Pagina's

zaterdag, april 06, 2019

Concert
Goed huwelijk tussen kamermuziek en impro

Mark Alban Lotz: Solo & Duo, zondag 31 maart 2019, Brouwerij Martinus, Groningen

Best vreemd, die dynamiek in de wereld der Groninger podia. Nog een paar weken en dan sluit de Cantina, het souterrain waar je altijd de meest extreme muziek kon horen, haar luiken. Edoch ziet: in een wijk waar nooit iets te doen was loopt sinds twee weken de open jamsessie State Of The Art. Drummer Jeroen van Olphen heeft zijn Afro- en electrofunkavonden van de inmiddels gesloopte Silo naar de zaterdagmiddag in gebouw De Kameraad verplaatst. Een mooi afgetrapt gebouwtje waar ook vechtersbazen en koorzangers bijeenkomen. En sinds een paar maanden draait de Martinus Klassieke Affaire, waarbij geprogrammeerd wordt op het snijvlak van het improvisatiegenre en klassieke kamermuziek.

In dat kader gaven fluitist Mark Alban Lotz en bassist Andrea Caruso een fijnzinnig recital in de bovenzaal van de brouwerij aan de Kostersgang. Kan zijn dat Lotz, zoals hij zelf waarschuwt, een luie student was en is, die zich eigenlijk meer had moeten inspannen om een ordentelijke klassieke fluitist te worden. Maar ik vind zijn interpretatie van het werk van bijvoorbeeld Anton Webern op zijn minst charmant. Juist die minieme hobbels en oneffenheden geven zijn spel karakter, een persoonlijke touch. Met zijn slap-tongue effecten (zo noem ik het voor het gemak maar even) komt de fluit opmerkelijk dicht bij een geplukte altviool. Hij gebruikt de circulaire blaastechniek functioneel en muzikaal. Lotz laat zijn instrumenten boventonen zingen die volledig losgeblazen lijken van de grondmelodieën. Met vocale toevoegingen worden ze echte verlengstukken van zijn stem. Ik moet teruggaan naar een optreden van nieuwe technieken-pionier Robert Dick, in een donkergrijs, om niet te zeggen pikzwart verleden om een vergelijkbare ervaring op te roepen.

Daarbij wordt de fluitist op voorbeeldige wijze bijgestaan door Andrea Caruso. In 'Pata Pata', dat de muzikanten niet hadden voorbereid, valt het verschil tussen de altfluit en de contrabas weg. Caruso speelt helder en trefzeker en past zijn dynamiek voorbeeldig aan bij de structuur van het betreffende liedje.

En alles volledig akoestisch, ook nog eens. Waar kom je dat nog tegen? Ja, in de tijd en het Wenen van Webern.

Concertfoto's: Sieben Laning