Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Cd 180⁰ - 'Submental' (Splitrec, 2019) Opname: 27-28 september 2018 Australiër Jim Denley is een man van één instrument: de basfluit. Maar die beheerst hij dan ook tot in detail. In het nieuwe trio 180⁰ werkt hij samen met gitarist Nick Ashwood en stemkunstenares Amanda Stewart. Beluister opener 'Scalene' op het debuutalbum 'Submental' en je weet niet wat je hoort. Denley fluistert, schreeuwt, lispelt en blaast door zijn instrument en vermengt dit met elektronica. Tegelijkertijd horen we Stewart, die haar stem al even spannend weet in te zetten en Ashwood, die zijn snaren op onconventionele wijze bewerkt. Het is een magisch klank- en schimmenspel, dat hier klinkt en dat opvallend veel weg heeft van een ritueel. Het wordt al snel duidelijk dat zowel de natuur als de cultuur van de Aboriginal volkeren hier van invloed is geweest. Een mooi en humoristisch statement in het persbericht mag hier niet onvermeld blijven: 'Are these recordings a set of songs? Yeah-Naah. Does Amanda Sing? Naah-Yeah. Does Nick play chord sequences? Sorta... naaah. Does Jim play melodies? Naaah... yeah.' Kortom, hier wordt alles gedaan wat een middle-of-the-road artiest nooit zou doen, maar wat dit album nu nét zijn charme verleent. En dus klinkt 'Equilateral' aanvankelijk als een duistere onweerswolk, prachtig vormgegeven door Denley, waarna Stewart op totaal onverwachte wijze de taal naar binnen brengt. Denley verrast in 'Oblique' met krachtige uithalen op zijn fluit, terwijl we Ashwood horen kraken en piepen, waarna weer zo'n frase volgt waarin het bos tot leven lijkt te komen. Het geeft voeding aan de zin die de hoes siert: All opposites unite at the point at which they diverge. En dus horen we licht naast duisternis, natuurgeluiden naast de menselijke stem en liefelijke klanken naast industrieel aandoende noise. Het kan nog extremer: het bijna een kwartier durende 'Isosceles', dat het hart van dit album vormt en waarin de stemkunst het summum bereikt, maar waarin ook een prachtig serene scène zit waarin Ashwood zijn gitaar als gong inzet, waarna Denley zijn fluit al even percussief laat klinken. In 'Acute' horen we weer de tegenstelling mens-natuur. Sfeervolle klanken, naast duistere, akoestische naast machinale. In 'Degenerate' en 'Esquiangular' voegt dit trio hier nog veel meer voorbeelden aan toe. Een zeer bijzonder en afwisselend album. Klik hier om dit album te beluisteren. Labels: cd (Ben Taffijn, 1.9.20) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |