Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 


Boek
'The Instant Composers Pool and Improvisation Beyond Jazz'

Auteur: Floris Schuiling / Uitgeverij: Routledge, 2019

Met 'The Instant Composers Pool and Improvisation Beyond Jazz' schreef musicoloog Floris Schuiling een bijzonder boek. Bijzonder omdat hij in dit Engelstalige boek niet alleen de geschiedenis van het huidige ICP Orchestra beschrijft, maar ons ook een inkijkje gunt in de wijze waarop dit inmiddels vermaarde tentet functioneert. Maar eerst duiken we natuurlijk in de geschiedenis en dan niet alleen van dat vermaarde collectief, maar ook in wat daaraan voorafging. Het verhaal begint op 4 september 1960, dit jaar op de kop af 60 jaar geleden, als Misha Mengelberg en Han Bennink voor het eerst samen op het podium staan. Ze zitten dan allebei nog op school, Mengelberg op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en Bennink op wat nu de Gerrit Rietveld Academie heet in Amsterdam. De muziek is dan nog onvervalste jazz, met als hoogtepunt het concert met Eric Dolphy op 2 juni 1964 dat een van de laatste zou zijn van de meester en nu onder de titel 'Last Date' nog steeds verkrijgbaar is.

Komt Mengelberg uit een muzikale familie, zijn oom was de beroemde dirigent Willem Mengelberg, Bennink heeft een geheel andere achtergrond en is in de muziek een autodidact. De derde musicus, Willem Breuker, zit daar zo ongeveer tussenin. Met hun drieën speelden ze een belangrijke rol in de Europese free jazz zoals die rond 1967 ontstaat. Schuiling maakt daarbij duidelijk dat we ons om het werk van Mengelberg te begrijpen - hij was tenslotte de motor achter het geheel - niet louter tot de geschiedenis van de jazz moeten beperken. Integendeel, de beeldende kunst en bewegingen als Fluxus en Dada zijn wellicht nog wel van veel groter belang voor de ontwikkeling van de muziek in die dagen.

Het was een roerige tijd en Schuiling staat dan ook uitgebreid stil bij het politieke gehalte van de muziek. Zeker Mengelberg was daar niet ongevoelig voor, iets dat ook gold voor Breuker, maar de muziek duidelijk inzetten om een maatschappelijke verandering in gang te zetten trok de twee geenszins aan. Dat betekent overigens niet dat er geen maatschappijkritiek in doorklonk, veeleer dat het geen doel op zich was. Dit uitgangspunt komt ook duidelijk naar voren als we een vergelijking maken tussen de Amerikaanse zwarte free-jazzmusici en de blanke Europese musici. De houding van de Amerikanen, die de jazz zagen als voertuig van de black power-beweging en op de barricaden gingen voor burgerrechten, werd in Europa niet altijd begrepen. Mengelberg en Bennink zagen dit veeleer als iets wat afleidde van het maken van muziek.

Na het vertrek van Breuker, in 1974, slaat Mengelberg een andere weg in en begint hij muziek te componeren voor een steeds vaster wordende bezetting van wat eind jaren 70 het ICP Orchestra zal worden. De weg die Mengelberg gaat is uniek te noemen binnen de avant-gardemuziek, zoals Schuiling mooi laat zien, en bestaat uit een combinatie van gecomponeerde en geïmproviseerde muziek. We zijn dan inmiddels bij het tweede deel, waarin Schuiling beschrijft hoe hij als een antropoloog jarenlang met het orkest optrok, concerten bezoekend, pratend met de musici en schrijvend. Langzaam krijgt hij grip op dit bijzondere tentet en hun wijze van werken.

Een corpus composities - veel van Mengelberg, maar inmiddels ook van de andere leden - dient als een soort van geraamte en wordt afgewisseld met vrije improvisaties. Er is een setlist, die overigens expres pas op het laatste moment door een paar musici wordt samengesteld, maar die dient louter als leidraad. Het ware geheim van dit ensemble zit in de traditie, zoals trompettist Thomas Heberer het uitlegt in een van die interviews met Schuiling: "The strategies that the ICP incorporates have not been invented by a composer. They have not been invented by Misha, they have developed. And the development started forty years ago. So the way the ICP operates now is the result of thinking about certain musical problems for decades. And both Misha and Han... I don't think they had a vision beforehand. I think Misha had certain ideas about blending different aesthetics, from early on, but he didn't know to get there, and he didn't have the musicians to do this."

Inmiddels dus wel. Maar het is van het grootste belang om Heberers woorden nauwkeurig te beschouwen. Het niveau dat het ICP Orchestra bereikt is louter te begrijpen vanuit de geschiedenis van dit tentet, de wijze waarop de individuele musici passen binnen het totaal, de mate waarop ze op elkaar zijn ingespeeld en alles wat ze inmiddels al met elkaar delen. En dat is een wonder op zich, want kijk naar de individuen en je ziet meer verschillen dan overeenkomsten. Zowel qua persoonlijkheid als in de wijze van spelen. Neem bassist Ernst Glerum en drummer Han Bennink. De eerste befaamd om zijn klassieke toon en zijn beheerste spel. Buiten het ICP Orchestra treffen we hem dan ook meestal aan bij de wat meer modale jazz. Bennink is zo ongeveer het tegenovergestelde, zoals u ongetwijfeld al eens heeft ervaren. Of neem de twee rietblazers Michael Moore en Ab Baars, ook hier zijn de verschillen groter dan de overeenkomsten. Maar juist die verschillende muzikale werelden komen hier zo mooi samen.

En dat nu al 40 jaar. Staat het ICP Orchestra eigenlijk al op de Werelderfgoedlijst van de Unesco? Het wordt hoog tijd. Maar tot dat gebeurt, hebben we in ieder geval dit prachtige boek. Een boeiende hommage aan een van 's werelds meest interessante jazzensembles.

Labels:

(Ben Taffijn, 8.1.20) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.