Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


 

Cd / Jazztube
Illinois Jacquet - 'Five Classic Albums' (Avid Jazz, 2012)


Tenorsaxofonist Illinois Jacquet heeft natuurlijk vooral naam gemaakt als de wildebras van het Lionel Hampton-orkest, aanvankelijk, en het Jazz At The Philharmonic-circus, wat later. Ook met zijn eigen hofjes moesten steevast het hek van de dam en het dak van de tent. Op de dubbelaar 'Five Classic Albums' staan een aantal voorbeelden van dit soort onbesuisde exercities, maar het merendeel van het materiaal appelleert ook aan een meer bedaagde smaak.

Anders dan de meeste rhythm and blues-honkers oriënteerde Jacquet zich niet primair op Coleman Hawkins. Qua timing en toon was Lester Young zijn voornaamste toortsdrager – al placht Jacquet er wat meer soul in te stoppen. Ook zijn honktechniek, het op één noot blijven hangen, komt bij Young weg. Daarbij liet de Texaan vaak een soort kort eind-vibrato horen dat leek te verwijzen naar Ben Webster, die een complete stijl rond dat zuchten bouwde. Dat Webster op 13 december 1954 de studio inliep waar Illinois Jacquet en zijn makkers bezig waren met een opname, was dan ook een gelukkig toeval. Ter plekke werd besloten, dat Webster ('The Brute') twee tracks met Jacquet ('The Kid') op zou nemen. Met name als het tempo wat hoger ligt, is het lastig de tenoristen uit elkaar te houden. Uiteindelijk had Webster een wat ronder en voller geluid. De samenwerking leverde in elk geval een schitterende battle op, 'The Kid And The Brute'.

Hoe wonderschoon de fluwelen ballads van Jacquet ook zijn, ik kickte vooral op de arrangementjes van de naamloze bewerkers (Budd Johnson? Johnny Acea?), die zijn spel in steeds wisselend perspectief plaatsen. In 'Jacquet’s Dilemma’ (Acea?) krijgt de groep zo een Tadd Dameron-feel, terwijl 'Lean Baby' en 'Pleasantly Plump' (Johnson?) naar de stijl van de destijds mateloos populaire Billy May verwijzen, met diens karakteristieke slepende saxen. Een van de tofste werkjes is 'On Your Toes', waarbij het septet (de inlay suggereert een kwintet) een wonderbaarlijke verbintenis tussen bebop en jump jazz weet te bewerkstelligen.

Wat de geluidskwaliteit betreft, tenslotte, kan vastgesteld worden dat de oorspronkelijke Verve-lp's wat helderder klinken dan deze heruitgave, minder dof dus.

Bekijk de Jazztube!
In dit fragment uit de documentaire 'Texas Tenor: The Illinois Jacquet Story' (Arthur Elgort, 1992) vertellen Jacquet en bevriende musici hoe hij tot zijn specifieke sound kwam. Klik op de afbeelding linksboven om de Jazztube te bekijken.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 31.7.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Puerto Rico Folk Music smaakvol verjazzt

Miguel Zénon Quartet, donderdag 12 juli 2012, Bimhuis, Amsterdam

Altsaxofonist Miguel Zénon behoort - en is ook gekozen - tot de 'Rising Stars' volgens de DownBeat Critics Poll. Dat is alleszins zeer terecht. De uit Puerto Rico afkomstige altist is inmiddels een belangrijke naam geworden in de internationale jazzwereld. Hij speelde onder meer met Charlie Haden, David Sanchez, Bobby Hutcherson, Steve Coleman en is een prominent speler in het SFJAZZ Collective. Onder eigen naam heeft hij nu al zes albums uitgebracht: 'Alma Adentro', 'Esta Piena', 'Awake', 'Jibare', 'Ceremonial' – allen op Marsalis Music – en 'Looking Forward' (Fresh Sound New Talent).

Op deze avond werd hoofdzakelijk muziek van de eerstgenoemde cd gespeeld: Puerto Rico Folk Music – danza, plena, seis, bomba en salsa – gemixt met groovy, funky en (soms) rocky jazzmuziek. Zénon heeft de lyrische, weemoedige, sensuele en dansbare latin-composities van onder andere Bobby Capó en Rafael Hernández smaak- en stijlvol in een jazzjasje gegoten. Zonder afbreuk te doen aan de oorspronkelijke pakkende melodieën werden jazzy beats en idem dito ritmische patronen ingepast. Ook was er veel ruimte gelaten voor solo's, vooral door Zénon zelf en pianist Luis Perdomo. De ritmesectie, die in deze latin- en jazzgeoriënteerde muziek een belangrijke rol speelt, voldeed van alle kanten, met dien verstande dat drummer Henry Cole het gevarieerde en stuwende drummen soms teniet deed door irritant op de rand van zijn snaredrum te hakken.

Perdomo en Zénon soleerden beiden met groot vertoon van technisch vermogen. Perdomo's rechterhand ging razendsnel over het klavier en produceerde kraakhelder virtuoze, moderne loopjes. Ook Zenons speelwijze kende geen grenzen aan virtuositeit. In combinatie met een mooie, strakke, ronde toon, felle flageoletten en – enkele keren – 'honkende' passages leverde de altsaxofonist warmbloedige improvisaties af. Puerto Ricaanse muziek gecombineerd met moderne mainstream jazz en uitmuntend gespeeld kan een verrijking zijn van de enorme muzikale variëteit in de jazzmuziek. Het bewijs is het Miguel Zénon Quartet.

Klik hier voor foto's van dit concert door Maarten Jan Rieder.

Labels:

(Jacques Los, 29.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Bite The Gnatze – 'Peeling Off Slowly' (TryTone, 2011)

Opname: 15-16 januari 2011

Hoewel de samenstelling van Bite The Gnatze sinds 1995 licht veranderd is, is de premisse dezelfde gebleven: muziek maken die modern klassiek, improvisatie en volksmuziek samenbrengt. Wie de lijst van deelnemende muzikanten bekijkt, zal onmiddellijk inzien dat het bij deze band niet om een slap derivaat van stijlen gaat, maar om het resultaat van een sterk autonome zoektocht. Met onder meer Joost Buis (trombone, lapsteelgitaar), Jorrit Dijkstra (altsax), Meinrad Kneer (bas) en bandleider Paul Pallesen (gitaar, banjo en bouzouki) in de gelederen, is het bijna ondenkbaar dat de muziek van minder dan hoog niveau zou zijn.

Dit uit zich vooral in de composities, die zangerig en melodieus zijn en in tegendraadse tutti's en accenten, die de ingetogen improvisaties richting geven. Op 'Paddy’s Rambles Through The Park', een Iers volksliedje na, zijn alle stukken van de hand van Pallesen, die extreem veel zorg heeft besteed aan de klankkleur van elk nummer.

De vrij ongebruikelijke samenstelling van de blazerssectie, waarin de sax en trombone worden aangevuld door de klarinetten van Michel Duijves, biedt in dit opzicht allerlei zelden onderzochte mogelijkheden. Soms, zoals in 'Blues Under The Kilt', een langzaam nummer met een sterk pulserende component in de melodie, wordt dit effect verder versterkt door ook de ritmesectie van Pallesen, Kneer, Frank van Bommel (piano, vibrafoon, klokkenspel) en Alan Purvis (drums en percussie) nadrukkelijk in de structuur van de compositie te verweven. Op andere momenten, zoals in 'Antiblob', wordt juist de melodie grotendeels schetsmatig gelaten. Hierdoor kan solist Buis zijn ideeën vrijelijk vormgeven, hoogstens gebonden door een incidenteel unisono.

Waar 'Peeling Off Slowly' in eerste instantie wat eentonig lijkt doordat alles in eenzelfde tempo is uitgevoerd, blijkt al gauw dat binnen dit kader van schijnbaar rustig voortkabbelende muziek ontzettend veel detail is verwerkt. Het is dit gevoel van precisie en aandacht voor harmonie dat 'Peeling Off Slowly' een plaat maakt waar ontzettend veel aan te beluisteren valt en die ook na vele sessies nog nieuwe geheimen prijsgeeft.

Meer horen?
Hier kun je geluidsfragmenten van 'Peeling Off Slowly' beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 28.7.12) - [print] - [naar boven]





Festival
North Sea Jazz 2012 Part 3


"De slotact van de tweede dag brengt vanuit dubbel perspectief een apotheose. Christian Scott is kwaad en verontwaardigd over de burgers, de gezagdragers, zijn land en de wereld. De thema's oorlog, globalisering en racisme zijn hem een doorn in het oog. De in New Orleans opgegroeide trompettist heeft sinds de orkaan Katrina daar uiteraard een directe aanleiding voor. De titel van zijn laatste cd 'Tunde Adjuah' verwijst naar de twee steden uit West-Afrika waar zijn voorouders vandaan komen. Op de hoes van het album tooit hij zich letterlijk met kleding van de zwarte Indianen en refereert op deze wijze aan zijn roots. Maar bovenal laat hij zijn ongenoegen samensmelten met een zeer moderne muzikale opvatting. Onder het mom van dat muziek niet kan bloeien zonder passie, engagement en communicatie met de wereld. In de jazz is dit overigens geen noviteit, maar eerder een herbevestiging met nieuw elan."

Louis Obbens bezocht de tweede festivaldag van het North Sea Jazz Festival, zaterdag 7 juli. Hij zag er concerten van de Pat Metheny Unity Band, James Farm featuring Joshua Redman, Prism (Holland, Eubanks, Taborn & Harland), Rez Abbasi's Invocation en Christian Scott.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Louis Obbens maakte ook een fotoverslag van de tweede dag van North Sea Jazz 2012. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 28.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
The Millers - 'Gone...' (Doctor Jazz, 2012)

Opname: 1945-1961

Wanneer je na de oorlog opgroeide hield je óf van de Dutch Swing College óf, als je wat verder luisterde dan je oor breed was, van The Millers. (Willy Alberti kon natuurlijk ook, maar dan rookte je vast geen stiekeme sigaretjes op het schoolplein.) Het Miller Sextet was jarenlang de hipste combo van Nederland. Nou, het woord hip kenden we hier vermoedelijk nog niet – de crimineelste combo dan.

Het tijdschrift Doctor Jazz heeft na de voortreffelijke cd van het Dick Willebrandts orkest nu een schijf met successen van The Millers uitgebracht. Dat het sextet van gitarist Ab de Molenaar behoorlijk bij de pinken was, blijkt wel uit het feit dat het in 1947 de Stan Kenton-hit 'Tampico' coverde en een jaar later zelfs Dizzy Gillespies 'Groovin’ High'. Op dat moment was bebop in Nederland nog terra incognita. Maar het meest verbluffend zijn voor mij de eigen werkjes 'Make Mine Millers' en 'Get Up Them Stairs', waarvan ik altijd dacht dat het Amerikaanse evergreens betrof... In dat laatste nummer horen we invloeden van zanger en multi-instrumentalist Slim Gaillard.

Jammer, dat er geen nummers uit 1943 en '44 zijn geselecteerd. Naar verluidt bracht de groep tijdens de oorlogsjaren tijdens liveoptredens al Amerikaanse hits als 'Kalamazoo', 'Jersey Bounce' en 'Deep In The Heart Of Texas'.

Labels:

(Eddy Determeyer, 27.7.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Gent Jazz 2012 Part 2


"Zoals ik vorig jaar volledig gevloerd werd door het eveneens Vlaamse Nathan Daems Quintet, zo werd ik nu door Ifa Y Xango (Brussel/Antwerpen) prettig door elkaar geschud. Het deugt, wat hier te lande wordt gecreëerd. De eigenheid van een Ifa Y Xango, het lef van een Nathan Daems Quintet: zulke muziek kun je alleen maken als je die diep vanuit jezelf haalt, en niet om je heen kijkt naar modes en trends, naar het spinrag van 'de traditie' en naar wat en vogue is in de VS."

Paul van den Belt bezocht de tweede dag van het Gent Jazz Festival. Hij doet verslag van de concerten van Ifa Y Xango, Gretchen Parlato, het Brad Mehldau Trio en het Jim Hall-Scott Colley Duo.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Cees van de Ven maakte een fotoverslag van de tweede dag van Gent Jazz 2012, vrijdag 6 juli. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 26.7.12) - [print] - [naar boven]





Concert
Swing met schwung

Boutons de Nacre feat. Gerry Creve, zaterdag 9 juni 2012, Lokerse Jazzklub, Lokeren

Het voorlaatste concert van het seizoen wordt echt een feestje in de Lokerse Jazzklub (jawel, met k) met de band Boutons de Nacre, een allusie op de knoppen van de accordeon. Gerry Creve (accordeon), leader of the band van dienst, en oprichter van Les Godasses, is een oude rot in het vak van de swing jazz en swing valse oftewel jazz manouche.

Marie-Anne Standaert (trompet, bugel, zang), reeds een gekende naam in de Vlaamse jazzscene, geeft als primeur mee niet alleen als trompettist in het voetlicht te treden, maar ook het publiek en de band te verrassen met vocale klanken die best aangenaam zijn. Bart Vervaeck (gitaar) is een uiterst veelzijdig gitarist, die zich geheid als een vis in het water voelt bij musette. Zijn liefde voor Django-klanken kan hij niet onder stoelen of banken steken. Maar ook Sebastiaan 'Bas' Gommeren (bas) pendelt tussen verschillende genres, van modern tot new orleans en pure swing. Vanavond toont hij zijn passie voor musette, met een timbre dat lang nazindert.

De melodieën zijn vaak gekend en liggen goed in het gehoor, maar zijn daarom zeker niet minder te appreciëren. De zang van Standaert komt zonder microfoon goed tot zijn recht in deze bruine kroeg, waarbij men al eens uit de bol gaat en geniet van een glas Waaslander, het concertbier van de avond. Tijdens 'Lauretta' van Richard Galliano zie je in gedachten Lauretta al zwalpend door de straten van Parijs, overgeleverd aan de nacht en zijn willekeur. Jammer dat er geen absint op de drankkaart staat; dan zou het plaatje compleet geweest zijn. De muziek ontvouwt zich in een verhaal waarbij de gitaar vertelt, de bas beaamt en de solo op accordeon het geheel accentueert, met verfijnde accenten op bugel door Standaert.

De tango (over moodswing gesproken) bekoort iets minder bij aanvang, maar mondt nadien uit in een lied waarbij de hele groep swingt als gek en de klanken opgaan in een hypnotiserend geheel. Het is stijlvol. De muzikanten doen hun ding en ze doen dat goed, zowel in alle hevigheid als bij rustige, akoestische momenten. Vooral het uitvoerig sluitstuk valt in de smaak; niet alleen de band swingt, maar ook het publiek kan de benen niet meer bedwingen en danst voluit mee.

Het bisnummer krijgen we er graag nog bij, onderhoudend doch dwingend. Deze compositie is het favoriete stuk van de band, maar ook van ondergetekende. Een warme en verkwikkende afsluiter.

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.

(Jos Demol, 25.7.12) - [print] - [naar boven]





Lp
Thelonious Monk Quartet / Martial Solal Trio - 'Live In Berlin ’61 / Live In Essen ’59' (Jazzline, 2012)

Opname: 22 mei 1961 & 18 april 1959

Ze zijn beiden klaviertovenaars, Thelonious Monk en Martial Solal, maar een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Waar die laatste duizend noten nodig heeft – en die ook allemaal gebruikt – om zijn standpunt te verduidelijken, balt Monk zijn energie en zeggingskracht samen in die ene, onvermijdelijke noot. Solals referenties zijn Fatha Hines en Art Tatum, terwijl de Amerikaanse componist en pianist ooit vertrok bij de stride mannen en Count Basie.

Monks optreden werd geregistreerd tijdens het laatste deel van zijn eerste echte Europese tournee (hij was zeven jaar eerder al eens in Parijs geweest). Op dat moment, 1961, beleefde hij zijn doorbraak. Publiek en pers waren er na twintig jaar eindelijk in geslaagd door te dringen tot het heelal dat Monk heet, en hij stond op het punt een lucratief platencontract met Columbia te tekenen.

De nummers op deze cd - 'I’m Getting Sentimental Over You', 'Crepuscule With Nellie' en 'Rhythm-A-Ning' - waren vaste onderdelen van zijn concerten. Telkens valt weer op, hoe de pianist erin slaagt composities van derden volledig naar zijn hand te zetten. Met slinkse accenten en zijn onnavolgbare timing annexeert hij ook hier 'Sentimental'. 'Crepuscule' is een tedere ballade van een andere planeet en in 'Rhythm', dat tien minuten duurt, lijkt hij de regie over te dragen aan zijn sidemen.

Solal gaat er vol tegenaan in 'The Squirrel': het beestje racet tegen de bomen op en sprint van de ene tak naar de volgende kruin zonder een nootje te missen. Maar in zijn eigen cascades verdrinken doet de Franse Algerijn nooit; zijn ideeën komen glashelder door. Hij kan ook best met minder noten toe, getuige 'Lover Man'.

Op twee titels van dit in 1959 in Essen opgenomen concert is Lucky Thompson de gastsolist. Qua sopraansaxofoon zijn we natuurlijk een tikje blasé sinds Sidney Bechet, Johnny Hodges en John Coltrane, maar Thompson staat zijn mannetje met een 'Yesterdays' dat bijna in schoonheid sterft.

Meer horen?
Klik
hier voor geluidsfragmenten van dit album.

Labels:

(Eddy Determeyer, 23.7.12) - [print] - [naar boven]





Festival
North Sea Jazz 2012 Part 2


"Angelica Sanchez... klinkt best exotisch, hadden blijkbaar een hoop mensen gedacht. Een dame aan de piano, met verder sax, gitaar, bas en drums, dat lijkt me wel iets. Hoe verklaar je anders dat bij de eerste expressieve solo van saxofonist Tony Malaby een pak volk de zaal verlaat? Met naast Malaby ook de Franse gitarist Marc Ducret op het podium valt uiteraard geen easy listening te verwachten. Al blijft de muziek toegankelijk, met telkens netjes afgelijnde stukken, lieflijk wordt het nooit."

Ook Geert Vandepoele bezocht voor Draai om je oren de eerste festivaldag van het North Sea Jazz Festival, vrijdag 6 juli. In het kader van een special van het Clean Feed-label zag hij concerten van Evans, Wooley, Black & Lytton,het Angelica Sanchez Quintet, Kris Davis, het Tom Rainey Trio en Marty Ehrlich's Rites Quartet.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Geert Vandepoele maakte tevens een fotoverslag van de eerste dag van North Sea Jazz 2012. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 21.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Angelo Verploegen - 'The Ballad Album' (Challenge, 2011)

Opname: 21-22 juni 2010

Met 'The Ballad Album' gaat naar verluid voor trompettist Angelo Verploegen een langgekoesterde wens in vervulling. Het vergt zeer veel moeite om gedurende 45 minuten de aandacht van de luisteraar vast te houden met trage tempi en vaak overbekend materiaal, en zodoende is het maken van een succesvol ballad-album één van de moeilijkste taken die een jazzmuzikant op zich kan nemen. Meestal gaat het mis en is een zo'n album halverwege de zit al saai en voorspelbaar. Bij een goed resultaat treedt de muzikant in kwestie echter toe tot een vrij select gezelschap van echte balladeers, zoals Coleman Hawkins, Miles Davis, Chet Baker, de vroege John Coltrane en Lee Konitz. Het lijkt erop dat Verploegen, langzaamaan één van de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van zijn instrument, de tijd rijp achtte om zichzelf in deze traditie te plaatsen en zich zodoende te meten met de allergrootsten.

Het resultaat is een zeer aangename plaat, die de valkuilen van het genre, zoals onnodige double-time en ander machtsvertoon, vakkundig omzeilt en focust op de melodische kant van Verploegens spel. Op zowel trompet als flugelhorn heeft Verploegen een zacht, fluweelachtig geluid, dat soms tegen het voze aan schuurt. Dit leent zich prima voor de enigszins mysterieuze kant van de muziek, zoals een wat duister aandoende uitvoering van 'You Don’t Know What Love Is' en de grotendeels chromatische bossa 'Retrato Em Brance Y Pretro'. Het succes van deze opnamen is ook te danken aan de zeer gewetensvolle begeleidingsband: Marc van Roon (piano), Guus Bakker (bas) en Jasper van Hulten (drums). Zonder al te zeer op de voorgrond te treden vullen zij Verploegens spel aan met net de juiste accenten en inkleuringen. Pianist Van Roons solo's zijn sprankelend en zorgen voor de afwisseling die nodig is om de luisteraar alert te houden, terwijl Van Hulten - met name wanneer hij zijn bekkens beroert - voor warmte zorgt.

Het repertoire is afwisselend genoeg om interessant te blijven, hoewel een aantal nummers tot de meest gespeelde standards behoren en het zodoende voor de muzikanten extra lastig is om met een originele interpretatie te komen. Dit breekt Verploegen in 'Lover Man' en 'Somewhere Over The Rainbow' op. Beide stukken worden opvallend rechttoe rechtaan gespeeld en hebben daardoor niet het ondoorgrondelijke dat veel andere uitvoeringen van overbekende stukken op dit album hun bestaansrecht verleent. Dat neemt niet weg dat 'The Ballad Album', in de combinatie van focus en kwaliteit, onderstreept waaraan Verploegen zijn positie als één van Nederlands meest gerespecteerde jazztrompettisten te danken heeft.

Meer horen?
Op de
website van Challenge Records kun je delen van alle nummers op dit album beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 21.7.12) - [print] - [naar boven]





Festival
North Sea Jazz 2012 Part 1


"De liefhebber van jazz of moderne geïmproviseerde muziek wordt vaak geconfronteerd met de vraag of er nog wel sprake is van een rechtgeaarde jazzprogrammering tijdens het North Sea Jazz Festival. Deze criticasters worden in de media geconfronteerd met grote namen uit de genres pop, soul, blues en wereldmuziek. De basis van het festival is echter zonder enige twijfel nog steeds jazzmuziek. In tegenstelling tot de opvatting van traditionalisten is jazzmuziek meer dan andere muziekstromingen een kunstuiting die voortdurend uitdaagt, prikkelt, vernieuwt en zich laat bestuiven door andere stijlen, maar het ook niet nalaat maatschappelijke ontwikkelingen te becommentariëren. Jazzmuziek kent vele stromingen die de kenmerken improvisatie, vernieuwing en individualiteit hoog in het vaandel dragen. Voor een belangrijk deel zijn deze kenmerken te herleiden naar de thema's van deze 37e editie van North Sea Jazz Festival."

Louis Obbens bezocht "een meer dan verdienstelijke eerste festivaldag" van het North Sea Jazz Festival. Hij doet verslag van de concerten van Bram Stadhouders (MCN Compositieopdracht), het Dhafer Youssef Quartet, Lee Konitz & Joey Baron, Gregory Porter, de John Scofield Hollowbody Band en het Joe Lovano-Dave Douglas Quintet.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Louis Obbens maakte ook een fotoverslag van de eerste dag van North Sea Jazz 2012, vrijdag 6 juli. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Dexter Gordon - 'Night Ballads - Montreal 1977' (Uptown, 2012)

Opname: 9-11 november 1977

Deze cd met live registraties van Dexter Gordon, gemaakt in de Rising Sun in Montreal, moet tot de beste opnamen van de tenorist gerekend worden. Gordon, voor de tweede keer terug uit Denemarken, waar hij in 1962 neergestreken was, steekt in grootse vorm. De ballads op dit album klokken tussen de zestien en de eenentwintig minuten en geen seconde daarvan verveelt. De tempi liggen laag tot ultralaag.

Wanneer dit niet zo'n uitzonderlijk indringende muziek was, zou ik deze 'Night Ballads' van harte kunnen aanbevelen voor uw wijntje bij de open haard en eventuele verdere besognes. Zijn geluid is gigantisch – de technici van Columbia, die eind jaren zeventig een reeks bejubelde platen van Gordon opnamen, moeten voor straf in de hoek. Zijn timing is lui, alsof hij en zijn publiek alle tijd van de wereld hebben. Hij weet bovendien zijn soms irritante neiging tot citeren te beteugelen – alleen in de uitgesponnen coda's stipt hij her en der andere songs aan, maar nooit zo dat je kans krijgt 'o ja' te zeggen.

De tweede beul is pianist George Cables, die ik nimmer zo frank en vrij bezig heb gehoord. Als een dolgedraaide goudzoeker graaft en graait hij in zijn solo's naar de aderen en de klompjes. Van een uit zijn voegen geramd middenregister trekt hij zich geen moer aan. Dat saxofonist John Coltrane een van zijn inspiratiebronnen was is evident.

Labels:

(Eddy Determeyer, 18.7.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Jazzpodium verdwijnt waarschijnlijk uit Lindenberg


Stichting Jazz & Impro Nijmegen (JIN) wordt bedreigd in haar bestaan. Cultuurwethouder Henk Beerten is van mening dat JIN moet fuseren met het Productiehuis Lindenberg. Maar die fusiebesprekingen zijn vastgelopen. Voorzitter Marc Hoogma van JIN spreekt van een 'overname' in plaats van een fusie met Productiehuis Lindenberg.

"We dreigen onze onafhankelijkheid kwijt te raken, als we op de voorwaarden van De Lindenberg ingaan", reageert voorzitter Hoogma. Stichting JIN bestaat sinds het begin van 2000 en heeft jarenlang café The Shuffle als podium gehad. "Dat liep op een gegeven moment stuk en het toenmalige bestuur van JIN vroeg of anderen het wilden overnemen. Dat is gebeurd en sinds 2007 programmeren we in De Lindenberg, de Steigerzaal en Karolingenzaal", legt Hoogma uit.

Er was echter altijd sprake van een frictie tussen Lindenberg en JIN. "De Lindenberg hanteert een schouwburgachtige opstelling als het gaat om de behandeling van het publiek. Als je twee minuten te laat ben, kom je de zaal niet meer in. Je mag geen consumpties meenemen en dergelijke. Terwijl wij juist van een lossere opstelling houden. Wat meer relaxed. Ik ben zelf ook geweigerd bij een concert, omdat ik te laat was." Ook bestaat er een groot verschil van opvatting over het programmeren van jazz en improvisatiemuziek.

JIN heeft voor het nieuwe seizoen tot januari 2013 zes concerten geprogrammeerd in LUX. De komende weken wordt het overleg met De Lindenberg opnieuw tegen het licht gehouden.

Bron: De Gelderlander

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.7.12) - [print] - [naar boven]





Jazzprofiel / Festival
Vlotte rake schetsen

Tekeningen van Geert Clarisse - Gent Jazz 2012

Tekenaar Geert Clarisse volgde al op jonge leeftijd les aan de stedelijke academie van Roeselare, vervolgens plastische Kunsten te Kortrijk en daarna animatiefilm aan KASK te Gent. Sinds 1990 geeft hij daar onderricht. Hij werkte ook als graficus/lay-out voor het Cultureel Jongeren Paspoort en had nadien een kleine animatiefilmstudio, Beaufort. Van zijn hand verschenen talloze illustraties, affiches en cartoons.

Als jazzliefhebber pur sang - zijn voorkeur gaat uit naar jazz uit de jaren vijftig en zestig - houdt Clarisse een vinger aan de pols bij het jazzgebeuren in Gent. Reeds vele jaren volgt hij het Gent Jazz Festival (voordien het Blue Note Festival). Als toeschouwer al tekende hij op het festival, maar omdat hij soms helemaal achteraan zat "moest ik meer toeschouwers tekenen dan muzikanten". De krant De Gentenaar en Cobra.be, de kunstwebsite van de VRT, stelde hem drie jaar geleden in staat het festival te volgen via tekeningen. Die tekeningen verschijnen dan de volgende dag op hun respectievelijke sites.

"Meestal kan ik een drie- tot viertal schetsen maken per optreden. Het is
fascinerend om dicht bij de muzikanten te zitten. Hoe beter de jazz, hoe
beter de tekeningen..."

Sinds 2006 publiceerde hij zo'n 2800 tekeningen op zijn dagelijkse tekenblog.

Klik hier voor een selectie van tekeningen gemaakt tijdens het afgelopen Gent Jazz Festival 2012.

Labels: ,

(Cees van de Ven, 17.7.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
The Unrevealed Society en Kris Defoort gelauwerd tijdens Gent Jazz


The Unrevealed Society is de winnaar van de wedstrijd Jong Jazz Talent Gent 2012, die tijdens het afgelopen Gent Jazz Festival werd gehouden in opdracht van Duvel-Moortgat en in samenwerking met JazzLab Series. Met Jong Jazztalent Gent zoekt het festival muzikanten die klaar zijn om de grotere podia te bestormen. De winnaar van Jong Jazztalent Gent speelt alvast een concert op Jazz Maastricht, het slotconcert van Jong Jazztalent Gent 2013 en een reeks concerten in het kader van een JazzLab. Volgend jaar staat The Unrevealed Society ook op het hoofdpodium van Gent Jazz Festival 2013.

De laureaat werd gekozen door een jury bestaande uit professionele jazzkenners: Simon Korteweg (voorzitter), Giovanni Barcella, Bruno Bollaert en Frederik Goossens. Uit hun juryrapport: 'Zij brengen veelzijdige, complexe muziek, waarin een groot aantal uiteenlopende bronnen wordt aangeboord: van romantisch klassiek via onder andere Weather Report en Sonny Rollins tot aan free jazz. Ze slagen erin deze erg diverse elementen overtuigend samen te voegen tot een fascinerende collage, die wordt ondersteund door een elastische, vaak polymetrische ritmiek. De composities van de twee leiders, pianist Léo Dupleix en bassist Pol Belardi, zijn zo behendig geconstrueerd, dat de uitvoering is doortrokken van een aanstekelijke lichtheid. Ze demonstreren overtuigend hoe grote muzikale complexiteit plezierig verteerbaar kan worden gemaakt.'

Tijdens het Gent Jazz Festival werden ook de SABAM Jazz Awards uitgereikt. Pianist-performer, orkestleider en componist Kris Defoort ontving de SABAM Jazz Award in de categorie 'Gevestigde Waarde'. Aan deze award is een geldbedrag van 10.000 euro verbonden. De jury: 'Hij maakt jazz, klassiek en opera. Op al deze terreinen valt de laureaat op door de consistentie van de creatieve reflexen, de constante kwaliteit van de expressie, en de voortdurende afwijzing van het status quo. Hij bezit daarbij het unieke vermogen om de ogenschijnlijk disparate en soms zelfs tegenstrijdige facetten van zijn werk te verweven tot een groot geheel dat een sterke persoonlijke signatuur vertoont. Defoort beheerst de kunst om zich tussen genres en disciplines te bewegen zonder zelfs maar een zweempje van modieuze cross-over te suggereren.'

Labels:

(Maarten van de Ven, 14.7.12) - [print] - [naar boven]





Festival
Gent Jazz 2012 Part 1


"De organisatie van Gent Jazz probeerde al jaren om gitaarvirtuoos Paco de Lucía te strikken en dat was gezien het uitzinnige applaus voor het concert duidelijk een goede zaak. Het decor – een muur van palmstruiken die het meteen naar het terrein van de überkitsch stuwden – deden het ergste vermoeden, of op z'n minst een fletse bedoening zoals bij Al Di Meola vorig jaar, dus het was afwachten wat de Lucía's flamenco, of de eventuele verkrachting ervan, teweeg zou brengen. Alle bedenkingen werden alleszins meteen de kop ingedrukt, toen de gitarist alleen op het podium verscheen. Hij heeft een hoofd dat door de uitzinnige fans vast omschreven wordt als een gelooide karakterkop, met gelaatsgroeven als het chaotische stratenplan van een middeleeuwse nederzetting. De muziek ademde diezelfde authenticiteit uit."

Guy Peters bezocht de tweede dag van het Gent Jazz Festival. Hij doet verslag van de concerten van het Igor Gehenot Trio, het Miguel Zenon Quartet en Paco de Lucía.

Klik hier om zijn festivalverslag te lezen.

Cees van de Ven maakte een fotoverslag van de eerste dag van Gent Jazz 2012, donderdag 5 juli. Klik hier om zijn foto's te bekijken.

Labels:

(Maarten van de Ven, 14.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Træben – 'Push' (Jarr Records, 2012)

Opname: 6-7 oktober 2011

Træben is een Nederlands-Deense jazzband met een voorliefde voor hecht samenspel, ten koste van heldenrollen voor de solisten. In dit opzicht is de band exemplarisch voor een segment van de hedendaagse jazzbands in Europa, dat zich modelleert op het door ECM-label gepionierde kamerjazz-model. Het feit dat de frontline, bestaande uit Jens Larsen (gitaar) en Søren Ballegaard (tenorsax), de vaak veronderstelde Scandinavische gereserveerdheid eerbiedigt, onderstreept deze stilistische verwantschap.

Gelukkig is er geen sprake van epigonisme, maar eerder van oprechte interesse in ingetogen, melodieus spel. De composities, op één na allemaal geschreven door Larsen, zijn lang, zangerig en goeddeels unisono, als verre verwanten van de Tristano-school uit de jaren vijftig. Toch voelen ze hedendaags aan. Dit komt door de drumpartijen van Haye Jellema, die rock-invloeden en verschillende maatsoorten subtiel vermengt. Zonder op de voorgrond te treden, is Jellema zo in staat de muziek te sturen en van spanningsbogen te voorzien. Hetzelfde geldt voor bassist Olaf Meijer, die misschien wel erg ondergeschikt is aan het concept van deze groep om als een hechte band te opereren.

Larsen en Ballegaard krijgen de meeste ruimte, maar houden zich relatief gedeisd. Hierdoor is 'Push' vooral een luisterplaat geworden. De charme van het album zit hem in de details, zoals de manier waarop Larsen, die duidelijk de aanjager van de groep is, zijn gitaar gebruikt om ruimte te creëren, of de manier waarop sax en gitaar samen de melodieën omarmen. Af en toe gaat de druk wat omhoog, zoals op het afwisselend rockende en swingende 'We’ll Let You Know', dat als welkome afwisseling gelijk één van de hoogtepunten van het album is.

Meer horen?
Op de
websitevan Træben kun je van dit album verschillende tracks beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 13.7.12) - [print] - [naar boven]



  

Cd / 7"
Double Tandem – 'Cement' (PNL Records, 2012)
Double Tandem/Mats Gustafsson – 'Abet?!' (Terp Records, 2012)

Opname: 7 september 2011 / 28 december 2009/22 februari 2011

Double Tandem is een van de schier oneindige samenstellingen waarin de transatlantische impro-scene rond Ken Vandermark (sax en klarinet), Ab Baars (sax, klarinet en shakuhachi) en Paal Nilssen-Love (drums) zich manifesteert. Deze muzikanten komen elkaar regelmatig tegen in allerhande bands en speciale projecten en hebben zodoende een eigen taal ontwikkeld, die zich ergens bevindt tussen Noord-Amerikaanse fire music en Europese improvisatie.

Met name Vandermark en Nilssen-Love hebben samen een lange staat van dienst, onder meer als duo dat de enorme technische en conceptuele vermogens van beide muzikanten toont. Toch klinkt deze opname niet als een Vandermark/Nilssen-Love-plaat met een extra muzikant. Daarvoor zijn deze muzikanten te vaardig. Bovendien is Ab Baars, als één van de vaste medewerkers in veel bands rond Misha Mengelberg, prima in staat om te sturen, te worstelen en nurkse grappen uit te halen. De speelsheid die door Baars' verder zeer gefocuste spel wordt gecreëerd, zorgt voor extra spanning. Dit begint al met de openingsnoot van de cd. Deze wordt met een geweldige klap door Nilssen-Love ongedaan gemaakt, waarna er een interessante stoeipartij ontstaat tussen klarinet en drums, alvorens Vandermark als een echte heldentenor op grootse wijze het woord eist.

Hiermee zet hij behoorlijke spanning op de rest van de groep. De moeilijkste muzikale taak is dan ook die van Nilssen-Love, die als drummer verantwoordelijk is voor de cohesie. Uiteraard is dat wanneer het om vrije improvisatie gaat een relatief begrip, maar juist het zetten van muzikale punten en komma's en het opzwepen van de solisten is wat deze muziek zijn vorm geeft. Wanneer de drummer ruimte laat, is het voor de rietblazers mogelijk onderling de dialoog aan te gaan, terwijl een paar rake klappen de boel weer opjutten.

Van de drie stukken die gespeeld worden is 'Shale', de derde, niet alleen verreweg de langste, maar bij aanvang ook de meest Noord-Amerikaanse. Dit manifesteert zich vooral in de manier waarop Vandermark opent met een vijf minuten durend machtsvertoon. De marathonsessies van zijn mentor, wijlen Fred Anderson, zijn hierin duidelijk terug te horen. Wanneer Baars plots inbreekt op klarinet, verdwijnt de radicale expressie en begint het vormexperiment weer. Zo met elkaars visie stoeiend zijn de blazers soms net twee concurrerende boksers, terwijl ze op andere momenten eerder als schakers hun volgende zet lijken te plannen. Het geheel is buitengewoon enerverend, maar ook zware luisterkost.

Als klap op de vuurpijl heeft Terp Records, het platenlabel rond de Afrikaanse avonturen van The Ex, een 45-toerenplaat, 'Abet?!' genaamd, uitgebracht met op een kant een live-optreden van Double Tandem in Ethiopië. Op de andere kant staat een solo-opname van Mats Gustafsson, die met name door zijn fenomenale slap-tongueing het publiek op zijn hand weet te krijgen. Deze opnamen zijn een stuk minder essentieel, maar voor verzamelaars en liefhebbers zeker de moeite waard. Samen met het eerder op deze website besproken 'Baro 101' vormt 'Abet?!' echter wel een interessante inkijk in de wereld van een buitengewoon vruchtbaar netwerk van internationaal georiënteerde muzikanten.

Meer horen?
Klik
hier om fragmenten van 'Cement' te beluisteren.

Labels:

(Sybren Renema, 4.7.12) - [print] - [naar boven]





Nieuws
Kapok wint Dutch Jazz Competition 2012


Het trio Kapok van hoornist, bandleider en componist Morris Kliphuis sloot zaterdagavond 30 juni met een prijswinnende set de sfeervolle finale af van de Dutch Jazz Competition 2012. In Lantaren Venster tijdens North Sea Round Town in Rotterdam was de jury, met saxofonist Sjoerd Dijkhuizen, trompettist Jan van Duikeren en jazzscribent Tim Sprangers (de Volkskrant) in de gelederen, unaniem in haar oordeel: "Kapok blinkt uit in originaliteit en inventief samenspel, speelt lekker ongepolijst en spontaan. Met een overdonderend rijke, beeldende set weet Kapok een geweldige spanning op te roepen."

Saxofonist Maarten Hogenhuis - op de avond zelf aanwezig met zijn eigen kwartet en met gastgroep BRUUT! - won de prijs 'Beste Solist 2012'. De prijs voor de 'Beste Eigen Compositie' van de Dutch Jazz Competition 2012, verkozen uit de ingezonden stukken van alle ingeschreven groepen, is gewonnen door Laura Polence.

Kapok neemt een gevarieerd prijzenpakket mee naar huis, bestaande uit de bekostiging van meerdaagse cd‐opnamen in een studio naar keuze, een optreden op zaterdag 7 juli in de Volga-zaal van het North Sea Jazz Festival en een uitgebreide Young VIP Tournee langs de Nederlandse jazzpodia.

Met een ongebruikelijke bezetting van hoorn, gitaar en drums gaat het drietal op zoek naar nieuwe klanken en ritmes. Morris Kliphuis is een veelgevraagd muzikant, speelt onder andere met The Kyteman Orchestra en componeert geregeld voor klassieke orkesten en bigbands. Kapok bestaat verder uit de veelzijdige gitarist Timon Koomen en Remco Menting die uiterst inventief zijn kleine drumkit bespeelt, dat bestaat uit een cajon, snaredrum, toms en allerlei percussie-instrumenten.

De Dutch Jazz Competition heeft als doel talentvolle Nederlandse jazzmuzikanten en groepen de mogelijkheid te bieden om zich te presenteren aan het grote publiek, de pers en de muziekindustrie. De Dutch Jazz Competition is een initiatief van het North Sea Jazz Festival, de Nederlandse Toonkunstenaarsbond, de NPS, de NVPI, de Wereldomroep en Buma Cultuur (voorheen Conamus).

Labels:

(Jacques Los, 3.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd / Jazztube
Gijs Hendriks - 'On The Way' (SWP Records, 2012)

Opname: 1976-77

Al na een paar maten van het eerste nummer, 'A Minor Foolin’', is de toon gezet. Het begint als een brave ballad, maar fluks ontregelt pianist Siegfried Kessler het stuk met dwarse noten, waarin hij de blazers Gijs Hendriks (klarinet) en Sonny Grey (trompet) meesleurt. Dit is tekenend, niet slechts voor deze cd met hervonden opnamen uit 1976 en 77, maar ook voor de toenmalige tijdgeest. Had de tonale jazz nog toekomst of moest alles overboord?

Gijs Hendriks' kracht heeft altijd in het arrangeren gelegen. De helft van de onderhavige nummers kent een grote bezetting. Met name in zijn compositie 'Where Have I Heard' leveren de vijf blazers mooi 'klassiek' werk. Een retorische vraag, overigens: hij hoorde dit thema namelijk in 1963 of '64, tijdens het tweede concert van het John Coltrane Quartet in het Amsterdamse Concertgebouw. Ik neem tenminste aan dat Hendriks daarbij was. Er werd toen geopend met (een zeer lang) 'My Favorite Things', dat dertien jaar later in Hilversum, in de Lucassound Studio, geparafraseerd werd.

Mooi kwartet, overigens, met de solide ritmetandem Bert van Erk-Michael Baird, op bas en drums respectievelijk. En met Siegfried 'Zwilling' Kessler, die beroerd was door Cecil Taylor en zijn eigen Monkloopje demonstreert in 'Round About Midnight'.

Bekijk de Jazztube!
Regisseur Ellen Blom laat in de documentaire 'Genadeloos', vanavond om 23.00 uur in Het Uur van de Wolf op Nederland 2, zien hoe de genialiteit van Gijs Hendriks ontstaat. Genialiteit die door hemzelf achteraf steeds wordt onderworpen aan een genadeloos oordeel. "Ik geloof alleen maar in creativiteit ter plaatse." In de documentaire zien we onder meer Peter Tiehuis, Ruud Breuls, Frans van der Hoeven en Maarten van der Grinten.

Klik
hier om 'Genadeloos' te bekijken.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 3.7.12) - [print] - [naar boven]





Film / Concert
Op kop in drieën

Albert van Veenendaal, geprepareerde piano, live bij de film 'De Man Met De Camera' uit 1927 van de Russische filmpionier Dziga Vertov, zondag 27 mei 2012, Cinema Jazz Concert, EYE, Amsterdam

Het publiek wil de filmzaal al in, maar wordt tegengehouden. Pianist Albert van Veenendaal is nog niet klaar met het plaatsen van allerlei klemmetjes op de snaren van de vleugel. Pas als het prepareren klaar is, gaan de deuren open. "Over een uur weet je meer", luidt zijn toelichting.

De lichten gaan uit, de film aan. De vleugel fluistert haar verhaal, soms via de toetsen, soms via de snaren, waar Van Veenendaal overheen roert als een meesterkok die drie Michelin-sterren ruikt van zijn bearnaisesaus. Bij beelden van een klapstoel, een rij klapstoelen en mensen die erop gaan zitten, worden de klanken luider. Dan toont de film een blaasorkest. De show gaat beginnen. Van Veenendaal speelt er melodische klanken onder. Het is even wennen bij beelden van een sousafoon.

Zo wisselen de beelden elkaar af, gemonteerd op een manier die revolutionair was in 1927, en nu nog steeds iets avant-gardistisch heeft. De hoofdpersoon, de Man met de Camera, legt verschillende thema's uit zijn tijd vast. Die vormen geen verhaal, maar zijn als oneliners aan elkaar geplakt. Zo gaan ze een dialoog aan met elkaar en met de kijker. De minimalistische ritmes en klankwolken uit de geprepareerde piano - geïnspireerd op John Cage, voorhoeder in minimalistische muziek - passen hier wonderwel bij.

Op het filmdoek waaien boomtakken heen en weer. Van Veenendaal rolt er drieklanken bij uit, die uitmonden in een fris regenbuitje, als een Canto Ostinato in het voorjaar. Dan filmt de Man met Camera bovenop een voortrazende trein. De hoge, geprepareerde tonen van de piano blazen wolken boventonen de lucht in, alsof er gamelan-xylofoons in de vleugel verstopt zitten. De trein had zo door Indonesië kunnen razen.

Op het scherm trekt meer industrieel vernuft voorbij. De latere communistische verheerlijking van de zware industrie laat zich hier al zien. Van Veenendaal laat horen hoe stoommachines klinken die het beeld uit denderen. De geprepareerde bassnaren laten strakke ritmes los, alsof een tiental mannen op djembés aan het roffelen is. In de jaren 30 waren lust en frivoliteiten ook nog toegestaan. De Man met Camera brengt uitgebreid in beeld hoe een vrouw zich wast en opmaakt. Daarna wordt er geflaneerd over de niet-stedelijke boulevards. Met tedere, melodische klanken volgt Van Veenendaal hier ook weer naadloos de sfeer van de beelden. Soms maakt hij andere keuzes en laat de muziek op de beelden botsen of legt er een laag onder. De geprepareerde piano biedt met gemak dit scala aan mogelijkheden. De klanken klinken verfrissend en nieuw. Koplopers dus. De muziek is zo intrigerend, dat het kijken naar de film er soms bij inschiet.

Het smeden van ijzer haalt je als kijker weer bij de les. Het vuur is gloeiend heet. De Man met Camera loopt in de weg en moet steeds verder naar achteren om het rondspattende vonken te ontwijken. Van Veenendaal slaat met een stok op de snaren. "Ik doe niks wat ik op mijn eigen vleugel ook niet zou doen", zei hij eens in een interview.

Zo rijgen de filmbeelden en muziek zich aaneen. De tijd tikt door, de klapstoeltjes komen weer in beeld. Langzaam sterven de pianoklanken weg en gaat het licht aan. Het kost even tijd om weer in 2012 te arriveren. Ronddwalen door EYE, het nieuwe filmtheater, helpt er wonderwel bij. Van buiten lijkt EYE op een reuzenkikker die de noordoever van het IJ heeft uitgekozen als plek om te zonnebaden. De centrale ruimte binnenin ontvouwt zich als een prins met allures die ruimschoots boven het Nederlandse maaiveld uitkomen. Een immense glazen pui geeft zicht op de boten en bootjes op het IJ dobberen. Drie naar boven uitwaaierende trappartijen omsluiten de metershoge glazen wand. Je kunt op de trappen naar boven klimmen, maar ze lenen zich ook heel goed voor tikkertje spelen, zoals elk kind meteen ontdekt. En je kunt erop neerploffen om met open mond de sfeer in te drinken. Even is het alsof je tot de avant-garde van deze tijd behoort.

Labels:

(Heleen van Tilburg, 1.7.12) - [print] - [naar boven]





Cd
Hank Mobley - 'Newark 1953' (Uptown, 2012)

Opname: 28 september 1953

Tenorsaxofonist Hank Mobley, 23, was een veteraan van de bands van Paul Gayten en Max Roach, toen hij een maandagavond met een all star bezetting in zijn woonplaats Newark jamde. Met pianist Walter Davis, bassist Jimmy Schenck en drummer Charli Persip vormde hij het huisorkest van de Picadilly Club en die avond hadden ze trombonist Bennie Green als gastsolist uitgenodigd. Het optreden werd vastgelegd door Ozzie Cadena, de latere producer van Savoy Records, en eerst nu is het resultaat op de markt gebracht.

Het duurt even voordat alle muzikanten in het openingsnummer 'Ow' in dezelfde groove zitten. Dan blijkt dat de tenor en de trombone voortreffelijk mengen – beide instrumenten staan in B – en de hele avond speelt Mobley in de thema's de tweede partij achter Greens lead. De blazers zijn aan elkaar gewaagd. Mobley is een Lester-man die in de snellere nummers hoger, ritmischer en minder vloeiend speelt dan zijn grote voorbeeld. Maar in de ballads toont hij de diepte en de warmte van zijn tenor. Bennie Green, die kennelijk het repertoire bepaalde, lijkt hier een soort opgebopt broertje van Bill Harris. Doch in zijn eigen compositie 'Blues In Green' krijgt zijn instrument trekjes van een mitrailleur en zo kennen we hem. Charli Persip begeleidt bescheiden, maar in de uptempo nummers 'Keen And Peachy' en 'Blues In Green' speelt hij mooie fills en korte soli. Het geluid van zijn tom is zó perfect opgenomen, dat een drummer met een beetje ervaring het merk zal kunnen vaststellen, lijkt me.

Labels:

(Eddy Determeyer, 1.7.12) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.