Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Boek 'Des duivels? Naar de roots van de populaire muziek' Auteur: Maarten Schuermans / Uitgeverij: EPO, 2020 Maarten Schuermans is niet de enige die de oude blues ontdekte door het beluisteren van The Rolling Stones, in dit geval 'Paint It Black'. Sterker nog: toen de band in de jaren 60 aan zijn opmars begon wisten vele Amerikanen, waar de muziek van dit Engelse kwartet al snel aansloeg, niet eens dat de muzikale wortels van de muziek hun eigen cultuur betrof! Mick Jagger en Keith Richards waren al vroeg fan van de echte Amerikaanse blues en lieten lp's uit Amerika overkomen. Het zou een trend worden. Overal in de VS, maar ook in Europa, adopteerden rockgroepen de blues. Zelfs tot in Nederland en België drong het door en dus ook in het ouderlijk huis van Schuermans. Hij ging echter een stap verder en begon zich, net als Jagger en Richards, te interesseren voor de oorsprong. Dat groeide uit tot een liefde voor wat we vaak aanduiden als rootsmuziek: de folk uit de Appalachen, country, blues, jazz, cajun, zydeco, tex-mex en wat al niet meer. Schuermans koesterde door die hobby een steeds sterkere wens om ook eens af te reizen naar waar het allemaal begon: de zuidelijke staten van de VS. In de zomer van 2018 kwam het er eindelijk van en trok Schuermans samen met de muzikanten Bjorn Eriksson en Alain Rylant, beiden actief in de rootsmuziek, naar het warme zuiden van de VS. Onlangs verscheen bij EPO onder de titel 'Des Duivels? Naar de roots van de populaire muziek' zijn reisverslag. Met een paar kanttekeningen kan ik niet anders constateren dan dat het een leuk en volgens mij ook redelijk compleet boek is geworden. En zeker voor de muziekliefhebber die in deze stijlen wat minder thuis is, valt er veel te halen. Schuermans stijl is aangenaam, al moeten de Nederlanders soms even wennen aan de voor ons wat ongebruikelijke zinsformuleringen, en informatief. En in de 250 bladzijden die het boek telt geeft Schuermans veel informatie en mooie portretten, allereerst over de blues - zijn grootste passie - maar ook over al die andere stijlen die hierboven voorbijkwamen. Nieuwe inzichten levert dat niet op, Schuermans is geen musicoloog, maar hij zet het weer eens mooi op een rijtje. Ieder hoofdstuk wordt daarnaast afgesloten met een selectie albums om daadwerkelijk zelf tot luisteren te komen. Verder staat er achterin het boek een QR-code die ons op het spoor brengt van een Spotify-playlist, waarmee Schuermans de drempel heel laag legt. Kanttekeningen zijn er echter ook te maken. Het reisverslag waar de portretten en informatieve stukken doorheen verweven zijn, is uitermate zwak. Veel verder dan vertellen wat ze gegeten en gedronken hebben - veel bier - en waar ze hebben geslapen komen we niet. Terwijl er toch zeker interessante gesprekken zijn geweest. Waar hadden Schuermans, Eriksson en Rylant het met elkaar over? Die twee laatsten waren er vaker, traden er zelfs een aantal keren op. Je leest er niets over. Maar ik mis nog iets veel belangrijkers. De omslag van het boek geeft het al aan, op de foto staat King Oliver's Creole Jazz Band met Lil Hardin, bestaande uit vijf zwarte muzikanten. En lees dit boek of eender welke geschiedenis van deze muziek en je komt geen blanke tegen; allemaal zwarte muzikanten. En wat Schuermans terecht aantoont is dat nagenoeg onze complete popmuziek hierdoor beïnvloed is! Zonder dat deze musici daar de credits voor kregen. Veel bluesmusici die reeds sinds de jaren 30 actief waren kregen pas erkenning toen in de jaren 60 door de folkrevival hun nummers door blanke musici werden gespeeld. Een van de vele voorbeelden - en Schuermans noemt ze niet - is het verhaal van Skip James. Ernstig ziek kon hij in de jaren 60 worden geopereerd van de royalty's doordat het Britse Cream een nummer van hem coverde. Zijn eigen opnames brachten vrijwel niets op. Een ander voorbeeld is het gesprek dat Sam Philips van Sun Records voert met Ike Turner in 'The Road to Memphis', een film van Richard Pearce en Robert Kerner. Phililps was de man die blanke musici, Elvis Presley voorop, lanceerde met nummers van zwarte musici. Tegen Turner zegt hij dat hij de zwarten daarmee toch maar mooi hielp. Turner blijkt hier toch iets anders tegenaan te kijken, brengt dat ook in, maar echt snappen doet Philips het niet. Hoe kan het ook, hij is immers niet zwart. En dat fenomeen, juist dat, had meer aandacht moeten krijgen. Zeker als we bedenken dat deze reis in 2018 plaatsvond tijdens "the error of Trump", zoals Joe McPhee dat formuleerde. De verdere polarisatie, de sterk verslechterde omstandigheden van de zwarte bevolking, de opkomst van de Black Lives Matter-beweging, we krijgen er niets van mee. Het is net of deze reis plaatsvond in een vacuüm, in plaats van in het heden. Een gemiste kans dus. Of is het te veel gevraagd? Kan het volstaan dat Schuermans gewoon een liefhebber is die daar met dit boek uiting aan geeft? Wellicht, maar jammer is het wel. Wat niet wil zeggen dat u dit boek dan maar niet moet kopen. Zo heel veel boeken hebben we in ons taalgebied immers niet over deze muziek. Labels: boek (Ben Taffijn, 11.10.20) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |