Nieuws
Organisator The Hague Jazz stopt
De kogel is door de kerk: organisator Ruud Wijkniet van The Hague Jazz stopt ermee. Na alle commotie rondom de zesde editie van het Haagse jazzfestival, laat hij in het AD weten het niet op te kunnen brengen in 2012 een nieuwe editie te organiseren.
In het AD laat Wijkniet weten gefrustreerd te zijn over de vele kritiek op het festival. "Den Haag wil ons niet meer", aldus Wijkniet. Hoewel het altijd werd ontkend, geeft de organisator in het AD nu wel degelijk toe dat het festival financiële problemen had. The Hague Jazz stond slecht bekend qua betalingsgedrag en dat zorgde ervoor dat alle leveranciers nu een voorschot van honderd procent wilden hebben. "Dat heeft me genekt", aldus Wijkniet. Ook blijkt uit het AD dat de gemeente Den Haag het festival dit jaar meerdere malen gered heeft door garanties te geven aan leveranciers.
Voetbalclub ADO Den Haag ging dit jaar een partnerschap aan met Ruud Wijkniet. Mark van der Knallen, de eigenaar van ADO, wist nog niets van het vertrek van Wijkniet, maar laat wel weten erg teleurgesteld te zijn over de onprofessionele manier waarop het festival dit jaar werd geleid. "Het lijkt wel op ADO van drie jaar geleden." Toch wil Van der Knallen het festival een kans geven op een vervolg, maar dan zonder Ruud Wijkniet. "Ik ga samen met de huidige organisatie van het festival nadenken over een betere editie in 2012."
Bron: 3VOOR12
Meer weten?
Klik hier voor een eerder bericht over The Hague Jazz 2011.(Maarten van de Ven, 4.7.11) - [print]
- [naar boven]
Jazzprofiel
Tricycle
Eerste ontmoeting. Het kleinste jazzzaaltje van Nederland, denk ik. Er staan dertig stoeltjes op een rij, een klein podium en veel aan de muur bevestigde takken met prachtige bloemen in knop.
De Bloemroom is vormgegeven door de kunstenaar Stephan Cools, verbonden aan deze editie van Jazz Masters Maastricht 2011. Het kleine zaaltje is een experiment in dit grote festijn , waar zo'n 3000 mensen op af zijn gekomen. De Belgische Vlaams/Waalse groep Tricycle speelt een mooie combinatie van folk en jazz, en weet inderdaad mensen naar binnen te trekken. Het kleine zaaltje puilt op enig moment zelfs uit. De muziek past mooi in de Bloemroom: een lenteachtige vrolijkheid, die versterkt wordt door de geestige en eenvoudige presentatie van accordeonist/componist Tuur Florizoone. Zo gaat de avond voorbij en het kleine zaaltje lijkt soms op een tramhalte van meerdere lijnen. Even kijken, even zitten, even luisteren, even opstaan, even verdergaan. Het publiek wisselt, de stemming niet; die blijft licht en vrolijk.
Tweede ontmoeting. Enkele maanden later, in mei, valt de nieuwe cd 'Queskia?' van Tricycle in de brievenbus. Exemplaar ter recensie. Die gaat dus mee in de auto. Zowel in de ochtend- als avondschemering voelt het heerlijk, rijdend door het landschap de poëzie van deze muziek te ervaren. De Bloemroom komt weer even terug in mijn herinnering.
Laatst reed ik op de autosnelweg tussen drie joekels van vrachtwagens. Zweedse perfectie: Scania. Voor me, achter me, naast me. De wielen draaiden op volle toeren over het asfalt, de witte strepen tussen mij en de kolossale wagens zoefden voorbij, naast me het staal van die auto's en die dikke banden met vergulde bouten op de velgen, net een slow-motion fragment uit een film. Deed me heel erg denken aan de coverfoto van de cd met fietsende kindertjes en het landhuis; een gek, bijna spiritueel moment op de autosnelweg, daar moet je mee uitkijken.
Tricycle, op het kinderfietsje in je eigen wereld, zo tussen de grote mensenmaatschappij je eigen weg banend, op eigen kracht fietsend, stevig vastberaden rondjes draaien. Je kunt niet omvallen, de zijwieltjes zorgen voor de balans. Tricycle schept inderdaad haar eigen muzikale omgeving en valt niet om.
Derde ontmoeting. In juni zie ik de drie mannen weer optreden in Schunck*. Het concert loopt van een leien dakje. Beeldend, poëtisch, spiritueel. Het soms technisch ingewikkelde samenspel bij Tricycle loopt gesmeerd; de muzikanten hebben er zin in en de muziek zit erin tot in de kleinste puntjes. Dat stralen ze ook uit: concentratie, spelvreugde, speels, zelfverzekerdheid en tegelijk ook verbazing over de mystiek die ze zelf oproepen.
Tricyle heeft iets van een onzichtbaar circus. Het liveoptreden voegt veel toe aan de cd. De dynamiek die Florizoone meesterlijk in zijn accordeon weet te leggen, de verhalende, punctuele en fijngevoelige toon van saxofonist/fluitist Philippe Laloy en de uitermate geconcentreerde bassist Vincent Noiret... een mooi trio.
Storende factor vormt de permanent sonoor ronkende koeling van het buffet in het Schunck*-café. Deed me weer even denken aan die Scania-vrachtwagens. Brom als bijgeluid, een professioneel podium van deze allure onwaardig. Het hindert vanavond wel, maar bederft het concert niet echt. Vrolijk folkloristische jazz, beeldende filmmuziek, dichterlijk. Het publiek geniet van de voorstelling, die wellicht bij iedereen zijn eigen film oproept. De groep ontkomt niet aan een flinke toegift. De muziek van Tricycle spreekt tot de verbeelding, de cd gaat na afloop grif over de toonbank en die Tuur maar lachen... ik zie uit naar de vierde ontmoeting.
(Jo Dautzenberg, 3.7.11) - [print]
- [naar boven]
Concert
Bé Meiborg intens en messcherp
dinsdag 22 juni 2011, De Smederij, Groningen
Zo frequent als hij gedurende de jaren tachtig op de Groninger jazzpodia te vinden was, zo schaars zijn de optredens van pianist Bé Meiborg (1946) tegenwoordig. Naar het schijnt leeft hij tegenwoordig teruggetrokken op een landgoed aan een doodlopend pad, ergens tussen de stad en Zuurdijk. Zijn recital trok dinsdag dan ook een volle en bijzonder geanimeerde Smederij.
Intens, dat begrip dekt de lading nog het best. Voor Meiborg is jazzmuziek bepaald niet een soort serie aangenaam swingende notenguirlandes. Bij hem is het altijd erop of eronder - meestal erop. De noten zijn noodzakelijk. Ze zijn stuk voor stuk bedacht en voor je erop bedacht bent, hebben ze je al te pakken. Zijn timing is met andere woorden messcherp; Meiborg weet als geen ander een soort relaxte spanning op te roepen. Dat gebeurt allemaal heel fysiek en die lichamelijkheid sloeg over op het publiek, dat zeldzaam ongezeglijk was. Een extraverte indiaan kreeg van sessieleider Diederik Idema zelfs een gele kaart uitgereikt, wat uitzonderlijk genoemd mag worden.
Van Meiborgs oude groepen was gitarist Winfred Buma als enige overgebleven. Zijn werk, geënt op de grote jaren-vijftig jazzgitaristen, van Chuck Wayne tot Jim Hall, was clean as a pin, met her en der kortstondige doch pittige distortie-wolkbreuken.
Traditiegetrouw meldde zich weer een nieuw talent tijdens de jamsessie die op het optreden van het Bé Meiborg Kwartet volgde. Ditmaal was het de jonge bassist Tobias Nijboer, die in 'Along Came Betty' de aandacht trok met een hechtgeconstrueerde solo. Over hechtgeconstrueerde solo's gesproken: ook de saxofonisten Harry van der Laan en Mark Gross lieten zich niet onbetuigd. Van der Laan met een koele, weldoordachte bijdrage in 'There Is No Greater Love' en Gross, in datzelfde nummer, met een vurig vloeiend betoog, dat nochtans geen noot teveel bevatte. Hem zul je niet gauw betrappen op een beginnersfout als nog maar even een chorusje doorblazen, terwijl het kruit eigenlijk al verschoten is.
Dat alles werd meer dan voortreffelijk ondersteund door drummer Steve Altenberg. Die kan stevig uitpakken wanneer het ogenblik daar is, maar meer nog valt hij op door zijn op maat gesneden partijen, die elke solist het zijne geven. In de beste Sid Catlett-traditie, met andere (toegegeven, grote) woorden. Intussen worden zijn fijnzinnige samenspraakjes met bassist Bert van Erk zo langzamerhand een act op zich.(Eddy Determeyer, 1.7.11) - [print]
- [naar boven]
Nieuws
Rita Reys populairste Nederlandse jazzmuzikant aller tijden
Rita Reys is met grote voorsprong de populairste Nederlandse jazzmuzikant aller tijden. Dat blijkt uit een onderzoek dat tijdens de Jazzdag op vrijdag 24 juni in Rotterdam aan de Nederlandse jazzindustrie werd gepresenteerd. Reys eindigt in de lijst met internationale muzikanten op de derde plaats na Louis Armstrong en Miles Davis. In de lijst met alleen nationale artiesten eindigt ze als eerste.
Rita Reys is sinds de jaren vijftig één van de top-jazzzangeressen van Europa en is sinds die tijd internationaal bekend onder de bijnaam Europe's First Lady of Jazz. Haar naam werd internationaal gevestigd toen zij in 1956 in New York voor Columbia Records de elpee 'The Cool Voice Of Rita Reys' opnam, met Art Blakey's Jazz Messengers. Reys won in 2006 als eerste Nederlandse jazzmusicus de Edison Oeuvre Award.
Uit het onderzoek, uitgevoerd door Arno Prins MusicResearch.nl in opdracht van Buma Cultuur, blijkt dat Nederlandse jazzartiesten niet onder doen voor de buitenlandse competitie. In de internationale top 30 worden, naast internationale artiesten Louis Armstrong en Miles Davis, de Nederlandse artiesten Candy Dulfer, The Dutch Swing College Band, Kyteman en Wouter Hamel genoemd als favoriete jazzartiesten onder respondenten.
(Jacques Los, 1.7.11) - [print]
- [naar boven]
Lees verder in het archief...