Cd
The Hague Ethospheric Orchestra - 'Earthing' (Laika, 2013)
Opname: oktober 2012
Als je dan toch gaat trouwen, nodig dan een fanfare uit de Balkan uit. Doch wie Michal Vanoucek bij de mooiste dag van zijn/haar leven had gedacht, kan beter eerst even naar deze cd luisteren. Want diens internationale The Hague Ethospheric Orchestra mag dan vage banden hebben met het Slowaakse fanfarewezen, door de bank genomen is dit toch eerder luister- dan polonaisemuziek. Het nummer 'Mano' suggereert weliswaar dat zich in de verte een fanfare-orkest roert, maar bij nader inzien is dit toch een korps dat zich toelegt op aubades waar niemand wakker van wordt. Van deze kalmerende kamerjazz zou je eerder in slaap vallen, schat ik in.
Het THEO meandert tussen jaren-zeventig fusion en jaren-veertig kamermuziek. Een minpunt vind ik de 'instrumentale' vocalen van Anka Koziel – maar dat kan een vooroordeel zijn. Inderdaad, in de jazz dient een vocalist instrumentale kwaliteiten te bezitten – en omgekeerd. Maar eerlijk gezegd denk ik dat Duke Ellington destijds een verkeerde straat is ingeslagen toen hij Adelaide Hall – en later, a fortiori, Kay Davis – instrumentaal inzette. Dit soort vocaliseren heeft in ieder geval desastreuze effecten op allerhand lichaamsfuncties, is mijn ervaring.
In 'Burchak' zorgt de basklarinet van Christof May voor een gezellig knetterend houtvuur, dat de weemoedige stemming in een niet onaangename gloed zet. Ook van de fluit van Rodrigo Parejo ('Chovendo Na Roseira') zul je vermoedelijk niet uit de plaat gaan: beschaafd klinkt die, om niet te zeggen Haegsch.
Klarinettist Michael Moore, die als gast meedoet, heeft zijn compositie 'Shower' ingebracht. Ook zijn klarinet draagt bij aan de lieflijkheid van de scène. Lieflijk, maar toch substantieel. Oene van Geel, de andere gastsolist, neemt als een kameleon de kleur van het orkest aan. Zijn altviool klaagt mooi mee met Koziel, trompettiste Raya Hadzhieva en de rest.Labels: cd
(Eddy Determeyer, 5.2.14) - [print]
- [naar boven]
Concert
Blueslegende in Paradox
James Blood Ulmer Phalanx Revisited, vrijdag 24 januari 2014, Paradox, Tilburg
Op het podium verwachten we blueslegende James Blood Ulmer met zijn nieuwe band Phalanx Revisited. Phalanx is een oude militaire term uit het Grieks en betekent (bewapende) formatie. Dat belooft wat.
Ulmer beweegt zich al 70 jaar in de muziek en heeft een indrukwekkende staat van dienst, maar de belangrijkste ontwikkeling in zijn muziek komt voort uit zijn jarenlange samenwerking met Ornette Coleman, met wie hij het zogenaamde harmolodic spel verkende, waarbij melodie, ritme, sound en persoonlijke expressie meer ruimte kregen boven toonladders en akkoorden. Ook in deze nieuwe formatie speelt Ulmer harmolodic gitaar, wat wil zeggen dat alle snaren in één toon gestemd staan.
Het concert gaat meteen goed los met het nummer 'Upside Down', dat we herkennen als het openingsnummer van de oude Phalanx-cd 'Got Something Good For You', toen nog met de in 1992 overleden George Adams. Met zijn roots stevig in de delta blues gevestigd trakteert James Blood Ulmer ons op geheel eigen wijze op rock, stevige funk en free jazz. Ik hoor zelfs een volksmuziekachtige melodie voorbijkomen. Maar wanneer hij in het tweede nummer na een stevig ingezet thema gaat zingen, is het pure blues die doet denken aan mensen als John Lee Hooker en Tony Joe White.
De altsax wordt dit keer bespeeld door Lakecia Benjamin, die in eerste instantie nogal op de achtergrond blijft met wat bescheiden licks en reacties op de uithalen van Ulmer, maar die later, wanneer ze in haar eentje op het podium de ruimte krijgt, laat blijken over voldoende techniek te beschikken in een lange solo met snelle hoge screams en lage plopgeluiden.
Mark Peterson is steeds steady, stevig en strak op de bas. Hij heeft er zichtbaar plezier in om ook zijn tijd alleen op het podium te krijgen. Hij laat zelfs iemand uit het publiek de snaren indrukken terwijl hij er lustig op los plukt. Drummer Calvin Weston speelt al 30 jaar met Blood. Hij is een echte Philly powerdrummer. In zijn solo bespeelt hij met waanzinnige energie zijn gigantische drumstel met twee bassdrums. Net wanneer je denkt dat er niet meer uit te halen valt, begint hij met hoge stem lange oehoe's in de microfoon te blazen.
Na afloop van het concert zit Ulmer in z'n eentje relaxed op het podium zijn cd's te verkopen en te ondertekenen. Tevreden kijkt hij in het rond. Mooi.
Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. En hier vind je de concertfoto's van Monique van der Lint.
Labels: concert
(Monique van der Lint, 2.2.14) - [print]
- [naar boven]
Cd
Lily's Déjà Vu - 'Music From Another Ass' (TryTone, 2013)
Opname: 20 april 2012
Zou dit live de moeite waard zijn? Het zou in ieder geval ánders uitpakken. Dit zijn immers muzikanten die een hoge mate van onvoorspelbaarheid gemeen hebben: Ingrid Laubrock, Guillermo Celano, Jasper Stadhouders en Marcos Baggiani op tenorsax, gitaar, bas en drums respectievelijk.
Wat ik hier mis is het heilige moeten. De 'composities' lijken eerder vluchtige en vrijblijvende afspraken. Er wordt geblaat, maar waar blijft de wol? Die titel, 'Music From Another Ass', is dat iets met humor of zo? De verrichtingen zelf zijn in ieder geval slap en netjes; meer repeteren en spelen zouden Lily verder helpen, meer diepte geven. Nu blijven de momenten dat je opveert (de slagregen van drums en basgitaar in 'Forgotten History') te sporadisch. Soms bekruipt je de indruk dat de muzikanten geblinddoekt en geoordopt bij elkaar zijn gezet.
Meer horen?
Op de SoundCloud van Lily's Déjà Vu kun je de meeste tracks van dit album beluisteren.Labels: cd
(Eddy Determeyer, 1.2.14) - [print]
- [naar boven]
Concert
Friedlander met cello op veranda
Erik Friedlander's Bonebridge Band, donderdag 23 januari 2014, Axesjazzpower, Natlab, Eindhoven
Ontspannen. Dat was beslist de indruk die het kwartet rond de New Yorkse cellist Erik Friedlander maakte. Met zijn Bonebridge Band trad hij gisteren op bij Axes in het Eindhovense Natlab. Hij deelde het voetlicht met zuiderling Doug Wamble, die uit zijn stalen Resonator gitaar blue notes en wrijvingloos glijdende uithalen toverde. Afkomstig uit het circuit rond John Zorn zou je van Friedlander verwachten dat zijn muziek verwant is aan de nerveuze hyperjazz van deze radicale saxofonist. Het tegendeel bleek waar. Alle nummers waren opgebouwd rond melodieuze composities, waarin Friedlander en Wamble om beurten in solo's het voortouw namen, en geregeld samenkwamen in ingenieus vervlochten duetten. Het repertoire strekte zich uit van breed uitgesponnen blues tot pittige uptempo tango, waarin het ritme al even springerig was als de plotselinge wendingen en ideeën die snel aan je voorbij trokken. In dat nummer mocht drummer Mike Sarin van leer trekken met uiterst luidruchtige roffels, waarmee hij zijn kornuiten met gemak overstemde. Die bleven onverstoorbaar doorspelen en doken weer op wanneer Sarin even gas terugnam.
Opvallend was dat Friedlander over het algemeen de voorkeur gaf aan plukken boven strijken. Zo kon hij snel overschakelen van solo naar begeleiding, in een paar akkoorden de structuur van een nummer bepalen en de groep van richting laten veranderen. Hij stuurde de muziek met een vanzelfsprekende zekerheid, ontspannen achterover leunend. Als je je ogen sloot, zou je soms zweren dat je op een rustige zondagnamiddag op een veranda naar hen zat te luisteren, met uitzicht op een breed en traag stromende Mississippi. Telkens bleek weer hoe goed die combinatie van cello en slidegitaar werkte - het ronde zachte timbre van de een tegenover het spitse en wendbare van de ander. Misschien wel het mooist was een nummer waarin Wamble met elektronica een sluier van klanken bouwde, die hoog sprankelend over de melodie gleed die hij op zijn gitaar speelde. Daar stelde Friedlander een solo vol intense nostalgie tegenover, vol verlangen naar vervlogen lentes en liefdes.
Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.
Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.
Labels: concert
(René van Peer, 1.2.14) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...