Pagina's

maandag, mei 13, 2019

Cd
Benjamin Sauzereau - 'Solo' (Suite, 2018)

Opname: maart 2017

De Franse, maar in België woonachtige gitarist Benjamin Sauzereau is een opmerkelijke verschijning in het jazzlandschap. Hij maakt deel uit van experimentele bands als Les Chroniques de l'Inutile, Easy Pieces, Philémon, Le Chien Qui Ne Voulait Pas Grandir en het duo Sauzereau/Roosens. Daarnaast is hij terug te horen op albums van Book Of Air - het project van de gebroeders Cools, Eve Beuvens Heptatomic en het Jens Maurits Orchestra. Maar Sauzereau is zeker ook niet vies van andere muzikale werelden, getuige zijn deelname aan de experimentele popband Wolke, de soulband Blue Monday People, de Caribische dansband Marie Galante en zijn samenwerking met zanger Karim Gharbi.

Een tijdje geleden voegde hij daar een soloalbum aan toe, uitgekomen bij Suite, het label dat hij drijft met Bouttery. Eenvoudigweg zo genoemd: 'Solo'. Simpeler kan niet, ook niet qua instrumentatie, want Sauzereau beperkt zich hier vrijwel het gehele album tot de akoestische gitaar zonder toevoegingen. En ook op dit album horen we in elf relatief korte stukken de eclectische aanpak van deze gitarist terug. Zo heeft opener 'Le Subterfuge' het ritme van americana, wat Sauzereau hier vakkundig mengt met een vleugje Afrikaans en een flinke scheut jazz tot een volstrekt eigen brouwsel. 'L’Habitude' is dan weer intiem, met rustiek getokkel. Maar ook dit nummer refereert meer aan roots dan aan jazz.

Nu ja, in 'Harry Lime' - waarmee Sauzereau natuurlijk verwijst naar het beroemde thema dat Anton Karas in 1949 schreef voor de film 'The Third Man' van Carol Reed - horen we hem naast gitaarspelen, waarbij het geluid wel wat weg heeft van Karas' zither, ook fluiten. Een speels eerbetoon aan deze klassieker. Fraai is ook het spel in 'Rivage', waarin de gitarist voor de eerste keer effecten gebruikt in zijn spel, waarmee hij een serie sfeervolle klankwolken creëert. Wegdromen gegarandeerd.

De blues horen we terug in 'L’Objet', middels een loom ritmisch patroon, dat de gitarist steeds laat terugkeren als rotsen in een meanderende rivier. Mooi verhalend is 'Singuliers', voorzien van een weemoedige ondertoon, een nummer waarin we volop van de kwaliteiten van de akoestische gitaar kunnen genieten. Iedere noot krijgt hier de ruimte, mag in de ijle lucht verdwijnen, pure poëzie. 'La Mauvaise Raison' klinkt al even intiem, heeft iets zuidelijks in zijn klank en doet je verlangen naar de zomer. Heerlijk zoekend, experimenteel en heftig klinkt Sauzereau in 'Imminent', een stuk dat weer een andere kant van zijn meesterschap belicht. Dit kan zo maar op een metalalbum. Afsluiten doet hij dan weer intiem met 'Quiproquo'. Een mooi slot van een bijzonder stijlvol album.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Foto: Cees van de Ven