Pagina's

dinsdag, maart 03, 2020

Jazz Class-X
Gerry Mulligan/Chet Baker Quartet - 'The Original Gerry Mulligan - Chet Baker Quartet - Complete Recordings' (American Jazz Classics, 2011)

Opname: 16 augustus 1952 - 20 mei 1953

In een eerdere aflevering van deze reeks klassieke jazzalbums kwamen we te spreken over Miles Davis' 'Birth Of The Cool', dat algemeen geldt als een van de eerste en meest bepalende albums binnen de dan nieuwe 'cool jazz'. Een van de vaste actoren in dit nonet, dat slechts ruim een jaar bestond, was baritonsaxofonist Gerry Mulligan. Niet verwonderlijk, als goede vriend van arrangeur en pianist Gil Evans was hij het die, nog voor Davis, met deze wijze van spelen begon te experimenteren. In tegenstelling tot Miles, die spoedig andere wegen zou gaan verkennen, bleef Mulligan de cool jazz trouw. Begin 1952 verhuist hij naar Los Angeles, om te gaan arrangeren voor het orkest van Stan Kenton, brood op de plank. Daarnaast speelt hij 's avonds in The Haig. Het is daar dat hij op een van de jamsessies op maandagavond een jonge trompettist tegen het lijf loopt die ook wel eens mee wil spelen: Chet Baker. Ze kunnen het goed met elkaar vinden en besluiten opnames te maken. Er is alleen één probleem: The Haig heeft geen piano meer. Nu de band van vibrafonist Red Norvo de vaste bespeler was geworden van de club, kon de piano de deur uit. Van de nood een deugd makend besloot Mulligan om het dan maar zonder te doen. Hij nodigde bassist Bob Whitlock en drummer Chico Hamilton uit en begon wat de geschiedenis in zou gaan als het eerste pianoloze kwartet.

Het is 10 juni 1952 als Dick Bock de eerste opnames van dit kwartet maakt in Phil Turetsky's House, eveneens in Los Angeles. Bock zou kort daarna samen met Roy Harte Pacific Records oprichten, waar in 1952 de eerste lp uitkwam. Daarop muziek van twee sessies, die van 16 augustus en van 15 en 16 oktober. Eerder materiaal bleef op de plank liggen. Inmiddels bijna 70 jaar later zijn al die sessies in verschillende edities verzameld, van enkele schijven met hoogtepunten tot de uit vier cd's bestaande 'The Complete Pacific Jazz Recordings Of The Gerry Mulligan Quartet With Chet Baker'. Omdat bij deze laatste editie ook andere opnames staan dan van dit kwartet, bijvoorbeeld die met Lee Konitz als vijfde man, richten we ons hier op een uitgave die de titel 'The Original Gerry Mulligan - Chet Baker Quartet' draagt en die het grootste deel van die opnames uit 1952 en '53 van dit fameuze kwartet bevat.

Beluister die eerste opnames van augustus 1952 en dan met name de ballad 'Lullaby Of The Leaves'. Allereerst Bob Whitlock, die gestaag plukkend een slepend ritme aan zijn bas ontlokt en dan Mulligan en Baker, beiden afwisselend begeleidend en solerend, elkaar uitstekend aanvullend. En dat was best bijzonder gezien de totaal verschillende achtergrond van de twee blazers. Mulligan was een klassiek geschoold musicus, terwijl Baker een veel intuïtievere stijl van spelen had. Maar hier komt het prachtig samen, waarbij de harmonieuze samenhang en de melodieuze verfijning opvalt. Half oktober 1952 nam het kwartet zes nummers op in de Gold Star Studios in Los Angeles. Het samenspel tussen Mulligan en Baker is duidelijk verder gegroeid. Luister hoe mooi ze samen bouwen aan de melodie van 'Aren’t You Glad You’re You', hoe ze elkaar afwisselen in 'Frenesi' - let hier ook op het Zuid-Amerikaans aandoende slagwerk van Hamilton - en hoe Mulligan de leiding neemt in 'Nights At The Turntable', terwijl Baker begeleidt. De piano wordt hier geenszins gemist. En natuurlijk is die combinatie van baritonsax en trompet een heel bijzondere, met prachtige klankkleuren tot gevolg.

In januari 1953 neemt Carson Smith de rol van bassist over van Whitlock en maken de twee in wisselende samenstellingen opnames, als kwartet (waartoe we ons hier beperken), als kwintet, met Lee Konitz op altsax en als tentet - alle bezettingen overigens consequent zonder pianist. Als kwartet vinden we ze allereerst begin januari weer in 'The Haig'. Hoogtepunten in dit concert zijn zonder meer 'Get Happy' - vanwege de stomende solo's van Hemmingway en Baker en het heerlijk hoekige spel van Hamilton - en 'Poinciana'. Dit laatste met name vanwege de wijze waarop Mulligan gestalte geeft aan deze latin jazz-klassieker.

Eind februari, Larry Bunker heeft inmiddels de plaats ingenomen van Chico Hamilton, neemt het kwartet weer vier stukken op in de Gold Star Studios. De single 'Motel', een zeer enerverend, bijna dansbaar nummer van Mulligan, met als b-kant de klassieker 'Makin’ Whoopee' zou een hit worden. In een sessie op 27, 29 en 30 april neemt het kwartet een aantal klassiekers op voor de radio: 'My Old Flame', 'All The Things You Are', 'Love Me Or Leave Me', 'The Nearness Of You' en 'Tea For Two'.

Aansluitend volgen nog twee sessies in mei, met onder andere een opname van het stuk dat door Baker onsterfelijk zou worden: 'My Funny Valentine'. En dan valt het doek. Mulligan wordt gepakt met drugs en verdwijnt voor een half jaar achter de tralies. Een half jaar waarin Baker doorbreekt met zijn kwartet met pianist Russ Freeman. Als Mulligan in 1954 de draad weer op wil pakken, heeft Baker geen interesse meer. Ze staan daarna nog een aantal keren samen op het podium, in 1955 op het Newport Jazz Festival en als laatste in 1974 in Carnegie Hall, maar de magie van dat jaar in 1952-53 is er dan al lang af.

Foto's: William Claxton & Lee Friedlander