Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Cd
Isaac Darche – 'Team & Variations' (Challenge Records, 2014)


De in New York wonende gitarist Isaac Darche bracht in 2010 zijn debuutalbum 'One More Shot' uit. Nu, vier jaar later, ligt er een tweede album: 'Team & Variations'. Was 'One More Shot' nog een trio-album, met hammondorgel en drums, voor 'Team & Variations' heeft Darche een kwintet bij elkaar gebracht. En opvallend hierbij is dat Darche ervoor heeft gekozen om binnen het kwintet te gaan voor een evenredige rolverdeling van de vijf muzikanten. Met andere woorden: dit is duidelijk meer dan de begeleidingsband van Darche. De muziek is modern, maar wortelend in de bebop. Ook hier vinden we dus dezelfde complexe harmonische patronen en de grote mate van dynamiek binnen de nummers. De musici weten er prima raad mee.

Zo is pianist Glenn Zaleski een pianist die zich kenmerkt door een trefzekere, krachtige aanslag en een weloverwogen harmonievorming. Bassist Desmond White sluit hier goed bij aan in zijn ritmische spel en E.J. Strickland is een drummer die een stevige beat kan neerzetten. Die combinatie leidt tot mooie momenten. Bijvoorbeeld in 'Don't Run Out Of Money', een nummer van Darche zelf, waarin Zaleski met minimale noten een solo neerzet, leunend tegen de stevige beat van White en Strickland.

Darche zelf is een technisch goede en zeer creatieve gitarist. In 'Ana Maria', een ballad van Wayne Shorter, laat hij na drie tumultueuze nummers goed horen waar zijn kracht ligt. De melodie ontvouwt zich in boeiend en intens gespeelde lijnen. Ook in het snellere 'Arts Of A Batchelor' komt zijn gitaarspel goed tot zijn recht. Maar hier steelt ook tenorist Chad Lefkowitz-Brown de show in een van zijn gloedvolle, meanderende solo's, het hele register van zijn saxofoon bestrijkend. Een krachtige en originele blazer.

Maar de creativiteit van dit kwintet blijkt misschien nog wel het meest uit de behandeling van twee klassieke covers: 'Nobody Else But Me' van Jerome Kern en Oscar Hammerstein en 'You Stepped Out Of A Dream' van Nacio Herb Brown en Gus Kahn. In beide gevallen moet je de nummers zeer goed kennen en heel goed luisteren om het origineel nog te herkennen. De swing is er nog, maar verder is alles nieuw.

Labels:

(Ben Taffijn, 31.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Door de knieën voor de flageoletto's

Eli Degribi Quartet, vrijdag 20 maart 2015, Bimhuis, Amsterdam

De in 1978 in Israël geboren saxofonist Eli Degibri heeft zijn internationale jazzsporen inmiddels al ruimschoots verdiend. Hij speelde vanaf eind jaren negentig reeds met Amerikaanse prominenten als Herbie Hancock en Al Foster. Zijn faam is dus gevestigd en dat resulteert in optredens in clubs en jazzfestivals in Amerika en Europa (North Sea Jazz en Gent Jazz). En niet te vergeten de twaalf cd's die onder zijn naam zijn uitgebracht.

Met zijn uit Israëlische musici bestaande kwartet concerteerde hij voor een eenmalig optreden in Amsterdam. Zijn kwartet bestaat voor de helft uit wel heel erg jonge musici: de achttienjarige pianist Gadi Lehavi en de twintigjarige drummer Ofri Nehemya. Beiden zijn supertalenten, maar moeten muzikaal nog een beetje groeien. Onder de hoede van senior Degibri is voor deze junioren een veelbelovende jazzcarrière weggelegd.

Met bassist en generatiegenoot Barah Mori heeft Degribi zijn gedegen, swingende en stuwende steun gevonden. Op deze basis en aan de hand van het het harmonieuze moderne hardbopidioom kon sopraan-en tenorsaxofonist Degibri zich maximaal solistisch manifesteren op de schema's van zijn eigen composities en de standards 'Autumn Leaves' en Gershwins 'They Can't Take That Away From Me'.

Degibri's solistische capriolen en speelwijze vinden hun oorsprong in de ruige rhythm & blues-tenorsaxtraditie - honkers and screamers (Big Jay McNeely, Lee Allen, Rusty Bryant, Sam Butera, Chuck Higgins, om een handjevol te noemen) - en de door veel tenoristen toegepaste hedendaagse virtuoze Coltrane-licks. Voeg daar nog aan toe een warm ouderwets saxgeluid en het is evident dat Degibri de saxofoonhistorie koestert en zijn muziek absoluut niet verloochent.

Het kwartet speelde niet alleen zeer overtuigend, maar ook met een grote dosis enthousiasme. Het swingde, stuwde en spetterde. De grootste animator in dezen was Degibri zelf. Hij uitte kreten van aanmoediging en enthousiasme en ging zelf letterlijk door de knieën om de flageoletto's uit zijn sax te persen. Waar kom je dat nog tegen?!

Klik hier voor foto's van dit concert door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 30.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Stadhouders & Strootman – 'Monasteria' (Challenge Records, 2015)

Opname: 18-19 april 2015

Soms hangt het leven van toeval aan elkaar. Als gitarist Aart Strootman niet in het voormalige klooster Koningsoord in Berkel-Enschot had gewoond, hadden we 'Monasteria' nooit gehad. En dat was toch wel héél jammer geweest. Overigens, waarschijnlijk ook niet als Bram Stadhouders, die andere gitarist, niet op bezoek was gekomen met een net nieuw gekochte akoestische gitaar. Want tijdens dat bezoek ontstond al samenspelend het idee voor deze plaat.

Beide gitaristen kennen elkaar reeds langer vanuit het culturele leven in Tilburg en delen naast de gitaar als instrument ook het musiceren op het grensvlak tussen hedendaags klassiek en vrije improvisatie, waarvan 'Monasteria' een voorbeeld is. Bram Stadhouders heeft een voorliefde voor de menselijke stem en componeerde nog niet zo lang geleden 'Henosis', dat meerdere malen is uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor. Aart Strootman is eveneens actief binnen het hedendaags klassiek, bijvoorbeeld in Lunatree en F.C. Jongbloed, waarmee hij eind vorig jaar nog 'To You' van componist Peter Schat opnieuw uitvoerde, inclusief de manshoge bromtollen. Maar hij is ook actief in TEMKO, dat eveneens een combinatie brengt van hedendaags klassiek en geïmproviseerd.

Het klooster als referentiekader. Dit album verwijst, zowel in de titels van de nummers als in de verstilde muziek, naar de bijbehorende sfeer. Maar het klooster draagt ook nog op een andere wijze bij: de akoestiek van de refter, waar de cd is opgenomen, is eveneens zeer bepalend. De wat holle klank met een heel lichte echo draagt onmiskenbaar bij aan de sfeer van dit album. Het tokkelen in 'Regula' krijgt daardoor een extra spanning.

Het album bestaat uit 17 geïmproviseerde stukken met een verstild, transcendent karakter, waarbij de klassieke roots duidelijk doorklinken. De liefhebbers van het ECM-label kunnen deze cd dan ook ongezien kopen en zullen er geen spijt van krijgen.

Het is mooi om te horen hoe de twee gitaristen à l'improviste hun weg vinden, bijvoorbeeld in 'Dormito'. Zoekend, aftastend en elkaar aanvullend bereiken ze een delicaat evenwicht. Beseffend dat iedere noot te veel een doodzonde is binnen deze muziek. 'Tabor', te zien als een korte studie naar hoe de diverse gitaarklanken in zo'n omgeving klinken, is eveneens bijzonder te noemen.

En dat is dan maar louter een greep. 'Monasteria' is een bijzondere cd en voor mij nu al een van de hoogtepunten van 2015!

Klik hier en ga dan naar het tabblad 'music' om een aantal tracks van dit album te beluisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 30.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Daar kan geen wasmachine tegenop

VLEK, woensdag 25 maart 2015, Paradox, Tilburg

VLEK is de huisband van Paradox en treedt daar dus enige malen per jaar op om hun nieuwe materiaal en dat van de cd 'Smoking Gun' ten gehore te brengen. De band, zeven man sterk, maakt lekkere, dwarse muziek. Met een flinke scheut funk, Afrikaanse invloeden en hier en daar een vleugje blues. 'Double Blues', waar het concert mee begint, zet direct de toon met een lome funkbeat, gelardeerd met invloeden vanuit de blues. Jeroen Doormernik speelt een meanderende trompetsolo met een fijne groove. Edward Capel neemt het stokje over met een dito solo op basklarinet. En de gitaarsolo van Jacq Palinckx verderop in het nummer is vetter dan vet. Het door bassist Bert Palinckx geschreven 'For Charlie' is een ode aan de vorig jaar overleden bassist Charlie Haden. Het is een ingetogen ballad met een spannende, verhalende bassolo, met ondersteunende accenten van slagwerker Pascal Vermeer.

Ook 'Whammyjammy' is een zeer origineel nummer. Geschreven door Jacq Palinckx naar aanleiding van het aanschaffen van een nieuw effectpedaal. Palinckx wilde alle mogelijkheden wel eens in kaart gebracht hebben. Welnu, dat is zo te horen wel gelukt. De meest bizarre klanken strooit hij over ons uit. Het vormt een goed contrast met de harmonieuze lijnen die Bart van Dongen uit zijn keyboard en Syntion tovert en die ondersteund worden door de drie blazers: Capel op zijn basklarinet, Doormernik hier op flügelhorn en Hans Sparla op trombone. Ook het wat disharmonische intermezzo doet het nummer goed. 'Rumbarumble' is onmiskenbaar Capel. Het roept direct associaties op met Eddy & The Ethiopians, waarin Capel jazz vermengt met Ethiopische muziek. Ook dit nummer heeft die vette sound en dat deinende ritme. Capel gebruikt het om een zinderende altsaxsolo neer te zetten, waarbij hij volledig uit zijn dak gaat.

Een aantal nummers, zoals 'The 6 Million Dollar Man', 'Vlekje En De Geheimzinnige Ster' en 'Mr. Emerson Takes A Walk In The Sun' hebben duidelijk filmische kwaliteiten. Zo is 'The 6 Million Dollar Man' geïnspireerd op de jaren zeventig. Het zou dan ook goed passen bij zo'n spannende politieserie uit die tijd, met name door de wow-wow effecten die Van Dongen uit zijn Syntion tovert. En Mister Emerson, uit 'Mr. Emerson Takes A Walk In The Sun' zie je gewoon voorbij wandelen in de trombonesolo van Sparla. De lome groove doet de rest. De funkrock science fiction van 'Spock' zorgt tot slot voor een waardige afsluiting. Van Dongen trekt hier alles uit de kast en ook de blazers laten zich niet onbetuigd.

Labels:

(Ben Taffijn, 28.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Keith Jarrett & Charlie Haden – 'Last Dance' (ECM, 2014)

Opname: maart 2007

Naarmate Keith Jarrett zich meer toespitste op zijn twee bekendste sterktes, solo-improvisaties en zijn standards-trio, werd het steeds zeldzamer dat de pianist zich omringde met verrassende muzikanten of ongebruikelijke concepten. 'Last Dance', een opname uit 2007, is wat dit betreft een interessante onderbreking van een carrière die beurtelings op een herhaling van zetten lijkt, maar soms ook beeldschoon is. De verfrissende factor is de aanwezigheid van Charlie Haden, de meesterbassist die in 2014 overleed. Voor Haden en Jarrett was deze opname een soort reünie, aangezien Haden in de laten jaren zestig in Jarretts kwartet speelde.

Waar Jarrett door middel van creatieve restrictie de diepte in ging, is Haden altijd een omnivoor gebleven, wiens werk vooral door breedte imponeert. In dat opzicht vullen de muzikanten elkaar op 'Last Dance' mooi aan. Het materiaal is exclusief standards, op Bud Powells 'Dance Of The Infidels' na allemaal uitgevoerd in een ontspannen tempo. Dit geeft de opname een conversationele schoonheid mee en dwingt de muzikanten zich te concentreren op de originaliteit binnen het overbekende materiaal. Hierbij is het Jarrett die de toon zet, vooral door zijn klaterende rechterhand. Toch is het Haden die de interessantste bijdragen levert, zoals zijn sonore bijdrage aan een opengewerkte versie van 'Round Midnight'. Jarrett voorziet deze van accenten, zodat de bassolo niet al te zeer inzakt of wegdrijft van de akkoorden en makkelijker de aandacht vasthoudt. Op omgekeerde wijze geeft Hadens bas een anker aan de pianolijnen van Jarrett. Het eerder genoemde 'Dance Of The Infidels' is een ander hoogtepunt en sprankelender dan men van een bebop-vehikel gewend is. Dit komt vooral omdat Jarretts aanslag eerder die van een klassieke pianist is dan van een post-bopper.

Zijn heldere geluid komt Jarrett ook ten goede is 'Every Time We Say Goodbye' en 'Goodbye', stukken die qua thematiek bijna lijken te verwijzen naar Hadens dood. Dat dit album vlak na het overlijden van de bassist verschenen is, voegt een extra betekenis toe aan de keuze van deze twee stukken. Ook de titel, 'Last Dance', doet vermoeden dat dit album postuum als een gedenkteken voor de grootste bassist sinds Charlie Mingus bedoeld is. Dat alleen al maakt dit niet wereldschokkende, maar zeer degelijke album een sympathieke luisterplaat.

Klik hier voor geluidsfragmenten van dit album.

Labels:

(Sybren Renema, 27.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert / Audio
...Make some noise!

Nels Cline Singers, zondag 15 maart 2015, Bimhuis, Amsterdam

Een contour is snel geschetst als iemand zegt dat hij gitarist werd op het moment dat hij Jimi Hendrix' 'Manic Depression' hoorde. En dan zijn formatie de Nels Cline Singers noemt, waarin - afgezien van wat incidentele gonzende zangklanken van Cline en de Braziliaanse percussionist Cyro Baptista - geen zanger te bekennen is.

Cline is onder andere bekend als de ontwrichtende leadgitarist van de alt-indieband Wilco. Maar schaart zich ook in het gezelschap van eigengereide gitaristen met een origineel idioom, zoals Marc Ribot, Bill Frisell, Robert Fripp en Fred Frith. Elke beetje eigenzinnige gitarist, ongeacht genre, rekent hij tot zijn voorbeelden. Met een knipoog meldt hij deze ook in zijn gitaristen-top 200 op zijn website.

Nels Cline typeren is geen sinecure. Dat is ook niet verbazingwekkend als we zijn biografie even doorlopen. We zien een ongrijpbare muzikale zwerver, die vele genres doorkruiste. De diversiteit aan projecten waar hij bij betrokken raakte, gebruikt hij als ingrediënten en invloeden tijdens zijn optreden. Al die stijlen zijn echter slechts een excuus om dwalenderwijs op zoek te gaan naar waar de noten schuren en ze zich willen loswrikken uit het keurslijf van stemmige, voorspelbare toonreeksen. Onmiskenbaar is dan ook zijn voorliefde voor noise-klankschappen, psychedelische drones, improvisatie en urban ambient. Een 'sonic wonderland', zoals hij het zelf graag noemt.

De formatie van John-Zorn-protegés Baptista en bassist Trevor Dunn, met Scott Amendola op drums, vormt een orkest dat op het scherpst van de snede de klankgolven weet te bevaren. Het is niet verbazingwekkend dat alle musici ruimhartig met effectapparatuur werken.

De avond opent met een stuk waarin drummer Amendola zich uitleeft met zijn loopstation en laag over laag een klaterende ritmestructuur opbouwt. Flarden sonische psychedelica, gruizige rock, broeierige jazz, elektronische drones en andere kruisbestuivingen passeren de revue.

Er wordt veel materiaal van het laatste album 'Macroscope' gespeeld. De nummers vertrekken vaak vanuit een herhalende riff; soms rockend luidruchtig, soms met langzaam stippelende notenlijnen. Het repeterende raamwerk wordt met klanktextuur en dwarse wendingen ingekleurd en uitgetimmerd. Geluidstexturen, zoals feedback en white noise, worden gekoesterd en voeren de boventoon. Er wordt aan noten en melodielijnen gesjord en geschud, vaak totdat de constructie instort en dan kijken waar het je brengt.

Het dwingt je als luisteraar dit concert te ondergaan als het luisteren naar een hoorspel zonder script. Waar met name aandacht wordt gevraagd voor klank en geluid. Schurende en dissonante harmonieën, melodieën die bijna kubistisch ontleed worden. Het versmelten van ritme en toon tot een amorfe nevel van klank. Verrassende orkestraties, die naar het eind toe aanzwellen tot een meeslepend crescendo van oprispende solo's van de diverse musici.

Een avontuurlijke reis door een klanklandschap met veel onverwachte en impulsieve ingrediënten. Kortom een avond die zich niet laat kwalificeren als een reguliere luisterervaring, maar zich karakteriseert als een weerbarstig sonisch luisteravontuur.

Klik hier voor foto's van dit concert door Maarten Mooijman.

Dit concert plus een interview met Nels Cline is terug te horen via Bimhuis Radio:

Labels: ,

(Kees Schreuders, 26.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Atanga Boom - 'Atanga Boom' (Flyin' High, 2015)

Opnamen: juli 2013 / januari 2014

Atanga Boom is een groep van zes enthousiaste Nederlandse musici van allerlei pluimage. Die brede achtergrond hoor je terug op het gelijknamige album. Al direct bij het openingsnummer gaat het loos en hoor je meeslepende grooves, die de hele plaat zo typeren.

Uit allerlei stijlen is er wel iets te horen, van Afro funk, latin grooves en psychedelische rock tot jazzy solo's en zelfs reggae. De groep heeft ervoor gekozen om als collectief te opereren en als zodanig af te wisselen in ritmiek en melodie. Niet alleen de percussie en drums bepalen het ritme; de blazers eveneens, waarbij de tuba - bespeelt door Axel Schappert - opvalt met hippe baslijntjes. Het stevige geluid van Coen Kaldeway's baritonsax trekt samen op met de gitaarlijnen van Mark Tuinstra en is in het geheel verweven met percussie en drums van Heleen Janks en Greg Smith.

Deze verfrissende aanpak en bijzondere instrumentatie maakt de plaat eigenzinnig. Aan ideeën geen gebrek hier. De keuze van Atanga Boom om zich als collectief zo krachtig en enthousiast te presenteren, maakt het soms ook ietwat onrustig en vol. De melodische lijnen van percussioniste/vocaliste Helene Jank of die van toetsenist en initiator Maarten Meddens trekken dat weer enigszins in  evenwicht.

Deze groep heeft absoluut potentie, is hecht en enthousiast en telt sterke musici. Atanga Boom is een band in ontwikkeling. Je voelt het aan alle kanten bruisen, swingen, ronken en grooven met geraffineerde vondsten, riffjes en changes. Het stijgt op... Deze plaat maakt nieuwsgierig naar het vervolg. Bij een tweede plaat zal de band, zeker na dit sterke energieke debuutalbum, zich wellicht ook wat meer ruimte gunnen om af en toe te landen. Want tjee, wat een energie!

Klik hier om twee tracks van dit album te beluisteren: 'Wuzz Gnawan' en 'Cash Converters'.

Labels:

(Koen Scherer, 26.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Fred in DE Fred

Ballister & Duot, zondag 22 maart 2015, Oorstof, DE Studio, Antwerpen

Nota bene in het voormalig kantoor van de bankdirecteur, nu DE Fred gedoopt, waar de gemiddelde woonkamer overigens ongeveer vijf keer in past, maar dat terzijde, speelde cellist Fred Lonberg-Holm, samen met saxofonist Dave Rempis en slagwerker Paal Nilssen-Love een werkelijk oorverdovende en allesverwoestende set.

Maar eerst was de beurt aan het Spaanse Duot, bestaand uit drummer Ramón Prats en saxofonist Albert Cicera. Twee musici uit de improvisatiescene van Barcelona, die de luisteraar hier één lange set voorschotelden, waarin vooral het grote verschil in dynamiek opviel. Het ene moment was de muziek fluisterzacht, bijna sereen, bestaand uit zuchtende noten vaan Cicera en zachte kraakjes van Prats, als een klankcollage. Op andere momenten leidde het gezamenlijk spel tot ware klankerupties. Daarnaast zijn beide musici in staat tot creatieve vondsten op hun instrumenten. Prats sloeg werkelijk op ieder onderdeel van zijn drumstel en wist zo de meest aparte klanken te bewerkstelligen. Ook Cicera toverde kleurrijke klanken uit zijn tenor- en sopraansax. Op enig moment had zijn solo op de tenorsax nog het meest weg van het radiosignaal dat je krijgt als je tussen twee zenders in zit. Op andere momenten was het klagelijk, schrijnend, een hoge fluittoon producerend, vooral als hij de sopraansax bespeelde. Een hoogtepunt was het korte moment waarop hij alleen het mondstuk van de tenorsax bespeelde. Het had nog het meest weg van een zoemende hommel.

Ballister begon de set direct vol op stoom. Nilssen-Love zette een muur van geluid neer door in een werkelijk moordend tempo zijn drumstel te bewerken, terwijl Lonberg-Holm de muur nog wat verder af smeerde met zijn versterkte cellospel. Rempis probeerde met zijn altsax een gat in die muur te slaan. Het mocht niet baten. Toen het geweld minuten later wel wat luwde, kreeg Lonberg-Holm de gelegenheid om ongestoord te laten horen wat hij kan. Zijn cello kraakt en krast en doet een beroep op de medewerking van de luisteraar.

Dit trio kenmerkt zich zowaar door een allesverzengende kracht. De tactiek van de verschroeide aarde, zo u wilt. En dat minuten lang achtereen. Niet dat er nooit op een lager tempo wordt gespeeld. Dat gebeurt wel, maar die momenten duren altijd maar kort en helpen niet echt om te ontspannen. Daarvoor zijn ze simpelweg te onrustig. Want als Nillsen-Love dan eens niet in een moordend tempo drumt en alleen zijn bekkens gebruikt, is het Lonberg-Holm die dusdanig klagelijke noten produceert dat je de haren te bergen rijzen. Of het is Rempis die een verzengende solo neerzet, repeterend, weerkaatsend als een echo.

Nee, Ballister is geen trio om nu eens lekker bij weg te dromen. Integendeel, puur geweld om de boel eens goed op te schudden. En waar kun je dat beter doen dan in het voormalige kantoor van een bankdirecteur?

Labels:

(Ben Taffijn, 25.3.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Cees Schrama benoemd tot erelid Federatie van Nederlandse Jazzfestivals

Op de ledenvergadering van de Federatie van Nederlandse Jazzfestivals (FNJF) 21 maart jongstleden is Cees Schrama tot erelid van de federatie benoemd. Voorzitter Ton Bos roemde zijn inzet voor de Nederlandse jazz en het gevraagde en ongevraagde advies dat hij de FNJF ondanks zijn hoge leeftijd nog regelmatig geeft.

Cees Schrama is de nestor van de Nederlandse jazz en bekend als pianist, presentator, maar ook producer. Zijn rol als presentator krijgt vorm als hij vanaf 1973 Sesjun presenteert. Liefst dertig jaar lang presenteerde hij dit beroemde TROS-radioprogramma, waarin hij bekende jazzmuzikanten uit binnen- en buitenland ontving. Als muzikant leidde hij in de jaren zestig tot en met de jaren negentig Casey and the Pressure Group en speelt hij mee op vele platen. Hij produceert ook albums met onder andere Toots Thielemans, Monty Alexander, Gijs Hendriks en Piet Noordijk. Eind jaren zestig drukte hij met zijn experimentele muziekstijl een grote stempel op het geluid van de Golden Earring. Ook werkte hij mee aan de single 'Venus', waarmee Shocking Blue een wereldhit scoorde. Tevens is Schrama al ruim dertig jaar betrokken bij het North Sea Jazz Festival, waarvan hij ook jarenlang presentator was en lid van de programma-commissie.

Het Bimhuis vertoont op zaterdag 4 april een documentaire over Schrama, die deel uitmaakt van Jazzportretten, een serie films over belangrijke Nederlandse jazzmusici. Deze serie is een initiatief van het Nederlands Jazz Archief en de premières vinden plaats in het Bimhuis in het kader van het veertigjarig jubileum van dit podium. Naast Cees Schrama staat 4 april ook bassist Ruud Jacobs centraal.

De FNJF levert een bijdrage op het gebied van onder andere kennisdeling, politieke kwesties, promotie en fondsenwerving en fungeert namens de aangesloten festivals als aanspreekpunt naar (inter)nationale partijen in het jazzveld. De FNJF ondersteunt initiatieven met betrekking tot talentontwikkeling, citymarketing, cultureel klimaat, toerisme en economische ontwikkeling, gebieden waarop festivals een belangrijke rol vervullen.

Labels:

(Cees van de Ven, 25.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Jazz in De Pont

Franz von Chossy, zondag 22 maart 2015, De Pont, Tilburg

Kunst beleven in de breedste zin van het woord, dat is wat ze bij De Pont graag stimuleren. Daarom wordt iedere vierde zondag van de maand de kunst van nu gecombineerd met de muziek van nu. In samenwerking met November Music kunnen de bezoekers van het Tilburgse museum elke maand gratis een concert bijwonen.

November Music is het belangrijkste internationale festival voor actuele muziek in Nederland. Het meerdaagse festival vindt jaarlijks plaats op diverse locaties in 's-Hertogenbosch en heeft nauwe banden met belangrijke festivals in diverse Europese landen. Daarnaast organiseert November Music concerten op diverse podia, waaronder een aantal musea en andere kunstinitiatieven. Het festival laat de laatste ontwikkelingen zien op het gebied van hedendaagse gecomponeerde muziek, jazz & impro, muziektheater, elektronica en geluidsinstallaties. Daarbij zijn veel concerten/voorstellingen interdisciplinair en genre-overstijgend. Met dit veelzijdige aanbod wil November Music de muziek van nu door de makers van nu tonen aan een zo breed mogelijk publiek.

In dit kader konden de museumbezoekers van De Pont deze zondagmiddag genieten van de pianoklanken van Franz von Chossy. Von Chossy is geboren in München en studeerde in Amsterdam en New York. Hij maakt deel uit van de groep Arifa en het Pascal Schumacher Quartet, en heeft een eigen trio én kwintet. Hij won de Dutch Jazz Competition en werd tweede tijdens de Montreux Jazz Solo Piano Competition.

In de sober ingerichte zaal staat enkel een vleugel op het podium. Als achtergrond is bewust gekozen voor een grote, geheel witte muur, zodat de aandacht niet afgeleid wordt en de focus ligt op de muzikant en zijn muziek. Haast als in een kerk stromen de bezoekers stilletjes binnen en nemen plaats op de in rijen opgestelde stoelen. Heel anders dus dan in een jazzclub, waar de interactie veel groter en de sfeer bruisender is, maar passend bij de doorgaans meer ingetogen omgeving van een museum. En zeker een geschikt moment voor verdieping van de totale kunstbeleving. Von Chossy speelde twee korte sets met daartussen een ruime pauze om zoveel mogelijk bezoekers de gelegenheid te geven van de muziek te kunnen genieten.

De klassieke achtergrond van Von Chossy komt in deze haast meditatieve entourage goed tot zijn recht. De pianist kleurt zijn stukken met jazzy improvisaties. Zijn spel varieert van klein en ingetogen tot groots en spannend; vanuit zijn virtuositeit kan hij een waterval doen klinken alsof je ernaast staat, of een verhaal vertellen waarbij een visioen ontstaat. Zijn handen beroeren het klavier zoals een kunstenaar zijn kunstwerk; soms lieflijk, soms vol onstuimigheid.

Klik hier voor foto's van dit concert door Donata van de Ven.

November Music vindt dit jaar plaats van 4 t/m 8 november.

Labels:

(Donata van de Ven, 24.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Pandelis Karayorgis Quintet – 'Afterimage' (Driff, 2014)

Opname: 18 april 2014

Het Pandelis Karayorgis Quintet bracht in 2013 het album 'Circuitous' uit en ging daarna op tour. Een van de concerten, dat van april 2014 in Mike Reed's Constellation in Chicago, is nu op cd uitgebracht.

Aan alles is te horen dat dit een spetterend concert was, met krachtig samenspel en uitdagende solo's. Beluister 'Haunt', dat start met een kleurrijke, resonerende bassolo van Nate McBride. Pianist Karayorgis en drummer Frank Rosaly pakken het stokje over in een aanstekelijk postbop duet, waarbij Karayorgis de krachtige ritmiek van Rosaly optimaal benut voor zijn aanstekelijke melodie. Ook het duet tussen de rietblazers Dave Rempis en Keefe Jackson verderop is de moeite van het beluisteren waard. Rempis, hier op altsax, en Jackson op tenorsax schuren langs elkaar heen. Uitdagend, spannend en soms bijna over de top.

Beide saxofonisten zetten overigens op meer plekken in dit concert letterlijk de toon. Zoals Rempis in een scheurende, swingende solo op baritonsax in 'Velocipede', spaarzaam ondersteund door Karayorgis. Ook in 'Obesession' gaan de sluizen helemaal open. Jackson en Rempis duikelen over elkaar heen, krachtig en ongebreideld solerend op het patroon dat McBride en Rosaly uitspreiden. En ook hier zorgt Karayorgis voor overtuigende accenten.

'Veil', halverwege het album, is het broodnodige rustmoment. Het is een prachtig eerbetoon aan de ballades van Billy Strayhorn en laat goed horen dat dit kwintet ook met rustigere nummers overweg kan. De beide blazers zijn hier ineens een stuk melodieuzer bezig en Karayorgis geeft met veel gevoel een boeiende lezing van het begrip 'ballad'. Het kan niet anders dan dat Strayhorn vanaf zijn wolk tevreden heeft geluisterd, die vrijdagavond in Chicago.

Klik hier om drie tracks van dit album te beluisteren: 'Ledger', 'Nest' en 'Velocipede'.

Labels:

(Ben Taffijn, 24.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Met Neset in de achtbaan

Marius Neset Quartet, vrijdag 20 maart 2015, Paradox, Tilburg

Marius Neset is een muzikale alleskunner. Schijnbaar moeiteloos laveert deze Noorse saxofonist tussen fijnzinnige, soms bijna zoete melodieën en pure rauwheid, waarbij hij met felle uithalen de zaal in extase brengt. Dat zijn de momenten waarop het karretje van de achtbaan, helemaal bovenin en bijna stilstaand, met groot geraas naar beneden keldert.

Zelden ook een kwartet zo voortvarend een concert horen openen als het Marius Neset Quartet in 'World Song'. Ivo Neame, direct herkenbaar aan zijn staccato gespeelde patronen op de piano, melodieus en tegendraads tegelijk, waarbij je continu denkt het te kunnen pakken, maar er toch telkens weer naast grijpt. En Neset energiek en vibrerend blazend op zijn tenorsax. Het ene ingewikkelde en kleurrijke notenpatroon voor het andere verwisselend, uitmondend in een fel duel met slagwerker Anton Eger, die het drumstel van Paradox zwaar teistert met zijn sterk ritmische spel. Tot Petter Eldh het stokje overneemt en een lange, hypnotiserende bassolo neerzet.

De toon is gezet voor een concert dat de luisteraar van de ene verrassing naar de andere brengt. De titelsong van de nieuwe cd 'Pinball' heeft wel iets van een circusmelodie. Het is in ieder geval net zo speels en kleurrijk. Muzikaal jongleren, waarbij Neame en Neset elkaar de bal toespelen. En waarin Neset halverwege overstapt op de sopraansax om hierop een zinderende solo te spelen. In 'Theatre Of Magic' mogen we ons laven aan subtieler spel van Neset. Dit nummer begint met een gevoelige, weemoedige en glasheldere solo. Welluidende noten stromen uit de hoorn. Dat is overigens een ander kenmerk van deze saxofonist: hoe fel zijn solo's ook kunnen zijn, hij blijft altijd vasthouden aan de melodie.

Een hoogtepunt aan het eind van het concert is 'Summer Dance'. Neset gebruikt zijn tenorsax hier als een percussie-instrument door ritmisch te trommelen op de kleppen zonder te blazen en even later in zijn sax te hijgen, waarmee hij een bevreemdend effect bereikt. Samen met het zeer ritmische slagwerk van Eger geeft het dit nummer een heel bijzondere lading.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Ben Taffijn, 24.3.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Doctor Determeyer

Eddy Determeyer, medewerker van Draai om je oren, is de nieuwe hoofdredacteur van Doctor Jazz Magazine. Dit blad, dat sinds 1962 bestaat en daarmee het oudste jazztijdschrift van Nederland is, besteedt aandacht aan alle vormen van 'klassieke' jazz, vanaf het prille begin tot en met bebop en R&B.

Determeyer wil meer ruimte voor oral history in Doctor Jazz en dan in het bijzonder de verhalen van de oudste generatie jazzliefhebbers. Ook wil hij op termijn bekijken of een internationale versie van het periodiek tot de mogelijkheden behoort. In kringen van musicologen, muzikanten, journalisten en verzamelaars heeft het Nederlandse blad wereldwijd een goede naam. Het is overigens wel de bedoeling dat de nieuwe hoofdredacteur ook voor Draai blijft schrijven.

Labels:

(Maarten van de Ven, 24.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Aki Takase La Planète – 'Flying Soul' (Intakt, 2014)
Opname: 6-8 september 2013
Aki Takatse / Ayumi Paul – 'Hotel Zauberberg' (Intakt, 2014)
Opname: januari/mei 2014

Het begin vorig jaar verschenen album 'Flying Soul' en het eind vorig jaar uitgebrachte 'Hotel Zauberberg', beide van de Japanse pianiste Aki Takase, vertonen een grote mate van stilistische overeenkomst. Daarom leggen we ze in deze recensie maar eens naast elkaar.

'Flying Soul' is de eerste opname van een nieuw kwartet van Takase, met naast haarzelf op piano en celeste Louis Sclavis op klarinet en basklarinet, Dominique Pifarély op viool en Vincent Courtois op cello. De albumtitel verwijst naar de inspiratiebron voor dit album: de roman 'Flying Soul' van de Japanse schrijver Yoko Tawada. Tawada is een goede vriendin en collega van Takase. Op dit album heeft Takase getracht om de Japanse schrifttekens om te zetten in klanken. Daarnaast heeft zij ervoor gekozen om meer bij het idioom van de klassieke kamermuziek aan te haken dan bij dat van de jazz. De muziek die op dit album klinkt, heeft dan ook veel raakvlakken met componisten als Debussy, Ravel en Messiaen. Zo zijn 'Into The Woods', 'Wasserspiegel' en 'Intoxication' harmonieuze stukken waarin het ensemblewerk voorop staat. Hier wordt zeer melodieus gemusiceerd. 'Onigawarau' is eveneens een melodieus stuk, maar dan wel op een heel andere wijze. Hier valt het ritme het meest op, verklankt door een enerverend blazende Sclavis. De improvisatiekant van Takase komt in andere stukken, zoals 'Rouge Stone', aan bod. Hier hebben ruwe, ongepolijste en weerbarstige tonen de overhand.

Het album bevat verder nog vier losse stukken, waaronder een cover van 'Twelve Tone Tales' van de partner van Takase, Alexander von Schlippenbach. Bijzonder is ook 'Moon Cake' met een grote rol voor Sclavis die vrolijke kwinkslagen uitdeelt met zijn klarinet en met enerverende duetten tussen viool en cello en celeste en klarinet.

'Hotel Zauberberg' haalt eveneens zijn inspiratie uit een roman: 'Der Zauberberg' van Thomas Mann. En ook op dit album heeft de muziek weer veel raakvlakken met de klassieke kamermuziek. Hier vertolkt op piano en viool. En ook de samenwerking met violiste Ayumi Paul is nieuw voor Takase. Diegenen die de roman van Mann kennen, zullen aangenaam verrast worden door de verklanking van diverse elementen uit het boek. Takase schiet regelmatig vol in de roos. Zo is 'Hans' natuurlijk een verwijzing naar de hoofdpersoon Hans Castorp. Castorp vindt zichzelf in de roman een hele meneer, die in het sanatorium louter zijn neef komt bezoeken en daarna weer vrolijk terug kan (uiteindelijk zal hij jaren langer blijven dan diezelfde neef). Tegelijkertijd is het een kwetsbare, onzekere jongeman.

Takase vangt de diverse stemmingen door enerzijds voor harmonie te kiezen en anderzijds voor weerbarstigheid, bijvoorbeeld door de glissando's van de viool. En dan 'Frau Chauchat', de nuffige Russische waar Hans verliefd op wordt. Takase kiest hiervoor een wals als vorm. En je ziet haar binnenschrijden in het restaurant in haar lange avondjapon. En dan die melancholische ondertoon! Maar eigenlijk gaat de roman over de tijd. Drie stukken heten dan ook 'Was Ist Die Zeit?'. Twee keer voor solopiano en één keer voor piano-viool. Het zijn miniatuurtjes, bespiegelingen, langzame wandelingen, waarin de tijd lijkt stil te staan. Hetzelfde dat je overkomt bij het beluisteren van deze cd's.

Klik hier voor geluidsfragmenten van 'Flying Soul'.
Klik hier voor geluidsfragmenten van 'Hotel Zauberberg'.

Labels:

(Ben Taffijn, 22.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
In het geheugen gegrift

Shai Maestro Trio, vrijdag 20 maart 2015, De Casino, Sint-Niklaas

Van de eerste tot en met de laatste noot deed het Shai Maestro Trio je versteld staan. Pianotriojazz van het zuiverste soort. Uitstekende composities, dito improvisaties, samenspel, interacties en een ongelooflijk spelplezier, dat is wat het publiek in De Casino in Sint Niklaas met groot genoegen tot zich nam.

Shai Maestro is een begenadigd pianist met een overweldigende zeggingskracht. Bassist Jorge Roeder en drummer Ziv Ravitz bedienen hem empatisch met spontane ter zake doende ondersteuning, maar schromen niet om af en toe ook tegendraads te zijn en niet naar Shai's pijpen te dansen, zodat de spanning erin blijft. Zo wordt het geheel beduidend meer dan de som der delen! Een spraakmakend concert dat niet meer uit het geheugen verdwijnt, omdat het met een permanent marker daarin is geschreven.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(Cees van de Ven, 22.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Lily's Déjà Vu – 'Live In Paradox' (Chorcho, 2015)
Opname: 4 oktober 2013

Meteen na de release van debuutalbum 'Music From Another Ass' (2013) ging het kwartet de hort op om het materiaal te onderwerpen aan de enige proef die ertoe doet: kan het de live-test doorstaan? Valt hier iets mee aan te vangen? Het antwoord is – en we hadden natuurlijk ook niet anders verwacht – eenduidig positief. Deze release, opgenomen in de trots van Tilburg, laat een band aan het werk horen die van inventiviteit zijn mooiste deugd heeft gemaakt. Dat het hier en daar bruisend uit z'n voegen barst en woelig wringt om vervolgens allemaal weer netjes bij elkaar te komen, is een fijne bonus.

Natuurlijk heb je ook een paar kleppers aan boord die hun mannetje kunnen staan. Gitarist Guillermo Celano, drummer Marcos Baggiani en bassist Jasper Stadhouders zijn al jaren bekende gezichten uit de Amsterdamse scene, en met de komst van saxofoniste Ingrid Laubrock krijgen ze gezelschap van een van de meest veelzijdige muzikanten van het moment, een artieste die zich zowel thuis voelt in een wereld van vrije abstractie als van gecomponeerd hechtheid.

Die combinatie hoor je hier ook terug in de vijf composities, waarvan er drie overgenomen zijn van het debuut. En opener 'Knoest' (het had een titel van Ab Baars kunnen zijn), een bijdrage van Stadhouders, is meteen een schot in de roos: een knikje naar Monk in de start en daarna knoestig aan het rollen, met Baggiani die er levendig op los ritselt, een Afrikaans getint afdaling, vet klodderende bas, expansieve saxsolo en vooral een schitterperformance van Celano, die heen en weer zwiert tussen schimmig impressionisme en Sharrock-achtige stuntwerk.

De andere composities volgen regelmatig een vergelijkbaar parcours, met momenten van potige ritmes (vooral 'As Above So Below' haalt, weliswaar na een lyrische aanzet, uit met een knoert van een hypnotische groove), onvoorspelbare zijstappen en binnenwegen (ook nu valt er werkelijk niets aan te vangen met een handleiding in Celano's 'Zoektocht Naar Jezelf') en van die momenten waarop de stukjes plots allemaal strak op hun plaats vallen en de muzikanten je laten weten dat ze je weer lekker bij de neus hebben.

Het is dat evenwicht van vrijheid, schijnbare willekeur en een indrukwekkende hechtheid die van dit album zo'n uitdaging maakt. De droomlogica van 'Music From Another Ass' zit er nog steeds in, met al die dwarse of spooky passages die je zo zou kunnen wegstoppen in een nieuwe versie van Hitchcocks 'Spellbound' ('Les Indignes'), maar dus ook dat krachtige samenspel, dat net zo goed uit New York had kunnen komen. Het laat alleszins horen dat Lily's Déjà Vu een band is met een geheel eigen karakter en een stijl waarbij de mogelijkheden schier eindeloos lijken. Wordt vervolgd. Hopelijk.

'Live In Paradox' is enkel te verkrijgen in digitaal formaat. Klik hier om het album te beluisteren en te bestellen.

Labels:

(Guy Peters, 22.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Standards binnenstebuiten gekeerd

Tom Rainey Obbligato, woensdag 18 maart 2015, Paradox, Tilburg

Het is wonderlijk wat dit kwintet onder leiding van drummer Tom Rainey neerzet. Klassieke standards op zeer originele en onnavolgbare wijze gespeeld. Zeg maar gerust binnenstebuiten gekeerd! Je moet de nummers wel zeer goed kennen om de echo's van de meer bekendere versies te kunnen herkennen.

Maar het levert veel bijzondere momenten op. Zoals een duet tussen pianiste Kris Davis en trompetist Ralph Alessi in 'Beatrice'. Davis' klaterend pianospel klinkt als een stromende beek en het trompetspel van Alessi heeft hier nog het meest weg van een jachthoorn, deinend van hoog naar laag, als een soort van atonale dans. Het daaropvolgende duet tussen Ingrid Laubrock op tenorsax en het slagwerk van Rainey volgt hetzelfde patroon. Ook Laubrock beweegt moeiteloos tussen hoog en laag. Het daarop volgende 'What Is This Thing Called Love' is zo'n overbekende standard, vaak mierzoet, maar hier niet. Het start allemaal juist zeer onrustig in een verkennend, aftastend, naar ritme zoekend duet tussen piano en drums, waarbij Laubrock en bassist Drew Gress voor spannende accenten zorgen. Pas als Alessi zich erbij voegt, ontstaat er iets wat je een melodie kunt noemen en openbaart zich de standard. De explosieve drumsolo van Rainey maakt het echter even snel weer ongedaan, met een enorme kracht, maar tegelijkertijd trefzeker en loepzuiver. In 'There’s No Greater Love', een andere overbekende klassieker, is het Laubrock die de show steelt in een schurende solo, de grenzen van haar instrument aftastend.

Ook de tweede set bevat een aantal bijzondere momenten. Het samenspel van Laubrock en Alessi in 'In Your Own Sweet Way' heeft nog het meest weg van een stel krijsende vogels, om elkaar heen cirkelend op zoek naar eten. Terwijl we in het volgende moment Davis horen met een parelende pianosolo, swingend ondersteund door de ritmesectie en doorsneden door de diepe, loeiende tonen van Laubrocks sax. In 'Reflections' laat Rainey andermaal zijn kwaliteiten horen in een drumsolo die nog het meest doet denken aan een overtrekkende onweersbui. 'Prelude To A Kiss' vervolgens verrast nog door Laubrocks tremolo spel. De vibrerende klanken van de sax geven een spannende lading aan dit over romantische nummer.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Ben Taffijn, 20.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Whirl – 'Revolving Rapidly Around An Axis' (dENk, 2015)
Opname: 2014

Het trio Whirl, bestaande uit Tobias Delius (sax/clarinet), Fiskum Myhr (contrabas) en Henrik Munkeby Nørstebø (trombone), levert met 'Revolving Rapidly Around An Axis' een zeer toepasselijk getitelde plaat af. Hoewel alle stukken vrij geïmproviseerd zijn, vormt de plaat een samenhangend geheel vol cirkels, spiralen en helixen. De afwezigheid van drums laat een bepaalde vrijheid en ruimte toe, die de muzikanten voortreffelijk weten te benutten.

'Flurry', het openingsnummer, is relatief intens, met nerveus gekras op de bas, een nors knorrende trombone en een reeks hoog piepende klarinetgeluiden. Langzaam vinden de instrumenten elkaar en ontstaat een bepaalde status quo, die harmonie genoemd zou kunnen worden. Het hierop volgende 'Circle' bewandelt de omgekeerde weg, met slechts een eenzame bas die langzaam wordt aangevuld met trombone en tenorsax. Het meest geslaagd is 'Rotasjon', dat wordt gedomineerd door Delius' half aangeblazen saxofoon. Deze wordt door Nørstebø van interpunctie voorzien, voordat ook Myhrs contrabas zich met de zo tot stand komende dialoog bemoeit.

Door het instrumentarium, licht slepende tempo en de acrobatische sprongen op trombone en klarinet heeft de muziek een sterk beeldende kwaliteit, die zich prima zou lenen voor een postmoderne circustent. Met 32 minuten is deze plaat weliswaar wat aan de korte kant, maar hij beloont meermalige beluistering met een grote hoeveelheid details.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 19.3.15) - [print] - [naar boven]



Nieuws
Grand Theatre failliet

'No Jazz, No Music,' meldt de agenda van de Groninger Gezinsbode nog voor donderdag 26 maart in het Grand Theatre. De naam van een programma met de groepen van Fie Schouten en Jan Nijdam. Het is wrang: sinds het weekend van 13 maart is er helemaal geen jazz en geen muziek meer in het Grand. Geen vernieuwend theater, geen dans, geen multimediaprojecten, geen kinderactiviteiten. Na 35 jaar is het doek gevallen voor het karakteristieke theater aan de Grote Markt. Met een schuldenlast van ruim twee ton was het niet langer verantwoord het Grand open te houden.

Groninger cultuurliefhebbers reageren geschokt op het nieuws van het faillissement. Bekend was dat het theater in 2012/13 ruim acht ton aan rijkssubsidie kwijtraakte na de bezuinigingsoperatie van Halbe Z., destijds de staatssecretaris voor (lees: tegen) cultuur. Dat betekende dat de rol van het Grand als productiehuis was uitgespeeld. Achteraf lijkt het erop dat de consequenties van die ommezwaai niet volledig in het beleid van het theater werden verdisconteerd. Er werd gepoogd zoveel mogelijk medewerkers vast te houden, voor wie andere functies werden gevonden. In 2012 werd er nog fors geïnvesteerd in een nieuwe tribune en het financiële beleid van directeur Paul S. resulteerde er onder meer in, dat medewerkers die tot dan toe hun diensten om niet hadden verricht ineens betaald gingen worden.

Een vraag aan de gemeente om een overbruggingskrediet van 475.000 euro werd afgewezen. Cultuurwethouder Paul de R. vindt dat gesubsidieerde instellingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun bedrijfsvoering. Er is volgens hem nog veel onzekerheid, de jaarrekening over 2014 ontbreekt, net als een deugdelijk reorganisatieplan. Wel vindt hij het belangrijk dat een cultuurstad als Groningen een plek houdt waar jong creatief talent de kans krijgt te experimenteren en zich te ontwikkelen. Daartoe is hij in gesprek met een aantal culturele organisaties.

Intussen is het moeilijk te verteren dat ex-directeur S. is opgestapt met een half jaar salaris bij wijze van bonus, terwijl er kunstenaars zijn die nog voor duizenden euro's aan vorderingen hebben openstaan. Waarvan dus dubieus is of ze hun geld nog ooit zullen zien. Wat de situatie nóg zuurder maakt is dat de bouw van het Forum, honderd meter verderop, vier maanden is stilgelegd (à raison van zo'n twee miljoen per maand) om te bekijken hoe die glazen cultuurberg alsnog aardbevingsbestendig gemaakt kan worden. Wat, zoals men zal begrijpen, geen eenvoudige klus is wanneer het fundament eenmaal gelegd is.

Labels:

(Eddy Determeyer, 19.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Nordmann – 'Alarm!' (W.E.R.F., 2015)
Opnamen: 2014

Nordmann is een Gents jazzkwartet dat in 2013 de STORM! contest won, een wedstrijd voor jong jazztalent. De jeugdigheid hoor je in de gretige wijze waarop de muziek getackeld wordt. En in de lak aan conventies. Tegelijkertijd klinkt het concept verrassend volwassen.

Verwacht in het titelstuk 'Alarm!' geen sirenes. Maar een stil alarm gaat hier evenmin af; met zevenmijlslaarzen dreunt basgitarist Dries Geusens dreigend op je af. De toon is gezet. Deze muziek heeft te veel Watts voor watjes. En de echokelder staat wagenwijd open.

'Pfut' valt uit de toon met zijn hikkende ritmen en met de filmische wijze waarop flarden van een ander (?) nummer door de muziek zijn gesneden. Flikken ze dit live ook? Ik zou het graag meemaken.

Dat gitarist Edmund Lauret zijn huiswerk heeft gedaan horen we in 'El Niño', met zijn schaduwen van The Shadows (Hank Marvin) en The Spotnicks (Bo Winberg). Nordmann schuwt het grote gebaar: wanneer Lauret in 'Ohm' uit zijn plaat dreigt te raken, wordt dat direct afgekapt.

Intrigerend is 'Paling'. We bevinden ons namelijk in een kerkgebouw hier. Aha, met zwartrokken, glad gelijk palingen in een emmer snot? Mis: het ruimtelijk geluid verraadt dat het een ECM-kerk betreft. Van de Ecumene van Christenen en Moslims dus. Het nummer eindigt in een rauw gorgelend gitaarakkoord, dus wellicht is het nog niet helemaal pais en vree daar.

Een alternatief voor de zondagochtend heeft de buurman gevonden. In 'Jumango', dat op 'Paling' volgt, timmert hij namelijk een kippenhok. Heel fascinerend. En dan is het weer maandag en zetten we ons 's avonds aan het 'Nightwork' in de heavy metalfabriek. Nou, eerlijk gezegd zitten we in de achtbaan die in de fabriek is gebouwd. Ontroerend om te zien hoe die gestaalde kaders met hun karpatenkoppen in de pauze samen muziek maken en zelfs fluisterend fluiten. Er is nog hoop.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 18.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd / Concert
Rogier Telderman Trio – 'Contours' (RM, 2014)
Carte Blanche Rogier Telderman, vrijdag 27 februari 2015, Paradox, Tilburg

Een half jaar geleden kreeg pianist Rogier Telderman van Paradox de uitnodiging om een vrijdagavond naar eigen goeddunken in te vullen. Telderman, toen reeds bezig met de opnamen voor de debuut-cd van zijn eigen trio, hapte meteen toe. Deze carte blanche was dan ook meteen de presentatie van de gloednieuwe cd 'Contours'.

Maar er was meer, want Telderman had ook een tweetal gasten uitgenodigd: de Spanjaard Natanael Ramos op trompet en flugelhorn en de Roemeen Alex Simu op klarinet. Naar eigen zeggen omdat hij graag eens met een kwintet wilde spelen. Voor de gelegenheid had hij een aantal nieuwe nummers geschreven die op deze avond hun première beleefden.

Het trio van Telderman is geen traditioneel pianotrio, in de zin van een allesbepalende pianist met een ritmesectie. De bijdrage van bassist Guus Bakker en drummer Tuur Moens is daarvoor eenvoudigweg te groot. In dit trio hebben alle drie de musici een ongeveer gelijkwaardige rol. In die zin doet het wel wat denken aan een trio als Phronesis, waarbij je hetzelfde ziet.

In 'Strange Place' begeleidt Telderman Moens bijvoorbeeld met een repeterende melodie bij zijn krachtige drumslagen. Bijzonder is ook 'On A Tuesday'. Ook daar kiest de Telderman, zoals op veel momenten, voor een repeterende pianomelodie, mooi geaccentueerd door Moens' spel op de cimbalen. Bakker bespeelt hier zijn bas met de strijkstok en vertelt, licht melancholisch en fijnzinnig, wat er gebeurde op die dinsdag. In de solo etaleert Telderman vervolgens breeduit zijn beeldend vermogen. Maar echt kippenvel krijg je van de openingstrack 'Goodbye, Monsieur Belkin'. Fragiel en delicaat draaien de drie musici om elkaar heen, als in een langzame dans. Ja, verhalen vertellen kan Telderman wel. Verhalen vol weemoed en verlangen.

De uitbreiding naar een kwintet was een mooie toevoeging in dit concert. Qua idioom passen Ramos en Simu goed bij verhalenverteller Telderman. Beide blazers hebben een aangenaam lyrische toucher, waarbij eveneens de weemoed doorklinkt. Simu zet in het eerste stuk, nog titelloos, de toon door op zijn gemodificeerde basklarinet een zeer lage, sonore brom te produceren. Het mondt uit in een intens geblazen ballade, waarin vooral het samenspel met Bakker zeer de moeite waard is. Het duet tussen Telderman en Ramos in het voor deze gelegenheid bewerkte 'Sketch' is eveneens zeer bijzonder. Elkaar de loef afstekend beëindigen ze een enerverende set.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 17.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Samuel Blaser Trio met brio

zaterdag 14 maart 2015, Lokerse Jazzklub, Lokeren

Samuel Blaser kwam met zijn trio naar Lokeren afgezakt en liet de lokale jazzclub er op zijn grondvesten daveren. De muzikanten besloten om in de vrij compacte ruimte geen geluidsversterking te gebruiken, wat voor een heel gebalanceerd geluid zorgde met een haast fysieke impact.

Het trio speelde vooral lange composities, die vaak voldoende hadden aan een eenvoudige melodielijn, waarna de nodige tijd genomen werd om het idee verder uit te werken. De drie groepsleden schaafden elk aan hun eigen spel om een uitgekiend groepsgeluid neer te zetten, waarbij ruimte gelaten werd voor solo's en duo's.

Trombonist Samuel Blaser beschikt over een fenomenale beheersing van zijn instrument. Als hij in het lage register dook, flirtte hij regelmatig met flarden multiphonics. Hij wordt dan ook niet zomaar de muzikale kleinzoon van Albert Mangelsdorff genoemd. In dit wendbare trio leek Blaser zich als creatief trombonist volledig te kunnen uitleven.

Marc Ducret is een assertieve gitarist, die een volledig eigen taal gevonden heeft. Zijn finger tapping-techniek, waarbij hij met de vingers en zelfs met de volle hand noten aansloeg op de hals van de gitaar, klonk behoorlijk indrukwekkend. Dit resulteerde in een rauw geluid met referenties naar zowel delta blues als punk en heavy metal. Bovendien manipuleerde Ducret handig het volume, van heel zacht tot loeihard, waardoor de muziek een zekere uitdijende flow kreeg. In tegenstelling tot vele hedendaagse gitaristen die een dozijn pedaaltjes gebruiken, hield Ducret het bij een degelijke versterker en twee pedalen (waarvan één diende om zijn volume te regelen).

Peter Bruun maakt stilaan naam binnen de jazz, wat niet verwonderlijk is. Hij liet zich kennen als een fijnzinnige en empatische drummer, die perfect aanvoelde wat de muziek nodig had en naar gelang de sfeer van de muziek regelmatig diverse sticks en brushes wisselde. Met even veel flair speelde hij een zachte passage, om daarna zich volop te laten gaan in een wilde muzikale dans met zijn drieën. Bruun speelde zelfs een knappe solo met blote handen.

Elk trio waarbij Ducret elektrische gitaar speelt, loopt het risico een power trio genoemd te worden. In dit trio brachten Samuel Blaser met zijn zachte ronde geluid op trombone en Peter Bruun met zijn veelzijdige en genuanceerde drumspel de balans in evenwicht. Deze drie expressieve musici wisten als groep een eigen geluid neer te zetten, waarin een spanningsboog school tussen bedachtzame melodieën en ruwe improvisaties. Het resulteerde in een avontuurlijke en meeslepende muzikale reis.

Deze recensie verscheen eveneens op Jazz'Halo.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cedric Craps.

Labels:

(Iwein Van Malderen, 16.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Wild Man Conspiracy - 'Knots' (Red Piano, 2014)
Opnamen: 18 februari 2012 / 12 & 20 september 2013

Alsof trompettist Miles Davis in de studio een wah-wahpedaal heeft ontdekt en er niet meer af kan blijven. Zo klinkt 'Bubble Boy', het eerste nummer op dit door het Amerikaanse Red Piano Records opgepikte album. Over een lekkere strakke rockbeat (van drummer Joost Kesselaar en gitarist Guillermo Celano) improviseert trompettist Gerard Kleijn – en Davis lijkt op deze cd op de achtergrond voortdurend aanwijzingen te geven. Nu heeft die nooit zo naast de lijntjes geblazen als Kleijn, dus in dat opzicht klopt de vergelijking niet. Maar een voorbeeld voor Gerard Kleijn zal hij zeker zijn geweest – zoals voor tal van trompettisten.

Minstens zoveel indruk maakt Guillermo Celano. Opvallend is dat hij in met name de gecomponeerde stukken (van Kleijn) alle remmen losgooit. In 'What’s In A Name' is hij een man die een snelstromende rivier moet zien over te steken, via een aantal wiebelende rotsblokken en een overhangende tak. Kopje onder gaat hij in 'Big Sea': aan het akelige geluid te horen is de gitaar reddeloos onder water gelopen.

Een aantal composities klinkt minutieus voorbereid, waarbij het resultaat toch prettig blijft wringen. Andere stukken zullen al jammend en improviserend tot stand zijn gekomen. Er valt veel te beleven op deze afwisselende en nauwelijks te rubriceren cd.

Klik hier om de volgende tracks van dit album te beluisteren: 'Fata Morgana', 'Desidare', 'Underground Paradise', 'Knots' en 'Bubble Boy'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 15.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Afrikaanse blues en meer

Reijseger Fraanje Sylla, vrijdag 13 maart 2015, Paradox, Tilburg

De muziek van het trio Reijseger, Fraanje, Sylla vormt een eclectisch, bij tijd en wijle redelijk spiritueel, maar ook melancholiek geheel. Het is jazz, maar dan wel met een grote invloed vanuit de Afrikaanse muziek, gezien de achtergrond van zanger/instrumentalist Mola Sylla. Maar er zitten evengoed elementen in van de hedendaagse kamermuziek en ook de blues komt voorbij. In dit concert, als onderdeel van de tour rondom de release van de nieuwe cd 'Count Till Zen', werd dit weer duidelijk.

De heren waren wederom volledig aan elkaar gewaagd en genoten zichtbaar van het onderlinge samenspel en de interactie met het uitzinnige publiek. Het leverde mooie momenten op. Zoals in 'Bakou', als Ernst Reijseger de cello op zijn schoot als een gitaar bespeelt en Sylla de xalam, een West-Afrikaans snaarinstrument, ter hand neemt. De klanken lopen sprankelend in elkaar over, spaarzaam begeleid door de pianoklanken van Harmen Fraanje. Ook in het hierop volgende duet van Reijseger en Fraanje is goed te horen dat deze musici perfect op elkaar ingespeeld zijn.

Soms is de muziek ook heftig, melancholiek en weemoedig, met name door de krachtige zang van Sylla. 'Badola' is daarin een hoogtepunt. Op een dromerige solo van Fraanje strijkt Reijseger een fijnzinnige melodie. En als Sylla dan begint te zingen, is dat in eerste instantie bijna een verstoring van het fijnzinnige samenspel van piano en cello. Heftig schreeuwend en gebarend slingert Sylla zijn woorden de zaal in, een Afrikaanse blues zingend. Geen idee waar hij het over heeft, maar het maakt wel indruk. Je voelt dat deze tekst ergens over gaat. In 'Headstream' komt die melancholie eveneens tot uiting. Hier tovert Reijseger een blues uit zijn cello in een geweldige solo, tokkelend met twee handen en een donkere klank bewerkstelligend middels ...een haarklem! In deze solo wordt goed duidelijk wat een meesterlijke cellist Reijseger is en hoe breed zijn repertoire reikt. Ook hier verhoogt Sylla overigens de spanning door in een soort klaagzang uit te barsten.

Harmen Fraanje blijkt ook hier weer een uitbundige pianist, die vooral op zijn plek is als hij klatervallen van noten kan produceren. Je ziet hem dan genieten. Niet dat hij niet ingetogen kan spelen, integendeel. Op sommige momenten, zoals in 'E Konkon' laat hij zeker horen ook over deze kwaliteiten te beschikken.

Labels:

(Ben Taffijn, 15.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Gratkowski, Kaufmann, De Joode, Lee, Barrett & Buck - 'Skein' (Leo Records, 2014)
Opname: 5 mei 2013

Het was een bijzonder gelegenheidssextet dat op 5 mei 2013 optrad in de Alte Feuerwache in Mannheim. Zes grootmeesters in de vrije improvisatie deelden die avond het podium. Het trio van Frank Gratowski (rieten), Achim Kaufmann (piano) en Wilbert de Joode (bas), aangevuld met celliste Okkyung Lee, slagwerker Tony Buck en elektronica-producer Richard Barrett.

'Skein', de titel van het album, betekent een los opgewonden bolletje wol. Welnu, die titel is absoluut van toepassing. Want vooral de eerste twee nummers 'Tycho' en 'Axoneme' zijn geïmproviseerde klankcollages vol van in elkaar hakende klanken, waarbij de afzonderlijke instrumenten soms maar moeilijk te onderscheiden zijn. Zonder enige vorm van melodie, harmonie en ritme weven de musici hier hun klanken aan elkaar en creëren zo een gezamenlijk bolletje. Het heeft af en toe nog het meest weg van een niet helemaal efficiënt lopende vergadering. Maar spannend is het allemaal wel, waarbij de meest bizarre klanken elkaar afwisselen. De diepe, sonore toon van de basklarinet van Gratowski, de zagende cello van Lee en de onderaardse elektronicaklanken van Barrett.

Halverwege 'Axonome' zit wel een beetje ritme, door het creatieve slagwerk van Buck, maar het heeft allemaal niet veel om het lijf. Het verzandt al snel in de ijle klanken van de klarinet en de elektronica. Nee, deze muziek moet het duidelijk ergens anders van hebben. Van de originele geluidsvondsten bijvoorbeeld. Zoals in het duet tussen cello en slagwerk verderop in hetzelfde nummer, terwijl Kaufman voorziet in minimale piano-aanslagen als begeleiding. Of van de pianopartij in 'Schacht', het langste nummer van de set, waarbij vooral bas en elektronica voor een verrijking zorgen.

Door de instrumentatie van basklarinet, bas, cello en elektronica heeft de muziek ook vaak een wat duistere kant, met veel onbestemde en vaak ook wat ongemakkelijke klanken. De finesse van dit album ontvouwt zich dan ook pas na meerdere keren luisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 15.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Cactus Truck – 'Seizures Palace' (Not Two, 2014)
Opname: 12 december 2012

En zo slaagt het explosieve trio Cactus Truck er met 'Seizures Palace' toch nog in om na 'Brand New For China' (2012) en 'Live In USA' (2013) op de proppen te komen met één album per jaar, ook al grijpt album #3 terug naar de periode die ook al gedocumenteerd werd door de voorganger.

Het gaat daarbij opnieuw om de massieve tour van 37 concerten, die de band in november en december van 2012 door de Verenigde Staten maakte. Die leverde al een pracht van een livealbum op, met daarop ook goed volk als wijlen Roy Campbell en Jeb Bishop en met een resem opnames van verschillende dagen/concerten. Na concert #36 in Brooklyn trok de band na middernacht ook nog eens de studio in. Het resultaat daarvan is nu te horen op 'Seizures Palace'. Die onwaarschijnlijke, haast idiote toewijding is ook typisch Cactus Truck. Wie de band ooit aan het werk zag, die zal zich ongetwijfeld herinneren dat 'het volle pond geven' een beetje een understatement is voor een gemiddeld optreden van de band. Het heeft eerder iets van een primal scream-sessie. Het idee dat ze na zo'n beukconcert nog eens de studio in trokken voor een sessie, is te gek voor woorden.

Net zoals het ook te gek is dat het album bij momenten klinkt alsof ze de energie en goesting een maand lang moesten opsparen, om dan alles ineens eruit te kwakken. Zoals op de voorgangers klinkt het hier regelmatig alsof er brokjes long tegen het behang plakken, de snaren in alle richtingen schieten en het drumstel ter plekke in elkaar stuikt. De manische energie en furieuze begeestering van een op hol geslagen Cactus Truck is een natuurkracht die blijft verbluffen. Grijp nog eens terug naar het eerste album en je zal ook wel horen dat de drie aan het einde van 2012 enkel nog aan samenhang gewonnen hadden. Cactus Truck gaat hier nog dieper en intenser, klinkt persoonlijker en hechter, als een driekoppig monster met drie breinen, maar met een gedeelde zenuwbaan.

Maar er is natuurlijk ook die frictie en spanning, want ondanks de interactie en de Siamese kwaliteiten, maakt Cactus Truck natuurlijk ook opruiende of zelfs ronduit lelijke muziek. Soms als een vijl die over een open wonde schuurt. Maar die spanning komt dan wel vanuit een uithoek waar diep in reserves en emoties getast wordt, vooral dan door Dikeman, die als vanouds blaast met oudtestamentische overgave en gospelwaanzin. De frontale stoottroepaanval van 'Will To Power' is zo'n uit zijn voegen barstende herriebom van een zich in onmogelijke bochten wringend beest. Ontembaar, gewelddronken en de bastaardtak in een stamboom die ooit startte bij het trio van Sonny Rollins en via het netwerk van Brötzmann, Albert Ayler, Charles Gayle en Mats Gustafsson in het heden belandde.

Dikeman is de voorbij jaren uitgegroeid tot een speler van internationale allure, al doet dat geen afbreuk aan de al even eigenzinnige en cruciale bijdrages van Jasper Stadhouders (als vanouds inventief op gitaar én bas) en drumkanon Onno Govaert.

Stadhouders schittert regelmatig; met onophoudelijk rammelende attack, soms alsof hij in een trashband belandde, maar ook (zoals in 'Fetzer') met passages die hem in een traditie van onder meer Terrie Ex en Alan Licht zetten, met de meest geschifte, metalige wrijf- en plukklanken. Alsof hij al het hout eromheen wil wegschuren en –vijlen. Govaert van zijn kant doet dienst als een onophoudelijk wentelende machine, die voortdurend in contact staat met zijn collega's en in een vingerknip kan switchen van abstracte ritmeklodders naar muzikale action painting waarbij de kleurrijke spetters in het rond kletsen. Er zijn momenten waarop Cactus Truck best ingetogen speelt en dan valt op dat ze dat waarschijnlijk ook een heel album zouden kunnen, met prachtresultaten, maar de natuurlijke modus is die van de bijna-chaos, van dat Grote Gebaar. Het strekt hen ook tot eer dat ze zo'n ziedend stuk gebruikt hebben als ode aan Roy Campbell.

Wie in het verleden afgeschrikt werd door het botte hakbijl van Cactus Truck, die zoekt nu ook beter dekking, want het resultaat is regelmatig vergelijkbaar uitzinnig. De methode is sinds de begindagen wat opgeschoven, de muziek hangt (nog) nauwer samen en de muzikanten zijn geëvolueerd. Om een compleet beeld van hun kunnen te hebben moet je vermoedelijk ook eens buiten Cactus Truck kijken, maar het blijft een absolute belevenis om dit trio aan het werk te horen. De band live zien en er een regelrechte oorvijg van krijgen is nog steeds de ultieme manier om hen te beleven, maar 'Seizures Palace' is een geschikt alternatief, van de langgerekte improvisaties tot de uit elkaar barstende slotzoen '*', die in minder dan vijf seconden binnen en buiten is, maar een spoor van vernieling achterlaat.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be

Klik op de afbeelding hierboven om Cactus Truck live aan het werk te zien in OT301, Amsterdam, op 11 april 2012. Met als gast Jeb Bishop op trombone.

Labels: ,

(Guy Peters, 13.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Ghost Trees niet van de grond

dinsdag 10 maart 2015, Lighthouse Muzieklab, Groningen

Wie deze week de bewezen kwaliteit van de Stageband (in De Smederij) boven het ongewisse avontuur met het Amerikaanse improv duo Ghost Trees had verkozen, trok vermoedelijk aan het langste eind. Want de set met tenorsaxofonist Brent Bagwell en drummer Seth Naawa kwam niet echt van de grond. Het duo speelt al vijftien jaar samen, maar dat was er niet aan af te horen, eerlijk gezegd. Het niveau van goedwillend, om niet te zeggen ambitieus amateurisme lijkt Ghost Trees nauwelijks ontstegen. De nummers zijn relatief kort, zodat ideeën eerder gerepeteerd worden dan ruimte voor ontwikkeling krijgen. Dat er nu en dan ontegenzeglijk een soort van climaxen bereikt werd, leek op niet veel meer dan toeval te berusten.

Bagwell greep terug op de toonvorming en de spelopvatting van Pharoah Sanders en, met name, Archie Shepp. Ook voor Nanaa zijn de jaren zestig en zeventig kennelijk maatgevend. Over hem was de geest van Elvin Jones vaardig, met de beperking dat deze zijn souplesse en gevoel voor continuïteit niet aan zijn jongere vakbroeder had doorgegeven. Wél een soort spiritueel besef – een enkele keer hoorden we verre echo's van 'A Love Supreme'. Maar verder had Seth Nanaa de neiging het geluid dicht te smeren met bakken bekkens.

Ghost Trees verwijst qua naam naar het strand van Californië met de hoogste surfgolven. Misschien was het in Groningen net eb.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 12.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Eujazz OpenMind Award naar Heerlense filmproducent


Toen het project 'Culturele Hoofdstad' werd afgeblazen, leek het of Maastricht haar Euregionale ambities grotendeels had laten varen. Gelukkig gingen sommige grensoverschijdende initiatieven gewoon door: de Eujazz OpenMind competitie is een Euregionaal project, waar zeven jazzorganisaties uit Nederland, België en Duitsland in participeren. Het is een tweejarige competitie, waarbij alle soorten grenzen worden overschreden: grenzen tussen verschillende vormen van kunst, tussen landen, tussen generaties, culturen en zelfs opleidingsniveaus.

Dit jaar kende een internationale jury de Eujazz OpenMind Award toe aan een team van de Heerlense filmproducent en jazzmusicus Jo Dautzenberg. Zijn productie heet 'De Weg naar Maastricht', een sfeervolle film, die stadsbewoners aan het woord laat over de toekomst van hun stad. De filmbeelden worden gecombineerd met een live jazzorkest, theaterkunst en dans. Het resultaat is een meeslepend geheel, dat een sterke indruk maakt op het publiek. In totaal streden vier producties om de prijs.

De Award werd op 7 maart uitgereikt tijdens het Jazz Maastricht Mini Festival, in een druk bezocht Ainsi, door Ger Koopmans, gedeputeerde voor cultuur van de provincie Limburg.

Labels:

(Maarten van de Ven, 11.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd
Frank Deruytter Quartet – 'Moon Of Ensor' (Prova, 2014)
Opname: 2 november 2013

Dat Frank Deruytter zich als muzikant niet beperkt tot jazz is ook op zijn tweede album 'Moon Of Ensor' terug te horen. Niet dat dit geen onvervalste jazz-cd is, dat is het wel degelijk, maar de manier waarop Deruytter zijn materiaal schrijft en vervolgens speelt, verraadt wel zijn eclectische stijl. Hij is een kleurrijke tenorsaxofonist met duidelijke roots in de stijl van iemand als Michael Brecker, die eveneens pop en jazz met elkaar in verbinding bracht. Dat hij eveneens een groot fan is van Stan Getz, verbaast ook niet als je deze cd hoort.

Bovengenoemde invloeden duiden er tevens op dat Deruytter een melodieus saxofonist is, die weliswaar kan scheuren en janken op zijn sax, maar wel altijd binnen de melodie blijft. Intussen swingt het wel de pan uit. Tenzij hij een blues speelt, want dan laat hij horen op een andere manier overweg te kunnen met emoties.

In pianist Eric Legnini heeft Deruytter een uitstekende kompaan gevonden, die hem en zijn bedoelingen perfect aanvoelt. Hij is in staat om met zijn trefzekere pianospel menig nummer de diepgang te geven die er nodig is. Bart De Nolf is als bassist een prima begeleider, die letterlijk menigmaal de goede snaar raakt en vooral zeer actief bijdraagt aan de sfeer van het album. En dan Peter Erskine. Hij voelt Deruytter eveneens perfect aan, ook al delen zij niet de lange ervaring die Deruytter wel heeft met Legnini en De Nolf, en zorgt op menig moment voor de juiste kruiden in dit gerecht.

In 'Left, Right?' leidt dit bijvoorbeeld tot een krachtig duet tussen drums en tenorsax. Beide spelen, elkaar afwisselend, prikkelende korte solo's, perfect getimed. Waarna Legnini een swingende solo speelt, met gevoel voor traditie. Met een krachtige en soepele aanslag wandelt hij over de toetsen. 'Lizzy’s Dream' laat horen dat Deruytter zich ook prima thuis voelt bij de ballad. Hij blaast hier een intens gevoelige, melancholieke partij.

Een hoogtepunt is ook 'Podgy Pooch'. Dit nummer verraadt nog het meest de diverse achtergrond van Deruytter. De funk is duidelijk hoorbaar in het staccato ritme. Deruytter blaast dit nummer op krachtig swingende wijze en scheurt aan het eind van het nummer net niet uit de bocht. Erkstines opzwepende drumsolo met veel esprit verhoogt de feestvreugde nog meer. 'Word To Babelina' laat vervolgens goed horen welke kwaliteiten De Nolf in huis heeft. Loom plukkend aan de bas is hij hier het perfecte gezelschap voor Legnini, die zijn bluesnoten uitstrooit. Voeg daarbij de spaarzame accenten van Erskine en het bed is gespreid voor een schurende, jankende bijdrage van Deruytter.

Labels:

(Ben Taffijn, 10.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
Grasping the moment
Evan Parker, Ab Baars & Vanche, donderdag 7 maart 2015, De Singer, Rijkevorsel

"After the music is over, it's all gone in the air. You can never capture it again." De Antwerpse beeldend kunstenaar en organisator van deze avond, Vanche, gebruikt deze woorden van Eric Dolphy als een motto voor deze avond. Zijn doelstelling: de kunstwerken van zijn hand die op het podium hangen intenser laten ervaren - niet in het minst door hemzelf - met muziek erbij. Muziek die ontstaat in het moment, ter plekke en, zoals Dolphy terecht zei, verdwijnt op het moment dat het wordt gespeeld. Voor deze gelegenheid - hij krijgt jaarlijks van De Singer deze kans - heeft Vanche twee vermaarde rietblazers uit de impro-scene bij elkaar gehaald: Evan Parker en Ab Baars. Beiden voor de pauze met een soloset en na de pauze als duo, een wereldpremière.

Ab Baars bijt het spits af met een drietal solo's, waarvan de eerste op tenorsax, de tweede op klarinet en de derde op de shakuhachi. Vooral de solo op de tenorsax is van een onvoorstelbare heftigheid. Woeste klanken uitstotend en persend, bereikt Baars een immense intensiteit. Krachtig en overrompelend. Voor de klarinetsolo kiest Baars voor wat langere, harmonische lijnen, waarbij hij zijn klarinet regelmatig laat ontsporen in oorverdovend gekrijs. Op de shakuhachi tenslotte, een instrument met een vrij laag bereik maar met een zeer subtiele klank, speelt hij een lieflijke en tegelijkertijd getormenteerde solo.

Evan Parker kiest voor twee solo's. Een relatief korte op de tenorsax en een lange op de sopraansax. In beide solo's etaleert hij zijn circulair breathing-techniek optimaal. In dit soloconcert bereikt Parker een uniek niveau. Middels de circulair breathing-methode schept Parker hier een hallucinerend universum, bestaande uit ritmische, repeterende patronen die over elkaar heen worden gelegd en miniem verschuiven. Vooral in de sopraansolo is het soms alsof je drie saxofonisten hoort in plaats van één. En dat alles met een onvoorstelbare souplesse en een perfecte timing. Het is letterlijk adembenemend en doet op sommige momenten denken aan boventoonzangers en Indiase raga's.

Het duet dat na de pauze volgt is eveneens een spannend optreden in een aantal verschillende combinaties. Drie keer met twee tenorsaxen, één keer sopraansax en shakuhachi en één keer met tenorsax en klarinet. In al deze duetten zitten bijzondere momenten. Waar de eerste set een tenor battle is, waarbij de twee muzikanten druk met elkaar 'in gesprek' zijn, is de set van sopraansax en shakuhachi van een heel andere orde. De door Parker geweven patronen worden door Baars benut om zijn percussie-achtige geluiden op te projecteren, zoekend naar ritme. In het duet tenorsax-klarinet tenslotte kiezen de meesters voor een wat meer melodieus patroon en laat Baars de blues naar binnen sluipen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Monique van der Lint.

Labels:

(Ben Taffijn, 10.3.15) - [print] - [naar boven]



Cd's
Jorrit Dijkstra – 'Music For Reeds And Electronics: Oakland' (Driff Records, 2014)

Opname: 24 augustus 2013
BOLT - 'Shuffle' (Driff Records, 2014)
Opname: 8 juli 2013
The Whammies – 'Play The Music Of Steve Lacy, Volume 3' (Driff Records, 2014)
Opname: 14-15 maart 2014

Jorrit Dijkstra bracht vorig jaar drie cd's uit op zijn eigen label Driff Records en een vergelijking tussen deze schijfjes maakt weer eens duidelijk wat een veelzijdig musicus Dijkstra is. De meest markante cd van deze worp is het onder eigen naam uitgebrachte eerste deel van het project 'Music For Reeds And Electronics' onder de naam 'Oakland'. Naar eigen zeggen wilde Dijkstra zijn grenzen verleggen en eens experimenteren met een rietkwintet en klassieke kamermuziek, in combinatie met elektronica. Deze wens leidde in de zomer van 2013 tijdens Dijkstra's verblijf in Oakland tot de start van een nieuw project. Hij benaderede Phillip Greenleef, Kyle Bruckmann, Frank Gratkowski en Jon Raskin om mee te doen en het project was geboren. Het geheel levert een bonte collage van blazers in combinatie met de meest bizarre elektronicaklanken. Het beste voorbeeld hiervan is misschien wel 'Headlands', waar de welluidende, zelfs romantische melodie van de blazers gepaard gaat met zuigende, spetterende, piepende en trekkende geluiden van de elektronica. Terwijl in 'Feuilles Vertes' het juist weer de vijf blazers zijn die voor vuurwerk zorgen in een uitzinnige dialoog. Het lijkt wel een groepsgesprek.

BOLT hanteert een totaal andere strategie. Bij 'Shuffle' wordt gemaand om de shuffle-modus op de cd-speler te gebruiken en zo het toeval een kans te geven. Het zijn 19 merendeels korte improvisaties die hier ten gehore worden gebracht door Dijkstra op altsax, lyricon en elektronica, Eric Hofbauer op gitaar, Junko Fujiwara op cello en Eric Rosenthal op slagwerk. Ook op deze cd neemt de elektronica een belangrijke plaats in, maar dat is dan ook wel de enige overeenkomst. De muziek van BOLT is veel fragmentarischer en ongestructureerder, waarbij de musici spannende momenten weten te creëren en regelmatig tot creatieve vondsten komen. Zoals in 'Blaze', waar de gitaar een wel heel bijzonder duet vormt met de elektronica in een bijna bovenaardse verstrengeling.

The Whammies tenslotte, een sextet dat bestaat sinds 2012, richt zich op de uitvoering van het werk van Steve Lacy. 'Volume 3' is een liveopname van een concert in maart vorig jaar in Padua en bevat een boeiende serie covers. Een paar bekende, zoals 'Papa’s Midnite Hop' en 'Revolutionary Suicide', maar ook een aantal nummers die door Lacy zelf nooit zijn opgenomen. Het is een bijzonder album geworden, met aanstekelijke dwarse ritmes en melodietjes. Zo begint 'Bumpers' met een soort van circusmelodietje, al snel uitmondend in een tegendraadse swing en is 'Snorts' eigenlijk een recalcitrant dansje met een belangrijke rol voor het duo Han Bennink-Mary Oliver. En ja, de muziek doet ook zeker denken aan die van het ICP Orchestra. Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat zowel Mengelberg als Lacy veel hadden met Thelonious Monk. Het is dan ook niet meer dan toepasselijk dat ook deze cd, zoals alle albums van The Whammies, eindigt met een Monk-cover. 'Hornin in’' dit keer.

Klik hier om tracks van 'Music For Reeds And Electronics' te beluisteren.
Klik hier om tracks van 'Shuffle' te beluisteren.
Klik hier om tracks van 'The Music Of Steve Lacy, Vol. 3' te beluisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 8.3.15) - [print] - [naar boven]



Concert
De tragiek van alledag
Joris Roelofs Trio, woensdag 4 maart 2015, Paradox, Tilburg

Tragiek en droge humor, rietblazer Joris Roelofs weet er wel raad mee. Zo bleek ook weer in Paradox. Reeds in het tweede nummer was het raak. 'The Ninth Planet', zo vertelde Roelofs ons, was een eerbetoon aan de planeet Pluto, de negende planeet gezien vanaf de zon. In 2008 echter werd de planeet, te klein volgens de deskundigen, gedegradeerd tot dwergplaneet. Pluto-fans gingen de straat op, met kreten als 'Size doesn’t matter'. Wel, als dat geen tragiek is. Dat verdient wel een swingende, wat Zuid-Amerikaans aandoende ode, waarin Roelofs zijn energieke spel volop de ruimte kan geven, gebruikmakend van het volledige bereik van zijn basklarinet. Terwijl Matt Penman met zijn bas harmonieuze patronen weeft.

'Amateur Tandarts' is niet minder tragisch. Doe mij dan maar mijn eigen tandarts, denk je bij het beluisteren van dit korte intermezzo. De basklarinet van Roelofs klinkt als een botte boor, die ieder moment je gehele mond naar de filistijnen kan helpen en drummer Ted Poor zit zodanig over zijn trommels te krassen dat je haren er recht van overeind gaan staan. Gelukkig duurt dit nummer maar kort en gaat het over in 'Lester’s Broadway'. Voor de verandering niet tragisch, maar een eerbetoon aan de tijd dat jazz nog gewoon onvervalst swingde. Met als hoogtepunt een vette, stomende drumsolo van Poor.

Maar de tragiek is nog niet ten einde. Aan 'The Ballad Of The Samurai Curtain' zit een bijzonder verhaal over alledaagse tegenspoed. In dit geval is het de NS die het heeft gedaan. Stel u voor: Roelofs en zijn twee Amerikaanse medemuzikanten eindelijk in de trein na een slopend bureaucratisch proces en dan een conducteur die Engels probeert te praten tegen Penman en Poor, maar het woord 'samenreiskorting' niet vertaalt. Roelofs vroeg zich af hoe dit klinkt voor een Amerikaan en kwam op 'Samurai Curtain'. Vandaar deze ballad. De tragiek en de onmacht knallen van het stuk af. Ook 'Snakes And Eagles' draagt onheil in zich; je voelt de spanning oplopen in de circulaire opbouw van het nummer en ineens weet je: dit loopt niet goed af voor één van de twee.

Maar het tragische hoogtepunt, of zo u wilt dieptepunt van de avond, was wel de interpretatie door dit trio van het laatste deel van de eerste pianosonate van Alexander Scriabin, 'Funèbre'. De versie van dit trio, in dit concert voor het eerst gespeeld, begint met heftig, getormenteerd slagwerk van Poor en Roelofs die er donkere lijnen over trekt. Ook Penman kiest hier voor intense en donkere kleuren. Het duet basklarinet–bas dat erop volgt diept de intense kwelling nog verder uit. Het was een mooie, tragische avond vol humor!

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Ben Taffijn, 8.3.15) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.