Cd
Jake Wilson – 'All’s Well' (Jake Wilson Music, 2012)
In het kader van de honderdste verjaardag van het heroïsche falen van kapitein Scott heeft folkmuzikant Jake Wilson een cd opgenomen met vijf miniatuurtjes voor de vijf mannen die één voor één doodvroren op de terugtocht van de Zuidpool naar het basiskamp. Uiteraard heeft dit niets te maken met de jazz die hier normaal besproken wordt, maar het is goed af en toe even de horizon te verbreden en andere muzikale werelden te ontdekken. Bovendien is 'All’s Well' van zodanige kwaliteit dat hij een recensie in de Nederlandse pers verdient. Door zich te richten op de dagboeken en brieven van de mannen die wisten dat ze gingen sterven, heeft Wilson een evenwichtig beeld weten te schetsen van de vertwijfeling en moed die deze mensen kenmerkte in hun laatste uren. Dit is knap, want het het blijft vrijwel onmogelijk om iets over Scott te zeggen zonder daarbij aan een enorme erfenis van militarisme, machismo en heldenverering te ontkomen.
Met zijn krappe dertig minuten is de plaat aan de korte kant, maar dat kan geen kwaad, aangezien het verhaal zo bekend is dat een al te lange uitwerking van het onderwerp tot te veel overbodige ballast zou leiden. Er zijn immers maar een beperkt aantal manieren om de gedachten van een doodvriezend mens te bezingen. Door in te gaan op de karakteristieken van de verschillende mannen slaagt Wilson er in vijfmaal een nieuwe invalshoek te vinden. Hierdoor zijn de vijf nummers erg verschillend van aard, terwijl ze de continuïteit van een liedcyclus hebben.
Het is lastig op de individuele nummers in te gaan zonder in een geschiedenisles te verzanden, maar ook zonder gedegen inhoudelijke kennis van het verhaal van Scott, Dr. Wilson, Oates, Bowers en Evans, is goed te begrijpen wat er gebeurt. Dit komt omdat de muziek zich in de typisch Britse verhalende folktraditie bevindt. 'Home', geschreven voor de beresterke Teddy Evans, beschrijft bijvoorbeeld hoe hij op handen en voeten kilometers achter de slee aan kroop totdat hij in coma raakte. Jake Wilsons kracht is dat hij naast een sterk verhalende laag ook voor slimme metaforen kiest, die diepte geven voor wie beter bekend is met de geschiedenis van Scott en de zijnen. Oates' obsessie met Napoleon, Bowers' gebrek aan ski's en Dr. Wilson's vertrouwen in God keren bijvoorbeeld allemaal terug in de muziek. Daardoor worden ze teruggebracht naar de menselijke maat, hetgeen na honderd jaar van debat over hun methoden en politieke standpunten geen kwaad kan. Dat dit juist door een muzikant bewerkstelligt wordt, zegt iets over Wilsons vakmanschap en het vermogen van muziek als communicatiemiddel.
Meer horen?
Op de website van Jake Wilson kun je video's van dit album beluisteren en de nummers downloaden.Labels: cd
(Sybren Renema, 5.11.12) - [print]
- [naar boven]
Vooruitblik
Willem Breuker Kollektief: een Happy End - en daarna?
Willem Breuker (1944-2010) slaat nog één keer toe. Tot en met 17 december is de muziek van de rietblazer, componist, orkestleider en enfant terrible in de Nederlandse theaters te ondergaan. 'Happy End' heet de productie, die door Matthijs Rümke wordt geregisseerd.
Zal de gekte weer zo losbreken zoals dat een halve eeuw lang gebruikelijk was? Als het aan de leden van het Willem Breuker Kollektief ligt zeer zeker. Ze weten zich daarbij gesteund door Loes Luca en Peter Bolhuis, die de negen mini-operaatjes zullen uitvoeren die trombonist Bernhard Hunnekink schreef op teksten van onder anderen Vera Beths, Hans Dulfer, Leonard Frank, Freek de Jonge en Loes Luca zelf. Deze proeven van muziektheater vormen de entr'actes tussen de muziekstukken zelf. De muziek mag beschouwd worden als een representatieve dwarsdoorsnede door het oeuvre van Breuker. De enscenering bestaat uit door cineast Pieter Verhoeff uitgezochte filmfragmenten waarop de held in actie te zien is.
1 Januari is de datum dat tal van culturele instellingen op instigatie van onze overheid de deuren moeten sluiten. Ook het Willem Breuker Kollektief gaat dan definitief door de artiestenuitgang. De allerlaatste reguliere optredens van het WBK vinden bij wijze van Klap op de Vuurpijl op 28 en 29 december in het Amsterdamse Bimhuis plaats.
Klik hier voor de speellijst van 'Happy End'.
Labels: nieuws
(Eddy Determeyer, 2.11.12) - [print]
- [naar boven]
Concert
Geslaagde concertavond van drie stemmingmakers pur sang
Harmen Fraanje, Tuur Florizoone & Eric Vloeimans, zaterdag 8 september 2012, Paradox, Tilburg
Op de tweede avond van het openingsweekend in de vernieuwde Paradox is het podium aan pianist Harmen Fraanje, gevolgd door het duo Tuur Florizoone (accordeon) en Eric Vloeimans (trompet) en tot besluit van de avond een set als trio.
Fraanje geeft een voorsmaakje van zijn nieuwe solo-cd, die hij zal opnemen in de beroemde Rainbow Studio in Oslo. Hij treedt aan met een rustige intro, waarbij hij zelf zacht meeneuriet. Gaat dan kabbelend over in het volgende nummer met daarin zware, diepe aanslagen van de linkerhand en soms luide, krachtige staccato noten van de rechterhand. En ook al klinkt het experimenteel en hedendaags, toch behoudt hij altijd zijn harmonische lyriek. Ondanks zijn vrije omspelingen is de melodie altijd herkenbaar en uitgangspunt voor zijn escapades. Hij verrast voortdurend met zijn akkoordkeuzes en fraaie harmonieën. Zelfs in de standard 'Somewhere Over The Rainbow' weet hij te verbazen met ritmische structuren en vondsten, die getuigen van zijn grote creativiteit.
In het tweede deel van het drieluik horen we Eric Vloeimans en Tuur Florizoone. Vloeimans (altijd een spetterende verschijning met zijn opvallend bedrukte hemd, felgekleurde broek en Mascolori Blue Dandy-schoenen, zelf samengesteld) wordt voorgesteld als wonende nu in Rotterdam, maar vroeger bijna letterlijk in de Paradox. De trompettist verhaalt kort de geschiedenis van Paradox, ontstaan uit een muzikanteninitiatief waarbij Steve Clover, een muzikale ravage toen, aan de basis lag. En daarom juist is de betrokkenheid van muzikanten met dit honk altijd groot geweest. Hij complimenteert het podium met de prachtige verbouwing en rekent erop dat de continuïteit van Paradox hiermee verzekerd is.
In 'Rosemary’s Baby' met muziek van Krzysztof Komeda speelt Vloeimans met zijn adem en trompet. Hij fluistert, zucht, pakt uit en bindt in. Kortom doet je schuiven naar het puntje van je stoel bij zijn hese fluisteren of terugdeinzen bij zijn fortissimo's. En in Tuur Florizoone vindt hij zijn gelijke. Ook hij weet vervreemdende klanken te toveren uit zijn accordeon. Net als zijn balg vergroot of verkleint hij het volume van zijn muzikale schilderingen. De fraaie luchten bij een zinkende zon in dit jaargetijde maakte Florizoone in al zijn schakeringen vanavond hoorbaar.
Het tweede stuk 'L’Amour Des Moules' komt uit de documentaire 'Erotiek Van De Mosselen', waarvoor Florizoone de muziek schreef en waarin we de levenscyclus zien: de mossel die bemint, de mossel die naarstig houvast zoekt, en de mossel die wordt losgerukt door de storm. Een compositie die aansprekend en beeldend door het duo wordt verklankt. Evenals de uitvoering van 'Kwa Heri', afkomstig van de cd 'Mixtuur', met daarin een prominente rol voor een groot ensemble en het Nabindibo-koor, deze avond gespeeld met dezelfde geladenheid en net zo aangrijpend en ontroerend. En dat door een duo, maar wat voor één!
'Contamine Mon Joie', eveneens een compositie van Florizoone, verwijst naar het skigebied Les Contamines Montjoie in Haute-Savoie. De twee ervaren meesters weten de afdaling van deze muzikale zwarte piste met bravoure, behendigheid en respect voor elkaar ex aequo te finishen. Een avontuurlijk hoor- en schouwspel, dat terecht veel bijval oogst.
In het slotgedeelte staan Fraanje-Vloeimans-Florizoone synoniem voor close harmony. Vloeimans start met iets wat 'Koyaanisqatsi'-achtig gaat klinken. Leven in gekte, leven in onrust, leven in onbalans, leven in desintegratie. Ook deze muziek heeft met zijn vertragingen en versnellingen hetzelfde hypnotiserende effect. Dat is het wat deze drie stemmingmakers pur sang het publiek tot besluit van deze geslaagde concertavond laten horen.
Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.
Labels: concert
(Gerda Boel, 1.11.12) - [print]
- [naar boven]
Cd
Trio M - 'The Guest House' (Yellowbird/Enja, 2011)
Opname: 13-14 juni 2011
Evenwicht, daar draait het om bij het Trio M. Sinds het ontstaan van de groep in 2006 dragen alle groepsleden composities aan, waardoor niemand teruggedrongen wordt (of zich kan terugtrekken) in de rol van sideman. Het gevolg is dat ook niemand zich op het voorplan moet wringen; iedereen kan zijn sterke kanten uitspelen en de combinatie van de individuele klasse van de muzikanten wordt in dit trioverband nog uitvergroot.
De grote jazzmassa's bereiken zal voor Trio M desondanks moeilijk blijven. Aan spektakel heeft het drietal immers een broertje dood, wat hen dan weer wel in staat stelt op frank en vrij te spelen zonder te moeten omkijken of het allemaal wel virtuoos genoeg is en of ze wel in het juiste, hippe concept zitten. Beheersing, onderling aanvoelen en heel uiteenlopende composities maken van 'The Guest House', net als van voorganger 'Big Picture' een gevarieerde en indrukwekkende cd.
Wanneer er voor een lekkere drive gekozen wordt, komt die weer voor rekening van de heel precies en genuanceerd spelende Matt Wilson. Het treintje dat hij in gang zet in de titeltrack of de solo die hij beperkt tot het gebruik van de kleine trom in datzelfde stuk, zetten meteen de toon. In dezelfde track laat bassist Mark Dresser in zijn kaarten kijken. Met grote sprongen en vanzelfsprekend geïntegreerde effecten laat hij er geen twijfel over bestaan dat hij zijn rol veel groter ziet dan louter volgend of ondersteunend. Al was het maar omdat gelijkwaardigheid vaak ingebakken zit in de composities, zoals in 'The Guest House' en 'The Promised Land' (twee composities van pianiste Myra Melford), waar het trio exact gelijk te horen is in scherp ritmisch samenspel.
Als pianiste illustreert Melford dan weer hoe moeiteloos ze een solo kan laten openplooien. De overgangen van melodisch spel naar dissonante akkoorden, hoekige formules of in het rond spetterende klankvlagen klinken steevast vanzelfsprekend, alsof ze voor iedereen met een minimum aan bagage zelf te bedenken of te spelen zijn. Vooral in 'Tele Mojo', een van de twee meer open stukken van de hand van Dresser, komt ze bedrieglijk eenvoudig en speels uit de hoek. De Afrikaanse percussie die ze ontlokt aan de gedempte snaren is mogelijk nog te kopiëren, maar de ellenlange melodische bogen die ze trekt getuigen van een bijzonder harmonisch en melodisch doorzicht.
Zo kan het Trio M wisselen van energieke stukken naar tragere composities zonder aan spanning in te boeten. 'Ekoneni' laat Afrikaanse invloeden doorschemeren en de vrij bewegende drums, waarop bas en piano een zwevende melodie draperen, maken het niet moeilijk om in 'Al' de referenties naar Albert Ayler te horen.
Hoe ver Trio M durft te gaan, wordt duidelijk in de fragielste nummers. In 'Hope (For The Cause)' creëren ze een kwetsbaar weefsel vol repetitieve formules. Het gemakkelijke wordt echter overstegen door over elkaar rustpunten heen te spelen, waardoor de track naadloos verder blijft lopen. In 'Even Birds Have Homes (To Return To)' wordt de fijnbesnaardheid zelfs haast feeëriek met een muziekdoos-achtige Melford en een afgemeten en piepend spelende Dresser, maar niet zonder dat de muziek een grote graad van abstractie blijft bewaren. Louter charmerend worden de muzikanten van Trio M immers nooit. Daarvoor is de klasse, die ze hier op de hun kenmerkende bescheiden manier tonen, te groot.
Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be
Meer horen?
Beluister hier van dit album de volgende tracks: 'The Guest House', 'Hope (For The Cause)' en 'Ekoneni'.
Labels: cd
(Koen Van Meel, 1.11.12) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...