Concert
Eerbetoon Misha waardig en geinig
Tribute to Misha Mengelberg - Guus Janssen, Bert van Erk & Wim Janssen, woensdag 8 mei 2019, Brouwerij Martinus, Groningen
Grosso modo kan gesteld worden dat degene die na een concert met muziek van Misha Mengelberg niet met een brede glimlach huiswaarts keert, nodig zijn of haar mediaal prefrontale cortex dient te laten onderzoeken. Al kan het natuurlijk ook zijn dat zijn of haar plastron een maatje te klein is geworden.
Humor is een belangrijk aspect van muziek. Dat maakten Guus Janssen, Bert van Erk en Wim Janssen deze woensdag in de Martinus maar weer eens duidelijk. De pianist herinnerde zich de eerste keer dat hij Mengelberg zag, dat was tijdens een concert in het kader van de roemruchte Hartewens Festivals in Haarlem, zo rond 1966. Toen het op een gegeven moment de beurt was aan de pianist om te soleren kroop die onder de vleugel, zodat iedereen zijn nek moest rekken om te zien wat daar gebeurde. Dat bleek al snel. Mengelbergs solo bestond uit de luide knal van een door de kunstenaar ontstoken rotje. Zelf zag ik hem voor het eerst tijdens een Fluxus Festival in 1964, in het Scheveningse Kurhaus. Hij speelde toen als ik me goed herinner een of ander In Memoriam dat maar doorging en doorging. Het was een soort minimal music avant la lettre, die het geduld van het publiek danig op de proef stelde.
Mengelbergs hit 'Peer’s Counting Song' dat het trio in de Martinus speelde, was volgens Guus Janssen gebaseerd op Peer Gynt die in een droom aan de componist was verschenen. Er kwam een reus in voor die een verzameling kleine mannetjes met een grote bijl op de hoofdjes mepte. Vandaar de klappen in het stuk. Over klappen gesproken: die Wim Janssen heeft veel grotere oren dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Hij heeft totaal geen probleem met het onvoorspelbare karakter van de muziek. De drummer voorspelde zo goed als alles goed. Maar ja, dat krijg je wanneer je al een kleine zestig jaar met je broer speelt. Of een dikke zestig jaar, wat maakt het uit.
Guus Janssen heeft een heel andere pianostijl dan het onderwerp van de hommage. Hij heeft inmiddels waarschijnlijk reeds aanzienlijk meer noten gepeeld dan Mengelberg (1935-2017) in zijn hele leven. Dat maakt hem geknipt voor dit tribuut. Gewoon beetje noten weglaten en zo. De onwaarschijnlijk grote contrasten in dynamiek en stijl, daar draait het om. 'Een Beetje Zenuwachtig' bevat elementen die heel goed in de begeleidingspartij voor de tropische troubadour Thom Kelling anno 1956 hadden gepast. Of voor Harry Belafonte. Maar er zit ook altijd een opstandig element in, iets ontregelends. Door zijn voet tegen de snaren van het staande instrument te plaatsen maakte Janssen er een soort instant prepared piano van met een totaal ander geluid. In 'Reef Und Kneebus' worden slinks calypso-elementen geschoven. De zeer dichte structuur ontwolkt zich in lieflijk, bijna onhoorbaar elfengetokkel op minuscule harpjes.
De composities van Mengelberg, dat schreef ik geloof ik al eens, hebben een hoog evergreengehalte. De spreekwoordelijke slagersjongens hadden ze zó kunnen fluiten, tussen mopjes van de Jazz Messengers en Dave Brubeck door. Maar ja, slagersjongens, kom er nog maar eens om. Er zat weinig anders op dan ze zelf maar te fluiten, zo goed en zo kwaad als dat ging, op weg naar de legerstede.
Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.