Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Concert
Nee, echt wel!

ICP Orchestra, zaterdag 1 september 2012, Bimhuis, Amsterdam

Een uitverkocht Bimhuis vol grijze mannen in tweetjasjes met vilt op de ellenbogen. Hebben ze het eerste concert van deze eigenzinnige componistenpool ook al bijgewoond? Dat zou zomaar kunnen. Hoe het ook is, 51 jaar na hun eerste optreden weet het ICP nog steeds volop te boeien en verrassen.

Pianist Misha Mengelberg, een van de oprichters van ICP, schuifelt het podium op. Op zijn hoofd een zwart baseballpetje, achterstevoren. IJl maar trefzeker laat hij horen hoe de swing klinkt. Later zegt violiste Mary Oliver dat het een eerbetoon is aan saxofonist Sean Bergin, die diezelfde dag overleden is. In de volgende nummers hoor je terug dat de ICP-ers zijn geraakt door het verlies van hun muziekmaatje. Zo tegen de pauze is het gemis eruit gespeeld.

Een broodmagere man met een klein, rond petje op zijn hoofd komt het podium op. Het is cellist Tristan Honsinger. Millimeter voor millimeter poetst hij de stok van zijn cello op, waarna hij met Mengelberg gaat meespelen. Melodische klanken, tonen die schuren en een enkel swingnootje. Ineens houdt het op. Klaar. De andere ICP-ers komen kletsend het podium op. "Wat gaan we ook alweer spelen? Zit er publiek in de zaal? Oh, dat is niet erg, daar hebben we geen last van." Mengelberg rijgt intussen nog wat nootjes aan elkaar. Eens eigenzinnig, altijd eigenzinnig.

Trompettist Thomas Heberer roept de muziek aan, de cello klinkt alsof ie gestemd moet worden en Han Bennink, een andere ICP-er van het eerste uur, leeft zich uit. De Composers Pool is begonnen. Verschillende stijlen trekken voorbij: Dixieland, nootjes die de pan uit swingen en melodische ballades. Altijd is er het tegendraadse en onverwachte, dé stijliconen van deze band. Geluiden die al het stof uit je oren schudden, met daaronder ingenieuze arrangementen. Vrijwel alle nummers zijn eigen composities met veel ruimte voor improvisatie.

'No Idea' is bijvoorbeeld een compositie van Mengelberg en rietblazer Michael Moore. Een van de saxen neemt het voortouw. Spetterend, schreeuwend, fel. De anderen volgen door tegen de haren in te strijken. Dan fluisteren trompet, piano en trombone, gevolgd door een droge, felle tik op de drums. In 'Kneut', een nummer vernoemd naar een Brabantse dorpskroeg, blaast trombonist Wolter Wierbos tranen met tuiten en een glimlachje. De blazers voegen nog meer vrolijke tranen toe. Kijk, Don Quichotte is in aantocht. Daar moet op gedronken worden, en veel ook. Elkaar overeind houdend zwalken de klanken naar huis.

In een compositie van Moore begint de viool, lieflijk strijkend. Dan zetten de blazers de achtervolging in met dichtgeknepen billen. De andere instrumenten krijgen de slappe lach. Zo stuiteren ze met z'n allen het struikgewas in. Staat daar niet Toon Hermans met een dode duif? Niet vanavond. Nu valt de duif omhoog, meerdere keren. Het struikgewas wuift de duiven na. Een ijle luchtklank, dat is alles wat nog rest.

Na de pauze neemt Guus Janssen de plek achter de piano in. Het spel wordt uitbundiger, maar blijft absurdistisch. Mengelbergs geest dwaalt nog rond. Carnavaleske klanken. De kippen dansen op straat met de veren achterstevoren. Dan wil Bennink tempo. Hij zet een stevige mars in. De rest volgt. Zo klinkt Ives' 'Country Band March' met een ICP-sausje: swing met atonale accenten. Bennink wil met zijn drumstokken nog wel even doorstappen, maar houdt ze ineens boven zijn drumstel stil. De rest is al opgehouden.

Tijd voor wat anders: een ballad. Lange noten blazen een knisperend schuimlaagje op een dubbele espresso. Dan gaat de trombone scheten laten. Tegendraads huppelt de piano mee en de rest zwiert rond in een struisvogeljurkje. Dit is romantiek die het ICP-etiket waardig is. Honsinger gaat voor de groep staan zwaaien met armen en benen. Zo moet het klinken! Dan wijst hij de pianist aan. Die geeft een roffel. Honsinger springt in de lucht en wijst een muzikant aan die dat mag laten horen. De piano roffelt. Honsinger springt omhoog en wijst naar Heberer. Zo, nu jij. O, wat is dit spannend, niet alleen voor de muzikanten, maar ook voor het publiek.

Het concert loopt ten einde. Natuurlijk is er een toegift, 'Carpe Diem', een compositie van Moore. Op zijn klarinet tovert hij warme, slepende klanken tevoorschijn. De muziek drijft langzaam uit. De dag is geplukt. Buiten rijdt de trein leeg voorbij. De heren en dame verlaten het podium, op Bennink na. Hij gebaart dat iedereen terug moet komen. "We zouden nog een nummer spelen. Nee, echt wel." Het is het ICP ten voeten uit: eigenzinnig en tegendraads tot het gaatje, of daaraan voorbij.

Labels:

(Heleen van Tilburg, 14.11.12) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.