Draai om je oren Jazz en meer - Weblog |
|
||
|
Cd's Dave Rempis portret - deel 1 From Wolves To Whales - 'Strandwal' (Aerophonic, 2019) Opname: 14 november 2017 From Wolves To Whales - 'Dead Leaves Drop' (Dropa Disc, 2019) Opname: 15 november 2017 Hoog tijd dat we saxofonist Dave Rempis op deze blog weer eens een podium bieden. Op zijn eigen label Aerophonic verschijnt genoeg moois wat dit rechtvaardigt. Daarom een portret in twee delen van deze graag geziene vertegenwoordiger van de Chicago-scene. Oorspronkelijk opgeleid als etnomusicoloog - hij studeerde onder andere in Ghana - schakelde Rempis in 1997 over op de jazz en speelde zich via het inmiddels legendarische The Vandermark Five in de kijker. Al snel tuigde Rempis zijn eigen projecten op, waarvan er alleen maar meer bij lijken te komen, naast dat hij samenwerkingen aan ging met een keur aan geestverwanten als Paul Lytton, Fred Anderson, Peter Brötzmann, Hamid Drake, Tomeka Reid, Steve Swell, Elisabeth Harnik, John Tchicai, Roscoe Mitchell, Nate Wooley, Jaimie Branch, Kevin Drumm, Paal Nilssen-Love, Nels Cline en Joe McPhee. Rempis zag ik reeds diverse keren live, hij komt met een zekere regelmaat bij Sound in Motion over de vloer en iedere keer valt dan weer de man zijn tomeloze energie op en het zonder meer overweldigende geluid dat daarbij hoort. Minutenlange solo's op het scherpst van de snede. Dat geldt ook weer voor de twee de projecten die hier centraal staan, waarbij we in dit verslag From Wolves To Whales aan bod laten komen en in deel twee Kunzu. From Wolves To Whales kwam hier eerder voorbij. Het debuutalbum verscheen in 2015 en wat toen de titel van het album was, zou later de naam van het kwartet worden, waarin we naast Rempis trompettist Nate Wooley, bassist Pascal Niggenkemper en drummer Chris Corsano aantreffen. In november 2017 was Rempis in Nederland en België, concerten waar vorig jaar de opnames van uitkwamen. Op 14 november speelde hij in De Pletterij in Haarlem, verschenen als 'Strandwal' en op 15 november stond hij in Het Bos, Antwerpen, op lp uitgebracht onder de titel 'Dead Leaves Drop' door \ Sound in Motions Dropa Disc. Blijkbaar smaakte de samenwerking die Rempis en Koen Vandenhoudt eerder met Ballister ondernamen - waarbij eveneens ieder een concert uit een tour op plaat uitbracht - naar meer. De dubbel-cd 'Strandwal' begint aan met het bijna een half uur durende 'Hook And Cod', een bijzonder stuk met een paar opvallend ingetogen momenten waarin de vier musici een hecht doortimmerde sculptuur neerzetten, met als hoogtepunt dat moment rond de twintigste minuut - naast prachtige frases - waarin de beide blazers krachtig langs elkaar schuren en de boel regelmatig flink op scherp zetten. Overigens kunnen ze met zo'n krachtig en stomend spelende ritmesectie ook weinig anders. Als eerbetoon aan Noord-Holland eindigt de eerste cd met 'IJ' en begint de tweede met 'Spaarne'. Met een beetje fantasie hoor je de sterke stroming van die eerste rivier in de meanderende patronen van het duo Rempis-Wooley en in het stromende spel van Niggenkemper en Corsano. Verderop krijgt het stuk een duister karakter, met name door de bijzondere verrichtingen van Niggenkemper op bas. 'Spaarne' duurt eveneens bijna een half uur en valt met name op door zijn harmonieuze kwaliteiten. Het verstilde begin, met Rempis en Wooley in een intieme dialoog, wordt gevolgd door een aangenaam ritmische fase, waarbij het lijkt of Niggenkemper is overgestapt op percussie. Langszij horen we de blazers met langgerekte noten. Dan horen we Rempis weer in een van die onovertroffen solo's, op sommige momenten vergezeld door Wooley. En wat een prachtig geluidslandschap creëert Niggenkemper verderop, ik zie zomaar die eindeloze Noord-Hollandse polders. Verderop horen we Wooley met het voor hem zo kenmerkende trompetgeluid, te wijten aan het zeer creatief spelen met valse lucht. En van Kenau heeft Rempis ook al gehoord, zijn laatste stuk is speciaal voor haar, het klinkt allemaal heel toepasselijk en eindigt prachtig harmonieus. Op 'Dead Leaves Drop', met daarop de opnames van het concert een dag later in Antwerpen, vinden we 'Pakicetus' en 'Ambulocetus'. Beide titels verwijzen naar een uitgestorven geslacht van walvisachtigen. Het gaat direct zeer onstuimig van start met een krakende, piepende en sissende Wooley en hoge noten van Rempis. Instant vuurwerk, waarbij 'Strandwal' verbleekt. Verderop voegen ze er een ritmische dimensie aan toe. Luister daarbij dan vooral ook naar het enerverende slagwerk van Corsano. Ook 'Ambulocetus' bevat prachtig energiek, maar ook kunstig experimenteel spel, met name van de beide blazers. Verderop tovert het kwartet op speelse wijze met aangename klanken, culminerend in een messcherpe solo van Rempis, hier op tenorsax, op een stomende en zeer ritmische bedding. Dan neemt Wooley het stokje over, al even scherp en enerverend. Vervolgens horen we ze nog één keer samen, zich spoedend naar de uitgang. Foto: Maarten Jan Rieder Labels: cd, Dave Rempis-special (Ben Taffijn, 18.3.20) - - [naar boven] Lees verder in het archief...
|
Archief
Artikelen Cd-recensies Concertrecensies Colofon Festivalverslagen Interviews Jazz in memoriams
Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken? |