Cd
Aki Takase & Rudi Mahall - 'Evergreen' (Intakt Records, 2009)
Opname: 4 & 5 juli 2008
Het is niet de eerste keer dat de Japanse pianiste Aki Takase en de Duitse basklarinettist Rudi Mahall op de proppen komen met een duoplaat. Meer dan tien jaar geleden maakten ze een album met de muziek van Eric Dolphy en in 2003 bracht Leo Records 'The Dessert' uit, waarop de twee al improviserend aan de slag gingen. Zoals de titel al doet vermoeden, bestaat het behandelde materiaal deze keer uit bekende songs en standards. Op 'Evergreen' worden de zoet in het oor liggende melodieën van Duke Ellington en Harold Arlen helemaal binnenstebuiten getrokken met als resultaat vaak zware, maar afgelijnde schetsen van het origineel en enkele onverwachte parels.
De geest van Thelonious Monk is in het spel van Takase doorheen de plaat opvallend aanwezig. Een ouderwetse swingfeel met veel dissonante harmonieën en een typisch hoekige frasering, dat zijn de ingrediënten waarmee ze 'You Took Advantage Of Me' uit haar vingers schudt. 'Mood Indigo' krijgt een gelijkaardige behandeling, maar hier blijft Takase wat voorzichtiger en is het vooral Mahall die zijn schelle geluid ten volle laat horen. De basklarinet is al niet meteen een geprefereerd instrument voor het brengen van standards en wetende dat Mahall over alles behalve een mooie, ronde toon beschikt, zullen vele de tanden stuk bijten op dit album. De krassende en piepende geluiden maken echter volwaardig deel uit van zijn spel, zoals hij in het erg open en vrije 'You And The Night And The Music' duidelijk laat horen in de lage tonen.
Een van de mooiste behandelingen krijgt het exotisch klinkende 'Cleopatra’s Dream' van Bud Powell, dat meermaals herinneringen oproept aan de bebop-pianist. Takase laat evenwel vooral de linkerhand overheersen, wat het stuk minder speels en gewichtiger maakt. Het duo laat de melodie vaak in ere en gebruikt dit als vertrekpunt voor hun bewerkingen. Zo brengt Mahall 'It’s Only A Paper Moon' schoorvoetend tot leven, terwijl Takase de ene haakse pianopartij na de andere ontrolt. De twee lijken mijlenver van de originele harmonie te zitten wanneer het bekende deuntje aan het einde opnieuw uit de basklarinet klinkt.
In 'I’m Beginning To See The Light' overheersen aanvankelijk weer diezelfde Monk-invloeden, maar tegelijkertijd laten de twee zich ook van hun taaiste kant zien met een rommelende improvisatie, die de song even helemaal door elkaar schudt. De speelse manier waarop het duo 'Good Bait' tot een goed einde brengt, verdient een speciale vermelding. Door de hardnekkigheid waarmee Mahall zijn medemuzikante plaagt, lijkt hij wel een kinderlijke deugniet. Het onverwacht starten en stoppen, vervolgens lang aanhouden van tonen en misnoegd brommen krijgt een gepast antwoord van Takase, die met enkele welgemikte toetsen de aandacht weet op te eisen en de opstandige terug in het gareel laat lopen.
Hoewel de plaat veel afwisseling kent, kan de zware linkerhand van de Japanse pianiste wel eens zorgen voor verzadiging. Het niet echt eentonige, maar weinig flexibele spel van Mahall heeft daar niet meteen een gunstige invloed op. Maar wie zijn standards graag eens op een andere manier wil leren kennen kan met dit album alvast zijn gang gaan.
Deze recensie verscheen eerder op Kwadratuur.be
Meer horen?
Op de Myspace-pagina van Aki Takase kun je luisteren naar een geluidsfragment van een van de tracks van dit album: 'Mood Indigo'.Labels: cd
(Joachim Ceulemans, 1.8.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Speelplezier en levenslange ervaring bij Ceramic Dog
vrijdag 13 mei 2011, Museo Picasso Málaga
Ceramic Dog is sinds een paar jaar de vaste groep van de Amerikaanse gitarist Marc Ribot. Het gaat om een groep, en niet om een project. Dat lijkt een onbelangrijk detail, maar dat is het niet.
Door veel te spelen heeft de band zich namelijk ontwikkeld tot een live-band die bijna moeiteloos twee uur lang weet te boeien. Dat is zeker niet gebruikelijk in een tijd waarin jazzconcerten worden gegeven door ad-hoc bezettingen met weinig vlieguren. Het valt te prijzen dat deze band niet in deze val is gelopen, maar met veel speelplezier de luisteraar weet mee te nemen in een muzikale wereld, die alleen maar uit New York kan komen, gezien het aantal stijlen dat voorbijkomt.
Wat opvalt is dit Ceramic Dog live zoveel beter tot zijn recht komt dan op cd. Dat komt enerzijds omdat een cd van een uur geen recht doet aan de veelzijdigheid van de band, en anderzijds omdat de interactie tussen de drie leden een pluspunt is. Of liever gezegd, het gebrek daaraan. Ribot is een introverte gitarist, die, geconcentreerd over zijn gitaar gebogen, de rest van de wereld lijkt te vergeten wanneer hij zoekt naar de juiste noten. Maar hij is het die de overige twee muzikanten door listige ritme- en tempowisselingen heen helpt, wat geen overbodige luxe is gezien de complexe muziek die de band speelt.
Shahzad Ismaily is een verschijning op zich: opvallend door zijn blote voeten en uitzonderlijke lengte, houdt hij zichzelf voornamelijk bezig met basgitaar spelen, maar switcht even makkelijk naar drums of toetsen. Drummer Ches Smith speelt voornamelijk heel hard. Hij experimenteert met digitale voorgeprogrammeerde sounds, een curiositeit die voornamelijk in jaren tachtig werd gebruikt, maar tegenwoordig nauwelijks nog wordt gehoord.
Eenmaal op dreef is de band in staat tot muzikale wonderen. Een harde, maar perfect uitgevoerde versie van 'Surf's Up' zet de toon voor de rest van de set, die even krachtig eindigt met een stuk powerrock, dat even simpel als aanstekelijk is. Daartussenin speelt de band intrigerende filmmuziek (van blad), pesterige no-wave, Prime Time-funk, hypnotiserende krautrock, Jimmy Hendrix-achtige blues en veel meer. De levenslange muzikale ervaring van Ribot heeft met Ceramic Dog een gezicht gekregen dat nog jaren mee kan en alleen maar beter lijkt te worden met de jaren. Het wordt hoog tijd voor een nieuwe cd.
Labels: concert
(Eric van Rees, 1.8.11) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...