Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




In memoriam
Jimmy Scott


Wanneer Little Jimmy Scott in een nachtclub zong kon je een speld horen vallen. En als je goed luisterde hoorde je het plenzen van tranen in whisky. Wanneer Little Jimmy Scott zong hield niemand het droog. Zijn publiek, hoeren, pooiers, winos, junkies, zat gebiologeerd te luisteren naar die kleine, breekbaar ogende zanger. 'When Did You Leave Heaven', 'I Wish I Knew', 'Imagination', elke ballad werd door hem uitgerekt en uitgerekt, tot nog slechts het pure, etherische geluid van zijn jongenssopraan zich geleidelijk met de traag opkringelende rook van de sigaretten en de reefers mengde. Na afloop rinkelden de munten en dwarrelden de dollars, niet zelden een compleet weekloon, voor de voeten van de vocalist.

James Victor Scott, die donderdag 12 juni op 88-jarige leeftijd in zijn woning in Las Vegas overleed, werd geboren met wat later bekend zou staan als het syndroom van Kallmann. Daardoor bleef zijn reukvermogen onderontwikkeld en maakte hij evenmin een normale puberteit mee. In lichamelijk opzicht bleef hij zodoende zijn leven lang een dertienjarige. Ook zijn stem veranderde nauwelijks.

Bandleider Lionel Hampton ontdekte hem toen hij achttien was en lijfde hem vervolgens in zijn orkest in. Met de Hamp maakte hij ook zijn eerste platen, maar daar profiteerde Jimmy nauwelijks van, aangezien zijn naam niet op de labels stond. Zodoende werd het nummer 'Everybody’s Somebody’s Fool' zijn eerste en enige grote hit, zonder dat hij daarvoor de credits kreeg. Jazzcritici namen aan dat Irma Curry, de vocaliste van Hampton, het nummer had gezongen. Iets dergelijks herhaalde zich datzelfde jaar, 1950, toen altsaxofonist Charlie Parker hem op een avond uitnodigde, het nummer 'Embraceable You' mee te zingen. Daar bestaat een opname van – die vervolgens aan rhythm-and-blueszangeres Chubby Newsome werd toegeschreven.

Meer dan veertig jaar zou Scott in de anonimiteit van zwarte bars en nachtclubs werken voordat popzanger Lou Reed hem onder de aandacht bracht. Intussen had hij wél twee generaties van soul- en jazzvocalisten beïnvloed, onder wie Frankie Lymon, Nancy Wilson, Smokey Robinson en Michael Jackson.

In 1995 haalde impresario Paul Acket hem naar Nederland. Op het Haagse North Sea Jazz Festival konden we vaststellen dat zijn stem, een contra-alt inmiddels, nog maar weinig slijtage vertoonde. "Ik heb altijd die drive gehad om te zingen," vertelde hij die middag op zijn hotelkamer. "Ik herinner me de keren dat de dames geld naar me gooiden – ik zong dus en zij smeten dat geld op het podium. Dat ze me accepteerden... en dan de warmte van het applaus. De meeste artiesten kennen dat gevoel. Dat is al het voedsel dat je als zanger nodig hebt. De reactie van je publiek. Dat geeft je zelfvertrouwen, zekerheid. Dat ze na afloop komen vertellen hoezeer ze van een bepaalde song genoten hebben. Dat vrouwen kwamen zeggen hoe ze in de put zaten en dat ze zich zóveel beter voelden nadat ze me hadden gehoord. Heb ik te horen gekregen, hoor. Des te beter, toch? Van anderen hoorde ik dan weer dat ze zich juist ellendig gingen voelen. Allebei. Billie [Holiday] was ook zo'n zangeres. Die had een soortgelijke uitwerking op mensen. Die kon je overweldigen met haar magie."

Labels:

(Eddy Determeyer, 20.6.14) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.