Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Corrie van Binsbergen - 'Self Portrait in Pale Blue' (Brokken Records, 2013)


Dit is niet de Corrie van Binsbergen die we kennen van de Brokken of van haar literaire avonturen. In haar uppie zit ze hier, in een studio in Osnabrück. Wegens een gebroken hand had ze een tijd niet kunnen spelen, ze had haar moeder verloren en vond het op haar 56ste zo langzamerhand tijd worden voor een tussenbalans.

De sfeer is contemplatief. Op geen enkel nummer scheurt ze erop los zoals we dat van haar Brokkentijd kennen. Naar aanleiding van een suggestie van haar technicus Chris Weeda had ze eerst een aantal achtergrondtracks vervaardigd. Dat kunnen dan geluidsvelden zijn, monochroom of langzaam van tint veranderend, baslijntjes, een bourdontoon, een met wah-wah pedaal vervormd patroon, van alles. Daaroverheen speelt ze dan haar improvisaties, die zoals gezegd een beschouwend karakter hebben.

De nummers heeft ze simpelweg nummers gegeven, dus van '1' tot en met '13'. De lengte loopt uiteen van driekwart tot acht minuten. '6' Is een soort psalm, of - beter nog - een litanie met een acht-maten melodietje: 3-2-3. Eigenlijk staat dat, kun je zeggen, symbool voor de hele schijf. Van enige bombast, die het Brokkenwerk soms kenmerkte, is hier geen sprake. Op '8' bereikt ze een soort ECM-loutering. Daar klinkt haar gitaar nog het meest uitgesproken vocaal. In '12' horen we zelfs vleermuizen zingen. De beste vliegers van het dierenrijk. Van Binsbergen bevindt zich in goed gezelschap.

Meer horen?
Op de
SoundCloud van Corrie van Binsbergen kun je twee tracks van dit album beluisteren: '1' en '6'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 28.2.14) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Pol's Place For Jazz sluit de deuren


En weer gaat het licht uit voor een jazzpodium; in 2014 komt er geen nieuwe concertreeks meer in Pol's Place For Jazz in de Don Camillo Bar in Bergen op Zoom. Initiatiefnemers Pol de Bie en Marlies van Lier hebben de knoop doorgehakt: na elf jaar gaat de stekker eruit. De stichting blijft nog wel bestaan. "Je weet immers nooit of de rij sponsoren zich ooit weer sluit," aldus Van Lier.

Vorig jaar gaf al een daling te zien in het aantal sponsoren en ook het aantal Vrienden van Pol's Place was teruggelopen. Van Lier: "De crisis speelt een grote rol. Door het wegvallen van zowel grote als kleine geldschieters was het voor ons niet meer mogelijk onder dezelfde voorwaarden door te gaan."

"Het is spijtig dat we moeten stoppen. We hebben al die elf jaren zonder subsidie gedraaid. We hebben het met veel liefde voor muziek en vooral plezier gedaan. En nee, we willen geen subsidiepotjes benutten. De kracht was juist om het nou eens anders te doen dan alle andere podia, geen subsidie en geen marketingplannen schrijven. Gewoon heerlijke muziek (gratis) tien keer per jaar op een zondag. Alle grote namen uit de Nederlandse jazz hebben op het podium gestaan en daar zijn we trots op."

Op zondag 30 maart is er nog een laatste concert in Pol's Place For Jazz.

Labels:

(Maarten van de Ven, 28.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Ingetogen impact

Narcissus, vrijdag 31 januari 2014, Bimhuis, Amsterdam

Vier instrumenten in een autonome setting. Drummer Flin van Hemmen zoekt behoedzaam naar een opening, de randen van trommels en bekkens beroerend met afgedankt tafelzilver. De eerste geblazen klanken van Robin Verheyen zijn beeldend en sereen. Van Narcissus kan worden verwacht dat ze stukken spelen waarin vrije expressie de overhand heeft. Dit concert gaat atmosferisch, bijna filmisch van start. Een ondertoon van schilderachtige poëzie zal gedurende het hele concert aanwezig zijn. De groep maakte onlangs een korte tournee, waarbij ook opnames zijn gemaak voor een eerste live-cd, die later dit jaar wordt uitgebracht.

De stukken die Narcissus speelt, worden fraai opgebouwd. Concentratie en sereniteit zijn belangrijke uitgangspunten voor de onderlinge dialogen tussen de spelers. Subtiel akoestisch ensemblespel. Met terughoudendheid bereikt het kwartet spanning en verstilde schoonheid. Deze structuur van lyrisch drama en abstractie is allerminst voorspelbaar. Grilligheid en vertwijfeling leiden, vaak toch onverwacht, naar dwingende extase en verdichte intensiteit.

De pianopartijen van Jozef Dumoulin bevatten soms terloopse, dan weer duidelijk gearticuleerde harmonieën, die verwijzen naar twintigste-eeuwse componisten. De intensiteit waarmee hij zijn vingers regelmatig over het klavier laat maaien, is beangstigend. Deze roffelende passages hebben iets weg van een klokkende cymbaal. Clemens van der Feen verricht monnikenwerk op zijn contrabas. Bescheiden en onopvallend, maar zeker ook onmisbaar, legt hij een contrastrijke, harmonische basis. Zijn noten onderbouwen en accentueren extatische aanzwellende stuwkracht, of zwakken af tot dromerige flarden en inkeer, zeker wanneer hij de snaren aanstrijkt. Robin Verheyen bespeelt afwisselend sopraan- en tenorsax. Hoewel hij niet als 'de' solist naar voren treedt, geeft zijn spel de meeste kleur en vorm aan de muziek. Zijn focus richt zich volledig op de vorm en de ontwikkeling van de prikkelende composities. Zijn expressiemogelijkheden zijn rijk geschakeerd en technisch geavanceerd. Naast vloeiende melodielijnen stelt zijn instrumentbeheersing Verheyen in staat om zijn improvisaties volledig vrij uit te bouwen.

Narcissus is gerijpt in de tien jaar van haar bestaan. De groepsleden hebben allen een veelzijdige internationale carrière opgebouwd. Dat heeft geleid tot een interessante combinatie van ensemblespel, jazz en vrije improvisatie. De groep heeft een rijk palet aan stijlmiddelen en zoekt telkens naar avontuurlijk samenspel. Zeker in de Belgisch-Nederlandse muziekcultuur heeft dit kwartet een eigen positie veroverd. Narcissus is nu meer dan de som der samenstellende delen. Slow cooking meandert hun muziek tussen dromerige inkeer, symfonische expressie, humor en een soms bedwelmende kakafonie. De aanpak van de groep is puur en nergens dwangmatig.

Hoewel het verleidelijk is, vraagt de muziek van Narcissus niet per se om een nadrukkelijke duiding. Sfeer en subtiele muzikaliteit, in combinatie met gevarieerde improvisaties, is de essentie van haar muzikale acte de présence.

Klik hier voor foto's van dit concert door Maarten van de Ven.

Labels:

(Unknown, 26.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Bach Reflections - 'To B Or Not To B' (Clazz Music, 2014)

Opname: 3 februari 2013

Jazz en klassiek – er zijn tijden geweest dat die twee niet door één deur konden. De laatste jaren is daar verandering in gekomen. De toenemende internationalisering van het muziekveld heeft ook de kloof tussen klassieke muziek en improvisaties smaller gemaakt.

En daarmee zijn we weer terug bij af. Want voor het gemak wordt vaak vergeten dat alle grote klassieke componisten ook grote improvisatoren waren, van grootvader Johann Sebastian Bach tot Louis Moreau Gottschalk, de pionier van de Amerikaanse klassieke muziek. Nogal wat inmiddels tot het standaardrepertoire behorende composities vonden hun oorsprong in improvisaties. Je kunt zelfs nog een stuk verder teruggaan: sommige boerendansjes van componist en kanunnik Guillaume Machaut (circa 1300-1377) zijn volgens mij gewoon genoteerde improvisaties van straatmuzikanten. Met de opkomst van de conservatoria en de steeds groter wordende symfonieorkesten stolde en verstarde de orkestpraktijk in de tweede helft van de negentiende eeuw.

Dus zo onlogisch is het niet, het streven van deze formatie om klassieke muziek met jazzmatige improvisaties te verbinden. Op zijn jongste cd is bovenbaas Bach de bron. Bekende thema's worden gerecycled en zo ontvouwt het geliefde 'Air' zich in 'Air Traveller' langzaam in elkaar afwisselende improvisaties en orkestrale passages van het kwintet. 'Invención Nueve', gebaseerd op de negende 'Invention' voor piano, is door bassist Paul Berner in een latinpak gehesen. Waarmee hij ons eraan herinnert dat al die populaire Cubaanse dansvormen hun oorsprong hadden in hoofse negentiende-eeuwse salonmuziek. Qua soli het rijkste nummer is 'Gut Strings', dat saxofonist Dick de Graaf uit het 'Adagio' van het 'Vioolconcert In A Mineur' destilleerde. De vertaalslag van viool naar contrabas en gitaar pakt goed uit. Zo gaat de 'klassieke' solo van celliste Larissa Groeneveld in het titelstuk 'To B Or Not To B' naadloos over in de meer vrijmoedige bijdragen van sopraansax en bas.

Bach Reflections timmert aan een interessante weg – ik denk dat het uitspitten van klassieke composities op bruikbare improvisatiecellen of –ideeën in de toekomst veel moois op kan leveren.

Meer horen?
Klik
hier om van dit album 'Air Traveller' te beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 24.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Pannekeet wint moeiteloos publiek voor zich

Udo Pannekeet, Erwin Vann, Jeroen van Vliet & Pascal Vermeer, vrijdag 14 februari 2014, Paradox, Tilburg

On is nog niet zo'n simpel woordje als het lijkt. Het heeft meerdere genuanceerde betekenissen in ons taalkundig systeem en draagt sowieso qua klank al een enorme kracht uit. Dat zegt dus nogal wat over Udo Pannekeet. Hij koos deze titel voor zijn succesvolle eerste soloplaat en dat deed hij niet voor niets.

De stukken, allen van de hand van Pannekeet, kenmerken zich door inhoudelijke scherpte, wars van oppervlakkigheid, met veel ruimte voor persoonlijke beschouwingen en improvisaties. Hij bespeelt een linkshandige, zessnarige, semi-akoestische basgitaar, die qua sound ergens het midden houdt tussen een contrabas en een elektrische basgitaar. Hij liet deze geheel naar eigen smaak bouwen door de Nederlandse gitaarbouwer Piet Visser, met het oog op de sensitiviteit die hij in zijn spel wil leggen. En juist daarin ligt zijn kracht: vloeiende loopjes, stevige grooves, maar ook onderzoekend rondom de melodie manoeuvreren. Geen standaard gepluk aan de snaren dus. En goed voor een stevig onderbuikgevoel.

Pannekeet opende met de titelsong en won daarmee moeiteloos het publiek voor zich. Een ritmisch, melodieus gedreven stuk met een stevige bite. Saxofonist Erwin Vann bepaalde hierin voor een groot deel het accent van de melodie. Op zich is dat al lekker natuurlijk, maar er is meer. In het stuk 'On' kwam iedereen aan bod, wat meteen een indicatie gaf van de muzikale potentie binnen deze groep bevlogen muzikanten. Ze begrijpen de creativiteit van de componist en vergroten daarmee zijn perspectieven.

Het intens lyrisch vermogen van pianist Jeroen van Vliet kwam uitstekend tot zijn recht in de ruimtes die Pannekeet in zijn composities liet. Maar ook als begeleider was hij sterk en doelmatig. Met de baslijnen en het dynamische drumwerk van Pascal Vermeer ontstond zo een wervelende cadans. Niet zwaar en overdone, maar met een zekere lichtheid. Vann daarentegen leek soms in zijn eigen wereld verzonken, waardoor hij af en toe de aansluiting miste met het geheel. Aan het einde van het concert klonk zijn sax ook wat ontstemd, waardoor zijn normaliter inspirerende spel niet helemaal uit de verf kwam.

Het concert verveelde geen moment. Pannekeets composities zijn origineel en telkens verrassend. En dat gold ook voor de ballad 'Entity'. Geen melancholische dramatiek, maar eerder met een intelligente gevoeligheid. Pannekeet straalde en glimlachte regelmatig instemmend naar zijn podiumbroeders. Mooi om te zien hoe hij, liefdevol en bezield over zijn bas gebogen, genoot van deze avond. En dat is terecht, want dit heeft hij helemaal goed gedaan.

Wie ook graag wil genieten van dit concert kan morgen nog naar Cultura in Andijk. De plek waar het voor Udo Pannekeet allemaal begon op zestienjarige leeftijd.

Klik hier voor foto's van dit concert door Monique van der Lint.

Labels:

(Donata van de Ven, 22.2.14) - [print] - [naar boven]



 

Cd / Jazztube
Mark Dresser Quintet - 'Nourishments' (Clean Feed, 2013)


Ondanks het renaissance-achtige stilleven op de hoes, kan je 'Nourishments' bezwaarlijk een klassieke retro-oefening noemen. Integendeel. Je hebt albums die mikken op eenvoud en transparantie en daar al dan niet een gelijkaardige impact mee bereiken. Je hebt ook albums die gevoed worden door een enorme bagage, een veelheid aan tactieken en strategieën, maar die ondanks die enorme complexiteit toch een aura van vanzelfsprekendheid bewaren. En daar is dit album een prima voorbeeld van.

Ondanks het feit dat er niet gerotzooid wordt met dissonant gehamer en schreeuwerige blazersuithalen, is dit immers een album dat doordrongen is van een experimentele geest. Dat kan moeilijk ook anders als zo'n band wordt geleid door basvirtuoos Mark Dresser, ooit anker van het legendarische Braxton Quartet en een van de meest toegewijde beoefenaars van de solocontext, die bovendien ook nog eens multidisciplinair aan de slag gaat. Weinig bassisten hebben het vocabularium van de bas de voorbije decennia zo sterk ontleed en zelfs uitgebreid als Dresser. Je komt terecht in het hoekje met Mark Helias, Barre Phillips en Bertram Turetsky.

Die sterke theoretische insteek laat zich ook voelen in de liner notes, waarin Dresser het heeft over metrische modulaties, microtonale verbuigingen, heterofone melodieën en een ritmisch ostinato in 17/16. Enkel te begrijpen voor lieden met een doorgedreven muziektheoretische bagage, maar het mooie is dat het doorgaans omgezet wordt in muziek die er toch in slaagt om op het moment van beluistering enorm meeslepend te zijn. Toegegeven, dit is het soort album waarvan je achteraf vermoedelijk geen melodie gaat kunnen fluiten, maar er komt een logica aan te pas die verrast en vanzelfsprekend klinkt.

Daar heeft Dresser dan ook uitgelezen collega's voor uitgenodigd. Altsaxofonist Rudresh Mahanthappa en trombonist Michael Dessen beheersen als geen ander de kunst om avant-garde tactieken toe te passen binnen een relatief toegankelijke context, waardoor de composities voortdurend de zone aftasten tussen Braxton-territorium en de vroege avant-garde van Blue Note, met hier en daar een exotische toets (de titeltrack), knap ingetogen momenten (de sereniteit van 'Para Waltz') of subtiele ritmische halsbrekerij ('Aperitivo').

Minstens even belangrijk is de bijdrage van pianist en vaste Dresser-kompaan Denman Maroney, die met zijn 'hyperpiano' (spel waarbij de snaren voortdurend manipulaties ondergaan en kunnen variëren op timbre) zorgt voor een enorme uitbreiding van het klankpalet. Vooral het samenspel met Dresser, zoals in de aanloop van 'Telemojo', klinkt zo bijzonder excentriek en verrassend. Meer nog dan de individuele hoogstandjes, die er volop zijn, is dit echter een album dat vooral opvalt door zijn ensemblespel, zowel met drummer Tom Rainey (vier stukken) als Michael Sarin (drie) achter de vellen.

'Nourishments' ten volle vatten is misschien enkel weggelegd voor muzikanten met een stevige basis, maar dan hoeft geen bezwaar te zijn. Het ingrediënt dat de beste muziek zo goed maakt, is immers vaak iets waar je je vinger niet zomaar op kan leggen. Een moderne klassieker is 'Nourishments' misschien niet, en met zijn 73 minuten is het ook een wat vermoeiend album, maar het laat wel horen hoe een cerebrale aanpak toch kan leiden tot een boeiende luisterervaring. Een open luisterhouding volstaat.

Bekijk de Jazztube!
Klik op de afbeelding linksboven om het Mark Dresser Quintet live aan het werk te zien tijdens New Yorkse Vision Festival op 11 juni 2012. Hier met Michael Sarin achter de drumkit.

Labels: ,

(Guy Peters, 22.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Trompet met gunpowder

Avishai Cohen Triveni, woensdag 12 februari 2014, Paradox, Tilburg

De Israëlische trompettist Avishai Cohen speelt met zijn laatste trio Triveni, met Reinier Elizarde Ruano op bas en Nasheet Waits op drums, een mix van zelfgeschreven composities en standards. Cohen heeft al twee Triveni-albums op zijn naam staan. Triveni, een woord uit het Sanskriet, betekent: 'de plaats waar drie heilige rivieren samen vloeien'. Deze beeldspraak is weloverwogen gekozen en dekt de muzikale lading van het gedurfde trio. Avishai Cohen komt uit de muzikale familie van de beroemde Anat Cohen, die de klarinet voorbeeldig beheerst, en sopraansaxofonist Yuval Cohen. Als youngster treedt hij snel toe tot de scene in de West Village van New York, nadat hij zijn opleiding aan het beroemde Berklee College of Music in Boston heeft afgesloten. Inmiddels wordt Cohen in een adem genoemd met andere moderne wegbereiders zoals Jason Lindner, Omer Avital en Lionel Loueke.

Cohen heeft een extreem vloeiende trompetklank in huis. Zijn technisch vermogen en zijn natuurlijke beheersing stelt hem in staat om zijn instrument met flair en gevoeligheid te benaderen. Vaak gaat dit gepaard met razend snel en spetterend spel. Vurig en meeslepend als in de beste tenor-contrabas-drum tradities, bovenal voorzien van een hoog improvisatiegehalte. De trompettist steekt niet onder stoelen of banken dat hij een voorliefde heeft voor een muzikale benadering met geleende elementen uit de free jazz. Een aantal gespeelde stukken is geschreven door Ornette Coleman, zijn evenknie Don Cherry en Charlie Mingus. De vrijheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door de voortdurende effectieve zoektocht naar ritmische variatie. Hierin is een hoofdrol weggelegd voor de fenomenaal drummende Nasheet Waits. Door zijn bij vlagen indringend polyritmisch en voortdurend vertragend en accelererend spel vormt hij de verbinding tussen de hardbop, free jazz en de jachtige, moderne urgentie.

De stukken van zijn eigen hand, zoals 'Safety Land' en 'November 30th' zijn compositorisch even interessant als die van de oude meesters. Slechts sporadisch wordt gas teruggenomen in de vorm van een ballad. De in Tel Aviv geboren en getogen Cohen laat in de laatste twee stukken enige mystieke Hebreeuwse invloeden doorklinken. In de toegift van Frank Foster's 'Shiny Stockings' wordt een glinsterend powerful eindstation gevonden. Het enige minpuntje is een gebrek aan nieuw gespeeld materiaal. En dat terwijl Avishai Cohen's Triveni een nieuwe release, 'Dark Light', op de plank heeft liggen.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 21.2.14) - [print] - [naar boven]





Lp
Steve Lacy & Joe McPhee – 'The Rest' (Roaratorio, 2013)

Opname: 9 juni 1977

HatHut, een label dat van oorsprong is opgericht om de verrichtingen van Joe McPhee te documenteren, groeide in de late jaren zeventig snel uit tot een platenstal van internationale allure. De catalogus leest als een wie-is-wie van de betere jazz en improv, met naast McPhee een speciaal plekje voor sopraansaxofonist Steve Lacy. Veel van diens beste werk, waaronder onvolprezen solo-opnamen zoals 'Clinkers', zijn bij HatHut ondergebracht.

Een half uur voordat Lacy het concert opnam dat later 'Clinkers' zou worden, speelde McPhee zijn eigen solo-programma. Met een arsenaal van tenor-, sopraansax en zaktrompet probeerde hij uit alle macht om zich staande te houden, wetende dat Lacy na hem het podium zou betreden. Tot McPhee's grote ontsteltenis suggereerde Lacy in de coulissen dat beide muzikanten het laatste stuk samen zouden spelen. Dit gebeurde naar aller tevredenheid en nu McPhee het eindelijk heeft aangedurfd de opnamen terug te luisteren, blijkt het resltaat, 'The Rest', een opname van historisch belang. Goed, met 19 minuten is deze enkelzijdige lp niet essentieel, maar wie zich afvraagt wat Lacy en McPhee onderscheidt als meestermuzikanten, heeft aan deze opname genoeg.

Opvallend is het verschil in lijn. De ronde, zingende solo's van Lacy contrasteren sterk met de rafelige en assymetrische frasen van McPhee. Waar de een aan een half woord genoeg heeft, lijkt de ander alle mogelijkheden tegelijkertijd te willen uitproberen. Als McPhee de aangever is, dan is Lacy de afmaker. Bovendien is er voor een spontaan optreden sprake van een opvallende coherentie in de muziek: Lacy en McPhee kenden elkaars stijl, respecteerden elkaar duidelijk en zijn er alles aan gelegen elkaar bij te staan. Machtsvertoon is vrijwel geheel absent. In plaats daarvan zijn er veel momenten waarop beide muzikanten elkaar spontaan ontmoeten. Dit is de hoogste vorm van improvisatie.

Meer horen?
Klik
hier voor een geluidsfragment van 'The Rest'.

Labels:

(Sybren Renema, 18.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Strakke samba's anno 2014

Brazilian Night met Alex Correa, woensdag 5 februari 2014, Peter Pan, Groningen

Wanneer De Smederij de informele bovenbouw-stageplek is voor de studenten van het Groninger Prins Claus Conservatorium, dan is Peter Pan, honderd meter verderop, de onderbouw. Daar verzamelen de jongerejaars zich elke woensdagavond voor sessies en speciale projecten. Overigens is er wel overlap: de beteren, meer moedigen, zie en hoor je ook met enige regelmaat in De Smederij.

Thans trad het trio van pianist Alex Correa er aan met hedendaagse Braziliaanse muziek. Muziek derhalve gebaseerd op samba en bossanova. Maar verwacht van Correa geen geijkte zondoorstoofde bossa's. Ook zijn vocaliste Ieva Paniulaityt luistert, gezien haar gepassioneerde voordracht, waarschijnlijk meer naar Flora Purim en Elis Regina dan dat ze opgewonden raakt van Astrud Gilberto.

Correa past de soepelheid van de samba in het onbegrensde van de jazz. Daarbij wordt hij geholpen door het puntige spel van basgitarist Benson Itoe en door drummer Steve Altenberg, die je aan een buitensporige tortuur zou moeten onderwerpen om níet te swingen. De ostinato riffjes van het drietal demonstreerden de hechtheid van de groep. Dit is een strak bandje; van losse eindjes gruwen ze. In een aantal stukken deed trombonist Pavel Shcherbakov mee, die de muziek met zijn trefzekere spel 'nailde', zoals dat heet. Het resultaat had meer funk en spunk, meer kloten kortom, dan wat er vaak als latinmuzak je oren binnen komt kabbelen.

Er werd dan ook geen enkele cocktail Bahia in Peter Pan gesignaleerd, maar des te meer bier. Geen wonder, met zeven verschillende soorten aan de tap. (En dan niet van dat slappe Amsterdamse nepspul.) Dat had dan weer tot gevolg dat de conversaties in het café aan de onbekommerde kant waren, zodat je buiten een straal van twee meter van de band nauwelijks een beeld kreeg van het gebodene. Van de andere kant: de kleinere aardschokken werden niet echt geregistreerd door de meute.

Na het optreden werd er uiteraard gejamd. Als je dus zangeres was, zocht je om te beginnen het snoer op de grond, speurde je naar een microfoon die daaraan paste en plugde je het andere eind in de geluidsinstallatie onder het koffiezetapparaat. Vervolgens pielde je zolang aan knopjes en schuifjes tot er daadwerkelijk geluid versterkt werd. Dat deed Hiske Oostenrijk allemaal, met een vanzelfsprekende nonchalance. Zodat we tot slot een hoogst opmerkelijke versie van Jacques Brels 'Vesoul' te horen kregen, in en soort stream of consciousness-freejazz jasje. Gedurfd en spannend.

Op dat moment was de alom aanwezige Aleksandar Skoric al lang achter de trommels gekropen. Tja, elk drumstel moet op het ergste voorbereid zijn wanneer de Rus in da house is.

Labels:

(Eddy Determeyer, 16.2.14) - [print] - [naar boven]





Column Herbert Noord
Jazz = swing


"Dus jongens en meisjes, als je het woord 'jazz' plakt voor de muziek die je denkt te gaan maken, wees er dan van overtuigd dat het alleen mijn goedkeuring kan wegdragen als het swingt. Daar hoeven jullie je niets van aan te trekken en op de conservatoria leren ze het anders, maar jullie vallen niet swingende 'jazz' spelend, grandioos door de mand."

Herbert Noord berijdt zijn paradepaardje met behulp van een journalistieke wet. Of de bewijsvoering overtuigend genoeg is, mag u zelf beoordelen.

Klik op bovenstaande button om zijn nieuwe column te lezen.

Labels:

(Maarten van de Ven, 16.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Trespass Trio - 'Bruder Beda' (Clean Feed, 2012)

Opname: 17 juni 2011

In navolging van debuutplaat '...Was There To Illuminate The Night Sky...', nog altijd een van mijn favoriete jazzalbums van de voorbije jaren, werd ook de tweede plaat van dit Trespass Trio een knetterende brok intensiteit, al ligt die wat minder aan de oppervlakte.

De Zweedse rietblazer Martin Küchen is dan ook een artiest die met beide benen op de grond staat, die nog altijd een band tussen kunst en engagement in stand houdt, en in de meest uiteenlopende contexten een eigen stempel weet te drukken. Of het nu gaat om solowerk als The Lie And The Orphanage, de bruisende ensembleplaten van Angles, de schraap- en ritselimprovisatie van Chip Shop Music of dit Trespass Trio: weinig artiesten leggen zo'n passie aan de dag en slagen er in om te spelen met zo'n emotionaliteit als Küchen, wiens hyperexpressieve stijl en sound in staat zijn om zowel uitbundige levenskracht als pijnlijk verdriet uit te schreeuwen. Altijd gedacht dat moderne jazz iets was voor koude intellectuelen die muziek maken aan de hand van statistieken en wiskundige formules? Trespass Trio laat horen dat het ook anders kan.

Samen met bassist Per Zanussi en drummer/percussionist Raymond Strid heeft Küchen opnieuw een album gemaakt dat aanvoelt als een grote raamvertelling die een complete luisterbeurt afdwingt. En deze keer zit er ook een verhaal achter: dat van WOI-veteraan Ernst Gerson, die een geestelijke roeping volgde als Bruder Beda en daarna opnieuw de seculiere levensdraad oppikte, maar door zijn Joodse roots in de problemen kwam en uiteindelijk naar de kampen verbannen werd. De Joodse geschiedenis en Palestijnse kwestie zijn al langer stokpaarden van de bewogen saxofonist, dus het mag niet verwonderen dat hij ook een dergelijk verhaal vorm geeft binnen een freejazzcontext.

Zowel op de alt- als de baritonsax dwingt Küchen meteen ontzag af, met een rauwe sound van een soms verscheurende intensiteit. De haast kwakende altsax maakt vanaf de eerste seconde van 'Ein Krieg In Einem Kind' duidelijk dat er een bijzonder verhaal verteld gaat worden. Een schreeuwerige oplawaai zoals 'Zanussi Times' of 'Strid Comes' is er deze keer niet bij, maar Küchen heeft die in-your-face agressie niet nodig om je als luisteraar bij de lurven te grijpen. Ook hier zorgt die jankende, zeurende en fulminerende gedrevenheid weer voor een meeslepend parcours, terwijl ook de ritmesectie volop ruimte krijgt voor zowel conventionele ondersteuning en soloruimte als introverte klankexperimenten.

Dit soort jazz, die resoluut vanuit de onderbuik vertrekt, kan soms wat vergen van de luisteraar, zeker als die een houvast nodig heeft, maar voor elk weerbarstig stuk als de opener, krijg je ook een tegenhanger als 'Don’t Ruin Me', dat negen minuten lang op gang gehouden wordt door een statige, licht exotische baslijn, terwijl Strid de vellen bespeelt met de handen en Küchen op de bariton kiest voor een eenvoudiger invulling. Er wordt ruimte gemaakt voor een contemplatieve bassolo, wat de terugkeer van Küchen achteraf dubbel zo intens maakt. De hevigheid gaat echter nog omhoog in 'Bruder Beda Ist Nicht Mehr', dat vanuit dramatisch gestreken bas werkt aan een steeds sterker wentelend cyclisch patroon, met nadrukkelijke passie, volumetoename en steeds woeliger ondergrond met een sax die met steeds meer uitschieters het zootje in stukken trekt.

Sleutelstuk is 'Today’s Better Than Tomorrow', een compositie van Küchen die gedragen wordt door een melodie die woeste tristesse uitstraalt, maar ook aanleiding kan zijn tot andere omkadering. Zorgde het stuk bij Angles voor een emotionele oplawaai van formaat, dan gebeurt het hier subtieler, met een tussenstuk dat door Zanussi en Strid op fluisterniveau uitgewerkt wordt, en een finale die zachtaardiger paden verkent. Beluister dit echter in ideale omstandigheden - geconcentreerd en mét koptelefoon - en het is onmogelijk om niet opgeslorpt te worden door die muzikale poëzie, die een contrasterend vervolg krijgt in het gespierde 'A Different Koko', een korte brok freejazz die danst met een robuuste aanstekelijkheid.

'Bruder Beda' is een beklijvend album, dat ondanks verfijning en nuances opvalt door zijn groot kloppend hard en een onaflatende begeestering. "What can we achieve with strings, reeds, skins and sticks? Except for being ignorant music makers, what are we?" Dat vroeg Küchen zich af in de liner notes van de vorige plaat. Een mogelijke reactie, het vertellen van een prachtig verhaal als daad van verzet, ventileren van agitatie en zoeken naar berusting, is hier terug te vinden.

Deze recensie verscheen eerder op Enola.be

Labels:

(Guy Peters, 16.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
De zoete smaak van melancholie in een geïmproviseerd jasje

Oene van Geel, Oleg Fateev & Wolfert Brederode, zaterdag 1 februari 2014, Paradox, Tilburg

Op initiatief van het Bossche festival voor actuele muziek, November Music, beleefde bovengenoemd trio afgelopen zomer een succesvolle première in de Toonzaal in Den Bosch. Prima plan dus om het avontuurlijke drietal nog eens uit te nodigen in deze 'Late Night Jazzclub'-editie van het Tilburgse Paradox.

Dan blijkt maar weer eens hoe verschillende muzikale decors en perspectieven kunnen leiden tot een oorstrelend resultaat. In dit geval niet in de laatste plaats te danken aan de wonderlijke combinatie van bayan (knoppenaccordeon) en viool. De wereldse insteek van violist Oene van Geel komt hierin volledig tot zijn recht, alsook de zoete smaak van melancholie waar je bij viool zo erg naar verlangt: het snijden door je ziel. Fateev draagt traditie in zijn hart mee, wat via zorgvuldig gekozen akkoorden en kleine geïmproviseerde melodieën een weg naar buiten vindt. Van Geel lokt hem met onwesterse klanklijnen en improviseert dan weer vanuit een experimentele hoek op de symfonische akkoorden die Fateev hem aanreikt. Zonder elkaar ook maar een duimbreed in de weg te zitten overigens.

Die aangeboren lyriek wordt nog eens onderstreept in 'Oleg', een ode van Van Geel aan de kleine Rus. Toch valt bij Fateev enige terughoudendheid te bespeuren. Hij haalt niet het onderste uit de kan, waardoor de vraag naar meer blijft hangen. Fateev is veelal te vinden in het theater en mogelijk is zijn behoedzaamheid slechts bescheidenheid in gezelschap van jazzgoeroes Van Geel en Brederode. Waar Van Geel en Fateev erop los mijmeren, is Brederode het ijkpunt, het fundament en degene die het trio body geeft. Zijn filosofische benadering zorgt voor verdieping en zijn akkoordenwerk met klassieke elementen kleurt het geheel met een orkestraal tintje.

Fateev zong indrukwekkende liederen en er werd geneuried. En met slechts minimale percussie via de cajon van Van Geel en af en toe een tik op de klankkasten van de instrumenten bleef het allemaal klein en intiem. Geen standaard trio, wel een uitstekende match. Het concert was wat aan de korte kant, maar wellicht zullen we in de toekomst meer van hen gaan horen. En een cd misschien? Lijkt me een heel goed idee!

Klik hier voor foto's van dit concert door Donata van de Ven.

Labels:

(Donata van de Ven, 15.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Udo Pannekeet - 'On' (Bow Shock, 2013)


Zeven jaar geleden was het dat de Haagse bassist Udo Pannekeet voor het eerst samenspeelde met pianist Jeroen van Vliet en drummer Pascal Vermeer, in een vakantieperiode op een pleintje in het Spaanse Castelló d'Empuries.

Pannekeet was onder de indruk van het spel van Van Vliet en Vermeer, die elkaar al jarenlang kennen en samenspelen in allerlei verschillende formaties en die volledig op elkaar kunnen vertrouwen in muzikaal opzicht. Hier ontstond het idee om met deze mannen een akoestisch album op te nemen, met dezelfde energie die daar ontstond op dat pleintje. Open en avontuurlijke muziek vastleggen op een plaat, voorzien van een eigen signatuur, dat was het doel. Saxofonist Erwin Vann vond hij bereid om aan dit avontuur deel te nemen. Pannekeet liet speciaal voor dit project een semi-akoestische zessnarige basgitaar maken om een extra dimensie te kunnen toevoegen. Voor een perfect klinkende grand piano werd de plaat opgenomen in de Fattoria Musica Studio in Osnabrück.

Al direct in het openingsnummer 'Field Division' hoor je de geweldige akoestiek en ook de frisheid en openheid die Pannekeet voor ogen had. Van Vliet soleert met overgave en voelt zich duidelijk senang. ook Vannn soleert fantastisch en dat is ook een grote verdienste van Pannekeet. Door zijn manier van componeren - waar soms een zwierende cadans is te horen, zoals in het titelstuk 'On' - is het heerlijk soleren. De rijke en volle toon van de saxofonist past perfect in dit concept. Drummer Vermeer excelleert subtiel, onder andere met brushes in 'Downfall'. De bandleider zelf doet handreikingen, neemt soms gas terug, geeft soms extra input, plaatst accenten, zoekt onbelopen paden op. Dat tilt de plaat naar een hoog spiritueel level. Het geheel klinkt hecht, onbevangen en open, alsof het helemaal vanzelf gaat, in diverse klankkleuren en stijlkenmerken. Dat is buitengewoon muzikaal! Pannekeet is helemaal geslaagd met zijn integere benadering van de muziek die hij wilde vastleggen.

Zoals de plaat begon - open en avontuurlijk - zo eindigt de cd ook, met het nummer 'Spes Nostra'. Je hebt als luisteraar dan kunnen genieten van schitterende muziek, van sferische lyrische stukken met stiltemomenten tot meer groovende uitbundige creaties, waar geen plek is voor grote ego's, maar waar het gaat om vanuit het hart te musiceren, wat deze vier topmuzikanten doen. Een album dat inspireert. De muziek klinkt heel dichtbij en neemt je mee. Dat is klasse!

Morgenavond spelen Pannekeet, Vann, Van Vliet en Vermeer in
Paradox, waar ze deze cd zullen presenteren.

Meer horen?
Op de website van Udo Pannekeet kun je dit album beluisteren.

Labels:

(Koen Scherer, 13.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Met smaak en finesse geserveerd

Sluijs/Mendoza/Vercampt, zondag 2 februari 2014, Jazz-MADD, Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, Ninove

Neem twee derde van 3/4 Peace, voeg dit samen met de helft van Brick en je krijgt het trio dat in de Muziekacademie van Ninove een verrassend concert gaf in een Jazz-MADD tourneetje. Jazz-MADD programmeert (bijna) altijd drie concerten van dezelfde groep op drie verschillende locaties in de Denderstreek. In de zaal van de Ninoofse muziekacademie, met een sobere podiumbelichting en een Steinway vleugel, kwam de muziek van dit trio mooi tot zijn recht.

Op het repertoire stonden composities van de drie groepsleden. Rietblazer Ben Sluijs bracht bijvoorbeeld 'The Unplayables' aan, een nummer dat hij een aantal jaren terug in kwartet opnam met pianist Eric Vermeulen. Christian Mendoza speelt anders dan Vermeulen, maar de zin voor avontuur, nauwgezetheid en geduldige opbouw lijken ze met elkaar te delen, evenals het lef om stiltes te laten vallen. Mendoza's compositie 'Empty' kenden we al van zijn kwintet en ook deze sobere trioversie bleef tussen de oren hangen. Sluijs bloeit volledig open in een sobere bezetting die hem volop ruimte laat zijn eigenzinnige en lyrische muzikale inbreng te doen.

Cello blijft een bijzonder instrument binnen de jazz en impro, maar Lode Vercampt voelt er zich als een vis in het water. Nu eens de rol van strijkinstrument opnemend, dan weer baslijntjes spelend, gaf hij een heel bijzondere wending aan dit trio. Uit het repertoire van Brick smokkelde hij 'Giant Talk' mee, inclusief een hypnotiserend riffje. De aanwezigheid van cello inspireerde de groep misschien naar nummers uit het klassieke repertoire te grijpen: Bela Bartok en - van nog iets oudere datum - barokmuziek van Henry Purcell. Het leek alsof de stukken voor dit kamerjazztrio geschreven waren.

Met 'Evidence' en 'Work' van Monk zocht de groep dan weer de wortels van hedendaagse jazz op. Het gevarieerde dieet werd door de groep met finesse en smaak geserveerd en klonk heel fris. De muzikanten gingen op gelijkwaardige manier met elkaar in dialoog en hadden elk hun eigen inbreng. Een trio waar we nog veel plezier aan gaan beleven.

Deze recensie verscheen eerder op Jazz'Halo.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cedric Craps.

Labels:

(Lies Steppe, 12.2.14) - [print] - [naar boven]



 

Cd / Jazztube
The Ambush Party - 'Circus' (De Platenbakkerij, 2013)

Opname: 11 juni 2011

Bands die veel werken en lang bij elkaar blijven worden op den duur saai. Dat is een mening die met historische praktijkvoorbeelden gestaafd kan worden: de Louis Armstrong All Stars, het Modern Jazz Quartet. Doch het tegendeel kwam misschien nog wel vaker voor. Denk aan de meer creatieve bands, die van Duke Ellington, Count Basie, Coleman Hawkins. Enzovoort.

The Ambush Party lijkt tot de laatste categorie te behoren. Ze gaat intussen alweer heel wat jaartjes mee en insuffen is er niet bij. De interactie was in 2011 al zo scherp en direct, dat je zou zweren dat ze sommige liedjes stiekem hadden geoefend. Het energieke internationale kwartet had voor het circus gekozen – tamelijk letterlijk: de opnamen werden in Moers gemaakt, in een grote tent.

De zes acts kun je beschouwen als evenzovele metaforen voor de muziek. Acrobaten, koorddansers, clowns, olifanten, tijgers, trapezewerkers: bij de mensen van de Party zijn ze in goede handen. In de 'Rope Dancer' balanceert tenorist Natalio Sued op de slappe snaren van Harald Austbos cello en bij de cellist voelen ook de clowns zich thuis. 'Rehearsing The Clowns Act' heeft inderdaad iets burlesks, waar ook de piano van Oscar Jan Hoogland een steentje aan bijdraagt. Zijn toetsen geven de tred aan van 'The Elephant', die opmerkelijk bevallig is komen binnentrippelen. Na de bijdrage van Hoogland vraag je je af: heet deze reus soms Thelonious? Monk dan? Aha: Nellie!

De vocale verrichtingen van Austbo bestempelen hem tot een hedendaagse uitgave van de jaren veertig-komiek Jerry Colonna. Maar de Noor is grappiger dan de Italiaanse Bostonian, die ook nooit zulke fraaie aria's uit de nok van de tent had kunnen zingen.

Bekijk de Jazztube!
Klik op de afbeelding linksboven om The Ambush Party live aan het werk te zien tijdens het Moers Festival 2011, waar dit album werd opgenomen. Ze spelen 'Rehearsing The Clowns Act' en 'The Tiger Is Loose'.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 11.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Hoe overleef ik een pianotrio?

Hubro Labelnight met Mats Eilertsen Trio ft. Harmen Fraanje & Splashgirl, vrijdag 31 januari 2014, Paradox, Tilburg

De laatste jaren wemelt het van de piano-bas-drums-trio's binnen de geïmproviseerde muziek. Het volstaat niet meer om uitstekende moderne trio's, zoals EST of The Bad Plus, nieuw leven in te blazen of te kopiëren. Het veroveren van een onderscheidende, muzikale positie is juist essentieel. De jazzscene in Noorwegen is de laatste decennia steeds in staat gebleken deze muzikale uitdaging aan te kunnen gaan. Tijdens de Hubro labelnight staan ook weer twee relatief jonge Noorse bands op het programma. Maken deze trio's het verschil of ontstaat er inmiddels al iets als de wet van de remmende voorsprong?

Mats Eilertsen hanteert bij het spelen van zijn bas een donker en sonoor geluid. Dit is in contrast met de open, licht percussieve aanpak van Thomas Strønen. Door het metalige tikken op de cimbalen en de gedempte slagen op de tomtoms ontvouwt zich door de vermenging met de pianoklanken een mild uitwaaierende romantische compositie. Het akoestische trio laat moeiteloos de dynamiek aanzwellen, zonder in extremiteiten te vervallen. Onder resonerende gongachtige geluiden en een lui spelende contrabas vervolgt het trio zijn ontdekkingsreis naar meer melancholie. Zeer gestaag neemt de grilligheid en de subtiele tegendraadsheid toe en toont pianist Harmen Fraanje sporen van sprankelende lyriek. Tintelend en langzaam inkleurend als bij een ontluikende lentedag. Tot aan het slotstuk overheerst lichtheid en optimisme, maar deze moderne lichtheid is echter niet zaligmakend. In het slotstuk culmineert de rustieke aanpak in een extatische apotheose, waarin Fraanje zeer indringend solowerk aflevert.

Hoewel Splashgirl in principe een akoestisch pianotrio blijft, wordt het geluid in niet geringe mate bepaald door elektronische toevoegingen, zoals vervormd pianogeluid, beats en echo's. De muziek is over het geheel genomen sober en misschien wel terughoudend van aard, zeker omdat het zich spaarzaam bediend van solistische escapades. De sfeer is zwaarmoedig door zich langzaam ontwikkelende, repetitieve en hypnotiserende grooves. De gelijkwaardige muzikale partners in crime ontdoen zich van alle franje. De muziek is dusdanig down-to-earth, alsof je wordt getroffen door donkere eenzaamheid, dat het je naar de strot doet grijpen. Confronterend, macaber, maar aantrekkelijk.

Beide trio's zijn onderscheidend, maar wel om uiteenlopende redenen. De verschillen in benadering zijn groot. Het Mats Eilertsen Trio hanteert een sprookjesachtige verteltrant door lichte, maar tintelende composities, terwijl Splashgirl vooral een eigenzinnige sfeer van hallucinerende spookbeelden neerzet.

Klik hier voor foto's van de Hubro labelnight door Louis Obbens.

Labels:

(Louis Obbens, 10.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Various artists - '60 Years Of Jazz' (Delmark, 2013)

Opname: 1952-2012

Het label Delmark associeer je wellicht primair met Chicago blues, maar zijn jazzcatalogus is anderhalf keer zo uitgebreid. Het is een van de weinige onafhankelijke maatschappijtjes die alles hebben meegemaakt en overleefd, van het kopiëren op cassettebandjes in de jaren zeventig tot de download-gekte van thans.

'60 Years Of Jazz' geeft een vluchtig historisch overzicht van de activiteiten van labeleigenaar Bob Koester. Hij begon in de jaren vijftig in St. Louis, waar hij in de plaatselijke bar The Barrel het orkestje van trompettist Dewey Jackson opnam. Jackson was toen al drie decennia voorbij zijn topjaren, maar het is goed dat deze liveopnamen bewaard zijn gebleven. Klarinettist Frank Chace zit vooraan in de mix, wat het vuur waarmee Jackson speelt niet minder maakt.

Aan het andere eind van het spectrum vinden we de contemporaine jazz, waarmee Chicago een naam te verliezen heeft. Ook dat segment werd altijd goed bedeeld door Delmark: het label nam prominente vernieuwers als Muhal Richard Abrams en Anthony Braxton op toen nog niemand buiten de stad van deze lieden had gehoord. De jongste lichting van de Association for the Advancement of Creative Musicians is hier vertegenwoordigd door fluitiste Nicole Mitchell. Van de generatie net daarvoor horen we het Ritual Trio van slagwerker Kahil El'Zabar. Na een keurig melodietje, 'Crumb-Puck-U-Lent', met een ostinato-figuurtje van bassist Josef Ben Israel, snijdt de tenor van Ari Brown je zonder pardon de adem af.

Zeker zo indrukwekkend is tenorist Ira Sullivan, 82 inmiddels. Met het trio van pianist Jim Holman zet hij een uiterst relaxte versie van 'Along Came Betty' neer. De improvisaties van Sullivan kun je niet anders dan als liefkozingen betitelen. Doch een van de aardigste tracks van deze compilatie is 'Spiral Mercury' van kornettist Rob Mazureks Pulsar Quartet. Drummer John Herndon zit iedereen op een beestachtige wijze achter de broek. Never a dull moment met deze gasten.

(Eddy Determeyer, 10.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Bop slaat de klok

Rik van den Bergh, Bert van Erk & Steve Altenberg, donderdag 30 januari 2014, Jazzcafé Alto, Groningen

"De tempi van die oude bopnummers zijn zó specifiek, het is als lopen op flinterdun Japans zijdepapier zonder voetafdrukken achter te laten," antwoordde drummer Steve Altenberg op mijn voorzichtige suggestie dat 'Bud’s Idea' misschien een tikje te langzaam was genomen. Het klonk gewoon niet jofel.

Het motto in café Alto was inderdaad Everybody's bopping. Baritonsaxofonist Rik van den Bergh had zich in zijn kostuum van de gebroeders Chaloff en Adams gestoken, bij bassist Bert van Erk kreeg je sterk de indruk dat Oscar Pettiford waarlijk was wedergekeerd en Altenberg herinnerde je er fijntjes aan dat het Philly Joe Jones was, die je door de verschrikkelijke jaren vijftig had geholpen.

Merkwaardig toch dat het vaak lange slungelachtige lieden waren en zijn die de baritonsax omgorden. Van den Bergh zelf haalt nog niet een kwart van de gezamenlijke omvang van Leo Parker, Gerry Mulligan, Serge Chaloff en Pepper Adams. Daar moet toch eens een gedegen onderzoek naar worden ingesteld, naar die relatie tussen de taillemaat van baritonsaxofonisten en het aantal decibels en de lengte van de frasen die ze produceren.

Hoewel Rik van den Bergh excelleerde in het betere bopwerk, maakte hij toch de meeste indruk met twee stukken uit het Duke Ellington boek, 'Chelsea Bridge' en 'Sophisticated Lady'. In die eerste Billy Strayhorn-compositie was het geluid van de Hagenaar mooi rond en vol, terwijl hij in dat laatste nummer verraste door halverwege het tempo flink op te schroeven. Zodat de strofe "smoking, drinking, never thinking of tomorrow" ineens in een ander licht kwam te staan. Ook de klaagsong 'Everything Happens To Me' kreeg een nieuwe betekenis, doordat het trio er een opgewekte bossanova van had gemaakt.

Het zal duidelijk zijn; hier was sprake van degelijk vakwerk zonder fratsen of apps. Zijn old school-aanpak had Van den Bergh al gedemonstreerd door zijn rietjes in een glas water te weken, pal voor de basdrum. Zoals we allemaal weten is dat de enige juiste plek.

Steve Altenberg intussen zag kans om tijdens een acht maten-break in 'This I Dig Of You' drie verschillende grooves te slaan, perfect op elkaar aansluitend, met het bijbehorende kanongebulder op de bass. Een complete lezing was het, met lichtbeelden en al.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels:

(Eddy Determeyer, 9.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Two Al's - 'And The Cowgirls Kept On Dancing' (Brokken Records, 2013)

Opname: 10 en 11 juli 2013

Deze merkwaardige collectie duetten van geprepareerde piano en tokkel-, strijk- en kwaakpercussie doet nog het meest denken aan het esoterische werk van randfiguren als Moondog en Sun Ra-in-kleine-bezetting. Melodische figuurtjes, die net zo goed door slagwerker Alan Purves als door pianist Albert van Veenendaal kunnen worden aangedragen, worden onderzocht, een enkele keer iets verder uitgewerkt, maar doorgaans simpelweg herhaald of mild gepermuteerd. De taken lopen door elkaar – wat niet zo vreemd is met een geprepareerde piano.

Wanneer stukken langer dan een minuut of drie duren, krijgen ze een bescheiden trancewerking. Dat is het zo'n beetje – veel meer zinnigs valt er niet over deze vrolijke verzameling te zeggen.

Een uitzondering is het stuk 'Tiny Klompen'. Dat heeft geen metrum, maar bestaat uit ogenschijnlijk willekeurig getrommel op kleine voorwerpen (klompen?), dito bekkens en marimba's en onduidelijk gefrunnik in het binnenwerk van de vleugel.

Sommige van de veertien nummers hebben een duidelijk begin en einde, andere lijken samples van langere exercities. In 'To Bet On Bells' klinkt een gong(?) luider en luider, sterft vervolgens weg en weg. Ideeën zat – maar het blijft bij de presentatie ervan. Zelden wordt iets echt ontwikkeld en uitgebouwd.

Mysterieus. Net als de apostrof in de naam Two Al's.

Meer horen?
Klik
hier om de volgende tracks van dit album te beluisteren: 'And The Cowgirls Kept On Dancing', 'Camel Thurst', 'An Unspun Web', 'Before The Jump Is Over' en 'Nice To See You'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 9.2.14) - [print] - [naar boven]





Vooruitblik
Young VIPs Tour 2014


Elk jaar kiezen programmeurs van de beste Nederlandse jazzclubs de meest veelbelovende talenten uit, die ook hun eigen muziek componeren. Dit jaar zijn dat saxofonist Floris van der Vlugt met Windkracht 7 en pianist Miguel Rodríguez. Beide muzikanten touren de komende maanden door Nederland met hun eigen composities. Dat alles in het kader van de Young VIPs Tour.

De jonge, energieke Floris van der Vlugt (1981) behoort zonder twijfel tot Nederlands grote saxofonisten en componisten van de toekomst. Van der Vlugt is een bijzonder veelzijdige muzikant. In 2007 studeerde hij af aan het Amsterdams Conservatorium. Sindsdien werkt hij met talloze bands. Enkele voorbeelden uit heden en verleden zijn: Felix Schlarmann Group (Franz Von Chossy, Lars Dietrich), Wicked Jazz Sounds, Roos Jonker, Pete Philly, Perquisite, Kris Berry, Amsterdam Jazz Orchestra en Room Eleven.

In 2012 richtte Van der Vlugt Windkracht 7 op, een jong septet met een bijzondere bezetting: Floris van der Vlugt (saxofoon), Reinier Baas (gitaar), Morris Kliphuis (hoorn), Robbert Scherpenisse (trompet), Jamie Peet (drums), Katharina Thomsen (saxofoon) en Mark Haanstra (bas). De muziek van Windkracht 7 is toegankelijk, filmisch en expressief. Hij stond met zijn septet in 2013 al op North Sea Jazz en vanavond presenteren ze in het Bimhuis hun kersverse debuutalbum 'Drifts'. Direct daarna barst de Young VIPs Tour los.

Miguel Rodríguez is in 1983 geboren in Madrid, maar na zijn studie aan het Rotterdams en Amsterdams conservatorium besloot hij in Nederland te blijven. In zijn eigen jazz hoor je zijn Spaanse roots duidelijk terug. Madrid is een multiculturele stad vol verschillende soorten muziek en dat beïnvloedt zijn composities, die bestaan uit een mix van improvisatie, flamenco en latin. Die multiculturaliteit zie je ook in de bezetting van zijn band: naast hemzelf op de piano bestaat deze uit Luciano Poli (contrabas) en Francesco de Rubeis (drums) uit Spanje en uit Miguel Hiroshi (percussie) en Maria Marin (flamencozangeres) uit Italië.

Naast zijn eigen muziek, waarmee hij afgelopen jaar onder andere te zien was in Het Concertgebouw, is Miguel Rodríguez onderdeel van het Benjamin Herman kwartet, het Ben van Den Dunger kwartet en het Maarten Hogenhuis kwartet. Hij tourde ondermeer door Thailand met Deborah Brown en de Beets Brothers en door Japan met het Genzo Okabe kwartet.

Young VIPs Tour 2014
08-02  Bimhuis, Amsterdam (Miguel Rodríguez)
09-02  Bimhuis, Amsterdam (Floris van der Vlugt & Windkracht 7)
07-03  Paradox, Tilburg
14-03  Grand Theatre, Groningen
15-03  Hot House, Leiden
22-03  Corrosia, Almere
12-04  LantarenVenster, Rotterdam
19-04  Artishock, Soest
25-04  De Tor, Enschede
29-04  SJAZZ, Musis Sacrum, Arnhem
21-05  JIN@LUX, Nijmegen
31-05  Dakota, Den Haag

Klik hier voor meer informatie.

Labels:

(Maarten van de Ven, 8.2.14) - [print] - [naar boven]


.Dynamisch eclectisch concert



Concert
Dynamisch eclectisch concert

Zapp 4, zondag 2 februari 2014, De Lieve Vrouw, Amersfoort

Balkan, funk, pop, rock, jazz, impro en hedendaags gecomponeerde muziek, dat was de hoofdmoot van het 'Poetic Dynamite'-programma van het immer innovatieve strijkkwartet Zapp 4. Het is niet het eerste bijzondere project dat het viertal presenteert. In het nabije verleden werden onder meer de programma's 'The Radiohead Songbook', 'IndiAndaluz', 'Carnaval Des Animaux', de opera 'Feeks' en 'Zapp 4 + Leine' uitgevoerd.

Voor het 'Poetic Dynamite' project werd het kwartet aangevuld met cymbalonspeler Jan Rotyka en gitarist Anton Goudsmit. Een niet al te gebruikelijke bezetting. De arrangementen, het secure samenspel, de muzikale interactie en de afzonderlijke muzikale kwaliteiten stonden borg voor een uitgekiend ensemblegeluid. Sterker nog, zowel de sound van de cymbalon als de elektrische gitaar gaf een extra en wel zeer aangename dimensie aan het totaalgeluid van het compacte strijkkwartet.

Zowel de verscheidenheid aan repertoire als de jazzy solo's van gitarist Goudsmit en cymbalist Rotyka maakten dit concert tot een luisterbelevenis van zeer hoog niveau. Naast de excellente bijdragen van voornoemde musici hadden de strijkers Oene van Geel, Jeffrey Bruinsma, Jasper le Clerq en Emile Visser hun solomomenten, waarbij met name die van Bruinsma opvielen. Jazzviolist Stephane Grappelli had het niet beter kunnen doen.

'Poetic Dynamite' is een inderdaad dynamisch project, waarin uitzonderlijk energiek gemusiceerd en gesoleerd wordt. Bovendien zijn de composities alle van de hand van de muzikanten. Het is jammer dat er voor dit project slechts vier optredens zijn geboekt. Programmeurs van jazzpodia en kleine progressieve theaters, kom op!

Labels:

(Jacques Los, 8.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
The Hague Ethospheric Orchestra - 'Earthing' (Laika, 2013)

Opname: oktober 2012

Als je dan toch gaat trouwen, nodig dan een fanfare uit de Balkan uit. Doch wie Michal Vanoucek bij de mooiste dag van zijn/haar leven had gedacht, kan beter eerst even naar deze cd luisteren. Want diens internationale The Hague Ethospheric Orchestra mag dan vage banden hebben met het Slowaakse fanfarewezen, door de bank genomen is dit toch eerder luister- dan polonaisemuziek. Het nummer 'Mano' suggereert weliswaar dat zich in de verte een fanfare-orkest roert, maar bij nader inzien is dit toch een korps dat zich toelegt op aubades waar niemand wakker van wordt. Van deze kalmerende kamerjazz zou je eerder in slaap vallen, schat ik in.

Het THEO meandert tussen jaren-zeventig fusion en jaren-veertig kamermuziek. Een minpunt vind ik de 'instrumentale' vocalen van Anka Koziel – maar dat kan een vooroordeel zijn. Inderdaad, in de jazz dient een vocalist instrumentale kwaliteiten te bezitten – en omgekeerd. Maar eerlijk gezegd denk ik dat Duke Ellington destijds een verkeerde straat is ingeslagen toen hij Adelaide Hall – en later, a fortiori, Kay Davis – instrumentaal inzette. Dit soort vocaliseren heeft in ieder geval desastreuze effecten op allerhand lichaamsfuncties, is mijn ervaring.

In 'Burchak' zorgt de basklarinet van Christof May voor een gezellig knetterend houtvuur, dat de weemoedige stemming in een niet onaangename gloed zet. Ook van de fluit van Rodrigo Parejo ('Chovendo Na Roseira') zul je vermoedelijk niet uit de plaat gaan: beschaafd klinkt die, om niet te zeggen Haegsch.

Klarinettist Michael Moore, die als gast meedoet, heeft zijn compositie 'Shower' ingebracht. Ook zijn klarinet draagt bij aan de lieflijkheid van de scène. Lieflijk, maar toch substantieel. Oene van Geel, de andere gastsolist, neemt als een kameleon de kleur van het orkest aan. Zijn altviool klaagt mooi mee met Koziel, trompettiste Raya Hadzhieva en de rest.

Labels:

(Eddy Determeyer, 5.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Blueslegende in Paradox

James Blood Ulmer Phalanx Revisited, vrijdag 24 januari 2014, Paradox, Tilburg

Op het podium verwachten we blueslegende James Blood Ulmer met zijn nieuwe band Phalanx Revisited. Phalanx is een oude militaire term uit het Grieks en betekent (bewapende) formatie. Dat belooft wat.

Ulmer beweegt zich al 70 jaar in de muziek en heeft een indrukwekkende staat van dienst, maar de belangrijkste ontwikkeling in zijn muziek komt voort uit zijn jarenlange samenwerking met Ornette Coleman, met wie hij het zogenaamde harmolodic spel verkende, waarbij melodie, ritme, sound en persoonlijke expressie meer ruimte kregen boven toonladders en akkoorden. Ook in deze nieuwe formatie speelt Ulmer harmolodic gitaar, wat wil zeggen dat alle snaren in één toon gestemd staan.

Het concert gaat meteen goed los met het nummer 'Upside Down', dat we herkennen als het openingsnummer van de oude Phalanx-cd 'Got Something Good For You', toen nog met de in 1992 overleden George Adams. Met zijn roots stevig in de delta blues gevestigd trakteert James Blood Ulmer ons op geheel eigen wijze op rock, stevige funk en free jazz. Ik hoor zelfs een volksmuziekachtige melodie voorbijkomen. Maar wanneer hij in het tweede nummer na een stevig ingezet thema gaat zingen, is het pure blues die doet denken aan mensen als John Lee Hooker en Tony Joe White.

De altsax wordt dit keer bespeeld door Lakecia Benjamin, die in eerste instantie nogal op de achtergrond blijft met wat bescheiden licks en reacties op de uithalen van Ulmer, maar die later, wanneer ze in haar eentje op het podium de ruimte krijgt, laat blijken over voldoende techniek te beschikken in een lange solo met snelle hoge screams en lage plopgeluiden.

Mark Peterson is steeds steady, stevig en strak op de bas. Hij heeft er zichtbaar plezier in om ook zijn tijd alleen op het podium te krijgen. Hij laat zelfs iemand uit het publiek de snaren indrukken terwijl hij er lustig op los plukt. Drummer Calvin Weston speelt al 30 jaar met Blood. Hij is een echte Philly powerdrummer. In zijn solo bespeelt hij met waanzinnige energie zijn gigantische drumstel met twee bassdrums. Net wanneer je denkt dat er niet meer uit te halen valt, begint hij met hoge stem lange oehoe's in de microfoon te blazen.

Na afloop van het concert zit Ulmer in z'n eentje relaxed op het podium zijn cd's te verkopen en te ondertekenen. Tevreden kijkt hij in het rond. Mooi.

Klik hier voor foto's van dit concert door Louis Obbens. En hier vind je de concertfoto's van Monique van der Lint.

Labels:

(Monique van der Lint, 2.2.14) - [print] - [naar boven]





Cd
Lily's Déjà Vu - 'Music From Another Ass' (TryTone, 2013)

Opname: 20 april 2012

Zou dit live de moeite waard zijn? Het zou in ieder geval ánders uitpakken. Dit zijn immers muzikanten die een hoge mate van onvoorspelbaarheid gemeen hebben: Ingrid Laubrock, Guillermo Celano, Jasper Stadhouders en Marcos Baggiani op tenorsax, gitaar, bas en drums respectievelijk.

Wat ik hier mis is het heilige moeten. De 'composities' lijken eerder vluchtige en vrijblijvende afspraken. Er wordt geblaat, maar waar blijft de wol? Die titel, 'Music From Another Ass', is dat iets met humor of zo? De verrichtingen zelf zijn in ieder geval slap en netjes; meer repeteren en spelen zouden Lily verder helpen, meer diepte geven. Nu blijven de momenten dat je opveert (de slagregen van drums en basgitaar in 'Forgotten History') te sporadisch. Soms bekruipt je de indruk dat de muzikanten geblinddoekt en geoordopt bij elkaar zijn gezet.

Meer horen?
Op de
SoundCloud van Lily's Déjà Vu kun je de meeste tracks van dit album beluisteren.

Labels:

(Eddy Determeyer, 1.2.14) - [print] - [naar boven]





Concert
Friedlander met cello op veranda

Erik Friedlander's Bonebridge Band, donderdag 23 januari 2014, Axesjazzpower, Natlab, Eindhoven

Ontspannen. Dat was beslist de indruk die het kwartet rond de New Yorkse cellist Erik Friedlander maakte. Met zijn Bonebridge Band trad hij gisteren op bij Axes in het Eindhovense Natlab. Hij deelde het voetlicht met zuiderling Doug Wamble, die uit zijn stalen Resonator gitaar blue notes en wrijvingloos glijdende uithalen toverde. Afkomstig uit het circuit rond John Zorn zou je van Friedlander verwachten dat zijn muziek verwant is aan de nerveuze hyperjazz van deze radicale saxofonist. Het tegendeel bleek waar. Alle nummers waren opgebouwd rond melodieuze composities, waarin Friedlander en Wamble om beurten in solo's het voor­touw namen, en geregeld samenkwamen in ingenieus vervlochten duetten. Het repertoire strekte zich uit van breed uitgesponnen blues tot pittige uptempo tango, waarin het ritme al even springerig was als de plotselinge wendingen en ideeën die snel aan je voorbij trokken. In dat nummer mocht drummer Mike Sarin van leer trekken met uiterst luidruchtige roffels, waarmee hij zijn kornuiten met gemak overstemde. Die bleven onverstoorbaar doorspelen en doken weer op wanneer Sarin even gas terugnam.

Opvallend was dat Friedlander over het algemeen de voorkeur gaf aan plukken boven strijken. Zo kon hij snel overschakelen van solo naar begeleiding, in een paar akkoorden de structuur van een nummer bepalen en de groep van richting laten veranderen. Hij stuurde de muziek met een vanzelfsprekende zekerheid, ontspannen achterover leunend. Als je je ogen sloot, zou je soms zweren dat je op een rustige zondagnamiddag op een veranda naar hen zat te luisteren, met uitzicht op een breed en traag stromende Mississippi. Telkens bleek weer hoe goed die combinatie van cello en slidegitaar werkte - het ronde zachte timbre van de een tegenover het spitse en wendbare van de ander. Misschien wel het mooist was een nummer waarin Wamble met elektronica een sluier van klanken bouwde, die hoog sprankelend over de melodie gleed die hij op zijn gitaar speelde. Daar stelde Friedlander een solo vol intense nostalgie tegenover, vol verlangen naar vervlogen lentes en liefdes.

Deze recensie verscheen eerder in het Eindhovens Dagblad.

Klik hier voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.

Labels:

(René van Peer, 1.2.14) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.