mainstream-, bluesy tenorsaxofonist Houston Person, aangevuld met de jonge honden Benjamin Herman en Ben van Gelder op altsax, trompettiste Ellister van der Molen, gitarist Martijn van Iterson en zangeres Sylvia Droste.

De eerste set (voor de pauze) werd geopend door De Graaffs trio, met een swingende opwarmer 'Dear Old Stockholm'. Nadien werden Houston Person en Sylvia Droste het podium opgeroepen. In die context stelde de saxofonist zich zeer bescheiden op en gaf alle ruimte aan de zangeres. Dat hebben we met z'n allen geweten. Droste heeft meer flair dan zangstem. Haar presentatie en haar lef correspondeerden geenszins met haar vocale kwaliteiten. Ze scat niet muzikaal, maar wel brutaal. In 'On Green Dolphin Street' gleed ze qua stem behoorlijk uit. Tegen het eind van de eerste set had Person zich wat losgeweekt van Drostes gênante dominantie en kwam hij los met een geïnspireerd swingende solo in 'Sometimes I'm Happy' (heel toepasselijk).

Het echte feest begon pas na de pauze. De jonge garde ging enthousiast tekeer met in- and outside-improvisaties op bebopnummers als 'Bag's Groove', 'Good Bait' en 'Ornithology'. Natuurlijk is dat wel het algemene jamsessionrepertoire - blues en ritmeschema's - maar dat mocht de pret voor Herman, Van Gelder, Van der Molen en Van Iterson niet drukken. Zo werd het smeulende vuurtje van voor de pauze flink opgestookt. Ook Rein de Graaff en zijn kompanen, bassist Marius Beets en drummer Eric Ineke, kwamen op stoom en swingden en stuwden als niet eerder op deze avond. Met snelle en felle helder klinkende loopjes en dampende blokakkoorden soleerde De Graaff, in deze de avond goedmakende set, niet als een zeventigjarige senior, maar als een jonge hond. We wensen hem nog vele bebopjaren toe.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 15.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Bill Evans - 'Momentum' (Limetree, 2012)

Opname: 4 februari 1972

Concerten of opnamen waarbij je betrokken bent, daar schrijf je uiteraard geen recensies over. Maar het is nu veertig jaar geleden dat ik samen met Ron Gullen Bill Evans' concert in de Groninger Stadsschouwburg organiseerde, geen mens die dat nog weet. Zoals de details van dat optreden inmiddels ook uit mijn geheugen waren gewist.

Pianist Bill Evans werd in grotere groepen met blazers soms uitgedaagd tot gewaagde loopjes en intervallen; alleen of met zijn trio placht hij dieper te gaan. Hier vormt hij een duo met bassist Eddie Gomez dat door de ietwat voorspelbare drummer Marty Morell wordt ondersteund. De pianist en de bassist verdelen de taken van solist en begeleider tamelijk eerlijk en je hoort ('Turn Out The Stars', 'Gloria’s Step') hoe perfect de muzikanten op elkaar zijn ingeslepen. Soms, ja soms functioneert het trio als een driehoek, zoals bekend de sterkste tweedimensionale structuur in het heelal. Dan werken de drie muzikanten gezamenlijk aan een en dezelfde action painting.

Evans is met zijn doorwrochte impressionistische exercities vanzelfsprekend de ster van de avond, maar met zijn beweeglijke, puntige geluid is Gomez aan hem gewaagd. In 'Who Can I Turn To' speelt hij een gevarieerde solo, waarin hij vrije passages afwisselt met traditioneel loopwerk.

Enne... laat je niet afschrikken door die afschrikwekkende cover.

Labels:

(Eddy Determeyer, 14.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Nee, echt wel!

ICP Orchestra, zaterdag 1 september 2012, Bimhuis, Amsterdam

Een uitverkocht Bimhuis vol grijze mannen in tweetjasjes met vilt op de ellenbogen. Hebben ze het eerste concert van deze eigenzinnige componistenpool ook al bijgewoond? Dat zou zomaar kunnen. Hoe het ook is, 51 jaar na hun eerste optreden weet het ICP nog steeds volop te boeien en verrassen.

Pianist Misha Mengelberg, een van de oprichters van ICP, schuifelt het podium op. Op zijn hoofd een zwart baseballpetje, achterstevoren. IJl maar trefzeker laat hij horen hoe de swing klinkt. Later zegt violiste Mary Oliver dat het een eerbetoon is aan saxofonist Sean Bergin, die diezelfde dag overleden is. In de volgende nummers hoor je terug dat de ICP-ers zijn geraakt door het verlies van hun muziekmaatje. Zo tegen de pauze is het gemis eruit gespeeld.

Een broodmagere man met een klein, rond petje op zijn hoofd komt het podium op. Het is cellist Tristan Honsinger. Millimeter voor millimeter poetst hij de stok van zijn cello op, waarna hij met Mengelberg gaat meespelen. Melodische klanken, tonen die schuren en een enkel swingnootje. Ineens houdt het op. Klaar. De andere ICP-ers komen kletsend het podium op. "Wat gaan we ook alweer spelen? Zit er publiek in de zaal? Oh, dat is niet erg, daar hebben we geen last van." Mengelberg rijgt intussen nog wat nootjes aan elkaar. Eens eigenzinnig, altijd eigenzinnig.

Trompettist Thomas Heberer roept de muziek aan, de cello klinkt alsof ie gestemd moet worden en Han Bennink, een andere ICP-er van het eerste uur, leeft zich uit. De Composers Pool is begonnen. Verschillende stijlen trekken voorbij: Dixieland, nootjes die de pan uit swingen en melodische ballades. Altijd is er het tegendraadse en onverwachte, dé stijliconen van deze band. Geluiden die al het stof uit je oren schudden, met daaronder ingenieuze arrangementen. Vrijwel alle nummers zijn eigen composities met veel ruimte voor improvisatie.

'No Idea' is bijvoorbeeld een compositie van Mengelberg en rietblazer Michael Moore. Een van de saxen neemt het voortouw. Spetterend, schreeuwend, fel. De anderen volgen door tegen de haren in te strijken. Dan fluisteren trompet, piano en trombone, gevolgd door een droge, felle tik op de drums. In 'Kneut', een nummer vernoemd naar een Brabantse dorpskroeg, blaast trombonist Wolter Wierbos tranen met tuiten en een glimlachje. De blazers voegen nog meer vrolijke tranen toe. Kijk, Don Quichotte is in aantocht. Daar moet op gedronken worden, en veel ook. Elkaar overeind houdend zwalken de klanken naar huis.

In een compositie van Moore begint de viool, lieflijk strijkend. Dan zetten de blazers de achtervolging in met dichtgeknepen billen. De andere instrumenten krijgen de slappe lach. Zo stuiteren ze met z'n allen het struikgewas in. Staat daar niet Toon Hermans met een dode duif? Niet vanavond. Nu valt de duif omhoog, meerdere keren. Het struikgewas wuift de duiven na. Een ijle luchtklank, dat is alles wat nog rest.

Na de pauze neemt Guus Janssen de plek achter de piano in. Het spel wordt uitbundiger, maar blijft absurdistisch. Mengelbergs geest dwaalt nog rond. Carnavaleske klanken. De kippen dansen op straat met de veren achterstevoren. Dan wil Bennink tempo. Hij zet een stevige mars in. De rest volgt. Zo klinkt Ives' 'Country Band March' met een ICP-sausje: swing met atonale accenten. Bennink wil met zijn drumstokken nog wel even doorstappen, maar houdt ze ineens boven zijn drumstel stil. De rest is al opgehouden.

Tijd voor wat anders: een ballad. Lange noten blazen een knisperend schuimlaagje op een dubbele espresso. Dan gaat de trombone scheten laten. Tegendraads huppelt de piano mee en de rest zwiert rond in een struisvogeljurkje. Dit is romantiek die het ICP-etiket waardig is. Honsinger gaat voor de groep staan zwaaien met armen en benen. Zo moet het klinken! Dan wijst hij de pianist aan. Die geeft een roffel. Honsinger springt in de lucht en wijst een muzikant aan die dat mag laten horen. De piano roffelt. Honsinger springt omhoog en wijst naar Heberer. Zo, nu jij. O, wat is dit spannend, niet alleen voor de muzikanten, maar ook voor het publiek.

Het concert loopt ten einde. Natuurlijk is er een toegift, 'Carpe Diem', een compositie van Moore. Op zijn klarinet tovert hij warme, slepende klanken tevoorschijn. De muziek drijft langzaam uit. De dag is geplukt. Buiten rijdt de trein leeg voorbij. De heren en dame verlaten het podium, op Bennink na. Hij gebaart dat iedereen terug moet komen. "We zouden nog een nummer spelen. Nee, echt wel." Het is het ICP ten voeten uit: eigenzinnig en tegendraads tot het gaatje, of daaraan voorbij.

Labels:

(Heleen van Tilburg, 14.11.12) - [print] - [naar boven]





In memoriam
Ted Curson


Afgelopen zondag, 4 november 2012, is trompettist Ted Curson in zijn woonplaats Montclair, New Jersey op 77-jarige leeftijd overleden.

Curson was een bekend musicus die zich vanaf eind vijftiger jaren bewoog in kringen van de vooruitstrevende New Yorkse muzikanten. Zijn debuut was op Cecil Taylors 'Love For Sale'-album. Dat was in 1959. In het begin van de jaren zestig speelde hij in de groep van bassist Charles Mingus. In die groep zaten ook nog de saxofonisten Eric Dolphy en Booker Ervin.

Curson is onder andere te horen op de Mingus-albums 'Mingus Revisited', 'Mingus At Antibes' en 'Charles Mingus Presents Charles Mingus'. In 1961 neemt Curson zijn eigen album op, 'Plenty Of Horn' (Old Town). Sindsdien verschijnen er zestien albums onder zijn eigen naam. De bekendste platen zijn 'Tears For Dolphy' (Black Lion, 1964), 'New Thing And The Blue Thing' (Atlantic, 1965), 'Urge' (Fontana, 1966), 'Jubilant Power' (Inner City, 1977) en 'In Paris: Live At The Sunside' (Blue Marge, 2006). Hij neemt ook deel aan opnames van Archie Shepp, Andrew Hill en Bill Barron. Als sideman is hij op meer dan driehonderd albums te horen.

Echt doorgebroken is Curson niet. Wel toert hij veelvuldig in Europa. Daar is hij dan ook enigszins bekend, vooral in Finland. Hij is daar een gevierd muzikant – een 'jazz colossus' - en verschijnt dan ook jaarlijks op het Pori Jazz Festival. Zelfs de president van Finland kwam naar Cursons woonplaats Montclair, waar hij in de tuin een picknick met de trompettist had.

Labels:

(Jacques Los, 13.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Al Cohn - 'Four Classic Albums Plus' (Avid, 2012)

Opname: 1954-1957

Dit belooft een mooie serie te worden, de 'Four Classic Albums'-serie van Avid Entertainment. Vier moeilijk verkrijgbare lp's uit de jaren vijftig en zestig op een dubbel-cd. In het geval van tenorist Al Cohn betreft het twee stuks onder eigen naam, een plaat onder leiding van gitarist Freddie Green en een revival-album met de bigbandmuziek van Andy Kirk.

Cohn heeft een mooi vol, diep geluid met daarin altijd een suggestie van weemoed. Het best is hij gecast in 'The Jazz Workshop', waarin de tenorsaxofonist ondersteund wordt door vier trompetten plus een ritmesectie. Die vier scheurijzers zijn een vondst; ze kunnen uiteraard een sectie vormen, al dan niet gedempt, maar ook ieder afzonderlijk tekeergaan. Het zou een mooie voor een quiz kunnen zijn: zet Thad Jones, Joe Newman, Nick Travis en Joe Wilder, die elkaar chasen in 'Rosetta', in de juiste volgorde. Gedempt ('The Song Is Ended') zijn die gasten godsgruwelijk geweldig.

Vindingrijk en fantasievol klinkt het duet van Al Cohn met trombonist Frank Rehak in 'Good Old Blues'. In de resurrectie van Andy Kirks Clouds Of Joy kruipt Cohn in de huid van Dick Wilson, de oorspronkelijke saxofoonheld van de Clouds. Arrangeurs Manny Albam en Ernie Wilkins benaderden de oorspronkelijk arrangementen met respect; de tempi liggen hier en daar wat hoger (ook in de klassieke muziek zie je tempi met de tijd omhooggaan!), het studio-orkest klinkt soms wat stijver en pianist Kenny Kersey heeft niet het lichtvoetige van Mary Lou Williams, maar leider Andy Kirk kan tevreden zijn.

Labels:

(Eddy Determeyer, 13.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Modern telepathisch samenspel

Tom Rainey Trio ft. Mary Halvorson & Ingrid Laubrock, vrijdag 26 oktober 2012, Paradox, Tilburg

Het trio muzikanten treedt de afgelopen jaren meestal, onder wisselend leiderschap, in dezelfde basissamenstelling op. Onder de noemer van het Tom Rainey Trio wordt deze avond een nieuwe dimensie toegevoegd aan de verfijnde wereld van de avant-garde jazz. Vooral door het aanbrengen van andere muzikale accenten. Nauwelijks waarneembaar maakt de leidende rol van Tom Rainey indruk door zijn ingenieuze, vloeiende ritmiek. De brede benadering van zijn elegante drumspel en de veelvoud aan gehanteerde drumstokken zorgen voor een bijna onmetelijke kleurrijkheid en reikwijdte van zijn slagcombinaties. Luisterend en freewheelend gaat Rainey met drive en subtiliteit de dialogen aan met saxofonist Ingrid Laubrock en gitarist Mary Halvorson. Zonder het muzikaal geheel uit het oog te verliezen. Overall gesproken is er muzikaal veel gaande. De nummers komen organisch tot stand, of er nu agressief of ingetogen gespeeld wordt, of een beetje van beide.

Met name de ontwikkeling in het karakteristieke en eigenzinnige gitaarspel van Halvorson is opzienbarend. Het gehanteerde gitaaridioom - van knisperend puntig spel, de behendigheid van de aangebrachte versieringen tot de zwaarmoedige dissonanten - zijn bij vlagen van een hartverscheurende schoonheid. Ook de galm en de vol vervorming gespeelde intermezzo's, in samenspraak met de vertraging in haar spel door het veelvuldig gebruik van het volumepedaal, maken haar improvisaties even onvoorspelbaar als uniek.

Ook de vernieuwende dadendrang van saxofonist Laubrock wekt verwondering. Zij is in staat om binnen de complexiteit van de composities haar ziel op de sax te laten horen. En ze schuwt niet om de humor in haar spel toe te laten, om bijvoorbeeld het geluid van een verroeste fluitketel muzikaal te imiteren. In de interacties met Rainey en Halvorson toont Laubrock spaarzaamheid door na effectieve stiltes fladderend en uitgestrekt te soleren. De saxofonist, deze keer alleen op tenorsaxofoon te horen, bedient zich van een warm, expressief, maar sober geluid. Zoekend naar variatie, soms gefragmenteerd, maar altijd vol dynamiek op zoek naar creatieve vondsten.

De muziek is van een hoog abstract gehalte, maar de collectieve uitspattingen bieden steeds nieuwe uitvalswegen en herkenbare wendingen vol dramatiek. Deze worden bovenal gevoed door het moderne, creatieve en telepathische spel van beide dames.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 11.11.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Benefietconcert Nederlands Jazz Archief


Wegens stopzetting van de rijkssubsidie aan Muziek Centrum Nederland (MCN) dreigt het Nederlands Jazz Archief (NJA) per 1 januari 2013 te verdwijnen. Het NJA hoopt met een 'vriendenactie' genoeg donateurs te vinden om een doorstart te maken. In het kader hiervan vindt op zondag 16 december in het Bimhuis te Amsterdam een benefietconcert plaats met medewerking van Benjamin Herman, Jules Deelder, John Engels, Rita Reys, Michael Moore, Hans Dulfer, Michiel Braam en vele anderen.

Ook is er die avond een veiling, waar onder leiding van veilingmeester Hans Dulfer uniek fotomateriaal uit het archief, een kunstwerk van Han Bennink en andere bijzondere zaken onder de hamer gaan. De opbrengst van deze avond ‒ waaraan iedereen belangeloos meewerkt ‒ wordt gebruikt om het NJA een doorstart te laten maken.

Het Nederlands Jazz Archief verzamelt en beheert al meer dan dertig jaar materiaal over de Nederlandse jazz. De collectie bevat duizenden (digitaal raadpleegbare) banden, foto's, knipsels, arrangementen, maar ook bladmuziek, historische tijdschriften en bijna alle denkbare geluidsdragers waaronder 22.000 lp's. Organisaties zoals het Bimhuis en North Sea Jazz Festival hebben hun archieven bij het NJA ondergebracht.

Klik hier voor meer informatie over dit benefietconcert.

Labels:

(Jacques Los, 11.11.12) - [print] - [naar boven]





Interview
Boi Akih


"Onze muziek is eigenlijk half jazz-half impro. We gaan het zelf nooit als wereldmuziek verkopen. We leggen soms zelfs uit hoe de stukken in elkaar steken. Genres zijn ontstaan, omdat er ergens op de wereld een genie zat die die muziek maakte, en daardoor lijkt het alsof die muziek uit dat land komt. Ik hoor niet bij de groep mensen die denken dat de omgeving bepaalt wat voor muziek je maakt. "

Boi Akih is momenteel op tournee door Nederland. Ze spelen vanavond in Leiden (De X) en daarna nog in Amsterdam (Buiksloterkerk, 11 nov), Breda ('t Hijgend Hert, 15 nov) en Nijmegen (LUX, 17 dec). Ken Vos sprak met zangeres Monica Akihary en gitarist Niels Brouwer.

Lees hier het volledige interview.

Labels:

(Maarten van de Ven, 10.11.12) - [print] - [naar boven]



 

Cd / Jazztube
Busch/Van Kemenade/Stockhausen/Ounaskari - 'Fugara' (DNL, 2012)

Opname: 3 december 2011

Indien een veertiendaagse retraite bij de Fraters van Swalmen je te prijzig is, is de aanschaf van dit schijfje wellicht een goed alternatief. De sfeer is namelijk contemplatief, zoals ook de titel van het laatste stuk, 'Contemplation/The Mountain', aangeeft. De spil van het kwartet wordt gevormd door de as Paul van Kemenade-Stevko Busch, die elkaar, denk ik, kennen van Willem van Manens Contraband en reeds veelvuldig samenwerkten.

'Picking Cranberries' is met elf en een halve minuut het langste stuk en ook het meest gevarieerde. Na een uitbundig begin kruipt het terug in zijn schulp, waarna het wederom ontvlamt doch pianist Busch andermaal aan het piekeren slaat. Vervolgens beginnen de muzikanten een freejazz-gesprek waarbij trompettist Markus Stockhausen zich ontpopt als een Don Cherry op speed. Na deze enerverende diashow zitten we nog even na te knipperen als het licht weer aangaat.

Over Don Cherry gesproken: de compositie 'Cheru' heeft wel wat van Ornette Colemans vroege werk. Het is wat levendiger dan de overige overwegingen, maar glijdt uiteindelijk toch weer af naar diepe, diepe mijmeringen.

Bekijk de Jazztube!
Klik op de afbeelding linksboven om Busch, Van Kemenade, Stockhausen en Ounaskari aan het werk te zien in het Bimhuis op 3 december 2011, waar bovenstaand album werd opgenomen. We horen en zien 'Cheru'.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 10.11.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Martin Fondse wint Edison


Componist, bandleider en muzikant, Martin Fondse is winnaar van de Edsion in de categorie Jazz Nationaal voor zijn cd 'Testimoni' met Eric Vloeimans en het Matangi Quartet. De jury roemt deze suite in twee delen: 'Interiori' , een introspectief deel en 'Exteriori': een loflied op de expressie. De luisteraar wordt meegesleept door de prachtige composities van Martin Fondse, die zijn inspiratie put uit verschillende bronnen, en de muzikale verbeeldingskracht van trompettist Eric Vloeimans en het sublieme spel van het Matangi Strijkkwartet. 'Testimoni' is voor de jury een project waarin hedendaags gecomponeerde en geïmproviseerde muziek op een fascinerende manier zijn gecombineerd tot een boeiende muzikale ervaring.

Martin Fondse (componist, vibrandoneon, piano) is een van Nederlands meest gekoesterde componisten en pianisten. Hij schrijft muziek voor uiteenlopende ensembles en artiesten als het Metropole Orkest, het Concertgebouw Orkest, Starvinsky Orkestar, XLJAZZ, Matthew Herbert, Basement Jaxx en de Portugese fadozangeres Mariza. Fondse is een grensoverschrijdend componist die in zijn werk verschillende stijlen verbindt.

Ook de serie 'Jazz At The Concertgebouw', uitgegeven door het Nederlands Jazz Archief en Muziek Centrum Nederland, heeft een Edison Jazz/World gewonnen in de categorie 'bijzondere uitgaven van historische aard'. De serie bevat nooit eerder uitgebrachte opnamen van de legendarische nachtconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw en telt inmiddels zes delen, onder meer met Chet Baker, Gerry Mulligan en Sarah Vaughan. Binnenkort verschijnt deel zeven, met unieke concerten van Miles Davis, John Coltrane en Sonny Stitt uit april en oktober 1960.

"Onder de bezielende leiding van impresario Lou van Rees traden vanaf de jaren vijftig vrijwel alle kopstukken uit de jazz op in Amsterdam. Dat deze concerten überhaupt zijn opgenomen is een wonder; dat ze nu zo liefdevol worden uitgebracht op cd is een droom voor velen én een waardevolle bijdrage aan het Nederlandse jazzerfgoed", aldus de Edsion-jury.

Andere winnaars zijn saxofonist Bart Wirtz (Jazzism Publieksprijs), trompettist Christian Scott (Internationaal), Gregory Porter (Vocaal) en het Gurdjieff Folk Instruments Ensemble (World).

Op woensdag 28 november worden de Edisons uitgereikt in het Muziekgebouw Eindhoven. Diverse winnaars zullen onder leiding van Vince Mendoza en het Metropole Orkest repertoire ten gehore brengen. Het programma na de pauze wordt volledig ingevuld door Dee Dee Bridgewater, winnaar van de Oeuvreprijs 2012. De avond wordt gepresenteerd door Co de Kloet. Een radio-uitzending van het prestigieuze evenement op 28 november is live te volgen op Radio 6. E

Klik hier voor meer informatie over de uitreiking.

Labels:

(Jacques Los, 7.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Een wandeling door klankenbos Noreia

Samuel Rohrer NOREIA, woensdag 31 oktober 2012, Paradox, Tilburg

Dat de samenwerking stevig is tussen Samuel Rohrer (drums) en Claudio Puntin (rieten), bewijzen de vele projecten die al op hun naam staan, zoals het Wolfert Brederode Quartet, maar evengoed het project COR samen met Joao Paulo Esteves da Silva, Sepiasonic of gewoon als duo Puntin-Rohrer. Voeg daarbij nog een ander duo - de IJslander Skulli Sverisson (gitaar) en de Oostenrijker Peter Herbert (bas) - en het nieuwe project NOREIA is ontstaan, waarmee ze vanavond hun tournee afsluiten in de Paradox.

Of de naam van de cd 'Noreia' ontleend werd aan een verloren stadje ergens in het zuidelijk gedeelte van Oostenrijk waar ooit in 113 voor Chr. de slag voor de Cimbrische oorlog werd uitgevochten, laat ik in het midden. Maar de cd-voorstelling vanavond zorgde in ieder geval voor een gevecht met klanken en kleuren, gestreden door vier strijdlustige muzikanten.

Puntin, soms gewapend met bas- en besklarinet terzelfder tijd, beheerst de circular breathing-techniek tot in de perfectie, maar hij maakte hiervan vanavond sporadisch gebruik. Wel wist hij zeer gedoceerd en subtiel kleine elektronische klankbewegingen in de composities te stoppen met zijn effectenbord, die een vervolmaking betekende van het klankbeeld. Met verschillende toys, zoals de mondharp of de megafoon, zorgde hij met de juiste ademstoten voor variatie in klankkleur en spanning. De composities van Rohrer schreeuwden vaak ook om uiterst fluisterzacht spel. Welnu, dat was bij Puntin in goede handen. Wat een beheersing van toon, zowel in de forte alsook in de pianissimo's. Ook Rohrer balanceerde van volle energie naar subtiele ritmes. Opvallend zijn de opzwepende grooves: niet te luid, niet te stil. Altijd fijn en doordacht. Samen met Severisson gingen ze soms zelfs de rockachtige toer op.

Severisson en Herbert speelden duidelijk een ondersteunde rol, maar de originaliteit lag vooral bij het duo Puntin-Rohrer. Severisson was vooral de flowkeeper, die met repetitieve riffs met Rohrer op slagwerk de basis verzorgde. Zijn spel was solide, sympathiek en bescheiden, maar weinig verrassend of opzienbarend. Zijn soloruimte was beperkt, waardoor zijn improvisatorisch vermogen grotendeels verborgen bleef. Herbert nam zowel in stijl en muziek een anarchistische houding aan door eerder onopgemerkt te blijven en de set niet te overheersen. Toch bleef hij alert. Hij streefde naar de juiste balans en klanknuances. Maar door het uitblijven van spitsvondigheid bleven de gitarist en de bassist eerder hangen in eenzelfde sfeer.

Ook in de tweede set bleven de klanken beelden oproepen. De muziek van NOREIA is in die mate filmisch, dat hij ook andere artiesten aangezet heeft tot creaties, zoals de korte film van Erika Matsunami, die als uitgangspunt het nummer 'Back From Places We’ve Never Been' nam, gebaseerd op de improvisaties van deze muzikanten. Het is een op tijd gebaseerde visuele compositie (klik hier). De ruimte, de cyclus en het verloop van de tijd vanuit twee verschillende richtingen bekeken: de toekomst en het verleden. Maar dit nummer liet vanavond aan de toeschouwer alle vrijheid open om daar nog andere beelden aan te koppelen.

Zij die het concert moesten missen, kunnen zelfs tot in de wolken kruipen om een glimp op te vangen van de sfeer die deze cd uitstraalt. Op deze soundcloud kan je verschillende fragmenten beluisteren die ook vanavond werden vertolkt, zoals 'The Cure', 'COR', 'Constant Sun', 'Both Sides' en het slotnummer 'Elodea'.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Gerda Boel, 6.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Jake Wilson – 'All’s Well' (Jake Wilson Music, 2012)


In het kader van de honderdste verjaardag van het heroïsche falen van kapitein Scott heeft folkmuzikant Jake Wilson een cd opgenomen met vijf miniatuurtjes voor de vijf mannen die één voor één doodvroren op de terugtocht van de Zuidpool naar het basiskamp. Uiteraard heeft dit niets te maken met de jazz die hier normaal besproken wordt, maar het is goed af en toe even de horizon te verbreden en andere muzikale werelden te ontdekken. Bovendien is 'All’s Well' van zodanige kwaliteit dat hij een recensie in de Nederlandse pers verdient. Door zich te richten op de dagboeken en brieven van de mannen die wisten dat ze gingen sterven, heeft Wilson een evenwichtig beeld weten te schetsen van de vertwijfeling en moed die deze mensen kenmerkte in hun laatste uren. Dit is knap, want het het blijft vrijwel onmogelijk om iets over Scott te zeggen zonder daarbij aan een enorme erfenis van militarisme, machismo en heldenverering te ontkomen.

Met zijn krappe dertig minuten is de plaat aan de korte kant, maar dat kan geen kwaad, aangezien het verhaal zo bekend is dat een al te lange uitwerking van het onderwerp tot te veel overbodige ballast zou leiden. Er zijn immers maar een beperkt aantal manieren om de gedachten van een doodvriezend mens te bezingen. Door in te gaan op de karakteristieken van de verschillende mannen slaagt Wilson er in vijfmaal een nieuwe invalshoek te vinden. Hierdoor zijn de vijf nummers erg verschillend van aard, terwijl ze de continuïteit van een liedcyclus hebben.

Het is lastig op de individuele nummers in te gaan zonder in een geschiedenisles te verzanden, maar ook zonder gedegen inhoudelijke kennis van het verhaal van Scott, Dr. Wilson, Oates, Bowers en Evans, is goed te begrijpen wat er gebeurt. Dit komt omdat de muziek zich in de typisch Britse verhalende folktraditie bevindt. 'Home', geschreven voor de beresterke Teddy Evans, beschrijft bijvoorbeeld hoe hij op handen en voeten kilometers achter de slee aan kroop totdat hij in coma raakte. Jake Wilsons kracht is dat hij naast een sterk verhalende laag ook voor slimme metaforen kiest, die diepte geven voor wie beter bekend is met de geschiedenis van Scott en de zijnen. Oates' obsessie met Napoleon, Bowers' gebrek aan ski's en Dr. Wilson's vertrouwen in God keren bijvoorbeeld allemaal terug in de muziek. Daardoor worden ze teruggebracht naar de menselijke maat, hetgeen na honderd jaar van debat over hun methoden en politieke standpunten geen kwaad kan. Dat dit juist door een muzikant bewerkstelligt wordt, zegt iets over Wilsons vakmanschap en het vermogen van muziek als communicatiemiddel.

Meer horen?
Op de
website van Jake Wilson kun je video's van dit album beluisteren en de nummers downloaden.

Labels:

(Sybren Renema, 5.11.12) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Willem Breuker Kollektief: een Happy End - en daarna?


Willem Breuker (1944-2010) slaat nog één keer toe. Tot en met 17 december is de muziek van de rietblazer, componist, orkestleider en enfant terrible in de Nederlandse theaters te ondergaan. 'Happy End' heet de productie, die door Matthijs Rümke wordt geregisseerd.

Zal de gekte weer zo losbreken zoals dat een halve eeuw lang gebruikelijk was? Als het aan de leden van het Willem Breuker Kollektief ligt zeer zeker. Ze weten zich daarbij gesteund door Loes Luca en Peter Bolhuis, die de negen mini-operaatjes zullen uitvoeren die trombonist Bernhard Hunnekink schreef op teksten van onder anderen Vera Beths, Hans Dulfer, Leonard Frank, Freek de Jonge en Loes Luca zelf. Deze proeven van muziektheater vormen de entr'actes tussen de muziekstukken zelf. De muziek mag beschouwd worden als een representatieve dwarsdoorsnede door het oeuvre van Breuker. De enscenering bestaat uit door cineast Pieter Verhoeff uitgezochte filmfragmenten waarop de held in actie te zien is.

1 Januari is de datum dat tal van culturele instellingen op instigatie van onze overheid de deuren moeten sluiten. Ook het Willem Breuker Kollektief gaat dan definitief door de artiestenuitgang. De allerlaatste reguliere optredens van het WBK vinden bij wijze van Klap op de Vuurpijl op 28 en 29 december in het Amsterdamse Bimhuis plaats.

Klik hier voor de speellijst van 'Happy End'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 2.11.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Geslaagde concertavond van drie stemmingmakers pur sang

Harmen Fraanje, Tuur Florizoone & Eric Vloeimans, zaterdag 8 september 2012, Paradox, Tilburg

Op de tweede avond van het openingsweekend in de vernieuwde Paradox is het podium aan pianist Harmen Fraanje, gevolgd door het duo Tuur Florizoone (accordeon) en Eric Vloeimans (trompet) en tot besluit van de avond een set als trio.

Fraanje geeft een voorsmaakje van zijn nieuwe solo-cd, die hij zal opnemen in de beroemde Rainbow Studio in Oslo. Hij treedt aan met een rustige intro, waarbij hij zelf zacht meeneuriet. Gaat dan kabbelend over in het volgende nummer met daarin zware, diepe aanslagen van de linkerhand en soms luide, krachtige staccato noten van de rechterhand. En ook al klinkt het experimenteel en hedendaags, toch behoudt hij altijd zijn harmonische lyriek. Ondanks zijn vrije omspelingen is de melodie altijd herkenbaar en uitgangspunt voor zijn escapades. Hij verrast voortdurend met zijn akkoordkeuzes en fraaie harmonieën. Zelfs in de standard 'Somewhere Over The Rainbow' weet hij te verbazen met ritmische structuren en vondsten, die getuigen van zijn grote creativiteit.

In het tweede deel van het drieluik horen we Eric Vloeimans en Tuur Florizoone. Vloeimans (altijd een spetterende verschijning met zijn opvallend bedrukte hemd, felgekleurde broek en Mascolori Blue Dandy-schoenen, zelf samengesteld) wordt voorgesteld als wonende nu in Rotterdam, maar vroeger bijna letterlijk in de Paradox. De trompettist verhaalt kort de geschiedenis van Paradox, ontstaan uit een muzikanteninitiatief waarbij Steve Clover, een muzikale ravage toen, aan de basis lag. En daarom juist is de betrokkenheid van muzikanten met dit honk altijd groot geweest. Hij complimenteert het podium met de prachtige verbouwing en rekent erop dat de continuïteit van Paradox hiermee verzekerd is.

In 'Rosemary’s Baby' met muziek van Krzysztof Komeda speelt Vloeimans met zijn adem en trompet. Hij fluistert, zucht, pakt uit en bindt in. Kortom doet je schuiven naar het puntje van je stoel bij zijn hese fluisteren of terugdeinzen bij zijn fortissimo's. En in Tuur Florizoone vindt hij zijn gelijke. Ook hij weet vervreemdende klanken te toveren uit zijn accordeon. Net als zijn balg vergroot of verkleint hij het volume van zijn muzikale schilderingen. De fraaie luchten bij een zinkende zon in dit jaargetijde maakte Florizoone in al zijn schakeringen vanavond hoorbaar.

Het tweede stuk 'L’Amour Des Moules' komt uit de documentaire 'Erotiek Van De Mosselen', waarvoor Florizoone de muziek schreef en waarin we de levenscyclus zien: de mossel die bemint, de mossel die naarstig houvast zoekt, en de mossel die wordt losgerukt door de storm. Een compositie die aansprekend en beeldend door het duo wordt verklankt. Evenals de uitvoering van 'Kwa Heri', afkomstig van de cd 'Mixtuur', met daarin een prominente rol voor een groot ensemble en het Nabindibo-koor, deze avond gespeeld met dezelfde geladenheid en net zo aangrijpend en ontroerend. En dat door een duo, maar wat voor één!

'Contamine Mon Joie', eveneens een compositie van Florizoone, verwijst naar het skigebied Les Contamines Montjoie in Haute-Savoie. De twee ervaren meesters weten de afdaling van deze muzikale zwarte piste met bravoure, behendigheid en respect voor elkaar ex aequo te finishen. Een avontuurlijk hoor- en schouwspel, dat terecht veel bijval oogst.

In het slotgedeelte staan Fraanje-Vloeimans-Florizoone synoniem voor close harmony. Vloeimans start met iets wat 'Koyaanisqatsi'-achtig gaat klinken. Leven in gekte, leven in onrust, leven in onbalans, leven in desintegratie. Ook deze muziek heeft met zijn vertragingen en versnellingen hetzelfde hypnotiserende effect. Dat is het wat deze drie stemmingmakers pur sang het publiek tot besluit van deze geslaagde concertavond laten horen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Gerda Boel, 1.11.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Trio M - 'The Guest House' (Yellowbird/Enja, 2011)

Opname: 13-14 juni 2011

Evenwicht, daar draait het om bij het Trio M. Sinds het ontstaan van de groep in 2006 dragen alle groepsleden composities aan, waardoor niemand teruggedrongen wordt (of zich kan terugtrekken) in de rol van sideman. Het gevolg is dat ook niemand zich op het voorplan moet wringen; iedereen kan zijn sterke kanten uitspelen en de combinatie van de individuele klasse van de muzikanten wordt in dit trioverband nog uitvergroot.

De grote jazzmassa's bereiken zal voor Trio M desondanks moeilijk blijven. Aan spektakel heeft het drietal immers een broertje dood, wat hen dan weer wel in staat stelt op frank en vrij te spelen zonder te moeten omkijken of het allemaal wel virtuoos genoeg is en of ze wel in het juiste, hippe concept zitten. Beheersing, onderling aanvoelen en heel uiteenlopende composities maken van 'The Guest House', net als van voorganger '
Big Picture' een gevarieerde en indrukwekkende cd.

Wanneer er voor een lekkere drive gekozen wordt, komt die weer voor rekening van de heel precies en genuanceerd spelende Matt Wilson. Het treintje dat hij in gang zet in de titeltrack of de solo die hij beperkt tot het gebruik van de kleine trom in datzelfde stuk, zetten meteen de toon. In dezelfde track laat bassist Mark Dresser in zijn kaarten kijken. Met grote sprongen en vanzelfsprekend geïntegreerde effecten laat hij er geen twijfel over bestaan dat hij zijn rol veel groter ziet dan louter volgend of ondersteunend. Al was het maar omdat gelijkwaardigheid vaak ingebakken zit in de composities, zoals in 'The Guest House' en 'The Promised Land' (twee composities van pianiste Myra Melford), waar het trio exact gelijk te horen is in scherp ritmisch samenspel.

Als pianiste illustreert Melford dan weer hoe moeiteloos ze een solo kan laten openplooien. De overgangen van melodisch spel naar dissonante akkoorden, hoekige formules of in het rond spetterende klankvlagen klinken steevast vanzelfsprekend, alsof ze voor iedereen met een minimum aan bagage zelf te bedenken of te spelen zijn. Vooral in 'Tele Mojo', een van de twee meer open stukken van de hand van Dresser, komt ze bedrieglijk eenvoudig en speels uit de hoek. De Afrikaanse percussie die ze ontlokt aan de gedempte snaren is mogelijk nog te kopiëren, maar de ellenlange melodische bogen die ze trekt getuigen van een bijzonder harmonisch en melodisch doorzicht.

Zo kan het Trio M wisselen van energieke stukken naar tragere composities zonder aan spanning in te boeten. 'Ekoneni' laat Afrikaanse invloeden doorschemeren en de vrij bewegende drums, waarop bas en piano een zwevende melodie draperen, maken het niet moeilijk om in 'Al' de referenties naar Albert Ayler te horen.

Hoe ver Trio M durft te gaan, wordt duidelijk in de fragielste nummers. In 'Hope (For The Cause)' creëren ze een kwetsbaar weefsel vol repetitieve formules. Het gemakkelijke wordt echter overstegen door over elkaar rustpunten heen te spelen, waardoor de track naadloos verder blijft lopen. In 'Even Birds Have Homes (To Return To)' wordt de fijnbesnaardheid zelfs haast feeëriek met een muziekdoos-achtige Melford en een afgemeten en piepend spelende Dresser, maar niet zonder dat de muziek een grote graad van abstractie blijft bewaren. Louter charmerend worden de muzikanten van Trio M immers nooit. Daarvoor is de klasse, die ze hier op de hun kenmerkende bescheiden manier tonen, te groot.

Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be

Meer horen?
Beluister hier van dit album de volgende tracks: 'The Guest House', 'Hope (For The Cause)' en 'Ekoneni'.

Labels:

(Koen Van Meel, 1.11.12) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.