Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert
Sublieme interactie

Jef Neve solo, zaterdag 10 oktober 2020, Warande, Turnhout

Onlangs verscheen een nieuw album van Jef Neve: 'Mysterium'. Er stond een mooie tour gepland om het album te lanceren. Toen kwam corona en werd alles anders. Neve is echter niet voor een gat te vangen en begon vanuit huis live streams uit te zenden en bedacht een andere invulling voor zijn tour. Dat werd deze voorstelling, waarin de pianist op zoek gaat naar verhalen van bezoekers om die als basis voor zijn improvisaties te gebruiken. Om toch voldoende mensen de gelegenheid te geven de voorstelling bij te wonen, zijn het vaak twee en soms drie voorstellingen na elkaar. Ik reisde af naar de Warande in Turnhout voor 'Jef Neve Speelt met U!' en kreeg ook de gelegenheid Neve even te spreken tussen twee voorstellingen door. We hadden het vooral over het album 'Mysterium'. En ik kan alvast verklappen dat het een pareltje is geworden. Luister zelf alvast op Spotify of ren naar de winkel om hem aan te schaffen.

Ik tref Neve in de artiestenfoyer waar het gezelschap bestaande uit de pianist, zijn manager en de sound engineer net een maaltijd heeft genuttigd. Neve vertelt dat hij is geboren in Turnhout, maar opgroeide in het nabijgelegen Geel. Hij heeft een speciale band met dit theater en speelt er graag en regelmatig. Hij voelt steeds een bepaalde energie als hij hier speelt. Er heerst een heel ontspannen sfeer in de ruimte waarin nog even nagepraat wordt over de eerste voorstelling en de verhalen die daarin opgevist zijn. Het publiek was heel open geweest en kwam met verrassende verhalen. De onvoorspelbaarheid maakt elke show ook weer anders en spannend, ook op en achter het podium. Het zijn dan ook intensieve optredens voor Neve; je moet voortdurend scherp zijn en er zijn geen ankers om je aan vast te klampen.

Even later merk ik wat hij bedoelt. Na een fraai openingsnummer van het concert wordt de vraag gesteld: wie heeft er een bijzondere reis meegemaakt? Er gaan meteen een paar handen omhoog en de microfoon belandt bij een man die vertelt dat hij een tijd geleden met zijn partner op reis ging om op Bali te gaan trouwen. In geuren en kleuren en met een fantastische Vlaamse tongval wordt het verhaal uit de doeken gedaan. Hoe zijn vrouw in traditionele Balinese kleding gestoken werd, dat de muziek een beetje saai was. Even later zet Neve in met een Aziatisch themaatje en werkt dat op een uiterst creative manier uit. Je hoort het verhaal terug in de muziek. Je ziet het publiek genieten en bij de volgende vragen gaan de handen steeds sneller omhoog om ook een verhaal te vertellen. Door de keuze van de vragen en de manier van doorvragen verzamelt Neve steeds voldoende informatie om mee aan de slag te kunnen. Keer op keer slaagt hij erin om met zijn muzikale vertaling van de antwoorden mooie stukken te creëren, waarin hij het hele palet van zijn kunnen aan moet spreken.

Zo was er een mevrouw die op de vraag 'wie heeft er steeds terugkerende dromen' de microfoon aangereikt kreeg. Zij vertelde dat ze regelmatig geplaagd wordt door een droom waarin ze in een veilige omgeving is (thuis) en achterna gezeten wordt door de bliksem. Een jongetje dat bovenaan zijn wishlist een parachutesprong heeft staan en daar vol passie en met bravoure over vertelde. Neve zette het feilloos om in beeldende muziek, waarin emoties als angst, euforie, humor, romantiek heel herkenbaar waren. Na ruim een uur en een dankbaar applaus sloot Neve af met een prachtige uitvoering van 'One For The Road'.

Met deze voorstelling laat Neve zien dat hij over de veerkracht beschikt die nodig is in de huidige tijd. Behalve een virtuoos pianist, componist en improvisator blijkt hij ook als een echte entertainer te kunnen optreden. Mocht je in de gelegenheid zijn, ga zeker eens kijken. Neve staat garant voor prachtige muziek in sublieme interactie met het publiek.

Binnenkort volgt op Draai om je oren een interview/recensie naar aanleiding van het album 'Mysterium'.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

Labels: ,

(Johan Pape, 30.10.20) - [print] - [naar boven]



Cd's
Spirit In Spirit - 'Live At Zaal 100' (Elvir, 2019)

Opname: 9 oktober 2018
Scrambled Harmonies - 'Stella Art' (eigen beheer, 2020)
Opname: 14 januari 2020

Twee albums, beide opgenomen in het Amsterdams Zaal 100, "toen het nog kon", zeggen we dan en beide met dezelfde ritmesectie: Raoul van der Weide op bas en Onno Govaert op drums. Twee musici, die, al zijn ze allebei van een andere generatie, fors hun stempel drukken op de hedendaagse geïmproviseerde muziek in onze landen.

Laten we beginnen met het trio Spirit In Spirit waarin we naast Van der Weide en Govaert de Portugese altsaxofonist José Lencastre aantreffen. Vreemd ritmisch gaat het eraan toe in de opener van 'Live At Zaal 100', 'Illogical Truth'. Ik neem Afrikaanse invloeden waar in het spel van Van der Weide, maar vooral in dat van Govaert, die hier ruim baan krijgt en - ondanks dat hij met brushes werkt - weet te overtuigen met krachtig spel. Aansluitend doorbreekt Lencastre het ritme met een soepel glijdende partij. Intussen zorgt Van der Weide op de achtergrond voor de groove, tot het aan hem de beurt is om te soleren. Krassend horen we hem over de snaren raggen, de grenzen van het betamelijke aftastend.

Meanderend spel op de sax in 'A Call For Healing?', terwijl Govaert en Van der Weide op boeiende wijze weerwoord bieden. En ja, ook hier speelt het ritme een grote rol, al gebeurt dat wederom op ongewone wijze. 'Walk In The City', aanvankelijk een duet tussen Govaert en Van der Weide klinkt al net zo dwars creatief. Bijzonder is ook 'Whispering Clouds', dat begint met spannend spel van Van der Weide, die zich bedient van de strijkstok. Aansluitend haakt Govaert aan en vermengen de klanken zich tot een fel en repetitief ritmisch patroon. Een patroon dat door wordt getrokken in 'Spirit In Spirit' en dat, mede dankzij het hoge spel van Lencastre, wel wat weg heeft van de zogenoemde fife & drum-muziek uit het noorden van Mississippi. Tot slot klinkt 'That’s It', een mooie titel voor een laatste nummer.

In Scrambled Harmonies vinden we naast Van der Weide en Govaert twee musici waar ze vaker mee samenspelen: gitarist Henk Zwerver en toetsenist Nico Chientaroli. Als vijfde horen we tenslotte de voor mij onbekende tenorsaxofonist Andrius Dereviancenko. Op 'Stella Art', gezien de hoes duidelijk verwijzend naar het befaamde biermerk, staan vijf enerverende stukken.

Met 'Pointing' belanden we al direct in een maalstroom van klanken, waarbij vooral de bijdragen van Dereviancenko en Zwerver opvallen. 'Sof A Spud' werpt licht op de naam van dit kwintet; hier klinkt geen noot normaal. Zo onwezenlijk als de door Van der Weide ontworpen hoes van dit album, zo onwezenlijk geklutst klinkt hier de muziek. Gaandeweg komt het peloton echter op stoom en geraken we onvermijdelijk weer in een maalstroom terecht. Ook niet te versmaden: de psychedelische klanken die Chientaroli verderop uit zijn keyboard perst. En over structuur gesproken, de titel van 'Cracklescramble' zegt natuurlijk al genoeg. En toch ontwaren we juist hier een zeer lyrische saxpartij van Dereviancenko, tegen de stroom in roeien noemen we dat. In 'Extended Undertones' speelt deze man eveneens een grote rol, geflankeerd door Govaert, wiens spel hier uitermate getergd en getormenteerd klinkt. Tot slot klinkt 'Didn’t We Do This Before...?', wat ik wederom een bijzonder leuke titel vind voor een laatste stuk.

Labels:

(Ben Taffijn, 27.10.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Cross-over tot kunst verheven

'Transcending Liszt' door het StarkLinnemann Trio, zondag 18 oktober 2020, Studio 15, Tilburg

In deze donkere dagen, waarin het weer steeds moeilijker wordt concerten te organiseren en te spelen, heeft het StarkLinnemann Trio besloten elke derde zondag van de maand een optreden te verzorgen in samenwerking met Stichting Ateliers Tilburg. In het pand waarin ook de repetitieruimte en de studio's van UCM-Records gevestigd zijn, kunnen maximaal 20 gasten volledig coronaproof ontvangen worden. Op 18 oktober vond het tweede concert plaats en stond de sonate in b-mineur van Fransz Liszt op het affiche.

Pianist, arrangeur en componist Paul Stark nam dit werk in 2010 al eens op. En nu is het stuk ook toegevoegd aan het repertoire van het StarkLinnemann Trio, met Stark op piano, Jonas Linnemann op drums en percussie en Maciej Domaradzki op bas. In de introductie werd door Linnemann met een glimlach gesproken over het levenswerk van Paul Stark. Hij speelt het stuk al zo'n 20 jaar. Eerst klassiek, maar na verloop van tijd is hij begonnen het stuk op geheel eigen wijze te arrangeren en er een eigentijdse jazz-interpretatie aan te geven. Zo bezien vormt dit stuk de basis voor het repertoire van het StarkLinnemann Trio. Behalve dit stuk heeft het trio ook de tanden gezet in stukken van Moessorgski en Chopin. In dit Beethovenjaar brengt het gezelschap zelfs twee platen uit gebaseerd op muziek van Beethoven. Universal crossover music noemt het trio deze benadering. Klassiek repertoire transcenderen naar eigentijdse jazzy muziek.

Al zeven albums heeft het trio uitgebracht en het gezelschap speelt bij voorkeur live en by heart, dus zonder bladmuziek. Het leverde hen al vele mooie recensies en prachtige podia op. Het moet zuur zijn om nu door de nieuwe coronamaatregelen dit even niet te kunnen. Zo werd hun optreden van volgende week in het Concertgebouw geannuleerd en gaat ook de tour die gepland stond in China niet door. Maar hoe mooi is het dan dat ze nu telkens een kleine groep in hun repetitieruimte ontvangen en met nimmer aflatend enthousiasme en passie hun concerten geven. En uiterst gastvrij hun gasten ontvangen en tracteren op een mooi concert en ook nog eens na afloop met ieder die dat wil het gesprek aan gaan onder het genot van een drankje.

Ik kende de sonate niet en liet me dus volledig verrassen. In de aankondiging werd gezegd dat het stuk om en nabij een uur zou duren. Ik vroeg me af hoe ik dit in godsnaam zou kunnen recenseren en fotograferen - ik merk dat ook ik uit de flow ben geraakt van regelmatig concertbezoek. En dan begint het trio te spelen. Er wordt een mysterieuze cadans ingezet, maar al snel wordt de cross-over hoorbaar door een stevige swing in het stuk met een op hol slaande ritmesectie. Even daarna wordt duidelijk dat Liszt een vertegenwoordiger was van de romantiek en zitten we in een subtiel uitgevoerde passage die klinkt als een gevoelige ballad. En zo ging het maar door met een aaneenschakeling van elkaar afwisselende sequenties. Waar Linnemann en Domaradzki af en toe nog even de bladmuziek raadpleegden, speelde Stark alles volledig uit het hoofd. En ook al speel je een stuk al zo lang dat je het kent als je broekzak, dat blijft onvoorstelbaar.

Elke seconde van het lange stuk boeide en verbaasde. Dat is de kracht van dit trio dat cross-over tot een waarachtige kunst verheven heeft. En eigenlijk is het een klein mirakel dat men dit met slechts drie instrumenten voor elkaar krijgt. Op 15 november staat Beethoven op het programma. Ben er op tijd bij, want de capaciteit is beperkt.

Klik hier voor foto's van dit concert door Johan Pape.

Labels: ,

(Johan Pape, 24.10.20) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Susan Alcorn Quintet - 'Pedernal' (Relative Pitch, 2020)

Opname: 12 november 2019
Susan Alcorn - 'The Heart Sutra - Arranged by Janel Leppin' (Ideologic Organ, 2020)
Opname: 31 mei 2012

Susan Alcorn heeft zich er nooit iets van aangetrokken dat door zowat iedereen de pedalsteelgitaar wordt geassocieerd met countrymuziek. Zo nam ze vorig jaar het ook hier besproken 'Invitation To A Dream' op met Joe McPhee en Ken Vandermark en verschenen onlangs 'Pedernal' en 'The Heart Sutra', waarin we eveneens grote namen uit de hedendaagse jazz tegenkomen. Het kwintet dat Alcorn voor 'Pedernal' vormde bestaat voor een groot deel uit musici waar ze reeds intensief mee samenwerkte. Gitariste Mary Halvorson kent ze door mee te spelen in haar octet, met bassist Michael Formanek nam ze diverse albums op en ook met drummer Ryan Sawyer zijn de banden hecht. Het enige lid in dit kwintet waar Alcorn niet eerder mee werkte is violist Mark Feldman. Terugblikkend op dit project zegt ze: "I just never felt I'd have an opportunity to do it right, with a budget [mogelijk gemaakt door een beurs die ze kreeg, RED.]. I wanted to play with people who were my friends, and who could read difficult music, could easily go into the harmonic spaces that the music required. And they also had to be good improvisers."

Alcorns veelzijdigheid vertaalt zich in dit album. Het is geen country, geen folk, geen jazz, geen klassiek, maar eerder van alles wat. Maar vooral is het een plaat geworden die uitnodigt tot zorgvuldig luisteren, want de kracht zit zonder meer in de nuance. We horen dat dit direct terug in het titelstuk waar het allemaal mee begint. Zeer ingetogen, bijna klassieke klanken horen we hier. Dan ontstaat de melodie en komen de andere musici erbij en horen we de kracht van dit kwintet dat, op de drummer na, louter uit snaren bestaat. Op schitterende wijze verweeft Alcorn al die klanken van hoog tot laag met elkaar. 'Circular Ruins' is abstracter en bevat een aantrekkelijk duet tussen Halvorson en Alcorn. Een kunstwerk van geluid, waarin de boventonen de hoofdmoot vormen. Maar let hier ook zeker op het slagwerk verderop en de fragiele vioolsolo van Feldman. 'R.U.R.' is qua stijl en dynamiek wellicht nog het beste als jazz te bestempelen: een duidelijke structuur als kern en volop ruimte voor abstracte improvisaties. 'Night In Gdansk' sluit qua stijl weer wat meer aan bij de eerste twee stukken, ook hier die luisterrijke combinatie van klassiek, folk en vrije improvisatie. Het album wordt afgesloten met 'Northeast Rising Sun', waarin Alcorns roots - die wel degelijk in de country liggen - het duidelijkst naar voren komen, maar dan wel op haar geheel unieke wijze.

In 2012 had Alcorn een residentie in de Issue Project Room in Brooklyn, New York. De opnames van het concert waar deze residentie mee werd afgesloten verschenen onlangs als download bij Ideologic Organ, onder de titel 'The Heart Sutra'. En ook hier vinden we een indrukwekkende bezetting: gitarist Anthony Pirog, celliste Janel Leppin (die ook de arrangementen maakte), altviolist Eyvind Kang, bassist Skúli Sverisson, klarinettist Doug Wieselman en zangeres Jessika Kenney. Veel van wat we hierboven over 'Pedernal' schreven gaat hier eveneens op, al is de invloed van hedendaags gecomponeerde muziek groter en voelen we de invloed van de deep listening-filosofie van Pauline Oliveros, waar Alcorn sterk door is beïnvloed. Traag stromende, drone-achtige klanken in 'The Royal Road' en een intense solo op basklarinet van Wieselman. Heel bijzonder is ook hoe in het begin van 'Broken Obelisk' het ritme wordt opgebouwd, waarna we zo de nevel in lopen. Het verdere verloop van het album is aangenaam grillig. Sfeervolle klanknevels worden doorsneden met lucide solo's, zoals die van altviolist Kang in 'Gilmore Blue'. Een bijzondere rol is ook weggelegd voor Kenney. In 'Suite For Ahl' zingt ze daadwerkelijk een tekst, van Leppin, maar op veel andere plaatsen zet ze haar krachtige stem zeer overtuigend in als instrument.

Maar hoe verschillend ook, ze passen beiden in Alcorns wijze van werken: "There are basically four directions to the music I play and have played for years - the composition and recording of my own music, adaptation of adventurous works of music written by others that speak to me in a personal way, free improvisation with like-minded musicians, and collaborations with various outlier musicians on the fringe of music and society who have important things to say."

In de Jazztube hierboven zie je het Susan Alcorn Quintet live in The Dance, Manhattan tijdens het NYC Winter Jazzfest 2020.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 22.10.20) - [print] - [naar boven]



Actie
Blijf in de picture met een gratis jazzbanner!

Draai om je oren blijft jazzmuzikanten in deze moeilijke tijden graag steunen. Gedurende deze maanden, waarin veel jazzpodia gedwongen door coronabeperkingen weer half in een soort lockdown zitten, bieden we muzikanten gratis een persoonlijke banner aan op onze homepage. Dit aanbod geldt ook voor jazzpodia en andere jazzorganisaties en -initiatieven.

Verwijs naar je website, Bandcamp- of Facebookpagina en houd zo het publiek op de hoogte van nieuwe releases, concerten en andere initiatieven.

Stuur je banner in jpg-formaat van 160 bij 160 pixels mét de bijbehorende link naar maartenvandeven@gmail.com en we geven hem een plaatsje in de rechtermarge van onze website.

(Maarten van de Ven, 22.10.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Meeslepende duo-improvisaties

Arve Henriksen & Harmen Fraanje, 9 oktober 2020, Paradox, Tilburg

Op 6 april 2019 traden Harmen Fraanje en Arve Hendriksen voor de eerste keer als duo op in zaal Club 9 van TivoliVredenburg. Het Transition Festival bood dat jaar ruimte aan muzikanten onder de noemer van 50 jaar ECM. Beide instrumentalisten hebben bijgedragen aan meerdere releases op dit label. Ook hun muzikale uitgangspunten en sfeer zijn enigszins verwant aan de muziek van ECM. Het talrijke publiek was getuige van een boeiend, zoekend en bedachtzaam optreden. Maar dat er meer in het vat zat was duidelijk. Het gevolg is een hernieuwde samenwerking in 2020 met twee optredens, zowel in Paradox als in TivoliVredenburg, in een zogenaamde coronasetting.

Al snel wordt duidelijk dat de twee muzikanten beperkte afspraken hebben gemaakt over de muzikale structuur en nagenoeg geheel improviserend te werk gaan. De synergie is duidelijk aanwezig en de muziek is meeslepend en bij vlagen vurig.

Arve Henriksen maakt muziek die dicht tegen ambient aanligt. De klanken uit zijn trompet zijn, zeker deze avond, gezegend met een rijk vermogen tot rechtstreekse communicatie met de luisteraar. Afdwalen van de muziek is niet mogelijk bij deze 'menselijke' trompettoon. Het ademende timbre van een houten fluit duikt herhaaldelijk op tijdens het optreden. Soms versterkt Henriksen zijn muzikale zeggingskracht met etherische vocalisaties. Veel vaker hanteert de trompettist elektronica om te variëren met de tonen van zijn trompet of sonische dimensies toe te voegen. De onderliggende soundscapes worden in dat geval buitenaards, spooky of zelfs macaber en staan in schril contrast met de broze trompetklanken. Bij de uitgesponnen stukken is meestal geen hoofdmelodie te herkennen, noch zijn ritmes af te tellen. De sprankelende dialogen tussen vleugel en trompet zijn overwegend verhalend. De mysterieuze, muzikale golven zijn desondanks verrassend en effectief. Waarbij opvalt dat Arve Henriksen veel meer speeltijd heeft dan Harmen Fraanje.

De fluisterzachte, fluitende trompetklanken, aangevuld met subtiele elektronica, laten ingrediënten toe van jazz, klassieke en oriëntaalse muziek. Samen met de heerlijke en wijds uitlopende lyriek van Fraanje ontstaan overwegend dromerige, mysterieuze soundscapes. Niet zelden laat Henriksen zich scherp en venijnig horen, dit komt de dynamiek ten goede. De toegift wordt ingeleid door een boeiend en rafelig piano-intro van Fraanje, met veel drang tot experimenteren. De felle tonen uit de piccolo trompet van Henriksen klinken als een aanklacht tegen de huidige Amerikaanse politiek en de raciale spanningen. Het vinnig stuk kent nu wel een melodie, namelijk die van 'America' uit de West Side Story. Het slotakkoord is dan weer ingetogen en zelfs berustend.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: ,

(Louis Obbens, 19.10.20) - [print] - [naar boven]



Cd
Lynn Cassiers - 'YUN' (Clean Feed, 2020)

Opname: 11-13 juni 2019

De spreidstand tussen eerbied voor de traditie en een hang naar vernieuwing is een centraal gegeven in de jazz. Je kan het zien als een gracieuze dans in het spanningsveld tussen de begeerte naar vrijheid en de behoefte aan discipline. Weinig artiesten geven aan die balans zo'n opvallende invulling als Lynn Cassiers.

De Brusselse heeft met 'YUN' nog 'maar' een derde release op eigen naam, maar draait natuurlijk al langer mee in de Belgische jazz en improvisatie. Zo is ze geen onbekende voor wie vertrouwd is met haar band. De ritmesectie daarvan - pianist Erik Vermeulen, bassist Manolo Cabras en drummer Marek Patrman, samen ook een trio - hield ze over aan haar Imaginary Band en vult ze hier aan met oude bekenden Bo Van der Werf (baritonsaxofoon) en Jozef Dumoulin (keyboards), die we kennen van onder meer Octurn, Lidlboj en Lilly Joel. Zo ontstaat er een elektroakoestisch sextet, waarmee ze het American Songbook (het merendeel van de stukken vertrekt bij composities van Cole Porter en de Gershwins) kan benaderen vanuit markante perspectieven. Weinig dingen werken zo desoriënterend als het bekende dat plots onherkenbaar lijkt.

Geen voorbeeld beter dan 'But', haar interpretatie van 'But Not For Me' (dat geen enkel van deze stukken de oorspronkelijke titel intact houdt suggereert al dat er geen sprake is van getrouwe uitvoeringen). Was het in de klassieke versie van Judy Garland voorzien van een stevige portie pathos, dan waren heel wat latere versies, zoals die van Ahmad Jamal, John Coltrane of het Modern Jazz Quartet, een stuk speelser of alleszins gejaagder. Of beluister eerst nog eens die bitterzoete, maar lichtvoetige versie van Chet Baker. Zo compact en aandoenlijk vind je ze zelden. Cassiers maakt er slepende, atmosferische versie van, die beweegt aan een tempo dat haast morbide is. Je belandt in een onwerkelijke, in duistere nevelen gehulde sfeer, meer Julee Cruise dan Ella Fitzgerald. De verwantschap met het origineel zit 'm vooral in de tekst.

Het stemt alleszins tot nadenken over de impact die de standards gehad moeten hebben op de jonge Cassiers, en wat haar ertoe aangezet heeft om die impact op deze manier te vertalen. Het sextet schuift regelmatig op richting jazz en hier en daar vang je soms een duidelijkere glimp op van het origineel, maar dat lijkt vooral per ongeluk te gebeuren. Hier is het vooral een oefening om een persoonlijke connectie aan te houden in een voor de rest grondig verbouwde constructie. Daarin is duidelijk plaats voor afspraken en arrangementen, maar de invulling is opvallend vrij. Zo kan het in 'I You We' (gebaseerd op Porters 'I Love You') een paar minuten duren voor er genoeg barsten verschijnen die wat herkenning toelaten. Dit is musiceren op de tast, die deels buitenaardse transmissie en deels subtiel ontluikende compositie is.

Het zet de toon voor de rest van het album. Dat blijft uit de buurt van gratuit atonale of vormloze verwarring, maar is best radicaal in z'n eigenzinnigheid. Door haar voorliefde voor allerhande knopjesdraaierij (dat klinkt oneerbiediger dan het bedoeld is) speelt Cassiers het spelletje sowieso al niet rechttoe rechtaan, maar met deze kompanen draait het regelmatig uit op een schaduwspel van diffuse vormen, met momenten die vrije spacefunk suggereren ('All'), dan toch iets strakker in elkaar zitten ('Move Them Mountains') of de ontregeling opzoeken met stevig vervormde zang, ronkende toetsen en een verloren gelopen pianosolo ('Fair Deep Blue Skies'). Wat het ene moment met haken en ogen aan elkaar lijkt te hangen, maakt even later deel uit van een prikkelende totaalvertelling, met vier collectieve scharnierimprovisaties die de toevalsfactor nog eens aandikken en je voortdurend op het verkeerde been zetten.

Het is geen spek naar de bek van retro-fanaten die graag een rondje 'herken de standard' spelen. Het is wel een fascinerende duik in een origineel proces dat die klassieke bronnen omvormt tot iets helemaal anders. Iets heel persoonlijk ook, want ondanks de combinatie van sterke karakters is dit een Cassiers-album pur sang: vreemd en toch vaag herkenbaar, moeilijk te doorgronden en toch prikkelend, intimiderend én verleidelijk. De term 'sirene' viel nog niet. 'YUN' is geen doorsnee kost, laat staan makkelijk te verteren, maar wel een gewaagd album dat enkel op z'n eigen voorwaarden benaderd wil worden. En dat leverde een uurtje muziek op om steeds opnieuw in verloren te lopen.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be | Foto's: Cees van de Ven

Labels:

(Guy Peters, 17.10.20) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Felipe Salles Interconnections Ensemble - 'The New Immigrant Experience' (Tapestry, 2019)

Opname: 13-14 april 2019

De VS is altijd een van de landen geweest waarin immigratie een grote rol speelde. Verreweg het merendeel van de huidige bevolking heeft hun wortels elders. Zelf afkomstig uit Brazilië, maar sinds 1995 woonachtig in de VS, is Felipe Salles een van die grote groep mensen en de hoes van zijn nieuwe album 'The New Immigrant Experience' - eentje die niets overlaat aan de verbeelding - laat terecht zien welke diversiteit dat met zich meebrengt. Een diversiteit die zich ook vertaalt in de achttien leden waar zijn Interconnections Ensemble uit bestaat.

Maar er is de afgelopen decennia veel veranderd en op dit moment gaat de VS de wereld voor in een scherp anti-immigratie standpunt, iets dat we ook terugzien in Salles' meest recente album. Daar draagt de huidige president zeker aan bij, maar de oorzaken liggen dieper. Zo kent de VS, als land of dreams al heel lang een grote groep illegalen, met name afkomstig uit Latijns-Amerika, maar zeker ook van elders. Reeds in 2001 kwam de Amerikaanse overheid met de Dream Act (staat voor Development, Relief, Eduction Act for Minors) op de proppen om jonge migranten alsnog het staatsburgerschap te geven. Deze wet kwam overigens nooit van de grond. 690.000 mensen van deze groep, naar de wet ook wel Dreamers genoemd, kregen van Obama in 2012 wel een voorlopige status, het Deferred Action for Childhood Arrivals-programma, maar daar bleef het bij. En de huidige president heeft er sindsdien alles aangedaan om dit weer ongedaan te maken. Dat is tot op heden niet gelukt, maar de wet is er ook nog steeds niet door.

Nadat Salles Tereza Lee had ontmoet, zelf een Dreamer, begon het onderwerp bij hem te leven en ontstond het plan voor dit album. Hij maakte video-opnames van de persoonlijke verhalen van leden die onder deze groep vallen en liet zich door die verhalen inspireren voor zijn muziek. Naast twee cd's bevat dit album echter ook een dvd. Daarop horen we de muziek, maar komen ook de mensen die Salles interviewde uitgebreid met hun verhalen aan bod.

Een stemmig en langzaam patroon in 'Introduction', gespeeld door pianist Nando Michelin. Op de video zien we een spoorlijn, afgewisseld met portretten. Intussen zwelt de muziek verder aan. Aansluitend volgen negen indrukwekkend pijnlijke stukken, waarin telkens een Dreamer centraal staat, allereerst Teresa May. Op de dvd vertelt ze haar verhaal tegen de achtergrond van de muziek, we zien beelden van het orkest en straatscènes. Als er iets duidelijk wordt, dan is het wel het onmenselijke van illegaliteit. Geworteld zijn en er toch niet bij mogen horen. Geen rijbewijs kunnen halen, geen hoger onderwijs kunnen volgen en geen paspoort hebben, waardoor je je familie nooit meer kunt bezoeken! "I have no rights, or fewer than I deserve", horen we Nathan Ferraz erover zeggen. Pijnlijk, helemaal als je bedenkt dat deze illegalen nooit de keuze hiervoor hebben gemaakt; als jonge kinderen werden ze immers meegenomen door hun ouders.

Negen prachtige verhalen van kwetsbare, maar tegelijkertijd veerkrachtige mensen die ondanks alle moeilijkheden waar ze mee geconfronteerd worden met hoop naar de toekomst kijken. De muziek van Salles sluit prachtig beeldend aan bij die verhalen, beurtelings krachtig en enerverend versus ingetogen en contemplatief.

Dvd en cd's maken dit werkstuk tot meer dan een muziekalbum. Het is een politiek statement van de eerste orde, waarin Salles op zeer succesvolle wijze aandacht vraagt voor de tweedeling in onze huidige wereldorde. Het maakt het tot een bijna verplicht album voor eenieder die zich dit daadwerkelijk aantrekt.

In de Jazztube zie je impressies van het concert dat het Felipe Salles Interconnections Ensemble gaf in The National Sawdust Theater, Brooklyn, NY op 11 april 2019.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 14.10.20) - [print] - [naar boven]



Boek
'Des duivels? Naar de roots van de populaire muziek'

Auteur: Maarten Schuermans / Uitgeverij: EPO, 2020

Maarten Schuermans is niet de enige die de oude blues ontdekte door het beluisteren van The Rolling Stones, in dit geval 'Paint It Black'. Sterker nog: toen de band in de jaren 60 aan zijn opmars begon wisten vele Amerikanen, waar de muziek van dit Engelse kwartet al snel aansloeg, niet eens dat de muzikale wortels van de muziek hun eigen cultuur betrof! Mick Jagger en Keith Richards waren al vroeg fan van de echte Amerikaanse blues en lieten lp's uit Amerika overkomen. Het zou een trend worden. Overal in de VS, maar ook in Europa, adopteerden rockgroepen de blues. Zelfs tot in Nederland en België drong het door en dus ook in het ouderlijk huis van Schuermans. Hij ging echter een stap verder en begon zich, net als Jagger en Richards, te interesseren voor de oorsprong. Dat groeide uit tot een liefde voor wat we vaak aanduiden als rootsmuziek: de folk uit de Appalachen, country, blues, jazz, cajun, zydeco, tex-mex en wat al niet meer.

Schuermans koesterde door die hobby een steeds sterkere wens om ook eens af te reizen naar waar het allemaal begon: de zuidelijke staten van de VS. In de zomer van 2018 kwam het er eindelijk van en trok Schuermans samen met de muzikanten Bjorn Eriksson en Alain Rylant, beiden actief in de rootsmuziek, naar het warme zuiden van de VS. Onlangs verscheen bij EPO onder de titel 'Des Duivels? Naar de roots van de populaire muziek' zijn reisverslag. Met een paar kanttekeningen kan ik niet anders constateren dan dat het een leuk en volgens mij ook redelijk compleet boek is geworden. En zeker voor de muziekliefhebber die in deze stijlen wat minder thuis is, valt er veel te halen. Schuermans stijl is aangenaam, al moeten de Nederlanders soms even wennen aan de voor ons wat ongebruikelijke zinsformuleringen, en informatief. En in de 250 bladzijden die het boek telt geeft Schuermans veel informatie en mooie portretten, allereerst over de blues - zijn grootste passie - maar ook over al die andere stijlen die hierboven voorbijkwamen. Nieuwe inzichten levert dat niet op, Schuermans is geen musicoloog, maar hij zet het weer eens mooi op een rijtje. Ieder hoofdstuk wordt daarnaast afgesloten met een selectie albums om daadwerkelijk zelf tot luisteren te komen. Verder staat er achterin het boek een QR-code die ons op het spoor brengt van een Spotify-playlist, waarmee Schuermans de drempel heel laag legt.

Kanttekeningen zijn er echter ook te maken. Het reisverslag waar de portretten en informatieve stukken doorheen verweven zijn, is uitermate zwak. Veel verder dan vertellen wat ze gegeten en gedronken hebben - veel bier - en waar ze hebben geslapen komen we niet. Terwijl er toch zeker interessante gesprekken zijn geweest. Waar hadden Schuermans, Eriksson en Rylant het met elkaar over? Die twee laatsten waren er vaker, traden er zelfs een aantal keren op. Je leest er niets over. Maar ik mis nog iets veel belangrijkers. De omslag van het boek geeft het al aan, op de foto staat King Oliver's Creole Jazz Band met Lil Hardin, bestaande uit vijf zwarte muzikanten. En lees dit boek of eender welke geschiedenis van deze muziek en je komt geen blanke tegen; allemaal zwarte muzikanten. En wat Schuermans terecht aantoont is dat nagenoeg onze complete popmuziek hierdoor beïnvloed is! Zonder dat deze musici daar de credits voor kregen. Veel bluesmusici die reeds sinds de jaren 30 actief waren kregen pas erkenning toen in de jaren 60 door de folkrevival hun nummers door blanke musici werden gespeeld.

Een van de vele voorbeelden - en Schuermans noemt ze niet - is het verhaal van Skip James. Ernstig ziek kon hij in de jaren 60 worden geopereerd van de royalty's doordat het Britse Cream een nummer van hem coverde. Zijn eigen opnames brachten vrijwel niets op. Een ander voorbeeld is het gesprek dat Sam Philips van Sun Records voert met Ike Turner in 'The Road to Memphis', een film van Richard Pearce en Robert Kerner. Phililps was de man die blanke musici, Elvis Presley voorop, lanceerde met nummers van zwarte musici. Tegen Turner zegt hij dat hij de zwarten daarmee toch maar mooi hielp. Turner blijkt hier toch iets anders tegenaan te kijken, brengt dat ook in, maar echt snappen doet Philips het niet. Hoe kan het ook, hij is immers niet zwart. En dat fenomeen, juist dat, had meer aandacht moeten krijgen. Zeker als we bedenken dat deze reis in 2018 plaatsvond tijdens "the error of Trump", zoals Joe McPhee dat formuleerde. De verdere polarisatie, de sterk verslechterde omstandigheden van de zwarte bevolking, de opkomst van de Black Lives Matter-beweging, we krijgen er niets van mee. Het is net of deze reis plaatsvond in een vacuüm, in plaats van in het heden. Een gemiste kans dus.

Of is het te veel gevraagd? Kan het volstaan dat Schuermans gewoon een liefhebber is die daar met dit boek uiting aan geeft? Wellicht, maar jammer is het wel. Wat niet wil zeggen dat u dit boek dan maar niet moet kopen. Zo heel veel boeken hebben we in ons taalgebied immers niet over deze muziek.

Labels:

(Ben Taffijn, 11.10.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Verrassende klanken, donkere kleuren

Ziv Taubenfeld's Full Sun, vrijdag 2 oktober 2020, Paradox, Tilburg

Ziv Taubenfeld's Full Sun is een septet dat naast de ritmesectie - piano, bas en drums - vier blazers telt: sax/klarinet, basklarinet, trompet en trombone. In Paradox heeft basklarinettist Taubenfeld de band teruggebracht tot een kwintet, wat leidt tot een meer opvallende bezetting. Een bezetting met als blaasinstrumenten louter de basklarinet en de trombone komen we immers niet vaak tegen. De donkere kleuren geven de composities echter wel een bijzondere sfeer mee.

Een jaar geleden schreef ik voor deze blog een portret van Taubenfeld aan de hand van vier cd's waar hij op meespeelde. Albums die voor mij 's mans enorme talent aantonen en tevens zijn veelzijdigheid. Dit concert moest ik dan ook bijwonen. Want hier is de man niet alleen de basklarinettist, het instrument waar hij zich volledig op heeft gestort, maar ook de componist. Alle stukken zijn van zijn hand en worden door de musici nauwkeurig gevolgd, al is er natuurlijk altijd ruimte voor improvisatie.

We starten het concert, één lange set zonder pauze, met de eerste van drie eerbetuigingen deze avond: die aan Jemeel Moondog, de beroemde Amerikaanse muzikant en componist die zo ongeveer zijn hele leven straatmuzikant is gebleven. Direct horen we wat zo kenmerkend is voor Taubenfelds spel: die combi van melodische lyriek en onvervalste rauwheid. Het een gaat bij hem nooit zonder het ander. Aansluitend het eerste duet met trombonist Joost Buis, die dan juist weer uitblinkt met zijn loepzuivere klank. Maar vooral mooi hier is hoe die donkere klankkleuren met elkaar mengen. Intussen is ons reeds opgevallen dat pianist Nico Chietararoli, bassist Omer Govreen en drummer Onno Govaert het vuur hoog kunnen opstoken en de groove geenszins schuwen.

Verderop zitten er nog twee hommages, opgedragen aan saxofonist John Tchicai en drummer Sunny Murray. Dat 'Tchicai' opvalt door krachtige solo's van zowel Taubenfeld als Buis hoeft niet te verbazen; het past bij een eerbetoon aan deze nog altijd veel te weinig bekende saxofonist. In 'Blues For Sunny' is de hoofdrol echter niet voor Govaert, maar voor Chientaroli. Hij is het die begint met een bedachtzame solo - jammer dat er net nu iemand bier moet gaan halen - waar langzaamaan de blues inkruipt. Balancerend op de grens van melodisch en abstract laat Chientaroli hier weer eens horen wat een interessante pianist hij is. Dan breekt Govaert in met een aantal welgemikte slagen en kondigt het stomende vervolg af. En als Chientaroli zijn solorol verderop weer oppakt, klinkt het beduidend abstracter dan aan het begin.

In het afsluitende 'Gold Wood' komt alles nog één keer samen. Als een langzame dans klinkt de groove in dit stuk, waarin we Taubenfelds Joodse wortels terughoren. Mooi hoe de twee blazers bijna gelijk optrekken, wederom die donkere kleuren mengend. En dan die krachtige solo van Buis en eindelijk ook eentje van Govaert. We kunnen er weer even tegen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 8.10.20) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Antoine Pierre Urbex Electric - 'Suspended - Live at Flagey' (Outhere Music, 2020)

16 januari 2020

Het is augustus 1969 als Miles Davis een van de meest baanbrekende albums uit de geschiedenis van de jazz opneemt: 'Bitches Brew'. Het zou het begin markeren van een geheel nieuwe stijl waarin jazz, rock en elektronica een verbintenis aangaan en waar velen, tot op de dag van vandaag, door geïnspireerd zouden worden.

Een van hen is de Belgische drummer Antoine Pierre, die nu met 'Suspended' een eerbetoon aan dit album brengt. Op 16 januari van dit jaar nam hij het album live op in het Brusselse Flagey. Bijzonder aan dit album is dat het volledig bestaat uit composities van Pierre zelf en dus geen enkele cover van Miles bevat. Het is dus meer een album in de geest van, iets dat blijkt uit het feit dat deze zinsnede van Miles, die hij uitte tegen een journalist van DownBeat, een plaats kreeg in het cd-boekje: "You write to establish the mood. That's all you need. Then we can go on for hours. If you complete something, you play it, and it's finished. Once you resolve it, there's nothing more to do. But when it's open, you can suspend it...'

Een Belgisch/Nederlands nonet verzamelde onze drummer onder de naam Antoine Pierre Urbex Electric: naast hemzelf op drums vinden we Jean-Paul Estévenart op trompet, Ben van Gelder op altsax, Bert Cools en Reinier Baas op gitaar, Bram de Looze op piano, Jozef Dumoulin op Fender Rhodes en live elektronica, Felix Zurstrassen op elektrische bas en Frédéric Malempré op percussie. Voorwaar niet de minsten die hij voor dit project uitnodigde, de muziek is ernaar.

Na een korte trompetsolo van Estévenart zet de uitgebreide ritmesectie the mood in, stomend, meeslepend klinkt de opener 'Steam' (ZIE JAZZTUBE HIERBOVEN). In de geest van Miles krijgen we ook hier zeer coherente, hecht doortimmerde muziek. De stap die Miles zette sloot dan ook meer aan bij de pop dan bij de jazz, was meer gericht op ritme en melodie dan op vrije expressie en kan goed gezien worden als een reactie op de free jazz, waar de man niet zo veel mee ophad. En dus komen we in 'Obsession' direct op stoom met slagwerk en bas - wat een groove! - terwijl we op de achtergrond Dumoulin horen, waarna de beide blazers unisono met de melodie invallen, stevig geschraagd, gevolgd door de gitaristen en de Fender Rhodes van Dumoulin. Aansluitend soleert Van Gelder te midden van die niet aflatende groove. Verderop horen we Estévenart en zeer uitgebreid Dumoulin, met een prachtig repetitief patroon.

Iets minder gestroomlijnd gaat het eraan toe in 'Abstract: Peace' en verderop in 'Abstract: Tide'. Qua sfeer houdt dit een beetje het midden tussen elektronische jazz, experimentele elektronica en symfonische rock. Iets dat overigens ook geldt voor het lange 'What U Expect!', dat tussen deze twee stukken zit ingeklemd en waarin een grote rol is weggelegd voor de beide gitaristen. Krachtig klinken 'You Nod But You Ain’t', met wederom een grote rol voor de elektrische instrumenten en 'Drums Take Over', waarin we Pierre natuurlijk solo horen en waarin hij bewijst tot de beste drummers van zijn generatie te behoren. De rest van het album, waarin een zeer geslaagde poging wordt gedaan Miles' werk eer aan te doen, getuigt van zijn meesterschap als componist, culminerend in de stevige afsluiter 'Sound Barrier'.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Foto: Stefaan Temmermans

Labels: ,

(Ben Taffijn, 4.10.20) - [print] - [naar boven]



Vooruitblik
Jasper Blom - Boy Edgar Prize Tour

Het Jasper Blom Quartet, met naast saxofonist Jasper Blom gitarist Jesse van Ruller, bassist Frans van der Hoeven en drummer Martijn Vink bestaat inmiddels veertien jaar en bracht zes albums uit. De laatste jaren speelt de groep vaak met bekende internationale solisten. Voor de komende Boy Edgar Prize Tour trekt het kwartet door Nederland met de jonge Keulse pianist Pablo Held. Hij is het boegbeeld van de jonge Duitse jazzgeneratie en toerde met de grote jazzhelden du moment, zoals John Scofield en Chris Potter.

Vorig jaar bracht het Jasper Blom Quartet onder de naam 'Polyphony' een dubbelalbum uit met liveopnames uit het Bimhuis, met als gasten de Belgische trompettist Bert Joris en de Duitse trombonist Nils Wogram. In deze 'Polyphony'-serie gaat het gezelschap nu verder met Pablo Held.

In 2019 won Jasper Blom de Buma Boy Edgar Prijs, de belangrijkste prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek. Uit het juryrapport: 'Sinds vele jaren, en met niet aflatende bezieling, deelt Jasper Blom zijn zin voor het grote muzikale avontuur, de diversiteit, humor, connectie, improvisatie en zijn omvangrijke, diepgaande oeuvre met ons, de luisteraars.'

Tourschema

14-10   Brebl, Nijmegen
16-10   Paradox, Tilburg
18-10   Taste of Jazz, Deventer
21-10   SJIG, Groningen
22-10   Bimhuis, Amsterdam
23-10   Jazzpodium de Tor, Enschede
29-10   Jazz in Maastricht, Maastricht
30-10   Muziekpodium Zeeland, Goes
31-10   Hothouse, Leiden
01-11   Jazz Inverdan, Zaandam

Foto: Cees van de Ven

Labels:

(Maarten van de Ven, 3.10.20) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.