Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Concert
De vrije matriarchen

Trio Rave-Warelis-Renfrow, woensdag 23 september 2020, Brouwerij Martinus, Groningen

Het hele freejazz-spectrum werd door het trio Rave-Warelis-Renfrow bestreken. Van kakelfonische slierten en structuren tot meditatief gemompel.

Vroeger kon je van een dame nog wel goedkeurend zeggen dat ze als een kerel speelde - tegenwoordig is dat vrouwonvriendelijk of politiek incorrect of fake news, weet ik veel. Nou, die Ada Rave speelt dan misschien niet als een kerel, maar dan toch zeker als een bootwerker. Goeiedag. Haar geluid refereert in de verte aan dat van Sonny Rollins, maar dan maximaal versterkt en gefragmenteerd. Een melodische flard haalt bij haar zelden de volgende maatstreep. Ze heeft er ook een handje van het geluid van de sax met conservenblikken en waterloopleinpandeksels aan te passen en te dempen. Waardoor het lijkt alsof ze uit alle macht van achter een veloursvelum staat te toeteren. Maar wanneer ze haar keiharde noten blaast, zonder demping, gaat de piano van Marta Warelis spontaan meezingen. Ook wanneer het trio zich in rustiger vaarwater begeeft, blijft die band tussen saxofoon en klavier. Dat orkestrale aspect hoorde je de hele avond terug in het opmerkelijke rapport tussen de instrumentalisten.

In rustiger vaarwater zat er een fijnmazig ensemble waarvan de leden elkaar alle ruimte gaven. Het abstractieniveau werd er niet minder door: er ontstonden klankschappen waarin Wassily Kandinsky de weg had geweten, maar die sindsdien slechts incidenteel betreden waren.

Marta Warelis, na jaren terug op Groninger bodem, bracht een groot deel van het recital door in lotushouding, gezeten voor het binnenwerk van haar instrument. Voor haar is de wereld onder het toetsenbord zeker zo relevant als die erboven. Met allerhand speeltjes, klemmetjes en frutseldingetjes ging ze de snaren te lijf, waardoor de staande piano behalve melodie- en percussie-instrument ook een strijkinstrument werd. Wanneer ze bepaalde snaren dempte, leek het alsof het klavier er een elektrische dimensie bijkreeg - terwijl er in het geheel geen microfoon in da house was!

Drummer Tristan Renfrow had de ondankbare taak het sluitende narratief van de dames met roffels en knallen te ondersteunen. Mooi was zijn bijdrage aan een van de zachtere passages: met zijn vingers bracht hij de vingerplant naast hem tot ritselen.

Wanneer dit de voorbode was van het nieuwe matriarchaat, teken ik ervoor.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 28.9.20) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
James Brandon Lewis & Chad Taylor - 'Live In Willisau' (Intakt, 2020)

1 september 2019

Een been in het verleden, een in de toekomst. Veel van de beste jazz slaagt erin om de verworvenheden van de voorgangers bij elkaar te brengen met een persoonlijke en progressieve visie. Vaak wordt daarbij de metafoor gebruikt van het op de schouders van reuzen staan. Waar we nu toe in staat zijn hebben we niet enkel te danken aan onszelf, maar ook aan het voorbereidende werk van de voorgangers. Weinig artiesten zoeken die spreidstand met zo'n toewijding op als saxofonist James Brandon Lewis. Zijn tweede album met drummer Chad Taylor bevestigt al het goede van 'Radiant Imprints' twee jaar geleden.

Door het duoformaat met sax/drums zetten Lewis en Taylor zich meteen in een lange traditie, waarin de aanwezigheid van John Coltrane en Rashied Ali natuurlijk niet weg te denken is. Het is diezelfde Coltrane die ook centraal stond op heel wat composities van 'Radiant Imprints'. Die keren allemaal terug op dit album, een registratie van het slotconcert van het 45ste jazzfestival van Willisau. De Coltrane-referenties zullen wel opgepikt worden door de liefhebber, maar zijn meer dan zomaar herkauwen. Ze hinten naar Coltrane, diens spirituele kant en exploraties, maar worden overgezet naar een kader waar Lewis' andere invloeden - gospel, funk, hiphop - ook onlosmakelijk deel van uitmaken.

Lewis speelt ritmischer dan veel van zijn voorbeelden en tijdgenoten. Hij houdt ervan om motiefjes en ideeën voor het licht te houden, binnenstebuiten te plooien met een waaier aan variaties; soms haast manisch repetitief, dan weer transformerend. Het stelt hem in staat om vrijheid een kader te geven, en de luisteraar een houvast, met daarin een cruciale rol voor Taylor. Die volgt de cadans, maar doet meer dan oppoken en volgen. Hij omspeelt het spel van Lewis, voorziet een puls, slaagt erin om zowel explosief als melodieus te reageren en te anticiperen. De interactie in 'Twenty Four' is stuwend, rollend en scheurend, met driftige salvo's als reacties op het ontvlambare blaaswerk van Lewis, die de kronkelende flow een modern aanvoelende hoekigheid geeft.

Kaler, haast ontbeend, gaat het er aan toe in 'Radiance', waarin even een hiphop-groove binnen handbereik is. Ook 'Imprints', voorzien van een motief dat zich meteen vastzet in je achterhoofd (Lewis is een van die saxofonisten die je, ondanks de hoge graad van vrijheid in zijn muziek, wel steeds opzadelt met oorwurmen die dagen door je kop kunnen spoken), slaat al snel aan het zoeken, met gospelvuur, emotionele kreten en de sputterende staccato slierten die een van Lewis' handelsmerken geworden zijn, samen met die ladders op en af dalende riedels. Opnieuw goed voor een hoogtepunt: 'With Sorrow Lonnie', op gang gebracht door Taylors mbira, met Lewis die de sax intens laat zingen. Een preek die tot in de poriën dringt.

Bovenal is het hier echter de overkoepelende flow die imponeert, want het duo koppelt de persoonlijke Coltrane-hommages naadloos aan eigen en andermans werk. Taylors 'Matape' wordt aangegrepen voor een lesje in gecontroleerde opbouw, die gevolgd wordt door een bedwelmend mooie interpretatie van Ellingtons 'Come Sunday', die door de mbira hier een onbevangenheid krijgt die normaal voorbehouden is voor concerten in de meest intieme omstandigheden. Mal Waldrons obscure 'Watakushi No Sekai' lijkt daadwerkelijk een Japans-getinte puurheid te hebben (of is het inbeelding?), terwijl 'Willisee' verwijst naar een duo-opname van Dewey Redman en Ed Blackwell (verschenen als 'Red And Black In Willisau') die exact 39 jaar voor deze performance plaatsvond op het Zwitserse festival. Het is duidelijk een compositie die het duo op het lijf geschreven is: bluesy, funky, dansend met een onbedwingbare, speelse schwung.

Ook 'Under/Over The Rainbow', een stuk van Harold Arlen dat intussen al tachtig jaar wordt uitgevoerd door talloze jazzartiesten, krijgt hier een uitvoering die hommage en introspectie in evenwicht houdt. De warme reactie van het publiek is dan ook navenant. Je kan immers theoretiseren en analyseren zoveel je wilt, maar als er iets bijzonders gebeurt, dan volstaat het soms om gewoon op je oren te vertrouwen. Je hoeft geen kenner te zijn om te horen dat James Brandon Lewis en Chad Taylor in staat zijn om je mee te slepen in hun belevingswereld. Het spat van het album af.

In de Jazztube hierboven zie je een optreden van James Brandon Lewis en Chad Taylor in het kader van de serie The Quarantine Concerts. Een studio-opname van 8 augustus 2020.

Deze recensie verscheen ook op Enola.be | Foto: Cees van de Ven

Labels: ,

(Guy Peters, 27.9.20) - [print] - [naar boven]



Concert / Jazztube
De eclectische jazz van Dinosaur

vrijdag 18 september 2020, Paradox, Tilburg

De Britse jazz is sinds enkele jaren aan een gestage opmars bezig. Uiteenlopende bands als Sons Of Kemet, Shabaka And The Ancestors, GoGo Penguin en Phronesis zijn inmiddels op ieder zichzelf respecterend jazzfestival headliners en in hun kielzog treffen we namen aan als Nubya Garcia, Moses Boyd, Theon Cross en bands als Slowly Rolling Camera, Jasper Høiby's Fellow Creatures en Dinosaur. Naast alle verschillen hebben deze artiesten één ding met elkaar gemeen: hun jazz is kosmopolitisme in uitvoering. Brexit of niet, voor deze musici is een wereld waarin culturen door elkaar lopen al lang geen onderwerp van discussie meer. De Afrikaanse roots, de muziek van de Caraïben, jazz, blues, soul, rock en pop: het komt hier allemaal samen.

Neem Dinosaur, het kwartet rond trompettiste Laura Jurd, verder bestaande uit pianist Elliot Galvin, bassist Conor Chaplin en drummer Corrie Dick. In Paradox lieten ze overtuigend horen tot de Britse school te horen, juist door geenszins deel uit te maken van een school.

In mei van dit jaar verscheen 'To The Earth', het derde album van de groep, waarvan de muziek centraal staat in de twee concerten die de band speelt. Ik ben bij het bijna uitverkochte eerste concert, waarin de band laat horen hoe eclectisch de muziek klinkt. 'Mosking' haalt allereerst zijn inspiratie bij de Afrikaanse muziek weg, mede vormgegeven door Dick, die zijn snaredrum met de handen bewerkt. Als Jurd aansluit en de dynamiek verstevigt, horen we ook de Caraïbische invloeden en de jazz. Bijzonder is ook de drumsolo verderop, of eigenlijk kunnen we beter spreken van een duet bas-drums, omdat Chaplin voor een aantrekkelijk bluesy groove zorgt ter flankering van Dicks gerichte slagen.

Het totale concert in gedachten terughorend valt op dat de muziek van Dinosaur, in ieder geval vanavond, opvallend ingetogen klinkt: het is de blues die overheerst. Niet zozeer als muziekstijl, maar wel als gevoel. Slepende ritmische patronen, een duidelijke groove en een mooie, wat omfloerste trompetklank van Jurd zijn daarbij de onbetwiste ingrediënten. Een hoogtepunt in deze is de Billy Strayhorn-cover 'Absinthe', waarin we Jurd horen excelleren met haar krachtige en tegelijkertijd breekbare klank, waarmee ze wederom bewijst dat ze tot de beste trompettisten van haar generatie behoort.

In de Jazztube zie je Dinosaur met 'Living, Breathing'.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 23.9.20) - [print] - [naar boven]



Cd
Bram De Looze - 'Colour Talk' (Sbdan, 2020)

Soms beklaag ik me omdat ik liveconcerten in deze tijd vaak aan me voorbij laat gaan vanwege besmettingsgevaar. Toch kan plotseling humeur en welbevinden een positieve boost krijgen door iets of iemand die je pad kruist. Dat was het geval toen ik de solo-cd 'Colour Talk' van pianist Bram De Looze in handen kreeg.

Bij het beluisteren ben je minutenlang sprakeloos, omdat De Looze je onontkoombaar beetpakt met zijn omvangrijke en persoonlijke techniek, zijn buitengewone creativiteit en ideeënrijkdom. Een #metoo-ervaring van formaat en permissie!

Het album is afwisselend en meandert qua composities tussen introvert, repetatief, melodieus, weird, spannend en avontuurlijk. De compositie 'Obstacle' doet je bijvoorbeeld schaterlachen, omdat De Looze het speelt als een muzikale stand-upcomedian. Een heerlijke track.

Deze cd getuigt overal van een one of the kind en te koesteren talent van 'eigen' bodem. Ben er maar zeker van dat spoedig zijn naam en faam tot ver over de landsgrenzen zal worden gekend, onderkend en omarmd! Bram De Looze wacht een mooie toekomst.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Cees van de Ven, 22.9.20) - [print] - [naar boven]



Ep / Cd
Roest - 'Inloopmuziek' (eigen beheer, 2020)
Rok Zalokar Trio - 'Port Songs' (Modigo, 2019)
Opname: 2-4 juli 2018

In februari 2017 besteedde ik op mijn blog Nieuwe Noten aandacht aan de titelloze debuut-ep van het uit Rotterdam afkomstige Roest, het vehikel van slagwerker Ruud Voesten. Onlangs verscheen het vervolg, 'Inloopmuziek', met wederom vijf straffe, maar ook zeer intense nummers. Inmiddels is Roest overigens van kwartet uitgegroeid tot kwintet met de komst van een tweede gitarist, Jelle Roozenburg, en vervangt Joël Botma Tom Ridderbeekx  als trompettist. 

Wat eveneens veranderd is, is het geluid van deze band. Dat houdt weliswaar nog steeds het midden tussen stevige rock en jazz, maar het klankbeeld is wat meer opgeschoven naar het laatste. Opener en titeltrack 'Inloopmuziek' draagt nog steeds dat dubbele in zich: funky gitaarspel op een niet misselijk ritme, een gloeiende intense solo, maar ter afwisseling ook intens lyrisch trompetspel van Botma. 'Logan' is meer jazz dan we tot nu toe van Roest gewend zijn. Na spannend inleidend spel horen we een wederom lyrische Botma, afgewisseld met al even melodieus gitaarspel. Langzaam lopen de klanken steeds verder in elkaar over tot een harmonieus geheel. Dat geldt ook voor de ballade 'Phoenix', waarin we eveneens Botma horen schitteren, maar waarin zeker ook de rol van Voesten opvalt met zijn ongedwongen spel. Met 'Bob' haken we weer overduidelijk aan bij de rock: stomend gitaarspel, sterk ritmisch slagwerk en dito basspel. Hetzelfde geldt voor 'The Art Of Shaving', al speelt de trompet van Botma een grote rol in dit stuk.

Voesten is ook een van de leden van het mede in Rotterdam residerende Rok Zalokar Trio, samen met bassist Fongara. Zalokar zelf speelt piano. In 2018 speelden ze in Ljubljana, opnames die werden uitgebracht onder de titel 'Port Songs'. Het toont de veelzijdigheid van Voesten dat hij zich bij een in alle opzichten 'klassiek'  pianotrio eveneens thuis voelt. In de lange opener 'Earth From Space' ontdekken we dat pianist Zalokar, van wie ik eerlijk gezegd niet eerder hoorde, prachtige melodieën tevoorschijn kan toveren. Mooie, romige loopjes serveert hij, terwijl Fongara en Voesten op doeltreffende wijze piketpaaltjes slaan. Qua stijl doet het wel wat aan dat veel bekendere Poolse trio van Marcin Wasilewski denken, net zo beeldend en poëtisch. 'Village Blabbermouth' maakt die associatie overigens weer ongedaan, dit is veel te ongestructureerd voor Wasilewksi. Een aantrekkelijk, puntig nummer, waarin de klanken van de drie instrumenten heerlijk met elkaar botsen. Al even grillig is het spel in de ballade 'Perfect Man' en let dan zeker ook op de combi Zalokar-Voesten.  

Het weer sterk melodieuze, maar ook ritmisch stuwende 'Dark Matter' heeft alles in zich om een klassieker te worden en al luisterend vraag ik me af hoe het kan dat ik dit trio nog niet kende. Temeer daar het debuutalbum 'Vol. 1' reeds uit 2013 stamt en toen werd genoemd als een van de beste albums binnen de Sloveense jazz, Zalokars thuisbasis, onder andere resulterend in de uitreiking van de Jazzon Award voor best Slovenian jazz composition. Tevens won hij, eveneens in 2013 de Jazzon Live Competition met juist dit trio. 'Joy With Joyce' is al even sterk met dat gebroken ritme en die puntige lijnen, terwijl hij ons met 'P.S. Taal' weer op onvervalste muzikale poëzie trakteert. Een stuk dat overigens met name zo sterk is door de onmisbare bijdragen van Fongara en Voesten. Van Roesten was ik al fan, nu ben ik het ook van Zalokar en Fongara.

Foto: Sophie Conin

Labels: ,

(Ben Taffijn, 19.9.20) - [print] - [naar boven]



In memoriam
Gary Peacock

Elke artiest met een muzikaal palet dat breed genoeg is om in groepen te spelen met zowel Albert Ayler als Keith Jarrett, heeft de jazzvorm echt onder de knie. Bassist Gary Peacock, die met die baanbrekende bandleiders optrad, stierf op 4 september op 85-jarige leeftijd in de staat New York. 

Peacock voegde zich moeiteloos in het Standards Trio van Jarrett, maar zijn nieuwsgierige en verkennende karakter als persoon zette hem ertoe aan zich ook bezig te houden met de vrijere aspecten van de muziek. Hij leidde een eigen trio en maakte opnames met Paul Bley, Tony Williams en vele anderen. 

"It's less cluttered now", zei de bassist over zijn spel tijdens een interview in 2016 met KQED. "I'm not even sure what I mean by that, but that's the sense I pick up. For sure, playing such a wide variety of music - free music and standards - has brought my appreciation for the depth that's available in any of those areas." 

Peacock werd geboren op 12 mei 1935 in Idaho. Hij bespeelde meerdere instrumenten, voordat hij tijdens zijn diensttijd in Duitsland de overstap maakte naar de bas. Nadat hij zijn naam had gevestigd in de jazzscene, trok Peacock zich in de jaren zestig tijdelijk terug uit de muziek. Hij verhuisde naar Japan om filosofie te studeren. Wederom een voorbeeld van de nieuwsgierige aard van de bassist, die hem op een onverwacht pad bracht. 

De bassist bleef tot op hoge leeftijd actief. Zo bracht hij in de afgelopen jaren bij ECM de albums 'Now This' (2015) en 'Tangents' (2017) uit met zijn trio met drummer Joey Baron en pianist Marc Copland.

Bron: DownBeat | Foto: Francis Wolff

Labels:

(Maarten van de Ven, 18.9.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Neve en Nobel in tijden van corona

Jef Neve & Teus Nobel, woensdag 9 september 2020, Brouwerij Martinus, Groningen

De coronacrisis heeft de stichting Jazz in Groningen op elegante wijze opgelost, door haar vaste stek, Brouwerij Martinus, op te delen in twee anderhalvemeterzaaltjes. De helft van de bezoekers (maximaal vijftig onder de huidige omstandigheden) zit comfortabel bij de optredende groep, de andere helft zit al even comfortabel een verdieping lager, waar de gebeurtenissen via een groot scherm live gestreamd worden. In de pauze wisselen de bezoekersscharen van verdieping. 

Uw verslaggever was zo fortuinlijk dat hij de eerste set voor het scherm gezet werd. De tweede helft is immers vrijwel altijd beter - al merkte trompettist Teus Nobel in de pauze pesterig op dat hij zijn kruit inmiddels verschoten had. Diens geluid via de versterking mengde voortreffelijk met het akoestische signaal, dat via de vide rechtstreeks tot ons kwam. Het leek, alsof zijn spel op die manier nog mooier en voller gloeide.

Nobel en pianist Jef Neve zijn aan elkaar gewaagde toonkunstenaars. In een vloek transformeerde die laatste zich van bedachtzaam begeleider tot assertief solist, in een zucht transformeerde die eerste zich van een gevoelig ventje tot een brute macho. Nobel kun je om een boodschap sturen: hij beheerst de jazztrompet tot in alle hoeken en gaten. Volgens mij zou hij ook prima functioneren als eerste in een bigband. Een techniek om van te watertanden; vormgeving en dosering zijn eveneens boven alle kritiek verheven. Hij is een typische exponent van de jongste generatie jazzinstrumentalisten, die van alle markten thuis zijn. Iets dergelijks geldt eveneens voor zijn kompaan -al behoort die al wat langer tot de jongste generatie. Onder de handen van Neve werd de nederige staande piano een joyeuze Steinway.

Het was lastig uit te vogelen welk deel van het recital gecomponeerd was en welk deel volledig geïmproviseerd. Dat is altijd een goed teken. Soms leek het ook een soort potpourri, zoals bij het eerste nummer, dat zich vanuit een gezamenlijke mijmering via McCoy Tyner-achtige basnoten opwerkte tot een soort Miles Davis-universum. Bij tijden bereikten de muzikanten de intensiteit en de diepte van een kinderspel. En dat is geen kinderspel.

Klik hier voor foto's van dit concert door Willem Schwertmann.

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 14.9.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Hoe je een lockdown goed benut
Corona Basement Recordings Live Part 3 met o.a. Edward Capel, zondag 6 september 2020, POM, Eindhoven

Maandenlang geen muziek maken is voor de musicus natuurlijk geen leven. Toen optreden er eerder dit jaar even niet inzat, zochten velen dan ook naar andere wegen om bezig te blijven. Rietblazer Edward Capel goot het in de vorm van The Corona Basement Recordings. Hij maakte opnames en stuurde die naar musici waar hij normaal mee op het podium staat met het verzoek er muzikaal op te reageren. Dat sloeg aan en toen begin deze zomer de concerten weer op gang kwamen, was de afspraak met Bart van Dongen, de initiatiefnemer van het Paviljoen Ongehoorde Muziek (ofwel POM) in Eindhoven snel gemaakt: live-uitvoeringen van deze muziek. Ik bezocht de derde in rij met naast vaste waarde Capel trompettist Bart Maris, gitaristen Filip Wauters en Jacq Palinckx en percussionist Rik van Iersel. Drie sets speelden ze: solo's, duo's en trio's.

Het is Capel die solo begint, voor de verandering noise en ander geknetter uit een knoppenkast toverend. De glimlach op zijn gezicht zegt genoeg. Van Iersel bezit ook een aantal leuke apparaatjes en borduurt vrolijk verder op de ingeslagen weg, tevens gebruikmakend van eerder opgenomen stemmen. Palinckx zet de zaak nog wat verder op scherp met een sterk repetitief patroon en lekker veel distortion: hier overheerst stomende blues. Maris trekt aansluitend lange vibrerende lijnen en middels looping horen we gaandeweg steeds meer trompettisten. De overgang naar Wauters - hier op pedal steel gitaar - is naadloos. Bijzonder daarbij is dat hij niet kiest voor het typische geluid van dit instrument, maar zijn klanken eveneens grondig bewerkt met elektronica.

Ook de duo-sets worden afgetrapt door Capel, nu samen met Van Iersel. Meanderend spel op de altklarinet valt ons ten deel, terwijl Van Iersel met een uitgebreid scala aan gongs in de weer is. Het geeft het geheel een wat oosterse sfeer. Wauters en Palinckx kruisen daarna de gitaren en scheuren de sfeer die Capel en Van Iersel hebben gecreëerd meedogenloos aan stukken. Het duo Capel-Maris - de eerste op altsax, de tweede op zaktrompet - betekent een terugkeer naar de harmonie; prachtig vallen de klanken hier samen. Bijzonder is ook het duo Van Iersel-Palinckx, waarbij laatstgenoemde zijn gitaar inzet als percussie. De gitaar op zijn schoot, een kleine gong op de snaren en spelen maar. Tot slot horen we Wauters met Maris. Het geluid van Wauters' pedal steel, die nu een stuk traditioneler klinkt, mengt zich prachtig met Maris' trompet in het hoge register, al is het contrast, als Maris lage noten speelt, ook zeker de moeite waard.

Dan volgen er vier trio's. Capel, Maris en Van Iersel bijten het spits af. Capel hanteert de sopraansaxofoon, Maris de bugel en samen creëren ze een boeiende eenheid van elkaar aftroevende klanken, terwijl Van Iersel met percussie en elektronica zorg draagt voor de accenten. Het is een rol die Van Iersel eveneens speelt in het trio met Palinckx en Wauters, waarin gitaar en pedal steel tot grootse harmonie blijken te komen. In de set van Palinckx, Maris en Capel wordt deze lijn losgelaten. Het is tijd voor een experimentele klankcollage. Tot slot van de trio's neemt Wauters de plek van Capel in, maar verandert er verder weinig aan het klankbeeld. Waarna tenslotte Capel en Van Iersel aanhaken voor een daverend slot als kwintet.

Op zondag 11 oktober vindt het vierde en laatste deel van deze concertreeks plaats. Van alle vier de concerten worden video-opnames gemaakt, waar Capel in een later stadium nog mee naar buiten wil komen. Hoe en wanneer is nog niet duidelijk.

Foto's: Jef Vandebroek

Labels: ,

(Ben Taffijn, 12.9.20) - [print] - [naar boven]



Cd
EAST - 'EAST' (ZenneZ, 2020)


De band EAST ontstond in 2018, toen bassist Damian Erskine (inderdaad familie van Peter Erskine, namelijk een neef) in Europa een tournee met Gino Vannelli had afgerond en hij wat meer tijd in Nederland wilde verblijven en musici uit Nederland wilde ontmoeten. Zijn maatje, drummer Tarik Abouzied uit Seattle, verbleef ook in Europa. Platenbaas John Weijers van ZenneZ Records bracht de heren in contact met gitarist Michiel Stekelenburg en saxofonist Efraïm Trujillo. De eerste letter van de achternamen vormen samen de bandnaam EAST.

Hun debuut-cd bestaat uit acht tracks. Elk bandlid heeft een of meerdere stukken geschreven. Met vier muzikale persoonlijkheden staat dat garant voor variatie en een frisse sound. Van East Coast tot Europese invloeden, met stijlkenmerken uit de jazz, funk en poprock levert dat spannende fusion op. Fusion kan soms het nadeel met zich meebrengen dat het vlees noch vis is, maar dit is hier zeker niet het geval. De composities zijn heel eigen en klinken authentiek. Deze vier musici zijn ook niet de eersten de besten, technisch zeer vaardig en ieder met een eigen geluid.

Gitarist Stekelenburg heeft een mooie droge sound, hij speelt geen stortvloed aan noten, maar kiest ze zorgvuldig en fraai gedoseerd. Deze finesse hoor je goed terug in zijn compositie 'Flowerisms'. Een mooi repeterend thema, dat bij de luisteraar echt in het hoofd blijft hangen. Basgitarist Erskine ondersteunt de solisten met een trefzekere vloeiende baslijn, waarin hij samen met drummer Abouzied ook accenten plaatst. Laatstgenoemde doet dat onder andere met sterk gekozen en getimede roffels. Trujillo soleert sterk in zijn compositie 'Easy Way Out'. Funky jazzinvloeden, waar Trujillo een voorliefde voor heeft in zijn eigen projecten, zijn ook aan deze heren goed besteed. Het swingt enorm. Abouzied soleert krachtig en trefzeker op deze dampende groove.

Zo is elk nummer voorzien van een eigen signatuur. De tempowisselingen zijn goed gekozen en de mooi opgebouwde harmonieën vloeien heel vanzelf in elkaar over.

Het was de bedoeling om een tournee te doen, maar helaas gooide corona roet in het eten. Gelukkig is er wel deze fraaie release, waarbij je de energetische flow die bij een concert kan vrijkomen ook bij het beluisteren ervan kan ondergaan. Ontzettend knap als je dat zoals EAST weet vast te leggen. Hopelijk komt er in de toekomst nog een mogelijkheid om deze vier muzikale persoonlijkheden live te mogen aanschouwen. Ik verheug me erop!

Klik hier voor geluidsfragmenten van dit album.

Labels:

(Koen Scherer, 10.9.20) - [print] - [naar boven]



Cd / Jazztube
Never Weather - 'Blissonance' (Ridgeway, 2020)

Opname: 15-16 september 2018

Drummer en vibrafonist Dillon Vado is een van de opvallendste jonge musici in de Jazzscene van San Francisco en omgeving, The Bay Area. Hij groeide op in San Jose, begon op zijn achtste te drummen en studeerde aansluitend in Berkeley aan de California Jazz Conservatory, waar hij in 2017 afstudeerde. Drummers die ook vibrafoon spelen zijn er niet zo heel veel en Vado, die in 2014 juist op dit instrument de Jazz Search Competition won, lijkt er talent voor te hebben. Beoordelen kan ik het niet, want voor me ligt 'Bissonance' van Never Weather, 's mans nieuwe vehikel, en hierop speelt hij louter drums. Verder vinden we in deze band Aaron Wolf op saxen, Josh D. Reed op trompet, Tyler Harlow op bas en Justin Rock op gitaar. Met tien van de twaalf stukken van Vado's hand drukt deze niet alleen zijn stempel op dit album als leider, maar ook nog eens als componist.

Opener 'Never Catch Up' maakt duidelijk dat Vado zijn klassiekers kent en daar ongedwongen op verder borduurt. Maar geenszins is hij de slaafse volger of de kopiist, daarvoor klinkt de muziek te eigentijds. We krijgen hier direct ook een prima beeld van de lyrische stijl van trompettist Reed in een gloedvolle en lyrische solo. Wolf volgt hem op, maar klinkt iets meer ingetogen, af en toe afgewisseld met een aantal van Vado's frisse roffels. Heel anders klinkt de ballade 'Mask' met zowel Reed als Wolf in omfloerste solo's en gitarist Rock met heldere, stemmige loopjes. Een mooi uitgebalanceerd en introspectief stuk. Diezelfde Rock leverde ook een compositie: het ijzersterke 'There Is No Secret'. De gitarist begint zelf met een puntig ritmisch patroon dat in allerlei gedaanten het gehele nummer bij ons blijft. Maar het is niet alleen het ritme dat indruk maakt; de zeer gestructureerde wijze waarop dit ruim acht minuten durende stuk is opgebouwd doet dat zeker ook. En natuurlijk horen we Rock hier solo met een zeer ingetogen bijdrage, zangerig van klank.

Diverse korte intermezzo's kleuren het album, bijvoorbeeld 'Resolute', dat geheel bestaat uit een innemende solo van bassist Harlow. Het gaat naadloos over in het titelstuk 'Blissonance': aanvankelijk een naar verhouding vrij abstracte klanksculptuur, waarin de melodie van ondergeschikt belang is, tot Reed met een messcherpe solo de dynamiek erin brengt en de muziek alsnog in een maalstroom geraakt. Bijzonder zijn ook het innemende 'Always Setting' met die onverwacht krachtige trompetsolo - maar let hier ook zeker op Vado en Harlow en de wijze waarop zij het licht slepende ritme vorm geven, het fijn pittige 'Morbique' en het stemmige 'Bring Back The Color'. Als afsluiting koos Vado voor een cover: het niet vaak gespeelde 'Introspection' van Thelonious Monk.

In de Jazztube hierboven zie je een live-uitvoering van 'Blissonance' door Never Weather, opgenomen op 19 januari 2018 in Art Boutiki, San Jose.

Labels: ,

(Ben Taffijn, 8.9.20) - [print] - [naar boven]



Concert
Therapeutisch concert

Alto Kwartet, zondag 30 augustus 2020, De Engelstede, Engelbert

Drie maanden werkte het Alto Kwartet voornamelijk in verzorgingstehuizen. En dat zal nog wel even zo blijven. In De Engelstede, een schattig krakend dorpspodium waar bluesbandjes spelen en bruiloften plaatsvinden en waar de tijd al decennia stilstaat, voerde Hans Bosch' saxofoonkwartet dat programma uit.

Het zwaartepunt van het Retro Project wordt gevormd door de populaire hits van de jaren vijftig en zestig. Bosch stak ze in een wat moderner frakje. Een enkele uitschieter ging richting prehistorie, zoals het 'Grunnens Laid', dat het inmiddels 101 jaar heeft volgehouden. Net zo lang dus als 'All Quakers Are Shoulder Shakers', dat helaas niet werd gespeeld.

Nu we toch op het historische pad dwalen: de associatie die zich zondagmiddag bij mij opdrong was die met het Amerikaanse 29th Street Saxophone Quartet. Niet zozeer qua repertoire of richting: de Yanks speelden eigen materiaal, met plenty jazzsolo's die alle kanten opgingen. Meer in ritmisch opzicht: staccato is hier de voertaal. Dat ritme is niet voorbehouden aan Julia Flenter, wier betonnen bariton een take-no-prisoners mentaliteit uitstraalde. De overige blazers doen net zo vlijtig mee. En dat blijkt goed te werken in met name popnummers als 'Radar Love'. In de ballads miste ik soms een ritme-instrument, om het even welk.

De jazzsector was vertegenwoordigd met Duke Ellington ('Mood Indigo', altist Jan Schoemaker kon hier zijn Johnny Hodges-neigingen botvieren), Dave Brubeck en Miles Davis. 'It's A Raggy Waltz' versmolt met 'All Blues' tot de medley 'All Waltz'. Brubeck kwam even verderop nog een keer terug, met zijn (of liever Paul Desmonds) 'Take Five'.

De muzikanten hebben allen een eigen sound. A fortiori geldt dat voor tenorist Hugo Beukema. Eerder heb ik hem op deze plaats al eens gekarakteriseerd als 'vermoedelijk van alle Nederlandse horeca-uitbaters 's werelds beste saxofonist' en daar neem ik geen woord van terug. Het Alto Kwartet begon ooit, twee jaar geleden, in zijn destijds ten dode opgeschreven Café Alto in Groningen. In autodidact Beukema horen we de straattaal nog het meest onomwonden. Zijn zware, ruw vormgegeven geluid contrasteert prettig de lichtere, heldere sound van Bosch. Het fraaist kwam dat tot zijn recht in 'Buena Sera', waar Bosch en Beukema beurtelings Butera speelden. Maar heer Hugo, waard van het betreurde Alto, kan ook op de achtergrond sonoor gonzen. Daarbij wordt het totaalgeluid een stuk orkestraler. Dat hij soms met twee liedjes tegelijk bezig lijkt te zijn, ach, voer voor kniesoren.

Julia Flenter bezit ook een niet geringe strot, zoals ze in 'Sous Le Ciel De Paris' liet horen. Ze vertrouwde ons toe dat bij diepdemente bejaarden, met wie communicatie zo goed als verdwenen is, toch een vingertje mee gaat bewegen als er zo'n hit uit hun jeugdjaren klinkt. Het komt allemaal wél binnen, wil maar zeggen.

Concertfoto's: Hammie van der Vorst

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 4.9.20) - [print] - [naar boven]



In memoriam / Interview
Charli Persip


Zondag 23 augustus 2020 overleed Charles Lawrence Persip, 'Sip' voor vrienden en intimi, in het Mount Sinai Morningside verzorgingstehuis in New York City, 91 jaar oud. Hij werd geboren in Morristown, New Jersey en wordt wel de beste jazzdrummer die niet bij het grote publiek bekend is genoemd. Tijdens het NOS Meervaartfestival van 1985, waar hij met de groep van trombonist Craig Harris optrad, keek hij in gesprek met Eddy Determeyer terug op een lange, rijke carrière.

De beste herinnering van zijn carrière? Daar hoefde Persip niet lang over na te denken. Dat waren de twee weken dat altist Charlie Parker als gast meespeelde bij het orkest van zijn baas Dizzy Gillespie, in de New Yorkse club Birdland. "Ik had het voorrecht om met hem te mogen werken. Dat was in het jaar dat hij stierf. So I was privileged to play - boy, that was something."

Klik hier om het interview te lezen.

Foto: Francis Wolff

Labels: ,

(Eddy Determeyer, 2.9.20) - [print] - [naar boven]



Cd
180⁰ - 'Submental' (Splitrec, 2019)

Opname: 27-28 september 2018

Australiër Jim Denley is een man van één instrument: de basfluit. Maar die beheerst hij dan ook tot in detail. In het nieuwe trio 180⁰ werkt hij samen met gitarist Nick Ashwood en stemkunstenares Amanda Stewart. Beluister opener 'Scalene' op het debuutalbum 'Submental' en je weet niet wat je hoort. Denley fluistert, schreeuwt, lispelt en blaast door zijn instrument en vermengt dit met elektronica. Tegelijkertijd horen we Stewart, die haar stem al even spannend weet in te zetten en Ashwood, die zijn snaren op onconventionele wijze bewerkt. Het is een magisch klank- en schimmenspel, dat hier klinkt en dat opvallend veel weg heeft van een ritueel. Het wordt al snel duidelijk dat zowel de natuur als de cultuur van de Aboriginal volkeren hier van invloed is geweest.

Een mooi en humoristisch statement in het persbericht mag hier niet onvermeld blijven: 'Are these recordings a set of songs? Yeah-Naah. Does Amanda Sing? Naah-Yeah. Does Nick play chord sequences? Sorta... naaah. Does Jim play melodies? Naaah... yeah.' Kortom, hier wordt alles gedaan wat een middle-of-the-road artiest nooit zou doen, maar wat dit album nu nét zijn charme verleent. En dus klinkt 'Equilateral' aanvankelijk als een duistere onweerswolk, prachtig vormgegeven door Denley, waarna Stewart op totaal onverwachte wijze de taal naar binnen brengt. Denley verrast in 'Oblique' met krachtige uithalen op zijn fluit, terwijl we Ashwood horen kraken en piepen, waarna weer zo'n frase volgt waarin het bos tot leven lijkt te komen. Het geeft voeding aan de zin die de hoes siert: All opposites unite at the point at which they diverge. En dus horen we licht naast duisternis, natuurgeluiden naast de menselijke stem en liefelijke klanken naast industrieel aandoende noise.

Het kan nog extremer: het bijna een kwartier durende 'Isosceles', dat het hart van dit album vormt en waarin de stemkunst het summum bereikt, maar waarin ook een prachtig serene scène zit waarin Ashwood zijn gitaar als gong inzet, waarna Denley zijn fluit al even percussief laat klinken. In 'Acute' horen we weer de tegenstelling mens-natuur. Sfeervolle klanken, naast duistere, akoestische naast machinale. In 'Degenerate' en 'Esquiangular' voegt dit trio hier nog veel meer voorbeelden aan toe. Een zeer bijzonder en afwisselend album.

Klik hier om dit album te beluisteren.

Labels:

(Ben Taffijn, 1.9.20) - [print] - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.