Concert
De wonderen en de wereld
Mike Del Ferro & Andrea Caruso, zondag 29 september 2019, Brouwerij Martinus, Groningen
Bij wijze van preambule:
Wonder 1. Atelier Il Sole in Cantina, het Groninger podium voor kleinschalige hedendaagse improvisatiemuziek, is weer open. Na een angstig stille periode van een paar maanden ging het souterrain aan de X-straat in de nacht van 29 op 30 september van start met een intense set van gitarist Jorrit Westerhof, weer terug op het oude honk en slagwerker Aleksandar Skoric, die de oren in heel Europa laat suizen, maar Groningen nog altijd als basis heeft. Het Groninger volkje had goed naar de grapevine geluisterd (lees: Facebook) en was in recordgetale naar de Cantina getogen. Zeggen dat je er over de hoofden kon lopen zou een understatement zijn: de muziekliefhebbers waren in dichtste bolstapeling in het zaaltje geperst.
Wonder 2. Ik hoorde een dag eerder van de renaissance van het Atelier in een nieuw zaaltje voor theater, muziek en multimediaprojecten, FridayNite. Het podium is onderdeel van De Machinefabriek van het Noord Nederlands Toneel en de Club Guy & Roni. Twee solisten speelden er, de reeds genoemde Skoric en gitarist Arvind Ganga. Het spel van de percussionist zou je kunnen karakteriseren met intensief, geconcentreerd en ritualistisch. Wat ik nog nooit had meegemaakt: na het halve uur slagwerkgeweld bleef de zaal minutenlang doodstil. Alsof het spektakel in ieders hoofd nagloeide, als een soort audio-fosfeen.
Wonder 3. Korte inhoud van mijn voorafgaande. Van de fiets patsboem gepletterd, acht minuten morsdood, gereanimeerd, kunstmatig gekoeld en in coma gehouden (prognoses van de respectieve HH geneesheren: 'mooi dood'; 'prachtig plantje'; 'verregaande verlamming'; 'hardnekkige hersenschade'), maanden gerevalideerd en uiteindelijk kipjelekker. Een medisch godswonder! Mazzel, meneertje! Hallelu!
Zodat ik mij dus afgelopen weekend wederdoopte in het Groninger jazzleven. Na de nacht in de Cantina bijna op tijd voor het matinee van pianist Mike Del Ferro en bassist Andrea Caruso. Een en ander in het kader van de reeks Klassieke Affaires in Martinus. Kamerconcertjes op het snijvlak van klassieke muziek en jazz. Nu, dan waren we bij Del Ferro en Caruso aan het goede adres. Del Ferro senior was operazanger (nog met Maria Callas gewerkt) en Caruso speelde vanaf zijn tiende recitals met kamerorkesten. Er werd werk vertolkt van Antonio Carlos Jobim, Giacomo Puccini, Thijs van Leer, Giuseppe Verdi, Georges Bizet, naast eigen composities. Niet zo gek, de vrijmoedige aanpak van deze heren: klassieke componisten zullen hun werk doorgaans ook al improviserend hebben geconcipieerd. En improvisaties door solisten waren tot diep in de negentiende eeuw ook in de concertzaal heel gebruikelijk.
Van Van Leer speelde het duo 'Le Tango'. De fluitist/organist stopte in zijn muziek ook altijd klassieke elementen, legde Del Ferro uit. Deze tango was niet zozeer verfijnd of elegant, als wel razend en donderend. De pianist beukte in de lage registers van zijn instrument niet mis te verstane paukenslagen - om elders vaag aan Lennie Tristano refererende loopjes te spelen. Ook Art Tatum kwam even om de hoek kijken in de versieringen van Verdi's 'Brindisi'. Het tweetal werd duidelijk niet gekweld door eerbied voor de oude meesters. Wél respect.
Aan de bas werden hoge eisen gesteld. Caruso trippelde puntig en pittig door de partituren - of liet zijn instrument met strijkstok voluit zingen. Na zo'n gevoelige, gedragen solo mengden de klokken van de nabijgelegen Josefkerk zich naadloos en functioneel met de muziek. Inderdaad, zo langzamerhand hoogste tijd voor het Lof.
Men kent 'Carmen Murdered' van Spike Jones and his City Slickers? Welnu, de versie van Del Ferro en Caruso deed daar niet voor onder. Niet alleen werd Carmen gewurgd; onder de lading hardhandige noten en akkoorden van de pianist werd ze ook levend begraven. Dat komt er dus van, van al die jazz met die klassieke muziek.
Foto's: Bert van Erk & Govert Driessen